Geloof Het zou je binnenkort zo maar kunnen overkomen… Op straat zie je groepjes kinderen die met pen en papier in de hand en mobieltjes in de aanslag stilstaan bij een Chinees restaurant, helemaal gefocust op het beeld van de lachende Boeddha in het vensterraam. Of je ziet ze bij het halalvak in de supermarkt vragen stellen aan mensen die halalvlees kopen. Wat je ook nog kan gebeuren is dat ze op je af komen met de vraag of ze je mogen interviewen. Op je bevestigend antwoord vragen ze, heel onbevangen, of je een religie of levensbeschouwing aanhangt, en zo ja, welke dan en wat dit voor jou betekent. En hoe je daar vorm aan geeft in je dagelijks leven. Enige tijd later zie je weer diezelfde groepjes op straat, maar nu doelbewust op weg naar een gebedshuis in de buurt. Zo langzamerhand kun je je nieuwsgierigheid niet langer bedwingen: je besluit ze te volgen. Je ziet ze naar binnen gaan. Je glipt naar een plekje achter in de grote ruimte, zó dat je het gesprek dat ontstaat tussen de mensen van het gebedshuis en de groep leerlingen goed kunt volgen. En je bent verbaasd over wat je hoort; je merkt dat er een echt gesprek ontstaat, een dialoog tussen twee gelijkwaardige gesprekspartners die zich voor elkaar willen openstellen. De kinderen vragen door, de man of vrouw geeft open antwoord. De kinderen hoeven duidelijk niet bekeerd, maar krijgen alle informatie die ze willen hebben. De man of vrouw krijgt alle ruimte om te vertellen wat hem of haar zo boeit in de eigen godsdienst en waarom hij zo graag komt in dit gebedshuis. Je realiseert je dat je getuige bent van een dialogische ontmoeting, ‘een voorwaarde om te kunnen samenleven’. 1
1
Ina ter Avest, TussenRuimte 2011/2