ROLLEN De hoofdpersoon van de musical is Bob Blewitt. Hij is arts op de Centrale Huisartsenpost van het Koning Willem II Ziekenhuis. Maar… Bob wil helemaal geen arts zijn. Hij heeft maar één droom: de hoofdrol spelen in een grootse musical. Het toeval wil dat een van de patiënten een musicalscout van ene Joop is. Deze scout heeft een plasprobleem en moet heel vaak naar het toilet. Elke keer als hij aan de beurt is, is hij net even weg. Zo kan het gebeuren dat de scout ook de volgende dag nog in de wachtkamer zit. Bob is zo ongemotiveerd dat hij de patiënten op wel heel wonderlijke manieren behandelt. Zo kan het niet langer, vindt Bonny, een van de zusters van het ziekenhuis. Zij schakelt de hulp in van de ziekenhuispsychologe, Toetsie Zielemans. Toetsie ontpopt zich als een wel érg alternatieve psychiater en brengt Bob op ruwe wijze (met een knuppel) in dromenland en terug naar zijn jeugd. In die scène zien we Bob op achtjarige leeftijd met zijn vader, moeder en zusje. We horen dat de vader van Bob maar één ding eist van zijn zoon: arts worden. Maar Bob weet dan al dat hij musicalster wil worden. En dat hij fantastisch kan zingen horen we op dat moment in een van de liedjes. Toevallig valt op dat moment de scout binnen en die maakt - op afstand - deze scène mee. Zo wordt het talent van Bob door hem ontdekt. Eind goed, al goed. Want we zien op het eind dat Bobs droom in vervulling is gegaan. Ook Joop is enthousiast en we beleven de première van de musical HOSPITAL met Bob in de hoofdrol. Natuurlijk zijn er nog allerlei andere verhaallijntjes in deze spetterende, humoristische musical. Zoals broeders Jan en Arie die telkens met een brancard opkomen, maar wel heel vreemde zaken en mensen naar binnen brengen. En de opbloeiende verliefdheid tussen zuster Annemarie en dokter Ab van Soest-tot-Baarn, de geneesheer-directeur van het ziekenhuis. Ook de voorbereidingen van het 200-jarig bestaan van het ziekenhuis spelen een rol. Maar voor alles geldt: Operatie geslaagd!
01. Dokter Bob Blewitt 02. Dokter Tinus Breedlat, anesthesist 03. Dokter Snijder, chirurg 04. Dokter Toetsie Zielemans, psychiater 05. Dokter Ab van Soest-tot-Baarn, geneesheer-directeur 06. Zuster Bonny Buitenspelen 07. Zuster Annemarie Jansen 08. Broeder Jan 09. Broeder Arie 10. Heleen Hangop, telefoniste 11. Flip, schoonmaker 12. Frans, scout van Joop 13. Patiënt 1, met enorm oogverband op één oog 14. Patiënt 2, is ‘doof’ 15. Patiënt 3, de buik ‘danst’ 16. Patiënt 4, de buik ‘spreekt’ 17. Patiënt 5, de buik ‘loopt’ 18. Patiënt 6, ziekte niet bekend 19. Patiënt 7, ziekte niet bekend 20. Patiënt 8, heeft allerlei wonderlijke dingen ‘ingeslikt’ 21. Bobbie, dokter Bob Blewitt als achtjarige jongen 22. Vader Blewitt, tijdens de jeugd van Bobbie 23. Moeder Blewitt, tijdens de jeugd van Bobbie 24. Nienke Blewitt, tijdens de jeugd van Bobbie 25. Joop, producent van musicals 26. Regisseur 27. Geluidsman 28. Scriptgirl 29. Cateraar (zonder tekst) 30. Beveiliger (zonder tekst) 31. Kapster (zonder tekst) 32. Visagiste (zonder tekst) En het ensemble (koor)