2 minute read

Goed luisteren, hoe doe ik dat?

Iedereen in jouw groep draagt een rugzak. Niet alleen op daguitstap of op kamp maar ook mentaal. Bij de ene is die rugzak al wat meer gevuld dan bij de andere. Als leiding word je wel eens geconfronteerd met gevulde rugzakken van kinderen of jongeren van jouw groep. Horen, zien en praten maakt in veel gevallen een wereld van verschil. Maar wat als er meer nodig is dan ‘een goede babbel’?

Esther Melders

Word een betere luisteraar

Veel kinderen en jongeren zijn al blij als ze hun ei kwijt kunnen bij jou. Een goed gesprek kan al veel betekenen. Goed luisteren is daarbij de basis. Maar ‘goed luisteren’, hoe doe je dat? Awel stelde enkele tips op om een goede luisteraar te zijn:

1 Maak tijd

Kies een rustig moment uit en maak bewust de keuze dat je jou ten volle concentreert op het verhaal van je gesprekspartner.

2 Knik

Door te knikken, ‘mhm’ te zeggen of een korte opmerking te geven, laat je zien dat je mee bent met het verhaal en stimuleer je je gesprekspartner om verder te vertellen.

3 Stel vragen

Denk niet dat je de waarheid kent over wat je gesprekspartner voelt, maar wees er nieuwsgierig naar en stel vragen. Verlies je niet te veel in details, maar stel vragen over de kern van het verhaal.

4 Laat stiltes

Wacht af en toe nadat iemand iets gezegd heeft, tot de ander de stilte verbreekt (zonder dat het onaangenaam lang duurt). Zo kan je beiden nadenken over wat er al gezegd is of wat jullie nog willen vertellen of vragen.

5 Check

Vat het verhaal samen in jouw eigen woorden en vraag of je het goed begrepen hebt.

6 Ga niet te snel

Luister lang genoeg voor je eventueel oplossingen aanreikt. Dikwijls willen we dat te snel doen, waardoor iemand zich niet begrepen voelt en in de verdediging gaat en afhaakt.

Jouw rol als leiding

Als leiding zie en hoor je veel kinderen en jongeren in jouw groep. Hoor of zie je iets waar je vragen bij hebt: negeer dat zeker niet en probeer erover te praten. Kinderen vertellen niet altijd uit zichzelf waar ze mee zitten.

Horen, zien en praten

Horen, zien en erover praten maakt in veel gevallen een wereld van verschil. Maar wat als je aanvoelt dat er meer nodig is dan ‘een goede babbel’? Dan kan het best moeilijk zijn om te bepalen tot waar jouw rol als vrijwilliger gaat. We benadrukken dat je als leiding al een erg waardevolle rol speelt in het mentale welzijn van de kinderen en jongeren in jouw groep. Het is dus zeker niet jouw taak om in die situaties ook als hulpverlener op te treden. Je kan wel samen op zoek gaan naar de juiste hulp. Daarom lijsten we hiernaast heel wat organisaties op die professioneel rond deze thema’s werken. Niet elke situatie is voor iedereen even gemakkelijk, ook jij hebt je persoonlijke rugzak. Het is dus zeker geen schande om dat aan te geven: ook jij hebt als persoon jouw grenzen.

Moet je ouders inlichten?

We staan ook graag even stil bij de vraag of je ouders al dan niet op de hoogte moet brengen. Ouders hebben de verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun kind en dus ook het recht om te weten hoe het met hun kind gaat. In overleg met de persoon kan je afspreken dat je het (samen) tegen (een van de) ouders zult vertellen. Toch kan een kind of jongere je vragen om het niet tegen mama of papa te vertellen. Als er een ernstige reden is om de ouders niets te vertellen, kun je samen op zoek gaan naar een andere volwassene in de omgeving, familie maar evenzeer de verantwoordelijke van je werking. Op die manier staat de jongere noch jij er alleen voor.