SP 1980 8(5)

Page 15

Dit is noodzakelijk om je in een groep aan te kunnen passen, dus genoeg "over" hebben, zowel naar boven als naar beneden. Om dit te bereiken heeft een ieder dus toch een persoonlijke overall nodig, afgestemd op het grote gemiddelde. Er zijn een paar essentiële dingen te noemen, waaraan een relatief-overall zou moeten voldoen. 1e. Je moet er niet in verzuipen, d. w. z. hij mag wel ruim zitten, maar het body-gedeelte moet goed aansluiten, zodat er geen fladders stof tussen je harnas uitkomen. Dit is niet om slordigheid tegen te gaan, maar "het kan wél ongewilde en ongecontroleerde vliegeffecten met zich meebrengen.

Foto: J. de Kam/Zeist.

2e. De wijdte en de lengte van de taps uitlopende armen beenstukken zijn de effectieve stuur- en vertragingselementen, waarbij het meeste effekt aan de uiteinden dient te worden toebedacht.

relatief-overalls

3. De z. g. wings, die in alle overalls in meerdere of mindere mate te vinden zijn, zijn alleen een hulpmiddel bij het vertragingseffect en ook goed bruikbaar zónder "swoopcords" als je tenminste een goed passend overall hebt.

Zolang er relatief gesprongen wordt, zolang doen ook de verhalen de ronde over de "beste" spring-, in casu, relatlef -ove ralls. Dat is in alle springnaties zo en dus ook in Nederland, maar vooral in Amerika en dat is helemaal niet zo vreemd natuurlijk, want daar komt het spul allemaal vandaan. Maar Amerika zou Amerika niet wezen als ook aan hun "vlieg-materiaal" niet een commercièel tintje zat. De één heeft nog niet wat uitgevonden, of de ander maakt het al net een ietsje anders en beweert dan dat het zijne beter is, en, dat van een ánder principe is uitgegaan. Ik vind het moeilijk om nu juist dáárover een verhaaltje te schrijven, want welke van de theorieën hierover is nu de beste; of de meest juiste? Het is geen doen om in te gaan op theorieën, althans het uit de doeken doen daarvan, om u vervolgens zelf alle pluspunten van verhalen te laten vergaren en daarmee een "ideale" overall samen te stellen. Met zo 'n ding zou je tot de ontgoochelende conclusie komen dat je naar beneden fladdert in plaats van vliegt! Met een weinig fantasie zag u daar op de afgelopen Nationals een sprekend voorbeeld van in de vorm van het (stunt)team "Dutch Connection". Hoewel bezet door een aantal toch wel prominente springers, zij het niet op relatief gebied, deden zij hun naam geen eer aan. Toch zouden zij vermoedelijk wel twéé keer zo veel punten hebben gescored, indien zij iets dergelijks in hun style-overalls hadden geprobeerd. Vraag het hen zelf, ze vlogen niet, maar zij wérden gevlogen!

4. Swoopcords op zich blijven discutabel en over het algemeen' af te raden! (uit zonde ringen daar gelaten, en sommige overalls worden zelfs op het gebruik daarvan gebouwd). Kijk (Zwoop!) er het woordenboek maar op na, het brengt alleen plotselinge en extreme bewegingen met zich mee, die moeilijk doseerbaar zijn en veelal tot reacties leiden die té sterk zijn. Het gevolg is een grote ongerustheid in de lucht. In de nationale selectie groep achtman en vierman worden ze dan ook al jaren niet meer gebruikt (behalve die uitzondering natuurlijk). Maar voor het overige, mensen, vergeet ze maar en laat dat aan de echte profs over en dát zijn vye voorlopig (nog) niet! Buiten deze punten is het belangrijk dat je het idee hebt dat je overall je lekker zit, dat je je soepel kunt bewegen, dat je er fijn mee vliegt en dat je vóelt, dat je dáárheen gaat waarheen je denkt en wilt gaan. S.B.

Wat kunnen we hieruit nu concluderen? Zijn de springers niet goed, zijn de overalls niet goed, of moeten we het geheel terugvoeren naar de ideologie van een Skratch Garrison? Als je zijn gedachtegang, zoals beschreven in het julinummer van 1979, nog eens napluist, kom je misschien tot een andere benadering van één en ander. Dat kan niet wegnemen overigens, dat b. v. de groep van de Nationale selectie wél behoorlijk op elkaar zijn ingespeeld, niet alleen technisch, maar men kent elkaar over het algemeen al jaren. Dit is beslist geen criterium voor het relatiefspringen, maar geeft technisch alleen het voordeel, dat zij qua uitrusting, d. w. z. vliegtechnisch, behoorlijk op elkaar zijn aangepast. We moeten dus wel degelijk zorgen, dat zowel grote, kle ine, zware, lichte, lange, dikke en dunne mensen ongeveer even snel vallen, en wel in een normale ontspannen houding. 16

RoN'

sportparachutist


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.