w e t e n s c h a p s k at e r n P T J
Summary
PTJ #2, February 2014
The Groningen Meander Walking Test: Een dynamische looptest voor ouderen met dementie Willem Bossers, Lucas van der Woude, Froukje Boersma, Erik Scherder, Marieke van Heuvelen
Klinische vraag Is de Groningen Meander Walking Test (GMWT) een uitvoerbare en betrouwbare test bij ouderen met dementie? Conclusie van de auteurs De GMWT is goed uitvoerbaar bij ouderen met dementie. De tijdscore is een betrouwbare uitkomstmaat en gevoelig om veranderingen te meten. De foutenscore blijkt echter onvoldoende betrouwbaar te zijn. Onderzoeksopzet Een test-hertest-opzet met 1 week tussen de metingen. Onderzoekslocatie Wandelgangen (ten minste 10 meter lang en 2 meter breed) van een psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis.
Samenvatting Achtergrond: Dynamische looptesten zijn oorspronkelijk ontworpen voor ouderen met intacte cognitieve functies. Deze functies zijn nodig bij de uitvoering van een test, bijvoorbeeld om de testinstructies te onthouden en om de test volgens protocol uit te voeren. Een voor ouderen met dementie geschikte looptest om de dynamische loopvaardigheid te meten, was nog niet beschikbaar. Daarom is de GMWT ontwikkeld. Tijdens de GMWT loopt de deelnemer 2 keer over een smalle S-vormige lijn van 6 meter lang, waarbij snelheid en nauwkeurigheid van het lopen worden gemeten. De uitvoerbaarheid van de GMWT en de betrouwbaarheid van de GMWT-tijdscore en foutenscore zijn onderzocht. Methode: De GMWT is 2 keer afgenomen met 1 week tussen de metingen. In totaal hebben 42 verpleeghuisbewoners met lichte tot matigzware dementie deelgenomen (gemiddelde leeftijd 87 jaar, 79% vrouw). Alle deelnemers konden zelfstandig lopen, met of zonder een loophulpmiddel. Resultaten: Alle deelnemers waren in staat om de test volgens protocol uit te voeren en er zijn geen nadelige effecten geconstateerd.
De GMWT-tijdscore blijkt een betrouwbare en gevoelige uitkomstmaat (ICC = 0,97; Minimal Detectable Change (MDC) = 2,96s). Echter, het gebruik van een rollator leidt tot een lagere betrouwbaarheid en een mindere gevoeligheid voor verandering voor de GMWT-tijdscore (ICC = 0,75; MDC = 10,35s). De GMWT-foutenscore blijkt onvoldoende betrouwbaar te zijn (ICC = 0,63; MDC = 4,38 stappen naast de lijn). Conclusie: De GMWT is een zeer goed uitvoerbare test voor ouderen met lichte tot matigzware dementie. Daarbij is de GMWT-tijdscore betrouwbaar en gevoelig voor veranderingen, zodat effecten na bijvoorbeeld een training meetbaar zijn. De GMWT-foutscore is onvoldoende betrouwbaar bevonden. Wij adviseren de foutenscore toch te rapporteren in het kader van de interpretatie van de tijdscore. Toekomstig onderzoek richt zich op de vraag welke specifieke balans- en loopeigenschappen de GMWT meet en op de vraag of de prestatie op de test een maat is voor valrisico. MSc Willem Bossers, Centrum voor Bewegingswetenschappen, Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen; www.dementiefit.nl.
PTJ #2, February 2014
Development and Validation of the ComputerAdministered Animated Activity Questionnaire to Measure Physical Functioning of Patients With Hip or Knee Osteoarthritis Caroline Terwee, Charlotte Coopmans, Wilfred Peter, Leo Roorda, Rudolf Poolman, Vanessa Scholtes, Jaap Harlaar, Riekie de Vet
Klinische vraag Meet een nieuw te ontwikkelen computergestuurde animatievragenlijst dezelfde aspecten van fysiek functioneren bij patiënten met heupen knieartrose als fysieke testen? Conclusie van de auteurs De Animated Activity Questionnaire (AAQ) lijkt een veelbelovend alternatief voor het meten van fysiek functioneren van mensen met heupen knieartrose. De AAQ kan aangepast worden voor andere patiëntenpopulaties. Verdere ontwikkeling en validatie is nodig voor toepassing
in de dagelijkse praktijk. Onderzoeksopzet Een klinimetrische pilotstudy. Onderzoekslocatie Poliklinisch revalidatiecentrum en een polikliniek orthopedie van een ziekenhuis.
Samenvatting Het meten van fysiek functioneren bij patiënten met heup- en knieartrose gebeurt met zelf gerapporteerde vragenlijsten en fysieke testen. Onderzoek toont aan dat deze twee soorten meetinstrumenten niet hoog met elkaar correleren. Dit indiceert dat ze verschillende aspecten van fysiek functioneren meten. Een vragenlijst meet hoeveel moeite een activiteit kost (patiëntperceptie), afhankelijk van onder andere pijn of vermoeidheid. Een fysieke test meet hoe snel een patiënt een activiteit uitvoert in een ‘laboratoriumsituatie’. Een fysieke test is tijdrovend en belastend voor zowel patiënt als therapeut. Een computergestuurde animatievragenlijst kan een alternatief zijn. Bij de AAQ worden verschillende video’s getoond van een activiteit, uitgevoerd in verschillende gradaties van beperkingen. De patiënt wordt gevraagd de uitvoering van de activiteit te kiezen die het beste past bij hoe hij/zij deze zelf uitvoert. Door deze manier van vragen wordt het subjectieve referentiekader van de patiënt verminderd. De AAQ bestaat uit 7 activiteiten (trap op- en aflopen, gaan zitten en opstaan van een bank of toilet en lopen). Bij 33 patiënten zijn scores van de AAQ vergeleken met scores op de zelf gerapporteerde vragenlijsten (HOOS/KOOS subschalen ADL en sport) en fysieke testen (Timed Up and Go test, Timed Chair stand Test en de Timed Stair Test). Zoals verwacht correleerde de AAQ sterker met de totaalscore op de fysieke testen (r = 0,79; 95%CI 0,61-0,89) dan met scores op de HOOS/KOOS subschaal ADL (r = 0,60; 95%CI 0,32-0,78) en subschaal sport (r = 0,68; 95%CI 0,44-0,83). 58% van de patiënten gaf de voorkeur aan de AAQ boven de vragenlijsten en fysieke testen. Het verder ontwikkelen van een meer complete set van activiteiten, meer gradaties van uitvoering per activiteit en het testen van validiteit en betrouwbaarheid zijn nodig voor gebruik in de dagelijkse praktijk. Wilfred Peter, Reade, centrum voor revalidatie en reumatologie, en de afdeling Epidemiologie en Biostatistiek, VU medisch centrum, Amsterdam. FysioPraxis | maart 2014
35