Fysiopraxis februari 2015 def

Page 24

24

Wetenschap - promotieonderzoek

Pijn en functieverlies na HKD

Psychometrische eigenschappen van drie vragenlijsten voor het meten van schouderklachten na halsklierdissectie Tekst: Martijn M. Stuiver

De volledige resultaten van de in dit artikel beschreven onderzoek zijn gepubliceerd als: Martijn M Stuiver, Marieke R ten Tusscher, Anita van Opzeeland, Wim Brendeke, Robert Lindeboom, Pieter U Dijkstra, NK Aaronson. Psychometric properties of three patient reported outcome measures for the assessment of shoulder disability after neck dissection, Head and Neck 2014, epub ahead of print: DOI: 10.1002/hed.23859.

Inleiding Een halsklierdissectie (HKD) wordt verricht bij patiënten met locoregionale metastasen van tumoren in het hoofd-halsgebied. Bij de klassieke radicale HKD worden naast de lymfklieren en het vetweefsel ook de n. accessorius (n.XI), de m. sternocleidomastoideus en de v. jugularis interna meegenomen. Het opofferen van de n.XI leidt tot paralyse van de m. trapezius pars descendens. Dit functieverlies leidt vervolgens bij veel patiënten tot het ontstaan van het zogenaamde ‘schoudersyndroom’: een combinatie van schouderpijn, een afhangende schouder, scapula alata, en bewegingsbeperking.1 Tegenwoordig is een radicale HKD een uitzondering en worden de operaties selectiever verricht, en waar mogelijk worden de nietlymfatische structuren gespaard. Niettemin is er bij een groot deel van de patiënten toch sprake van pijn en functieverlies. Dit is deels het gevolg van neuropraxie van de n. XI.2,3 De gerapporteerde incidentie van schouderpijn en -beperkingen na HKD varieert tussen de 20 en 77%. Dit is mede afhankelijk van type en uitgebreidheid van de operatie, timing van de meting en de gebruikte uitkomstmaat.4 In onderzoek en in de klinische praktijk worden ‘patient reported outcome measures’ (PROMs) gebruikt om de ervaren mate van schouderklachten te kwantificeren. Er zijn verschillende PROMs beschikbaar voor het meten van schouderklachten, maar alle zijn ze onvoldoende of niet gevalideerd voor gebruik bij patiënten na een HKD.5

In de literatuur zijn schouderklachten bij patiënten na een HKD het vaakst gemeten met de University of Washington Quality of Life questionnaire (UW-QOL),6-9 de Shoulder Disability Questionnaire (SDQ),2,3,6,7 de Shoulder Pain and Disability Index (SPADI)10,11 en de Neck Dissection Impairment Index (NDII).12-14 De UW-QOL meet kwaliteit van leven en bevat een enkel item over schouderklachten.15 Dit is mogelijk voldoende voor het screenen van schouderklachten, maar biedt onvoldoende detail voor gebruik in de klinische praktijk. De SDQ en SPADI zijn ontwikkeld voor algemene schouderpathologie en hebben beide goede meeteigenschappen in verschillende populaties.16-18 De lijsten zijn echter geen van beide gevalideerd bij patiënten na een HKD. De NDII is speciaal ontwikkeld voor gebruik in een HKD-populatie, maar is alleen door de oorspronkelijke auteurs in een kleine, cross-sectionele studie gevalideerd.13 Hoewel de SDQ, de SPADI en de NDII elk schouderklachten meten, is de insteek van de lijsten verschillend. De SDQ is sterk gericht op het functiedomein van de ICF. De SPADI heeft meer items op het activiteitenniveau, maar bevat slechts niet-complexe activiteiten. De NDII is minder gedetailleerd ten aanzien van schouderpijn, maar bevat wel items gerelateerd aan participatie, zoals de mogelijkheid om te werken. Het doel van deze studie was de psychometrische evaluatie (betrouwbaarheid, validiteit en responsiviteit) van de SDQ, de SPADI en de NDII bij patiënten die een HKD hebben ondergaan. Een deel van de resultaten (de uitkomsten van de psychometrische analyses volgens de ‘klassieke testtheorie’) wordt in dit artikel gepresenteerd.

Methoden Patiënten en setting Patiënten werden opeenvolgend gerekruteerd in drie hoofd-halscentra in Nederland: het Antoni van Leeuwenhoek te Amsterdam, het Medisch Centrum Leeuwarden en het Rijnstate Ziekenhuis te Arnhem. Alle deelnemers gaven schriftelijk ‘informed consent’. Medisch-ethische goedkeuring werd verleend door de medisch-ethische commissies van de ziekenhuizen. Inclusiecriteria waren: een HKD 1-3 maanden geleden als onderdeel van

een in opzet curatieve behandeling voor een hoofd-halstumor en leeftijd vanaf 18 jaar. Patiënten met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, ernstige psychiatrische stoornissen of cognitieve beperkingen werden geëxcludeerd. Ook patiënten met eerdere schouderklachten die niet gerelateerd waren aan de HKD (inclusief reeds bestaande uitval van de n. XI), werden geëxcludeerd.

Metingen Medische en sociaal-demografische gegevens werden verzameld uit de medische dossiers. Opleidingsniveau, arbeidsstatus, en vrijetijdsbesteding waarbij inzet van de arm noodzakelijk is, werden verzameld met een vragenlijst. Van de SDQ en de SPADI bestaan officiële Nederlandse versies. Van de NDII bestond alleen een Engelstalige versie. Daarom werd de NDII voorafgaand aan deze studie vertaald naar het Nederlands (m.b.v. een standaard vertalingterugvertaling-procedure). De geschiktheid van de Nederlandse versie werd, voorafgaand aan de huidige studie, vastgesteld in een pilotstudie. De SDQ, SPADI en NDII werden afgenomen op vier momenten: tussen één en drie maanden na de HKD (T1), één week na T1 (T2), ongeveer drie maanden na T1 (T3) en ongeveer zes maanden na T1 (T4). De metingen werden zodanig gepland, dat zij samenvielen met controleafspraken in het ziekenhuis. De T2-meting was per post. Op alle momenten, behalve T1, werd de RAND-36 health survey afgenomen. Deze vragenlijst meet 9 domeinen van kwaliteit van leven: fysiek functioneren, sociaal functioneren, rolbeperkingen door fysieke klachten, rolbeperkingen door emotionele klachten, mentale gezondheid, vitaliteit, pijn, algemene gezondheidsbeleving en gezondheidsverandering.19 Op deze momenten werd ook een lichamelijk onderzoek verricht waarbij de actieve mobiliteit van de schouder voor abductie werd gemeten met behulp van een goniometer, volgens een vastgesteld protocol. Ook werd beoordeeld of er sprake was van pijnprovocatie bij passieve exorotatie van de schouder. Op T3 en T4 werden deelnemers bevraagd over hun behoefte aan behandeling voor schouderklachten. Alle metingen staan schematisch weergegeven in figuur 1.

FysioPraxis | februari 2015

fp01Wetenschapskatern.indd 24

11-02-15 09:28


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Fysiopraxis februari 2015 def by KNGF FysioPraxis - Issuu