35
de geïncludeerde artikelen zijn 10 mogelijk geschikte vragenlijsten gefilterd. Vervolgens zijn al deze vragenlijsten in Excel schematisch weergegeven en is er informatie gezocht over deze vragenlijsten. In het overzicht zijn de volgende gegevens van het instrument ingevuld: naam, taal, International Classification of Functioning, Disability and Health for Children and Youth (ICF-CY)-niveau, motorisch functioneringsniveau, doel, doelgroep, specifiek of generiek, type instrument, psychometrische eigenschappen en hanteerbaarheid.
Delphi-rondes – Tijdens de eerste Delphironde heeft een klankbordgroep haar expertise aangewend om tot consensus te komen over de eigenschappen waaraan een geschikte PROMvragenlijst moest voldoen. De klankbordgroep (n=11) bestond uit Nederlandse experts op het gebied van PROMs, op het gebied van onderzoek naar meetinstrumenten (IQ healthcare) en ervaren kinderfysiotherapeuten (bestuur en kader NVFK). Aangezien de hulpvraag binnen de Nederlandse kinderfysiotherapie in de meeste gevallen gericht is op het uitvoeren van activiteiten en participatie, bepaalde de klankbordgroep dat alle voor dit onderzoek geïncludeerde vragenlijsten zich hierop moeten richten.11 Het ICF-CY-niveau diende bij alle vragenlijsten vastgesteld te worden. Vragenlijsten gericht op pijn (lichaamsfunctie; te specifiek) of kwaliteit van leven (externe/persoonlijke factoren; te algemeen) werden niet op voorhand uitgesloten vanwege mogelijk geschikte items. Daarnaast werden er ook criteria bepaald omtrent de toepasbaarheid: de vragenlijst mocht maximaal 30 items bevatten, te beantwoorden in maximaal 10 minuten. Na de eerste Delphi-ronde bleven 124 vragenlijsten over op motorische ontwikkelingsproblematiek, 37 op orthopedische problematiek en 1 op asymmetrische zuigelingenproblematiek. Van deze vragenlijsten werden vervolgens de psychometrische eigenschappen bestudeerd. De tweede Delphi-ronde was gericht op het bepalen van de kwaliteit van de overgebleven vragenlijsten; in deze fase werd beoordeeld welke vragenlijsten op het gebied van activiteiten en participatie geschikt waren voor de desbetreffende doelgroep. In de tweede Delphironde is door 6 experts onafhankelijk van elkaar beoordeeld of er een geschikte PROM aanwezig was binnen de overgebleven vragenlijsten. Van de overgebleven 124 vragenlijsten gericht op de motorische ontwikkelingsproblematiek bleek geen enkele vragenlijst geschikt te zijn om de hulpvraag omtrent motorische ontwikkeling binnen de Nederlandse kinderfysiotherapeutische werksetting te inventariseren en te evalueren. Zo zijn onder andere de Movement-Assessment Battery for Children-2 NL Checklist (MABC-2-NL-vragenlijst) en de
Pediatric Evaluation of Disability Inventory-NL (PEDI-NL) afgevallen, omdat deze niet sensitief genoeg bleken voor het vastleggen van veranderingen in de tijd. Voor de orthopedische hulpvraag bleek één vragenlijst mogelijk geschikt te zijn (de Activities Scale for Kids [ASK]) maar na beoordeling van de (psychometrische) eigenschappen bleek deze vragenlijst niet direct toepasbaar binnen de Nederlandse werksetting. Na de tweede Delphi-ronde bleek ook de enig overgebleven vragenlijst gericht op zuigelingenasymmetrie niet geschikt te zijn binnen de Nederlandse werksetting. De Ages and Stages Questionnaire-3 (ASQ-3) richt zich voornamelijk op de motoriek en bevat geen vragen over een voorkeurshouding of een plagiocephalie, waardoor deze vragenlijst niet gegeneraliseerd toe te passen is bij deze hulpvraag. Daarnaast bleek deze vragenlijst te specifiek om te dienen als PROM bij een hulpvraag gericht op de motorische ontwikkelingsproblematiek.
Conclusie Uit de enquête onder de leden van de NVFK is naar voren gekomen dat motorische problematiek, orthopedische problematiek en zuigelingenasymmetrie de drie meest voorkomende hulpvragen zijn binnen de kinderfysiotherapie in Nederland bij kinderen van 0-12 jaar. Het daaropvolgende systematisch literatuuronderzoek en de Delphi-rondes hebben aangetoond dat er geen geschikte PROM-vragenlijst is voor het inventariseren en evalueren van het effect van de behandeling bij deze hulpvragen. De kinderfysiotherapeut kan in de huidige situatie dus niet gebruikmaken van een voorhanden zijnde PROM-vragenlijst. Samen met het KNGF en IQ healthcare is de NVFK een ambitieus project gestart: het ontwikkelen van nieuwe PROMvragenlijsten gericht op de meest voorkomende hulpvragen binnen de Nederlandse kinderfysiotherapeutische setting.
Referenties 1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Aanbieding brief TK kabinetsreactie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen. Beschikbaar via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2015/04/10/kamerbriefover-het-rapport-naar-nieuwe-zorg-en-zorgberoepen-decontouren.html. Geraadpleegd op 20 april 2015. 2. IQ healthcare. Transparantie kwaliteit van zorg. Beschikbaar via: http://www.iqhealthcare.nl/nl/ onderzoek/wetenschappelijk-onderzoek/transparantiekwaliteit-van-zorg/#.VSPLOuEYOAt. Geraadpleegd op 23 oktober 2014. 3. Qualizorg. Fysio Prestatie Monitor; CQ-index. Beschikbaar via: https://www.fysiomonitor.nl/ over-fpm/cq-index.html. Geraadpleegd op 25 oktober 2014. 4. HKZ. Certificatie & Keurmerken. Beschikbaar via: http://www.hkz.nl/certificatie-keurmerken. Geraadpleegd op 25 oktober 2014. 5. van Kessel P, Triemstra M, de Boer D. Handreiking voor het meten van kwaliteit van zorg met Patient Reported Outcome Measures. Beschikbaar via: http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/ Handreiking-meten-kwaliteit-zorg-met-Patient-ReportedOutcome-Measures.pdf. Geraadpleegd op 24 september 2015. 6. KNGF. Jaarplan KNGF 2015. Beschikbaar via: https://www.fysionet.nl/00_algemene_vergadering/ av-18-februari-2015/2015-02-18-av-jaarplankngf-2015.pdf. Geraadpleegd op 27 augustus 2015. 7. VUMC. Kwalitatief onderzoek in de praktijk van de gezondheidszorg. Beschikbaar via: http://www. vumc.nl/onderwijs/map/cat-EpidM/8113612. Geraadpleegd op 22 februari 2015. 8. Kongsved SM, Basnov M, Holm-Christensen K, Hjollund NH. Response Rate and Completeness of Questionnaires: A Randomized Study of Internet Versus Paper-and-Pencil Versions. J Med Internet Res 2007, Sep 30;9(3):e25. 9. van der Wees PJ, Moons MT. Toepassing van patiëntgerapporteerde uitkomsten in de fysiotherapie. Physios 2014;6(2):46-53. 10. de Vet HCW, Terwee CB, Mokkink LB, Knol DL. Measurement in Medicine: A Practical Guide. 1e druk. Cambridge: Cambridge University Press, 2011; 279-281. 11. World Health Organisation. ICF-CY, Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health, Children & Youth Version. 1e druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2008.
Dankwoord Namens IQ healthcare: dr. P. van der Wees, G. Meerhoff MSc en prof. dr. R. Nijhuis-van der Sanden; namens NVFK: het bestuur en mevrouw R. Ram-de Ridder; namens PROMIS: dr. C. Terwee en M. Crins MSc. Daarnaast worden ook de leden van de NVFK bedankt voor hun bijdrage aan de enquête.
Mark van de Ven MSc is kinderfysiotherapeut, Fysiotherapiepraktijk Joost de Vaan, Sint-Oedenrode. Sharona d’Hont MSc is kinderfysiotherapeut, Fysiotherapie Epicurus, Terneuzen. Marjolein Somers MSc is kinderfysiotherapeut, Paramedisch Centrum, Oostburg. Dr. Anneloes Overvelde is kinderfysiotherapeut en secretaris van de NVFK.
FysioPraxis | december 2015/januari 2016