een mooi overzicht van de fysieke tests die door experts worden aanbevolen. Ook gaf hij aan welke tests gebruikt kunnen worden bij de verschillende vormen van hoofdpijn. Dit overzicht leidde hij in met een betoog over de ‘life time’ prevalentie van hoofdpijn. Die blijkt ongeveer 90% te zijn. Daarmee is hoofdpijn de meest voorkomende neurologische aandoening binnen het werkveld van huisarts en neuroloog. Om onderscheid te kunnen maken tussen primaire hoofdpijn (migraine en clusterhoofdpijn) en secundaire hoofdpijn (cervicogene hoofdpijn en CMD), is de anamnese het belangrijkste diagnostische middel, gaf Castien aan. Daarna kan worden vastgesteld welke relaties er zijn tussen de hoofdpijn en de cervicale wervelkolom door manueel therapeutisch onderzoek uit te voeren (Range of Motion, Pain Presure Thresholds, Cranial Cervical Flexion Test, Flexion Rotationtest etc.). De classificatie van hoofdpijn in combinatie met de bevindingen van het lichamelijk onderzoek vormen vervolgens het uitgangspunt voor de behandeling. Wordt daarbij een hoogcervicale manipulatie overwogen, dan moet de manueel therapeut eerst een risicoanalyse maken, benadrukte Castien. CERVICOGENE DUIZELIGHEID Sue Reid maakte meteen duidelijk dat patiënten met duizeligheidsklachten in 50% van de gevallen worden opgezadeld met een verkeerde diagnose. Daaraan liggen verschillende redenen ten grondslag, waaronder een onduidelijke beschrijving in de literatuur van wat duizeligheid nu precies is. Bovendien zijn er geen goede diagnostische tests, en is het moeilijk voor patiënten om duizeligheid onder woorden te brengen; duizeligheid wordt zeer verschillend ervaren.
Maar er is een lichtpuntje aan de horizon: Reid besprak een vijfstappenplan in het diagnostisch proces bij duizeligheid. Dit stappenplan lijkt succesvol te zijn bij het klinisch interpreteren en inzetten van een adequate behandeling: 1. inventariseren van het type duizeligheid; 2. uitsluiten van andere oorzaken van duizeligheid; 3. aanwezigheid van nekpijn of stijfheid; 4. provocatie bij nekbewegingen;
5. positieve fysieke tests (palpatie, ROM, Dix-Hallpike-test). De behandelstrategie kan bestaan uit lokale manuele interventies, maar ook uit een multimodale aanpak. Het advies van Reid: maak bij de therapiekeuze een risicoanalyse voor manuele interventies en gebruik bij voorkeur pijnvrije interventies.
ook alle andere facetten worden meegewogen om tot een adequaat behandelplan te komen. Behandel alle door de manueel therapeut te beïnvloeden facetten bij de tempomandibulaire disorders (TMD) en schakel over naar een multicausale benadering. Volgens De Wijer is unicausaal denken niet meer van deze tijd, maar helaas nog wel van alledag.
DE KAAK IN AL ZIJN FACETTEN Anton de Wijer, opleider Gnathologie aan het Radboudumc, besprak allereerst de instroom van patiënten in de specialistische praktijk en lichtte enkele patiëntkarakteristieken toe (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau). Daartoe besprak hij enkele complexe casussen met de vraag: wat zeggen die patiëntkarakteristieken ons en welke rol speelt de fysiotherapeut-specialist daar zelf in? Volgens De Wijer krijg je als manueel therapeut de patiënten die je verdient. We moeten meer patiëntgericht handelen en de patiënt centraal stellen, zodat er vaker ‘tailor made’ behandelingen mogelijk worden.
BESTE POSTERPRESENTATIE Dit jaar organiseerde de NVMT voor het eerst sinds lange tijd weer posterpresentaties. De posters werden zeer druk bezocht. De bezoekers konden via sociale media stemmen op de beste poster. De eerste NVMT-Award voor de beste poster werd uitgereikt aan Hedwig van der Meer (zie ook FysioPraxis 4-2016, pag. 51).
Hij vervolgde zijn betoog met de diagnostiek en therapie van de kaakregio. Die is complex; manueel therapeuten krijgen te maken met patiënten met pijnklachten niet alleen in de kaakregio, maar ook in hoofd, nek en aangezicht. Manueel therapeuten moeten onderzoeken met een brede scoop, adviseerde De Wijer: kijk altijd in de mond als een patiënt langdurige nek- of hoofdpijnklachten heeft. Ook vroeg De Wijer aandacht voor de manier waarop manueel therapeuten al deze klachten interpreteren in relatie tot het psychosociaal functioneren van de patiënt. Volgens De Wijer vraagt dit om een paradigmashift waarin de multidimensionale benadering centraal komt te staan. Dus naast de biomechanische, neurologische en kinesiologische interacties moeten
Haar poster had als titel: ‘The Association between Headache and TMD is confounded by bruxism and somatic complaints.’ Een gedegen multicenter studie, waarin er behalve naar de biomechanische aspecten ook gekeken was naar de rol van sensitisatie bij hoofdpijn en TMD. Huub Vossen is manueel therapeut bij Heliomare Revalidatie. Hij is bereikbaar via redactie@nvmt.nl.
Het volgende NVMT-symposium is gepland op 8 april 2017 en heeft als thema Neurodynamica 2017.
Impressies van het symposium FysioPraxis | juni 2016
45
NVMT | NEDERLANDSE VERENIGING VOOR MANUELE THERAPIE
S P E C I A L I S T E N K AT E R N