24
CASUÏSTIEK, DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING
>>
motion. Er is geen drukpijn over de gewrichtsspleet of het retropatellaire kraakbeen. De meniscustesten zijn negatief. Ligamentair is de knie stabiel. De röntgenfoto van de knie toont een beeld van een osteochondritis van de mediale femur condyl. De MRI bevestigt de osteochondritis dissecans (OD) van de mediale femurcondyl. De MRI-opname toont een duidelijke demarcatie in het subchondrale bot, wijzend op dreigende loslating van het dissecaat (kraakbeenfragment met onderliggend subchondraal bot). De kraakbeenlaag is intact en continu (figuur 1).
Figuur 1.
MRI: Rond het defect in de mediale femur condyl is een demarcatiezone zichtbaar (witte lijn tussen normaal bot en kraakbeenfragment), wijzend op een dreigende loslating van het kraakbeenfragment. De kraakbeenlaag lijkt grotendeels intact op deze coupe.
Concluderend is er bij patiënt sprake van een sinds 3 jaar bestaande OD van de mediale femur condyl, met een sluipend begin en progressie van de klachten in de loop van de tijd. Gezien de duur van de klachten en de bevindingen bij de MRI wordt een operatieve behandeling van OD geadviseerd. Bij arthroscopie is de OD-haard duidelijk zichtbaar. Het kraakbeen toont een circulaire fissuur rond het fragment en bij palpatie is het fragment mobiel, passend bij dreigende loslating. De behandeling bestaat uit een mediale arthrotomie, openklappen van het kraakbeenfragment, spongiosaplastiek van het defect en refixatie van het fragment met BioCompressie schroef.
het gewrichtsoppervlak. Het komt het meest voor in de knie en treedt vooral op in de leeftijd van 10 tot 20 jaar. De oorzaak is niet geheel duidelijk, maar lijkt te berusten op een doorbloedingsstoornis van het subchondrale bot. Er is een relatie met sporten met high-impactmomenten en bij intensieve sportbeoefening. Het begin van de aandoening is vaak sluipend, en klachten van pijn, zwelling en slotverschijnselen treden vaak pas op bij dreigende loslating van het kraakbeenfragment. Vroege herkenning van de aandoening is dan ook belangrijk. Hiervoor is een röntgenfoto van beide knieën met zogenaamde poortopname geïndiceerd. Hierbij wordt de intercondylaire fossa geprojecteerd en wordt de OD-haard beter zichtbaar. Indien de aandoening in een vroeg stadium herkend wordt, kan door conservatieve behandeling, bestaande uit een periode van 6-8 weken vermijden van piekbelasting, sportverbod en periodieke röntgenologische controle, in 50% van de gevallen genezing optreden.1 De behandeling na de eerste periode van ontlasting kan lang duren en is onder meer afhankelijk van de leeftijd van de patiënt. Bij open groeischijven wordt over het algemeen een conservatief traject gevolgd en is operatie meestal niet nodig. Indicaties voor operatieve behandeling zijn: onvoldoende reactie op conservatieve behandelingen en dreigende loslating van het kraakbeenfragment (gekenmerkt door een continue vloeistoflaag tussen normaal bot en het kraakbeenfragment (figuur 1). Afhankelijk van de stabiliteit van het kraakbeenfragment is de operatieve behandeling gericht op het verbeteren van de doorbloeding van het fragment en/of stabilisering van het fragment. De operatieve behandeling kan bestaan uit het arthroscopisch opboren van het subchondrale bot bij een stabiele OD-haard tot een spongiosaplastiek van en fixatie van het fragment door een mediale arthrotomie. Een belangrijk doel van de behandeling is het behoud van het kraakbeenfragment in de knie. Volledige loslating en verwijdering van het kraakbeenfragment kan leiden tot artrose op langere termijn.2
Referenties 1. P ascual-Garrido C, Moran CJ, Green DW, Cole BJ. Osteochondritis dissecans of the knee in children and adolescents. Curr Opin Pediatr 2013;25:46-51. 2. L im HC, Bae JH, Park YE, Park YH, Park JH, Park JW, Suh DH. Long-term results of arthroscopic excision of unstable osteochondral lesions of the lateral femoral condyle. J Bone Joint Surg Br 2012;94(2):185-189.
Bespreking OD is een zeldzame aandoening waarbij een fragment kraakbeen samen met het eronder gelegen bot loslaat van FysioPraxis | april 2017
fp03casuistiek.indd 24
06-04-17 14:22