FysioPraxis 10 december 2016/ januari 2017

Page 20

20

D O S S I E R R E V A L I D AT I E F Y S I O T H E R A P I E

One-stop-shop bij loopafwijkingen

Gangbeeldanalyse binnen d Gangbeeldanalyse wordt tijdens (poli)klinische revalidatie vaak ingezet om loopafwijkingen te verklaren en te behandelen. In dit artikel beschrijven we wat gangbeeldanalyse precies is en welke vormen van gangbeeldanalyse wij inzetten binnen Roessingh, Centrum voor Revalidatie. Ook zullen we enkele toekomstige ontwikkelingen binnen de gangbeeldanalyse kort bespreken. Tekst: Ruth Huurneman, Judith Fleuren, Marc Nederhand en Jaap Buurke

In de acute fase na een CVA heeft ongeveer twee derde van de patiënten een beperkte loopfunctie.1 Het herstel van de loopfunctie is daarom een belangrijk doel tijdens revalidatie.2 Hoewel de loopfunctie van veel mensen verbetert tijdens de revalidatie, blijft een deel van de mensen loopstoornissen houden zoals een spits- of varrusstand van de enkel, beperkte kniecontrole tijdens de standfase of een verminderde knieflexie tijdens de zwaaifase. Om tot een optimale behandelstrategie te komen, is het van groot belang de onderliggende oorzaak van de loopstoornis te vinden. Binnen Roessingh, Centrum voor Revalidatie (RCR) in Enschede, wordt gangbeeldanalyse veelvuldig ingezet tijdens de (poli)klinische revalidatie, om loopafwijkingen te verklaren en zo goed mogelijk te behandelen.

Wat is gangbeeldanalyse? Gangbeeldanalyse beschrijft afwijkingen in het looppatroon op basis van kennis van het normale gangbeeld. Op basis van de gevonden afwijkingen worden hypothesen

Gangbeeldanalyse wordt ingezet om loopafwijkingen te verklaren en te behandelen opgesteld die vervolgens getoetst kunnen worden door lichamelijk onderzoek en/of aanvullend onderzoek, zoals het meten van de grondreactiekrachten en spieractivatiepatronen. Het uiteindelijke doel van de gangbeeldanalyse is het verklaren van de gevonden loopafwijking en het geven van advies met betrekking tot therapie. Gangbeeldanalyse kent verschillende niveaus van complexiteit met betrekking tot de technieken die gebruikt worden. In alle gevallen is de anamnese en het lichamelijk (neurologisch en orthopedisch) onderzoek een belangrijke basis. Aanvullende technische toepassingen variëren van een gestructureerde analyse van een video-opname met behulp van hiervoor ontwikkelde software tot het uitvoeren van een geïnstrumenteerde gangbeeldanalyse waarbij de gewrichtshoeken driedimensionaal gemeten worden, gecombineerd met het meten van grondreactie-

krachten en spieractivatiepatronen. Voor het meten van de grondreactiekracht wordt gebruikgemaakt van een grondreactieplaat (‘force plate’). Met het meten van de grondreactiekracht worden de krachten en momenten in kaart gebracht die op de verschillende gewrichten uitgeoefend worden. Zo kan bijvoorbeeld bepaald worden of de hyperextensie van de knie tijdens de standfase wordt veroorzaakt door een extern moment die de knie richting extensie drukt. Het meten van spieractivatiepatronen wordt uitgevoerd door middel van oppervlakte-elektromyografie (EMG). Door het plaatsen van elektroden op de huid boven verschillende oppervlakkig liggende spieren kan de elektrische activiteit van deze spieren gemeten worden en kan bepaald worden wanneer een spier actief is tijdens het lopen. Door middel van deze techniek kan bijvoorbeeld gekeken worden of (over)activiteit van de m. tibialis anterior bijdraagt aan varuskanteling van de voet. De keuze voor de aanvullende diagnostiek wordt afgestemd op de individuele patiënt en is afhankelijk van de hulpvraag van de patiënt (probleemervaring), het klinisch beeld en de mogelijke behandelopties.

Gangbeeldanalyse binnen het Roessingh Binnen RCR onderscheiden we een viertal verschillende vormen van gangbeeldanalyse, waarbij de meer specialistische diagnostiek organisatorisch is ondergebracht in het Roessingh Diagnostisch Centrum (RDC) voor Loopstoornissen. Er is een sterke samenhang met wetenschappelijk onderzoek (Roessingh Research and Development, RRD) en met externe medisch specialisten uit omliggende ziekenhuizen. Hierna beschrijven we de vier vormen van gangbeeldanalyse in RCR met toenemende mate van complexiteit.

1. (Video-)observatie in combinatie met gestandaardiseerd lichamelijk onderzoek, uitgevoerd tijdens de reguliere behandeling: deze vorm van gangbeeldanalyse wordt vooral voor enkelvoudige en laagcomplexe loopafwijkingen ingezet. Op basis van een (video-)observatie worden hypothesen opgesteld die vervolgens met behulp van lichamelijk onderzoek worden getest. Een voorbeeld hiervan is de klapvoet als gevolg van een spierzwakte van de dorsaalflexoren van de voet. Omdat het laagcomplexe problematiek betreft, is eenvoudige observatie van het lopen en het uitvoeren van lichamelijk onderzoek vaak afdoende om de onderliggende oorzaak van een loopstoornis te bepalen. Op basis van de uitkomsten van deze analyse kan de fysiotherapeut bijvoorbeeld het oefenprogramma aanpassen of een standaardspalk inzetten. Indien de gekozen interventie de loopstoornis voldoende corrigeert, is deze vorm van gangbeeldanalyse afdoende geweest.

FysioPraxis | december 2016/januari 2017

fp10prakgang.indd 20

06-12-16 14:20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
FysioPraxis 10 december 2016/ januari 2017 by KNGF FysioPraxis - Issuu