2014 02 fysiopraxis

Page 36

36

WETENSCHAP - PTJ

Summary

PTJ #7, juli 2013

Reliability of Isometric Lower-Extremity Muscle Strength Measurements in Children With Cerebral Palsy: Implications for Measurement Design Lydia Willemse, Merel Brehm, Vanessa Scholtes, Laura Jansen, Hester Woudenberg-Vos, Annet Dallmeijer

Klinische vraag Wat is de test-hertest-betrouwbaarheid van isometrische krachtmeting van de beenspieren gemeten met een handheld dynamometer bij kinderen met spastische cerebrale parese (CP), en wat is de invloed van het meetdesign op de betrouwbaarheid? Conclusie van de auteurs Handheld dynamometrie (HHD) bij kinderen met spastische CP is een betrouwbare methode voor het vaststellen van de isometrische kracht van de beenspieren en is geschikt voor het evalueren van veranderingen op groepsniveau wanneer metingen worden gemiddeld over 2 trials. Om veranderingen in spierkracht op individueel niveau te kunnen meten, wordt, afhankelijk van de spiergroep, aanbevolen om een design met 2 metingen op verschillende dagen te gebruiken met 2 trials per meting. Onderzoeksopzet Test-hertest-betrouwbaarheidsstudie met herhaalde metingen. Onderzoekslocatie Een mytylschool in Nederland.

Samenvatting Een praktische methode om de spierkracht te meten bij kinderen met spastische CP is HHD. Echter, hoewel deze methode veel gebruikt wordt in de klinische praktijk, lijkt HHD onvoldoende betrouwbaar om veranderingen in kracht te meten bij individuele patiënten of in kleine groepen. Een van de mogelijkheden om de betrouwbaarheid te verbeteren, is het middelen van herhaalde metingen. Bij 14 kinderen met spastische CP (Gross Motor Function Classification System levels I-III, leeftijd 7 tot 13 jaar) werd tijdens 2 meetdagen (occasions) de kracht van de beenspieren gemeten met een handheld dynamometer. Per FysioPraxis | februari 2014

meetdag werden 5 verschillende beenspiergroepen gemeten en per spiergroep werden 3 herhaalde metingen (trials) afgenomen. Uitgaande van deze onderzoeksopzet werden variantiecomponenten geschat, waarmee de intraclass-correlatiecoëfficiënt (ICC), de meetfout (standard error of measurement, SEM) en het kleinst meetbare verschil (smallest detectable difference, SDD) werden berekend voor verschillende meetdesigns. De ICC’s voor een design met 1 meting (occasion) varieerden van 0,70 (heupflexoren) tot 0,90 (knieflexoren) en SDD’s waren groter dan 30% voor alle spiergroepen. Een design met 2 herhaalde metingen op verschillende dagen reduceerde de SDD aanzienlijk. Met betrekking tot trials werd een grotere reductie in de SDD gevonden voor een design met 2 trials ten opzichte van een design met 3 trials. Het optimale design hangt af van de spiergroep die gemeten wordt, de verwachte grootte van de verandering en of veranderingen op individueel of op groepsniveau geïnterpreteerd worden.

De generaliseerbaarheidstheorie voor het schatten van de betrouwbaarheid, een methodische beschouwing Hierboven is het artikel ‘Reliability of Isometric Lower-Extremity Muscle Strength Measurements in Children With Cerebral Palsy: Implications for Measurement Design’ van Willemse, Brehm, Scholtes, Jansen, Woudenberg-Vos en Dallmeijer samengevat. De auteurs gebruikten de generaliseerbaarheidstheorie voor het vaststellen van de betrouwbaarheid en voor

het schatten van de invloed van hypothetische meetdesigns. Brehm en Dallmeijer beschrijven in deze bijdrage de principes van de generaliseerbaarheidstheorie en lichten deze toe aan de hand van tabel 3 en tabel 4 die in het betreffende PTJ-artikel zijn gepubliceerd. Handheld dynamometrie (HDD) is een praktische methode om de isometrische kracht van de beenspieren bij kinderen met spastische cerebrale parese te meten. Om deze methode te gebruiken voor het evalueren van veranderingen in spierkracht over de tijd of na een interventie, moeten de uitkomsten betrouwbaar gemeten kunnen worden. Dat wil zeggen dat bij herhaling van de meting dezelfde uitkomst moet worden verkregen. De theorie die gebruikt kan worden om de betrouwbaarheid van meetuitkomsten te schatten, is de generaliseerbaarheidstheorie. Deze methode is vooral bruikbaar voor betrouwbaarheidsstudies die tot doel hebben om meerdere mogelijke foutenbronnen in één meting met elkaar te vergelijken. De generaliseerbaarheidstheorie bestaat uit twee stappen: stap 1) de generaliseerbaarheidsstudie (G-studie) en stap 2) de beslissingsstudie (D-studie). In de G-studie wordt informatie verzameld over potentiële foutbronnen die de meetgegevens beïnvloeden en wordt de variantie voor elke van deze foutbronnen en hun eventuele interactie geschat. Deze gegevens kunnen vervolgens worden gebruikt om in de D-studie schattingen te maken van hypothetische meetdesigns, waarbij het gemiddelde over meerdere metingen of meetsessies wordt berekend om zo de betrouwbaarheid te verbeteren. Het voorbeeld van de HHD-betrouwbaarheidsstudie wordt gebruikt om dit duidelijk te maken. In de HHD-studie werd de betrouwbaarheid van isometrische krachtmetingen (N/kg) van 5 been-


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.