2013-11 FysioPraxis november 2013

Page 32

32

uit het veld

Dry needling

De bijwerkingen en risico’s van dry needling Binnen de fysiotherapie wordt steeds vaker gebruikgemaakt van dry needling. Deze techniek kan op verschillende manieren worden uitgevoerd: diep of oppervlakkig. Dry needling (vooral de diepe variant) is echter niet zonder risico’s. Daarom is het van belang te weten hoe risico’s kunnen worden geminimaliseerd, bijwerkingen worden herkend en welke complicaties zich kunnen voordoen. Tekst en beeld: Doris van der Laan en Jelle de Moor

Dry needling is een steeds vaker gebruikte en gewaardeerde techniek binnen de fysiotherapie. Het is de enige techniek binnen de fysiotherapie die invasief is. Hierdoor veroorzaakt dry needling laesies in de weefsels van het lichaam. Als deze laesies worden aangebracht op de verkeerde plaats, of op de juiste plaats maar bij de verkeerde persoon (bijvoorbeeld bij personen met aangedane organen), dan kunnen ze tijdelijke of onomkeerbare gevolgen hebben.

Dry needling en acupunctuur

Dry needling kan op verschillende manieren worden uitgevoerd: diep (hierbij wordt er in een triggerpoint geprikt), oppervlakkig (hierbij wordt er in het weefsel boven een triggerpoint geprikt) en op het periost (hierbij wordt met de naald het periost aangetikt). Het voordeel van oppervlakkige dry needling is dat het minder pijnlijk is en dat het minder risico met zich meebrengt op schade van structuren. Diepe dry needling lijkt echter een beter resultaat te geven, met name op de lange termijn.1 Diepe dry needling verdient daarom de voorkeur, maar oppervlakkige dry needling wordt aanbevolen in risicogebieden, zoals de thorax en in gebieden waar grote bloedvaten lopen. Doordat er wereldwijd steeds meer gebruik wordt gemaakt van therapie met naalden, zoals dry needling en acupunctuur, neemt ook het aantal gerapporteerde bijwerkingen en complicaties toe. Bij dry needling en acupunctuur wordt gebruikgemaakt van dezelfde naalden en techniek, alleen wordt de plaatsing van de naald vanuit een andere theorie bepaald (de Chinese versus de westerse geneeswijze). De bijwerkingen en complicaties bij dry needling en acupunctuur zijn dan ook vergelijkbaar. Uit twee grote studies naar de bijwerkingen van acupunctuur blijkt dat de incidentie tussen de 0,14 procent en 6,17 procent ligt.2,3 Het gaat meestal om lichte bijwerkingen, zoals oppervlakkige bloedingen, verergering van klachten en ‘needling pain’. White et al. stellen dat de incidentie van ernstige bijwerkingen een op de 66.000 behandelingen is.3 Er zijn case reports gepubliceerd waarin levensbedreigende condities als een pneumothorax en een epiduraal hematoom als gevolg van dry needling wor-

den gerapporteerd.4,5 Het risico op bijwerkingen bij dry needling is laag, maar moet wel degelijk serieus worden genomen. Het is essentieel dat zowel de ervaren als de beginnende behandelaar bijwerkingen kent en herkent, en weet op welke wijze deze kunnen worden voorkomen of worden behandeld.

Mogelijke complicaties Pneumothorax (klaplong)4 Wanneer met de naald in het longweefsel wordt geprikt valt de negatieve druk die het longweefsel in de pleuraholte tegen de borstkas drukt, weg. De pleuraholte vult zich met lucht en de long zal ineenklappen. Wanneer de pleuraholte zich niet alleen vult met lucht maar ook met bloed dan spreekt men van een hemopneumothorax.4 Een pneumothorax kan worden veroorzaakt door dry needling in de volgende gebieden:4 - rug: vanaf Th10 en hoger - zij: vanaf rib 9 en hoger - voorzijde: vanaf rib 7 en hoger - fossa supraclavicularis - top van de schouder De symptomen van een pneumothorax zijn: benauwdheid, snelle en oppervlakkige ademhaling, verhoogde hartslag en stekende pijn op de borst. Iemand met (vermoeden op) een pneumothorax moet direct naar het ziekenhuis worden verwezen.

Beschadiging medulla oblongata of het ruggenmerg/epiduraal hematoom5 Er zijn in de literatuur drie casussen beschreven (één bij dry needling en twee bij acupunctuur) waarbij een epiduraal hematoom optrad als complicatie van de behandeling. In het geval bij de dry needling ging het om een acuut cervicaal hematoom waarbij de patiënt een uur na de behandeling neurologische uitvalsverschijnselen begon te vertonen.5 In het ziekenhuis werd na de diagnose direct ter decompressie operatief een laminectomie van C3 tot T1 verricht. Een patiënt met neurologische uitvalsverschijnselen moet direct naar het ziekenhuis worden verwezen.

FysioPraxis | november 2013

Ingezonden artikel Dry N.indd 32

06-11-13 12:52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.