Klasse Magazine 004

Page 1

004 - juni 2016

www.klasse.be

MAGAZINE


Advertentie


MAGAZINE 05.

Topwijf en superman

06.

LEZERS, VOLGERS, POSTERS

10.

OPINIE

“Geef jonge ondernemers een statuut”

12.

Wat maakt jou geweldig?

20.

50 toppers van leraren!

26.

44.

62.

Tafels in de turnzaal

Verandering van school doet leren

Leraar Jan maakt een plattegrond van onderwijs

BEELDREPORTAGE

32.

STARTER ANNE

"Nooit gingen 10 maanden zo snel"

34.

De Lerarenkaart heeft een nieuwe website!

DE DIRECTEUR

46.

REPORTAGE

Duaal leren: lessen op de werkvloer

52.

OP STAP MET JE LEERLINGEN

58.

REPORTAGE

40.

Kleuterjuf Kris is hoogsensitief

REPORTAGE

Ish Ait Hamou had een leraar kunnen zijn

CHECK ONZE SELECTIE UIT LERARENKAART.BE OP P.34

REPORTAGE

66.

REPORTAGE

Moeten leraren standaardtaal spreken?

72.

DOORLOPER

Win een reischeque van 500 euro

73.

Prettige vakantie!


JE LERARENKAART KAN MEER DAN JE DENKT! LERARENKAART.BE


Klasse Magazine

Edito Topwijf en superman

“Mijn juf is een echt topwijf.” Het zijn niet mijn woorden, maar die van een leerling die zijn juf nomineert voor de Leraar van het Jaar 2016. Meer dan 2000 nominaties stroomden op onze redactie binnen toen we vroegen welke eigenschappen leerlingen, ouders en collega’s het meest waarderen in hun Leraar van het Jaar. Ze kwamen superlatieven te kort. Ons onderwijs is in goede handen met al die topwijven, supermannen, zaaiers van vonken, multigetalenteerde duizendpoten, drijvende krachten, tovenaars van glimlachen, megajuffen en leraren uit de duizend. Leraren ondergewaardeerd? De nominaties bevestigen wat onderzoek ook al aantoont: onze samenleving ziet haar leraren graag. Ouders, leerlingen en collega's roemen vooral uw warme, menselijke eigenschappen. Lief, geduldig, zorgzaam, positief en creatief zijn woorden die ontelbare keren vallen. Goede leraren doen duidelijk meer dan de leerstof overbrengen. Ze voelen hun leerlingen ook aan. Ze geven schouderklopjes op een moeilijke dag, doen kinderen openbloeien en zorgen ervoor dat hun leerlingen in zichzelf geloven. Ze zijn de lijm die collega’s bindt en hebben een aanstekelijk energetische vibe. Ouders krijgen zin om weer naar school te gaan en gelijke onderwijskansen worden plots de beste onderwijskansen. Herkent u ook uw talenten en die van uw collega’s op school? Met deze symbolische verkiezing zet Klasse ook U op een podium. Het is niet omdat de waardering voor leraren in de samenleving al hoog is, dat het genoeg gezegd en getoond wordt. En ja, we weten dat u niet graag zelf in the picture staat. Net daarom doorkruiste onze fotograaf heel Vlaanderen om de 50 top-genomineerden voor zijn lens te halen. “Nog nooit zo veel schaamrood op één week gezien,” was zijn conclusie. Opmerkingen als ‘maar zo speciaal ben ik toch niet’, ‘je moet zeker bij mijn collega zijn’ en ‘ik ga niet alleen op de foto, op deze school is alles teamwerk’ waren meer regel dan uitzondering. Zijn 50 stralende, pure en waarachtige portretten staan symbool voor iedereen die zich elke dag inzet in onderwijs. De duizenden nominaties en reacties zijn een duidelijk signaal: in het onderwijs gaat het over veel meer dan presteren. De school is naast een leerplek immers ook een leefplek. Goede leraren zijn naast vakmensen ook en vooral mensenmensen. Straffe professionals die een goede relatie opbouwen met hun leerlingen, collega's en ouders. En net dát maakt van een meester een superman en van een juf een topwijf. Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be


Klasse Magazine

Lezers, volgers, posters

KLASSE.BE

Off the record KLASSE.BE - INTERVIEW

“Ik vind dat leraren absoluut een maatschappelijke upgrade en meer respect verdienen. Het is beschamend dat mensen die banale reclameslogans bedenken of gruwelijke spotjes maken voor nieuwsberichten op de radio meer betaald en geapprecieerd worden dan een bevlogen leraar. Voetballers die zijn hors catégorie, die zijn belangrijker dan wie ook (lacht). Maar reclamemakers bijvoorbeeld die moeten we toch kunnen bijbenen.” Dat vertelde Rik Torfs na een interview over eindtermen. Waarom hij ‘leraren die zich geen fluit aantrekken van de eindtermen dankbaar is’, lees je op Klasse.be.

6

“Investeren in je leerlingen is veel belangrijker dan tijd stoppen in een uitgekiende marketing” Professor Bestuurskunde Wouter Van Dooren (UAntwerpen) in de reeks ‘Schoolmarketing’.


LEZ E R S , VO LG

Klasse Magazine

S ER

STERS O ,P

MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE 1. MAAK JE KIND WEERBAAR TEGEN PESTEN: 5 OEFENINGEN

2. 12 BRILLEN OM NAAR KANSARMOEDE TE KIJKEN INSTAGRAM

#typischsintjoris Leraar Wim: “De school waar ik lesgeef, heeft een Instagramprofiel onder het motto #typischsintjoris. We proberen vanuit ons jaarthema uit te maken wat onze school maakt wat ze is. De uitdrukking "typisch Sint-Joris" is Bargoens voor wat er soms fout loopt. Dit jaar willen we er een positieve boodschap van maken.” Instagram.com/handelsschoolsintjorisgent

7

3. DOSSIER RADICALISERING

4. HEBBEN LERAREN MEER STRESS EN WERKDRUK?

5. MEDIAWIJSHEID IN JE SCHOOLBELEID: 10 PIJLERS


Ontdek wie de titel Leraar van het Jaar mag dragen in ons dossier vanaf pagina 12.

FACEBOOK KLASSE OUDERS

“Ik wil ook weten wat er in de klas gebeurt”

FACEBOOK

Vlaanderen waardeert zijn leraren! De foto's van de 50 topgenomineerden voor de Leraar van het Jaar 2016 op de Facebook-pagina van Klasse werden 2745 keer gedeeld en kregen 3571 reacties. De 14 boze reacties vergaten we op te nemen in onderstaand overzicht.

VIND IK LEUK 28.368

GEWELDIG 1334

VERBLUFT 45

GRAPPIG 14 8

“Elk schooljaar moet ik de leraren van mijn kinderen aansporen om ook mij alle informatie van de school te bezorgen”, zegt Dirk, papa van twee kinderen. Samen met hen, zijn nieuwe partner en haar twee kinderen vormen zij een nieuw samengesteld gezin. Hij wil volledig betrokken blijven bij het schoolleven van zijn kinderen. Directeur basisonderwijs: “Terechte vraag van de betrokken ouders. In deze tijden van infoverspreiding via e-mail is dat voor de school (lees: schoolsecretariaat) ook maar een kleine moeite. Enkel op vlak van ontdubbelde schoolrekeningen haalden we noodgedwongen de handrem weer aan. Als school werden we al te vaak betrokken in discussies tussen gescheiden ouders. We keerden dus terug naar één schoolrekening en laten de ouders hierin zelf hun verantwoordelijkheid opnemen.” Kleuterjuf: “Ik herken dit ‘probleem’ in elke klas van onze school. Wij doen huisbezoeken bij alle ‘partijen’ en vermelden alle vragen van de gescheiden ouders heel duidelijk op de inschrijvingsfiche van het kind. Die fiche geven we jaar na jaar door als het kind in een volgende klas start. Bij de evaluatievergadering eind juni van elk schooljaar worden die praktische zaken nog eens mondeling doorgegeven, want het zijn die ‘details’ die wel eens vergeten worden.”


Lezers, volgers, posters

Klasse Magazine

KLASSE MAGAZINE

Ja! Tot in Rio! Klasse Magazine 003 sprak met leraar Willem, toen nog volop in de running voor een selectie voor de Olympische Spelen. Schrap dat vraagteken intussen maar. Willem haalde zijn ticket voor Rio en loopt op 14 augustus de marathon. Maria-Boodschaplyceum: “Collega en marathonloper Willem heeft zijn plaats bij de drie beste Belgen kunnen vasthouden en mag zijn koffers pakken voor de Olympische Spelen in Rio. En dat hebben we uiteraard uitbundig gevierd in de lerarenkamer!”

KLASSE.BE

“Een foto met een hanenkam of met een glas wijn in de hand is geen reden om een sollicitant geen kans te geven” Directeur Carl Foulon vertelt op Klasse.be hoe je sociale media wel en niet inzet om te solliciteren.

9


Klasse Magazine

Opinie

“Geef jonge ondernemers een statuut" Wat als een leerling van 17 een eigen bedrijf uit de grond stampt? Dan verdient die dezelfde kansen als een topsporter, vindt directeur Erik Van Den Berghe van het GO! Atheneum in Anderlecht. Daarom pleit hij voor een ondernemersstatuut. “‘Willen we in Vlaanderen de economische groei en de tewerkstelling in de toekomst op een aanvaardbaar peil houden dan is het cruciaal dat meer mensen ondernemend worden en dat meer ondernemers hun zaak kunnen uitbouwen tot een succesvolle en snelgroeiende onderneming die ook internationaal succes boekt.’ Dat zegt het departement van de Vlaamse overheid dat zich met economie, wetenschap en innovatie bezighoudt. Zo veel verschilt die missie niet van de corebusiness van onderwijs. Wij begeleiden leerlingen op hun weg naar verantwoordelijke, zelfstandige en ondernemende mensen. Dankzij een goede opleiding zullen ze later succesvol ondernemen en als bedrijfsleiders werkplaatsen creëren. Daarom is het belangrijk om naast het bestaande topsportstatuut in een ondernemersstatuut te investeren. Want als het ondernemers­ virus heel vroeg toeslaat, mag onderwijs dat niet in de kiem smoren.” “In onze school loopt zo’n jonge ondernemer rond. De jongste van het land zelfs. Hassan Al Hilou lanceerde onlangs ‘Youth Talks’, een online debatplatform voor jongeren. Makkelijk ging dat niet: een jonge gast met een goed idee krijgt niet zomaar subsidies. Dankzij Start it@kbc slaagde hij er toch in zijn platform uit te bouwen. Hij werkt intussen samen met 22 studenten en

10

stagiairs. Een deel van zijn inkomsten wil hij investeren in sociale doelen, zoals scholenbouw in Brussel.” “Als ‘CEO’ van Youth Talks heeft Hassan vandaag al een fulltime job en een grote verantwoordelijkheid. Terwijl hij ook nog naar school gaat. Als 17-jarige is hij leerplichtig en bovendien is een diploma onmisbaar in onze maatschappij. Maar de combinatie school-bedrijf is geen sinecure. Daarom probeer ik Hassan, binnen het wettelijke kader, zo veel mogelijk te ondersteunen. Daardoor mag hij al eens een les of toets missen. Goede afspraken met de leraren en remediëring helpen hem om de leerstof in te halen en te evalueren.”

“Als het ondernemersvirus heel vroeg toeslaat, mag onderwijs dat niet in de kiem smoren” “Zonder een degelijk uitgewerkt en flexibel statuut is het behelpen, zowel voor Hassan als voor de school. Een bedrijfsleider moet soms ook tijdens de schooluren beschikbaar zijn, maar zakelijke afspraken passen vaak niet in het strakke gareel van het onderwijssysteem. Hassan vraagt voor zulke afspraken altijd mijn toestemming.


Mijn idee van Onderwijs

Klasse Magazine

OUDER

LERAAR

LEERLING

DIRECTEUR

Vertel hoe jij over onderwijs denkt. Wat loopt er goed? Wat kan beter? Hoe moet het onderwijs van de toekomst eruitzien? Ben je ouder, leerling, leraar of directeur? En je wil reageren als individu of in groep? Kies je tekstvorm zelf: een straffe quote, een 10-puntenplan of een opinie ... Stuur je ideeën of dromen over onderwijs naar redactie@klasse.be.

Pas daarna legt hij ze vast. Dat apprecieer ik heel erg. Maar zou het niet handiger zijn als hij zijn belangrijkste meetings meteen kon bevestigen?” “Ik denk dat Hassan met die vrijheid om zou kunnen. ‘Zelfstandig kunnen werken is zowat de belangrijkste eigenschap van een jonge ondernemer’, zo zei hij me. Dat toont hij ook op school. Hij vindt dat hij en alleen hij verantwoordelijk is voor zijn cursussen en volgt zijn taken en toetsen op via Smartschool. Als CEO draagt hij een grote verantwoordelijkheid voor zijn bedrijf, als leerling toont hij die ook voor zijn lessen. Daarom durf ik ervan uit te gaan dat jonge ondernemers zoals Hassan zelf kunnen bepalen of een afspraak hun afwezigheid op school rechtvaardigt. Zijn tijd verdelen tussen de school en het bedrijf is geen makkelijke evenwichtsoefening. Twee mentoren, een uit de bedrijfswereld en een uit school, zouden hem daarin kunnen begeleiden. Het belangrijkste doel blijft dat diploma, maar met ruimte voor een eigen zaak.” “Bij de start van dit schooljaar was het een sprong in het duister. Zou Hassan beide kunnen combineren? Kunnen wij hem als school begeleiden om een diploma te halen én zijn zaak draaiende te houden? Tien maanden later antwoord ik volmondig ja. Het bedrijf van Hassan zit op de rails en ook zijn schoolresultaten zijn (net voor de start van de examenperiode) positief. De gedrevenheid van Hassan, de steun van zijn leraren en het kader dat onze school kon creëren hebben ervoor gezorgd dat hij een voorbeeld kan zijn voor andere jonge ondernemers.”

11

“Het belangrijkste doel blijft dat diploma, maar met ruimte voor een eigen zaak” “Met vallen en opstaan heb ik geleerd hoe we een jonge ondernemer kunnen begeleiden. Samen met Hassan kan onze school een pioniersrol spelen bij het uitbouwen van het ondernemersstatuut, zodat andere jonge Hassans zich naast hun schoolcarrière op hun eigen bedrijf kunnen concentreren. Zo’n statuut zou jonge ondernemers én scholen de nodige armslag kunnen geven.” “Ondernemerszin stimuleren is een van de vele taken van het onderwijs. Het is dan ook bijzonder jammer dat het ontbreken van een ondernemersstatuut jonge, enthousiaste, ambitieuze en aanstormende bedrijfsleiders afremt. Op dit moment hangen ze af van de goodwill van de directeur en de leraren. Laten we dus zo’n statuut creëren. We zijn terecht trots op onze sporters die op het Europees Kampioenschap en de Olympische Spelen een gooi doen naar eeuwige roem. Onze ondernemers van de toekomst verdienen diezelfde steun.” Directeur Erik Van Den Berghe, GO! Atheneum Anderlecht


“Een goede leraar kan je niet in een lijstje vatten� dr. Carlijne Ceulemans (pagina 16)


Klasse Magazine

Wat maakt jou geweldig? Wat zijn de sterkste eigenschappen van de Vlaamse leraar? Dat was de vraag die meer dan 2000 ouders, leerlingen en collega’s beantwoordden bij het nomineren van hún Leraar van het Jaar 2016.

Tekst Nele Beerens, Bart De Wilde, Sara Frederix Illustratie Hans Geyens aka Señor Color Beelden Jens Mollenvanger

Het lijstje met de meest genoemde topkwaliteiten is verrassend. 13


Klasse Magazine

dossier Leraar van het Jaar

Onderzoek: Vakkennis is cruciaal voor het welbevinden Het lijstje met de meest genoemde topkwaliteiten toont dat vooral ‘warme’ leraren gewaardeerd worden. Is vakkennis dan toch niet zo cruciaal? Meer dan 2000 nominaties voor zo’n 750 leraren. Dat het er zo veel zijn, bewijst volgens prof. dr. Antonia Aelterman dat ouders, leerlingen, collega’s en directeurs de leraar als een cruciale figuur zien. En daar ook voor uit willen komen. Ook uit haar onderzoek blijkt dat er in de samenleving een hoge waardering is voor leraren. “Alleen blijken veel mensen te denken dat ze zélf wel leraren appreciëren, maar dat ‘de anderen’ dat niet doen. Zo wordt de mythe in stand gehouden dat de maatschappij leraren niet waardeert.” “Ook leraren zelf denken dat, maar het houdt ze niet tegen om de job graag te doen. Op welbevinden geven ze zichzelf 8 op 10. De overwegend negatieve berichtgeving over onderwijs in de media en het feit dat ze meer ouders met klachten dan met complimenten over de vloer krijgen, doet er natuurlijk geen goed aan. Laten we dus, telkens we de kans krijgen, de waardering die we met z’n allen hebben, openlijk tonen en uitdrukken en zo dat vertekende beeld rechttrekken.” VAKKENNIS IS EVIDENT, MAAR ONDERSCHAT In haar waarderingsonderzoek stelt Aelterman vast dat de eigen schoolbeleving als leerling en als ouder de waardering van leraren duidelijk beïnvloedt. “Ook de nominaties voor de Leraar van het Jaar drijven op die persoonlijke ervaringen met individuele leraren. Als die positief zijn, dan vinden leerlingen, ouders en collega’s het waard om die welbepaalde leraar daarvoor te prijzen”. “Maar,” zo waarschuwt Aelterman, “die waardering voor leraren mag je niet verwarren met de algemene status van het beroep. Daarbij gaat het om vijf parameters: het maatschappelijk nut van de job, de verantwoordelijkheid, de kennis die je ervoor nodig hebt, het aanzien in de samenleving en het loon. “De eerste twee worden door de maatschappij hoog ingeschat. Iedereen waardeert leraren dus wel

14

"Het valt op dat leraren eruit springen die een goede relatie hebben met hun leerlingen, collega’s en ouders" prof. dr. Antonia Aelterman

voor hun pedagogische opdracht”, aldus Aelterman. “Maar ik maak me vooral zorgen omdat mensen, anders dan in vergelijkbare beroepen, soms onderschatten hoeveel kennis je nodig hebt voor de job. Want vakkennis blijkt net cruciaal opdat leerlingen zich goed zouden voelen op school, weten we uit onderzoek naar welbevinden. Leerlingen merken het op als een leraar zijn vak niet kent en verdragen dat niet.” Waarom ontbreekt ‘vakkennis’ dan in het lijstje met meest genoemde eigenschappen in de nominatiedossiers? “Ik denk dat men ervan uitgaat: vakkennis moeten alle leraren sowieso hebben, daarvoor hoeven we ze niet speciaal te waarderen. ‘De leraar als inhoudelijk expert’ is ook een van de functies in het beroepsprofiel van de leraar. En het heeft ook te maken met de vraagstelling: je vraagt om een leraar te benoemen die er op de een of andere manier uitspringt. Niemand nomineert een leraar die zijn vak niet kent. Want dat is een minimumvereiste. En niemand nomineert een leraar die enkel een vakexpert is. Het is alles wat daarbovenop komt, dat het waard maakt om iemand te nomineren.”


Klasse Magazine

Ereprof. dr. Antonia Aelterman behoort tot de vakgroep Onderwijskunde van de Universiteit Gent. Zij legde de grondslag voor het beroepsprofiel van de leraar en voerde onder meer onderzoek naar de maatschappelijke waardering van leraren, het welbevinden van leraren en dat van leerlingen.

“Dat leraren niet gewaardeerd worden, is een mythe” prof. dr. Antonia Aelterman

WARME RELATIE DOET LEREN En die extra’s, die scoren als sterkste eigenschappen in de nominatiedossiers, duiken óók op in onderzoek naar het welbevinden van leerlingen. “Zorgzaam, lief, geduldig, luisterbereid, positief … Al die eigenschappen hebben te maken met het relationele aspect”, merkt Aelterman op. “Leerlingen gaven ook in ons onderzoek aan: wij willen van leraren een schouderklopje, aandacht voor onze leefwereld en onze problemen, maar ook duidelijke regels, inspraak ... En ik denk dat je dat mag doortrekken naar ouders en collega’s. Ook zij vinden dat belangrijk bij een leraar.” Het antwoord op de vraag ‘wat maakt een goede leraar?’ is dus een en-en-verhaal. “Op school is er een leerdomein en een leefdomein”, verwoordt Aelterman het. “Die twee gaan samen. Als er onvoldoende aandacht is voor het affectieve klimaat, dan blijft er alleen die leraar-vakexpert over, en dan mis je iets cruciaals. Vandaar ook dat we in het beroepsprofiel én de leraar als opvoeder én de leraar als partner van ouders, én de leraar als vakexpert ... hebben opgenomen. Die

15

verschillende functies haken op elkaar in en moet je als geheel bekijken, niet als een optelsom van competenties.” Maar je merkt in de nominaties dat het toch vooral die ‘leraar als opvoeder’ is die het verschil blijkt te maken voor leerlingen, ouders en collega’s. “Het valt op dat net die leraren eruit springen die een goede relatie hebben met hun leerlingen, collega’s, ouders. Eigenlijk heb je zelfs geen onderzoek nodig om dat te begrijpen: vijftig jaar geleden kon een leraar zich nog permitteren om puur op basis van de machtsverhouding leerlingen aan te zetten tot leren, maar vandaag is dat heel anders. Als de affectieve component niet aanwezig is, als je je niet goed voelt bij een leraar, dan wil je je ook niet inspannen om iets bij te leren.”


MIJN FAVORIETE LERAAR IS …

ZORGZAAM

GEDULDIG

ENTHOUSIAST

POSITIEF

LIEF

CREATIEF

GRAPPIG

LUISTERVAARDIG

Bron: nominatiedossiers Leraar van het Jaar 2016. Dit zijn de kwaliteiten die door leerlingen, ouders, collega’s en directeurs het meest werden vermeld als ‘sterkste eigenschap’ van hún kandidaat.

EEN GOEDE LERAAR IS …

INNOVATOR

PARTNER VAN OUDERS

ORGANISATOR

CULTUURPARTICIPANT

PARTNER VAN EXTERNEN

OPVOEDER

LID VAN EEN SCHOOLTEAM

LID VAN DE ONDERWIJSGEMEENSCHAP

LEER- EN ONTWIKKELINGSBEGELEIDER Bron: het beroepsprofiel van de leraar. Dit omvat de kennis, vaardigheden en (beroeps)houdingen geclusterd in 10 typefuncties - waarover elke leraar volgens de overheid moet beschikken.

16

INHOUDELIJK EXPERT


dossier Leraar van het Jaar

Klasse Magazine

Durf te vragen: Wat is een goede leraar? Toen ze acht jaar geleden zelf de lerarenopleiding volgde, frappeerde het Carlijne Ceulemans hoe vanzelfsprekend en allesbepalend het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar zijn. “Alsof die van jou automatisch een goede leraar maken. En alsof de vraag naar wat een goede leraar is niet meer gesteld mag worden. Terwijl dat net zinvol is.” En dus is ze blij dat Klasse dat doet voor de Leraar van het Jaar. “De leraar als inhoudelijk expert, als opvoeder, als cultuurparticipant … Het is een lijstje geworden dat iedereen kent en gebruikt: dit is wat vandaag van een leraar wordt verwacht. Zo’n beroepsprofiel is zinvol als kader en is ook op een kwalitatieve manier tot stand gekomen, maar in twintig jaar tijd is het zo toonaangevend en evident geworden, dat het heel moeilijk is geworden – of zelfs not done – om de inhoud nog in vraag te stellen. Het antwoord op de vraag ‘Wat is een goede leraar?’ lijkt bij voorbaat vast te liggen. En dus lijkt de vraag stellen overbodig geworden.” “Lerarenopleidingen zouden constant met die vraag bezig moeten zijn, maar vinden dat soms tijdverspilling, want het is tenslotte op het gebruiken van het bestaande beroepsprofiel, en de reeks basiscompetenties de eruit voortvloeien, dat zij worden afgerekend. Nochtans zijn er heel wat studenten die zich in die competenties niet herkennen of erdoor worden afgeschrikt. Ze richten zich immers erg op het ‘kunnen’ van de leraar. Elementen als geduld, passie, aanwezigheid in de klas, met plezier lesgeven, streng zijn … ontbreken. Logisch, want dat soort eigenschappen krijg je ook niet in een competentiejargon. De basiscompetenties zijn in die zin een reductie: we zijn er een aantal andere cruciale eigenschappen uit het oog door gaan verliezen. Eerder persoonskenmerken, maar die kan je evengoed ontwikkelen.” “Laat ons dan iets naast die basiscompetenties zetten, zodat ze minder allesbepalend worden, zou je denken. Maar dat is dan weer moeilijk, want als je werkt met een ‘standaard’ zoals een beroepsprofiel, wordt dat sowieso het belangrijkste, en is alles daarnaast automatisch minder van tel. En toch is een soort ‘uitbreiding’ soms wenselijk. Ik herinner me dat ik als student mijn eigen stage moest evalueren aan de hand van een formulier, helemaal opgesteld volgens het beroepsprofiel. Ik vond dat een onmogelijke opdracht. ‘Hoe ver sta je als leraar

17

Carlijne Ceulemans is doctor in de Pedagogische Wetenschappen en de Onderwijskunde en werkt voor de Antwerp School of Education. In haar doctoraatsonderzoek bestudeerde ze de vanzelfsprekende werking van het beroepsprofiel van de leraar.

als begeleider van ontwikkelingsprocessen?’ Het. Zei. Me. Werkelijk. Niets. Ik heb dus mijn eigen versie geschreven. Als lerarenopleiding kan je natuurlijk zo ver niet gaan en het beroepsprofiel helemaal naast je neerleggen, maar ik pleit er wel voor om open vragen toe te voegen waarin andere dingen aan bod komen: waarom geef je graag les, voel je je goed voor de klas …” “Is het dan allemaal pure kennis en vaardigheid in het beroepsprofiel? Nee, uiteraard staan er ook beroepsattitudes in: creativiteit, zin voor samenwerking, openheid … Alleen wordt daar, wegens moeilijker meetbaar, te weinig aandacht aan besteed en verdwijnen ze vaak naar de achtergrond. Terwijl die attitudes eigenlijk een soort van basishouding zijn die het competentiekader zouden moeten dragen.” “En het zijn net dat soort kwaliteiten die ook in de nominaties voor de Leraar van het Jaar het felst naar voren komen: persoonlijke eigenschappen en houdingen. Dat bewijst dat je een goede leraar nooit in één welbepaald competentielijstje kan vatten. En dat je, telkens je de vraag stelt naar wat je in een goede leraar waardeert, tot een ander lijstje kan komen. Dat is een belangrijk signaal, want gaandeweg zijn die basiscompetenties – oorspronkelijk bedoeld als algemeen kader – wel vaak een vanzelfsprekend ‘afvinklijstje’ geworden, waardoor we soms vergeten dat ze de lading niet dekken. Een leraar mag nog zo ‘competent’ zijn, als hij niet zorgzaam, lief, geduldig … is, dan ben je daar niets mee. En ook: ook al bezit je een aantal van de basiscompetenties niet, dan kan je tóch een goede leraar zijn.”


Klasse Magazine

Leraar van het Jaar 2016 Chris Schippers en drie andere leraren met een ijzersterk nominatiedossier vertellen over hun meest gewaardeerde eigenschappen.

Leraar van het Jaar Chris Schippers van het buitengewoon secundair bij De Leerexpert Dullingen in Brasschaat, organiseert met een onuitputtelijke inzet en aanstekelijk enthousiasme het ene na het andere inclusieproject. Haar missie: laten zien wat jongeren met een beperking wél kunnen en contact tussen buitengewone en gewone leerlingen doodnormaal maken. “Dertien jaar geleden vroegen de leerlingen zelf om meer met andere – gewone – kinderen om te gaan. Want kinderen met een beperking groeien op in een heel beschermde wereld. Van 2,5 tot 23 jaar zitten ze in een buitengewone school. Ook in de jeugdbeweging of op kamp zien ze vooral kinderen met een beperking. Mijn ideaalbeeld: een buitengewone school naast een gewone school zodat gemeenschappelijke activiteiten normaal zijn.” “Zorgzaam zijn betekent niet dat je je leerlingen moet bemoederen. Integendeel, ik wil leerlingen zelfredzaam maken. Een leraar in het buitengewoon onderwijs mag niet bang zijn van het verzorgende aspect: leerlingen douchen of op toilet zetten. Maar je mag ze niet onderschatten. Als ik mijn leerlingen een boterham heb leren smeren, probeer ik of ze ook een knoop kunnen aannaaien. Een dokter die een 21-jarige leerling een lolly geeft, is betuttelend. Behandel ze gewoon. Als mijn leerlingen ergens niet welkom zijn, kom ik voor hen op als een leeuwin.” “Ik ben enthousiast van nature, dat zit in mij. Een directeur die je steunt in je plannen en projecten is belangrijk. En een team dat even enthousiast op de kar springt ook. Verkozen worden tot Leraar van het Jaar betekent ook dat je het team van het jaar hebt.” “Het allerbelangrijkste om een goede leraar te zijn? Je leerlingen op de eerste plaats zetten en in élk kind talenten zien. Andere belangrijke eigenschappen: creatief, stressbestendig, humor, luisterend oor, multifunctioneel, organisatietalent, begripvol, geen 8-tot-4-mentaliteit. En je moet een teamspeler zijn, verder denken dan je eigen klas en je collega’s helpen. En natuurlijk je voortdurend bijscholen en openstaan voor nieuwe dingen. Tevreden zijn is stilstaan.”

18

“Zorgzaam betekent niet betuttelen maar zelfredzaam maken”


dossier Leraar van het Jaar

“Alleen als je positief bent, hou je het vol in deze job” Alleen in onderwijs vindt leraar Ruben Verniest, leraar wetenschappen en leerlingenbegeleider in het Sint-Janscollege in Sint-Amandsberg, de ideale plek om zorg en zijn interesse in wetenschap en filosofie te combineren. “Werken met en voor jongeren, voelt elke dag als een eer.” “Zachte waarden zijn geen voorwaarde om een goede leraar te zijn. Het kan, maar ook een autoritaire leraar die zijn vak kent en zijn leerlingen structuur geeft, is een goede leraar. Net de mix van mensen maakt onderwijs zo sterk. Zolang een leraar authentiek is, waarderen leerlingen hem/haar. Ik had de nominatie niet verwacht, maar dat waarden als luistervaardig en positief bij mij gewaardeerd worden, verrast me niet. Ook in het jeugdwerk werd ik al een goede prater en luisteraar genoemd. Niet snel en oppervlakkig, maar zoals

19

Klasse Magazine

vroeger op de dorpel: genoeg tijd maken voor elkaar. Want luisteren, zonder het gesprek te sturen, is vaak driekwart van het antwoord.” “Als je niet positief bent, hou je het niet vol in deze job. Ik ben geen tafelspringer, showman of non-stopzonnetje, maar ik geloof voor 150 procent in alle leerlingen. Leerlingen moeten soms averechts zijn en fouten maken die wij vroeger ook maakten. Aan ons om die te plaatsen, om er iets mee te doen. Je mag zelden of nooit het gevoel hebben dat je klaar bent met een leerling. Het kan dat het je als individuele leraar niet meer lukt, maar als team mag je een jongere nooit opgeven.” “Na mijn studies wetenschappen lonkte een carrière als onderzoeker. Het duurde een tijdje voor iedereen snapte dat onderwijs een positieve keuze was waar alle puzzelstukken op zijn plek vielen: wetenschappen, filosofie, zorg, werken met jongeren. Een mix die ik in geen enkele andere job kan vinden. Dat intuïtieve gevoel had ik als twintiger en wordt elke dag bevestigd.” “Onderwijs geeft me veel kansen. Ik voel het niet als een vlakke loopbaan zonder uitdagingen. Toen de directeur een extra zorgcoördinator zocht, kwam hij bij mij terecht. ‘Ruben, jij hebt het perfecte profiel. En je maakt ook als leraar tijd voor je leerlingen.’ Ik zag dat maar half. Dat ik al mijn talenten optimaal kan uitspelen, komt omdat het team goed draait, vaak overlegt en elkaar kansen geeft. Leraren zijn teamspelers die de schoonste job van de wereld hebben. Mijn nominatie voor Leraar van het Jaar ervaar ik als een erkenning voor de hele beroepsgroep die elke dag het beste geeft voor kinderen van anderen.”


20


50 toppers van leraren Onze jury selecteerde uit meer dan 750 nominaties deze 50 topgenomineerden. Fotograaf Jens doorkruiste Vlaanderen en zette ze voor zijn lens. Op www.leraarvanhetjaar.be vind je een interactieve kaart waarop je ontdekt waar ze lesgeven. An Van Wassenhove Barbara Van Laere Bart Mees Carolien Duflou Chris Schippers Els Mestdag Emilie Vandenberghe Emmy Durnez Erwin Derwael Evelyne Lesaffre Evi Hannes Geert De Bodt Gert Verstraete Ghislain Van Geert Ginette Feys Greet Michiels Gwenny Aerts

Hilde Debouvere Hilde Dujardin Hilde Vanmaele Ilse Cruysberghs Joena Wattenbergh Jean-Pierre Herrebout Johan Donckers Katja Decoster Koen Iwens Kristof Bleus Leen De Rudder Lien Van Den Broek Lindsay Cotman Luc Van Assel Manuella S'Jegers Marc Govaert Marina Dossaer

Mieke Puimege Necip Kisa Nele Bogaert Nele Van Hoef Paul Reners Reineke Van Hooreweghe Rina Kaminski Ruben Verniest Rudi Audiens Rudi Baelen Saskia Busschaert Stan Swerts Stefanie Baeten Vanessa De Regge Veerle Vandelacluze Wim Vercruysse

(van linksboven naar rechtsonder, pagina per pagina)

21


Klasse Magazine

“Het belangrijkste is dat leerlingen zich goed voelen in de klas” “Ik ben niet de strengste van de school”, vertelt juf Emilie Vandenberghe van het eerste leerjaar in BSGO Centrum in Geraardsbergen. In haar klas merkt ze dat geduld veel beter werkt dan je ergens in opjagen. “Want iets niet begrijpen, dat doet geen enkel kind met opzet.” “Lief zijn heeft voor mij te maken met gevoelig zijn. Elk kind raakt mij op de een of andere manier. Met een mooie eigenschap waarvan ik denk: waw, ik wou dat ik – of een van mijn dochters – dat ook had. Ik voel ook snel aan als er met een kind iets aan de hand is. En ik zal een timide kind nooit forceren, want ik was vroeger ook zo. Vandaag, als leraar, heb ik daar geen moeite meer mee: ik kan voor geen meter zingen, maar bij mijn leerlingen laat ik me volledig gaan.” “Doordat ik zo emotioneel betrokken ben bij mijn leerlingen, zeker bij diegenen die wat extra zorg nodig hebben, neem ik mijn werk wel eens mee naar huis. Ik praat er ook vaak over met mijn partner. Soms voel je je zo machteloos bij kinderen van wie je weet dat ze in een moeilijke thuissituatie zitten. Het enige wat jij als leraar kan doen is er op school voor hen zijn zodat ze met een goed gevoel naar huis gaan.” “Ik ben zeker niet de strengste van de school, al gelden bij mij natuurlijk ook regels. Ik hou er gewoon niet van me boos te maken. Ik voel me daar slecht bij achteraf, en meestal is het ook niet nodig. Vaak komt het neer op geduld hebben. Als je je opjaagt, lukt het zeker niet. Een kind doet dat ook niet met opzet, iets niet begrijpen. Collega’s van de hogere graden zeggen me: ‘dát geduld zou ik niet hebben’. ‘Ja maar, jullie vitesse zou ik ook niet hebben’, antwoord ik dan.” “‘Jij bent alle dagen vrolijk’, hoor ik wel eens van collega’s. Ze vragen dan wat het geheim is van mijn ‘eeuwige glimlach’. Ach, natuurlijk heb ik best wel eens een minder moment. En ben ik na acht jaar nog steeds bloednerveus de eerste dag na een vakantie (nee, dat is niet schattig – mijn moeder verklaart me gek). Alleen denk ik dan aan mijn leerlingen en hun ouders: je bent het ze verschuldigd er te stáán. Als jij niet enthousiast bent, hoe kan je dat dan van hen verlangen?”

22

“Dat is voor mij wat het betekent om een ‘goede leraar’ te zijn: het is altijd mooi meegenomen als je iets speciaals kan, maar in de eerste plaats moet het iemand zijn die zijn werk met liefde doet, voor de leerlingen. Ze spenderen zo veel tijd bij jou in de klas – vaak meer dan met hun ouders thuis. Daarom is het zó belangrijk dat ze zich goed voelen bij jou. Want alleen dan kunnen ze zich ontplooien.”


dossier Leraar van het Jaar

“Humor werkt beter dan iets 100 keer herhalen” “Van leerlingen en leraren in het secundair verwachten we plots minder humor en creativiteit”, stelt Rudi Baelen, studiemeester van Pius X in Antwerpen vast. Terwijl het net belangrijk is om de routine te doorbreken. Dat doet hij met creatieve boodschappen. “Een goede leraar is gedreven, fris, creatief, duidelijk en staat dicht bij de leerlingen. Leraren hebben allemaal een andere persoonlijkheid. Het ene uur staat er een grapjas voor de klas en het lesuur daarna een filosoof. Het is net die diversiteit in een lerarenteam die de school maakt. Misschien zoeken we beter naar de eigenschappen van een goed lerarenteam dan van een goede leraar?” “Creativiteit en humor zijn noodzakelijk om leerlingen en collega’s te betrekken en aandacht te krijgen. Je moet blijven verrassen. Er is veel routine op een school. Het is belangrijk om die te doorbreken. De zoveelste les over hetzelfde vak vraagt een originele aanpak of insteek. 220 schooldagen

23

Klasse Magazine

herhalen dat leerlingen niet mogen roken op school, is frustrerend. Ik ga liever met een rookmachine en een verbodsteken aan de schoolpoort staan. Je boodschap gewoon droog brengen, werkt niet. Humor werkt beter dan iets 100 keer herhalen.” “Creatieve communicatie, daar ben ik veel mee bezig. Leerlingen worden overstelpt door impulsen en informatie. Wij moeten wel meegaan in dat opbod. Ik gebruik heel wat reclametechnieken om de aandacht te krijgen. De dag dat de snoepautomaat verdween, organiseerden we een uitvaartplechtigheid voor de suikerwafel. Natuurlijk moeten we ook niet doorschieten en alles opleuken.” “Waarom geen les stand-upcomedy of improvisatietheater in de lerarenopleiding? In mijn opleiding kleuteronderwijzer was er veel aandacht voor creativiteit. In het kleuteronderwijs is het vanzelfsprekend om je boodschap creatief te verpakken. Maar hoe ouder de leerlingen worden, hoe ernstiger alles wordt. Dat is nergens voor nodig. Creativiteit en humor helpen ook om jezelf fris te houden. Onderwijs mag geen automatisme worden.”


Klasse Magazine

Zijn goede leraren maakbaar? In hun nominaties prijzen leerlingen, ouders en leraren vooral zachte waarden. Moet een lerarenopleiding studenten ook leren om grappig, creatief en geduldig te zijn? Of hebben ze een andere visie op wat een goede leraar is? Twee docenten en twee studenten van de opleiding secundair onderwijs aan de Arteveldehogeschool gooien hun ideeën op tafel. Moet een goede vakleraar ook nog eens een enthousiaste, creatieve grapjas zijn? Docent Ellen: “Naast een goede vakkennis, goed klasmanagement en goed lesgeven, moet een leraar zeker ook enthousiast, zorgzaam, creatief, geduldig, positief … zijn. Onze studenten krijgen in hun rugzak vakkennis, klasmanagement, didactische vaardigheden en observatie mee. Dat is de basis. Als je je daarin comfortabel voelt en erin slaagt die onderdelen en eigenschappen met elkaar te verbinden, kan je ook aandacht hebben voor andere aspecten van het leraarschap. Daarin kan je groeien. Wat je wel al van bij het begin moet hebben, is passie voor jongeren, meer nog dan voor je vak. Alleen dan kan je echt een goede leraar zijn.” Student Katrien: “Als startende leraar klamp je je vooral vast aan die vakkennis. Je wil krampachtig je lesvoorbereiding afwerken en de les overleven. Als er iets onverwachts gebeurt, kan je daar moeilijk op inspelen. Laat staan dat het lukt om grappig te zijn en elke leerling een luisterend oor te bieden.” Coördinator Ilse: “De ene mens straalt wat meer enthousiasme of geduld uit dan de andere. Zulke persoonlijkheidskenmerken moeten in je bloed zitten. En ze zijn natuurlijk moeilijker aan te leren of netjes in vakken te gieten dan vakkennis of klasmanagment. Je moet vooral authentiek en dicht bij je eigen persoonlijkheid blijven, ook al neem je voor de klas een pose aan. Je kan leren om meer ad rem te reageren, maar als het niet echt is, doorprikken je leerlingen dat.”

lingen die uit een andere context komen dan de gemiddelde aso-student. Onze studenten doen ook doelgroepenstage in een OKAN-school, buitengewoon onderwijs, inclusief onderwijs. Leraren komen ook vertellen over de realiteit in de klas en hoe ze dingen in de praktijk aanpakken.” Student Jonas: “We krijgen talentbegeleiding waarin je je pijnpunten en sterktes leert kennen. Je komt echt jezelf tegen in deze opleiding. Confronterend, maar je leert jezelf goed kennen en je krijgt de kans om aan jezelf te werken. De docenten staan ook heel dicht bij de studenten en kennen je dan ook goed.”

Hoe werk je in een lerarenopleiding aan zachte eigenschappen zoals lief en behulpzaam? Docent Ellen: “Wij zetten heel erg in op feedback en coaching. Studenten krijgen voortdurend feedback tijdens microteaching, groepstaken, reflectieverslagen en duostages. Confronterend maar leerrijk. En de lessen rond leerstoornissen, kansarmoede en thuistaal maken dat de studenten geduldiger en zorgzamer kunnen omgaan met leer-

Moet je dan vooral na de opleiding je persoonlijkheid als leraar ontwikkelen? Docent Ellen: “Wij leiden op tot een beginnend leraar. Het is een complexe job die je op drie jaar tijd niet volledig onder de knie hebt. Tijdens de eerste jaren werkervaring moet je nog groeien, ervaring en maturiteit opbouwen. Je leert finetunen en de juiste verhouding te vinden tussen bijvoorbeeld een goed klasmanagement, streng zijn en zorg-

24


dossier Leraar van het Jaar

Klasse Magazine

Katrien De Jonge (helemaal links) • student secundair onderwijs, werkte daarvoor 6 jaar als leraar lagere school Ellen Vanantwerpen • docent pedagogische wetenschappen secundair onderwijs Jonas De Visscher • student secundair onderwijs Ilse De Bolster (helemaal rechts) • curriculumcoördinator secundair onderwijs

“In talentbegeleiding leer je je pijnpunten en sterktes kennen. Confronterend, maar je krijgt de kans om aan jezelf te werken” zaam zijn. Een goede aanvangsbegeleiding is belangrijk. Net zoals een ervaren collega die je onder zijn vleugels neemt, collega’s die feedback geven en zelf hier en daar een vorming volgen. Je kan niet op je lauweren rusten.” Evolueert ons idee van wat een goede leraar is? Coördinator Ilse: “Pakweg 50 jaar geleden waren de eigenschappen van een goede leraar: vakkennis, goed lesgeven, klasmanagement en streng. De kennisoverdracht was het belangrijkste. Maar de maatschappij, de jongeren en de technologie veranderen. Vakkennis blijft belangrijk

25

maar eigenschappen zoals creatief, behulpzaam, positief staan ten dienste van die vakkennis. Daardoor wordt het meer tweerichtingsverkeer tussen leerlingen en leraren dan zuivere kennisoverdracht.” Waar moeten lerarenopleidingen meer op inzetten? Student Jonas: “Er moet meer op vakoverschrijdende competenties ingezet worden. Wat je in wiskunde leert, moeten leerlingen ook in fysica kunnen toepassen. De maatschappij werkt toch ook zo?” Student Katrien: “Als stagiair of starter in Brussel lesgeven, daar voelde ik me niet klaar voor.” Coördinator Ilse: “We moeten in de lerarenopleiding nog meer inzetten op leren van elkaar en co-teaching. Net zoals in Scandinavische landen. Niet meer achter gesloten deuren lesgeven, maar in een vrij uur eens op bezoek gaan bij een collega. Door je klasgroep eens met een andere leraar en een ander vak te observeren, leer je veel. En we moeten studenten meer handvatten geven om met de superdiversiteit in onze maatschappij om te gaan.”


Klasse Magazine

Tafels in de turnzaal Bewegen tijdens de les wiskunde doet beter leren Tekst Stijn Govaerts Beeld Jeroen Mylle

“‘Yes, tafels’, roepen die van mijn klas als ik ze tafels meegeef als huiswerk”, vertelt Bert Buelens, leraar in het tweede leerjaar in GBS Haacht, afdeling Wespelaar. “Terwijl leerlingen uit andere klassen er hun neus voor ophalen. Het verschil zit in de kapstokken waaraan ik mijn oefeningen ophang. Ze oefenen thuis hun tafels met een kaartspel of met jongleerballetjes. Of ze oefenen hun tafels thuis op de trap. Ik haal mijn inspiratie uit mijn voetbaltrainingen. Ik zie daar dat kinderen die bewegen veel plezier beleven én snel leren: hun balbehandeling gaat vlotter en ze zien sneller de ruimtes.”

26


Klasse Magazine

27


Klasse Magazine

“Eén keer per week doen we de oefeningen op school. Dan geef ik rekenen in de turnzaal. De leerlingen leggen per twee een parcours af vol oefeningen. Daar zitten heel wat kaartspelletjes bij uit de Eurekamethode, maar ik geef ze ook een Senseball, een balletje aan een koordje met handvat. Daarmee oefenen ze in duo synchroon hun tafels. De ene voet tikt tegen de bal en daarna roepen ze een veelvoud. Als de andere voet tegen de bal tikt, moeten ze het volgende veelvoud roepen. Een ander groepje loopt de trap op en af terwijl ze hun tafels van voor naar achter en weer terug automatiseren. Ze maken er vanzelf een spelletje van en doen het om het snelst. Anderen oefenen hun bewerkingen terwijl ze voorwaarts en achterwaarts tussen kegels springen.”

28


Klasse Magazine

“Kinderen die bewegen, leren sneller. Hun hersenen maken dan stoffen aan waardoor informatie sneller wordt opgeslagen. Ook kennis en vaardigheden automatiseren lukt vlotter omdat je het werkgeheugen van kinderen zwaar belast als je ze twee taken tegelijkertijd geeft. Als je het werkgeheugen belast, dan kan het kind moeilijker nadenken en leert het automatiseren. Zo leert het iets aan wat het nooit meer vergeet en automatisch toepast. Denk aan leren fietsen en zwemmen, maar ook aan onthoudwoorden, leesstrategieĂŤn, bewerkingen in wiskunde.â€?

29


“Ik merk ook dat de algemene focus hoger ligt dan in de klas. In mijn ‘gewone’ lessen roepen ze al te snel: ‘Meester, ik ben klaar.’ Terwijl ze in deze les blijven doorgaan, het oefenen is fun en stopt nooit. Ze zitten na twee minuten al in de flow. De les raast echt elke keer voorbij.”

“Terwijl ik door de turnzaal wandel, zie ik meteen wie problemen heeft met sommige bewerkingen. Een kind vertraagt of staat te twijfelen of loopt op me af met vragen. In een gewone klasopstelling, merk je soms pas in het werkboek dat ze iets niet begrijpen, zeker van kinderen die geen hulp durven te vragen. Sommige leerlingen vinden zelf al spelletjes uit. En je mag ook als leraar niet bang zijn om te experimenteren. Als iets niet lukt, dan doen we dat de volgende keer anders.”

30


Klasse Magazine

“Bert koppelt graag kinderen die verder staan aan kinderen die nog meer werk aan de winkel hebben voor wiskunde”, zegt zorgcoördinator Christel van Hove (45). “Zo leren ze van elkaar. Kinderen die wiskunde in de werkboeken totaal niet vatten, kunnen in een echte ruimte vaak veel beter aan de slag met cijfers. En ze bloeien open. Hier punten op geven? Dat gaat niet. Maar zijn die punten nodig? Punten

31

hebben een zware impact op de emoties van kinderen. En emotie heeft op zijn beurt een grote impact op leren.” “Ik heb liever dat kinderen zich veilig voelen en fouten durven te maken, dan dat ik via punten hun progressie moet meten”, vult Bert aan. “Want ik voel, zie en hoor dat ze groeien.”


Klasse Magazine

De startende leraar

Wie is Anne Fraeys? • volgde Latijn-moderne talen • lerarenopleiding lager onderwijs • uit onderwijsfamilie, moeder in buitengewoon onderwijs • sinds 1 september leraar in een Daltonschool in Zolder

32


Klasse Magazine

Volg Juf Anne op instagram via @annestart

De startende leraar

“Nooit gingen 10 maanden zo snel” Anne startte in september als leraar in het basisonderwijs. “Nooit gingen tien maanden zo snel”, lacht ze nu het schooljaar bijna om is. Over haar ervaringen tijdens haar startersjaar schrijft ze vier keer in Klasse Magazine. “1 september 2015 lijkt soms ongelofelijk dichtbij, maar soms ook weer mijlenver weg. Dichtbij omdat de periode september tot en met juni nu veel korter aanvoelt dan ze in werkelijkheid was. Wanneer ik begin maart nog het gevoel had midden in het schooljaar te zitten, zit ik nu al met mijn hoofd bij het einde van het schooljaar (en de immens drukke periode die daaraan voorafgaat). Vreemd gevoel wel: nog nooit in mijn 22-jarige leven gingen tien maanden zo snel.” “Tegelijkertijd lijkt 1 september een eeuwigheid geleden. Door alle ervaringen en de groei die ik meemaakte, als leraar en als mens. Door alle lessen die het leven me tijdens die periode leerde. ‘Studentje zijn’ lijkt plots echt lang geleden. Helemaal dezelfde Anne als toen ben ik niet meer, daarvoor maakte ik dit schooljaar te veel nieuwe dingen mee.” “Mindere momenten die me harder maakten bijvoorbeeld. De onvermijdelijke combinatie van drukke dagen met te weinig slaap ook. En de vaststelling dat je altijd het beste wil voor je klas, maar dat dat soms even niet mogelijk is. Er waren ook zalige momenten die ik voor altijd in mijn hart sluit. De ontelbare knuffels, briefjes en tekeningen en de leuke activiteiten met mijn lieve, ongeremde kinderen en met fijne collega’s. De complimentjes van ouders. Ik heb veel geleerd, maar toch vooral dat ik echt graag juf ben. In hart en nieren, in ziekte en gezondheid, in goede en kwade dagen. Altijd.” “Dat moet. Alleen dan hou je het vol. Want als leraar sta je elke dag midden in de realiteit. Bij mij: 100 Dalton-kids op de school voor wie ik elke dag klaarstond. 40 ouders die het allerbeste voor hun kind wensen, net als ik. 20 kinderen in mijn klas die gepaste zorg en aandacht verdienen. 7 schatten van collega’s die mijn eerste schooljaar top maakten. 1 wereld waarin het onvoorstelbare soms gebeurde. En een heleboel zorgen waarover ik elke avond voor het slapen gaan

33

mijn hoofd kon breken.” “Elke keer als ik terugdenk aan dit ‘zotte’ jaar, overvalt me een weemoedig gevoel. Ik koester nog elk uur en besef dat ik de bengels straks hard zal missen. Mijn eerste jaar, mijn eerste klasje, mijn eerste school. Het blijft wellicht voor altijd plakken. Misschien ook een beetje bij hen. Wat zullen ze onthouden? Wat heeft de toekomst voor die twintig talentjes in petto? Ik hoop dat ze uitgroeien tot gelukkige kinderen en dat ik daar dit schooljaar toch al een beetje toe bijgedragen heb.” “Na zo’n mooi jaar, heb ik veel zin om op 1 september een nieuw en fris schooljaar te starten. Maar eerst ben ik dolblij met die 2 maanden vakantie. Pas dan zal ik mijn eerste jaar als leraar kunnen afsluiten. Pas dan zal in mijn hoofd de rust terugkeren, kan ik genieten van onbezorgde uren en mag de tijd een beetje stilstaan op lange zomeravonden. Want juf Anne loopt deze zomer gewoon op festivals en terrasjes. Zoals ik dikke tien maanden geleden als student ook deed. Dat is niet veranderd na een schooljaar.” “Geniet er allemaal van. Zowel van alle mooie ervaringen van het voorbije schooljaar als van een overheerlijke zomer. Dik verdiend!”

Tekst Anne Fraeys Beeld Jeroen Mylle

KLASSE ZET IN OP STARTENDE LERAREN. ABONNEER JE OP DE NIEUWSBRIEF, STAP IN DE FACEBOOK-GROEP 'PAS VOOR DE KLAS' EN/OF MAAK EEN PROFIEL ALS 'STARTER' AAN OP KLASSE.BE.



Klasse Magazine

Samenstelling Anne Siccard

VOORDELEN Verschillende musea, natuurparken, theaterhuizen, bioscopen, winkels … zijn partner van de Lerarenkaart. Het hele jaar door krijg je er voordelen als je je Lerarenkaart toont. Met de nieuwe zoektool op Lerarenkaart.be vind je makkelijk voordelen op jóuw maat.

Voordelen

Vul je zoekterm in

MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BRUSSEL Gratis in plaats van 9,5 euro

ATTRACTIELAND TOVERLAND SEVERUM (NL) Gratis in plaats van 27 euro NIEUW

MUSÉE DE LA PHOTOGRAPHIE CHARLEROI

DOMAINE DES GROTTES DE HAN HAN-SUR-LESSE

Gratis in plaats van 7 euro

Gratis in plaats van 27,50 euro

IN FLANDERS FIELDS IEPER

FIGURENTHEATER VLINDERS & C° BEVEREN-WAAS

5 euro korting - je betaalt 4 euro in plaats van 9 euro

MUSEUM LA BOVERIE LUIK

Gratis bij try-outs en premières

LUCAS CREATIV VLAANDEREN

Gratis in plaats van 5 euro (permanente collectie)

10 procent korting met de Lucas Creativ-klantenkaart NIEUW

MUSÉE HERGÉ LOUVAIN-LA-NEUVE

BLUE-BIKE

4,5 euro korting - je betaalt 5 euro in plaats van 9,5 euro

FABLAB+ CREATIEVE WERKPLAATS ANTWERPEN Gratis opleidingen 3D printen, lasersnijden, robots

2 gratis beurten bij een abonnement op Blue-bike

KASKCINEMA GENT 2 euro korting - je betaalt 3 euro in plaats van 5 euro

NIEUW

MIMA MUSEUM MOLENBEEK

LANNOOSHOP.BE ONLINE

4,5 euro korting - je betaalt 5 euro in plaats van 9,5 euro

10 procent korting

NIEUW

ARBORETUM KALMTHOUT

NIEUW

PROXIS.COM ONLINE

5 euro korting - Je betaalt 2 euro in plaats van 7 euro

TECHNOPOLIS MECHELEN

10 procent korting

ONTDEK ONZE NIEUWE WEBSITE MET MEER DAN 850 EXCLUSIEVE VOORDELEN OP LERARENKAART.BE

Gratis in plaats van 16 euro

35


Klasse Magazine

WIN

FILM

DE GVR Herbeleef je jeugd met de verfilming van de GVR, de Grote Vriendelijke Reus. Regisseur Steven Spielberg boog zich over het bekende verhaal van Roald Dahl. Sophie, het eenzame weesmeisje wordt ‘s nachts uit haar bed geplukt en ontvoerd. Ze hoeft niet bang te zijn, want het is de GVR die haar meeneemt. Hij spreekt raar, maar doet geen vlieg kwaad. Samen verzinnen ze een plan om alle kinderen in de wereld te redden uit de handen van de slechte, kwaadaardige reuzen. Win een van de 50 duotickets en ga vanaf 20 juli naar de film in een Kinepoliszaal. Surf naar www.klasse.be/win

36


Klasse Magazine

EDUCATIEVE VOORDELEN Ga op stap met je Lerarenkaart en ontdek het educatieve aanbod van verschillende instellingen. Informeer je over het lespakket, audioguide, workshops, speeldata of apps. Maak de link met je lesinhoud en verwonder je leerlingen. Neem tot slot je leerlingen mee voor een beleving.

LERARENDAG

THEATER OP SCHOOL EXPO

ANTWERPEN À LA CARTE Zomeractie in juli en augustus MAS Antwerpen

Volg het spoor van voedsel in de stad en ontdek hoe ons eten ook de kaart en het straatbeeld van Antwerpen bepaalt. Een interactieve rondleiding voor de eerste graad lager en de eerste graad secundair onderwijs kan je er vanaf 1 september met je klas beleven. Leerlingen ontdekken met ‘Antwerpen à la carte’ hoe steden erin slagen om hun inwoners eten te geven, zonder landbouw, zonder veeteelt. Gratis toegang in plaats van 10 euro / 5 euro. Zomeractie in juli en augustus: gratis voor leraar met Lerarenkaart, én partner.

37

Lerarendag op woensdag 22 juni (14 tot 17 uur) Basisschool De Krekel Sint-Amandsberg

Kwalitatief theater dat binnen de schoolmuren perfect tot zijn recht komt, kan je bekijken op woensdag 22 juni. Deze theatervoorstellingen voor de kleuter- en lagere school komen aan bod: ‘Ernest, waar ben je?’ ‘Het paard van Marcel’, ‘Bevroren’ en ‘Balthazar, de eenzaamste ezel ooit’. Tussendoor maak je ook kennis met ‘Rare Vogels’, geschikt voor alle leerjaren van de basisschool. Een organisatie van ZamZamproducties en De Spooiberg i.s.m. Productiehuis l'O, TG De Reuzen en Jeugd & Muziek, met de steun van Klasse en Basisschool De Krekel – meer info: www.despooiberg.be Gratis voor leraren kleuter- en lager onderwijs. Schrijf in met je Lerarenkaart-nummer en het adres van je school via lerarendag@despooiberg.be.


Klasse Magazine

TIJDELIJKE VOORDELEN

© Kristof Vrancken

© Wouter Rawoens

De Lerarenkaart houdt je via de website ook op de hoogte van tijdelijke expo’s, acties, voordelen … Schrijf je in de op Lerarenkaart-nieuwsbrief en ontvang deze tijdelijke voordelen in je mailbox. Surf naar klasse.be/nieuwsbrieven.

EVENEMENT

GENT FESTIVAL VAN VLAANDEREN EXPO

Van 17 september tot 1 oktober 2016 Doorheen de stad Gent

HAUTE-À-PORTER tot 11 september 2016 Modemuseum Hasselt

Deze expo zoomt in op de invloed van couture op de hedendaagse mode. Met silhouetten en accessoires van topontwerpers maar ook met fotografie, film, kunst en muziek ontdek je de mode-industrie van de afgelopen 30 jaar. Bij deze expo biedt het Modemuseum nieuwe educatieve programma’s aan voor scholen. 2 euro korting op het toegangsticket: 6 euro i.p.v. 8 euro. Zomeractie in juli en augustus: gratis met je Lerarenkaart

38

Gent Festival organiseert dit jaar o.a. Odegand, hét muziekfeest op en langs de Gentse binnenwateren, een concert van de Wiener Sängerknaben en Sioen brengt samen met Zuid-Afrikaanse zangers Graceland van Paul Simon. Daarnaast is er ook dans- en muziektheater, staan er grote orkesten en intieme pareltjes op het programma en evenementen voor groot en klein. Bekijk het programma op www.gentfestival.be. 15 procent korting (met uitzondering van coproducties) Koop je ticket aan de balie van Tickets Gent (Sint-Baafsplein 17, Gent) of via 09 225 01 01.


Klasse Magazine

EXPO

HET VERHAAL VAN GENT

© Kenneth Tan Fotografie

Permanente tentoonstelling STAM Gent

Het STAM vertelt het verhaal van Gent met interactieve multimedia en eeuwenoude stukken. De gerestaureerde Bijlokeabdij, de gigantische luchtfoto op een lichtgevende glazen vloer en Gent in Lego® zijn trekkers uit het aanbod. Voor je klas kan je er terecht voor een workshop, rondleiding, stadsklas of een doe-tocht met figuur Cuberdanny. Lerarenkaart-voordeel: 2 euro korting op het toegangsticket: 6 euro i.p.v. 8 euro. Zomeractie in juli en augustus: 1 betalende leraar (6 euro in plaats van 8 euro) en partner gratis.

EXPO

SMARTPHONE! Van nu tot 4 december 2016 Continium discovery center Kerkrade (NL)

PLAKSTAD (4+) elke vr, za en zo van augustus, tussen 14 en 18 uur Voortuin STAM Gent

Kleef kleurrijke plakband en ander plakmateriaal op betonnen muren, stenen trappen en glazen wanden. Onder begeleiding van beeldende kunstenaars creëer je een plakstad in een stad. Gratis, alleen de rol(len) plakband betaal je zelf.

39

Ontdek de wetenschap en techniek achter de smartphone. Vijf wetenschappers, waaronder Graham Bell en Ada Lovelace, wisten niet waartoe hun uitvindingen zouden leiden. Je volgt de evolutie van de mobiele telefoon tot de huidige smartphone. Ook de nadelen en de toekomst van de smartphone komen aan bod. Ga aan de slag met verschillende doe-stations. Gratis prospectiebezoek in plaats van 12 euro na reservatie via boekingen@continium.nl


Klasse Magazine

40


Klasse Magazine

“In een ander leven zou ik leraar zijn” Wat kunnen we leren van opiniemakers en experten en hun ervaringen met onderwijs? Auteur en choreograaf Ish Ait Hamou hoopt dat leraren kinderen en jongeren kritisch leren omgaan met de realiteit. “Jongeren kunnen niet op school in één wereld zitten en daarbuiten in een andere wereld.” Tekst Leen Leemans Beeld Jens Mollenvanger

Je liep school in Vilvoorde. Startschot voor een open blik? “Ik verveelde me ontzettend in de les, zelfs al in het basisonderwijs. Het interesseerde me niet omdat er te weinig voeling was met het echte leven. Geschiedenis vond ik wel interessant voor de verhalen, zoals over de Romeinen. Maar ik wou in de lessen aardrijkskunde niet leren over neerslag. Wat ben je daarmee? Ook de vakken die je echt nodig hebt, zoals wiskunde en Nederlands boeiden me niet. Gelukkig studeerde ik snel, ik moest me niet hard inspannen. Toch heb ik fijne herinneringen aan mijn schooltijd. Ik had veel vrienden. Dat was voor mij het allerbelangrijkste.” Had je ook met je leraren een goede band? “Twee leraren zijn me echt bijgebleven. De eerste is mijn

41

lerares Engels in het zesde jaar secundair. Ik kwam net terug van een uitwisselingsjaar in de Verenigde Staten waardoor mijn Engels veel beter was dan dat van de andere leerlingen. Daarom mocht ik tijdens haar lessen boeken lezen. Ik heb ook veel gesprekken met haar gevoerd. Tijdens, maar ook na de lessen. Dat was een heel menselijke ervaring voor mij. Het was geen leraar-leerlingrelatie, maar een oudere vrouw en een student die op dezelfde golflengte zaten en evenwaardig waren. Zij heeft trouwens mijn eerste manuscript gelezen, waardoor ik het kon uitgeven. Als je met een leerling een sterke band hebt, kan je als leraar veel meer betekenen dan alleen vakkennis overbrengen.” “De tweede is mijn meester van het zesde leerjaar. Hij liet ons nadenken. Na het eten liepen mijn zus en ik naar bui-


Klasse Magazine

“Het leven op straat was de beste school. Daar leer je botsen” ten om te voetballen en we smeten onze jassen op de grond. Hij riep ons terug en vroeg: ‘Weet je hoe lang je ouders hebben gewerkt om die jassen te betalen?’. Op het ogenblik zelf begreep ik dat niet, maar het is me toch bijgebleven. Hij zocht naar dieper contact met zijn leerlingen, hoe moeilijk het ook was. En dat was het zeker. Er zaten in mijn klas misschien een of twee leerlingen die niet ‘ambetant’ deden en opletten.” Nooit een carrière als leraar overwogen? “Ik vraag me soms af hoe het is om leraar te zijn. Na je eerste jaren vol idealisme. Als de sleur en de herhaling in je job sluipt. Terwijl je werk bepalend is voor de toekomst van alle leerlingen in je klas. Het heeft zo’n grote impact op een kind dat je je geen nonchalance kan permitteren. Ik schrijf en ik coach, dus ik zou in een ander leven wel leraar kunnen zijn. Ik vertel graag verhalen, ik speel graag en ik vind inzetten op jongeren het allerbelangrijkste.” “Ik denk dat leraar een heel zware job is. Mensen onderwaarderen de job en beschouwen hem als vanzelfsprekend. Dat is hij niet. Les na les een connectie maken met je studenten, dat is bijna niet te doen. Het vraagt heel veel moed, heel veel structuur, heel veel wilskracht. Maar ook flexibiliteit. Want alle leerlingen zijn anders. Dat is fijn, maar dat maakt dat je in een klas niet kan terugvallen op vaste ingrediënten, op een vaste aanpak. Allemaal dingen die je niet kan aanleren, maar die uit jezelf moeten komen. Je krijgt in je opleiding wel tools om het gemakkelijker te maken, maar de belangrijkste tool ben je zelf. Je geduld, je emotie … Heel veel komt van binnen. Dat maakt het moeilijk.” “Maar ik zou een slechte leraar zijn omdat ik me niets zou aantrekken van de leerplannen. Wel de klas binnenlopen en denken: oké, wat gaan we doen vandaag, wat is er actueel? Ik zou graag zien dat er op school ruimte is voor een paar eigentijdse modules, bijvoorbeeld over het Midden-Oosten.” Is dat de taak van de school volgens jou? “Scholen moeten jongeren voorbereiden op het leven. Kijken in welke wereld jongeren vandaag leven en wat ze nodig hebben om in die wereld te functioneren. Er moet een link zijn tussen beide. We leven in een multiculturele wereld, je moet je leerlingen daarop voorbereiden. En we worden overspoeld door informatie, via sociale media, dus je moet je leerlingen leren omgaan met die informatie. Jongeren kijken naar het nieuws, ze moeten daarmee aan de slag in hun lessen.”

42

“Ik zou graag hebben dat als mijn toekomstige kinderen iets ongenuanceerds zien op televisie, ze kunnen zeggen: ‘Dat klopt niet, want op school vertelde een leraar hoe het echt in elkaar zit’. Op een goede school leren leraren kinderen kritisch omgaan met de realiteit van vandaag. Jongeren kunnen niet op school in één wereld zitten en daarbuiten in een andere wereld. Ik geloof niet dat je zo mensen goed voorbereidt op het leven. Een school mag niet op een eiland zitten. Ze moet meegaan met de tijd, de technologie en de samenleving.” Heb jij leren ‘leven’ op school? “Voor mij was het leven op straat de beste school. Als ik vandaag sterk in mijn schoenen sta, komt dat doordat ik op straat heb leren omgaan met mensen die anders zijn, anders denken. Dat is ‘the key’. Mensen denken: hoe ga ik om met een andersgelovige of ongelovige, maar daar gaat het niet om. Botsen doe je overal. Je hebt gestudeerd om advocaat of dokter te worden en dan is er op je werk iemand met een andere visie. Of iemand in een hoge positie die je slecht behandelt. Hoe ga je daarmee om?”


Klasse Magazine

Wie is Ish Ait Hamou (29) • komt uit Vilvoorde, ging naar school in Atheneum Schaarbeek • bouwde een carrière uit als danser en choreograaf, was jurylid in ‘So you think you can dance’ • is auteur van de boeken ‘Hard hart’ (2014), ‘Cécile’ (2015) en ‘Als je iemand verliest die je niet kan verliezen’ (2016) • te zien in de televisieprogramma’s ‘Terug naar eigen land ‘ en ‘Alors on danse’ • is ambassadeur van de campagne voor geestelijke gezondheid ‘Te Gek?’ en de film ‘He named me Malala’ over onderwijs voor meisjes in Pakistan

“Op school moet je je les leren, de regels volgen, niet tegenspreken, examens maken. Op straat leer je botsen. Eerst bots je op een slechte manier. Daarna leer je op een goede manier botsen. Ik vind mensen en de dynamiek tussen hen belangrijk. Ik heb geleerd om dankbaar te zijn voor alles, ook voor slechte ervaringen. ‘Hoe kan je rustig blijven tegen mensen met een andere mening of met bakken kritiek’,

“Les na les een connectie maken met je studenten, dat is bijna niet te doen” vragen veel mensen. Omdat ik dankbaar ben omdat ik van hen geleerd heb wat ik niet moet zeggen of doen. Uit goede gesprekken leer je veel, uit slechte gesprekken ook.”

43

Je wordt vaak als rolmodel voor jongeren naar voren geschoven, zeker om je maatschappelijke betrokkenheid. “Ik begrijp de redenering, maar ik ben daar niet mee bezig. Ik probeer een balans te vinden tussen wat ik voor mezelf wil doen en wat bijdraagt aan de maatschappij. Als iemand naar mij kijkt en daardoor positief geïnspireerd is, des te beter. Toch vind ik dat we moeten leren kijken naar andere, minder gemediatiseerde, mensen. Dokters, verplegers en ook leraren werken jaren - niet voor de hoogste lonen - en geven alles. Mijn vader die veertig jaar in een staalbedrijf heeft gewerkt voor zijn vrouw en kinderen, ver weg van zijn familie in Marokko, dat is een voorbeeld voor mij. In je eigen straat wonen veel mooie voorbeelden.” “Die waardering geeft me wel voldoening, maar tegelijkertijd vraag ik: kijk eens naar de andere. Ik sta nog maar aan het begin. Kom het mij nog eens zeggen als ik vijftig ben. Als ik dan heb kunnen bewijzen dat ik een meerwaarde was voor de maatschappij, dan zal ik die complimenten beter kunnen accepteren.”


Klasse Magazine

De directeur

Wie is Caroline Van Driessche? • algemeen directeur scholengemeenschap KBO Oudenaarde • voormalig orthopedagoog

44


Klasse Magazine

De directeur

Verandering van school doet leren In basisscholengemeenschap KBO Oudenaarde is de kans dat je vastroest klein. Als leraren én directeurs er veranderen van school, vinden ze dat een meerwaarde. De manier waarop algemeen directeur en voormalig orthopedagoog Caroline Van Driessche naar mensen kijkt, zit daar voor iets tussen: “Ik probeer de talenten van mijn leraren en directeurs op de juiste school in te zetten.” “Leraren mogen mij altijd aanspreken als ze aan een nieuwe uitdaging toe zijn op een andere school, of als ze zichzelf goed zien passen in een specifiek pedagogisch project. Of als er een nieuw project is: dan springen geïnteresseerden op onze interne vacature.” “Maar ook de leraar met een ‘zorg’ die binnen de school niet kan worden opgelost, kan bij mij terecht. Ik help hem of haar meningsverschillen te aanvaarden en reik handvatten aan om daarmee om te gaan. Ze maken immers een school ‘rijk’. Maar soms zijn conflicten van die aard dat we moeten zoeken naar een andere oplossing, bijvoorbeeld een andere school. Het gebeurt ook dat het met een startende leraar niet meteen wil lukken. Dan krijgt die een nieuwe kans in een andere school. Ik hou niet van uitspraken als ‘die functioneert niet’. Er zijn altijd meerdere oorzaken en dus ook meerdere oplossingen.”

“Of die overstap een succes is, kan je nooit helemaal voorspellen. Een nieuwe directeur op school brengt dan ook heel wat teweeg in een team en in een schoolcultuur. Toch heb ik het gevoel dat we voor de meeste scholen tot een zeker evenwicht komen. Anders heb je scholen ‘waar het goed draait’ en scholen ‘waar het moeilijker draait’, en lijkt daar niets aan te doen. Daar spelen wij op in. Directeurs zelf zien zo’n nieuwe setting als een uitdaging. Na 6 à 7 jaar hebben ze soms het gevoel dat ze hun sterktes in hun ‘oude’ school voldoende hebben uitgespeeld.” “Maar we gooien niet zomaar alles om. Als een school goed draait en er is nog voldoende vernieuwing aan de gang, gaan we directeurs niet aanspreken om te veranderen. Soms zitten mensen ook in een fase in hun leven dat zo’n nieuwe werkplek niet goed uitkomt.” “Ik hoed mij trouwens voor een zwart-witdenken in het debat over het doorbreken van de vlakke loopbaan en functiedifferentiatie. De ene raakt gemotiveerd door een nieuwe uitdaging, de andere is net helemaal in zijn nopjes als hij in zijn school kan blijven en daar kan blijven vernieuwen. Terwijl nog anderen dreigen vast te roesten en je denkt: die moet er eens uit. Mijn advies? Hou rekening met die verschillen en praat met elkaar.”

“Veranderen van school is niet altijd makkelijk binnen het huidige wetgevende kader: je moet rekening houden met voorrangsregels, verschillende ambten in gewoon en buitengewoon onderwijs … Het gebeurt dat we niet kunnen ingaan op een vraag.” “Bij het roteren van directeurs gaan we wat anders te werk. Elke directeur heeft zijn sterke en minder sterke kanten. En elke school heeft bepaalde competenties nodig. Zo gaan we matchen. Afhankelijk van de situatie kiezen we voor de complementaire of net de versterkende aanpak. Een directeur die goed is in menselijk contact, kan naar een school waar dat een werkpunt is, óf naar een school die bekend staat voor haar sterke ouderwerking.”

45

Tekst Nele Beerens Beeld Jens Mollenvanger

BEN JIJ EEN DIRECTEUR EN OP ZOEK NAAR INFORMATIE OP MAAT? MAAK EEN PROFIEL AAN OP KLASSE.BE EN DUID JE ROL ALS DIRECTIE AAN.


Klasse Magazine

Directeur Peter Dams (Sint-Lutgardis, Mol) stapt met zijn kappersopleiding mee in het proefproject 'Schoolbank op de werkplek': "Leerlingen leren het best in een authentieke omgeving. De werkvloer dus."

46


Klasse Magazine

Schoolbank op de werkplek Tekst Bart De Wilde Beeld Kevin Faingnaert Illustratie Jasper Van Gestel

In september starten meer dan 30 scholen met het proefproject ‘Schoolbank op de werkplek’. Ze proberen duaal leren uit, een volwaardige opleiding waarin leerlingen uit het secundair hun opleiding deels in een bedrijf volgen. Zorgt een schoolbank op de werkvloer voor sterker onderwijs en meer leerlingen in technische jobs? En zet het bedrijfsleven dan de onderwijslijnen uit? Ouders vragen om meer stages, leraren om zinvollere stages die leerlingen beter voorbereiden op jobs. Werkgevers zoeken direct inzetbare jonge werknemers. Leren en werken combineren bestaat al in het deeltijds beroepsonderwijs secundair en in Syntra-leertijd. En ook de bso- en tso-richtingen in het gewone dagonderwijs kennen al stageweken. Maar de bestaande formules en arbeidsgerichte onderwijsvormen kampen met een negatief imago en zijn meestal niet de eerste keuze van de leerlingen. Duaal leren, een samenwerking van beleidsdomeinen Onderwijs en Werk, wil daar iets aan doen door voor alle leerlingen uit de derde graad van beroepsgerichte opleidingen (tso, bso, dbso, Syntra-leertijd en buso OV3) een identiek traject uit te tekenen. Zo wil duaal leren komaf maken met het beeld dat

47

sterk arbeidsgerichte opleidingen een laatste reddingsboei zijn voor schoolmoeë, minder gemotiveerde leerlingen. Die opleiding op de werkvloer, waar leerlingen alle facetten van een beroep op een realistische manier leren, moet sneller leiden tot een goede job of de springplank zijn naar hogere studies. Anders dan bijvoorbeeld in dbso en de stages in bso en tso zullen leerlingen ook echt leren binnen het bedrijf en niet alleen de leerstof die ze op school meekregen toepassen op de werkvloer. Scholen en bedrijven zullen daarom moeten overleggen over leerplannen (waar leren de leerlingen wat?) en de mentor in het bedrijf zal ook pedagogische kwaliteiten moeten hebben. Binnen duaal leren zullen leerlingen het hele jaar door vaak op de werkvloer staan. Streefdoel is gemiddeld 20 uur per week. Dat lukt echter niet voor alle opleidingen. Sommige opleidingen vereisen veel theoretische voorkennis en een aantal sectoren begeleidt leerlingen uit veiligheidsredenen eerst op gesimuleerde werkplaatsen. Naast de duale leerweg kunnen leerlingen ook nog kiezen voor de variant op school. Een leerling elektrische installaties of haarzorg bijvoorbeeld zal dus kunnen kiezen of hij in duaal leren stapt of de opleiding vooral op school aflegt.


Klasse Magazine

“Het bedrijf mag een stem hebben in de klassenraad” Maggy Vankeerberghen, directeur Pro Technica, Halle

Met het proefproject ‘Schoolbank op de werkplek’ testen meer dan 30 scholen het duaal leren uit vanaf 1 september 2016. Die scholen mogen dankzij het decreet Proeftuinen afwijken van de regels. De mentor die de leerlingen begeleidt en opleidt op de werkvloer mag bijvoorbeeld mee de klassenraad in. De ervaringen van de proeftuinen inspireren vervolgens het decreet Duaal Leren. Op 1 september 2017 wil de Vlaamse overheid met het nieuwe decreet duaal leren echt van start gaan. LEERPLANNEN BESPREKEN MET AUDI Een van de proefprojecten loopt volgend schooljaar in Halle. Directeur Maggy Vankeerberghen van het Pro Technica werkt al vier jaar intensief samen met Audi. Leerlingen leren er zes weken op de werkvloer, ruimer dan de klassieke stages. Meestappen in ‘Schoolbank op de werkplek’ is een logische volgende stap. “Toen Audi vier jaar geleden een partnerschool zocht om leerlingen vaker leerkansen te geven in het bedrijf, gingen we mee. Audi wilde meer voeling met onderwijs en zocht jonge technische werknemers voor vacatures die niet ingevuld raakten. Wij wilden onze tso-leerlingen laten werken met

48

recente, hoogtechnologische apparatuur. Alleen zo krijgen ze een kwalitatieve, realistische opleiding. Onze noden matchten perfect. We bogen ons samen over de leerplannen van technische vakken en verdeelden wat op school en bij Audi aangeleerd kan worden. Het resultaat: onze leerlingen leren zes weken bij de autoconstructeur. Vanaf september drijven we dat verder op. Binnen duaal leren zullen we volgend schooljaar de algemene vakken betrekken. Daarvoor vind ik dat we de leerplannen moeten durven loslaten of aanpassen aan lokale sectoren. Als Audi lessen Duits wil aanbieden of vraagt om bepaalde wiskundige kennis vroeger op school aan te bieden, waarom niet? Maar een leerling in Oost-Vlaanderen die in een andere industrie stapt heeft wellicht andere tools nodig dan Duits.” Dat Audi de schoolcultuur binnensluipt, vindt Vankeerberghen niet erg. “Audi investeerde in onze school. We kregen nieuwe apparatuur – onbetaalbaar voor een school – en we schilderden het werklokaal op school in de rood-grijze Audi-kleuren. Audi zorgt binnen en buiten de school mee voor een kwalitatief hoogstaande opleiding voor onze leerlingen en geeft leerlingen die willen werken een job. Daarom vind ik dat de mentor op het bedrijf ook een stem mag hebben in de klassenraad. Maar uiteindelijk zullen vooral leraren cruciaal


Klasse Magazine

zijn binnen duaal leren. Zij moeten de algemene vorming en het leerproces op de werkvloer blijven bewaken.” Binnen duaal leren zal de school samenwerken met verschillende bedrijven, omdat niet alle vaardigheden op een bedrijf kunnen geleerd worden. Maar dat Audi als eerste de weg naar de secundaire school vond, is geen toeval. De grote Duitse fabrikant heeft in zijn thuisland ervaring met duaal leren. Duaal leren is daar een succesverhaal dat sterke leerlingen aantrekt. 60 procent van de Duitse leerlingen stapt in het concept. Ze krijgen binnen de bedrijven doorgroeikansen en de jeugdwerkloosheid is er laag. Alleen mikt duaal leren in Duitsland wel vooral op de sterke leerlingen, niet op leerlingen die gemotiveerd moeten worden om naar school te blijven gaan. DUAAL LEREN OF DUAAL WERKEN? Maar niet alle scholen kunnen met een grote, ervaren speler in zee. Anders dan in Duitsland kent Vlaanderen een kmo-landschap, met veel meer kleine ondernemingen en zelfstandigen. Het Vlaamse overheidsagentschap Syntra Vlaanderen, dat een ander juridisch statuut heeft dan de Syntra-opleidingscentra, staat in voor het vinden van voldoende arbeidsplekken. Dat zal snel over tienduizenden leerlingen gaan. “We willen gericht inspelen op de noden van de sectoren en proberen goede praktijken uit ervaren sectoren te verspreiden zodat andere sectoren ze ook kunnen toepassen. We gaan niet alles van bovenaf opleggen, want op sommige scholen lopen samenwerkingen met bedrijven al goed. Die

49

werken dat duaal leren wel verder goed uit”, vertelt CEO Bruno Tindemans. Niet alle sectoren springen even makkelijk op de kar. “De chemiesector is al jaren vragende partij omdat het vacatures heeft waarvoor ze moeilijk jonge werknemers vindt, de horeca bijvoorbeeld reageert terughoudender. Maar algemeen leeft er vandaag veel interesse bij de bedrijfswereld. En ook al is de timing krap, dat momentum mogen we niet voorbij laten gaan.” Sint-Lutgardis in Mol moet voor zijn kappersopleiding op zoek naar voldoende leerplekken bij kleinere zelfstandigen. “De sector helpt ons en mobiliseert zijn kappers”, vertelt directeur Peter Dams. “Wellicht vinden we voldoende kappers, maar als leerlingen het vak voor 60 procent in een kapsalon leren, welke pedagogische eisen mogen we dan stellen? Van onze leraren verwachten we heel veel, maar van de kappers? Natuurlijk zitten er natuurtalenten bij die ook zonder pedagogisch diploma onze leerlingen goed zullen begeleiden. Maar lang niet allemaal. En dat is nodig: want de kappers moeten de technieken vanaf nu zelf aanleren.” Schoolverantwoordelijke van de Unie van Belgische Kappers Sofie Leyten maakt zich sterk dat duaal leren ideaal is voor kappers, leerlingen en scholen. “Kappers klagen vaak dat de leerstof niet afgestemd is op de praktijk en dat veel leerlingen niet de ambitie hebben om in het beroep te stappen. Leraren vinden het jammer dat hun leerlingen tijdens stages niet mogen doen wat ze vragen. Duaal leren zal dat oplossen want drie dagen op de werkvloer overtuigt wellicht alleen de gemotiveerde leerlingen om kapper te worden. Die kunnen dan echt het tempo van een kapsalon in de vingers krijgen en ook technieken oefenen die vandaag minder aan bod komen


Klasse Magazine

“Duaal leren werkt niet voor iedereen. Daarom raad ik het alleen aan in individuele gesprekken en na een advies van de klassenraad” Peter Dams, directeur Sint-Lutgardis, Mol

in de leerplannen: barbier, herenkapper, extensions … En om echt representatief te zijn, vroeg de sector om ook zaterdagwerk en vakantiewerk – de kerstvakantie is een perfecte leerperiode met veel feestelijke kapsels – in duaal leren op te nemen. Scholen reageerden daar eerst wat terughoudend op, maar voor de kappers is het goed dat het binnen duaal leren wel kan.” Anders dan zijn collega uit Halle is Dams wel bezorgd over de sterke positie en de eisen van de bedrijven. “Hun wens is simpel: goede kappers genereren die meteen aan de slag kunnen. Maar jongeren vormen en opleiden is – ook in beroepsgerichte opleidingen – toch veel meer dan een job aanleren. We willen toch ook inzetten op algemene vorming, op burgerschap, op vakoverschrijdende eindtermen. Daarom mag het eigenaarschap van duaal leren het onderwijs nooit verlaten. Het is duaal leren, niet duaal werken.” Dams vreest dat duaal leren de negatieve naam van beroepsgerichte opleidingen niet zal doen verdwijnen en dat alles wel heel snel van start gaat. Toch staat hij achter de nieuwe leerweg. “Als dit een volwaardige onderwijsvorm wordt in de toekomst, moeten we dat uitproberen”, besluit Peter Dams.

50

“Het is onze maatschappelijke plicht en de moeite om het te proberen. Leerlingen leren immers het best in een authentieke omgeving. De werkvloer dus. Duaal leren is een mooie aanvulling op ons onderwijsaanbod. Maar het vervangt de huidige bso-opleiding niet. Ik verwacht geen grote instroom: alleen arbeidsrijpe, zelfstandige leerlingen zullen in duaal leren hun draai vinden. En ook voor jongeren die schoolmoe zijn kan het een oplossing zijn. Daarom raad ik het niet aan in een algemene oudervergadering. We spreken met ouders en leerlingen als de klassenraad inschat dat duaal leren iets voor hen is. En ook al zijn leerlingen en ouders niet verplicht om het advies te volgen, meestal zitten we toch juist en zijn ouders en leerling enthousiast.” WAT MET DEELTIJDS BEROEPSONDERWIJS? Maar wat is de impact van duaal leren op dbso? Daar hebben ze ervaring met leren en werken en bieden ze hun leerlingen met een heel diverse achtergrond en voorgeschiedenis vandaag vier opleidingstrajecten aan. In twee daarvan combineren leerlingen al drie dagen werk met twee dagen les. In de andere trajecten worden leerlingen voorbereid op leren en werken of worden kwetsbare jongeren individueel


Klasse Magazine

“Deeltijds beroepsonderwijs zal blijven inzetten op individuele trajecten” Sebastian Joye, coördinator CDO De Rotonde, Gent

begeleid. Dus anders dan in bso en tso worden in dbso en Syntra leren op school en op de werkvloer vandaag ook al met elkaar gecombineerd. Verliest het dan een stukje zijn rol als het voltijds onderwijs opleidingen aanbiedt met een sterk accent op werken? In de huidige conceptnota staan vier scenario’s voor de rol van de scholen voltijds secundair onderwijs, het dbso en de Syntra-centra. In het ene uiterste bieden alle aanbieders in de toekomst ook duaal leren aan met duidelijke afspraken over het aanbod van studierichtingen, in het andere uiterste is er maar één aanbieder van duaal leren. Vandaag lijkt de eerste optie de meest waarschijnlijke. Dat er nog geen beslissing genomen werd, zorgt dat niet voor onrust? Coördinator Sebastian Joye van CDO De Rotonde in Gent reageert genuanceerd. In zijn centrum verdriedubbelde het aantal leerlingen op minder dan tien jaar. Hij ziet in het dbso vooral veel raakvlakken met duaal leren en vermoedt dat dbso zal blijven inzetten op zorg, met individuele begeleiding. “Eigenlijk bieden wij leren op school en op de werkvloer al jaren aan. Duaal leren zal zich specifiek richten op onze

51

sterkste, meest zelfstandige jongeren. Een deel van onze leerlingen kan dus mee in dat verhaal. Maar in ons systeem van leren en werken kunnen leerlingen groeien omdat we flexibeler zijn, verschillende trajecten aanbieden en leerlingen daarbij individueel begeleiden. Leerlingen mogen zoeken en aan zichzelf werken. Op hun eigen tempo groeien, via modules en individuele begeleiding.” “Dat belangrijke groeiperspectief zit veel minder in duaal leren omdat het met standaardtrajecten werkt. Zullen werknemers jongeren rekruteren die nog moeten groeien, worden leerlingen voldoende individueel opgevolgd? Ik weet het niet. Dat we met duaal leren alle bestaande trajecten van werken en leren uit dbso, Syntra en gewoon onderwijs op elkaar willen afstemmen is goed. Dat schept duidelijkheid. Maar dbso zal nog een functie hebben naast duaal leren. Omdat er altijd leerlingen zullen zijn die extra persoonlijke begeleiding en zorg nodig hebben voor ze klaar zijn om een beroep te leren. Daarom zullen we naast duaal leren in dbso ook blijven inzetten op individuele trajecten die de gewone schoolloopbaan doorbreken.”


Klasse Magazine

Samenstelling Patrick De Busscher

OP STA PM ET

J

E

INGEN L R E LE

KLEUTERONDERWIJS

ERNEST EN CÉLESTINE Beer Ernest en muis Célestine uit de kinderboeken van illustratrice Gabrielle Vincent komen op het podium tot leven in muziektheater voor kinderen vanaf 2 jaar. Je kan een voorstelling (45 min.) combineren met een educatieve creatieve workshop. www.theater-ernest-celestine.be

BASISONDERWIJS

MAKINGMOVIES Maak een fictiefilm, animatiefilm, experimentele film of reportage met je leerlingen (6 tot 12 jaar) en neem deel aan ‘MakingMovies’, een eendagsfilmfestival van Jekino. Weet je niet goed hoe te beginnen? De ‘Filmdokter’ helpt je op weg. Deadline is 30 november. Een selectie van

de inzendingen komt op het grote scherm tijdens het ‘MakingMovies Filmfeest’ op 26 februari 2017 in Antwerpen. www.makingmovies.be

BASISONDERWIJS

MET MUDIE DE MUIS OP VERKENNING Mudie de muis woont in het stadsmuseum ‘De Hofstadt’ in Diest. Via een zoektocht en letterspel ontdekken leerlingen basisonderwijs het museum. Ze voeren opdrachten uit en krijgen daarvoor een beloning. ‘Kunstkleuters’ is een apart programma op kleutermaat. www.toerismediest.be/detail-009/stadsmuseum-de-hofstadt/

BASISONDERWIJS

KUNST MET DE KLAS Je bezoekt eerst de tijdelijke tentoonstelling in ‘Be-Part’ (Waregem) en daarna maken je leerlingen een eigen kunstwerk. Ervaren kunstenaars begeleiden de ateliers, stimuleren de creativiteit, prikkelen de nieuwsgierigheid en nodigen uit tot spelen. www.bepartlive.org (en klik op “ATELIER”) – op afspraak, 50 euro per klas (max. 22 leerlingen) WIN! 5 x gratis workshop. Mail vóór 15 juli naar atelier@ be-part.be.

BASISONDERWIJS

VLIEG SPEURT IN HET MIAT Van 1 juli tot 31 augustus is Vlieg op bezoek in een textielfabriek. Met hem duik

52

je in een wereld van wevers, techniekers en onderzoekers. Een wereld vol vezels, grondstoffen en hoogtechnologische toepassingen. Voor kinderen van 8 tot 12 jaar. www.miatgent.be – alle activiteiten van Vlieg vind je op www.uitmetvlieg.be

SECUNDAIR ONDERWIJS

DON’T HIDE INSIDE Drie therapeuten werkten een theaterproject uit over de preventie van depressie en suïcide bij jongeren. ‘Don’t hide inside’ is een interactieve voorstelling (20 min.) voor leerlingen vanaf 15 jaar. De voorstelling kent een open einde, waarna een nabespreking/vormingssessie volgt rond depressie, automutilatie en suïcidegedachten. Dit project (2 à 3 lesuren) is beschikbaar vanaf september. www.donthideinside.be


Klasse Magazine

SECUNDAIR ONDERWIJS

28 X EUROPA Met het nieuwe en gratis pakket '28 in 1 – Actieve lessen over de EU’ probeert het Informatiebureau van het Europees Parlement leerlingen derde graad secundair onderwijs beter te informeren over en meer te betrekken bij de Europese Unie en de Europese democratie. Je vindt in dit pakket actieve werkvormen, kant-en-klare presentaties, spellen, internetoefeningen, simulatieoefeningen en lesfiches. Er zijn vier modules die je apart kan gebruiken voor lessen geschiedenis, PAV, cultuurwetenschappen, aardrijkskunde, economie, Nederlands, levensbeschouwelijke vakken en Frans (er is een Franse versie). www.europarl.be/28in1

SECUNDAIR ONDERWIJS

JONGEREN BELEVEN KLASSIEKE MUZIEK Meer dan 2200 leerlingen derde graad secundair vonden de weg al naar het Brugse Concertgebouw

voor ‘Acoustic Power’, een laagdrempelig project om leerlingen in contact te brengen met klassieke muziek. Ook volgend schooljaar bestaat het project uit drie delen: een workshop (1 of 2 lesuren, aangepast aan de studierichting) in de klas, een wedstrijd (facultatief) en een concert in Brugge.

oorlog’ (‘Paths of Glory’ van Stanley Kubrick en ‘My Boy Jack’ van Brian Kirk).

www.acousticpower.be – 4 euro per leerling (eigen vervoer) of 6 euro per leerling (vervoer geregeld door Concertgebouw)

‘Focus Franse Film’ (de vroegere ‘Week van de Franse Film’) verhuist naar de programmatie van Lessen in het donker en zal daardoor beschikbaar zijn op meer dan 80 locaties in Vlaanderen. Wat blijft? Zes topfilms met pedagogische fiches voor de lessen Frans. Wat komt er extra bij? Per film een aanvullende lesmap en een introductiefilmpje in de filmzaal.

SECUNDAIR ONDERWIJS

FILMSTOF Met de actie ‘Tweemaal raak!’ biedt FilmStof pakketjes met twee films voor leerlingen 2de en/of 3de graad, telkens een filmklassieker en een recentere film. De films worden op school ingeleid, bekeken en uitgebreid besproken: een halve dag per film (je kiest voor een of beide films). Er zijn drie pakketjes beschikbaar: ‘Film en de wet’ (’12 Angry Men’ van Sidney Lumet en ‘Het vonnis’ van Jan Verheyen), ‘Horror’ (‘Frankenstein’ van James Whale en ‘Frankenweenie’ van Tim Burton) en ‘Eerste Wereld-

53

www.filmstof.com

SECUNDAIR ONDERWIJS

FOCUS FRANSE FILM

www.lesseninhetdonker.be/ filmaanbod

ALGEMEEN

ALLEMAAL HET BOS IN Van 9 tot 16 oktober is er opnieuw de ‘Week van het Bos’. Met als slogan ‘Allemaal het bos in’ roepen de organisatoren iedereen

op om samen de grootste sportclub van Vlaanderen te vormen. Ook scholen en leraren kunnen helpen: trek naar een bosfiliaal in je buurt en organiseer (mee) een (sport)activiteit. Deelnemen is zilver, organiseren is goud! www.weekvanhetbos.be

ALGEMEEN

ZINGEN IN DE KLAS Zingen is gezond, zingen verjaagt stress, zingen verhoogt de weerstand en zorgt voor verbondenheid. De workshop ‘Zang’ van ‘Muziek is de max’ draait vooral rond een mooie basistechniek en stimuleert zangdurf. www.muziekisdemax.be WIN! 1 x ‘Workshop Zang’ (max. 25 deelnemers). Deelnemen via www.klasse.be/win.


Advertentie


Klasse Magazine

AL

NIEU W

LE S

IA ER T MA

BASISONDERWIJS

BILL DE KROKODIL Bill De Krokodil is een muziekalbum over een leergierige krokodil. Leraar Pieter Putzeys brengt leuke, nieuwe kinderliedjes voor thuis en in de klas. Op de cd vind je ook alle instrumentale versies, ideaal om in de klas mee te zingen. Voor leerlingen van 4 tot 9 jaar.

ALGEMEEN

LEREN IN BEELD De collectie ‘Leren in beeld’ van de afdeling Onderwijsbeleid (Antwerpen) bevat 52 filmpjes rond onderwijs en diversiteit in grootsteden. Daarmee wil de afdeling leraren, schoolteams en lerarenopleidingen inspiratiemateriaal geven over diversiteit, gelijke kansen, armoede ... Bekijk en gebruik de filmpjes gratis. www.onderwijsantwerpen.be/ nl/vimeo

BAAS VAN DE WERELD Een vieze zwerver blijkt de baas van de wereld te zijn en neemt Ivo en Mila mee op een achtervolgingsavontuur om de wereld mooier te maken. Pieter Koolwijk (tekst) en Elly Hees (illustraties) mikken met dit jeugdboek op leerlingen vanaf 8 jaar. www.lemniscaat.nl

BASISONDERWIJS

SIM SA LA BIM Vliegen door de lucht aan een zeepbel, een kist wordt een kar met wielen … De opa van Bas kan toveren en de oma van Lies is een fee. ‘Sim sa la bim’ is een kleurrijk verhaal voor eerste lezers, van Brigitte Minne (tekst) en Isabelle Geeraerts (tekeningen). www.eenhoorn.be WIN! 5 x ‘Sim sa la bim’. Deelnemen via www.klasse.be/win.

www.facebook.com/Billdekrokodil

BASISONDERWIJS

WIN! 5 x ‘Baas van de wereld’. Deelnemen via www.klasse.be/ win.

BASISONDERWIJS

DYSLEXIE Charlien Broes en Liesy Nelissen (laatstejaars Toegepaste Psychologie) maakten een informatief animatiefilmpje over kenmerken, oorzaken, diagnose en behandeling van dyslexie. ‘Dyslexie de movie’ vertelt het verhaal op maat van

55

leerlingen lager onderwijs, via de figuurtjes Lars en Mieke, twee dyslectische kinderen. www.youtube.com/watch?v=4EZ3kdaKldg

BASISONDERWIJS

WIN! 5 x ‘Bill De Krokodil’. Deelnemen via www.klasse.be/ win.

SECUNDAIR ONDERWIJS

KIEZEN VOOR TECHNIEK

www.jekino.be/kleine-anna

Met vijf filmpjes wil Talentenfabriek technische opleidingen bekender én beminder maken. Het aanbod bestaat uit een algemeen filmpje (Welke talenten heb je nodig? Wat kan je achteraf studeren? Is techniek ook iets voor meisjes? welke jobs zijn mogelijk?) en vier thematische filmpjes rond de studiedomeinen mechanica, elektriciteit, elektronica en chemie. In de filmpjes vertellen leerlingen, leraren én werknemers over hun studiekeuze vanuit hun passie, dromen en ambitie.

WIN! 10 x ‘Kleine Anna en Lange Oom’. Deelnemen via www.klasse.be/win.

www.talentenfabriek.be - bekijk de filmpjes op YouTube via https://goo.gl/7K2WQ7

KLEINE ANNA EN LANGE OOM Kleine Anna is nieuwsgierig en een beetje gek. Lange Oom is een beetje sloom. Samen beleven ze avonturen: een boomhut bouwen, een taart bakken, vissen, spelen in de sneeuw … De animatiefilm ‘Kleine Anna en Lange Oom’ (Alicja Björk, Lasse Persson en Per Ahlin) staat nu op dvd. Mét lespakket.


Advertentie


B

LINGEN O H C IJS

NAVORMIN

GE

N

&

Klasse Magazine

ALGEMEEN

KOFFIE EN STRAFSTUDIE Klassenraden en lerarenkamers, bijnamen en iconische leraren. Comedian, singer/songwriter én leraar godsdienst Koen Dewulf brengt met ‘Koffie & Strafstudie’ een luchtige kijk op onderwijs. In de (al dan niet) bijbehorende workshop ‘AD-REM kan je leren?!’ geeft hij tips en tricks om ook zonder bakken komisch talent en zonder te beledigen met humor het verschil te maken bij je leerlingen. www.koendewulf.be

ALGEMEEN

ZOMERFILMCOLLEGE In Cinema Zuid (Antwerpen) kan je van 10 tot 16 juli een week lang genieten van meer dan 20 films en 15 lezingen, met als headliners alle films van Chantal Akerman en een sectie rond musicals door de filmgeschiedenis heen. www.vdfc.be/ zomerfilmcollege.html

ALGEMEEN

ONTWIKKEL JE TALENTEN Hoe kan je het beste uit jezelf halen? Uit wetenschappelijk onderzoek en inzichten van coaches en leraren verzamelde Daniel Coyle 52 tips om je talenten nog te verbeteren en je leven gemakkelijker, leuker of beter te maken. ‘Ontwikkel je talenten’ is het eerste deel in de nieuwe serie ‘Maven Life#Hacks’. www.mavenpublishing.nl WIN! 5 x ‘Ontwikkel je talenten’. Deelnemen via www.klasse.be/ win.

ALGEMEEN

DE BIB Leraren vinden in bibliotheekmedewerkers een gedroomde bondgenoot: het zijn deskundigen in boeken, leesbevordering, leesplezier, informatiegeletterdheid en

57

mediawijsheid. Daarnaast is een bib zowel digitaal als fysiek een plek waar leraren terecht kunnen voor lesvoorbereidingen, informatiebronnen, krantenartikels ... Bezoek je lokale openbare bibliotheek om alle mogelijkheden te ontdekken. www.cultuurconnect.be/diensten/de-bib-op-school

ALGEMEEN

VERRASSING IN JE VALIES Bibliotheek De Wolfsput in Dilbeek schenkt zijn leraren een stapeltje jeugdliteratuur: 5 boeken voor een leeftijdsgroep naar keuze tussen 12 en 18 jaar. Bij elk boek krijg je ook een recensie. Enige voorwaarden: lid zijn van de bib in Dilbeek en een account hebben van Mijn Bibliotheek. Lidmaatschap is gratis met je Lerarenkaart (i.p.v. 5 euro). Het pakket kan je vanaf 6 juni reserveren via info@wolfsput.be of

via de online catalogus (surf naar dilbeek.bibliotheek.be en zoek op ‘verrassingen in je valies’). www.wolfsput.be

BASISONDERWIJS

GOEDGEVOEL SCHOLEN School Zonder Pesten vzw lanceert met het nieuwe ‘Maak van je school een goedgevoel school!?’ een inspirerend boek voor wie leerlingen en collega’s een warm hart toedraagt, een reflectieboek voor wie durft stilstaan bij het ‘Goedgevoel’ (welbevinden) van leerlingen en collega’s en een ideeënboek voor wie zoekt naar kleine extraatjes om dat ‘Goedgevoel’ te versterken. Geen lees- maar een doe-boek dus. www.schoolzonderpesten.be WIN! 5 x ‘Maak van je school een goedgevoel school!?’. Deelnemen via www.klasse.be/win.


Klasse Magazine

Kunstlicht en krijsende kleuters komen harder binnen bij kleuterjuf Kris.

Kleuterjuf Kris is hoogsensitief 58


Klasse Magazine

”De seconde dat een kleuter de drempel overstapt, zie ik al: daar is vanochtend iets gebeurd, of die moet ik vandaag extra in de gaten houden”

Als kleuterjuf Kris een hoogsensitieve kleuter in de klas heeft, herkent ze zichzelf. Licht, drukte en geluid komen ook bij haar veel harder binnen. Toch staat ze al 34 jaar graag voor de klas. “Met time-outs en duidelijke regels vermijd ik helse hoofdpijnen. En het heeft ook voordelen: ik zie direct wanneer een kleuter niet goed in zijn vel zit.” “Ik was altijd wel anders dan de rest. Als kleuter moest mijn broer mij bijna dagelijks krijsend de klas in slepen. Ik vond moeilijk aansluiting bij andere kinderen, was angstig en werd laat zindelijk. Mijn kleuterjuf toonde geen begrip. Ik zal nooit vergeten hoe ze mij over de speelplaats trok toen ik in mijn broek had geplast. ‘Ze heeft het weer eens niet kunnen ophouden’, riep ze. De totale vernedering.” HOOGSENSITIEVE KLEUTER EN JUF “Pas vorig jaar viel de diagnose. Een van mijn kleuters wreef voortdurend in zijn ogen omdat hij last had van kunstlicht. En hij kende zijn eigen grenzen slecht. Ik herkende me in hem en wilde voor hem zorgen in mijn klas. Ik raadpleegde een expert voor wat tips. Zij zei: ‘Als je jezelf nu eens ziet als een extra kleuter in je klas. Wat heb jij dan nodig om je goed te voelen?’ Toen viel alles op zijn plaats. Niet alleen de kleuter was hoogsensitief. Ik ook.” “Ik vind het wel een slechte term. Het klinkt alsof ik mezelf beter vind dan anderen. Dat is helemaal niet zo.

59

Tekst Simone Maas Beelden Kevin Faingnaert

Hoogsensitieve mensen krijgen gewoon alle prikkels harder binnen. Licht, drukte, geluid. Het hield me verschillende keren oververmoeid thuis. Nu ik weet waarom, kan ik mezelf beter beschermen.” ALTIJD TUSSEN DE PRIKKELS “Als kleuterjuf zit ik voortdurend tussen de prikkels. Vooral de activiteiten buiten de klas: de speeltijd, het middageten, het ophalen van kinderen vermoeien me echt. Als een kleuter dan in mijn oor krijst, raak ik snel geïrriteerd. Maar ook emotioneel kan lesgeven zwaar zijn. Ik werk in Molenbeek. Veel van mijn kleuters vragen extra zorg. Ik trek me hun problemen erg aan, ik neem ze mee naar huis.” “Toch doe ik dat werk al 34 jaar met veel plezier. Kleuters zijn rechttoe rechtaan. Ze stoppen niet weg hoe ze zich voelen en leggen geen druk op me. Bovendien heb ik in de klas de touwtjes strak in handen. Dat ik de regels zelf kan opstellen en mijn lesdag kan plannen, geeft me rust. De kleuters kennen me intussen goed: ze weten wat ze in de klas wel en niet kunnen doen.”


Klasse Magazine

"Als ík het al niet durf om mijn grenzen aan te geven, wie dan wel?"

KAARSJE BLAZEN BRENGT RUST “Na een drukke activiteit – zoals de speeltijd – las ik een korte time-out in. Dan gaat het licht uit en gaan we in het donker rond een kaars zitten. De ene keer praten we over gevoelens, de andere keer doen we een concentratiespel: de kleuters blazen tegen de kaars zodat de vlam gaat dansen, zonder uit te doven. Het helpt: na tien minuten zijn ze allemaal rustig en gefocust. Ik heb ook een time-outhoek in mijn klas. Met zachte kussens, boekjes en massagespulletjes. Via mijn klasblog zamel ik oude koptelefoons in, zodat de kinderen zelf de stilte kunnen opzoeken. En het onthaalmoment in de klas begint bij mij een kwartier vroeger. Kleuters hebben meer tijd om de klas binnen te stappen. Dat maakt de start van de dag rustiger.” “Mijn hoogsensitiviteit maakt me ook sterker als leraar; Ik voel heel goed aan hoe een kind in zijn vel zit. De seconde dat het de drempel overstapt, zie ik al: daar is vanochtend

60

iets gebeurd, of die kleuter moet ik vandaag extra in de gaten houden. Mijn oudercontacten zijn ook intenser. Ze duren soms anderhalf uur. Die gesprekken gaan veel dieper dan hoe het kind het in de klas doet. Ik heb vaak meegemaakt dat een moeder me haar persoonlijke problemen toevertrouwde en begon te huilen. Ik vind het fijn dat ouders voelen dat ze bij me terechtkunnen. Hoe beter ik de thuissituatie ken, hoe beter ik de kinderen in de klas kan begeleiden.” OPLADEN VOOR DE VOLGENDE DAG “Na school doseer ik mijn activiteiten. Ik werk ‘s morgens het best, sta extra vroeg op en maak dan mijn schoolwerk. Na school doe ik zo weinig mogelijk. Geen tv, geen radio, rolluiken naar beneden. Rust. Alleen zo kan ik me opladen voor de volgende dag. Ik heb wel hobby’s, maar die hangen niet vast aan vaste tijdstippen: ik doe aan yoga, ben vrijwilliger in de bibliotheek en schrijf blogs. Als ik het aankan.”


Klasse Magazine

Wie is Kris van den Broeck? • juf bij de jongste kleuters • Vierwindenschool in Molenbeek, Brussel • 34 jaar ervaring • weet sinds een jaar dat ze hoogsensitief is

“De vele voorschoolse, naschoolse en weekendactiviteiten zijn lastig. Na klasuitstappen of schoolfeesten kampte ik standaard met helse hoofdpijn en deed mijn vel bij elke beweging pijn. Maar ik wil mijn werk ook voor de volle honderd procent doen. Niet de indruk geven dat ik minder betrokken ben bij de school dan mijn gedreven collega’s. Daar worstel ik mee. Ik stap niet op elke collega af om te vertellen dat ik hoogsensitief ben. Zoiets gooi je niet zomaar op tafel.” KWETSBAAR OPSTELLEN VOOR COLLEGA’S “Ik leer intussen wel beter mijn grenzen te stellen. Alleen door veel bewuster met mijn lichaam om te gaan, ben ik volledig pijnvrij en werden pijnstillers uitzonderingen. Voor de laatste quizavond heb ik me – na lang twijfelen – toch maar verontschuldigd bij de organisator. Ik legde haar uit dat het me te veel zou worden. ‘Geen probleem’, zei ze. ‘Ik vind het fijn dat je het me komt zeggen.’ Ze toonde veel begrip.

61

Dat luchtte me op: als ik duidelijk communiceer, begrijpen collega’s dat.” “Eigenlijk vind ik het mijn taak om me kwetsbaar op te stellen zodat jonge collega’s zien dat dat mag. Ik zie veel jongere collega’s zichzelf voorbijlopen. Ze zijn enthousiast en willen zich bewijzen. Ik werk al twintig jaar op deze school. De meeste leraren hadden mijn kinderen kunnen zijn. Als ík het al niet durf om mijn grenzen aan te geven, wie dan wel? Ik begrijp heel goed dat het moeilijk is om je grenzen te bewaken als jonge leraar, zeker als je nog geen vaste benoeming hebt. Er ligt altijd werk te wachten en het kan altijd beter. Maar het belangrijkste is dat de kleuters een warm gevoel overhouden aan hun schooltijd. En dat kan je ze alleen geven als je zelf ook goed in je vel zit en als je de energie hebt om vol te houden.”


Klasse Magazine

Wie is Jan Royackers? • negen jaar leraar Frans in de tweede en derde graad, Paridaens Leuven • leerlingenbegeleider en lid directieraad • twee keer naar Rwanda als Leraar zonder Grenzen: scholen openhouden in de vakantie zodat kinderen niet rondhingen op straat of door bendes verscheept werden naar Kigali

62


Klasse Magazine

“Stop microstages in het takenpakket van leraren� Leraar Jan ontdekte onderwijs via niet-betaalde stages.

63


Klasse Magazine

Tekst Bart De Wilde Beeld Thomas Sweertvaegher

Dit schooljaar nam leraar Jan loopbaanonderbreking. Via niet-betaalde microstages ging hij op onderzoek in andere scholen en in de bijzondere jeugdzorg. Zijn doel: een plattegrond van onderwijs maken en er schoonheid én schoonheidsvlekjes ontdekken. “Op mijn achttiende dacht ik eraan leraar basisonderwijs te worden. Ik wil jongeren graag zelfredzaam maken, merkte ik in de jeugdbeweging. Lesgeven aan jonge kinderen zou me wel afgaan. Maar ik kwam als leraar Frans in het secundair onderwijs terecht omdat ik het studieadvies kreeg om voor een master te gaan. Ik had geluk: na mijn stage mocht ik direct aan de slag in een goed draaiende blanke middenklasseschool.” “Maar op een school met sterke leerlingen, ontbreekt de sense of urgency om projecten te proberen, om te vernieuwen. Ik was daar steeds meer naar op zoek. Niet dat ik geen kansen kreeg. Ik werd leerlingenbegeleider, maar belandde in zorggesprekken over een laptop voor een leerling met een lichte vorm van dyslexie. Geen fundamentele ondersteuningsvragen voor echte zorgleerlingen. Ik bleef wat op mijn honger zitten. Daarom rijpte het idee van de microstages. Zo kon ik andere onderwijsvormen ontdekken en hun zorgvragen en vernieuwingsdrang zien en voelen.”

1

DOEL 1: “EEN PLATTEGROND VAN ONDERWIJS MAKEN”

Hoe zag zo’n microstage eruit? “Het moest meer zijn dan gewoon een les observeren. Ik wilde mee voor de klas. Dat legde ik uit in een mail naar de scholengemeenschap van Oudenaarde. Daar zochten ze een leraar voor een korte vervanging in een basisschool in Kwaremont. Ik was er welkom in een klas met kinderen uit het eerste, tweede en derde leerjaar. Ik gaf er rekenen en Frans met de handpop Pistache. Ik leerde er zelf dat we vaker klassen moeten samenzetten. De oudere leerlingen zorgen bijna automatisch voor hun jongere klasgenoten. Jaarklassen zijn vooral grenzen die we onszelf opleggen in ons hoofd. Na die eerste microstage contacteerde ik ook een OKAN-school, een Centrum Leren en Werken, een school uit het dko, een bso-school, een home voor bijzondere jeugdzorg … Was je overal welkom? “In elke school mocht ik mee lesgeven of opdrachten begeleiden. Leraren gooiden zonder probleem hun deur open en directeurs waren hooguit bezorgd om de verzekering. In

64

elk van die scholen ben ik naschools nog twee of drie uur blijven plakken om na te praten. Door de microstages en de gesprekken met leraren leerde ik onderwijs van binnenuit beter kennen. Alleen zo maak je een plattegrond. Slechts een keer ving ik bot. Op een immersieschool net over de taalgrens gaf de directeur wel groen licht, maar zag zijn leraar Nederlands het niet zitten dat ik in zijn klas kwam.”

2

DOEL 2: “DE SCHOONHEID ÉN SCHOONHEIDSVLEKJES VAN ONDERWIJS ONTDEKKEN”

Zag je op je microstages de schoonheid van onderwijs? “Ja. Vooral de intuïtieve zoektocht van leraren naar wat het beste is voor al hun leerlingen, vond ik echt mooi. Die zag ik overal. Het beleid mag vertrouwen hebben in zijn leraren. Alleen in heel uitzonderlijke gevallen tastten leraren in het donker en konden ze het positieve van maatschappelijke evoluties niet meer zien.” “Het was voor veel scholen en leraren een kleine moeite om mijn kritische vragen te beantwoorden. Leraren stapten ook gewoon op me af: ‘Ah, een nieuw gezicht in de lerarenkamer!’ Dan legde ik meteen uit wat mijn plannen waren. Leraren staan open voor een frisse blik op hun school. Ik speelde zelf ook open kaart over mijn eigen twijfels en werkpunten als leraar. Vanuit die kwetsbare opstelling kwamen we samen tot nieuwe inzichten.” Zoals? “Kleine dingen soms. Toen ik met de handpop Frans gaf, vertaalde ik de tekst als leerlingen fronsten of blokkeerden. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat ze niets meepikken uit het verhaal. Dat deed de leraar consequent niet. ‘Alles moet in het Frans, volgens het handboek’. Dat lessen vreemde taal alleen maar strikt eentalig lukken, vind ik een dogma. Het was inspirerend om daarover te praten met een collega die, bij een totaal ander doelpubliek, net als ik met tweede taal bezig is.”


Klasse Magazine

Je wilde niet blind zijn voor schoonheidsvlekjes. Welke zag je? “Ik onthou vooral dat diversiteit niet voldoende verspreid is op onze scholen. Sterker nog: ik heb het gevoel dat de scholen aan de rand van een grootstad, die de zwaarste lasten moeten dragen, de minste middelen krijgen. Door op verschillende scholen mee te draaien, zag ik dat kinderen van blanke tweeverdieners, die hun veel talige impulsen geven, nog altijd op scholen belanden die meer kansen bieden.” “Toen ik in een CLW (Centrum voor Leren en Werken) meedraaide, zag ik alleen maar jongeren met een anderstalige achtergrond. Ze zijn daar zo oververtegenwoordigd dat we het systeem in vraag moeten stellen. Waarom slagen we er niet in om ze in het voltijds onderwijs te houden? Er zijn ook nog altijd scholen die filters inbouwen om leerlingen te weren. Dat is niet moeilijk: door elk jaar een verre schoolreis te plannen en het sportuniform iets duurder te maken dan de scholen in de buurt, kan je leerlingen selecteren. Dat lijken kleine dingen, maar ze werken perfect. Dat vind ik schrijnend.”

3

DOEL 3: “LEREN UIT DE MICROSTAGES EN DE ONDERWIJSPLEK VINDEN WAAR IK HET MEEST TOT MIJN RECHT KOM”

Zijn de microstages een sterk leer-format? “Leren van elkaar, bijvoorbeeld via microstages, moet in het takenpakket van leraren. Geen one shots, maar als duurzame bijscholing waarbij leraren in een carrousel ook eens een half jaar meedraaien op andere scholen, in andere onderwijsvormen. Daar leer je wellicht nog het meest.” “Misschien zijn voldoende diverse microstages ook essentieel om als starter een goede beroepskeuze te maken. Via microstages kan je zelf een plattegrond maken van onderwijs tijdens je opleiding. Dan had ik wellicht sneller gevoeld dat ik met mijn grote zorgreflex niet perfect op mijn plek zat in een middenklasseschool. Op die microstages ontdekken starters ook dat ze hun eigen blanke school niet als referentiekader mogen nemen. De schoolse realiteit is steeds vaker veel kleurtjes, veel talen. Als je dat niet in je opleiding ontdekt, ga je dat als leraar problematiseren en vergeet je te kijken naar de talenten van al je leerlingen.” Vond je via de microstages je ideale plek als leraar? “Deels. Het zotte initiatief bracht me op nieuwe onderwijssporen. Tijdens de microstages groeide mijn ambitie om dingen structureel aan te pakken. Ik ontwikkel intussen cursusmateriaal rond vluchtelingen bij het Steunpunt Diversiteit en Leren en startte in de loop van het schooljaar bij Schoolmakers, een organisatie die scholen begeleidt tijdens veranderingsprocessen. Die

“De Leraar zonder Grenzen in mij ziet hier soms meer werk dan in Rwanda” Welke oplossingen stel je voor? “Scholen met een divers leerlingenpubliek dat veel zorgvragen heeft, hebben vaak heel jonge leraren. Terwijl die zoekende scholen eigenlijk de beste, meest ervaren leraren verdienen. Ze hebben nood aan didactische expertise en expert-leraren. Dat wordt nog te weinig gestimuleerd. Daarom ben ik vóór de Brusselpremie en professionaliseringstrajecten binnen de lesuren, want die kosten tijd en overleg. Als ik de schoonheidsvlekjes en de uitdagingen rond bijvoorbeeld diversiteit in ons onderwijs zie, komt de Leraar zonder Grenzen in mij naar boven. Die ziet hier soms meer werk dan in Rwanda.”

65

microstages gaven me een soort legitimiteit en relevante bagage voor die nieuwe onderwijsopdrachten. Als ik een OKAN-school moet begeleiden rond differentiëren of een dko rond breed evalueren, dan red ik het niet met mijn ervaringen in een aso-school. Nu kan ik de specifieke onderwijscontext beter inschatten. Ik heb het zelf ondervonden.” “Een van de projecten die ik begeleid is een nieuwe tienerschool in Brussel die mikt op een divers publiek van leerlingen uit de derde graad basisonderwijs en de eerste graad secundair. Co-teaching, intervisie en andere vernieuwingsprocessen zullen worden ingebouwd in het lessenpakket van de leraren. Het kan zijn dat ik ooit op die school beland als leraar. Werken met jonge gasten op de grens tussen basis en secundair. Op een school met een heel divers publiek dat opgroeit in een grootstad, waar zorg en vernieuwing een tweede natuur is. Dat zijn toch de redenen waarom ik ooit voor de job gekozen heb.”


Klasse Magazine


Klasse Magazine

“Elke leraar is een taalleraar. Maar niet per se een standaardtaalleraar” “Vlaamse leraren spreken vaak tussentaal in de klas. En dat is hoegenaamd geen probleem”, zegt Steven Delarue, assistent Nederlandse Taalkunde aan de UGent. "Integendeel. Leraren die heel dicht tegen de standaardtaalnorm zitten, hebben vaak nog het meest moeite om de leerlingen mee te krijgen." Wa denkte gij d’rvan?

67


Klasse Magazine

Wie is Steven Delarue? • assistent Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit Gent • observeerde en interviewde voor zijn doctoraatsonderzoek 82 Vlaamse leraren in het zesde leerjaar en het derde en zesde jaar secundair • onderzocht in zijn doctoraat het taalgebruik van leraren en wat leraren denken over standaardtaal in de klas

Tekst Wouter Bulckaert Beelden Eva Vlonk

Waarom spreken leraren zo weinig standaardtaal in de klas? “Sommige leraren leggen daarvoor de reden bij de leerlingen: ‘Ze zullen mij uitlachen als ik standaardtaal spreek. Of ze zullen er opmerkingen over maken’. Anderen leggen het bij zichzelf: ‘Als ik me moe voel, of als ik gestresseerd ben, doe ik het niet.’ Ook de klascontext speelt een rol: ‘Als ik interactie wil, moet ik mijn taalgebruik aanpassen, want standaardtaal is niet dynamisch genoeg, te onpersoonlijk. Daarin kan ik mezelf niet zijn.’ Bovendien komt er

68

als leraar zo veel op je af: de maatschappij verwacht dat je lessen burgerschap, filosofie, verkeersopvoeding geeft. Goed lesgeven is voor leraren daarom belangrijker dan goeie standaardtaal spreken. Daarnaast kan standaardtaal arrogant en verwaand overkomen. ‘Die is te lang naar school geweest’, klinkt het dan. Normaal gezien verstaan we onder standaardtaal de gesproken variant van de woordenboeknorm. Maar sommige leraren verbreden hun definitie van standaardtaal: alles wat voor hen geen dialect is, is acceptabel taalgebruik in de klas. En ten slotte verwijzen leraren ook naar de brede samenleving: de school mag voor hen geen eiland van standaardtaal zijn als niemand die daarbuiten nog spreekt.”


Klasse Magazine

“Ik verwacht niet dat elke leraar elke week naar de logopedist gaat om zijn a’s en o’s in te oefenen tot zijn kaken er pijn van doen”

Hoe erg is het dat leraren nauwelijks standaardtaal gebruiken? “Een leraar moet het taalgebruik inzetten waarin hij zich het best voelt. Waarin hij het best de leerstof kan overbrengen, maar altijd op voorwaarde dat alle leerlingen hem kunnen verstaan. Taalpuristen als Mia Doornaert of Geert van Istendael hebben bakken kritiek op die visie. Maar misschien moeten ze dringend nog eens een klaslokaal binnenstappen. Een leraar komt tijdens een les in twintig, dertig situaties terecht die elkaar razendsnel opvolgen. Geef je les uit het handboek, dan spreken leraren meestal vrij goeie standaardtaal. Je hebt een houvast en je kan je heel makkelijk op de taal focussen. Maar als er twee seconden later iets onverwachts gebeurt en iedereen begint te roepen moet je werken aan klasmanagement en verandert je taalgebruik onmiddellijk. Als je tijdens een groepswerk met één individuele leerling praat, is er meer kans dat je tussentaliger spreekt. In plaats van krampachtig te proberen om de hele tijd die standaardtaalnorm te halen, speel je beter in op wat er in de klas gebeurt.” Is standaardtaal dan niet belangrijk? “Natuurlijk sta ik daar volledig achter als ideaalbeeld. Anders werkte ik niet op Nederlandse Taalkunde (lacht). Je moet als leraar in staat zijn je inhoud over te brengen én goeie standaardtaal te spreken. Maar dat vergt tijd en inspanning. Ik verwacht niet dat elke leraar elke week naar de logopedist gaat om zijn a’s en o’s in te oefenen tot zijn kaken er pijn van doen – zoals ik heb moeten doen voor mijn job. De tijd in de lerarenopleiding is beperkt. Wees daarom pragmatisch. Standaardtaal is niet voor iedereen haalbaar. Taal is een communicatiemiddel, een middel om vaardigheden bij te brengen. Hoe taalvaardiger je bent, hoe makkelijker dat lukt. Maar ben je taalvaardiger als je enkel standaardtaal spreekt?”

69

Je moet leerlingen toch voorbereiden op het leven. Dan komt standaardtaal toch van pas? “Zeker. Maar het aantal situaties waarin standaardtaal je een voordeel oplevert, vermindert voortdurend. Zelfs in sollicitatiegesprekken is tussentaal vaak de norm geworden. Op den duur zal standaardtaal misschien enkel nog belangrijk zijn als je journaalanker of radiopresentator wil worden. Maar zelfs in de nieuwsstudio sluipt tussentaal binnen. Op VTM hoor je tijdens informele een-tweetjes tussen nieuwslezer en weervrouw al eens een ‘ge’ of valt de eind-t weg. De norm verbreedt, we evolueren naar een informele standaardtaal waar dat soort dingen wel kan. Standaardtaal mag de norm zijn als streefdoel, maar wat daarvan afwijkt mag je niet verketteren als slechte vormen van taalgebruik.” Mag je van leerlingen verwachten dat ze standaardtaal praten als je dat zelf niet doet? “Volgens mij niet. Je moet zelf het goede voorbeeld geven. Je mag je leerlingen niet corrigeren op ‘ge’ en ‘gij’ als je het zelf doet. ‘Ge hebt nu weer ‘ge’ gezegd’: dat slaat nergens op. Maar uit mijn onderzoek blijkt dat de leraren die het niet doen, het meestal ook niet verwachten. Wel willen ze dat hun leerlingen beleefd praten, spontaan zijn, vlot kunnen formuleren, correcte zinnen maken. Daar letten de leraren op en dat corrigeren ze. Opmerkingen op uitspraak en accent hoor je bij leraren Nederlands en wie sterk met taalgebruik bezig is. Taalgebruik van leerlingen en leraren loopt trouwens in grote mate samen. Ook leerlingen spreken voornamelijk tussentaal, soms wat meer naar het dialectische toe.”


Klasse Magazine

“Een leraar moet het taalgebruik inzetten waarin hij zich het best voelt. Maar altijd op voorwaarde dat de leerlingen hem kunnen verstaan”

Zie je verschillen tussen het taalgebruik in lager en secundair onderwijs? “Hoe ouder de leerlingen, hoe minder standaardtaal je hoort. Als de kinderen jonger zijn, moet je die meer taalsteun geven, preciezer, nadrukkelijker zijn. Spreken leraren basisonderwijs dan altijd standaardtaal? Nee, maar ze doen wel hun best om goed te articuleren, en de intonatie goed te krijgen. Dat verdwijnt heel snel naarmate je oudere leerlingen voor je krijgt. Maar ik ben in geen enkele klas geweest waar leerlingen moeite hadden om de leraar te verstaan. En opvallend: de leraren die heel dicht tegen de standaardtaalnorm zaten, hadden vaak nog het meest moeite om de leerlingen mee te krijgen.” En zijn er verschillen tussen aso, tso en bso? “In tso en bso zijn leraren vaak tussentaliger dan in aso. Maar ik weet niet of dat een bewuste keuze is. Leraren tso voelen de nood om de leerlingen sneller naar zich toe te trekken. Dan creëert standaardtaal afstand. In aso houdt standaardtaal leerlingen niet tegen om mee te werken. Bovendien, als je technische vakken of praktijkvakken geeft in een mechanicarichting, fungeer je meer als coach. Je gaat anders om met je leerlingen, en dat zorgt voor een heel ander taalgebruik. Alleen maar standaardtaal praten zou zowel voor leraar als leerling erg onnatuurlijk aanvoelen. Die tussentaal heeft overigens ook geen negatieve gevolgen voor de anderstalige leerlingen in de klassen. Als anderstaligen meer moeite hebben om gelijke kansen te krijgen en om hoger te raken in de maatschappij, ligt dat niet aan het taalgebruik van de leraar. Dat ligt aan socio-economische problemen: ze hebben het financieel minder breed, ze hebben minder

toegang tot cultuur thuis. De taal van de leraar speelt daar maar een heel marginale rol in, wijst onderzoek uit.” Scholen schuiven het talenbeleid vaak door naar de leraren Nederlands. “Vaak tot hun eigen wanhoop. Er moet een werkgroep talenbeleid zijn omdat de doorlichting langskomt. Maar ze krijgen collega’s van andere vakken zelden mee, en dan belandt dat talenbeleid ergens onderaan in de schuif. Gelukkig maken de lerarenopleidingen door hun taalgericht vakonderwijs leraren steeds meer bewust van het belang van taal. Want taal is het belangrijkste medium dat je als leraar kan inzetten in de klas. Als wiskundeleraar red je het niet met alleen maar formules. De uitleg die je errond geeft is veel belangrijker. Een echt talenbeleid draait dáárom, niet om taaltips met ‘zeg niet – zeg wel’ ophangen in de toiletten. Als leraren dat beseften, zouden ze veel makkelijker in de werkgroep talenbeleid gaan zitten. Want elke leraar is een taalleraar. Maar daarom niet per se een standaardtaalleraar.” Wat vinden de leraren zelf van hun taalgebruik? “Ze vinden dat wat ze spreken acceptabel is, maar beseffen dat ze vaak tussentaal spreken. Ze weten dat ze een voorbeeldfunctie hebben. En ze vinden Standaardnederlands belangrijk. Ze streven daarom naar die norm. Ze doen hun best, en voor hen is dat goed genoeg. En voor mij ook. Ik heb 82 schitterende, gemotiveerde leraren bezig gezien die didactisch onderlegd zijn, zich vlot uiten en zo hun leerlingen mee krijgen. Met het taalgebruik in het Vlaamse onderwijs gaat het op dat vlak dus uitstekend.”

"Tussentaal heeft geen negatieve gevolgen voor de anderstalige leerlingen in de klassen"

70


Advertentie


Klasse Magazine

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

2 3

Door loper Wars van alle obstakels hebben we alle zwarte vakjes eruitgegooid. Een doorloper noemen kenners dat. Veel succes!

Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 11 juli naar klasse.be/win en waag je kans.

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

HORIZONTAAL

VERTICAAL

1. Kamerplant (6) / Kroatisch eiland (3) / Die van ons (4) 2. Sportcompetitie in juli of augustus (13) 3. Loopvogel (4) / Wie (Engels) (3) / Binnenschip (3) / Broer van je ma of pa (3) 4. Naar beneden (4) / Zwitserse boogschutter (4) / Genezen (5) 5. Voor de stad (Latijn) (4) / Eenvoudig (6) / Webadres (3) 6. Vlieg die slaapziekte overbrengt (8) / Kleur (5) 7. Voorzetsel (2) / Eiwitten in brood (6) / Voorzetsel (2) / Snel (3) 8. Docent (4) / Ajuin (2) / Plaaggeest (3) / Opname (Engels) (4) 9. Muziekevenement in juli of augustus (13) 10. ‘Heel erg’ in hit van rockgroep Normaal (6) / Jongensnaam (3) / Verlangen (4) 11. Bruikbaar (Frans) (6) / Papegaai (3) / Zoveel (Italiaans) (5) 12. Voorzetsel (2) / Mak (3) / Schuif (4) / Slome, tamme (4) 13. Zekere (3) / Zangvogel (10)

1. Speelkaarten (4) / Muzieknoot (2) / Voorzetsel (2) / Deel van Knokke (5) 2. Huidvlekjes in juli en augustus (13) 3. Eencellig diertje (6) / Potloodverwijderaar (3) / Ritueel (4) 4. Doctrine (4) / Dun, schraal (3) / Sprookjesfiguur (3) / Laboratorium (3) 5. Groente (4) / Deel van een auto (5) / Neon (2) / Griekse letter (2) 6. Ongelovige (7) / Als (Engels) (2) / Spaanse schilder (4) 7. Zangvogel (8) / Oor (Engels) (3) / Anno Domini (2) 8. Koninklijk (Spaans) (4) / Schrijfstok (3) / Deel van een kachel (6) 9. Schaaldier (4) / Arabische titel (4) / Benaming (5) 10. Ome (5) / Tegen (4) / Damp (4) 11. Boomvrucht (4) / 3600 seconden (3) / Laan (Frans) (6) 12. Van 1 juli tot 31 augustus (13) 13. Deel van een bestek (9) / Gebakje (4)

72



COLOFON Klasse Magazine 004 – juni 2016 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Coördinator Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Peter Mulders, Tim Sels Cover: Hans Geyens aka Señor Color – illustraties rubrieken: Joris Thys Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Wouter Bulckaert, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwe, Ruben Cassiman, Ann Declercq, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Sara Frederix, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Jef Lemmens, Simone Maas, Ann Nevens, Tim Paternoster, Mieke Santermans, Anne Siccard, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sonja Vandroogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Meer op Klasse.be. Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Wil je adverteren in Klasse? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, mits je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Micheline Scheys, Departement Onderwijs en Vorming.

Een kalender voor elke abonnee Je schooljaar zit er bijna op, dat van ons ook. Bij dit vierde nummer van Klasse Magazine voegen we voor de abonnees met plezier deze maandkalender toe. Elke school ontvangt een jaarkalender. Om dat volgende schooljaar meteen goed te plannen. De printbare versie van de kalenders kan je vanaf 15 juni downloaden op Klasse.be. Aan iedereen die deze eerste jaargang een abonnement nam op Klasse Magazine zeggen we bijna 16.500 keer: dank je wel voor zo veel belangstelling en vertrouwen. Tot in september, dan ontvang je alle info om je abonnement te vernieuwen! Maar eerst: vakantie! Nog geen abonnee? Je kan op elk moment van het jaar een abonnement nemen. Dat is geldig voor de vier volgende nummers van Klasse en kost 10 euro. Alle info op www.klasse.be/abonnementen

is onderwijs en vorming

Abonnement nemen? Je kan abonneren via www.klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van BTW) en loopt gedurende vier opeenvolgende nummers van Klasse. Bpost bezorgt elk nummer bij jou thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn, je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Wanneer start een abonnement? Een abonnement start pas wanneer de betaling ontvangen is en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor vier opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat? Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dit nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met één nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan abonnementen@klasse.be, met vermelding van je naam, e-mail van inschrijving of abonneenummer, oude én nieuwe adres. Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer één abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor één abonnement. De Lerarenkaart Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart krijgen deze samen met het decembernummer van Klasse Magazine thuisbezorgd. Lerarenkaart­ houders die geen abonnee zijn, kunnen nog tot 30 juni 2016 hun lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek. Alle info op www. klasse.be/waarismijnlerarenkaart/ Wanneer meer dan een lerarenkaarthouder op hetzelfde adres woont en slechts één van hen is abonnee, kan de abonnee dit melden bij de inschrijving op het abonnement. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar één abonneeadres is een gunst aan abonnees. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde lerarenkaarthouders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt.


Advertentie


Klasse Magazine - driemaandelijks tijdschrift juni/juli/augustus 2016 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X - P-004699

Nieuwe website met 850 exclusieve voordelen!

Klaar voor een natte zomer?

Wij wel! LERARENKAART.BE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.