toespraak_caroline_vrijens_jaarverslag_2018-2019_logo.pdf

Page 1

Voorstelling Jaarverslag 2018-2019 Kinderen willen écht gehoord worden 20 november 2019

Goedemiddag iedereen. Welkom in het Vlaams Parlement. Welkom aan onze nieuwe voorzitter van het Vlaams Parlement, mevrouw Homans, aan onze coördinerend minister voor kinderrechten meneer Dalle, aan mevrouw Goossens griffier van het Vlaams Parlement en aan de volksvertegenwoordigers. Welkom aan Kristel Verbeke, de voorzitter van ons Overleg- en Adviesorgaan. We zijn heel blij dat Kristel in de toekomst haar engagement blijft opnemen en dat ze ondanks haar drukke agenda vandaag hier geraakt is. Ik ben blij dat u hier vandaag bent op de dertigste verjaardag van het kinderrechtenverdrag. Ook mijn team is echt verheugd om te zien hoeveel mensen opnieuw komen luisteren naar de signalen die we kregen van kinderen, jongeren en volwassenen en naar onze bevindingen van het afgelopen jaar. Er is duidelijk veel aandacht voor kinderrechten in de verschillende sectoren, zowel op de werkvloer als bij het beleid. Velen onder jullie zijn dagelijks bezig met het maken van de vertaalslag van kinderrechten naar de praktijk. Vorige week was er een studiedag van het Kenniscentrum Kinderrechten, waarop onderzoek werd voorgesteld dat tot stand was gekomen in participatie met kinderen en jongeren. Dat is hoopgevend voor de verdere ontwikkeling van het onderwijs, de zorg en opvang van kinderen en jongeren. Het is een speciale dag, ook voor mij vandaag. Naast de verjaardag van de kinderrechten is het de eerste keer dat ik het jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat aan u mag voorstellen. Heel fijn om te zien dat de twee vorige kinderrechtencommissarissen, mevrouw Ankie Vandekerckhove en meneer Bruno Vanobbergen, in de zaal zitten. Een heel warm welkom ook aan jullie. Als nieuwe kinderrechtencommissaris wil ik weten wat er leeft bij kinderen en jongeren. Ik heb meteen bij mijn start in september een oproep gedaan naar scholen rond het recht op inspraak. Ik heb de vraag gesteld aan kinderen en jongeren om van zich te laten horen en hun ervaringen met ons te delen. We hebben veel inzendingen gekregen die over evenveel thema’s gaan; vrije tijd, het eten thuis, huisdieren, opgroeien als jongste van drie, de scheiding van hun ouders, pesten, racisme. Er zitten prachtige getuigenissen bij. Ik wil u graag een filmpje tonen van de school De Regenboog. Net als alle vorige jaarverslagen van het Kinderrechtencommissariaat is het opnieuw een dik verslag geworden. Vol met signalen, problemen en bezorgdheden die kinderen en hun belangenbehartigers ons melden via onze Klachtenlijn. De titel van ons jaarverslag is ‘Kinderen en jongeren willen écht gehoord worden. In ons werk van het afgelopen jaar hebben we immers vastgesteld dat dat nog heel vaak niet het geval is. Het raakte me dat in hun verhalen ze vaak nog geen gesprekspartner zijn voor de volwassenen rondom hen. Het meest sprekende voorbeeld zijn de leerlingenmarsen. Met duizenden kwamen ze meermaals op straat om hun bezorgdheden rond het klimaat te uiten. Maar ook individueel lieten ze van zich horen. Het zijn kinderen en jongeren, die weg van het

1


grote publiek, hun ervaringen en vragen naar meer gehoor aan ons melden. Een meisje contacteerde het Kinderrechtencommissariaat over geweld thuis. Ze zei dat het zo niet langer kan maar dat niemand haar zou geloven als ze de waarheid zou vertellen. Gehoord worden is ook gezien en geloofd worden. Het is in naam van deze kinderen en jongeren dat ik mij vandaag tot jullie richt. We merken in ons werk dat kinderen vaak bang of boos zijn, verwarring en onrecht voelen als ze niet gehoord worden. Soms is het excuus van volwassenen dat er snel beslissingen nodig zijn. Of soms dat ze nog jong zijn. Of dat ze zelf niet weten wat in hun belang of “voor hun eigen bestwil” is. Kinderen hebben extra rechten omdat ze minderjarig zijn. Kinderrechten zijn universeel en er valt niet over te onderhandelen. Maar elke situatie is anders en elk kind is anders: hoe we die rechten in een concrete situatie waarmaken, kan dus verschillen. Daarom moeten we het kind weer centraal stellen. Dat kan alleen door goed te luisteren naar hen. Kinderen en jongeren vragen betrokken te worden bij beslissingen die hun leven beïnvloeden. Geef kinderen mee de touwtjes in handen als het over hun leven gaat. Hun kijk opent vaak andere wegen om tot oplossingen te komen. Ik denk hierbij speciaal aan Mieke. Zij getuigde op onze studiedag over afzondering en isolatie. Ze vertelde over de pijnlijke eenzaamheid die ze voelde als ze weer eens in de afzonderingsruimte van de instelling moest. Ze is nu 21 jaar en ziet het als haar missie om écht gehoor te vinden voor alle jongeren die in afzondering en isolatie geplaatst worden. Ze omschrijft zich als jongerenvertegenwoordigster en schuimt scholen af om haar verhaal te vertellen. Ze hoopt andere jongeren bewust te maken maar ook kracht te geven. Mieke vond in het verleden gehoor bij een begeleider. Dat zorgde voor het kantelmoment in haar leven. Het toont hoe belangrijk professionals zijn, die elke dag met kinderen en jongeren werken: leerkrachten, leerlingenbegeleiders, hulpverleners, jeugdadvocaten, …. Deze personen maken voor heel veel kinderen en jongeren in een kwetsbare situatie vaak het verschil. Door echt naar ze te luisteren, nabij te zijn en letterlijk stil te staan en de tijd te nemen voor het perspectief van het kind of de jongere. Ik ga u vandaag meenemen en schetsen waar volgens ons de grootste knelpunten liggen. Dat doe ik niet alleen. Er zullen ook filmpjes en getuigenissen aan bod komen waarbij u rechtstreeks van kinderen en jongeren zelf zal horen hoe belangrijk het voor hen is om gehoord te worden. Wie doet een beroep op de Klachtenlijn? Waarover gaat het dan? 1218 meldingen kregen we. Ik ben ervan overtuigd dat dit het topje van de ijsberg is. Dit zijn slechts de meldingen die ons bereiken. We moeten er verder werk van maken om ons bekend te maken en zeker kwetsbare doelgroepen de weg naar ons te laten vinden. Deze signalen zijn van onschatbare waarde. We krijgen zo letterlijk voelsprieten om te volgen wat er leeft en beweegt bij kinderen en jongeren. En het is onze taak om aandacht te vragen voor de problemen waar zij op botsen. 903 van deze meldingen kwamen van privépersonen, vooral ouders maar ook grootouders, kennissen en ongeveer één tiende van minderjarigen zelf. 300 meldingen bereikten ons via professionals vanuit het onderwijs, jongerenwelzijn, gezondheidszorg, de sector asiel en migratie, welzijn, justitie, … De helft van de meldingen gebeurt telefonisch, de rest via mail of via onze website. Onderwijs staat op nummer één, gevolgd door problemen in het gezin en problemen in de hulp aan minderjarigen in de jeugdhulp en de gezondheidszorg. We krijgen ook signalen van kinderen in migratiecontext. En problemen die minderjarigen ervaren in hun contacten met de politie of als ze een als misdrijf omschreven feit pleegden. Ook in de vrije tijd loopt niet altijd alles op wieltjes. Of in de media of op het vlak van huisvesting. Op de meest gemelde signalen zoom ik straks in.

2


Als er bij het Kinderrechtencommissariaat klachten binnenkomen, onderzoeken wij deze klachten en signalen. We verwijzen door, geven advies en bemiddelen. We praten met alle betrokkenen als dat zinvol is en zoeken naar een concrete oplossing voor het individuele kind of jongere. We zetten hierbij altijd de jongere centraal maar luisteren naar ieders standpunt én we zijn onafhankelijk wat heel erg belangrijk is. Onderwijs 31 procent van de meldingen gaan over onderwijs. Daarmee is onderwijs zoals ik al zei de koploper. We vroegen aan Jef Van Hemelryck om een stukje van zijn leven en onderwijservaringen met ons te delen. Ik nodig Jef graag uit die ons zal vertellen hoe het voor hem gelopen is tot nu toe. ➢

Getuigenis Jef

Heel erg bedankt Jef om jouw verhaal met ons te delen. Ik ben er zeker van dat het bij heel wat mensen blijft nazinderen. Net als Jef zijn er vele jongeren die op een bepaald moment in hun schoolloopbaan geen aansluiting meer vinden op school. Zo is er het verhaal van FELIX (16) die de Klachtenlijn mailt dat hij na de paasvakantie definitief uitgesloten werd van school. Ze verwijten hem ongepast gedrag. Hij beseft dat zijn gedrag te wensen overlaat, maar niet zo erg dat het een uitsluiting kan rechtvaardigen. Zelf beschouwt hij zijn gedrag veeleer als een reactie op een gevoel van onrecht. Hij wil graag zijn jaar afmaken en bij zijn vrienden blijven. Als we praten met Felix merken we dat op geen enkel moment met Felix gekeken werd naar de oorzaken van zijn gedrag, wat hem zo weerspanning en nonchalant maakt en hoe hij daarmee kan omgaan om positiever te reageren. Na onze tussenkomt mocht Felix op school blijven onder strikte voorwaarden. Hij ging samen met zijn ouders zelf op zoek naar externe begeleiding en start met wekelijkse gesprekken bij een psychologe. In oktober kwamen er enkele uitzonderlijk hoogbegaafde kinderen en hun ouders langs op het Kinderrechtencommissariaat. De ouders vertelden dat hun kinderen afhaken op school en ze als ouders thuisblijven en veel inspanningen leveren om zelf onderwijs te voorzien of daar anderen voor in te schakelen. Het gaat om soms zeer jonge kinderen van 7 jaar die al klaar zijn voor het niveau van het middelbaar tot jongeren van 14 jaar die klaar zijn om hogere studies aan te vatten en die door verveling en een onaangepaste leeromgeving soms zware mentale problemen ontwikkelen tot zelfs suïcidegedachten. Hun recht op onderwijs wordt geschonden. Ik denk verder aan kinderen en jongeren die ‘on hold’ gezet worden door de administratieve procedure waar ze in zitten. Abdullah vertelde ons dat hij zich door het lange wachten moeilijk kan motiveren voor school. 594 dagen duurde de procedure bij de Dienst Vreemdelingenzaken. 1.219 dagen is hij al in België. Al die tijd kon hij niet mee op vakantie naar het buitenland of een vakantiejob doen. Hij heeft ook geen elektronische identiteitskaart, wat problemen geeft om naar de bibliotheek of een recreatiedomein te gaan. Kinderen kunnen niet leren als ze zich niet goed voelen. Je goed voelen begint bij gehoord en gezien worden, erbij horen. Onderwijs staat voor een grote uitdaging om alle kinderen aan boord te houden. We kunnen vanuit het Kinderrechtencommissariaat niet genoeg de rol en het belang van de leerkracht en de leerlingenbegeleider benadrukken. Zij werken dag in dag uit met kinderen en zijn de eersten die merken dat het niet goed me ze gaat. Aan scholen zouden we willen vragen om zo veel mogelijk te proberen ook naar het kind achter de leerling te kijken. Naar het kind achter het gedrag. Er moet een intensievere samenwerking tussen Welzijn en Onderwijs komen, om scholen en leerkrachten te ondersteunen en de onderwijskansen van alle kinderen te vrijwaren. Daarnaast pleiten we voor het meer inzetten op flexibele leertrajecten om te vermijden dat kinderen uitvallen op school.

3


Dit is echt nodig. Begin juni 2019 was er in de media opnieuw aandacht voor het toenemend aantal tuchtmaatregelen voor lagereschoolkinderen. In het schooljaar 2017-2018 werden in het basisonderwijs 157 kinderen tijdelijk geschorst en 71 definitief uitgesloten. Dat zijn drie keer zoveel tijdelijke schorsingen en twee keer zoveel definitieve uitsluitingen als vijf jaar geleden. De cijfers komen uit het jaarverslag van de CLB’s. Het Kinderrechtencommissariaat vroeg hier eerder al aandacht voor. Gesprekken met ouders en met jonge definitief uitgesloten kinderen leren ons hoe ingrijpend zo’n uitsluiting is. Professionals wijzen op mogelijk blijvende gevolgen. Op jonge leeftijd zijn kinderen er nog helemaal niet trots op hun uitsluiting en ook hun beeld van school verandert. Ze gaan school associëren met angst, frustratie, stress en uitsluiting. Hoe meer we dat kunnen voorkomen, hoe beter. Om dat te realiseren, kijkt het Kinderrechtencommissariaat niet alleen naar de school. Ook welzijn en de ouders hebben daar een opdracht. Nog steeds teveel kinderen en jongeren hebben het moeilijk door pestgedrag en uitsluiting op school. Vaak durven jongeren hier niet over spreken en worden ze niet gehoord. Soms ontwikkelt zich bij jongeren een hele reeks aan psychische klachten als ze hier alleen mee blijven zitten of kunnen ze niet meer functioneren op school. Wat zeker niet helpt is als de school de boodschap geeft aan de leerling van er zich niets van aan te trekken. Dat is voor hen gewoon onmogelijk. Ik denk aan Lore (17) die ons aan de telefoon vertelt dat ze vorig jaar extreem gepest werd op school: ze kreeg ongepaste opmerkingen, werd uitgesloten en bedreigd. De school haalde er een externe organisatie bij en de aanpak werkte. Maar in het begin van het nieuwe schooljaar begonnen de pesterijen opnieuw. Lore kreeg de raad er zich niets van aan te trekken. Ze ontwikkelt psychosomatische klachten en hyperventilatie. Er gebeurt al zeer veel tegen pesten, denk maar aan de acties van KETNET, van het Netwerk tegen Pesten, van zeer veel scholen ook. Vanuit het Kinderrechtencommissariaat blijven we sterk pleiten voor een Kenniscentrum ook om alle goede praktijken verder bekend te maken, scholen zo te ondersteunen en pesten verder te bannen uit onze scholen. Jeugdhulp We krijgen naast onderwijs ook vragen over jeugdhulp. Zo kregen we veel meldingen over kinderen en jongeren die wachten op hulp, vanuit de jeugdhulp of vanuit de kinderpsychiatrie. Vaak gaat het om hulp die niet kan wachten. Ook hier worden kinderen niet gehoord. Ik denk aan Jannick die vraagt of elke minderjarige recht heeft op ouders. Jannick verblijft al heel lang in een voorziening en mist heel erg een eigen gezin. Het Kinderrechtencommissariaat nam contact op met de voorziening om na te gaan hoe zij omgaan met zijn wens. We vernemen van de hulpverleners dat een pleeggezin geen optie is omdat Jannick zware hechtingsproblemen heeft. De voorziening geeft aan hun best te doen om een netwerk van steunfiguren op te bouwen rond Jannick bij wie hij af en toe terecht kan. Op die manier kan hij wel een band opbouwen met mensen buiten de voorziening. Of ik denk aan Kevin die recht heeft op een persoonlijk assistentiebudget maar er geen krijgt. Hij is kwaad omdat het behalen van een diploma voor hem hiervan afhangt en hij beroept zich op het Kinderrechtenverdrag. Ik denk aan een leerkracht die tijdelijk voor een leerling zorgt. Het meisje heeft een geschiedenis in de psychiatrie, veroorzaakt door een erg problematische thuissituatie. Ze kon na een crisisopvang in de kinderpsychiatrie nergens naartoe en wilde niet meer naar huis. Zo kwam ze bij de leerkracht terecht. Die zegt dat ze geen ervaring heeft met dit soort problemen. Het gaat momenteel erg slecht met het meisje, maar er is nergens plaats voor haar. Het gaat zo niet langer geeft de leerkracht aan en er is een groot risico op zelfdoding. Er is een gebrek aan continuïteit van zorg, zeker voor jongeren met een complexe problematiek. Om mee iets te veranderen voor deze groep zijn we vanuit het

4


Kinderrechtencommissariaat gaan praten met de mensen binnen de Netwerktafels Geestelijke Gezondheid. En gaan we de volgende maanden praten met kinderen en jongeren en hun ouders. Want de stem van kinderen en jongeren mag zeker niet ontbreken. Het gaat tenslotte om hen en vaak kunnen we veel leren uit hun ervaringen. Het is een uitdaging voor voorzieningen om jongeren met een gedragsproblematiek goed op te vangen en te begeleiden. In oktober organiseerden we een studiedag afzondering en isolatie waarbij we de stem van jongeren brachten in wat afzondering met hen doet en waarin we in een dialoog met hulpverleners, leerkrachten, artsen en academici, inspiratie en goede praktijken deelden opdat jongeren op andere manieren tot rust kunnen komen dan via afzondering. We krijgen ook meldingen over minderjarigen die in een jeugdhulpvoorziening verblijven en meer inspraak vragen. Een begeleidster van een voorziening belt de Klachtenlijn voor advies over de vertrouwenspersoon van Lisa. Lisa is 10 jaar en werd in de voorziening geplaatst omdat haar ouders verwikkeld zijn in een vechtscheiding, wat de ontwikkeling van het meisje belemmert. Een vrouw uit het netwerk van Lisa vraagt om haar vertrouwenspersoon te mogen zijn. De moeder is akkoord, maar de vader weigert. Lisa zelf wil haar ook als vertrouwenspersoon. De begeleidster vraagt zich af hoeveel inspraak Lisa daarin heeft. Ik denk ook aan Milan (15) die door de jeugdrechter in een voorziening is geplaatst. Hij heeft sporadisch contact met zijn moeder. Met zijn vader heeft hij geen contact meer. Milan gaat regelmatig op bezoek bij een koppel dat hij goed kent. Zij zijn steunfiguren voor hem en hij noemt ze zijn steungezin. Milan heeft er een probleem mee dat de voorziening elke vraag om op bezoek te mogen gaan bij het steungezin voorlegt aan zijn ouders. Ook zijn vraag om op weekend te mogen gaan in het steungezin moet hij eerst voorleggen aan de consulent. Milan wil meer aandacht voor zijn vraag en voor wat hij nodig heeft. Als je praat met jongeren merk je dat het altijd een persoon is die voor hen het verschil maakt op een bepaald moment. De juf die echt in je gelooft, die ene begeleider die er echt voor je is. Ik ben ervan overtuigd dat er nog sterker moet ingezet worden door het beleid en de voorzieningen op cliëntoverleg en bemiddeling in de jeugdhulp en op het recht voor kinderen en jongeren op een vertrouwenspersoon. Vaak zijn dit manieren om het recht om gehoord te worden voor kinderen waar te maken. Ik denk aan het project ‘De jeugdrechtbank van de toekomst’ dat dit jaar de Prijs van de Jeugdhulp won. Een prijs die in het teken stond van participatie. Het project vertrekt vanuit de vaststelling dat pleegjongeren de werking van de jeugdrechtbank vaak stresserend vinden. Daarom ontwikkelden jongeren zelf een toolbox die hen helpt in het eerste contact met de rechtbank. Het project is ontstaan vanuit de problemen die jongeren zelf ervaren en de oplossingen die ze zelf uitwerken. Ook andere sectoren kunnen hiervan leren.

Gezin Naast Onderwijs en Jeugdhulp krijgen we ook dit jaar weer veel meldingen over problemen in het gezin. Een groot deel van deze meldingen hebben betrekking op verstoorde familierelaties of scheidingssituaties en ook geweld binnen het gezin. We kregen veel signalen van jongeren die het moeilijk hebben met de scheiding van hun ouders en die meer inspraak willen in de verblijfsregeling. In rechtbanken worden kinderen en jongeren nog te vaak niet betrokken bij belangrijke beslissingen over hun leven. Of hun vragen worden niet serieus genomen. Nog vreemder vindt een kind van 10 het als de rechter zijn zus van 12 wel hoort maar zijn eigen vraag gewoon negeert. Toch zijn rechters verplicht om ook kinderen die nog geen 12 jaar zijn te horen als ze daarom vragen.

5


Rechters doen dat niet altijd. Niet bij de familierechtbank en niet bij het hof van beroep. Naarmate jongeren ouder worden, willen ze meer gehoord worden, maar ook jonge kinderen hebben vaak een eigen mening die ze zouden moeten kunnen uiten. Als volwassenen dat dan afdoen als beïnvloeding door één van de ouders, dan raakt hen dat echt. We hebben een melding gekregen van een jongen van 10 die gehoord wilde worden door de rechter en die we aangeraden hebben om een brief naar de jeugdrechter te schrijven, maar die drie maanden later nog geen antwoord had gekregen. Wat ons ook verder opviel is dat kinderen soms door de rechter gedwongen worden tot bezoek met de verplichting voor de andere ouder om dwangsommen te betalen. Ook dit legt een erg hoge druk op kinderen en ondermijnt hun recht op inspraak. Een vader neemt contact op voor zijn twee kinderen, 11 en 8 jaar. Er zijn al een tijd moeilijkheden met de grootouders. Omdat familiale bemiddeling mislukte, zijn ze na een vonnis van de familierechtbank bezoeken opgestart in een neutrale bezoekruimte. Ook daar liepen de spanningen te hoog op. De kinderen zeiden dat het zo niet meer ging. De rechtbank besliste geen gedwongen bezoeken op te leggen. Maar de grootouders gaan in beroep. De kinderen willen zelf spreken met de rechter maar die weigert. De beslissing is inmiddels genomen: de kinderen moeten om de twee maanden een dag naar hun grootouders met een dwangsom van onmiddellijk 250 euro als ze niet gaan. Soms willen jongeren zelf de stap kunnen zetten naar een andere verblijfsregeling, soms omdat ze ondertussen ouder zijn en hun leven anders zien. Doordat ze geen eigen rechtsingang hebben, kunnen minderjarigen nergens op eigen houtje aankaarten hoe rechterlijke uitspraken of handelingen van hun ouders invloed hebben op hun welzijn of op de leefbaarheid van hun situatie. Ik denk hier bijvoorbeeld aan grootouders die ons contacteerden en het volgende zeiden ‘Wij hebben twee kleinkinderen. Onze dochter overleed begin dit jaar. De vader heeft een nieuwe partner en sinds hij een nieuw leven heeft, mogen wij de kinderen niet veel meer zien. Eén keer om de twee maanden mogen ze op bezoek komen, terwijl de grootouders jaren voor de kinderen gezorgd hebben. De kleinkinderen missen ons en we zijn de enige band nog met hun moeder. Kan een ouder dat zomaar beslissen voor de kinderen? Hebben ze niet zelf het recht om contact te houden met familie?’ Het gaat hier om jongeren in een kwetsbare situatie waar we met voorrang naar zouden moeten luisteren. We pleiten voor een verplichte bemiddeling tussen ouders voordat een juridische procedure start en dit in het belang van de kinderen die betrokken zijn. Daarnaast moet er breder gesensibiliseerd worden rond het hoorrecht van kinderen en moet erop toegezien worden dat kinderen dit recht effectief kunnen uitputten. Wie ziet daar nu op toe?

Vrije tijd Ook sportclubs tenslotte zetten soms jongeren ‘on hold’. Zo kregen we meldingen van meisjes en jongeren die hun sport niet verder kunnen beoefenen omdat sportclubs geen transfer in onderling akkoord willen regelen. We benadrukken hier het belang van een aanspreekpersoon integriteit en klachtenbehandeling en procedures waarin de stem van de jongere ook voldoende aan bod komt. Ik denk hier ook aan de kwestie van het verplichte naakt douchen van jongeren na de trainingen, wat vorige week in de media kwam. Is er in deze discussie voldoende aandacht voor de beleving van de kinderen? Ik denk hier ook aan jongeren die nood hebben aan ruimte om vrije tijd door te brengen met vrienden. Zo kregen we vanuit de scholenoproep de volgende melding van een meisje. ➢

Getuigenis Yasmina (film)

6


Inzetten op kind- en jeugdvriendelijke steden en gemeenten, zoals veel lokale besturen nu al doen, kan op het terrein echt een verschil maken voor het recht van jongeren op vrije tijd. Over ons werk Als Kinderrechtencommissariaat behandelen we niet alleen klachten. We geven ook advies. Bij onze adviezen gaat het om structurele knelpunten die we willen aankaarten bij het beleid. We doen dat niet vrijblijvend. We formuleren ook concrete aanbevelingen en we doen dit op eigen initiatief of op vraag van het parlement. Zo brachten we vorig jaar 12 schriftelijke adviezen uit. En waren we gevraagd tijdens vijf hoorzittingen van commissies van het Vlaams Parlement over zeer uiteenlopende thema’s die direct raken aan het leven van minderjarigen. We gaven 70 lezingen of workshops en we participeerden aan verschillende stuurgroepen en werkgroepen Ook stelden we ons jaarverslag van de Commissie van Toezicht voor Jeugdinstellingen voor in maart 2019. Het Kinderrechtencommissariaat is lid van het Europees Netwerk van Kinderombudsmannen. We organiseerden samen met de Franstalige kinderrechtencommissaris en het Kenniscentrum Kinderrechten een project rond ‘kinderrechten in een digitale omgeving’ met jongeren uit 18 Europese landen omdat dit thema momenteel erg relevant en actueel is voor jongeren. De jongeren formuleerden aanbevelingen voor het beleid. Wat mag u van mij verwachten? Het is mijn verantwoordelijkheid als kinderrechtencommissaris om aan kinderen en jongeren een stem te geven in het beleid en op te komen voor de rechten van minderjarigen in individuele situaties. Om via het klachtenwerk en overleg met het middenveld, academici en beleid een vinger aan de pols te houden en het parlementair debat te voeden. Het is ook mijn opdracht om hier een verbindende rol op te nemen over de verschillende domeinen heen waar kinderen zich in begeven. Ik wil in 2020, het eerste jaar van mijn mandaat, gaan luisteren naar kinderen en jongeren op verschillende plekken in Vlaanderen en hen vragen hoe zij dat recht op inspraak ervaren. Luisteren vraagt ook om een bepaalde houding. Ik laat u nu graag kennismaken met Sofie via een korte film. Sofie is hier vandaag ook bij ons. Ze is een leerkracht die in haar vrije tijd toneel en woord geeft aan jongeren. Ze slaagt erin om op een natuurlijke manier naar jongeren te luisteren en hen mee de touwtjes in handen te geven. En ze heeft het over die houding. Ik weet dat er op het terrein, in scholen, voorzieningen, het jeugdwerk, lokale besturen, al zeer veel goede praktijken zijn om kinderen en jongeren inspraak te geven en ik kan hier niet alles benoemen. Toch ga ik niet nalaten om vandaag een oproep te doen aan jullie. Ik ben ervan overtuigd dat het nog beter kan en moet. We moeten kinderen echt een plaats, een stoel aan tafel geven waar beslissingen genomen worden die hun leven sturen. Vaak staan de kinderen naast de tafel waar de beslissingen genomen worden maar praten ze niet mee. Ik wil graag een ervaring uit mijn verleden met jullie delen die mij erg geraakt heeft. In 2017 moest ik gaan spreken op een Conferentie in Dublin van EPIC. EPIC staat voor Empowering People in Care en zet zich samen met ervaringsdeskundigen in voor jongeren uit de jeugdhulp. Zij formuleren ook aanbevelingen voor het beleid. Toen ik die ochtend binnenkwam in de zaal van de conferentie hing daar een heel speciale sfeer. Er waren daar ook ontzettend veel jonge mensen die mooi gekleed en vol enthousiasme en goedgezind mee de ontvangst deden en in grote getallen in de zaal zaten. Ik moet toegeven dat ik er eerst wat door in de war gebracht werd omdat ik het niet verwacht had. Op de 400 mensen in de zaal waren er zeker 150 jongeren. De jongeren deden ook heel actief mee die dag in de debatten en toespraken. Het

7


was toch wel een eye-opener voor mij. We moeten ambitieus zijn als het neerkomt op het betrekken van jongeren. Participatie is een proces zoals ook het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties stelt, maar het is ook bovenal een houding. Echt luisteren is je open stellen, je kwetsbaar opstellen en met belangstelling uitkijken naar de beleving van de ander. Het is de ander serieus nemen zonder meteen te oordelen. Echt luisteren en écht gehoor geven vraagt om je open te stellen voor verandering. Ik citeer Alan Alda, een acteur en schrijver: “Real listening is the willingness to let the other person change you”. Ik spreek nu graag met u af dat we elkaar volgend jaar hier opnieuw zien en ik verslag uitbreng van mijn bevindingen. Ongetwijfeld ben ik tegen dan ontzettend veranderd. Dan geef ik nu graag het woord aan onze nieuwe coördinerende minister kinderrechten, minister Benjamin Dalle. Ik nodig de minister uit om een korte reflectie te geven op de bevindingen van ons jaarverslag. Na de minister zal Jef Van Hemelryck een lied brengen op de piano. Bedankt minister Dalle voor uw heldere reflectie en bedankt Jef voor jouw prachtig lied. Iedereen werd er stil van. Dan heb ik nu de eer om onze voorzitter mevrouw Homans naar voor de vragen en haar plechtig ons jaarverslag te overhandigen. We gaan even van gedachten wisselen over de bevindingen van het jaarverslag en de samenwerking tussen het Kinderrechtencommissariaat en het Vlaams Parlement. ➢

Gesprek met Liesbeth Homans, Voorzitter Vlaams parlement

We zijn aan het einde gekomen van onze presentatie. Ik wil jullie allemaal uitdrukkelijk danken voor jullie komst en jullie aandacht. In het bijzonder wil ik mijn team bedanken die dag in dag uit het beste van zichzelf geven voor de rechten van kinderen en jongeren en ook in aanloop van vandaag weer enorm veel werk gepresteerd hebben. Zonder hen was dit niet mogelijk.

Caroline Vrijens, kinderrechtencommissaris

8


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.