Hst 10 Orde, dwang en tucht
“Isolatie krijg je alleen maar als je wegloopt.” “Ik was weggelopen. Ze hebben me dan naar de isolatiecel gebracht.” “Ik moest een keer naar isolatie omdat ik te laat was na mijn verlof. Ik kon daar niets aan doen: mijn trein had vertraging. De chauffeur van de instelling was niet blijven wachten. Ik ben te voet naar hier gestapt.” “Ik wilde niet mee voetballen omdat ik rugpijn had. De begeleider vond dat ik me aanstelde. Ik kreeg time-out. Ik vond dat oneerlijk. Mijn stoppen sloegen door en ik heb de begeleider geslagen. Gevolg: ik kreeg 32 in plaats van 24 uur time-out.” “Nu is de sfeer in de leefgroep goed. Er is hier wel een jongen die naar zijn kamer moet als wij vrij hebben. Hij verpest anders de sfeer in de leefgroep. Hij kijkt de mensen altijd uit de hoogte aan.” Jongeren hebben eigen begrippen om de verschillende afzonderingssancties te benoemen. Ze spreken niet vlug in termen van kamerarrest, afzondering en isolatie. Ze gebruiken eerder termen als IB, cachot, time-out, rapport krijgen, KV (kamerverblijf), terug naar zwart of rood vliegen, plateau, matras. Met plateau en matras bedoelen ze kamerarrest. “Je kunt hier rapport krijgen. Dat betekent dat je op je kamer moet blijven tot de directeur komt met twee PB’s.” “Ik heb nog nooit een conflict gehad met een opvoeder of een PB. Ik denk dat je daarvoor KV krijgt of een tijd in isolatie moet.” “Ik heb ook al eens time-out gehad. Je moet dan op je kamer blijven tot je afgekoeld bent. De opvoeder komt dan kijken.” “Als je iemand slaat, vlieg je in het cachot.” “Na isolatie krijg je IB. Je moet dan in de cel van de leefgroep blijven.” “Ook krijg ik soms plateau of moet ik kuisen.” “Als je was en strijk hebt, moet je voor 9 uur ’s avonds klaar zijn. Anders kun je de volgende dag matras krijgen. Je matras en je muziek moeten dan uit je kamer. Je krijgt die pas om 9.30 uur ’s avonds terug.” Als jongeren in afzondering zitten, moeten ze volgens de internationale regelgeving op menselijk contact kunnen blijven rekenen. Er moet lesmateriaal voorhanden zijn. De jongere moet minstens een uur naar buiten kunnen. Het Comité ter Preventie van Foltering raadt een maximumperiode van drie dagen aan. Een medisch personeelslid moet onmiddellijk op de hoogte zijn en toegang krijgen tot de jongere. Afzondering om veiligheidsredenen moet door een bevoegde autoriteit beslist worden. De procedure moet duidelijk in de wet beschreven staan. De jongere moet een klacht kunnen indienen en een medisch personeelslid moet op de hoogte zijn en onmiddellijk toegang kunnen krijgen.
113