NEN 3140 Opdrachtenboek niveau 3 preview

Page 1

Inhoudsopgave 1Opdrachten Bedrijfsvoering, termen en definities 5 1.1Meerkeuzevragen 5 1.2Open vragen 7 2Opdrachten Uitgangspunten 11 2.1 Meerkeuzevragen 11 2.2Open vragen 14 3Opdrachten Standaard bedrijfsvoerings- en werkprocedures 17 3.1 Meerkeuzevragen 17 3.2Open vragen 21 4Opdrachten Onderhoudsprocedures en herhalingsopgaven 27 4.1 Meerkeuzevragen 27 4.2Open vragen 29 5Case Toetsing kennis Arbo-wetgeving en normen 31 6 Case De stand van zaken met betrekking tot de NEN 3140 33 © Kenteq 3 Inzage
4 Inhoudsopgave Inzage

1Opdrachten Bedrijfsvoering, termen en de昀椀nities

1.1 Meerkeuzevragen

Vraag 1

Een elektromonteur die werkzaamheden uitvoert aan een elektrische laagspanningsinstallatie moet zich houden aan de A.NEN 1010.

B.NEN 3140.

C.NEN-EN 50110-1.

D.NEN-EN 50110-2.

Vraag 2

De NEN 3140 is van toepassing op I.elektrische laagspanningsinstallaties.

II.elektrische arbeidsmiddelen.

A.Beide beweringen zijn juist.

B.Alleen bewering I is juist.

C.Alleen bewering II is juist.

D.Geen van beide beweringen zijn juist.

Vraag 3

Als er geen specifieke voorschriften zijn, moeten de uitgangspunten van de NEN 3140 toegepast op:

A.tijdelijke installaties.

B.mobiele installaties.

C.permanent aangebrachte installaties.

D.offshore-installaties.

Vraag 4

Elektrische arbeidsmiddelen

I.kunnen ook persoonlijke beschermingsmiddelen zijn.

II.kunnen vast aangesloten zijn.

A.Beide beweringen zijn juist.

B.Alleen bewering I is juist.

C.Alleen bewering II is juist.

D.Geen van beide beweringen zijn juist.

Elektromonteur
© Kenteq 5 Inzage

Vraag 5

Een stuurstroomketen wordt uitgevoerd als PELV-keten. De maximaal toelaatbare wisselspanning van deze keten is

A.24 V.

B.42 V.

C.50 V.

D.120 V.

Vraag 6

Elektrisch gevaar is niet aanwezig bij

A.werkzaamheden aan een schakel- en verdeelinrichting.

B.werkzaamheden nabij een elektrische installatie, zoals schilderen.

C.het vervangen van lampen in een elektrische installatie.

D.het boren met een accuboormachine in een werkplaats.

Vraag 7

Onder spanningsloos werken wordt verstaan:

A.werken aan een elektrische installatie waarbij alle gebruikers uitgeschakeld of afgekoppeld zijn

B.werken aan een elektrische installatie zonder aanwezige spanning

C.dat er onder druk van leidinggevende(n) niet gewerkt wordt

D.werken aan een elektrische installatie zonder aanwezige spanning en/of lading nadat maatregelen zijn genomen ter voorkoming van elektrisch gevaar.

6 Opdrachten Bedrijfsvoering, termen en definities Inzage

1.2 Open vragen

Vraag 1

Met elektrische arbeidsmiddelen wordt onder andere bedoeld elektrisch aangedreven machines, apparaten of toestellen.

a.Geef drie voorbeelden van een elektrisch arbeidsmiddel.

b.Geef aan of hiertoe ook een batterijgevoede handboormachine (klasse II, U < ; 120 V) behoort. Omschrijf waarom wel of niet.

Vraag 2

Noem drie voorbeelden van elektrisch materieel dat onder het begrip 8elektrische installatie9 valt.

© Kenteq 7 Inzage

Vraag 3

Teken het schema van een SELV-keten, gevoed vanuit het lichtnet.

Vraag 4

Geef van de SELV-keten

•de oorspronkelijke Engelse naam.

•de Nederlandse benaming.

•het doel en eventueel de toepassing van de keten in de elektrotechniek.

Schema SELV-keten
8 Opdrachten Bedrijfsvoering, termen en definities Inzage

Vraag 5

Geef van de PELV-keten

•de oorspronkelijke Engelse naam.

•de Nederlandse benaming.

•het doel en eventueel de toepassing van de keten in de elektrotechniek.

Vraag 6

Geef van de FELV-keten

•de oorspronkelijke Engelse naam.

•de Nederlandse benaming.

•het doel en eventueel de toepassing van de keten in de elektrotechniek.

Vraag 7

Wat zijn de hoogste spanningen die nog onder laagspanningsinstallaties vallen?

© Kenteq 9 Inzage
10 Opdrachten Bedrijfsvoering, termen en definities
Inzage

2Opdrachten Uitgangspunten

2.1 Meerkeuzevragen

Vraag 1

In de NEN 3140 is het personeel ingedeeld en benoemd. Een uitzondering hierop is de

A.werkverantwoordelijke.

B.installatieverantwoordelijke.

C.voldoende onderricht persoon.

D.ploegleider.

Vraag 2

Aan de in een bedrijf benoemde personen is volgens de NEN 3140 een opleidingsniveau verbonden, behalve voor de A.werkverantwoordelijke.

B.installatieverantwoordelijke.

C.voldoende onderricht persoon.

D.vakbekwaam persoon.

Vraag 3

Jeugdige personen en leken

I.kunnen nooit aangewezen worden binnen de NEN 3140.

II.mogen E-werkzaamheden uitvoeren onder toezicht overeenkomstig de Arbowet en het Arbobesluit.

A.Beide beweringen zijn juist.

B.Alleen bewering I is juist.

C.Alleen bewering II is juist.

D.Geen van beide beweringen zijn juist.

Vraag 4

Het hoofd van de afdeling instrumentatie heeft een elektrotechnische opleiding genoten. Hij zet zijn monteurs aan het werk en controleert hun werkzaamheden in laagspanningsruimten of aan MCC9s.

Dit afdelingshoofd zal aangewezen moeten zijn als

A.installatieverantwoordelijke.

B.werkverantwoordelijke.

C.vakbekwaam persoon.

D.voldoende onderricht persoon.

© Kenteq 11 Inzage

Vraag 5

Een persoon wordt aangewezen als vakbekwaam persoon. Bij het vaststellen van de kwaliteiten of criteria waaraan de persoon moet voldoen kan men zich laten leiden door het opleidingsniveau.

De vakbekwaam persoon zal het volgende niveau moeten bezitten:

A.niveau 4

B.niveau 3

C.niveau 2

D.niveau 1

Vraag 6

De installatieverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de toegangsregeling tot een elektrische bedrijfsruimte.

Wie mag deze ruimte niet alleen betreden?

A.De werkverantwoordelijke.

B.De vakbekwame persoon

C.De voldoende onderricht persoon.

D.De werkgever.

Vraag 7

Na het beëindigen van de werkzaamheden zal men de installatie weer in gebruik willen nemen. Op verschillende manieren kan er opdracht worden gegeven om weer in te schakelen.

Welke methode is niet toegestaan?

A.Per telefoon doorgeven dat er ingeschakeld kan worden.

B.Per portofoon doorgeven dat er ingeschakeld kan worden.

C.Via beeldschermen doorgeven dat er ingeschakeld kan worden.

D.Afspreken dat er na een bepaalde tijd waarbinnen de werkzaamheden gereed kunnen zijn, ingeschakeld mag worden.

Vraag 8

Veiligheidsgereedschap voor werkzaamheden aan laagspanningsinstallaties onderscheidt zich van ander gereedschap door de A.kleur.

B.lagen isolatie.

C.symbolen 8klokje9 en 81000 V9.

D.symbolen 8klokje9 en 810 kV9.

Opleiding tot vakbekwaam persoon
12 Opdrachten Uitgangspunten Inzage

Vraag 9

Originele tekeningen en documenten op een digitaal opslagmedium

I.moeten direct na wijziging van de installatie worden bijgewerkt.

II.mogen in een latere periode worden bijgewerkt.

A.Beide beweringen zijn juist.

B.Alleen bewering I is juist.

C.Alleen bewering II is juist.

D.Geen van beide beweringen zijn juist.

Vraag 10

In een fabriekshal staat dit bord

afgebeeld:

Dit is een:

A.aanwijzingsbord.

B.gebodsbord.

C.verbodsbord.

D.waarschuwingsbord.

Bord
© Kenteq 13 Inzage

2.2 Open vragen

Vraag 1

Welke aanwijzing of aanwijzingen kan het hoofd van de elektrotechnische dienst van een fabriek hebben?

Vraag 2

Noem een aantal eisen waaraan een elektromonteur moet voldoen om aangewezen te kunnen worden als vakbekwaam persoon.

Vraag 3

Alle aangewezen personen moeten volgens de norm periodiek worden geïnstrueerd. Bepaal voor een monteur die bij een installatiebedrijf werkt de instructieperiode.

Vraag 4

Onder welke voorwaarde mogen personen, die niet over een aanwijzing beschikken, toch toegang hebben tot een laagspanningsruimte met onbeschermde geleidende delen?

14 Opdrachten Uitgangspunten Inzage

Vraag 5

Welke personen kunnen op grond van hun aanwijzing toegang hebben tot laagspanningsruimtes?

Vraag 6

Kan een werkgever in zijn eigen bedrijf de laagspanningsruimte betreden? Hoe zal dat in de praktijk geregeld zijn?

Vraag 7

Waarom mogen geen brandbare materialen op plaatsen voorkomen waar vlambogen kunnen ontstaan?

Bijvoorbeeld: een kunststof jerrycan met terpentine nabij een schakel- en verdeelinrichting.

Vraag 8

Men kan afspraken maken over het bijhouden van tekeningen. Ook kan men met behulp van kleuren uitgevoerde wijzigingen aan de installatie vastleggen. Men kan bijvoorbeeld afspreken om binnen het bedrijf de volgende kleuren te hanteren:

a.blauw voor:

b.rood voor:

c.groen voor:

© Kenteq 15 Inzage
16 Opdrachten Uitgangspunten
Inzage

3Opdrachten Standaard bedrijfsvoerings- en werkprocedures

3.1 Meerkeuzevragen

Vraag 1

Onder beproeving wordt niet verstaan: de controle op

A.de staat van de installatie.

B.het functioneren van de installatie.

C.de goede werking van een motorbeveiligingsschakelaar.

D.het controleren op juist gebruik.

Vraag 2

Welke bewering is juist?

I.De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties van een bestaande installatie is vastgesteld op twee jaar.

II.Nieuwe elektrische installaties, evenals wijzigingen van bestaande installaties, moeten worden geïnspecteerd voordat deze in bedrijf worden genomen.

A.I is juist.

B.II is juist.

C.I en II zijn beide juist.

D.I en II zijn beide onjuist.

Vraag 3

De inspectie van elektrische arbeidsmiddelen

A.mag worden uitgevoerd door een magazijnmedewerker van het bedrijf.

B.mag niet worden uitgevoerd door een voldoende onderricht persoon.

C.moet worden uitgevoerd door een vakbekwaam persoon.

D.mag, onder voorwaarden, worden uitgevoerd door een voldoende onderricht persoon.

Inspectie elektrisch arbeidsmiddel
© Kenteq 17 Inzage

Vraag 4

Om de arbeid aan een spanningsloze elektrische installatie te kunnen uitvoeren moeten de personen

I. vakbekwaam zijn.

II.voldoende onderricht zijn.

III.indien niet gekwalificeerd of aangewezen, onder toezicht staan van een werkverantwoordelijke.

Juist zijn:

A.beweringen I en II

B.beweringen I en III

C.beweringen II en III

D.beweringen I, II en III

Vraag 5

Het gedeelte van een installatie waaraan gewerkt moet worden, moet volledig van alle voedingsbronnen worden gescheiden.

Onder volledige scheiding wordt niet verstaan

A.het uitschakelen van een lastschakelaar.

B.het uitschakelen van een mespatroonlastscheider bij een TT-stelsel.

C.het uitschakelen van een installatie-automaat bij een tweegeleidereindgroep.

D.het verwijderen van mes- of D-patronen bij een TN-S-stelsel.

Vraag 6

Kabels mag men

A.knippen met toestemming van de werkverantwoordelijke.

B.knippen met toestemming van de installatieverantwoordelijke.

C.doorzagen met toestemming van de werkverantwoordelijke.

D.doorzagen met toestemming van de installatieverantwoordelijke.

Vraag 7

Voordat er gestart wordt met de werkzaamheden moeten de installatieverantwoordelijke en werkverantwoordelijke met elkaar overleggen.

Wat is geen onderwerp voor het overleg?

A.De aard van de werkzaamheden.

B.De plaats waar de werkzaamheden worden uitgevoerd.

C.Wie de werkzaamheden uitvoeren.

D.De te nemen veiligheidsmaatregelen.

Vraag 8

Het Arbeidsomstandighedenbesluit biedt de mogelijkheid om onder spanning aan elektrische installaties te werken.

Welke van de hieronder genoemde voorwaarden is niet van toepassing?

A.De werkzaamheden worden door een vakbekwaam persoon uitgevoerd.

B.Stillegging van de productielijn is zeer kostbaar, bijvoorbeeld € 5.000,00 per uur.

C.De installatie is geschikt om te werken onder spanning.

D.De werkverantwoordelijke heeft, direct voorafgaand aan de werkzaamheden, een schriftelijke opdracht aan de uitvoerende monteur gegeven.

18 Opdrachten Standaard bedrijfsvoerings- en werkprocedures Inzage

Vraag 9

Onder spanning werken mag alleen

A.als er een economisch belang mee gediend is.

B.onder voortdurend toezicht van een installatieverantwoordelijke.

C.na een afzonderlijke en onmiddellijk eraan voorafgaande schriftelijke opdracht van de werkverantwoordelijke.

D.als het veelvuldig voorkomende werkzaamheden betreft, waarvan de noodzaak aangetoond kan worden, voorzien van een algemene schriftelijke opdracht.

Vraag 10

Elektrotechnische werkzaamheden achter een Gg-smeltpatroon van 1000 A mogen onder spanning worden uitgevoerd

A.door een werkverantwoordelijke.

B.dit is niet toegestaan.

C.door personen die daarvoor geautoriseerd zijn.

D.door vakbekwame personen met een schriftelijke opdracht van de werkverantwoordelijke.

Vraag 11

Een besturing van een transportinrichting is uitgevoerd als een PELV-keten, de spanning is 24 V wisselspanning. De PELV-keten is beveiligd met een installatie-automaat. Mag men aan een dergelijke keten onder spanning werken?

A.Ja, wanneer het vermogen kleiner is dan 200 VA.

B.Ja, wanneer het vermogen kleiner is dan 1000 VA en beveiligd met maximaal 10 A.

C.Ja, wanneer het vermogen gelijk of kleiner is dan 1250 VA en beveiligd met maximaal 10 A.

D.Nee, onder spanning werken, ook aan SELV-, PELV- en FELV-ketens, is niet toegestaan.

Vraag 12

Werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de procedure 'Werken op veilige afstand'.

Welke afstand tot de actieve delen moet minimaal worden aangehouden bij montagewerkzaamheden?

A.10 cm

B.20 cm

C.50 cm

D.70 cm

© Kenteq 19 Inzage

Vraag 13

Een instrumentatiemonteur moet in een stalen koker(ligger) van een kraan een sensor vervangen. Hij moet in de stalen koker op zijn buik liggend zijn werk doen. De spanning waarmee de sensor gevoed wordt is ; 24 V. De monteur ontziet de lange klim naar de machinekamer boven in de kraan en vervangt de sensor tijdens bedrijf onder spanning.

Dit is

A.bij kranen bij ; 24 V toegestaan.

B.bij spanningen tot ; 120 V toegestaan.

C.in droge ruimten, zoals deze koker, toegestaan.

D.niet toegestaan.

20 Opdrachten Standaard bedrijfsvoerings- en werkprocedures Inzage

3.2 Open vragen

Vraag 1

Met bedieningshandelingen wordt het in- en uitschakelen van elektrische installaties of een gedeelte ervan bedoeld. Er zijn twee soorten bedieningshandelingen.

a.Benoem deze handelingen.

b.Geef van elke soort minimaal drie voorbeelden.

c.Benoem de personen die de bedieningshandelingen, genoemd onder a, mogen uitvoeren.

Vraag 2

Het inspecteren van elektrische installaties is van groot belang voor de gebruiker hiervan. Immers, afwijkingen in de elektrische installatie kunnen brand-, of aanrakingsgevaarlijke situaties opleveren. Naast visuele controle zijn er nog twee aspecten die de inspectie kan inhouden.

a.Benoem deze twee aspecten.

b.Geef van de visuele controle minimaal vier voorbeelden aan die moeten worden nagegaan bij een laagspanningsinstallatie.

© Kenteq 21 Inzage

c.Geef aan in welke norm de inspectie van nieuwe installaties wordt beschreven.

d.Omschrijf wie inspecties mogen uitvoeren.

Vraag 3

Werken aan een elektrische installatie gebeurt altijd in spanningsloze toestand. Noem de vijf belangrijke punten die men in acht dient te nemen om op een veilige manier aan een elektrische installatie te kunnen werken.

Vraag 4

Waarom is het ontzettend belangrijk, om na het vaststellen dat de installatie spanningsloos is, de tweepolige spanningsaanwijzer (duspol) te controleren op zijn goede werking?

Vraag 5

Welke gevaren loopt een monteur die met een ijzerzaag een laagspanningskabel doorzaagt?

22 Opdrachten Standaard bedrijfsvoerings- en werkprocedures Inzage

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.