De Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg - Een verloren illusie - voorbeeldpagina's

Page 1


# Goede referenties van de stationschef en zijn adjunct van de spoorwegen in Nijmegen voor C. Peters toen hij solliciteerde als directeur van de TBC. Collectie Museumstoomtram Hoorn-Medemblik

! De aanstellingsbrief van C. Peters bij Stoomtram Tiel - Buren - Culemborg. Collectie Museumstoomtram Hoorn-Medemblik

Een ander die zijn werk moest controleren schreef dat ‘hij steeds over zijne werkzaamheden tevreden was, bovendien is hij overtuigd van zijn goed en zedelijk gedrag, zoodat hij hem met gerustheid durft aanbevelen voor de betrekking van directeur eener tramwegonderneming, te meer daar den heer Peters ook met het personen- en goederenvervoer goed bekend is.’ Toen Peters in 1905 solliciteerde naar de functie van directeur van de Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg kon hij dus diverse aanbevelingen meesturen. Bij zijn benoeming zal waarschijnlijk ook een hint van ir. Kooman van de Staatsspoor aan president-commissaris mr. Tydeman van invloed zijn geweest. Probleem voor de nieuwbenoemde functionaris was wel dat hij verplicht werd voor ƒ 5000,- aandelen te kopen, als een soort waarborg voor zijn beleid. Alleen door een lening af te sluiten, kon hij hieraan voldoen. Bij een jaarsalaris van nog geen twee mille was dat een zware eis! Peters werd de man die de TBC gedurende de jaren van haar bestaan heeft geleid, vrijwel altijd onder moeilijke omstandigheden. Hij verhuisde naar Tiel, waar het kantoor van de TBC werd gevestigd. Op 22 april 1908 trouwde Cornelis met een meisje uit Buren, Dirkje Francina de Kruijff. Zij kwam oorspronkelijk uit Kampen, waar ze in 1886 werd geboren. De bruid was rond twintig jaar jonger dan haar bruidegom. Zij

20


De aanleg van de tramlijn in Buren, op de plaats waar nu de Onderdreef ligt. Collectie A.H.A. Thijsen

De brug over de Linge in aanbouw, tussen Drumpt en Kerk Avezaath. Collectie A.H.A. Thijsen

# De eerste locomotief van de TBC is gearriveerd! Culemborgsche Courant, 2 september 1906

! De TBC voert proefritten uit. Nieuws van den Dag, 12 november 1906

lijn te bestuderen. Men wilde een aftakking leggen van Zoelmond (aansluiting op de stamlijn) over Maurik naar Kesteren, en één van Maurik naar de Hamsche Brug. Intussen was de aanleg van de tramlijn Tiel-Buren-Culemborg zover gevorderd dat de proefritten konden beginnen. Korte tijd later werd bekend gemaakt dat de verbinding tussen Tiel en Culemborg gereed was en op 17 november 1906 feestelijk zou worden geopend.

24


# De eerste pagina van de offerte van de Machinefabriek Breda v/h Backer & Rueb voor de levering van locomotieven aan de TBC. Foto Erik van Garderen, collectie Nationaal Archief, Den Haag

! De begeleidende brief van de Machinefabriek Breda v/h Backer & Rueb voor het leveren van vier stoomtramlocomotieven. Foto Erik van Garderen, collectie Nationaal Archief, Den Haag

fabriek ‘Breda’ v/h Backer en Rueb te Breda, de personenrijtuigen, postbagagewagens en goederenwagens door de N.V. Allan & Co’s Koninklijke Nederlandsche Fabrieken van Meubelen en Spoorwegmaterieel in Rotterdam. De TBC bestelde in oktober 1905 vier stoomlocomotieven. Het waren twee-assige machines van het bekende vierkante type, waarvan er vele tientallen op de verschillende Nederlandse tramlijnen hebben gereden. De ‘Stoofjes’, zoals dit soort stoompaarden vaak werd genoemd, hadden een dienstvaardig gewicht van 16.400 kg, dat wil zeggen de ketel gevuld met water, en voorraden kolen en water, smeermiddelen, gereedschappen enzovoort aan boord. Hun trekkracht was 2260 kg. Zij konden 1800 liter water en 0,6 m3 steenkool meenemen. Voor de beremming werd gebruik gemaakt van vacuümremmen. Op het dak waren een bel en een condensatie-inrichting aangebracht, die de afgewerkte stoom gedeeltelijk weer tot water deed condenseren, met als doel brandstof te besparen en ongewenste uitstoot van dampen te beperken. In latere jaren is deze installatie verwijderd. De locomotieven droegen de nummers 1 tot en met 4. Bij de bouw kregen zij de fabrieksnummers 238 t/m 241. Hoewel deze machines de enige waren die de TBC ooit heeft bezeten, waren zij niet de enige die tussen Tiel en Culemborg hebben gereden. Bij de aanleg in 1906 werd — zoals we al eerder zagen — ook gebruik gemaakt van een stoomlocomotief van de aannemer. Het was eveneens een twee-asser. De standplaats van de

36


Postbagagewagen 102 van de TBC, onder het grote raam bevindt zich de brievenbus. Tekening Bas Koster

Open goederenwagen met opzethekken voor veevervoer, na aankomst in Tiel, 1906. Collectie Stichting NVBS-Railverzamelingen

Fabrieksfoto van Allan van een gesloten goederenwagen van de TBC, Rotterdam, 1906. Collectie Hans van Lith

39


# Een pagina uit de ‘Gids voor uitstapjes in de Betuwe’ met adviezen voor trips in het voorjaar als alle fruitbomen in bloei staan en in de zomer als het fruit rijpt. Collectie Stichting NVBSRailverzamelingen !! De stoomtram verlaat Buren over de brug over de Korne. Rechts Hotel Beekman. Collectie Frits Spee

Tekening Bas Koster

stoomtram was uiteraard bij uitstek het middel om de bezienswaardigheden van de streek te bekijken. De schrijver roemde ook de bloeiende boomgaarden in de lente en de daaropvolgende periode dat het fruit rijp was om te plukken. In een van de talrijke advertenties — waarmee de uitgave waarschijnlijk werd betaald — wees de Vereeniging “Gemeente Belang” te Buren uitdrukkelijk op de fruitveiling, die twee middagen per week werd gehouden. In de tramremise! ‘Geen enkele fruitveiling biedt het gemak bij de verzending als deze, omdat hier in het veilinggebouw de tramwagens klaar staan.’ Dit was duidelijk meer een opmerking voor de handelaren, die het gekochte fruit direct voor verzending in de goederenwagens konden laden. Terug naar het dagelijkse leven. In Tiel en Culemborg vonden de arriverende treinreizigers over het algemeen redelijke tot goede aansluitingen op de trams, maar met betrekking tot het overstappen van de tram op de trein zou tegenwoordig menig ingezonden stuk in de kranten verschenen zijn. Kennelijk zag men in de Betuwe meer in de komende dan in de gaande man, want lang niet alle trams, die bij de stations aankwamen, boden een goede overgang op de spoorwegen. De wachttijden bedroegen soms een half uur en meer. Wat dit laatste betreft, moeten we echter niet vergeten dat de mensen van 1910 minder gehaast waren dan wij; het tempo lag niet zo hoog en door ruime overstaptijd hadden de reizigers

44


Soms namen de trambeambten de taak van de conducteur der brievenmalen over, ook dat stond in de dienstregeling aangegeven. Bron: voormalig Postmuseum in Den Haag, collectie Hans van Lith

Dienstregeling en uitvoering van het postvervoer voor de conducteur der brievenmalen. Bron: voormalig Postmuseum in Den Haag, collectie Hans van Lith

tenminste de gelegenheid de laatste nieuwtjes uit te wisselen en rustig een pijpje te stoppen. Morgen kwam er weer een dag… Tot de vaste klanten van de TBC behoorden de Posterijen. De post ging mee in de postbagagewagens van tevoren vastgestelde trams. Ook particulieren konden hun brieven meegeven, door ze in de brievenbussen in de zijwanden van de postwagens te doen. Deze incidentele post werd in de tram afgestempeld door de postbeambten die onderweg alle postzendingen behandelden — de ‘conducteurs der brievenmalen’(in 1911 kreeg Laurens Rink deze functie). Het afstempelen gebeurde met speciale ‘blokstempels’. Dit waren rechthoekige stempels met afgeschuinde hoeken, die in drieën waren gedeeld. In het midden was ruimte voor de datum, in de andere twee konden plaatsnamen van de route worden aangegeven. Zo kende de postdienst op de TBC-lijn blokstempels met Tiel/Culemborg, Buren/Culemborg, Buren/Tiel en Culemborg/Buren.

Als het fruit rijp is, wordt het geveild. De veilinghal is in dit geval de remise van de stoomtram in Buren. Ook de firma Thijsen adverteert in het gidsje, omdat deze diverse keren drukwerk aan het stoomtrambedrijf levert. Collectie Stichting NVBS- Railverzamelingen

$$$ Poststempel Buren Tiel uit 1916. Collectie A.H.A. Thijsen $$ Poststempel Tiel Culenborg uit 1912. Collectie A.H.A. Thijsen $ Brieven en prentbriefkaarten die door de afzender in de trambrievenbus werden gedaan, werden in de tram gestempeld. Dat is met deze kaart gebeurd op 20 september 1915. De B wijst erop dat het vervoer plaatsvond met de tweede tram. Bovenin het stempel staat Tiel, onderin Culenborg. Culemborg werd destijds op twee manieren geschreven: met een m en – zoals hier – met een n. Collectie Frits Spee

45


De markt in Beusichem met de stoomtram, bestaande uit locomotief 3, een postbagagewagen en één rijtuig. Op de achtergrond Hotel De Zwaan. Collectie A.H.A. Thijsen

De stoomtram ergens in Tiel. De heer met de bolhoed rechts is – volgens de overlevering – directeur C. Peters van de TBC. Zijn nazaten kunnen dat echter anno 2020 niet bevestigen. Collectie Museumstoomtram Hoorn-Medemblik

De ‘brievengaarders’(postboden) van de dorpen onderweg namen de postzakken van de conducteur der brievenmalen in ontvangst en leverden op hun beurt ook post bij hem in voor verder vervoer. In enkele trams nam de conducteur van de TBC een deel van het werk over. In 1910 kreeg de TBC een brief van de Inspecteur der Posterijen over (onder andere) uitbreiding van het postvervoer, maar met zoveel eisen ten aanzien van de dienstregeling dat het trambedrijf daar onmogelijk aan kon voldoen. Er volgde nog wel overleg met de inspecteur, maar dit leidde niet tot resultaten, ondanks het feit dat bij het vaststellen van de zomerdienstregeling van 1911 naar mogelijkheden werd gezocht. Nadat de Posterijen het ontwerp daarvan hadden bestudeerd, kreeg de tramdirectie te horen dat van uitbreiding van het postvervoer werd afgezien. De Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg verzorgde zo de volgende jaren op bescheiden wijze het openbaar vervoer in deze regio. Dit duurde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in Europa, waarin Nederland weliswaar neutraal bleef, maar wel veel invloed van ondervond. Die nieuwe situatie betekende, zoals we in een volgend hoofdstuk zullen zien, een diepgaande en blijvende verandering in het toch al vrij kommervolle bestaan van de Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg.

46


Dirk van Mourik in zijn conducteursuniform van de TBC, met de signaalhoorn op zijn borst. Collectie A.H.A. Thijsen

trambedrijven werd meestal een rood potlood voor de ene en een blauw potlood voor de andere richting gebruikt maar bij de TBC werd het treinnummer ingevuld. De even treinnummers waren voor de diensten van Culemborg naar Tiel, de oneven nummers voor de tegenrichting. Afhankelijk van de lengte van het traject varieerde de prijs in de tweede klasse tussen 5 en 37½ cent en in de eerste klasse tussen 10 en 55 cent. Op de vervoerbewijzen had men de trajecten die ieder evenveel kosten gegroepeerd. Zo was het kaartje van 5 cent in de tweede klasse bruikbaar voor maar liefst negen trajectdelen. De conducteur streepte aan voor welk specifiek traject het kaartje verkocht was. De afmetingen van de ‘standaard’-plaatsbewijzen zijn 7,5 × 6 cm (b × h). De eerste series plaatsbewijzen werden in een oplage van 10.000 stuks gedrukt. Roelants drukte de plaatsbewijzen met serieletter A in grote

48


Het agentschap van de stoomtram in Buren – zie het uithangbord rechts – verzorgde hier het contact met publiek en vervoerders. Collectie A.H.A. Thijsen

hoofdspoor. Deze werden dan om- en teruggelegd, zonder dat op de juiste stand werd gelet. Een zoon van een der aandeelhouders — later commissaris — van de TBC heeft zich ook eenmaal in de zomer van 1908 aan dit spel schuldig gemaakt. Prompt ontspoorde de tram; iedereen was in rep en roer. Politioneel onderzoek wees uit wie de dader was! De vader van de snoodaard droeg de financiële consequentie van zoonliefs wandaad, terwijl de schuldige zelf van de rechter een berisping kreeg. Gelukkig deden zich bij dit voorval geen persoonlijke ongelukken voor. Uit deze dagen stamt ook het verhaal van de Culemborgse lantaarnopsteker Kees Lommers. Op een avond werd hij aangesproken door drie vrachtrijders die een goedkoop onderdak zochten voor de nacht. Kees wist overal raad op en omdat het woord ‘goedkoop’ gevallen was, bracht hij hen naar ’t Voorburg waar enkele goederenwagens van de stoomtram op een zijspoor stonden. Zijn slachtoffers vonden het een prachtige oplossing en legden zich tevreden ter ruste. Kees Lommers waarschuwde hen voor het slapen gaan, dat ze de volgende morgen om vijf uur verdwenen moesten zijn omdat de wagens dan werden weggehaald. Na het afscheid sloot Kees de deur aan de buitenkant zorgvuldig af en beloofde zichzelf de gevangenen tijdig voor het vertrek van de tram te bevrijden. ‘Stom

59

Tekening Bas Koster


HOOFDSTUK 10

De tramdienst gestaakt

De financiële toestand van de Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg was zo langzamerhand hopeloos geworden door de slechte inkomsten en de steeds maar stijgende kosten als gevolg van de oorlogstoestand. De directie moest het aantal treinen drastisch verminderen. De ‘Beperkte dienstregeling aanvangende 1 december 1917’ riep een somber beeld op. Reden er tot oktober nog gemiddeld vier doorgaande treinen tussen Tiel en Culemborg, in december van dat jaar was dit aantal teruggebracht tot een of twee. De dagen van de stoomtram tussen Tiel en Culemborg waren duidelijk geteld. Op 13 februari 1918 liet de directeur in de kranten bekend maken dat de tramdienst met ingang van 3 maart 1918 zou worden gestaakt. Toen het bericht van de opheffing van de TBC bekend werd, voer er een schok door de Betuwe. Er werd een comité gevormd om het dreigende gevaar te keren. De afdeling Tiel van de Gelders-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw verzocht de minister van Waterstaat een voorlopige subsidie te verlenen in afwachting van de algehele reorganisatie. De gemeenten verhoogden hun steun (Tiel verdubbelde zelfs zijn bijdrage). Het totaal-

In een advertentie in de Culemborgsche Courant van 13 februari 1918 werden de aandeelhouders opgeroepen voor een buitengewone vergadering om de benarde situatie van de tram te bespreken.

Aankomst van de tram in Tiel. Ter beschutting van het locomotiefpersoneel is een houten schot aangebracht op de locomotief. Op de achtergrond de Waterpoort. Collectie Frits Spee

81


Postbagagewagen PD 299 (ex TBC) in gebruik bij de Rotterdamsche TramwegMaatschappij. Foto Voerman, collectie Stichting NVBS-Railverzamelingen

Met winst verkocht! Fragment uit het jaarverslag over 1918 van de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij. Collectie Stoomtram Ouddorp

schappij. Eén postbagagewagen (102) en de open goederenwagens (301310) werden al snel weer — via Orenstein & Koppel — doorverkocht aan de Stoomtramweg-Maatschappij Oostelijk Groningen. ‘Met winst’ vermeldde het RTM-jaarverslag over 1918 niet zonder voldoening. Van de postbagagewagen die de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij zelf in dienst stelde is bekend dat hij in mei 1922 als PD 254 op de baan verscheen. Bij een ongeval in Oostvoorne raakte de wagen ernstig beschadigd. Niettemin werd hij hersteld en in 1947, onder nummer PD 299, weer in gebruik genomen. In 1956 is het voertuig gesloopt. Ook de gesloten wagens van de TBC gingen het eigen materieelpark van de RTM versterken. Als 1103-1105 hebben zij nog jarenlang hun taak verricht en komen zelfs op diverse foto’s voor. Pas in 1954 werd de 1104 (ex-TBC 203) gesloopt en in 1958 de 1103 (ex 202). De 1105 (ex 201) vond in 1960 een particuliere koper. De postbagagewagen, die bij de Oostelijk Groningen ging rijden, kreeg daar eerst het nummer PD 64 en later E 103. Op 1 juni 1948 staakte deze maatschappij het reizigersvervoer. Het trambedrijf werd opgekocht door

98


H O O FDST UK 13

Touwtrekken om de concessie Toen de provincie Gelderland en het Rijk niet genegen waren te praten over financiële steun aan de Stoomtram Tiel-Buren-Culemborg, betekende dat niet alleen het einde van het trambedrijf. De streek raakte nu verstoken van openbaar personenvervoer en van het transport van landbouwproducten en vee per stoomtram. De bevolking was dan misschien niet zo reislustig, maar dit veroorzaakte toch wel problemen. Bijvoorbeeld voor de schoolgaande kinderen die met de tram reisden. En deze situatie zou niet minder dan ongeveer vijf jaar duren! Omstreeks 19 juli 1922 openden de ondernemers C. van den Wijngaard en M.A. van Hees een auto-omnibusdienst Culemborg-Buren-Tiel met een bus voor 22 personen. Begin september vroegen ze aan verschillende gemeenten subsidie. Zonder gemeentelijke bijdragen kon de dienst niet in stand worden gehouden, omdat deze niet rendabel was. Culemborg kreeg het verzoek ƒ 1.000,- per jaar beschikbaar te stellen. Helaas hadden hun verzoeken geen succes en rond 25 september 1922 doekten Van den Van den Wijngaard en Van Hees openden in 1922 een busdienst Tiel - Buren - Culemborg met een bus voor 22 personen. Collectie Regionaal Archief Rivierenland

101


Het interieur van het door de werkgroep Geldermalsen gerestaureerde rijtuig AB 398 in Ouddorp, 31 augustus 2013. Foto Hans van Lith

In de werkplaats in Ouddorp onderging het laatste rijtuig van de TielBuren-Culemborg, RTM-rijtuig AB 399 een complete gedaanteverwisseling. Al rond 1980 was in Hellevoetsluis de wagenbak gesloopt. Deuren, balkon-, tussen- en kopschotten werden bewaard. Het frame werd vervolgens anderhalve meter verlengd en daarop bouwden de vrijwilligers nu een replica van het restauratierijtuig ABR 1517 van de RTM. Eric van der Reiden — de archivaris van het museum — legt uit dat dit prima kon, omdat de draaistellen van het oorspronkelijke restauratierijtuig ongeveer gelijk waren aan die van de AB 399. Het origineel had het einde van het railvervoer van de Rotterdamsche Tramweg-Maatschappij echter niet overleefd.

115


Het TBC-personeel ‘op de foto’ voor de remise in Buren. Collectie H.D. voor de Poorte

Een artikel uit het Dienstreglement voor machinisten van de TBC. Collectie Regionaal Archief Rivierenland

De conducteurs mochten geen tabak pruimen tijdens de dienst. Uit het dienstreglement voor conducteurs van de TBC. Collectie Regionaal Archief Rivierenland

121


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.