i Tabel 6. Beaufortschaal voor de windkracht. windkracht
benamingin gebruik bij de weerdienst van het KNMI
m/s
knopen
km/h
Watson; hij beantwoordde haar met zijn biologische windschaal (Tabel 8). De schaaldelenzijn direct overgenomen van de algemeenin gebruik zijnde officiële Beaufortschaal. Hrj acht deze schaal in principe bruikbaar als maat voor de windhinder, zowel bij voorwerpen als bij mens, plant en dier. Windhinder wordt namelijk veroorzaakt door de kracht die de wind uitoefent en deze kracht is evenredig met de derde macht van de waarde volgens de Beaufortschaal, zoals we reeds zagen. Daardoor vindt Watson ook het vermeldenvan windsnelheden onnodig; voor hem is de Beaufort net zo goed een eenheid als de knoop, de m/s of de km/h.
De hogere waarden van de Beaufortschaal heeft Watson bij zrjn biologische windschaal niet nodig. Mensen en dieren ondervinden dan zoveel hinder van de wind dat ze weinig of niets kunnen ondernemen en weinig anders kunnen doen dan wachten tot de storm is uitgeraasd.De hinder die door mensen wordt ondervonden is deels een gevolg van het verloop van de windsnelheid met de hoogte. Watson illustreert dit aan de hand van een zware storm: 10 Beaufort. De windsnelheid, uiteraard volgens de afgesproken WMO normen gemeten op 10 m hoogte, bedraagt 90 km/h, maar op ooghoogte waait het niet harder dan ongeveer 60 km/h. Ter hoogte
7 Harde wind
l0 Zware storm
van het middel staat een wind van 25 km/h, op kniehoogte bedraagt de windsnelheid 10 km/h, bij de enkels is er slechts 3 km/h over, terwijl het bij de tenen nagenoeg windstil is. Het heeft echter weinig zin om te zeggen dat het bij de tenen windstil is (windkracht 1) en er bij de knieën een matige wind staat (kracht 3), rond de middel een krachtige wind (6 Bft), terwijl er een stormachtige wind rond de oren blaast(windkracht 8). De problemen die we bij windkracht l0 ervaren berusten, zo stelt Watson, vooral op de uiteenlopendewinddruk op verschillende delen van het lichaam, wat het zo moeilijk maakt om rechtop te blijven staan. De winddruk, de kracht die de wind op een oppervlak van een vierkante meter uitoefent, wordt door de Beaufortschaal eigenlijk beter weergegeven dan door windsnelheden; die zijn er alleen maar aan gekoppeld voor het genoegen van op meetrnstrumenten v e r l e k k e r d ez e e l i e d e ne n n a t u u r w e tenschappers,aldus Watson. Een zeer belangrijke drempel ligt bij de grens vat 6 naar 7 Beaufort. Als deze wordt overschreden, krijgen mensenhet moeilijk, gaan hele bomen zwaaiert, waait bij planten en struiken alles wat los zit weg en kunnen insekten en kleine vogels niet meer uitvliegen. Het is dezelfde grens die geldt voor de wind- en stormwaarschuwingen die het KNMI al uitgeefr sinds 20 februari 1864. Pas veel later werd in de berichtgeving voor de radionieuwsdienst en voor de kustwateren bovendien voor windkracht ó gewaarschuwd, omdat de toegenomen recreatieve scheepvaart en watersport gevoeliger is voor wind dan de beroepsvaart.
Toch nog verl^/orring Met de offtciële afspraken over de Beaufortschaal lijkt duideiijkheid geschapenover het gebruik ervan. Niets is echter minder waar. Na een zware storm blijkt steedsweer dat er uiteenlopende berichten de ronde doen over hoe hard het heeft gewaaid. Oorzaak van de verwarring is dat de windsnelheid niet alleen afhangt van de meethoogte, maar ook van de tijdsduur
8 Stormachtig
I I Zeer zware storm
Tabel 7. Windkracht, winddruk en relatief vermogen. Bfr
g e m i d d e l d ew i n d d r u k ( N m . y
relatief vermogen
.:i:t:,,:,, ;l::,::itlll
9 Storm
l2 Orkaan
ZENIT ]ULI/AUGUSTUS I996
305