Docenten zijn goed genoeg, de ondersteuning niet

Page 1

Joop van Schie

14. De docenten zijn goed genoeg, de ondersteuning niet Joop van Schie houdt zich sinds 1982 bezig met computers in het onderwijs, eerst als docent/ ontwikkelaar, later als adviseur en verkenner. Werkte mee aan alle grote vernieuwingsprojecten rondom ict in het Nederlandse onderwijs, heeft ook in opdracht veel in het buitenland rondgekeken. Joop is vooral geïnteresseerd in de vraag hoe docenten omgaan met educatieve technologie in het onderwijsleerproces en hoe we hen daarbij kunnen ondersteunen.

90

‘Al meer dan tien jaar geven schoolleiders en docenten aan dat het tekort aan bruikbaar digitaal leermateriaal een van de belangrijkste obstakels is voor verdere optimalisering van effectief en efficiënt gebruik van ict bij het geven van onderwijs.’ (Kennisnet, 2009)

In dit essay houd ik dit citaat tegen het licht vanuit het perspectief van de docent. De leidende gedachte daarbij is dat docenten weinig te verwijten valt. Ik ben ervan overtuigd dat zij met de nieuwe technologie en andere inhoudsdragers aan de slag gaan, als zij daarvoor de tijd krijgen en anders worden ondersteund.

Docenten zijn niet ontevreden over het tempo Docenten zelf klagen nauwelijks over het tempo van de verandering, hoogstens over het tempo waarin ‘nieuwigheden’ de school binnengedragen worden. Ze waarderen de snelheid waarmee veranderingen zich in het onderwijs voltrekken anders dan managers. Wat voor de docent behoedzaam voortschrijden is, kwalificeert de manager als ‘gekrabbel aan de oppervlakte’. Daarin zou de manager wel eens ongelijk kunnen hebben. Ook omstanders (Heppell 2009), mensen die aan de zijlijn van het onderwijs staan, verbazen zich over de snelheid waarmee het onderwijs zich aanpast aan de technologische ontwikkelingen. Volgens de managers zijn er voldoende spullen aanwezig en schort het nog aan de scholing en kwaliteiten van de docent om educatieve technologie toe te passen (Kennisnet, 2009). Docenten zelf denken daar anders over: de spullen zijn er wel, maar niet altijd ‘just in time’ beschikbaar. Ze werken bijvoorbeeld graag met het interactieve witbord, maar zijn ontevreden over de beschikbare inhoud. Een collega omschrijft het stadium waarin het onderwijs zich nu bevindt graag als: De Materiaalfase.

Eerder te veel dan te weinig materiaal Het World Wide Web heeft een oceaan van bewegende beelden, stills, teksten en audiomateriaal ontsloten. Voor alle docenten in elk vak. In de afgelopen tien jaar is het WWW volgens Google gegroeid van 26 miljoen naar 22 miljard pagina’s. Het aantal Nederlandstalige pagina’s wordt geschat op ongeveer 300 miljoen (Kunder 2009). Als 1% daarvan op enigerlei wijze geschikt is voor het onderwijs, zijn er bijna 3 miljoen gedigitaliseerde bronnen voor leer- en onderwijsdoeleinden beschikbaar. Daarvan wordt een fors deel verzorgd door professionele leveranciers van educatieve inhoud. Ook Kennisnet levert bijna 170.000 verwijzingen onder de domeinnaam kennisnet.nl en ontsluit samen met de bibliotheken via de geredigeerde zoekmachine Davindi 40.000 kwaliteitsbronnen. Er zijn meer dan een half miljoen Nederlandstalige artikelen op Wikipedia en voor de moderne vreemde talen een veelvoud hiervan. Daar komt nog bij dat er een arsenaal aan zoekmachines beschikbaar is die het vindprobleem (te veel vinden op je zoekterm) helpt oplossen.

Hout genoeg dus, maar is het ook allemaal timmerhout? De hoeveelheid mag dan enorm lijken en de mogelijkheden om die te vinden mogen dan verbeterd zijn, het ontbreekt docenten aan een meetlat om die overvloed aan bronnen te beoordelen. Wat is daarvan geschikt voor henzelf en voor hun leerlingen?

Technologie heeft weinig meerwaarde De eenzijdige fixatie op bijvoorbeeld Web 2.0-technologie spreekt docenten niet of nauwelijks aan. Voorstanders van de inzet van de allernieuwste snufjes worden vaak gezien als nerds of gadgetfreaks. Onderwijsgevenden reageren meestal terughoudend op mediatechnologische vernieuwingen die door tijdgenoten buiten het onderwijs als ‘keerpunten in het onderwijs’ worden beschouwd. Alle nieuwe ‘onderwijs’- technologie (foto’s, film, radio, televisie, de bandrecorder, de overheadprojector, geprogrammeerde instructie, de computer en het World Wide Web) is in het onderwijs kritisch ontvangen en vervolgens veelal niet gebruikt, omdat deze middelen veel inzet vergen en (kennelijk te) weinig meerwaarde opleveren.

91


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.