7 9 11
FEIJENOORD – Gemeente Rotterdam gaat de wijk Bloemhof verbeteren. Leerlingen van basisschool De Bloementuin in de wijk Bloemhof hebben ideeën bedacht om de wijk te verbeteren. De leerlingen vertelden hun ideeën aan medewerkers van gemeente Rotterdam. De gemeente houdt rekening met de ideeën van de leerlingen bij het verbeteren van de wijk. Tekst: Suzanne Huig
De leerlingen zijn blij dat ze mogen meedenken over de plannen voor de wijk. Bashar (12): ‘Wij wonen en spelen in deze wijk. We weten daardoor wat fijn en niet fijn is in de wijk.’ Selin (11): ‘Ik denk dat meer kinderen buiten gaan spelen als de wijk mooier en fijner wordt gemaakt.’
De leerlingen presenteren
hun ideeën voor de wijk.
Foto’s: Arjen Jan Stada
Veilige speelplekken
De leerlingen voelen zich soms niet fijn in speeltuinen in de wijk. ‘Ik zie soms mensen met alcohol of drugs in speeltuinen. Ik vind dat niet fijn’, zegt Bashar. Ecrin (12): ‘Ik zie soms mensen vapen en rondhangen in een speeltuin.’ Bashar: ‘We vinden dat speeltuinen veilige speelplekken moeten zijn voor kinderen. We hebben daarom bedacht dat er speciale pleinen moeten komen waar jongeren en volwassenen kunnen rondhangen en kunnen sporten.’ Ecrin: ‘We denken dat mensen minder alcohol drinken en roken als ze kunnen sporten op de pleinen.’
TOEGANKELIJK
Te bereiken voor iedereen.
Een wijk voor iedereen
De leerlingen vinden het belangrijk dat iedereen zich fijn voelt in de wijk. Selin: ‘Sommige plekken in de wijk zijn niet toegankelijk voor iedereen omdat er bijvoorbeeld geen roltrap of lift is. Wij vinden dat alle plekken voor alle bewoners toegankelijk moeten zijn.’ Ecrin: ‘We willen daarom dat er meer roltrappen en liften worden geplaatst zodat meer plekken toegankelijk worden.’
Meer prullenbakken
De leerlingen vinden het zonde dat er in de wijk veel afval op straat ligt. Mert (11): ‘We vinden dat er meer prullenbakken geplaatst moeten worden in de wijk. We hopen dat er minder afval op de grond ligt als er meer prullenbakken zijn. De wijk gaat er mooier uitzien als er minder afval op straat ligt.’
Vluchten voor brand
Creatieve lessen op school
Leren omgaan met je emoties
Wandelen of rennen onder schooltijd
THEMA: KUNST
2 aardappels huilen tranen met tuiten. De derde aardappel vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’ De 2 aardappels vertellen: ‘Onze moeder zit in de puree!’ Alexander (11)
Jantje zit aan het ontbijt met zijn vader. Hij vraagt: ‘Is € 1.000,00 veel geld?’
Vader zegt: ‘Dat ligt eraan of ik het moet verdienen of ga uitgeven!’
James (12)
2 bananen zijn een gat aan het graven. Zegt de ene banaan tegen de andere: ‘Ik ga ermee stoppen want ik krijg een kromme rug.’
Celina (10)
Een boer heeft een paard. Hij gaat op Vrijdag op reis voor 5 dagen. Hij komt de volgende week op Vrijdag weer thuis. Hoe kan dat?
Het paard heet Vrijdag.
Neymar (12)
Wat is groen en zit op een hek?
Jason (9)
Hoe heet het hondje van de brandweerman?
Amir (10)
Fikkie. Groene verf.
J e n n y en J i m m y
Ik ga lekker al mijn geld uitgeven! Ik denk altijd goed na voordat ik iets koop. Jij ook?
Zeker. Ik koop alleen iets als ik het nodig heb.
abstract beeld beeldhouwen boeken componist dans doek ezel foto gedicht kleur
krijt kunstenaar kwast museum penseel potlood schetsen schilderij schrijver standbeeld tekening toneelstuk
Michiel van de Vijver
Zoek de zonnebrillen in de kinderkrant!
Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:
Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:
Heb jij een tip voor Jong010?
Dus jij hebt dat allemaal nodig? Heel erg nodig! redactie@jong010.nl
Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl
JONG010 - SEPTEMBER 2024
JAARGANG 15 - EDITIE 1 OPLAGE: 38.000 KRANTEN
Hoofdredacteur: Suzanne Huig
Journalisten: Marloes Brouwer, Lot Derks, Lotte Keuzenkamp, Amy van Loon, Jesse Wagenvoord
Fotografen: Fleur Beerthuis, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada
Vormgeving: Marcel van den Assem
Redactiemedewerker: Sasja Hof
Het antwoord van de woordzoeker van juni is: ZINGEN. De winnaar is Omar (8) Gefeliciteerd!
ROTTERDAM – Burgemeester
Ahmed Aboutaleb blijft tot 1 oktober de burgemeester van Rotterdam. Hij hoort graag van Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Hij is ook benieuwd naar de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. Hij is benieuwd wat jij zou willen vragen aan de kinderombudsvrouw?
Tekst en foto's: Suzanne Huig
A HMED A BOUTALEB
Rotterdam
Foto:
‘Een ombudsman of ombudsvrouw helpt je verder als je een klacht hebt over bijvoorbeeld een gemeente of een school. Er is een ombudsman voor heel Nederland. Rotterdam heeft ook een gemeentelijke ombudsman en een kinderombudsvrouw. De kinderombudsvrouw van Rotterdam heet Stans Goudsmit. Ze vindt dat we beter naar kinderen moeten luisteren. Ze controleert of iedereen in Rotterdam zich aan de kinderrechten houdt en ze respecteert. Ze helpt je ook om oplossingen te zoeken als je problemen hebt. Wat zou jij willen vragen aan kinderombudsvrouw Stans?’
‘Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze meer wil opkomen voor kinderen die worden gepest. Kinderen die worden gepest gaan niet met plezier naar school. Die kinderen kunnen daardoor misschien minder goed leren. Ik vind dat de kinderombudsvrouw moet proberen om die kinderen te helpen.’
‘Ik zou het fijn vinden als de kinderombudsvrouw een oplossing kan bedenken voor het lerarentekort. Ik merk bijvoorbeeld dat er te weinig meesters en juffen zijn om in de pauzes op te letten.’
‘Ik vind het jammer dat je voor de meeste leuke speeltuinen een toegangskaartje moet kopen. Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze gratis activiteiten voor kinderen wil organiseren.’
‘Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze wil kijken of er in Rotterdam meer leuke speeltuinen kunnen komen. Ik denk dat kinderen dan meer gaan bewegen en minder gamen.’
‘Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze ervoor kan zorgen dat alle basisschoolleerlingen les krijgen over de verschillen tussen mensen. Ik denk dat leerlingen dan beter met elkaar leren omgaan.’
‘Ik vind het niet goed dat er veel ongelijkheid is tussen mensen. Sommige kinderen sporten bijvoorbeeld bij 3 sportverenigingen terwijl andere kinderen helemaal niet bij een sportvereniging kunnen sporten. Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze iets tegen die ongelijkheid kan doen.’
‘Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze wil kijken hoe het bij kinderen thuis gaat. Sommige kinderen hebben vaak ruzie met hun ouders. De kinderombudsvrouw kan er dan misschien voor zorgen dat ouders en kinderen beter met elkaar omgaan.’
‘Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze wil opkomen voor kinderen met een beperking. Ze kan er misschien voor zorgen dat er meer sportverenigingen komen voor kinderen met een beperking.’
Wat wil jij vragen aan de kinderombudsvrouw?
‘Ik wil aan de kinderombudsvrouw vragen of ze ervoor kan zorgen dat er naar kinderen wordt geluisterd als ouders gaan scheiden. Ik vind dat kinderen bijvoorbeeld mogen meebeslissen over waar ze gaan wonen.’
Gemeente
/ Marc Nolte
ROTTERDAM – Het kan soms lastig zijn om met anderen om te gaan. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld vaak ruzie. Andere kinderen vinden het bijvoorbeeld lastig om op een goede manier voor zichtzelf op te komen. De training ‘Amigo’s’ kan je helpen om zelfverzekerd te worden, voor jezelf op te komen en om beter met anderen en emoties om te gaan. Alisiana (10) volgde de training. Tekst: Suzanne Huig
De training is gratis. Kijk voor meer informatie op WWW.INDIGOWEST.NL of mail naar PREVENTIE@INDIGORIJNMOND.NL
ROTTERDAM – Alisiana: ‘Ik vond het lastig om met mijn emoties om te gaan. Ik kon bijvoorbeeld heel boos en verdrietig worden als iemand iets over mij zei. Ik vond het ook lastig om met andere kinderen om te gaan. Ik had vaak het gevoel dat ik werd gepest en werd buitengesloten. Ik wilde daarom leren hoe ik goed met mijn emoties en met anderen kon omgaan.’ Tekst: Suzanne Huig
‘Amigo is het Spaanse woord voor vriend. Ieder kind dat de training volgt, krijgt voor ongeveer 3 maanden een volwassene als vriend. Juf Lisanne was mijn amigo. Ik zag haar iedere week een keer op school. We kletsten dan met elkaar. Ik vertelde aan haar wat ik meemaakte en hoe ik me voelde. Ik kon alles aan haar vertellen. Ik vond het heel fijn dat ze naar mij luisterde en dat ik mijn gevoelens met haar kon delen’, vertelt Alisiana.
Helpende gedachten lezen ‘Ik voelde me vaak verdrietig en onzeker. Ik had dan niet-helpende gedachten. Dat zijn negatieve gedachten. Ik dacht bijvoorbeeld dat iets me toch niet lukte en dat niemand mij aardig vond. Ik heb tijdens de training helpende gedachten bedacht. Helpende gedachten zijn gedachten die je een fijn gevoel geven. Ik heb die helpende gedachten op kaartjes geschreven. Op een kaartje staat bijvoorbeeld de gedachte: ik probeer het. Op een ander kaartje staat de gedachte: ik kan leren van mijn fouten. Ik lees nu een kaartje met daarop een helpende gedachte als ik me verdrietig of onzeker voel. Ik voel me na het lezen van een helpende gedachte veel fijner’, legt Alisiana uit.
Mezelf zijn
‘Ik wilde er graag bij horen. Ik deed dingen die andere kinderen leuk vonden omdat ik dacht dat mensen mij dan leuker vonden. Ik durfde het niet te zeggen als ik iets niet wilde doen. Ik heb tijdens de training geleerd dat ik mezelf mag zijn.
Ik zet nu mezelf op de eerste plaats. Ik doe dingen die ik leuk vind om te doen. Ik doe geen dingen meer voor anderen om erbij te horen. Ik durf nu te zeggen wat ik leuk en niet leuk vind. Ik voel me veel fijner doordat ik nu echt mezelf kan zijn’, vertelt Alisiana.
Rustig voor mezelf opkomen
‘Ik heb van mijn amigo geleerd hoe ik kan reageren als er op school iets gebeurt wat ik vervelend vind. Ik heb geleerd om eerst rustig in te ademen en rustig uit te ademen. Ik zeg daarna op een rustige manier wat ik vervelend vind. Ik bemoei me verder niet met anderen. Ik ga daarna weg uit de situatie die ik vervelend vind of vraag hulp aan een juf of meester. Ik word daardoor minder boos en verdrietig. Ik heb ook het gevoel dat ik daardoor minder word gepest’, zegt Alisiana.
Praten helpt Alisiana: ‘Ik heb door de training geleerd dat het helpt om over dingen te praten. Ik praat sinds de training iedere avond even met mijn mama voordat ik ga slapen. Ik vertel dan aan haar wat ik denk en hoe ik me voel. Mijn gedachten en mijn gevoelens blijven daardoor niet in mijn hoofd zitten. Ik voel me daardoor veel fijner.’
Alisiana zet zichzelf nu op de eerste plaats. Foto’s: Peter Snaterse
Alisiana haar diploma van de training ‘Amigo’s’.
ROTTERDAM – Sudem (11) is slechtziend. In Nederland zijn ongeveer 3.000 kinderen slechtziend of blind. Iemand is slechtziend als hij of zij minder dan 30 procent ziet. ‘Ik ben geboren met een beperking aan mijn ogen. Ik kan daardoor slecht zien. Ik kan ook geen kleuren zien.’ Tekst: Suzanne Huig ‘Ik zie ongeveer 25 procent. Ik kan dingen op een afstand van een paar meter niet goed zien. Ik zie de dingen dichtbij een beetje wazig. Ik zie vlekken in plaats van details. Ik kan bijvoorbeeld wel iemand zijn gezicht zien. Maar ik zie niet of iemand een sieraad draagt’, legt Sudem uit.
Geen kleuren zien ‘Ik ben ook kleurenblind. Ik zie alles in witte, grijze en zwarte tinten. Ik weet niet hoe kleuren eruitzien omdat ik nooit kleuren heb gezien. Ik ben wel benieuwd hoe alles er in kleur uitziet. Maar ik ga waarschijnlijk nooit kleuren kunnen zien’, vertelt Sudem.
Ogen beschermen
Sudem: ‘Licht doet pijn aan mijn ogen. Ik zie witte vlekken als er licht in mijn ogen schijnt. Ik kan dan niets zien. Ik draag daarom buiten altijd een bril met donkere glazen om mijn ogen te beschermen tegen licht. Ik draag binnen een bril met speciale glazen die mijn ogen beschermen tegen het licht van lampen. Ik heb daardoor minder last van het licht.’
Hulpmiddelen op school
‘Ik heb op school hulpmiddelen. Hulpmiddelen zijn dingen die je gebruikt om iets gemakkelijker te kunnen doen. Ik heb bijvoorbeeld een speciale tafel. Ik kan mijn tafel omhoog zetten zodat de spullen op mijn tafel dichter bij mijn gezicht liggen. Ik kan de spullen daardoor beter zien. Ik heb ook een vergrootglas. Ik gebruik mijn vergrootglas als ik kleine letters wil lezen. Ik gebruik in de klas soms ook een speciale computer om teksten te vergroten. Ik heb in de klas ook een iPad waarop ik teksten kan lezen en opdrachten kan maken. Ik kan op mijn iPad makkelijk letters vergroten als ik iets niet kan lezen’, vertelt Sudem.
Meekijken via een scherm ‘Ik heb op mijn tafel een scherm met daarop een camera staan. Die camera filmt wat er in de klas gebeurt. Ik zie op het scherm wat de camera filmt. Ik kan de camera besturen. Ik kan de camera bijvoorbeeld op mijn juf of op het schoolbord richten. Ik kan de lessen daardoor goed volgen’, legt Sudem uit.
‘Ik draag buiten altijd een zonnebril om mijn ogen te beschermen.’
Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.
Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.
Nooit alleen of buitengesloten ‘Ik voel me anders dan mijn klasgenoten. Ik kan dingen niet die voor mijn klasgenoten heel makkelijk zijn. Ik kan bijvoorbeeld geen bordspel spelen omdat ik de details van een spel niet kan zien. Mijn klasgenoten zijn gelukkig heel lief voor mij. Ze helpen mij als ik hulp nodig heb. Ik voel me dankzij mijn klasgenoten nooit alleen of buitengesloten. Ik ben daar heel blij mee’, vertelt Sudem.
Zelfvertrouwen door mijn vader ‘Mijn vader heeft dezelfde beperking als ik. Hij is mijn voorbeeld. Hij heeft mij geleerd dat ik alles kan proberen. Ik kan daardoor ontdekken wat ik allemaal zelf kan. Ik heb al ontdekt dat ik heel veel kan. Ik heb door mijn vader zelfvertrouwen gekregen’, zegt Sudem trots.
DETAIL
Een klein onderdeel van iets.
Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.
De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.
Sudem gebruikt haar loep om teksten te vergroten. Foto’s: Peter Snaterse
Sudem.
WAT IS JOUW SALDO?
ROTTERDAM – De kans is kleiner dat je later geldproblemen krijgt als je al op jonge leeftijd met geld leert omgaan. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. Je moet daarom goed nadenken wat je ermee doet. Tekst: Suzanne Huig
Het is goed om je inkomsten en uitgaven bij te houden. Je weet dan altijd hoeveel geld je hebt en kunt uitgeven. Je kunt bijvoorbeeld opschrijven hoeveel geld je verdient met klusjes of hoeveel zakgeld je krijgt. Je kunt ook opschrijven hoeveel geld je spaart en waar je geld aan uitgeeft.
JE KEUZES BEPALEN
Je hebt voldoende geld als je aan het eind van de maand wat geld over hebt om in je spaarpot te doen of om op je spaarrekening te zetten. Je kunt je spaargeld gebruiken als je een keer geld tekortkomt. De keuzes die je kunt maken, worden soms bepaald door hoeveel geld je kunt uitgeven. Je kunt bijvoorbeeld duurdere spullen kopen of vaker naar de bioscoop of het zwembad als je meer geld kunt uitgeven.
SALDO
Het eindbedrag dat je overhoudt als je alle ontvangen bedragen hebt opgeteld en alle uitgegeven bedragen hebt afgetrokken.
Antwoord: € 14,95 + € 3,50 - € 3,25 - € 2,00 = € 13,20
ROTTERDAM – De waterschappen zorgen voor het water in sloten, vaarten en meren in Nederland. Waterschap Hollandse Delta zorgt voor het water in Charlois, Feijenoord, IJsselmonde, Rozenburg, Hoogvliet en Pernis. Ruben en Jos werken bij waterschap Hollandse Delta. Ze bekeken met de leerlingen van groep 7 van basisschool De Kameleon de singels en sloten in het Zuiderpark. Tekst: Suzanne Huig
‘Het meeste regenwater zakt in de grond of stroomt een put in. Het regenwater dat in putten stroomt, komt via buizen in het riool terecht. Als het te lang of te hard regent, komt er te veel water in 1 keer in het riool terecht. Het water kan dan via putten omhoog komen en in straten terechtkomen. Dat geeft wateroverlast. We hebben daarom grote plassen gemaakt waar regenwater kan worden opgevangen zonder overlast te veroorzaken. In het Zuiderpark liggen een paar van die grote plassen. Het te veel aan regenwater uit de wijken rondom het Zuiderpark stroomt naar die plassen’, legt Ruben uit. ‘Het regenwater kan worden bewaard in de plassen. Het regenwater kan vanaf de plassen ook naar andere singels en sloten worden gepompt’, zegt Jos.
Mees (8) heeft op zijn bankrekening € 14,95 staan. Hij krijgt van zijn ouders € 3,50 op zijn rekening gestort om iets leuks te doen. Hij gaat met een vriend naar het zwembad. Het toegangskaartje voor het zwembad kost € 3,25. Hij koopt in het zwembad een ijsje voor € 2,00.
Wat is het saldo van Mees aan het eind van de dag?
Naam:
Gebruik de ruimte hieronder om de som te berekenen.
De stuw die de leerlingen bekijken.
Het water schoner maken
Langs de singels en plassen in het Zuiderpark staat riet. ‘Het riet is heel belangrijk voor de kwaliteit van het water. Het riet eet de afvalstoffen uit het water op. Het riet zorgt er daardoor voor dat het water schoner wordt’, legt Jos uit. Antonia (11): ‘Het riet zorgt er daardoor voor dat er meer zuurstof in het water komt. De waterkwaliteit wordt daardoor beter.’ Julia (10): ‘Planten en dieren kunnen daardoor beter in en rondom het water leven.’
Gemalen en stuwen
De leerlingen bekijken een stuw in het Zuiderpark.
Jos: ‘In en rondom het Zuiderpark staan verschillende gemalen en stuwen. Een gemaal is een pomp waarmee water van het ene gebied naar het andere gebied kan worden gepompt. Een stuw is een soort beweegbare drempel waarmee we water kunnen tegenhouden en kunnen doorlaten.’ Franco (11): ‘Deze stuw kan de huizen achter dit gebied beschermen tegen te veel water.’ Chris (10): ‘De stuwen en gemalen worden gebruikt om het water overal op een goede hoogte te houden.’
Waterschap Hollandse Delta is 1 van de 21 waterschappen in Nederland.
Kijk voor meer informatie en opdrachten op WWW.WSHD.NL/EDUCATIE. Ook voor ouders en leerkrachten!
Foto’s: Peter Snaterse
Ruben vertelt over het riet.
ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of een probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Max (11). Tekst: Suzanne Huig
Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.
Foto: Peter Snaterse
een vraag aan
Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL
Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.
ROTTERDAM – Veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond vindt het belangrijk dat je weet hoe je je huis veilig kunt verlaten als er brand is. Brandweervrouw Sjors bekijkt met Eray (9) zijn vluchtroutes vanaf zijn slaapkamer. Tekst: Suzanne Huig
‘Het is verplicht om op iedere etage in huis een rookmelder te hebben. Een rookmelder gaat piepen als er rook in de buurt is. Je hebt 3 minuten om te vluchten en jezelf in veiligheid te brengen als een rookmelder gaat piepen’, vertelt brandweervrouw Sjors.
Een vluchtplan en afspraken maken ‘Je bent waarschijnlijk in paniek en kunt minder goed nadenken als je huis in brand staat. Het is daarom belangrijk dat je vooraf een vluchtplan hebt gemaakt. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je weet waar je een huissleutel kunt vinden. En zorg ervoor dat er op de vluchtroutes geen spullen liggen waarover je kunt struikelen’, zegt brandweervrouw Sjors. Eray: ‘Onze huissleutel ligt altijd op dezelfde plek. En we proberen ervoor te zorgen dat er geen spullen op de trap liggen.’
Max: ‘Ik word verdrietig als iemand tegen mij schreeuwt. Wat kan ik doen als iemand tegen mij schreeuwt?’
Hoi Max,
Het is een normale reactie om verdrietig te worden als iemand tegen je schreeuwt. Iedereen wil aardig worden gevonden. Je lijf zegt tegen jou dat de persoon die tegen je schreeuwt je niet aardig vindt. Je wordt daardoor verdrietig.
Verschillende emoties
Iedereen kan met een andere emotie reageren als er wordt geschreeuwd. Sommige mensen gaan bijvoorbeeld ook schreeuwen. Anderen worden heel stil of gaan misschien lachen. Het is lastig om rustig te reageren vanuit een emotie. Je reageert vaak zonder na te denken omdat je je machteloos voelt.
Rustig reageren
Om een ruzie op te lossen, is het belangrijk om rustig te reageren. Het is daarom belangrijk om even rustig te worden en afstand te nemen van de situatie. Je kunt bijvoorbeeld even weglopen van de persoon die tegen je heeft geschreeuwd. Probeer om rustig te ademen. Wacht tot je de spanning uit je lijf voelt gaan en je niet meer verdrietig bent. Je kunt daarna proberen om rustig te praten met de persoon die tegen je heeft geschreeuwd.
Groetjes Marieke
Eray doet alsof hij 112 belt.
Geblinddoekt vluchten
Eray oefent zijn vluchtroute. ‘Je ziet vaak slecht als er rook in huis is. Ik oefen daarom om geblinddoekt naar buiten te komen’, zegt Eray. Hij roept zijn moeder, vader en broertje. Ze lopen voorzichtig samen de trap af. ‘Ik loop met mijn lijf langs de muur zodat ik beter weet waar ik ben. Ik loop heel rustig zodat ik niet val’, zegt Eray. Hij pakt de huissleutel van een plankje bij de voordeur en opent de voordeur. Brandweervrouw Sjors: ‘Je belt 112 zodra je buiten bent. Je vertelt wat er aan de hand is en welke hulp je nodig hebt.’
BLOKKEREN
Zorgen dat er niets of niemand meer door kan.
Een tweede vluchtroute
Brandweervrouw Sjors: ‘De brand kan je vluchtroute blokkeren. Het is daarom belangrijk dat je een tweede vluchtroute hebt.’ Eray: ‘Ik kan beneden ook via de achterdeur naar buiten. En ik kan via mijn slaapkamerraam naar het dak van de veranda vluchten.’
TIPS VAN BRANDWEERVROUW SJORS
1. Bewaar je huissleutel op een vaste plek zodat je hem snel kunt pakken.
2. Houd zoveel mogelijk deuren en ramen dicht als je niet kunt vluchten. De rook en brand verspreiden zich dan minder snel. Probeer met je hoofd uit een raam te hangen zodat je geen rook inademt en goed te zien bent voor de brandweer.
Heb jij
Marieke of zit je ergens mee?
Eray vlucht geblinddoekt. Brandweervrouw Sjors let op hem. Foto’s: Arjen Jan Stada
JE MACHTELOOS VOELEN
Het gevoel hebben dat je niets kunt doen.
ROTTERDAM – De leerlingen van basisschool de Kameleon kregen van organisatie De Stad Uit les over kruiden in buurttuin De Groene Oase. De leerlingen proefden verschillende kruiden en maakten zelf kruidenthee. Tekst en foto’s: Marloes Brouwer
Kruiden bestaan uit bladeren en stengels van groene planten. Kruiden worden aan een gerecht toegevoegd om extra smaak aan een gerecht te geven. Mehrad (11) en Cinar (11) beleggen hun rijstwafels met kruiden en geplukte groenten uit de tuin. Mehrad: ‘Ik smeer mascarpone op mijn rijstwafel. Mascarpone is een roomkaas. Ik leg er bieslook bovenop. Ik leg er ook munt op. Dat geeft extra smaak aan de rijstwafel.’ Cinar: ‘Je kan ook paardenbloem eten. Ik leg alles wat we hebben geplukt op mijn rijstwafel. Ik vind alles lekker.’
Kruidenthee maken
Amina (8) maakt thee van kruiden. ‘Ik ruik de verschillende kruiden in de tuin. Ik ruik lindebloesem. Ik ruik ook lavendel. Ik schep de kruiden in verschillende bakjes. Ik schep daarna een lepeltje van elk kruid in de theepot. Ik vind de thee lekker ruiken en smaken’, vertelt Amina.
DELFSHAVEN — Wendy (8), Iliyas (8) en Arseni (10) doen mee met de Kinderclub op het Dakpark. De Kinderclub wordt iedere woensdagmiddag in de buurttuin van het Dakpark georganiseerd. Iedereen tussen de 5 en 12 jaar kan dan meedoen aan activiteiten in de natuur. Wendy, Iliyas en Arseni leggen uit hoe je een insectenhotel maakt. Wendy: ‘Een insectenhotel is een plekje waar insecten veilig zijn voor hun vijanden.’ Tekst: Lotte Keuzenkamp
Benodigdheden: een kniptang, takken, een staafje, touw, klei en een stuk plastic. Foto’s: Peter Snaterse
Je maakt een geheel van alle takken en het staafje. Het staafje zit middenin. Maak het geheel vast met touw.
Bedek de achterkant met klei.
De achterkant is de kant waar het staafje dicht is.
HOOGVLIET — Het nieuwe schoolplein van de Jacobusschool heet Jacobus Natuur Paradijs. Vjenthley (7), Jeremy (8), Kinan (10) en Lena (9) vertellen over het nieuwe schoolplein. Tekst: Lotte Keuzenkamp
Vjenthley: ‘We kunnen verschillende dingen doen op het plein. Er ligt bijvoorbeeld een parcours en er staat een waterpomp.’ Kinan: ‘Het plein heeft ook een podium. Het podium wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de opening van een nieuw schooljaar.’
Maak het staafje voor de helft hol.
Je maakt het staafje hol met een tang, kleine lepel of een ander klein voorwerp. Stop het staafje tussen de takken.
Je maakt van het plastic een dakje voor het insectenhotel. Het dakje beschermt de insecten als het regent.
De leerlingen tijdens de opening van het plein. Foto’s: Arjen Jan Stada
Bomen en planten
Jeremy: ‘Op het schoolplein staan verschillende bomen en planten. De bomen en planten zijn goed voor de natuur. Beestjes kunnen blijven leven door de bomen en planten.’
Lena: ‘Ik vind de bomen en planten heel mooi. We hebben zelfs een appelboom.’
Voor iedereen uit de buurt
De leerlingen spelen ook na schooltijd op het plein.
Kinan: ‘Iedereen is na schooltijd welkom op het schoolplein. Ik vind het goed dat iedereen welkom is. Sommige kinderen hebben thuis niks te doen. Zij hebben op het plein ook een veilige plek om buiten te spelen.’
De leerlingen ruiken en proeven verschillende kruiden.
Knip alle takken even lang.
HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK – Leerlingen van Verbazisschool WOW lopen iedere maandag en woensdag
The Daily Mile. Ze wandelen of rennen dan 30 minuten. Emmy (8), Anna (7), Julia (9) en Silvijn (10) vertellen over The Daily Mile. Tekst: Lotte Keuzenkamp
The Daily Mile is een idee vanuit Schotland. Het doel is om je conditie, concentratie en stemming te verbeteren door een stuk te lopen. Silvijn: ‘Ik speel tijdens pauzes. Ik neem tijdens The Daily Mile de tijd om met schoolgenoten te praten.’ Anna: ‘Ik vind het ook leuk om tijdens het lopen te kletsen. Ik maak daardoor nieuwe vrienden.’
Lijkt het jou leuk om met je klas mee te doen aan The Daily Mile? Leg uit waarom wel of niet.
Naam:
Antwoord:
ROTTERDAM – Amaral (8), Charlotte (9), Lillian (7) en I’vy (8) dansen bij dansschool Footstepz. Ze leren tijdens het dansen allerlei danspasjes en danstechnieken op muziek. Tekst: Jesse Wagenvoord
‘We dansen allerlei verschillende dansstijlen door elkaar. We doen bijvoorbeeld hiphop en moderne dans. Ik vind dansen op drukke muziek het leukst’, zegt Lillian. ‘Ik vind het leuk om lekker los te gaan tijdens het dansen. Ik kan dan al mijn gedachten loslaten’, vertelt I’vy. Amaral: ‘Ik vind het het leukst om samen met anderen te dansen.’
De leerlingen rennen
Betere conditie
Emmy: ‘Ik loop sinds een jaar The Daily Mile. Ik merk dat mijn conditie beter is geworden. Het lopen wordt makkelijker als je het vaker doet.’
Julia: ‘Ik merk dat mijn conditie beter is geworden als ik bijvoorbeeld tikkertje speel. Ik vind het fijn dat mijn conditie beter is geworden.’
Rustig worden
Silvijn: ‘Ik kom tot rust als we The Daily Mile lopen. Ik voel mij rustiger als ik na het lopen weer ga werken. Ik kan me daardoor beter concentreren op mijn werk. Dat vind ik heel fijn.’
De meiden laten verschillende dansbewegingen zien. Foto’s:
Bounce, rock, slide
‘We beginnen een danstraining altijd met een warming-up. Het is belangrijk om je lichaam op te warmen. Je krijgt dan minder snel blessures’, vertelt Lillian. ‘We oefenen na de warming-up basistechnieken. De basistechnieken zijn de bounce, de rock en de slide. Je gaat bij de bounce door je knieën. Je gaat tijdens de rock met je schouders naar voren. Je sleept bij de slide met een been over de vloer’, legt I’vy uit.
Zelf een dans verzinnen
Charlotte: ‘We mogen ook zelf dansjes bedenken.’ ‘Mijn favoriete pasje is mijn versie van de slide. Ik beweeg mijn handen dan heen en weer tijdens de slide’, vertelt Amaral. ‘Ik vind de pirouette het leukste danspasje. Ik draai tijdens een pirouette op 1 been’, zegt I’vy. ‘Ik doe het liefst de split. Ik zit tijdens de split met mijn benen wijd aan de zijkant van mijn lichaam’, vertelt Lillian. Charlotte: ‘Mijn favoriete danspas is de biz markie. Je gaat bij de biz markie door je knieën. Je beweegt ondertussen je armen om de beurt omhoog en naar beneden.’
Peter Snaterse
The Daily Mile. Foto: Peter Snaterse
JE STEMMING. Je gevoel. Je humeur.
Wat doe jij als je ziet dat iemand wordt gepest?
ROTTERDAM – Ongeveer 1 op de 10 basisschoolleerlingen wordt gepest. Pesten gebeurt bijvoorbeeld in de klas, op het schoolplein en via internet. Wat doe jij als je ziet dat iemand wordt gepest? Tekst en foto’s: Lotte Keuzenkamp
‘Ik vind dat pesters gestraft moeten worden. Ik zou daarom naar een juf of meester gaan als ik zie dat iemand wordt gepest. Juffen of meesters kunnen pesters laten nablijven of klusjes laten doen.’
‘De meeste pesters stoppen niet met pesten als je zegt dat ze moeten stoppen. Ik denk dat ik daarom niet zoveel kan doen als ik zie dat iemand wordt gepest. Ik vind dat leraren moeten praten met de ouders van pesters.’
Wat is de achternaam van de kinderombudsvrouw van Rotterdam?
PAGINA 3
Hoe heet de training waarmee je kunt leren zelfverzekerd te worden? PAGINA 4
‘Ik vind pesten niet stoer. Vrienden maken soms grapjes. Je noemt dat plagen. Pesten is heel vaak gemene dingen zeggen en roddelen. Ik neem een kind dat wordt gepest mee naar een andere plek. Ik zeg dat het kind niet naar de pesters moet luisteren.’
‘Ik vind het vervelend om te zien dat iemand wordt gepest. Ik praat met een kind dat wordt gepest. Ik zeg dat het kind niet naar de pesters moet luisteren. Ik zeg dat het kind hulp moet vragen aan een volwassene.’
Wat draagt Sudem om haar ogen te beschermen tegen licht? PAGINA 5
Het meeste regenwater zakt in de grond. Waar stroomt het nog meer in? PAGINA 6
Hoe heet het eindbedrag als je alle ontvangen bedragen hebt opgeteld en de uitgegeven bedragen hebt afgetrokken? PAGINA 6
Wat moet je volgens de brandweer bewaren op een vaste plek in je huis? PAGINA 7
‘Ik kom voor iemand op als hij of zij wordt gepest. Ik zeg tegen de pesters dat ze weg moeten gaan. Ik denk dat het anders alleen maar erger wordt.’
Wat doe jij als je ziet dat iemand wordt gepest?
BOEKENBON TER WAARDE VAN 15 EURO
Het antwoord van de puzzel van juni is: ZELFGEMAAKT. De winnaar is Valerie (8) Gefeliciteerd!
Wat ruikt Amina in de kruidentuin behalve lindebloesem? PAGINA 8
Tijdens welke basistechniek met dansen ga je met je schouders naar voren? PAGINA 9
Aan wie kun je hulp vragen als er gepest wordt? PAGINA 10
Op wat voor les zit Marelin?
PAGINA 11
Waaraan konden de leerlingen meedoen als ze zich inschreven tijdens de Zomercampus?
12
De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!
PAGINA
Amelie (11)
Anastasia (11)
Julian (11)
Anayah (13)
Noor (11)
FEIJENOORD – Marelin (6) zit op circusles bij Circus Rotjeknor. Marelin: ‘Ik ga elke week naar circusles bij circus Rotjeknor. Ik leer wat er in een circus gebeurt en probeer het na te doen. Ik hoop ooit zelf op te treden in het circus.’ Tekst: Lot Derks
‘We leren tijdens de circuslessen over alles wat er in het circus gebeurt. Goochelaars doen bijvoorbeeld kunstjes en acrobaten lopen over een koord. We mogen vaak zelf kiezen wat we willen oefenen. We maken samen ons eigen circus met trucs en acts’, vertelt Marelin.
Marelin oefent met de jongleerbordjes. Foto’s: Arjen Jan Stada
HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK – De leerlingen van de Goede Herderschool krijgen creatieve lessen van SKVR. Ze leren tijdens de lessen bijvoorbeeld om een filmpje te maken van foto’s. Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord
‘We maken een stop-motionfilmpje. Een stop-motionfilmpje bestaat uit losse foto’s achter elkaar. De foto’s spelen dan snel achter elkaar af. Je ziet dan een verhaaltje’, vertelt Amellie (7). ‘Ik maak eerst een poppetje van klei. Ik maak een foto van het poppetje. Ik verschuif het poppetje daarna naar een andere plek. Ik maak nu een volgende foto. Alle foto’s achter elkaar vormen een filmpje. Ik heb al meer dan 120 foto’s gemaakt. Ik heb met 120 foto’s een filmpje van 30 seconden’, legt Maria (7) uit.
Circusmaterialen
De leerlingen mogen oefenen met alle circusmaterialen.
Marelin: ‘Ik vind de circusfiets heel bijzonder. De circusfiets is heel klein en zwaar waardoor het knap is als je erop kunt fietsen. Ik oefen ook graag met de jongleerkegels en de jongleerbordjes.’
Elkaar helpen
De leerlingen werken samen om trucs te oefenen. Marelin: ‘Ik wil graag beter leren balanceren op een bal. Ik moet dan proberen recht op een bal te blijven staan. Ik vind het fijn als er dan iemand naast mij staat om mij te helpen.’
CIRCUSMATERIALEN
Spullen die in het circus worden gebruikt.
Maria verschuift het poppetje voor de volgende foto.
Je kunt met een tablet foto’s maken en effecten toevoegen.
Een goed filmpje maken ‘We gebruiken een tablet om de filmpjes te maken’, zegt Meilly (7). Maria: ‘We zetten de tablet op een statief. Het statief houdt de tablet op dezelfde plek. Je kunt de foto’s dan elke keer vanaf dezelfde plek nemen. Het poppetje beweegt dan als enige.’ ‘We kunnen de poppetjes steeds in een andere vorm kleien. Het lijkt daardoor alsof de poppetjes bewegen’, zegt Amellie. ‘Je kunt op de tablet geluiden kiezen om onder je filmpje te zetten. Je kunt het filmpje met geluid leuker of spannender maken’, vertelt Leyana (8).
DELFSHAVEN — De Zomercampus was tijdens de zomervakantie op de Valentijnschool. Kehlany (8): ‘De Zomercampus is een week vol leuke lessen.’ Leerlingen konden zich inschrijven om mee te doen aan workshops. Ze konden bijvoorbeeld leren koken, tasjes leren maken of gitaar leren spelen. Zoaufi (8), Brooklyn (8), Kehlany en Faith-Lynn (9) leerden gitaar spelen. Tekst en foto’s: Lotte Keuzenkamp
Zoaufi: ‘Ik vind het gek om in de zomervakantie op school te zijn. Ik vind het wel heel leuk omdat ik geen gewone schoollessen krijg tijdens de Zomercampus.’
Niet vervelen Brooklyn: ‘Ik vind de Zomercampus heel goed omdat de Zomercampus ervoor zorgt dat iedereen iets leuks kan doen in de zomervakantie.’ ‘Leerlingen die niet op vakantie zijn kunnen naar de Zomercampus’, vertelt Faith-Lynn. Zoaufi: ‘Veel leerlingen vervelen zich in de zomervakantie. Leerlingen hoeven zich niet te vervelen bij de workshops van de Zomercampus.’
De leerlingen leren gitaar spelen tijdens de Zomercampus.
Gitaar leren spelen Kehlany en Faith-Lynn vinden het leuk om gitaar te leren spelen. Kehlany: ‘Ik kan na deze les beter gitaar spelen. Ik heb geleerd dat ik mijn vingers langs de snaren moet laten glijden. De snaren zijn de draden van de gitaar.’ Faith-Lynn: ‘Ik heb geleerd wat het verschil is tussen de dikke en de dunne snaren. Dikke snaren maken lage tonen en dunne snaren maken hoge tonen.’
Rotterdam
Leerlingen van De Oranjeschool bezochten met de organisatie Werken als een Paard het stadhuis van Rotterdam. De leerlingen leerden debatteren van gemeenteraadslid Marvin Biljoen. Tekst: Suzanne Huig
De gemeenteraad van Rotterdam is de baas van Rotterdam. De gemeenteraad bestaat uit 45 raadsleden. Die raadsleden zijn tijdens gemeenteraadsverkiezingen gekozen door Rotterdammers. De gemeenteraadsleden horen bij verschillende politieke partijen. Iedere politieke partij vindt andere dingen belangrijk en heeft een andere mening. De gemeenteraadsleden maken samen keuzes voor de stad. Ze debatteren met elkaar voordat ze een beslissing nemen. Ze stemmen na een debat over de ideeën die zijn besproken. Een idee wordt uitgevoerd als meer dan de helft van de gemeenteraadsleden voor stemt.
Regels tijdens een debat Marvin is 1 van de gemeenteraadsleden. Hij vertelt hoe hij samen met de andere gemeenteraadsleden beslissingen neemt voor de stad. ‘Alle 45 gemeenteraadsleden hebben een andere mening. We debatteren daarom met elkaar over stellingen voordat we een beslissing nemen. We houden ons tijdens een debat aan regels zodat we goed kunnen overleggen. Raadsleden laten zien dat ze iets willen zeggen door te gaan staan. Een regel is dat je alleen praat als je van de voorzitter van de vergadering toestemming krijgt om te praten. Een andere regel is dat je respectvol bent naar anderen en elkaar laat uitpraten’, vertelt gemeenteraadslid Marvin. Rovano (11): ‘Een debat is eigenlijk een discussie waarbij iedereen zich aan regels houdt.’
Gemeenteraadslid Marvin met leerlingen.
Argumenten voor de stelling
De leerlingen debatteren met elkaar over de stelling: scholen moeten om 10:00 uur beginnen. Gemeenteraadslid Marvin is de voorzitter van het debat. Hij geeft Batool (12) het woord. Batool: ‘Ik ben voor de stelling. Leerlingen maken veel mee. Het is daarom belangrijk dat ze kunnen uitrusten en uitslapen. Leerlingen kunnen uitrusten en uitslapen als de scholen later beginnen.’ Kerem (10) krijgt het woord. ‘Ik ben voor de stelling. De meeste leerlingen halen betere schoolcijfers als ze uitgerust zijn. Het is dus ook goed voor de resultaten van de leerlingen’, zegt hij. Kiran (11) is het met Kerem eens.
De leerlingen geven om de beurt hun mening.
Stelling: scholen moeten om 10:00 uur beginnen. Ik ben voor / tegen, omdat ...
Argumenten tegen de stelling
Elifsu (11) mag haar mening toelichten. ‘Ik ben tegen de stelling. Ik vind dat leerlingen goed onderwijs moeten krijgen. Leerlingen krijgen minder les als de scholen later beginnen. Ik vind dat niet goed voor de toekomst van de leerlingen’, zegt ze. Liann (12) krijgt daarna de beurt. ‘Leerlingen hebben het recht om voldoende lesuren te krijgen. Scholen moeten tot later lesgeven als ze later beginnen. Dat is niet fijn. Leerlingen hebben ’s middags dan geen tijd om te ontspannen’, zegt Liann. Gemeenteraadslid Marvin vraagt de leerlingen tenslotte wie voor en wie tegen de stelling is. De meeste leerlingen stemmen tegen. ‘Jullie hebben door te debatteren en te stemmen samen een beslissing genomen. De beslissing is dat de scholen niet om 10:00 uur starten’, zegt hij.
De beste beslissingen nemen
Gemeenteraadslid Marvin: ‘Jullie hebben met dit debat ervaren op welke manier de gemeenteraad beslissingen neemt.’ Batool: ‘Ik vind het goed dat de gemeenteraad debatteert over ideeën voor de stad. Gemeenteraadsleden kunnen tijdens een debat hun mening laten horen en de meningen van anderen horen. De gemeenteraadsleden kunnen daardoor samen de beste beslissing nemen.’ Rovano: ‘De gemeenteraadsleden kunnen tijdens een debat ook van elkaar leren. Je mening over iets kan veranderen als je goed naar de mening en argumenten van een ander luistert.’
Wil jij het spel Democracity spelen en een raadslid ontmoeten?
Dat kan! Jouw school mag gewoon naar het stadhuis komen. Mail naar voorlichtinggriffie@griffie.rotterdam.nl
Ben jij voor of tegen de stelling?
De leerlingen tijdens het debat over de stelling 'scholen moeten om 10:00 uur beginnen'. Foto’s: Arjen Jan Stada
Gemeenteraadslid Marvin in gesprek met de leerlingen tijdens het debat.