cultuur maak(t) je niet zomaar!
2. DE DOMIJNEN
WANDELAARS ZOEKEN HAAKSTERS
Medewerkers
ONDERZOEKER ZOEKT STEENBESCHOUWERS
Shane Waltener
Arne Hendriks
4. INWONERS
I N T E RV I E W S
WAT MAAK JE?
KOOR ZOEKT ROZENVERHALEN
Gemeente Sittard-Geleen
OP
1. CULTUREEL INTENDANTEN Joanna van der Zanden Jeanne van Heeswijk
EN
CA
Miranda Lakerveld
LL
WAT KAN JE SAMEN MAKEN?
JAGER ZOEKT LEGERTJE KOKS
Sjim Hendrix
5. WORKSHOPS
BLOEMSCHIKKERS ZOEKEN TIMMERLUI BR
IE
FIN
G
3. KUNSTENAARS Kunstenaars Operaregisseur Componist Kok
Raw Color
COLLECTIE IN ACTIE
TENNISMATCH ZOEKT ORKEST
Diederik Rijpstra
INDEX
cultuur maak(t) je niet zomaar! Voorwoord
7
Inleiding
8
Wandelaars zoeken haaksters
16
Koor zoekt rozenverhalen
32
Onderzoeker zoekt steenbeschouwers
46
Jager zoekt legertje koks
60
Bloemschikkers zoekt timmerlui
72
Collectie in actie
86
Tennismatch zoekt orkest
102
Colofon
118
Medewerkers
121
Jeanne van Heeswijk en Joanna van der Zanden in samenwerking met De Domijnen
VOORWOORD
De Domijnen heeft als missie kunst en cultuur dichtbij mensen te brengen vanuit de visie dat cultuur een dynamisch gegeven is en iedere dag verandert. Wij zijn omringd door voorwerpen die uit een creatief denkproces zijn ontstaan en door de eeuwen van vorm zijn veranderd maar wel dezelfde functionaliteit hebben behouden. In ons museum historie&archeologie zien wij drinkbekers uit de vroegste eeuwen van de jaartelling en nog steeds gebruiken wij bekers om uit te drinken, maar is de vorm en de materialiteit gewijzigd. Onze kleding waarin wij dagelijks gekleed gaan is terug te brengen tot een tiental soortbenamingen maar uitgevoerd in ontelbare verschijningsvormen. Onze gebruiken, rituelen en ons doen en laten worden voortdurend aangepast aan verandering in denken en zijn. Daardoor verandert de samenleving voortdurend en ontstaan subculturen. De Domijnen stelt ieder jaar een thema centraal waarbij wij de inwoners van Sittard-Geleen willen betrekken bij de uitwerking van dat thema. De intendanten 2016 Joanna van der Zanden en Jeanne van Heeswijk, hebben een methode gekozen die vanuit, de toen nog nieuwe organisatie, De Domijnen verbindingen kon leggen met de inwoners door al bestaande contacten van onze medewerkers te verbinden met individuen en groepen inwoners. Door cultuur in de volle breedte te beschouwen -dus inclusief koken, verhalen vertellen en handwerktechnieken- zijn er verbindingen ontstaan die niet direct voor de hand liggen. Door alle medewerkers te betrekken bij het themajaar, zijn nieuwe denkwijzen ontwikkeld en zijn de randen van het culturele speelveld onderzocht. Voor ons publiek zijn verrassende workshops en presentaties ontwikkeld. Door het organiseren van presentaties en workshops in de openbare ruimten kon een breed publiek kennismaken met deze verrassende werkwijze. In deze publicatie geven wij een weerslag van de activiteiten rondom het thema ‘Cultuur maak(t) je!’. De Dienst der Domijnen wordt geen nieuwe institutie, maar de denkwijze erachter past goed bij de inzet van De Domijnen om samen met de inwoners verbindingen tot stand te brengen tussen bestaande wensen en initiatieven en deze in gezamenlijkheid door te ontwikkelen en te realiseren. Wij wensen u veel lees- en kijkplezier!
Namens het De Domijnen team, Tom de Rooij Directeur-bestuurder De Domijnen
7
INLEIDING Joanna van der Zanden en Jeanne van Heeswijk
bijeenkomsten en bijzondere interesses in andere culturele gemeenschappen of de lokale historie en nog veel meer. Het bracht ons tot de vraag of via de talenten en interesses van de medewerkers er een nieuwe dienst zou kunnen ontstaan: De Dienst der Domijnen.
CULTUUR MAKEN IS TIJD MAKEN
Maken is een activiteit. Denken ook. Cultuur kan beschouwd worden als de optelsom van wat we maken, hoe we daarover denken en hoe dit ons handelen beïnvloedt. En omdat maken en denken activiteiten zijn is cultuur altijd in beweging. Aan de cultuur waarin we opgroeien ontlenen we grotendeels onze identiteit. Het is het fundament van waaruit wij onszelf ontwikkelen. Identiteit is dus ook niet statisch. We vormen onszelf door kritische vragen te stellen, door nieuwe relaties aan te gaan en door open te staan voor andere gewoonten en culturen. Zo sleutelen we aan onszelf en werken we tegelijkertijd aan de cultuur waar we onderdeel van uit maken. Onze persoonlijke identiteit valt dan samen met de groepsidentiteit; de cultuur waar we op dat moment toe behoren, waarmee we onszelf identificeren. Cultuur maakt je en cultuur maak je. Met het programma Cultuur maak(t) je hebben wij als cultureel intendanten voor De Domijnen een lokale ontdekkingsreis ondernomen. wilden onderzoeken wat de 8
We
meerwaarde kan zijn van een lokale organisatie die bijna alle officiële, culturele podia in een gemeente programmeert: van schouwburg en filmhuis tot bibliotheken, musea en cultuureducatie. Als jonge organisatie heeft De Domijnen gekozen voor het devies: Grondstof voor culturele vernieuwing. Maar hoe doe je dat vernieuwen? Hoe maak je nieuwe cultuur? Liggen er hier unieke kansen voor kruisbestuiving, voor nieuwe ontmoetingen? Daar waar voorheen elke organisatie (het theater, de bibliotheek, het museum etc..) een eigen plek innam in de gemeenschap, met vaak een eigen achterban en organisatiecultuur vormen zij nu een familie. Onze zoektocht begon daarom met de vraag te stellen: ‘Wat heeft De Domijnen in huis?’ Letterlijk. Wat zijn de interesses en talenten van de medewerkers? Waar ligt hun persoonlijke verbinding met de stad? Wat maken zij en wat maakt hen? Het gaf ons inzicht in de ‘informele’ cultuuractiviteiten in de stad: wandelclubs, haakmarathons, muziekspel in vele vormen, bloemschikken, zang, religieuze
Toon Hermans en Pink pop (al vindt dat niet meer plaats in de stad) zijn de twee culturele iconen van de gemeente. De medewerkers benadrukken ook de liefde van de inwoners voor carnaval, fanfares en muziekcorpsen, het St. Rosa Festival en de bierfeesten. Dit hoort bij hun lokale cultuur. Dat is wat verbindt en waarmee ze zich identificeren. Net als de Limburgse dialecten, de verrukkelijke vlaaien en het mijnenverleden. Dat dit uiteraard niet alles is weet iedereen. Maar wie een ander aanbod wil creëren is zich bewust van deze succesnummers en wie nieuwe cultuur aanbiedt met gemeentelijke middelen stelt zich kwetsbaar op. Succes is namelijk niet gegarandeerd, maar wel iets dat we al snel verlangen, ook binnen de cultuur. Gechargeerd gesproken: opbrengsten moeten meetbaar zijn, bezoekers tellen slechts in aantallen mee, kunst moet impact hebben en tevredenheidenquêtes bepalen de koers van het nieuwe seizoen. Men vergeet vaak dat nieuwe cultuur maken chaotisch verloopt, veel onzekerheden kent en dat ‘oefening baart kunst’ tijdrovend is. Zo ook ons project. Dit verliep verre van vlekkeloos. We zochten naar ruimte binnen het uitgebreide aanbod van De Domijnen zelf en naar aanknopingspunten binnen de lokale gemeenschap van waaruit we iets nieuws konden opstarten. Het kostte tijd om voorbij de eerste indruk te komen. Om de culturele verscheidenheid te kunnen benoemen en begrijpen. Actief denken over cultuur betekent nieuwe relaties durven aangaan. Vaak namen we Der Lauf der Dingen, een videowerk van kunstenaarsduo Fisschli & Weiss als inspiratiebron. Hierin worden losse elementen verbonden en in beweging gezet door een aanstoot van iets anders. Een soort kettingreactie. Het geheel, het proces is het werk. Niet waar het uiteindelijk stopt. Als makers hoop je iets in beweging te kunnen zetten dat doorloopt, dat resoneert. Maar relaties bouw je niet snel op. En in tijden van versnelling is het moeizaam vertragen. Wij hadden ook beperkte tijd gekregen: zegge en schrijve één jaar. We besloten om klein te beginnen. We startten met een coworkshop waarbij de medewerkers met elkaar onverwachte verbindingen zouden zoeken vanuit hun eigen maakcultuur of interesse. Een onwennig oefening die vaak eindigde in praktische bezwaren. Maar na enige tijd kregen de deelnemers er toch plezier in, werden de nieuwe (on)mogelijke ideeën makkelijker opgeworpen. 9
een uitgewerkte invuloefening. Zo wilde Arne Hendriks graag verschillende mensen ontmoeten die ‘iets’ met stenen hebben, om vandaar uit gezamenlijk een stenenproject op te zetten. En Miranda Lakerveld zocht een koor en vrouwen met verschillende culturele achtergronden die verhalen over rozen wilden delen, om uiteindelijk uit te komen bij een voorstelling. Achteraf gezien was het beter geweest om al in contact te zijn met een lokaal bekend koor en met lokale stenenverzamelaars, maar wij dachten dat deze contacten via de medewerkers van De Domijnen makkelijk te bereiken waren. De publieke campagne was er om die mensen te bereiken die nog niet in het contactenlijst staan van De Domijnen. Wat wij onvoldoende beseften is dat De Domijnen als de overkoepelende, culturele organisatie in de gemeente ook pas net begonnen was zich voor te stellen.
weer nieuwe deelnemers (een ‘ja’ als men zegt ‘Ja ik doe mee’ blijkt niet altijd een overtuigende toezegging) komt wellicht niet overeen met het aantal mensen dat idealiter voor zo’n project gewenst is. Maar wat als we de persoonlijke ervaringen meewegen? De leermomenten? De nieuwe relaties die het project heeft opgeleverd? Nog afgezien van de mogelijkheid tot doorontwikkeling? Orkestleden en tennissers willen op ‘wereldtoernooi’, de Deken van Sittard ziet de voorstelling ‘… ook ik spreek over de roos’ graag in het officiële programma van Santa Rosa viering en de koks geven aan dat het koken voor mantelverzorgers zomaar eens een terugkerende festiviteit kan worden. Vraag is uiteraard wie het stokje nu overneemt. De Dienst der Domijnen zou ook hierin een rol kunnen spelen.
DOORPAKKEN Wat heeft bloemschikken met timmeren van doen? Hoe kan een liefde voor rozen gecombineerd worden met belangstelling voor andere culturen? Of wat kan een combinatie tennis en fanfare meer opleveren dan een concours op het tennisveld? En zo meer. Zelf hadden we deze combinaties nooit vooraf kunnen bedenken. Als nieuwe cultuur maken gaat over nieuwe relaties aangaan, dan is het combineren van verschillende maakculturen wellicht een eerste stap? Kan De Dienst der Domijnen bestaan uit het aanbieden van workshops en services die de dagelijkse culturele praktijk overstijgen? Een dienst die je uit je comfortzone haalt. Een soort experimenteer lab, waar binnen de intimiteit van een workshop er wellicht vrijer geoefend kan worden. We nodigden kunstenaars Arne Hendriks, Shane Waltener, Sjim Hendriks, ontwerpstudio Raw Color, componist Diederik Rijpstra en operaregisseur Miranda Lakerveld uit om een aantal van de onverwachte combinaties verder uit te werken tot voorstellen voor inwoners om deel te nemen.
WAT NIET VAN HIER KOMT ‘Er is geen belangstelling voor het deelnemen 10
aan nieuwe workshops, men heeft het al druk genoeg met de eigen activiteiten’, was naast ‘Men houdt hier niet van wat niet van hier komt’, de terugkerende uitspraak als we vertelden wat we aan het doen waren. Enigszins eigenwijs, en met de overtuiging dat de voorstellen toch aansloten bij wat men al bezighoudt: muziek maken, koken, wandelen, haken etc., bedachten we een ludieke campagne voor de workshopvoorstellen van de kunstenaars. Met oproepjes als ‘Jager zoekt legertje koks’ of ‘Wandelaars zoeken haaksters’ hoopten we de nieuwsgierigheid te wekken. Het werd een totale flop. Niet eerder hadden we in onze praktijk zo weinig aanmeldingen ontvangen voor activiteiten. Ook de vele muzikanten die de gemeente rijk is lieten het afweten voor de oproep: ‘Tennismatch zoekt orkest’. Het werd ons duidelijk dat we te veel van ‘wat niet van hier komt’ communiceerden. Er waren vooralsnog te weinig lokale mensen bij betrokken, de kunstenaars hadden geen Limburgse roots en de uitnodigingen waren niet concreet genoeg; de kunstenaars waren namelijk zelf ook nog zoekende. Cocreëren betekent dat de uitkomst de optelsom is van een gezamenlijk proces, en niet van
Veel gemeenten zoeken naar manieren om het cultuuraanbod te laten aansluiten bij meer verschillende groepen in de samenleving. Met cultuurparticipatie (zowel actief als passief) kan betrokkenheid met de eigen omgeving worden gestimuleerd. Er zijn veel mooie voorbeelden hiervan, maar te vaak zijn er na een eerste gelukte aanzet geen beschikbare middelen meer om daadwerkelijk op te bouwen. Ook De Domijnen heeft als doel breed in de samenleving van betekenis te zijn. En dat doen ze heel goed door bijvoorbeeld verschillende podia te creëren waar amateurs en professionals samen komen. Het voordeel van een culturele organisatie als De Domijnen is dat ze kunnen bouwen en doorpakken, ondanks de soms politieke scepsis ten opzichte van cultuur. Het is een lerende organisatie, niet snel inwisselbaar, ze creëren hun eigen succesnummers en staan open voor culturele intendanten met andere ideeën. Met ons programma Cultuur maak(t) je waren wij zogezegd pioniers. Was het alles waard? De hoeveelheid tijd die we met z’n allen hebben gestopt in het vinden van deelnemers, locaties, partners, publiek en 11
JEANNE VAN HEESWIJK is een internationaal opererend kunstenaar. Haar projecten onderscheiden zich door een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Met haar werk stimuleert en ontwikkelt zij culturele producties en creëert nieuwe publiek. Om dit te bereiken werkt ze vaak nauw samen met andere kunstenaars maar ook met ontwerpers, architecten, softwareontwikkelaars, overheden en burgers.
JOANNA VAN DER ZANDEN werkt als gastcurator en adviseur voor verschillende musea en culturele organisaties. Ze initieert projecten waar actuele en maatschappelijke thema’s centraal staan en onderzoekt manieren voor professionele makers en publiek om elkaar te ontmoeten en in cocreatie samen te werken. Van Heeswijk en Van der Zanden werkten van 2014 t/m 2016 samen aan het project Reinventing Happiness voor het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch.
De illustraties bij dit artikel zijn gemaakt door medewerkers van De Domijnen. We vroegen hen het object te tekenen of fotograferen dat het beste bij hen past. Achtereenvolgens: Maria Demandt (haaknaald), Ingrid Ferron (stenen kerststal), Julie Kempkens (hamer en beitel), Hans Bours (mes), Bas van Dooren (theaterlamp), Jenny Voncken (piano), Sem Ariaans (reiskoffer), Gerdie van Rens (rozentaartje), Jolanda Aarts (ketting), Jenny Janssen (vaas), Marie-Louise van Wamel (verrekijker), Juul Meijers (schep) 12
13
“Talent voor iets te maken heeft iedereen, maar is weggestopt”. (Mozes Kakisina)
“Vastleggen van momenten is ook een manier van verbinden.” (Chantal Waltmans)
“In alles kan ik iets moois vinden.” (Jasmina Ninic)
“De Domijnen zou een orkest moeten worden”.
“Succes gaat altijd met een inzinking”. (Coen Aarts)
(Maurice Daemen)
“Ik realiseer de dromen van andere mensen.” (Lex Kentgens)
“Je moet nooit zoeken naar datgene wat je hebt gehad.” (Carin van Slook) 14
15
Wandelaars zoeken Haaksters
16
VRIJDAG 19 AUGUSTUS Brainstormmeeting met Shane Waltener Locatie: Streekboerderij Daniken, Geleen.
ZONDAG 2 OKTOBER Workshops en lezing Shane Waltener Locatie: Museum Hedendaagse Kunst De Domijnen
ZATERDAGOCHTEND 1 OKTOBER Shane Waltener i.s.m. Wandelen met Intentie Locatie: Omgeving Sittard
ZATERDAGMIDDAG 12 NOVEMBER Inloopworkshop koorden maken Locatie: Museum Hedendaagse Kunst De Domijnen
ZATERDAGMIDDAG 1 OKTOBER Workshop koorden maken van de gevonden materialen Locatie: Plein bij Ligne
ZONDAG 13 NOVEMBER Workshop koorden en dans Locatie: Museum Hedendaagse Kunst De Domijnen
Wandelen en haken zijn twee activiteiten die alleen en in stilte kunnen worden beoefend. Maar het zijn ook sociale activiteiten. “Ik wandel graag alleen of met een persoon met wie je kan zwijgen.�, was een van de opmerkingen van een medewerkster. Zij was niet de enige enthousiaste wandellaar. Er wordt veel gewandeld in de omgeving van Sittard en Geleen. De natuur in de directe omgeving nodigt daartoe uit. Men wandelt om de dagelijkse sores te vergeten maar ook om te ontmoeten. Ook haken is een sociale en rustgevende activiteit. Verrassend veel medewerkers van De Domijnen haakt graag of is met handwerk bezig. Op Facebook zijn verschillende handwerkgroepen actief waar leden elke week andere opdrachten ontvangen. Sittard kent ook een van de betere wol- en garenwinkels in het Zuiden waar veel cursussen worden aangeboden: Wollstreet. Aan kunstenaar Shane Waltener de opdracht om wandelen, natuur en haken of handwerk te combineren in een workshop. Het werd een creatief proces met verschillende fases: wandelen om natuurlijke materialen te verzamelen, leren maken van draden en koorden van deze materialen en het samenbrengen van deze koorden in een gezamenlijk werk. Het waren oefeningen in ritme en samenwerken. 17
SHANE WALTENER
schrijven van een choreografische partituur, een instructie voor toekomstig gebruik van de ‘props’ die we hadden gemaakt. Toen we dit hadden gedaan kreeg het werk betekenis. En het opvoeren van deze choreografie in de toekomst brengt het werk verder. Draden maken is een begin van veel dingen. Van textiel tot manden en alles wat gevlochten of geweven is. De techniek die je hebt gebruikt is archaïsch. Wat inspireert jou tot het inzetten van deze techniek en het maken van draden? Waarin schuilt voor jou de creatieve uitdaging?
Draden maken is inderdaad een antieke ambacht. Het heeft geleid tot de uitvinding van het schrift, nog voordat er papier was. In het vroege China was het bijproduct van de productie van zijde, korte draden van moerbei en bladeren, niet geschikt om mee te spinnen, maar wel goed om er papier mee te maken. Antropoloog Tim Ingold illustreert de connectie tussen tekst en textiel als volgt: het woord ‘text’ komt van het Latijnse ‘textere’, dat weven betekent. ‘Line’ komt van ‘lineum’ en betekent linnen of vlas, de Europese equivalent voor zijde. Hieruit kunnen we opmaken dat het eerste schrift niet op papier is geschreven of in steen is gekerfd, maar een
geweven stuk textiel is, met een eigen unieke vocabulaire en grammatica. Met de uitvinding van het maken van draden en koorden ontstond ook het maken van manden. Deze techniek, samen met de uitvinding van de hevel dat gebruikt werd bij het weven, heeft voor de beschaving veel verandert. Het zorgde er voor dat gemeenschappen spullen konden bewaren en transporteren en dat zorgde weer voor een switch van een jagende en verzamelende overlevingscultuur naar een agrarische cultuur. Deze geschiedenis speelt een belangrijk rol in mijn aandacht voor oude technieken. Daarnaast ben ik ook geïnteresseerd in de economische en duurzame waarden hiervan. Ik krijg een kick als ik met niets start behalve een snijmes en wat natuurlijke materialen die ik om me heen vind. Op deze manier reageer ik op de plek, het moment en het seizoen. Het werk wordt zo het resultaat van een samenwerking met de omgeving. Ik kan alleen werken met wat voorradig is. Dit is een uitdaging en een kans. Daarnaast vind ik het interessant om te werken in een stedelijke omgeving en te ontdekken hoe groen deze is. Natuur is ongelooflijk veerkrachtig, adapteerbaar en genereus. Werken op de manier zoals ik dat doe, hoe ik creëer, alleen of met anderen, celebreert dit.
Shane Waltener is beeldend kunstenaar en woont en werkt in Londen. Voor zijn monumentale werken combineert hij verschillende handwerktechnieken, van haken en weven tot manden vlechten. Hij maakt hierbij gebruik van natuurlijke en artificiële materialen. Zijn werken zijn participatief en worden op locatie gemaakt, zowel binnen als buiten. Weven, naaien, haken zijn voor Shane handelingen waarmee verbindingen gelegd kunnen worden. Hij ontvangt wereldwijd opdachten van zowel musea als ‘crafts festivals’. Shane is co-auteur van het boek: ‘Practical basketry techniques’.
Gevraagd naar je intentie met de workshop Wandelaars zoeken haaksters schreef je: “Ik wil graag uitzoeken waar het over gaat. Zodra we dat weten is het werk af”. Wat is het resultaat volgens jou?
Oh, woorden! Weten we eigenlijk wel waar een werk over gaat? Op z’n best krijgen we inzicht in manieren om het te begrijpen. We zoeken naar richtlijnen, naar openingen die ons dichter bij het werk brengen dat gecommuniceerd wordt. Met deze workshop maakten de deelnemers koorden die als ‘props’ konden worden gebruikt voor een dans. Het maakproces gaf ons inzicht in de mogelijke functies ervan en het verwees naar traditionele manieren van oogsten en verzamelen van materialen. Hoe kunnen deze materia18
len worden getransformeerd en tot welk nut? Het heeft geleid tot een beter begrip van onze omgeving en onze positie. Het proces gaf inzicht in volkse tradities van een manier van maken waar zang en dans onderdeel van zijn. Tijdens de workshops heb ik twee ideeën gedeeld die beter duiden wat ik bedoel. Het eerste voorbeeld is origineel van de Braziliaanse kunstenaar Lygia Clarck. Zij heeft gezegd: “Een object heeft geen betekenis tenzij het een instrument is voor interactie”. De andere uitspraak is van beeldhouwer Giuseppe Penone: “Het beeld alleen is niet genoeg, het heeft een gebaar nodig”. Dit vormde de basis van ons uitgangspunt: iets creëren dat doorwerkt. We eindigden met het 19
Kan je iets meer zeggen over het belang van expressie en performance in je werk?
Maken is expressief en performatief: iets maken vereist een transformatie van materialen om een functie te kunnen uitvoeren (to perform). Dit verlangt ook van de maker om hierop te reageren en deze reactie kan performatief zijn, ofwel expressief. Jarenlang heb ik gewerkt aan projecten waar het publiek zich tot het werk kon engageren door op enigerlei wijze actief deel te nemen. Momenteel zoek ik naar manieren om deze interactie meer centraal te stellen. Choreografeerde maakprocessen, als in een performance, is een middel hiertoe. Tot slot: wat betekent samenwerking voor jou? En waarom is samenwerken belangrijk?
Grote vraag... Samenwerking staat onverwachte vindingen toe, improvisatie en het ontdekken van nieuwe aspecten. Het omarmt ‘negatieve bekwaamheid’, een term verzonnen door de dichter John Keats, waarmee hij de potentie van het niet kennen omschrijft. Vanuit zo’n positie sta je jezelf toe om te leren en de ervaring meer op je te laten inwerken. Mensen die veel samenwerken moeten vaak vanuit deze positie werken. Niet weten kan je versterken. Samenwerking vereist ook onderhandeling, begrip, een bereidheid om gewoonten los te laten, je manier te wijzigen, je in te leven in een ander en om compromissen te zoeken. Om al deze redenen is samenwerking ontzettend belangrijk. Als samenwerking en co-operatie hoger zouden worden gewaardeerd en individualiteit minder dan zou de maatschappij er opvallend beter van worden. Co-creatieve processen zijn er in veel vormen en kunnen hachelijke ondernemingen zijn. Veel te vaak staat het ego in de weg. Er bestaan strategieën om hier mee om te gaan. Non verbale communicatie, zoals maken, is er een van. Binnen een gedeeld maakproces kunnen gesprekken ontstaan waarin iedereen wordt gehoord. De componist Philip Glass zei eens: “Het belangrijkste in een creatief maakproces is niet om je eigen stem te vinden maar om deze te verliezen.” Samenwerking draagt hiertoe bij.
Ritme is een ander sterk element dat je naar voren hebt gebracht tijdens de workshops. Je maakte een verbinding tussen weven, dans en muziek. Kan je uitleggen hoe je deze verbinding ziet?
Maken is muzikaal. Bij het weven van een mand bijvoorbeeld, bepaalt het ritme de sterkte. Zodra je stopt verandert de spanning. Deze interruptie creëert een oneffenheid in het weefsel dat wellicht een zwak punt wordt in de mand, en uiteindelijk een breuk veroorzaakt. En muziek is ook een patroon; het zijn klankarrangementen in repetitieve sequenties. Deze muzikaliteit – zowel het geluid van het materiaal, de handelingen als het bewerkt wordt als ook letterlijk de liederen die de wevers zingen – informeert de wever waar hij staat in relatie tot het maakproces.
Ik krijg een kick als ik met niets start behalve een snijmes en wat natuurlijke materialen die ik om me heen vind.
Als je de workshop met muzikanten had kunnen opzetten had dit de ervaring versterkt?
Er bestaan veel traditionele volksliederen speciaal voor het weven, met gecodeerde teksten die verhalen uitdrukken waar de wever aan kan refereren. Hoewel we geen van deze liederen met de deelnemers aan onze workshop hebben gezongen waren er voldoende muzikale elementen aanwezig: we hebben met onze voeten het ritme aangegeven en de koorden als ‘props’ gebruikt om mee te dansen. Het maakproces zelf was gechoreografeerd en had daardoor ook een eigen muzikaliteit. Hadden we samengewerkt met muzikanten dan was dit niet beter of slechter geweest, het had slechts tot een ander resultaat geleid. 20
21
Draden maken is een antieke ambacht. Het heeft geleid tot de uitvinding van het schrift, nog voordat er papier was.
22
23
WANDELEN MET INTENTIE Lizette Colaris is studentendecaan bij Zuyd Hogeschool in Maastricht. Ze schrijft gedichten en verhalen en is columnist. In 2016 kreeg ze het idee om wandelingen te organiseren met enkel de intentie mensen met elkaar te verbinden. Ze ontving de eerste aanmeldingen via Facebook. Elke zaterdag een andere wandeling, soms met museumbezoek of voordracht en altijd met een nazit en een kop koffie of lunch. Over een combinatie tussen de workshop van Shane, verzamelen van natuurlijke materialen, en haar wandelochtend was Lizette direct enthousiast. “Het was heel bijzonder om met Shane kennis te mogen maken, en tijdens de wandeling met hem te praten over zijn werk en de koppeling met de natuur. Alle deelnemers hebben materialen geplukt en gevlochten. We waren het unaniem eens: het was inspirerend om op deze manier betrokken te zijn bij het werk van Shane. Mensen die normaliter niet zo snel met kunstenaars in aanraking komen, werden nu als het ware onderdeel van het maakproces. Een memorabele dag!”
EEN GOEDE SAMENWERKING MAAKT HET WEEFSEL STERKER Mirjan van der Linden woont in Sittard. Ze wandelt graag als vorm van mediteren en is actief met handwerken. Soms gebruikt ze dit ook in haar werk in de jeugdzorg, hoewel daar steeds minder tijd voor is. Over de workshop met Shane zegt ze: “Tijdens de wandeling heb ik vooral opgestoken dat er in de directe omgeving natuurlijke materialen kunnen zijn die gebruikt kunnen worden om mee te haken. En wat ik bijzonder vond was dat Shane de gewone begroeiing op stevigheid controleerde. Maar de samenwerking tijdens het maken van de koorden vond ik echt een eyeopener. Wat heb ik genoten van het ritme, de beweging en het loslaten. Ongelofelijk mooi dat een goede samenwerking het weefsel sterker maakt! Dit soort workshops zouden vaker georganiseerd mogen worden. Je leert op een andere manier, het voegt iets toe, een ander bewustzijn. Ik denk er vaak aan terug.” 24
25
We eindigden met het schrijven van een choreografische partituur, een instructie voor toekomstig gebruik van de ‘props’ die we hadden gemaakt. 26
27
28
29
30
31
Koor zoekt Rozenverhalen
Oktober 2016 – maart 2017: verschillende workshops en repetities Vrijdag 24 maart: Generale repetitie Zaterdag 25 maart: Première ‘…ook ik spreek over de roos’.
Verhalen vertellen, zingen, muziek maken en je verdiepen in andere culturen waren een aantal van de meer theatrale en muzikale interesses van medewerkers van De Domijnen. Maar, zo werd ook duidelijk, culturele uitwisseling tussen de verschillende culturen in Sittard-Geleen gaat, ondanks de nieuwsgierigheid naar elkaar, moeizaam. Miranda Lakerveld, operaregisseur en bekwaam in het opzetten van muziektheater met non-professionals en projecten waarin verschillende culturen een rol spelen, ging op zoek naar een verbindend element. Het werd een ambitieus plan. Ze werd geïnspireerd door het verhaal achter Santa Rosa van Lima. Deze stadsheilige wordt elk jaar in augustus tijdens de processie in Sittard herdacht. De roos, haar symbool, werd een verbindend element om te onderzoeken hoe de processie van betekenis kan zijn voor stemmen die niet eerder hoorbaar waren tijdens deze viering. Miranda gaf verschillende workshops, maakte contact met acteurs, zangers en dansers en polste wie wilde meedoen. Ze sprak uitgebreid met de stadsarchivaris en dook zelf ook het archief in. Uiteindelijk stond er een muzikale voorstelling waarin het verhaal van Santa Rosa de Lima omlijst werd door muziek, poëzie en dans uit verschillende culturen.
Locatie uitvoering: Joahnneskerk, Monsigneur Franckenstraat 9, Sittard 32
33
MIRANDA LAKERVELD
Kan je stellen dat buiten Europa muziekdrama verbindingen legt tussen gemeenschappen? Terwijl het bij ons een soort ‘klassenmaatschappij’ weerspiegelt, bedoeld of onbedoeld?
Ja, op een bepaalde manier wel. Kijk maar waar de opvoeringen plaatsvinden bij ons: in dure, statige gebouwen, met indrukwekkende decors. Alles heel kostbaar. De drempel wordt daardoor niet lager. Terwijl muziekdrama in de landen die ik heb bezocht op publieke pleinen wordt opgevoerd in een cirkelvormige opstelling waardoor er in het rond wordt gespeeld. Dan raak je als publiek eerder betrokken bij het verhaal. Het is een veel directere beleving van muziek en drama. Alles wordt ingezet: het lichaam, geur, eten. Het is echt een feest voor iedereen. Je hebt inmiddels een eigen groep opgericht in Amsterdam West waarmee je samen met lokale performers en buurtgenoten dit soort wereldse muziekdrama produkties maakt. Is dit ook wat je voor ogen had toen je de opdracht kreeg ‘iets’ met zang, verhalen en cultureel erfgoed te doen in Sittard / Geleen? Miranda Lakerveld is opera regisseur en artistiek directeur van World Opera Lab. Zij maakt intercultureel muziektheater. Miranda werkt met professionele performers en gezelschappen (o.a. Holland Festival) en met amateurs, waaronder bewoners in Amsterdam West. Haar drijfveer is om muziek en theater in te zetten om bruggen te bouwen, en beter begrip te creëren tussen culturen.
Kan je uitleggen wat opera voor jou betekent en wat je motiveert?
Ik hou zielsveel van opera, het is echt magisch om iemand te zien transformeren in een personage terwijl hij of zij zingt. Maar, opera wordt vaak gemaakt voor één bepaald publiek: wat ouder, wit en goed opgeleid. Ik heb me daar altijd over verbaasd. Zelf ben ik opgegroeid in de wijk Ondiep in Utrecht, een wijk waar regelmatig spanningen zijn tussen gemeenschappen. Als ik naar de hedendaagse opera kijk, dan zie ik weinig connectie met de leefwerelden van de mensen waar ik mee ben opgegroeid. Wat kan de relatie zijn met de maatschappij van nu, denk ik dan? Waarom reflecteert opera de diversiteit van het Nederland van vandaag zo weinig? Ik ben gaan zoeken of er vormen van muziekdrama buiten Europa bestaan die op opera lijken. Die bleken overal te bestaan, en daar hebben nog 34
In eerste instantie zou ik alleen een paar workshops organiseren met amateur musici en zangers. Maar toen ik de Sint Rosa processie
ontdekte voelde dit als een cadeau. Ik wist zeker dat ik met dit sterk stukje cultureel erfgoed iets wilde gaan doen. Rosa van Lima is een inspirerend figuur, haar levensverhaal slaat verschillende bruggen naar onze tijd. Ze kan gezien worden als een van de eerste immigranten en als een geëmancipeerde vrouw. De processie als theatrale vorm intrigeert mij ook. Het gaat heel ver terug in de geschiedenis als een van de eerste vormen van muziektheater: het stagione drama. Dat was een ceremonie in de kerk waarbij het lijden van een religieus figuur werd begeleid door zang en heel fysiek werd verbeeld. Heel theatraal dus. Deze vorm kom je overal op de wereld tegen. Fijn dat de processie dan ook nog in Nederland bestaat. Je hebt je verdiept in de geschiedenis van de Santa Rosa processie. Wat heb je ontdekt?
Het lijkt erop dat de processie zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld van een volks muziektheater naar een meer statische viering. Vroeger zette men kostuums, muziek en dans in, en speelde men scenes uit het leven van Rosa onderweg naar de kapel. De interesse in de viering was tanende, maar de laatste jaren is er weer een opleving. Ik heb me afgevraagd hoe de processie
maar weinig operamakers naar gekeken. Toen ben ik veel gaan reizen en heb gewerkt met zangers, dansers en muzikanten in bijvoorbeeld Iran, Japan en Guatemala en bij de Tibetaanse gemeenschap in India. En wat kwam je tegen tijdens je reizen?
Allereerst wordt muziekdrama buiten Europa heel anders beleefd en omschreven. Het is vaak ‘volkser’ zou je kunnen zeggen, en het staat midden in de maatschappij. Er wordt gezongen, gedanst, maar ook gegeten en gelachen, en alles wat in die stukken vertolkt wordt grijpt terug op wat er in de gemeenschap leeft. In de landen die ik heb bezocht zijn ceremonies nog een belangrijk element binnen de culturele beleving en maken onderdeel uit van het immaterieel cultureel erfgoed. Deze lokale kunstvormen zijn ook niet hermetisch. Ze vertegenwoordigen vaak meerdere religies. 35
Zo’n processie kan een belangrijk middel zijn om mensen bewust te maken van hun identiteit.
en vooral het verhaal van de stadspatrones aansluiting kan vinden bij meerdere bevolkingsgroepen. Wat betekent het verhaal van Rosa van Lima als symbool voor de stad? Zo’n processie kan een belangrijke middel om mensen bewust te maken van hun identiteit. Uiteindelijk heb je er voor gekozen om de roos centraal te stellen als verbindend symbool tussen verschillende culturen. Je hebt een opzet voor een scenario geschreven voor een muzikale vertelling. Vandaar ook de titel: “…ook ik spreek over de roos” Je wist toen nog niet wie er mee zouden doen. Hoe is dat om met zulke onzekerheden te werken en hoe vond je uiteindelijk de deelnemers?
Ik ben begonnen met contact te zoeken met vrouwen die in Sittard - Geleen wonen met verschillende culturele achtergronden. Zo ben ik bij Moedercentrum Mama Casa Lisi terecht gekomen. Een geweldig initiatief, dat door de inzet van een aantal lokale vrouwen een verbindende sociale factor is geworden in een wijk met veel kwetsbare bewoners. Ik heb daar een aantal workshops gegeven en de input van de vrouwen meegenomen in het script. Ik hoopte dat zij ook werkelijk iets tijdens de voorstelling zouden doen, maar dat was nog een brug te ver, dan heb je toch meer tijd nodig samen. Met het materiaal van de vrouwen van Casa Mamma Lisi zijn we gerichter amateurs gaan benaderen. Sommigen via medewerkers van De Domijnen, anderen doordat ik bijvoorbeeld zocht naar representanten van specifieke culturen zoals uit Mexico. Processies zijn daar belangrijke culturele uitingen. En dan blijkt dat er een dansschool in Sittard is geleid door de Mexicaanse Zaira Valencia. Zij had al eens een choreografie gemaakt over Mexicaanse processies. Peer Boselie, de stadsarchivaris, die uiteindelijk ook het verhaal van Rosa vertelde in de voorstelling, was een belangrijke spil in het proces. Uiteindelijk vonden we een lokaal koor Resonanz, dat bereid was om Hildegard von Bingen èn Arabisch/Joodse muziek te zingen. En via het Moluks koor kwamen we bij Ursula Maas. Zij heeft een Javaans lied gezongen onder begeleiding van piano gespeeld door Jenny Voncken, medewerkster van De Domijnen. Het is een hele zoektocht geweest, maar bij de uitvoering stond er een bijzondere groep mensen. De danseressen van Danzaira zijn niet ouder dan 18 jaar. Voor hen was het verhaal van Rosa van Lima nieuw. Iedereen was onder de indruk van hun performance. Hun fragiliteit straalde uit over de hele avond. Er ontstond - ook door de liederen en proza in andere talen – een verbondenheid die wellicht het lokale overstijgt. Is dit ook wat je hoopte te bereiken?
Ik ben een hopeloze utopist. Mijn voorstellingen zijn een soort ideale werelden waar iedereen zich totaal welkom voelt om er bij te zijn. Elke project dat ik maak is een stap in die richting, dus ook ‘…ook ik spreek over de roos’. Daarom zijn de gesprekken met het publiek tijdens de voorstelling ook heel belangrijk. Ik ben heel blij dat we gevraagd zijn het stuk aan de vooravond van de Santa Rosa processie in het officiële programma nog eens te mogen opvoeren. Wie weet ontstaat er een nieuwe traditie, naast de officiële processie.
Opzet ‘Ook ik spreek over de roos...’ Een muzikaal gesprek Eerste statie Inloop: Variaties op het Rosa-lied Variaties gaan over in Sint Rosa lied, publiek/zangers kunnen eventueel meezingen *Peer: Heet publiek welkom Koor: Mia Rosa, mia bella (Amarillo, mia bella) (Eerst verspreidt over de ruimte, achter het publiek, dan langzaam naar voren lopen) Tekst: *Peer: vertelt over de eerste levensjaren van Santa Rosa, geboren in Lima, ouders Het eerste wonder: de dienstbode haar gezicht zag veranderen in een roos, vanaf die dag was haar bijnaam Rosa.
Statie 2 Gezicht verandert in bloemen Solo piano Jenny, plus beelden, eventueel met solo dans, gezicht dat een bloem wordt Vos flores Rosarum (eventueel improvisatie op saxofoon)
Statie 3 Zelfmarteling en wonderen Vertelt over het leven van Santa Rosa, de offers die ze gedaan heeft, en de zelf-marteling. Voorbeelden zijn Fransiscus en Maria. Volgens de overlevering werd Franciscus een nacht gekweld door het verlangen zijn priesterleven op te geven. In de rozentuin is hij toen naakt door de rozen gaan rollen, om de verleiding te weerstaan. Het verhaal gaat, dat de rozen bij het contact met zijn huid veranderden in een rozensoort zonder doorn (de hondsroos). Sindsdien wordt in deze tuin een speciaal soort hondsroos (Rosa canina assisiensis) gekweekt. La Rosa Enflorece (Dans-solo de martelares) Impro Orgel Gespek over lijden, mystiek en compassie met Peer en Deken van Rens
Statie 4 Voorbeeld voor jonge vrouwen Syrisch Orthodox Maria Lied van May (koor humt?) *Peer > haar voorbeeld was ook Maria.
36
Statie 5 Heilige van de inheemse volken van Latijns Amerika Paus Clemens X noemt haar - in 1671 “De eerste bloem van de heiligheid in de Nieuwe Wereld”. Setangkai Bunga Mawar: Een Roos Javaans rozenlied door Ursula onder begeleiding van Jenny *Peer: Gesprek met Zaira over Rosa processie en andere processies in Sittard en Mexico, en over de rol van bloemen in ceremonies. Kan eventueel ook mensen als Reza en May in het gesprek betrekken.
Statie 5 Rosa in Sittard *Peer: Verhaal over de pest en Benedictijnen, (begeleid met orgel: Rosa variatie) *Peer: Gesprek over herinneringen aan Rosa processie, met publiek Wat was er vroeger, wat er nu niet meer is, hoe kan de toekomst eruit zien? (beelden passie-spel op de markt, en processies in de jaren 20)
Statie 6 Verbinding Reza zingt Rumi *Peer: Gesprek met spelers en publiek over de toekomst. Kan erfgoed een verbindende factor zijn in Sittard? Is het denkbaar dat nieuwe Sittardenaren bij de processie betrokken worden? Wat betekent de roos in verschillende culturen?
Statie 7 Laatste wens *Peer: Rosa’s grote wens was om in haar geboortestad een dominicanessenklooster te stichten dat opengesteld zou worden voor vrouwen van alle lagen: rijk, arm, blanken, zwarten, indianen. Zes jaar na Rosa’s dood werd haar droom werkelijkheid. Ook haar moeder trad hier na de dood van haar man in. Het klooster bestaat tot op de dag van vandaag nog. Dansscene met tape (Als de dansers naar achter kijken, dan kijken ze naar een beeld van Rosa (beeld met gezicht in het zwart) Reza zingt Saadi met orgel Rozen -ritueel Iedereen doet iets in het ritueel.. Koor: Mia Rosa, mia bella (Amarillo, mia bella) 37
VOCAAL ENSEMBLE RESONANZ zingt a capella muziek uit de middeleeuwen tot heden. De dirigent, Rob Hodzelmans, maakt zelf de arrangementen voor het koor. Het koor bestaat uit 6 zangers en 9 zangeressen die allen in de omgeving van Sittard wonen. Resonanz heeft drie muziekstukken opgevoerd: Mia rosa, mia bella (oorspr: Amarilla, mia bella), Vos flores, La rosa enflorece. o.l.v. Rob Hodzelmans (dirigent en organist), Roel Verstaen, Yolande Bloksma, Casper Bruens, Elly Cilissen, Laurence Colautti, Thea Dautzenberg, Peter Goossens, Anita Haanen, Wim Hassing, Wil Heffels, Corine Hendriks, Emmoniek Huijnen, Petra van Lokven, Julien Martin, Esther Vos. 38
39
DE ROZENTUIN Mensen zijn onderdeel van een groter geheel Gemaakt als één ziel, met één hart Als een deel pijn heeft Zullen de anderen niet kunnen rusten Als je geen medelijden voelt met menselijke pijn Dan kan je geen mens genoemd worden
REZA RANJAZMAY komt uit Iran en woont in Den Haag. Hij is professioneel zanger (tenor) en zingt o.a. in het koor van de Nederlandse Opera. Daarnaast bespeelt hij verschillende instrumenten. Reza zong twee gedichten van Rumi en Saadi.
MGR. WILBERT VAN RENS Niet alleen in de christelijke cultuur is de roos een essentieel symbool, ook in de literatuur van het Midden-Oosten speelt de roos een belangrijke rol. Een centrale tekst in de Perzische Soefi literatuur ‘ is ‘Golestan’ of ‘Rozentuin’, van Saadi uit de 13de eeuw waarin de roos symbool staat voor de gemeenschap. 40
is al ruim veertig jaar katholiek priester en sinds 2000 PastoorDeken van Sittard. Hij is voorzitter van St. Rosa comité. De Deken deelde zijn gedachten over de mystieke functie van de stadspatrones Sint Rosa. 41
JENNY VONCKEN is baliemedewerkster van de bibliotheek in Born. Ze combineert haar liefde voor boeken met zang en piano. Dat doet ze onder meer in het bibliotheekproject: ‘muziek op schoot’ voor kleine kinderen. In de voorstelling heeft ze twee muziekstukken van Einaudi gespeeld die ze zelf heeft uitgezocht: Fairytale en I Giorni.
PEER BOSELIE is stadsarchivaris bij De Domijnen. Hij woont in Sittard en hij heeft een passie voor het uitzoeken, overbrengen en vertellen van lokale, historische gebeurtenissen. Zijn kennis was zeer waardevol voor het uitwerken van de voorstelling. In de rol van ceremoniemeester vertelde Peer verschillende anekdotes uit het leven van Rosa van Lima en ging hij in gesprek met het publiek.
URSULA MAAS-MANAIT woont in Roermond en is professioneel zangeres. Haar repertoire loopt uiteen van jazz, pop, soul en funk en ze heeft ook een uitgebreid repertoire Lagu Lagu (Indonesisch- Moluks). Ze is dirigent van het Koor Geleen Bethanië- Silo. Ursula zong een Javaans lied over een roos en twee geliefden.
42
MAY SAFER is Irakese en woont ongeveer 5 jaar in Sittard. Ze houdt erg van zingen. May had bij de eerste ontmoeting een Syrisch Orthodox liederenboek bij zich en een gebeden/liederenboek van Maria (Maryam). Hieruit heeft May twee liederen gezongen die beiden te maken hadden met Maryam en het symbool van de roos. 43
DANSERESSEN DANZAIRA Evy Aerts, Aedin Bisschop, Jasmin Coban, Lotte Schütt, Margit Smelt, Gwen Storms.
ZAIRA VALENCIA is opgegroeid in Mexico. Ongeveer 17 jaar geleden is ze naar Sittard verhuisd en gaan werken voor een dansschool die zij later heeft overgenomen. De school heet Danzaira. Zaïra maakt haar eigen choreografieën. Het toeval was dat ze al eens een choreografie had gemaakt geïnspireerd op het thema van de Guadeloupe processie in Mexico. Voor ‘…ook ik spreek over de roos’ werd een aangepaste versie opgevoerd door zes jonge danseressen van de dansschool. 44
45
Onderzoeker zoekt Steenbeschouwers
6 november 2016: lezing en introductie over het project door Arne Hendriks in Museum Hedendaagse Kunst De Domijnen 16 november 2016 t/m 10 maart 2017: ‘Welke steen ben jij’? Oproep aan bibliotheekbezoekers om hun verhalen en anekdotes over stenen op te schrijven en te delen in de stenen berg. Arne Hendriks was regelmatig zelf aanwezig om met bezoekers in gesprek te gaan.
Mensen zijn verzamelaars. En wie zegt niets te verzamelen, bewaart vast wel een paar dingen die nooit weggegooid mogen worden. De beste verzamelingen bestaan uit dingen waarvan je je afvraagt waarom iemand ze bewaart? Op de vraag aan medewerkers van De Domijnen of ze iets verzamelen kwamen veel verrassende antwoorden: van vingerhoedjes (wel 2000!), vazen uit bepaalde perioden of streken, uilen (“bij toeval gestart”), grammofoonplaten, muziek cd’s (“mijn vrouw wordt er gek van”), kralen, vlinders in allerlei vormen (“omdat mijn achternaam vlinder betekent”) tot plastic tasjes. En ook stenen. Wonderlijk vaak zelfs. Gevonden zwerfstenen, stenen met bijzondere krachten, kerststallen gemaakt van kiezels en bakstenen. Stenen worden niet alleen verzameld, maar ook bewerkt of bestudeerd. Een van de medewerkers onderhoudt uit eigen interesse een oude mergelgrot. Kunstenaar en onderzoeker Arne Hendriks raakte geïnspireerd door al deze stenenactiviteiten en ging op zoek naar een manier om verhalen op te halen en te verbinden.
10 maart 2017: pilot symposium ‘Als de stenen konden spreken’ met gastspreker Lee Ellickson 46
47
ARNE HENDRIKS
Arne Hendriks is onderzoeker, kunstenaar, curator en woont in Amsterdam. Hij is bekend van zijn doorlopend onderzoek ‘The incredible shrinking man’, waarin hij de wereld onderzoekt vanuit het perspectief van iemand die niet groter is dan 50 cm. Zijn onderzoek naar groei en hoe we beter af zijn als we voor minder gaan heeft zich onlangs uitgebreid naar een nieuw onderwerp: de kankercel. Samen met wetenschappers bestudeert en bevraagt hij welke middelen we kunnen inzetten om groei te stoppen. Er zijn veel mensen die stenen verzamelen, ze oprapen en thuis bewaren. Waarom doen we dat denk je?
Ik heb niet meer met stenen dan een ander. Net als iedereen pak ik er weleens een op tijdens de vakantie en soms neem je ze dan mee naar huis. Het is iets wat veel mensen wel eens doen. En dat is wat het verzamelen van stenen bijzonder maakt. Niet omdat het uniek is, maar juist omdat het zo vaak gebeurt. Blijkbaar hebben stenen een aantrekkingskracht op ons. Het lopen, zoeken, kijken, oprapen, vasthouden en in je zak stoppen is een over de hele wereld herhalend ritueel van een mens die zich tot zijn of haar omgeving verhoudt, die plek even vastpakt en meeneemt. Het heeft iets sjamanistisch in de zin dat we proberen contact te maken, te behouden, te beschermen, te controleren. Misschien 48
een perfect weergave van het berglandschap waarin ze worden gevonden, een beetje als een gematerialiseerde ansichtkaart. Ik liep urenlang door een rivierbedding op zoek naar een steen die het Noord-Spaanse landschap het beste zou vangen, en net toen ik me begon te beseffen dat ik mezelf een onmogelijke taak had gesteld vond ik hem. Een onwaarschijnlijk precieze vertaling van de geelbruine berghelling waar ik op dat moment tegenaan keek, met daarboven een blauwe hemel en wat kleine witte wolkjes. Ik kijk elke dag even naar deze steen, pak hem op. Hij voelt goed aan. Een bevriende voodoo-priesteres vertelde me onlangs dat er een geest in mijn steen huist en dat ik er eigenlijk elke vrijdag een kaarsje voor moet branden en wat bier moet geven. Op zo’n moment maakt het niet uit wat je gelooft, het gaat erom dat de steen tot leven komt in de verhalen die wij er als mens aan verbinden.
uitnodiging aan het publiek om zelf betekenis te genereren. Ik wil geen verantwoordelijkheid nemen voor de ander. Doe het zelf. De mooiste uitkomst is de som van al onze ideeën, onze gedachten, twijfels en angsten. De uitnodiging aan het publiek is in feite dezelfde uitnodiging die ik mezelf geef. Probeer gewoon iets te vertellen. Dat maakt de steen ook tot zo’n mooi voertuig. Misschien dat de vertrouwdheid van een steen mensen in staat stelt om een verhaal of een anekdote te vertellen. Ergens een beginnetje maken. Mensen zijn vaak veel geslotener dan stenen. Ze spreken zich niet uit, of als we dat doen herhalen we vaak wat anderen ons hebben ingefluisterd. Ik denk dat kunst gaat over zelf kijken, over je bewust worden van je eigen blik en daarover communiceren.
In veel van jouw projecten ga je in gesprek met je publiek en ben je op zoek naar uitwisseling en het ophalen van verhalen. Wat is de betekenis van deze uitwisseling voor je werk en wat ‘krijgt’ jouw publiek?
Stenen gebruiken als instrument in een persoonlijk bewustwordingsproces is ook wat ik met het project in Sittard en Geleen heb geprobeerd. In een van de interviews die jullie hebben gehouden las ik dat een van de medewerkers een stapel van 2000 bakstenen in bezit heeft waar hij nog eens ‘iets’ mee wilde doen. Dit gegeven inspireerde me. Ik dacht, laten we dat doen. Laten we deze stenen naar het museum in Sittard
Er loopt ergens een rode draad door mijn werk die gaat over kijken, oorspronkelijkheid, uitwisseling van gedachten en verantwoordelijkheid nemen voor betekenis. Al het werk is een
De ‘Stenen berg’ die je in de bibliotheek van Geleen hebt geplaatst riep verschillende reacties op. Welke zijn je het meest bijgebleven?
niet bewust maar tot op zekere hoogte toch zeker onbewust. Elke steen die we oppakken is onderdeel van een verhaal dat al begon voordat het in je broekzak zit, en nog nagalmt als je al lang weer verder bent gelopen. Door een steen te bewaren anticiperen we op een moment in de toekomst waarin we zullen vertellen waar we zijn geweest, wat we hebben gevoeld en hoe het ons sindsdien is vergaan. Als de sleutel naar een herinnering. Welke steen heeft voor jou bijzondere betekenis?
Tijdens een reis naar de Pyreneeën ging ik op zoek naar een suiseki. Suiseki zijn Japanse stenen die een soort miniatuurlandschap vertegenwoordigen. Het is een hele kunstvorm op zich. De meest gewaardeerde suiseki zijn 49
brengen en deze stenen berg samen met onze collectieve verbeelding tot leven wekken. Laten we dingen gaan bouwen en verhalen gaan vertellen. Helaas lukte het niet. Uiteindelijk heb ik de stenen vervangen met 2000 stenen die ik zelf ooit van krantenpapier heb geperst. Stenen waarin de verhalen uit talloze kranten letterlijk zijn opgeslagen. Ik heb er een berg van gebouwd in de bibliotheek in Geleen en het publiek uitgenodigd om tussen de kieren briefjes te stoppen met daarin kleine verhaaltjes over stenen. Nog voor ik klaar was met opbouwen kwam er een Koerdische man naar me toe om te vragen wat ik deed en of hij kon helpen. Heel af en toe is één ontmoeting achteraf gezien de reden dat je iets hebt gedaan, zoals in dit geval. Serdar, de Koerdische man, is de auteur geworden van het verhaal van de stenen berg in Geleen. Al mijn herinneringen aan dit project cirkelen rond mijn gesprekken en ontmoetingen met hem. En de berg heeft meerdere bijzondere verhalen ontlokt, mede ook door Serdars’ toewijding. Wat ik erover kan zeggen is dat het de stenen zijn die ons hebben verbonden. Zie je nog een vervolg van dit project?
Samen met de kunstenaar Lee Ellickson organiseer ik A Conference of Stones, een conferentie van stenen. Het wordt een serie bijeenkomsten waarin we mensen met verschillende achtergronden uitnodigen om verhalen te vertellen waarin stenen een rol spelen. De eerste bescheiden bijeenkomst vond plaats in Geleen en bevestigde dat stenen ons in staat kunnen stellen om bijzondere verhalen te vertellen. Het is een excuus, meer niet, maar ook niet minder.
Beste bezoeker van de bibliotheek. Heeft u wel eens een steen meegenomen van vakantie? Hebben stenen een speciale betekenis voor u? Doen bepaalde stenen u terugdenken aan een belangrijke, grappige of bijzondere gebeurtenis? Kortom, heeft u een verhaal over een steen? Dan wil ik u graag uitnodigen deze herinnering op een papiertje te schrijven, het papiertje op te vouwen, en het tussen de voegen van de ‘stenen’ berg te stoppen. Gewoon omdat stenen een goede aanleiding zijn om elkaar verhalen te vertellen, en omdat ik nieuwsgierig ben naar wat u te vertellen heeft. Met vriendelijke groet, Arne Hendriks PS: Ik ben er zelf vrijdag 25 november weer, en zal de hele dag verhalen verzamelen, en er zelf natuurlijk ook een paar toevoegen. Kom even langs! Dit project is onderdeel van het programma Cultuur maak(t) je.
50
51
STENEN REFLECTEREN ONZE IDENTITEIT Serdar Ahmad
Ondanks de grote verscheidenheid aan notities, lieten ze een mooie link zien tussen de stenen en de mensen, hun gedachten en hun gevoelens. Allen uitgedrukt in een taal die ze verbond met de stenen alsof het levende en expressieve objecten waren. Dit is waar Arne naar op zoek was toen hij zei: “De stenen maken wie we zijn”. In andere woorden, het is onze eigen berg van ideeën die onze identiteit vormen, steen voor steen. Door deel te nemen aan het project werd ik teruggebracht naar mijn eigen kinderjaren, toen de dagen nog vol leven en in vrijheid waren, zonder de complexiteit van nu. Het haalde het opgehoopte stof van mijn herinneringen af en terwijl ik in gesprek met Arne was, voelde het alsof de regen de stenen uit mijn herinnering schoonwaste en ze weer liet schijnen, zodat ze het licht weer reflecteerden. Het bracht de herinneringen naar boven van de momenten waarop ik plezier beleefde op de grote zwarte stenen van de berg waar een kleine stad op de randen was gebouwd in het uiterste noorden van Syrië. Deze plaats – Kobani – is de plek waar mijn moeder mij ter wereld bracht, terwijl mijn vader omringd was door de stenen van de gevangenis, gebouwd door het dictatoriale regime. Mijn vader had van het onderdrukkende regime de bijnaam ‘de zwarte steen’ gekregen, verwijzend naar zijn geboorteplek vol met zwarte vulkanische stenen en verwijzend naar zijn onbreekbare wil. Ze slaagden er niet in een bekentenis te forceren over zijn kameraden en de beweging die vocht voor de rechten en de vrijheid van de Koerden.
Dit verhaal begint in november 2016, toen ik op een kille avond Arne Hendriks aan het observeren was in de bibliotheek van Geleen. Hij was papieren bakstenen bovenop elkaar aan het zetten. Ik vroeg hem: “Wat ben je aan het doen?”. Zijn antwoord was kort en simpel: “Een berg van stenen”.
te achterhalen wat voor ideeën andere mensen hadden bij de ‘Berg van stenen’ en wat stenen voor hen voorstelden of betekenden.
Het markeerde het begin van vele gesprekken met Arne en een opening naar zijn artistieke wereld en zijn passie voor stenen. Arne zag stenen niet als levenloze objecten. Hij ziet ze als levende wezens, elke steen drukt nieuwe ideeën en visies uit. Vurig en gepassioneerd had ik uitvoerige discussies met Arne over hoe hij de stenen een identiteit gaf en ze allemaal verschillend zag. Het meest belangrijke en mooie was Arne’s intentie
Het resulteerde in verschillende antwoorden en meningen die bezoekers op stukjes papier schreven en tussen de gaten en gleuven van de berg stopten.
52
Naast de ‘Berg van stenen’ stonden twee vragen: Welke steen ben jij? Waarom is die steen je dierbaar?
Het waren verschillende notities van alle leeftijden; jongeren, ouderen, moeders… Het waren uitdrukkingen van wensen, doelen, liefde, hoop…
Al deze elementen (de berg waarop ik woonde, de stenen die mij omringden en de bijnaam van mijn vader) vormen de basis van mijn intellectuele identiteit. Het heeft mijn liefde voor de bergen en mijn nieuwsgierigheid naar stenen ontwaakt. In het bijzonder in een land als Syrië, met een rijke historie, met zoveel stenen ruïnes en monumenten die de beschaving door de eeuwen/tijd heen markeren. Sommige dateren zelfs van 8000 voor Christus toen de mens de eerste nederzettingen stichtte, in steden woonden en de landbouw ontdekten in de Steentijd. De eerste beschavingen en steden waren gesticht door Ebla, Sumeriërs, Acadiërs, Chaldeeën, Kanaänieten, Arameërs, Hethieten, Babyloniërs, Perzen, Grieken, Romeinen, Nabateërs, Byzan-
Wij kunnen stenen gebruiken om grenzen te bouwen om ons van elkaar te scheiden of om bruggen te bouwen om ons te verbinden. tijnen, Arabieren, Kruisvaarders, Ottomanen en Europeanen. Alle beschavingen worden geïdentificeerd in de stenen monumenten die men oprichtte en die nog steeds bestaan als herkenningspunten van hun eeuwenoude aanwezigheid in Syrië. Elke beschaving had zijn eigen unieke karakteristieken en elk liet zijn eigen blauwdruk achter in de smeltkroes van Syrië. Net als een mozaïek: vakkundig en met precisie gemaakt door het samenvoegen verschillende kleuren en culturen die zijn gepasseerd vanaf het aanvang van de geschiedenis; waarmee het erfgoed en de identiteit van de Syriërs is verrijkt. Momenteel doorgaat Syrië het ergste hoofdstuk in haar geschiedenis, waarbij ze het hoofd moet bieden aan het lijden onder volslagen terrorisme. Het zwarte kwaad heeft haar steden verwoest, haar bevolking verdrongen en haar historische monumenten vernield op de meest barbaarse, wrede en ondenkbare manier in de moderne geschiedenis, om het erfgoed en de identiteit van een heel volk te ruineren. De crisis waarin mijn land verkeert en de verwoesting van haar geschiedenis resulteerde bij mij in een zenuwinzinking en een identiteitscrisis. Enige visie op het heden of de toekomst werd mij hierdoor ontnomen. De harde realiteit bracht mij in een eenzame bubbel van wanhoop en depressie waardoor ik niet meer in staat was met anderen te communiceren. Ik verloor zelfs de connectie met mezelf, mijn eigen ik. Het voelde alsof de band die mij en mijn identiteit verbond, was gebroken. Het was alsof ik in stukken was geslagen door deze kwaadaardige, slechte handen en dat ik niet meer in staat was het gehele mozaïek te zien. Deze sombere situatie (het verliezen van mijzelf en mijn identiteit) begon vanaf het moment dat 53
ik Syrië verliet op een koude winterochtend en volgde mij gedurende de weg door verschillende landen tot aan mijn ontmoeting met Arne. Toen ik mijn ogen liet rusten op Arne in de bibliotheek van Geleen, die op kinderlijke wijze op zijn hurken zat terwijl hij heen en weer bewoog om alle details te controleren, aan het schikken en herschikken was en de ‘berg van stenen’ aan het vormen was. Arne ontmoeten en meegaan in zijn artistieke avontuur vormde het sleutelmoment waarin de kettingen werden verbroken en ik me kon bevrijden uit mijn bubbel. Het gaf me toegang tot een wereld waarin ik weer ideeën en dromen kan hebben. Het leven is als een terrain rampant met obstakels zoals stenen in verschillende vormen en maten. In plaats van dat we proberen deze stenen te verwijderen van ons levenspad, kunnen ze verzameld worden en tot een berg gemaakt worden waarop men bovenop de top kan staan en de horizon in de verte kan zien, de blik kan verruimen, beter dan vanaf de grond. Uiteindelijk realiseer ik mij dat stenen deelgenoten zijn van de mens. Vanaf het begin van zijn bestaan op Moeder Aarde toen de Homo Sapiens hun primitieve gereedschappen van steen maakten tot aan de moderne mens. Wij kunnen stenen gebruiken om grenzen te bouwen om ons van elkaar te scheiden of om bruggen te bouwen om ons te verbinden. Stenen zijn de afspiegeling van onze ideeën en dat zal zo blijven.
SERDAR AHMAD (1988) is geboren in Syrië en studeerde toegepaste scheikunde. Hij moest uit zijn thuisland ontvluchten vanwege de oorlog en kwam in 2015 in Sittard-Geleen aan. Hij woont in Geleen en zou graag verder studeren in toegepaste scheikunde aan de Universiteit van Maastricht, maar is inmiddels – door de verloren jaren - te oud voor een studiefinanciering. Hij zoekt naar andere mogelijkheden en verbetert ondertussen zijn Nederlands, hij schrijft en deelt kennis en ervaring met wie dat graag wil. 54
55
Hallo Mijn naam is Maru. Ik heb een edelsteen. Hij is bijzonder want hij geeft mij soms geluk. Hij is mooi rood, en ik heb ‘m van mijn oma gekregen. Een ROBIJN. Dat was mijn verhaal.
Deze steen komt uit Oostenrijk. De steen glinstert zo mooi in de zon. Mijn vader zegt ieder jaar als we op vakantie gaan tegen mijn kinderen: ‘Neem een mooie steen voor me mee. Een steen om rond de vijver te leggen.’
Maru, 6 jaar
Hij vraagt dit aan al zijn kleinkinderen.
Ik heb ook een steen gevonden op het strand, toen heb ik een hele diepe kuil gegraven en mijn steen er in begraven. En de mooiste tak erin gestoken.
Een soort foto.
De dag voordat we naar huis gingen heb ik mijn steen opgegraven, maar tot mijn verbazing was mijn mooie steen weg. Toen was ik heel verdrietig :( Maar toen bedacht ik dat een speelse hond hem waarschijnlijk had gevonden en er veel plezier van heeft gehad. De boodschap achter dit verhaal is dat je leuke dingen niet alleen voor jezelf moet houden, maar ook anderen eraan plezier moet laten beleven.
Sommige stenen hebben een hele weg afgelegd en zijn afgerond.
Inmiddels is het een mooie verzameling. Iedere steen heeft zijn eigen plekje. Iedere steen herinnert aan zijn eigen afkomst. Ieder kleinkind met zijn eigen herinnering. We hopen dit nog lang voor mijn vader te kunnen doen. Pap ik hou van jou xxx Christel Rekko
Wat leuk ik ben ook gek op stenen In mijn hele tuin liggen overal stenen. Stenen meegebracht van de Noordkaap en van het zuidelijkste puntje Europa. Vele torentjes hebben we gebouwd – van al deze bijzondere stenen. Warme herinneringen komen nu bij me boven. Dank je wel –
Sommige stenen komen net kijken, en hebben scherpe randen en uitsteeksels. Ik ben een sommige steen Het concept “verstenen” heeft me altijd gefascineerd.
In Rome. Een gelukssteen, maar hij is kwijt geraakt bij een pizzatent.
Hoe kan organische materiaal veranderen in silicium.
Wat is een steen eigenlijk? Omdat je door stenen huizen kan maken en in huizen kan je wonen! Dus dat is belangrijk voor je leven! Van Robin
56
57
58
59
Jager zoekt legertje Koks
Kookworkshop en voorbereiding brunch Zaterdag 26 november 2016 Locatie: Kleine Steeg 13, Sittard Brunch voor mantelverzorgers Zondag: 27 november 2016 Locatie: Kleine Steeg 13, Sittard 60
De oproep ‘Jager zoekt legertje koks’ doet vermoeden dat er een wild buffet in voorbereiding is. En als het aan Sjim Hendriks, kunstenaar en kok, had gelegen was dat zeker gebeurd. “Beter eerlijk geschoten vlees, dan de fabricagehap van menig restaurant.” Hendriks maakt zich al jaren druk om het eten in kantines dat met weinig fantasie dagelijks aan veel Nederlanders wordt voorgeschoteld. Limburg staat echter bekend om de Bourgondische keuken. De streek kent een rijke culinaire traditie en het was niet verrassend dat veel medewerkers graag koken en iets bijzonders klaarmaken. Van jam van de vruchten uit eigen tuin, het bakken van bijzondere taarten en vergeten gerechten tot het professioneel aanleren van Japanse snijdtechnieken. ‘De Domijnen’ had een restaurant kunnen zijn. Enkele medewerkers vertelden dat ze door mantelzorgtaken te weinig tijd over houden voor hun kookkunsten. Zo ontstond het idee om een pop-up restaurant op te zetten waar eenmalig gekookt wordt voor mantelverzorgers. Met thuiskoks in de keuken en op de menukaart traditionele Limburgse gerechten. De oproep trok aandacht. De Gemeente vond het een mooi plan en verstuurde de uitnodigingen naar de mantelverzorgers. Er kwamen zestig aanmeldingen. Pop-up locatie werd een oude kookschool dat nog een professionele keuken herbergt. De hal van het gebouw werd omgetoverd tot sfeervol restaurant, en bewoners van Daelzicht waren bereid mee te helpen in de bediening. 61
KOKEN ZONDER MAGGIBLOKJES Ellen Schreuders
Op het menu stonden traditionele gerechten. Had je daar ervaring mee?
Ik ben met traditionele gerechten opgegroeid. Lekkere stamppotjes. Ik kijk er altijd naar uit om bij mijn moeder te gaan eten. Maar zelf bereiden doe ik dat niet zo vaak. Traditionele gerechten verdienen wel meer aandacht. Het zijn gerechten met een verhaal. Ze roepen herinneringen op, het heeft iets nostalgisch. En vaak zijn het ook gezonde gerechten. Sjim had een paar recepten die ik nog niet kende. Zoals de groentegelei of de gepofte kastanjes. Het waren beide succesnummers op het menu.’ Je moest koken met non professionals en uiteindelijk ook met minder koks dan gepland. Hoe kijk je daar op terug?
Hoofd van de keukenbrigade was Ellen Schreuders. Zij stelde samen met kunstenaar Sjim Hendriks het menu samen en stond - door onverwachte afwezigheid van de kunstenaar - er dat weekend alleen voor. Met een relatief klein team van niet professionele koks zorgde ze er voor dat alle gerechten op tijd, en fraai gepresenteerd op de borden kwamen. Een enorme prestatie waar ze met veel plezier op terugkijkt.
“Ik had een klik met Sjim. Ik ben net als hij niet van de caloriepolitie, maar ik pleit wel voor echt eten.” Schreuders runt het cateringbedrijf Soupa Doupa en verkoopt maaltijdsoepen, salades en gezonde smoothies. Alles zonder maggiblokjes en toegevoegde kleur- en smaakstoffen bereid. Niet bepaald de maaltijden die ze zelf jarenlang heeft gegeten toen ze nog voor internationale voedingsbedrijven werkte als Heinz en Wessanen. Door haar drukke baan was ze genoodzaakt regelmatig kant-en-klaar maaltijden te nuttigen. Schreuders, opgegroeid in Sittard en dochter van een horecafamilie had nooit gedacht dat ze zelf nog eens een onderneming zou starten. Tot ze een kookworkshop volgde bij het kookpodium in Beek. Ze vond het koken geweldig, had er aanleg voor en besefte zich dat er een groot verschil tussen de zelfbereide gerechten en de kant-en-klaar gerechten was. 62
Het was een uitdaging, maar we hebben het voor elkaar gekregen alles te bereiden en ook nog op een fraaie manier op te dienen. Mijn sterke kant is improviseren. Ik houd er van om te bedenken hoe je iets aanpakt met de middelen die je hebt en dat niemand daar last van heeft. De sfeer was heel goed. We stonden er echt met z’n allen, we wilden dat het zou slagen. Het is een mindset. Dat is denk ik de kracht geweest van dit project: dat we allemaal de gasten graag een fijne middag wilden bezorgen. Hierdoor zijn we boven onszelf uitgestegen. De bordjes
kwamen leeg terug en later ontving ik nog veel bedankjes. Vind je dat zo’n pop-up restaurant voor mantelverzorgers jaarlijks zou kunnen terugkomen?
Jazeker! Iedereen kent wel een mantelverzorger in de omgeving. Zij moeten vaak veel inleveren qua vrije tijd. Hen een dag per jaar een brunch of diner aanbieden is een mooie manier om iets terug te doen. En dan niet met een professionele catering, of in een bestaand restaurant. De kwaliteit van deze aanpak is juist dat niemand professional was. Dat maakte de sfeer ook zo goed. Het is dan écht iemand willen verwennen. En voor de koks en de bediening is het ook een bijzondere middag. Zij leren er ook van. Ik denk dat een volgende keer – nu we een voorbeeld hebben – er ook zeker meer mensen willen meehelpen. En het pop-up restaurant zou in ons lunchcafé kunnen, dat scheelt inhuren van tafels en stoelen. Welk recept wil je weggeven?
De paddenstoelenbouillon die op het menu stond! Zo’n bouillon trekken is even werk, maar een heerlijk klusje voor een regenachtige zondagmiddag. Heel wat maaltijden erna zul je jezelf nog altijd dankbaar zijn want dan ben je zo klaar!
Dat moet anders kunnen en op een leuke manier dacht ze: ‘Soupa Doupa!’ Zoiets als super goede soepen. Ze huurde de keuken in de oude kookschool, zegde haar baan op en leverde haar BMW in voor een 2e-hands Kangaroo bestelbus. Inmiddels is de keuken verhuist naar Wood15, de lunchlocatie aan de Nusterweg in Sittard, waar ook het indoor Bikepark huist. Wat is je visie op eten?
‘Ik houd van echt eten. Daarmee bedoel ik dat de ingrediënten vers zijn, dat het helder is wat er in een gerecht zit en ik onderzoek allerlei duurzame mogelijkheden. Zo koop ik de kippen in bij een kippenboer die ik ook mijn afval meegeef. Ik voer dus eigenlijk mijn eigen kippen. Maggiblokjes zijn uit den boze.’
63
64
65
PADDENSTOELENBOUILLON Een Recept van Ellen Schreuders
1 grote ui 1 prei 3 teentjes knoflook 500 gram champignons 50 gram gedroogde paddenstoelen (bijvoorbeeld porcini) 2 tomaten 4 laurierblaadjes 5 takjes tijm Bosje peterselie 2 kruidnagels Peper naar smaak 50ml sojasaus
Deze bouillon is een heerlijke basis voor heldere bospaddenstoelensoep (enkel nog naar smaak verse paddenstoelen toevoegen, een paar minuten laten meekoken en klaar). Of gebruik deze als basis voor champignonsoep; roux toevoegen en even laten garen, vervolgens verse champignons en room toevoegen. Daarnaast is het ook een heerlijke basis voor een hartige saus voor bij de pasta, of kan de bouillon na afzeven nog verder ingekookt worden tot een rijke saus, lekker bij een winters stoofpotje of als een vegetarische jus.
• Fruit de grof gesneden ui, knoflook en prei
in ruim zonnebloemolie. Voeg vervolgens de champignons in schijfjes toe, met de tomaat in blokjes.
• Bak dit even mee en voeg ruim water toe,
zeker 3 liter. Voeg vervolgens de kruiden en de gedroogde paddenstoelen toe, en vervolgens wat peper en de sojasaus.
Ik ben net als hij niet van de caloriepolitie, maar ik pleit wel voor echt eten. 66
• Laat dit zeker 3 uur trekken terwijl je het
• Voeg geen zout toe, maar indien nodig wat
extra sojasaus.
• Na 3 tot maximaal 4 uur de bouillon afzeven
en snel afkoelen in een andere pan in een bak koud water. Verdeel de bouillon in kleinere porties en bewaar deze in de diepvries. De overgebleven groenten kunnen weg in de groencontainer (of naar de kippen?); deze hebben al hun smaak afgegeven.
regelmatig doorroert. Voeg indien nodig nog wat water toe. 67
De kweepeer
MUZIKAAL INTERMEZZO Locatie de Kleine steeg is een creatieve verzamelplek waar verschillende kunstenaars en kleiner bedrijven tijdelijk een studioruimte hebben. Zo ook harpist Pauline Nieuwenhuijs, de harpspecialist van het zuiden. In haar studio geeft ze les en kennismakingsworkshops. Tijdens de brunch verzorgde zij de muzikale intermezzo’s.
Wim Kallen kookte op zaterdag mee. Hij is docent Frans en Nederlands. Hij heeft als hobby een galerie in een molen: de Ophovenermolen te Sittard. Wim is de trotse eigenaar van een kweepeerboom waarvan we een aantal vruchten konden gebruiken voor het dessert. “De kweepeer is een machtige vrucht”, vertelt Wim, “die je niet hoeft te spuiten. De wormen lusten hem niet, of kunnen ze de schil simpelweg niet doorboren? Het maakt dat het een hele natuurlijke peer is. In het Italiaans heet hij trouwens mele cotone, dat betekent zoiets als ‘katoenappel’. Is het een appel of is het een peer? Normaal kun je geen appels met peren vergelijken, maar in dit unieke geval wel. Feit is dat hij een zijdezachte/ katoenen schil heeft, aan de buitenkant! De binnenkant is keihard... Ik oogst normaal zo’n vijftig vruchten van mijn jonge boom. Ik maak er erg lekkere gelei van en geef daarnaast ongeveer de helft van de kweeperen weg, de mensen zijn er gek op. Kopen kun je hem bijna nergens. Het lekkerste is de gelei, het mooiste is de bloesem: het is voor bloesem trouwens een erg grote ‘bloem’. En... dit jaar is de bloesem in een nacht tijd bevroren. De boom is er nog, maar hij blijft vruchteloos dit jaar. Dat is de natuur. Stoere bloesem, levert stoere vruchten. Alleen dit jaar even niet...”
POËTISCH OPTREDEN Rob Franssen werd tijdens het Open Podium van De Domijnen ontdekt als een bijzonder zang en dichttalent. Rob is een autodidact met een lichte, mentale handicap. Hij heeft naar eigen zeggen meer dan 35.000 gedichten geschreven. Tussen het hoofd- en nagerecht bracht Rob een poëtisch optreden met lokale liederen en gedichten uit eigen bundel. 68
Het favoriete recept van de kweepeergelei is te vinden op http://www.kweepeer.nl/recepten/kweepeer-gelei/ 69
HET TEAM
IN DE KEUKEN:
GASTHEER:
Ellen Schreuders noemt zichzelf optimist en foodlover. Ze runt cateringbedrijf Soupa Doupa. Ze was hier baas in eigen keuken en overzag als hoofd van de keukenbrigade de kwaliteit van de gerechten.
Wethouder Leon Geilen (GOB) draagt verantwoordelijkheid voor de onderwerpen Leefomgeving en Zorg en Welzijn voor de Gemeente Sittard-Geleen. Hij was gastheer en niet te beroerd om mee te helpen alle borden van de keuken naar te brengen.
Hans Bours, hoofd marketing en communicatie bij De Domijnen. Bekwaamt zich in zijn vrije tijd in Japanse snijdtechnieken en heeft een bevriende kookclub. Wim Kallen, docent, had tijdens de wandeling met Shane Waltener verteld over zijn kweepeerboom (zie pag. 24). Hij kwam graag een dag mee koken toen hij hoorde dat er kweepeer op het menu stond. Ine Loop, de schoonmoeder van Ellen hielp de keuken schoon te houden. Linda van Galen, kent de keuken van Ellen al van eerdere workshops. Linda was onmisbaar bij het opmaken van de borden.
GASTVROUW: Wethouder Astrid Verblakt (CDA) ontving de gasten met een glaasje Prosecco en puntzakje gepofte kastanjes. In haar portefeuille als wethouder van de Gemeente Sittard-Geleen heeft ze o.a. sociale zaken en decentralisatie.
VLIEGENDE KIEP: Joanna van der Zanden, cultureel intendant. Hakte o.a. de amandelen voor de amandelmelk die niet was gelukt.
Maurice Daemen, projectleider bij De Domijnen. Hij had er plezier in om zoveel mogelijk ingrediënten uit de omgeving in te kopen, waaronder de wijn. Pieternel de Winter, projectleider bij JeanneWorks. Heeft vele teentjes knoflook gepeld voor de bouillon.
IN DE BEDIENING: Een aantal bewoners van Daelzicht Noord aan de Rijksweg waren verantwoordelijk voor de aankleding van de tafels en de bediening. Met aanstekelijk enthousiasme serveerden Marleen, Ellie, Gerrie en Sjaak de gerechten en schonken de wijn bij. Bij de gasten werd regelmatig gecontroleerd of alles naar wens was en tussendoor was er tijd om wat uit te rusten, want het was flink aanpoten. Maar ondanks de onervarenheid waren ze naar eigen zeggen ‘Blij dat ze zo vroeg waren opgestaan op de zondagochtend’. 70
71
Bloemschikkers zoeken Timmerlui
Ontwerp- en productieperiode: November 2016 Publieke demonstratie: 29 november 2016 Locatie: leegstaande winkelruimte in Ligne
“Ik hou er van om dingen mooi te maken”. Gevraagd naar wat hen drijft om bepaalde bezigheden te beoefenen werd aandacht voor de omgeving vaak genoemd. Met een mooie bos bloemen de kamer opfleuren bijvoorbeeld. Het liefst op bijzondere wijze samengesteld, geleerd bij de bloemschikcursus en soms met bloemen of takken uit eigen tuin. Of van iets waardeloos iets moois maken. “Ik wil altijd iets versieren”, aldus een van de medewerkers. “Lekker fröbelen”. Het geeft voldoening om zelf iets te ontwerpen, te timmeren of te herstellen. Keukenkastjes, een bank, een kapstok, een gitaar en ja ook je eigen huis. Activiteiten die voortkomen uit de behoefte de omgeving naar eigen smaak vorm te geven. Bloemschikken en timmeren: hoe is dat te combineren?. Christoph Brach en Daniera ter Haar van ontwerpstudio Raw Color werden gepolst of zij een machine konden ontwerpen om bloemenbehang mee te maken. Het duo haalt veel inspiratie uit bloemen en planten. Ze ontwerpen daarnaast wel vaker vindingrijke machines. Maar een behangmaakmachine was nieuw voor ze. Het werd een samenwerking met timmerwerkplaats Hout en Zo in Sittard en met Karwei het dagactiviteitencentrum van zorginstelling Zuyderland.
Tentoonstelling resultaten: December 2016 – februari 2017 Locatie: Bibliotheek De Domijnen, locatie Ligne 72
73
RAW COLOR
Omdat we de natuur dagelijks zien worden we soms blind voor de schoonheid ervan en nemen het niet meer waar. In onze projecten spelen we met herkenbare vormen, maar door het in een andere context te plaatsen kijk je er anders naar. Een eenvoudig voorbeeld is het project Leaves waarbij de punten van bladeren door een gekleurd stuk papier staken. In het geval van de behangmachine zijn het de vormen van gedroogde bladeren en planten die als afdruk op de papierrollen terecht komen. Hierdoor ervaren wij deze vormen weer opnieuw, als grafische representatie van de oorspronkelijke plant. Ook werken we veel met natuurlijke inkten van groentes. Het biedt een heel breed en ander kleurpallet en vraagt ook om een andere werkwijze. De ‘behangmaakmachine’ is in samenwerking met Timmerwerkplaats Hout en Zo tot stand gekomen. Hoe verliep deze samenwerking en werken jullie vaker samen?
Christopher Brach en Daniera ter Haar vormen samen ontwerpstudio Raw Color in Eindhoven. Hun werk is gebaseerd op een mix van fotografie textiel- en grafisch ontwerp waarin kleur- en materiaalonderzoek centraal staan. Ze ontvangen zowel grafische opdrachten als opdrachten voor tentoonstellingsontwerp en beurspresentaties. Daarnaast werken ze ook autonoom aan nieuwe experimenten en zijn ze als docenten verbonden aan de Design Academy Eindhoven Jullie ontwerpen vaker machines of installaties die iets produceren of maken, waaronder alternatieve printers, klokken en versnipperaars. Wat is jullie vertrekpunt?
De installaties en machines die wij ontwikkelen reflecteren voor ons de context of het moment waarin deze gemaakt zijn. Soms maken we gebruik van digitale middelen zoals sensoren of algoritmen en soms is alles analoog. Per project volgen wij onze eigen nieuwsgierigheid en intuïtie. Zo maakten we voor een tentoonstelling met hedendaagse reflecties op het werk Vincent van Gogh een papierversnipperaar die door middel van sensoren reageerde op het publiek en al dan niet ging snipperen. De regen aan gekleurde snippers die zo ontstond veranderde steeds en was een verwijzing naar de kleurexperimenten van Van Gogh en onze perceptie van 74
We hadden een prettige samenwerking met Hout en Zo en met Zuyderland. De aanwezige kennis en vakmanschap in de werkplaats is heel goed. Uiteindelijk ben je voor zo’n project als dit wel met veel verschillende mensen aan het samenwerken. Dat maakt het proces soms complex en wat onoverzichtelijk. Het is dan belangrijk dat er vanuit onze studio één persoon is die contact heeft met de diverse partijen en weet wat er speelt. Maar wij gaan altijd graag een samenwerking aan. Sterker nog, als ontwerpstudio kan je niet zonder. Onze kwaliteiten en expertise liggen binnen de grafische, fotografische en textiele vormgeving. Hier ligt onze kern expertise. Houtbewerking, coderen, lassen, elektronica etc. laten wij graag aan andere experts over. Het zijn aspecten die we
kleur. In het geval van de ‘behangmaakmachine’ was het vertrekpunt de mensen die de machine gaan gebruiken. We wilden hen een actieve rol geven. Het zelf maken en invloed hebben op een machine, de productie en het eindresultaat blijft dan een spannend gegeven. Een belangrijk aspect is de ‘leesbaarheid’ of het nu een analoge of digitale installatie is, de machine moet zichzelf als het ware uitleggen. Het moet duidelijk zijn hoe deze functioneert. Zeker in een tijd waarin productie en gebruiker steeds verder van elkaar komen te staan. Wij worden omringd door complexe processen, en dan kan soms de eenvoud juist het meest integrerend zijn. In jullie werk zijn veel referenties te vinden naar de natuur. Waar komt deze interesse vandaan?
Natuur fascineert. Bloemen en bladeren zijn overal om ons heen te vinden. Het is prachtig. 75
vaak nodig hebben om onze ideeĂŤn uit te werken. We werken dus vaak samen, je hoeft niet alles zelf te kunnen. Wel is het handig als je weet wat je bereiken wil. En samenwerking verrijkt, het levert bijna altijd een professioneler resultaat op. Kleur is ook een belangrijk aspect in jullie werk. Elk project lijkt een andere kleurstudie als uitgangspunt te hebben. Hadden jullie voor het behang maken ook bepaalde kleuren in gedachten?
Kleur is een centraal aspect in ons werk. Voor het maken van het dessin voor het behang zijn wij vanuit natuurlijk materiaal voor de stempels vertrokken, zoals bladeren en takken van planten. Hierdoor hebben wij geprobeerd groen- en bruintinten te vermijden. Deze leken ons te voor de hand liggend worden, te zeer een letterlijke verwijzing naar de natuurlijke vormen. Juist door onverwachte kleuren in deze context te gebruiken ontstaat er iets anders, krijgt het behang ook een meer grafisch resultaat. En de opgedroogde, geverfde bladeren konden we daarna prachtig presenteren. Wat vinden jullie van het resultaat? Inspireert het jullie nog om mee verder te gaan?
Het was een inspirerende samenwerking waarin wij in een korte tijd veel hebben bereikt. Er staat een prachtige machine. Uiteindelijk nemen wij altijd nieuwe inzichten mee. Vaak is het een kwestie van tijd om er een vervolg project aan te koppelen. Wij hopen dat de machine zoals tijdens de workshop in de context van een sociale werkplaats gebruikt kan worden. De machine kan ook op verschillende wijze worden ingezet. Je hoeft niet altijd bladeren en bloemen te drukken, dit kunnen ook abstracte patronen zijn, of letters. Het is goed om er mee te experimenteren.
...samenwerking verrijkt, het levert bijna altijd een professioneler resultaat op. 76
77
78
79
80
81
HOUT EN ZO
Werkplaats Hout en Zo is onderdeel van Zuyderland Geestelijke gezondheidszorg. Het is een ruime en prettige werkplaats ingericht met alle machines die nodig zijn om spullen te maken van hout. De werkplaats is 37 jaar geleden opgericht als onderdeel van de functionele therapie. De arbeidstherapie is een afdeling dat ernaar streeft om alle deelnemers te begeleiden in hun weg naar herstel op het gebied van arbeid. Bij Hout en Zo leren de cliënten omgaan met hun problematiek en krijgen ze inzicht in hun capaciteiten. Het helpt ze om stappen te zetten richting de arbeidsmarkt. De cliënt begint met het uitzagen van puzzelstukken op de figuurzaag. Naar mate men meer gevoel voor het materiaal en de machines krijgt, stijgt de moeilijkheidsgraad van de opdrachten en de projecten. Na enkele maanden verandert de therapeutische sfeer in een arbeidsmatige omgeving waarbij de cliënt de rol van werknemer op zich neemt en de arbeidstherapeut die van werkgever. Op dit 82
niveau wordt het bedrijfsleven nagebootst en krijgt de cliënt opdrachten die bij de behandeling en bij de arbeidscapaciteiten passen. Een behandeling duurt meestal 9 maanden. Hout en Zo heeft een eigen webshop en er wordt ook in opdracht gewerkt. De behangmaakmachine was een uitdaging. Zeker door de korte tijd die er voor stond. In drie weken van concept naar werkzame machine is te snel voor een leeromgeving. De verwachtingen waren anders. Men had gedacht dat de ontwerpers vaker aanwezig zouden zijn om te begeleiden. Het meeste werk is nu door de arbeidstherapeuten zelf gedaan, wat eigenlijk niet de bedoeling was. Maar trots waren ze wel toen de machine werd uitgetest samen met cliënten van Karwei, het dag activiteitencentrum van Zuyderland. Het was een creatieve uitdaging die tot nieuwe resultaten heeft geleid. De behangmaakmachine staat nu in de gang en wacht op een nieuwe momenten om voor demonstratie en gebruik. 83
84
85
Met de openingstentoonstelling Collectie in Actie, in het nieuwe museum in Sittard1 , werd onderzocht wat de actuele betekenis is van 20 jaar verzamelen voor de stad en haar inwoners. Een gezamenlijke (her) ontdekking van de collectie2. En tevens een inwijding van de museale ruimte als nieuwe publieke ruimte. Drie maanden lang werden werken uit de collectie uitgepakt, gepresenteerd, bestudeerd, geduid en weer ingepakt. Zoals dat meestal gaat in musea, alleen nu ‘en publiek’ en in samenwerking met medewerkers en bezoekers van het museum. Hoe actueel is de collectie? Wat betekenen de werken voor inwoners persoonlijk? Kan een andere presentatiewijze bijdragen aan een hogere waardering van de inwoners voor de eigen collectie? Collectie in Actie was een poging om hierop antwoorden te krijgen. We onderzochten twee strategieën: het toelaten van meerstemmigheid en de museumzaal als publiek plein.
4 september - 4 december 2016 Museum Hedendaagse Kunst, De Domijnen
87
2. De collectie hedendaagse kunst van Museum De Domijnen omvat zo’n 800 werken, verzamelt vanaf de jaren ’90. Veel kunstwerken zijn iconische werken uit de beginperiode van kunstenaars waaronder Marijke van Warmerdam, Rineke Dijkstra, Pipilotti Rist, Rick Meijers, Mirjam de Zeeuw, Liza May Post, Suchan Kinoshita, Folkert de Jong en Joan van Barneveld. Een ander belangrijk deel van de collectie bestaat uit werken van kunstenaars waarmee het museum (solo)presentaties maakte. Deze kunstenaars, waaronder Jota Castro, Mark Dion, Mel Chin, Basia Irland, Charlotte Schleiffert en The Yes Men houden zich bezig met sociaal-maatschappelijke thema’s.
1. Op 4 september 2016 opende De Domijnen de deuren van het nieuwe gebouw voor het museum hedendaagse kunst. Een museale ruimte gehuisvest in een dynamisch gebouw, gedeeld met Hogeschool Zuyd en het Flmhuis. Het museum heeft nu meer ruimte om naast de tijdelijke presentaties ook regelmatig werken uit de eigen collectie te tonen.
Collectie in Actie
86
Op de voorgrond: Zonder titel (1997), Bjarne Melgaard
Op de achtergrond: Small Communication Tree (2008), Remy Jungerman
89
88
91
Ook Sjaar Cox, Burgemeester van Sittard-Geleen, was verrast door de associaties die het werk London Calling uit 2012 van Jota Castro bij hem opriep. Het komt niet vaak voor dat de Burgemeester zich positief uitlaat over hedendaagse kunst, maar dit werk bracht hem in vervoering. De met veiligheidsspelden bijeen gehouden verschuurde Europese vlag symboliseerde voor hem zijn standpunt ten aanzien van Brexit. Hij schreef op de collectiekaart: “Een gehavende vlag van de Europese Unie. Mannen met grote monden, […] gaan met one-liners voorop in het afbraakproces. Terug naar 100 jaar geleden?”.
Hoe kunnen burgers zich de kunstwerken ‘toe-eigenen’? Ligt hierin niet een belangrijke, intermediaire taak van het museum? Zeker bij een kleiner museum als De Domijnen waar men grotendeels afhankelijk is van lokale bezoekers en gemeentelijke budgetten zou zo’n vraag het verschil kunnen maken. We deden een eenvoudige test. We vroegen bezoekers of ze een werk in de tentoonstelling wilden kiezen dat hen in het bijzonder aansprak, zowel positief als negatief. De visies en associaties kon men op een collectiekaart schrijven, met tekening (bevordert het kijken) en achterlaten in de tentoonstelling. Zowel de formele (museale) als de informele (bezoekersstemmen) informatie werden bij de kunstwerken gehangen.
Onverwacht veel bezoekers vulden een kaart in. Jong en oud. De verschillende handschriften, inzichten, details en tekeningen droegen bij aan een minder formele en meer actieve presentatie. Net als de persoonlijke keuzes van ‘hun favorieten uit de collectie’ van de medewerkers. Deze meerstemmige aanpak zorgde er voor dat de actuele zeggingskracht van veel werken werd onthuld. Het beslechte de lijn tussen kunstkenners en tussen jong en oud. Een oproep als ‘We moeten meer bomen planten’, uitgelokt door het werk Small Communication Tree van Remy Jungerman bewijst welke sterke, persoonlijke emoties kunst kan oproepen.
Wie bepaalt de betekenis van de kunstwerken? Het lijkt een ongeschreven regel in musea om werken zo neutraal mogelijk te duiden. Naast de formele gegevens - naam maker, datum en materiaalgebruik - wordt hooguit informatie gegeven die de curator binnen het tentoonstellingsconcept van belang acht. Deze formele gegevens maken het niet altijd makkelijk voor bezoekers zich te verhouden tot hedendaags kunst. Terwijl je kunnen verhouden tot juist zo belangrijk is. Het vormt vaak de aanvang van een dialoog met het werk, waarin de eigen leef- en gedachtewereld als spiegel dient.
MEERSTEMMIGHEID
90
93
92
95
94
Wij hadden vooraf drie thema’s uit de collectie gehaald die verschillende werken met elkaar verbonden en actuele vraagstukken aankaarten over democratie en solidariteit; natuur versus cultuur en over identiteit. De thema’s stonden elk afzonderlijk vier weken centraal. Voor elk thema kozen we een symboliserend werk en plaatste deze centraal in de ruimte met daarvoor in een halve cirkel een aantal klapstoelen. Niet te netjes op een rij, maar meer alsof er zojuist iemand op had gezeten. Het was een
Als hedendaagse kunst zoveel bruggen slaat naar de actualiteit, nieuwe perspectieven biedt, vrije posities inneemt en vooral nieuwsgierig maken wil, is het dan niet logisch om de werken midden in het gesprek te plaatsen? Als discussiestuk? Als mentale versterker, visuele gedachtebreker of visionaire uiting? Biedt het voeren van een gesprek te midden van de ‘stemmen’ van de kunst iets extra’s dat meer oplevert dan een leuk uitje? De museumzaal als publiek plein?
We konden ons meer organisaties voorstellen die op deze wijze hun wekelijkse bijeenkomst eenmalig verplaatsten naar de museumzaal: vergaderingen van lokale verenigingen, een onderzoeksgroep, buurtbijeenkomsten of een
Dat hiermee wellicht ‘oneigenlijk’ gebruik van de mooie zaal zou worden gepromoot, namen wij op de koop toe. Zo hield Hogeschool Zuyd in twaalf sessies de tutorbijeenkomsten van social work op zaal met afsluitend een gesprek over de zeggingskracht van de werken. Geen museumles dus, maar een gewone bijeenkomst die normaliter in het klaslokaal zou plaatsvinden. 144 studenten maakten zo binnen hun eigen ‘comfortzone’ kennis met de collectie en stelden zich er voor open. Net zoals het museum zich op een andere wijze openstelde voor de studenten.
uitnodiging om plaats te nemen, met elkaar in gesprek te gaan, er een vergadering of een bespreking te houden of een college te geven. Een reden om het nieuwe museum te leren kennen, en de collectie te (her)ontdekken.
97
Openstellen. Een meerduidig werkwoord dat naast openheid voor iets anders ook vertrouwen verlangt. Daarom moet openstellen ook van twee kanten komen. De deuren openen en groepen uitnodigen - met het vertrouwen dat men geen misbruik maakt - is de eerste zet. En dat de genodigden hiervan gebruik maken - en zich openstellen voor een andere ervaring - de volgende. Een publiek plein in het museum stimuleert de verbeelding en de dialoog tussen het ‘instituut’ museum en de kunstenaars en de bewoners.
vergadering van burgemeester en wethouders.
MUSEUMZAAL ALS PUBLIEK PLEIN
96
“De keuze van…”. Bezoekers worden uitgenodigd een gezamenlijke keuze te maken voor het tentoonstellen van werken uit de collectie. i.s.m. Jeroen Evertz en Simoon Hanzen
COLLECTIEWORKSHOP
28 SEPT, 2016
Terugblik op het werk Gastland door Hans van Houwelingen in een interview door Bart Jan de Graaf.
“De keuze van…”
COLLECTIEWORKSHOP
26 OKT, 2016
Terugblik op het werk in de collectie door Joan van Barneveld en Martijn van Erp in een interview door Joanna van der Zanden
KUNSTENAARSCAFÉ
20 OKT, 2016
22 SEPT, 2016
KUNSTENAARSCAFÉ
Lezing en preview over Ecovention Europe door curator Sue Spaid en kunstenaars Anne-Marie Maes, Jean-François Paquay en Vera Thaens.
London Calling (2012) van Jotra Castro. Wat betekenen democratie en vrijheid vandaag?
Terugblik op het werk in de collectie door Mirjam de Zeeuw en Aline Thomassen in een interview door Bart Jan de Graaf.
DEZ 1, 2016
“De keuze van…”
COLLECTIEWORKSHOP
NOV 16, 2016
Lezing door Jeanne van Heeswijk
Breaking & Fixing (2007) van Serge Onnen. Wie ben je? En wat maakt jou?
OPENING
OPENING Iceberg & Palm trees (2007) van Mark Dion. Welke invloed heeft ons cultureel gedrag op de natuur?
OPENING
6 NOV , 2016 2 OKT, 2016 4 SEPT, 2016
PROGRAMMA
99
98
101
100
Tennismatch zoekt Orkest
Muzikale Tennismatch Oktober 2016 – april 2017: workshops en repetities Zondag 2 april 2017: uitvoering Muzikale Tennismatch
Hoe klinkt een muzikale tennismatch? Dat was de vraag die Paula Willems en Coen Aarts stelden toen ze hun geliefde hobby’s met elkaar uitwisselden. Paula, bibliotheekmedewerkster op locatie Beek tennist al jaren met veel plezier. In de zomer zeker drie keer per week. Ze is lid van Tennisvereniging Nieuwstadt. Coen is projectmedewerker bij De Domijnen maar opgeleid als musicus. Hij is nog steeds slagwerkdirigent van een amateurgroep. “Het belangrijkste is muziek te laten maken die men leuk vindt”, meent hij. Een combinatie tussen tennis en muziek ligt niet voor de hand. Wie beïnvloedt wie? Slaat de tennisser een bal op als de pauken klinken? Of slaat de muzikant de pauken als de bal wordt opgeslagen? En hoe klinken de andere combinaties? Geen makkelijke opgave. Trompettist en componist Diederik Rijpstra werd erbij gehaald. Hij ging aan de slag met de tennisvrienden van Paula en muziekcorps St. Barbara uit de wijk Sanderbout in Sittard. Met als resultaat een nieuwe compositie voor een opvoering van 20 minuten voor tennissers en muzikanten.
Locatie co-workshop: Philharmonie Sittard Locatie uitvoering: Tennishal Carperion, Sittard 102
103
EEN AANTAL VRAGEN AAN DIEDERIK RIJPSTRA
ik een aantal dagen bij de zusters in Bezinningshuis Regina Carmeli in Sittard gelogeerd. Wat ook een bijzondere ervaring was.
onderdeel is van de cultuur. Hier zit geschiedenis. Dat vind ik minder aanwezig in een grote stad als Amsterdam.
Je schrijft muziek voor verschillende instrumenten en combinaties, maar je had geen ervaring met het schrijven van muziek voor muziekcorpsen / fanfares. Welk instrument heeft je verrast?
Wat was de grootste uitdaging?
Klopt. Ik vond vooral de lage Bb bassen en tuba’s fantastisch klinken. Die heb ik echt een prominente rol gegeven. De moeilijkheid zat er voor mij in dat ik moest oppassen met het niveau. Als je met amateurs werkt moet je rekening houden met wat ze kunnen spelen. Dat beperkt je vrijheid als componist, het is de uitdaging om daar een balans in te vinden.
Diederik Rijpstra (1982) is trompettist en componist en woont in Amsterdam. Hij heeft aan het conservatorium van Amsterdam en New York gestudeerd en is sinds 2005 professioneel trompettist. Hij speelde o.a. in Carnegie hal, het concertgebouw, Bimhuis en North Sea Jazz Festival. Diederik componeert muziekstukken voor verschillende instrumenten en zang, zowel in opdracht als in coproductie met o.a. theatermakers en kunstenaars. Wat sprak je aan toen je deze opdracht kreeg? En hoe sluit zo’n vraag aan bij je eigen praktijk als componist / muzikant?
Ik vond het leuk omdat het – naar mijn weten - niet eerder is gedaan en een uitdaging om te kijken wat er mogelijk is met die combinatie. Ik ben nieuwsgierig van aard en pak graag iets aan dat nieuw voor me is. Muzikaal vond ik het een interessant onderzoek ook: Hoe het beste de twee componenten tennis en muziek samen te brengen. Daarnaast ben ik ook in het proces geïnteresseerd. Hoe kom je samen tot nieuwe ideeën? Dat doe ik vaker en daar komen dan andere dingen uit voort dan ik vooraf had kunnen bedenken. Zo weet ik bijvoorbeeld weinig van barokmuziek. Toch vroeg de organisatie Happy Bachdag mij om een nieuw stuk te componeren. Ik ga dan praten met de mensen die gek zijn van barok muziek. Ik zoek naar hun belevingswereld. Wat spreekt hen aan in die muziek? En wat zou 104
Met de dirigent van St. Barbara heb ik veel gesproken over bijvoorbeeld het bereik, hoog en laag. Ook heb ik rekening gehouden met de moeilijkheidsgraad van de repetitieve noten. Ik ben een aantal keer bij de repetities van St. Barbara gaan kijken en luisteren hoe ze klinken en wat ze kunnen. Ik vond het bijzonder om te zien dat er zoveel generaties betrokken zijn bij de muziekvereniging. Muziek maken wordt op deze wijze heel normaal en vooral leuk! Dat is anders dan muziekles volgen op de muziekschool. Het is merkbaar dat lid zijn van een muziekvereniging
Het meest lastige was om de tennissers te laten reageren op de muziek: je hebt niet altijd controle over de bal. En gelijktijdig op de bal en op de muziek letten is bijna onmogelijk. En voor de muzikanten is er weer een andere uitdaging. Het is bijna niet mogelijk om op het tempo van de tenniswedstrijd mee te spelen. Tennis heeft wel een ritme maar het is nooit gelijk, er zit als het ware een constant veranderend tempo in. Ik heb dat element over het orkest gelegd wat wel een vast tempo had. Zo krijg je random ritmische figuren over een vast tempo. Heb je je nog door een bestaande compositie laten inspireren?
Nee, ik kan niets bedenken waar ik me rechtstreeks door heb laten inspireren. Al was ik tijdens mijn research wel geraakt door “The Olympic Spirit’ van John Williams. Ooit zelf getennist?
Zeker, bij Zon en Wind in Naarden.
de jeugd van Bach vinden? Uiteindelijk heb ik Youtube comments verzameld over Bach en daar een libretto van geschreven. Hilarisch, maar ook echt van deze tijd. De muzikale tennismatch heb je ook in coproductie samen met de deelnemers aangepakt. Heeft dit gewerkt?
Ik kon natuurlijk in mijn studio in Amsterdam van alles gaan bedenken wat zou kunnen werken, maar ik koos ervoor om de ideeën uit de groep te laten komen. Mijn eerste stap was een workshop te organiseren waarin zowel de tennissers als de muzikanten samen onderzochten wat er mogelijk was. Dat was heel waardevol. Ondanks de vele praktische tegenwerpingen – het is best moeilijk om buiten de vaste kaders te denken kwamen er veel bruikbare suggesties uit. Ik heb bijna alle ideeën kunnen verwerken in mijn stuk. Om rust te vinden het stuk te componeren, heb 105
Het publiek gaf terug dat de tennismatch nu meer een performance werd. Boeiend om naar te kijken, ook als je niet van tennis houdt. Denk je dat het performatieve, of theatrale aspect nog meer had kunnen worden uitgewerkt?
Ja dat denk ik wel. Idealiter hadden we ook nog met een choreograaf gewerkt. Het gaat namelijk ook om het gebruik van de ruimte. Dit hebben we minder goed kunnen onderzoeken. Het orkest zat op het ene veld en de tennissers op het veld er voor. Maar de orkestleden hadden ook kunnen rondlopen, of in een andere opstelling kunnen staan. We hebben een paar kleine elementen uitgeprobeerd. We lieten de trompetten de bal volgen van rechts naar links bijvoorbeeld. Dat was al heel effectief, maar vraagt wel om oefening. Ook met de tennissers hadden we kunnen werken aan hun performance. We hadden kunnen werken aan hun houding, wat straal je uit met je lichaam. Zijn bepaalde bewegingen uit te vergroten? Hoe en waar sta je als je stil staat. Hoe bespeel je de ruimte beter zodat muziek en tennis echt samenvloeien. Allemaal vragen die nog openliggen en heel interessant zijn om te onderzoeken. Hoe is in t algemeen je ervaring geweest? Ben je tevreden met het resultaat?
Ik ben heel tevreden en blij verrast door het enthousiasme van het orkest en de tennissers. Fantastisch dat ze hieraan mee wilden werken. Het liefst had ik nog wat meer tijd gehad om te repeteren en de puntjes op de i te zetten, dus het smaakt naar meer! Ik heb het gevoel dat we eigenlijk pas net begonnen zijn.
Het meest lastige was om de tennissers te laten reageren op de muziek: je hebt niet altijd controle over de bal.
Welke tenniselementen heb je vooral ingezet bij het componeren?
Kunnen we het stuk nog ergens beluisteren?
Het slaan van de bal was een heel belangrijk element. Het slagwerk pakte dat moment vaak met een rake slag. Ik geniet altijd van de finale, waarin de pauken tekeer gaan en de lage noten de melodie spelen. Ook het stuiteren van de bal werd meegespeeld met de pauken. Verder is het hele stuk opgebouwd als een tenniswedstrijd: opkomst en warmspelen, eerste spanning van de service, een rally en de laatste beslissende minuten.
Ja, op mijn website: http://diederikrijpstra.com/portfolio/tennisconcert-de-domijnen/
Welke elementen uit de workshop heb je verwerkt in de compositie?
- Slag gespeeld door snaredrum - Stuiterbal gespeeld door pauk - Roffel voor de service - Hoge noot in de muziek is hoge bal op het tennisveld - Lage noot in de muziek is een netbal - Bal links: trompetten speelt naar links, en natuurlijk andersom - Orkest speelt als er een rally is en stopt als er een fout is - Actie op het veld is actie in de muziek Tijdens de opvoering mocht het publiek bij aanvang ook meedenken over de mogelijke samenwerking tussen tennissers en orkestleden. Hoe werd dat ervaren?
Ik vond het verrassend hoe snel het publiek ging meedenken en ook enthousiast werd. We konden de ideeĂŤn meteen uitproberen. Het werd een publieke oefening, een soort warm spelen op wat komen gaat. Zo werd het een publieke oefening. 106
107
108
109
110
111
BLIJF EXPERIMENTEREN
Was de opvoering goed?
Ik vond ’t goed zo. Hoewel de muzikanten meer tijd hadden willen hebben om te oefenen. Maar dat willen ze eigenlijk altijd. Altijd ‘iets beter’. En dit stuk zal nooit hetzelfde zijn, omdat de match altijd anders is. Je moet het dan ‘zo goed mogelijk’ uitvoeren. Tijdens de opvoering hebben we ook het publiek laten meedenken. Wat vond u hier van?
Het helpt altijd om een moment te pakken het publiek te activeren. Dat deed Diederik nu ook goed. Ik doe dat zelf ook vaker, dan laat ik het publiek een stuk meezingen bijvoorbeeld. Zo creëer je meer betrokkenheid, zeker bij een nieuw stuk. Wel jammer dat we zo weinig volk hadden. Het is moeilijk om publiek te vinden voor activiteiten die men niet kent. Maar we moet blijven volhouden. Ik stond vroeger ook voor vijf man te spelen, en nu voor een paar duizend. Vernieuwing gaat geleidelijk. Daar is tijd voor nodig. Uiteindelijk levert het altijd iets op. Maar helaas vindt ‘de buitenwereld’ het al
snel weggegooid geld. Jammer. Ik geef altijd het voorbeeld van de TV. Daar wilde men in het begin ook niet in investeren, want mensen zouden nooit voor een stom kastje gaan zitten, naar beelden kijken… Moet je nu zien. Sommige orkestleden riepen na de opvoering dat ze wel op wereldtournee, of toernooi wilden. Ziet u een vervolg?
Persoonlijk zie ik liever dat het stuk gaat reizen. Dus dat het door andere fanfares en tennissers wordt opgevoerd. Om veel meer muzikanten deze ervaring te geven. Het proces met Diederik was overigens heel aangenaam. Met hem zou ik graag nog eens willen samenwerken.
Jan Mertens is docent aan de muziekacademie in Lanaken (B) en dirigent van verschillende muziekcorpsen en koren. Sinds 5 jaar is hij dat ook van de fanfare in de wijk Sanderbout: Muziekcorps St. Barbara. Een vereniging dat 65 jaar bestaat en wordt gevormd door een paar grotere families, die ook voor de jonge aanwas van muzikanten blijft zorgen. Hun deelname aan de muzikale tennismatch werd eerst wat sceptisch ontvangen, maar ging al snel over in nieuwsgierigheid en enthousiasme. Heeft u eerder aan zo’n experiment gewerkt?
Wel veel experimenten, maar niet aan een combinatie muziek en sport. Meestal zijn de experimenten binnen de kunsten: verschillende orkestvormen in combinatie met dans of met zang of poëzie. Ook tijdens het Wereld Muziek Concours in Kerkrade zag ik weer veel nieuwe hedendaagse vormen. Maar iets met sport, zoals nu met tennis was voor mij en voor de muzikanten geheel nieuw. Bent u tevreden met het resultaat?
Jazeker. Er is een mooie compositie uit voortgekomen. Met uitdagende stukken voor de muzikanten om te spelen. De meest ingewikkelde waren de stukken waarbij moest worden ingespeeld op de tennissers. Muzikanten houden 112
van structuur. Ze spelen het liefst duidelijk afgebakende tijdslimieten. Maar nu waren ze afhankelijk van het talent van de tennissers. Als de bal uit was, of in het net werd geslagen moesten ze daarop anticiperen. Dat zijn ze niet gewend. Hoe heeft u hier met de muzikanten op geoefend?
Diederik Rijpstra komt uit de jazz. Voor hem is het gewoon om de ene keer twee maten te spelen en een ander keer twintig maten. Net zoals t goed voelt. Fanfaremuzikanten, en zeker als het amateurs betreft, willen een structuur. Met Diederik hebben we hier uitgebreid over gesproken, en zijn we uiteindelijk tot een combinatie van afgebakende en minder afgebakende stukken gekomen. Dat heeft geholpen tijdens het oefenen. De muzikanten kregen er ook plezier in. 113
Paula Willems en Coen Aarts, de bedenkers van deze combinatie fanfare en tennis, poseren na de geslaagde match. Ze zijn beide blij met het resultaat, en verrast door de vele mogelijkheden. Wat er beter kon? “Meer tijd om te oefenen. En meer publieke belangstelling!�
114
115
116
Concert St Barbara Stuiteren
Exit O speelt Happy
49
Alle T spelen ballen in de lucht. Publiek gaat af. CM bedankt alle aanwezigen.
47
Finale
Rally
1) Begin met stilte en roffel van snare en pauken (2) O reageert op T
1) Echte wedstrijd: dubbelspel (2) 4 T (3) 1/2 T fungeren als lijnrechter
43
T laten wedstrijd los en spelen alleen maar op energie: zo snel mogelijk, veel zweet, veel actie, vooral visueel heftig, puntentelling laten we los
Voorbereiding
Stilte, en on cue zachtjes het ballenmuziekje, tempo kan sneller of langzamer
Tennis
1) Ballenjongens halen ballen op (2) T gaan zich voorbereiden op de wedstrijd: opdrukken, water drinken, veld vegen, praten coach, enz. (3) 4 T
Muziek
(1) Plots stil, rustige opbouw van improvisatie Diederik.(2) Cue van Dirigent hoge en lage noten voor TRP en TBA/BAS/Trom
37
(1) T gaan warmspelen: heen en weer, wellicht elders in de zaal 1-2 tje (2) Zoveel mogelijk T (3) T reageert op O (4) Als T hoge noten horen van trompet, sopraan en glockenspiel spelen ze hoge ballen en indien de tuba’s lage ballen in het net. Dit samen met Q van dirigent.
Warming-up
Workshop
35
Eerste inzet pauk O legt snare drums neer op V 1
33
T stuiteren ook op snare drums
28
Einde concert
O speelt laatste 2 min van concert
CM sluiten workshop af en O speelt A beautiful Mind (4) en Petri (3). CM begeleiden publiek naar V1 indien nodig.
15
(1) Stuiter geluiden vullen de ruimte (2) T lopen ook om publiek heen
1) T beginnen van achter en zijkanten publiek te stuiteren met ballen met racket op de grond (2) zoveel mogelijk T
CM sluiten workshop af en T gaan af. Zo veel mogelijk uit het zicht. CM begeleiden publiek naar V1 indien nodig.
Ceremoniemeesters (CM) heten het publiek welkom enstarten workshop. inzetbaar workshop met de O is voor
11
Ceremoniemeesters (CM) heten het publiek welkom en starten met de workshop. T zijn inzetbaar voor de workshop.
T en O
Tennis
7
O speelt The Olympic Spirit (4)
O tacet
Begin Orkest
0
T gaan door met spelen
(1) De tennissers (T) lopen het V 1 op en bereiden zich voor, spelen warm, kleden aan, strikken hun veters e.d. En gaan warm spelen. Zoveel mogelijk T
Orkest (O) staat opgesteld op tennisveld (V) 2, met het net in hun midden. O speelt bij binnenkomst publiek Concerto d’amore
TIMELINE ORKEST ZOEKT TENNISMATCH
Tijd in min
55 59
117
COLOFON
COLOFON
Het programma Cultuur maak(t) je kwam tot stand met de inbreng van:
WANDELAARS ZOEKEN HAAKSTERS
ONDERZOEKER ZOEKT STEENBESCHOUWERS
Lizette Colaris Els Custers Maria Demand Mirjam van der Linden Bertie Nohlmanns Pieternel de Winter Wollstreet En alle deelnemers aan de workshops
Serdar Ahmed Els Cüsters Lee Elickson Inge Sieben Bezoekers die een notitie achter lieten Medewerkers bibliotheek locatie Geleen
CONCEPT EN UITVOERING: Shane Waltener
KOOR ZOEKT ROZENVERHALEN Rob Aerts Peer Boselie Maurice Daemen Dansschool Danzaira Moedercentrum Casa Mama Lisi Ursula Maes-Manait Mrg. Wilbert van Rens May Safer Mauro Venne Jenny Voncken Reza Ranjazmay Vocale Ensemble Resonanz St. Santa Rosa Pieternel de Winter CONCEPT EN REGIE: Miranda Lakerveld
CONCEPT: Arne Hendriks
JAGER ZOEKT LEGERTJE KOKS Hans Bours Maurice Daemen Rob Franssen Linda van Galen Leon Geilen Wim Kallen Kunstenaars locatie de Kleine Steeg Ine Loop Pauline Nieuwenhuijs Ellen Schreuders Astrid Verblakt Bewoners Daelzicht, locatie Ligne Alle aanwezige mantelverzorgers CONCEPT: Sjim Hendrix
BLOEMSCHIKKERS ZOEKEN TIMMERLUI Maurice Daemen Patrick Debie Els Cüsters Marij Housmans
118
Hout en zo Deelnemers DAC Karwei Funs Leenen Nicole Mengelers CONCEPT: Raw Color
TENNISMATCH ZOEKT ORKEST Coen Aerts Rob Aerts Therese Brings Huub Creemers Regina Creemers Ingrid van Diepstraten Jan Mertens Muziekcorps St. Barbara Ben van der Tier Liliane van der Tier Paula Willems Ruud Willems COMPOSITIE: Diederik Rijpstra
COLLECTIE IN ACTIE Rob Aarts Roel Arkesteijn Joan van Barneveld Jeanne Blei Hans Bours Sieglien Ceder Bep Smeets Coenen Sjaar Cox Djoy Dassen Martijn Lucas van Erp Jeroen Evertz
Bart Jan de Graaf Simoon Hanssen Anne Houben Hans van Houwelingen Kitty Jansen Roel Knappstein Carol Maas Anne-Marie Maes Keetje Mans Ralf Nevels Jean-François Paquay Ed Rademakers Seba Saija Sue Spaid Renate Schreurs Collin van der Sluis Vera Thaens Torsten Uerlings Jerika Vertegaal Annelies Wilders Bas de Wit Tom de Rooij Mirjam de Zeeuw GRAPHIC DESIGN AND ILLUSTRATIONS WORKSHOPS: Marius Jopen
119
COLOFON
MEDEWERKERS
Met dank aan de medewerkers en vrijwilligers van De Domijnen (2016) voor het geven van hun input:
BOEK CONCEPT: Jeanne van Heeswiijk Joanna van der Zanden TEKSTEN EN INTERVIEWS: Serdar Ahmad Tom de Rooij Joanna van der Zanden VERTALING: Pieternel de Winter FOTOGRAFIE: Bert Janssen Hans Mosman Rob Nijpels Ruud Willems Joanna van der Zanden ONTWERP: Studio Maria Walnut DRUKKERIJ: Drukkerij WC den Ouden Dit is een uitgave van De Domijnen www.dedomijnen.nl
120
Jolanda Aarts Coen Aarts Rob Aerts Han Adriaans Sem Ariaans Annet Arnoldussen Ger Bergers Jeanne Blei Huib Beulen Wil Brassé Anita Bol Danny Boer Eveine Bongers Anke Bommezijn Jolanda Bosch Peer Boselie Benedicte Caenen Sieglien Ceder Angelique Coenen Maureen Daemen Maurice Daemen Maria Demandt Bas van Dooren Kirstin van den Eijden Ingrid Feron Kitty Gerards Joke Geraedts Patrick Granzier Sacha Granzier René Haustermans Wilma Hollanders Ger Hubens Freek Huys Annemarie Huntjens Paul Huntelerslag Jenny Janssen
Kitty Jansen Mirjam Joosten Theo Joris Mozes Kakisina Lex Kentgens Julie Kempkens Ingrid Kicken Wilma Kisters Henk Kitzen Kasia Lachowska Carolien Mahin Simone Mager Irene Mentens Juul Meijers Jacqueline Muyres Jasmina Ninic Bertie Nohlmanns Lisette Pepels Marga Peusen Marga Pfennings Ria Pluijmakers Nathalie Plones Ans Ramakers José Ruijgrok Gerlie Quix Ans Rademakers Ed Rademakers Tessa Reijnders Gerdie van Rens Gerard van Rijn Ine Roch Tom de Rooij Ine Roch Seba Saija Paulien Saija Inge Sieben
Patricia Schieven Renate Scheurs Hilde Scholten Bep Scholtes Peter Schulpen Carin van Sloun Bep Smeets Mirjam Stam Leo Steegs Annemarie Theunissen Sandra Titahena Marlies Thoolen Ria Ubags Maritha van de Ven Jerika Vertegaal Els vink Jenny Voncken Ine Voncken Diane Voots Marjo Vorstenbach Irma Vrancken Truus Vroomen Chantal Waltmans Marie-Louise van Warmel Hans Webers Truus Wiermans Helga Wijers Paula Willems Tom Wouters En Inez Derksen en Kiki van Aubel van Laagland.
121
122
123
Cultuur maak(t) je was een programma van workshops en oefeningen ontwikkeld voor de culturele organisatie De Domijnen in de gemeente Sittard/Geleen. Een onderzoek naar de Dienst der Domijnen, opgezet door de cultureel intendanten Jeanne van Heeswijk (kunstenaar) en Joanna van der Zanden (curator). Centraal stonden de vragen: ‘Wat heeft De Domijnen in huis? en ‘Hoe kunnen nieuwe culturele producties en diensten ontstaan?’. Honderd medewerkers zijn geïnterviewd naar hun eigen maakcultuur en wat hen maakt. Door ze in workshops met elkaar te verbinden ontstonden onverwachte matches en nieuwe ideeën voor diensten en services. Een 6-tal van deze diensten werden samen met medewerkers en professionele makers verder uitgewerkt tot publieke oefeningen. Ook werd met de tentoonstelling Collectie in Actie onderzocht op welke wijze de collectie hedendaagse kunst geactiveerd kan worden en van bijzondere betekenis kan zijn voor de stad. Dit boek is een reisverslag. Het biedt een inkijk in het proces, de werkwijze en de resultaten. En is bovenal bedoeld als inspiratiebron voor cultuurmakers die in coproductie willen vernieuwen. Met bijdragen van o.a. Arne Hendriks, Shane Waltener, Miranda Lakerveld, Diederik Rijpstra en Raw Color.
124