mode in mokum
Kermerkend voor Holthaus’ ontwerpen zijn een slank silhouet, zakken en zakkleppen. Zijn grote voorbeeld was Yves Saint Laurent, die van het stereotype mannenpak een eigentijdse vrouwelijke variant had gemaakt. Holthaus behaalt zijn grootste succes wanneer de geliefde tv-persoonlijkheid Mies Bouwman zijn broekpakken gaat dragen voor haar tv-programma’s. Eind jaren zestig verrast nieuwkomer Frans Molenaar met zijn vooruitstrevende blik op mode. De jonge couturier ontwerpt met strakke geometrische vormen en een architectonische belijning zijn creaties in Nederland opmerkelijk en vernieuwend zijn. Molenaar wordt serieus genomen in de kunst-wereld en voor het eerst naderen mode en kunst elkaar. Het modebewustzijn in Nederland verandert met de komst van het eerste glanstijdschrift Avenue. De ruime toepassing van fotografie in Avenue was ongekend evenals het vernieuwende formaat en de uitdagende grafische vormgeving. Vrijwel alles kon en mocht, zolang het relevant en spectaculair was. Fotograaf Paul Huf publiceert sinds de start in 1965 maandelijks in Avenue. De Amsterdamse fotograaf begon zijn carrière met het fotograferen van campagnes en acteursportretten en ontwikkelt een bijzonder oog voor glamour en esthetiek. Huf raakt betoverd door de splendeur van de modefotografie en gaat zich daarop focussen. Voor zijn glansrijke producties in Avenue reist hij regelmatig af naar bijzondere en exotische locaties in het buitenland wat magische beelden oplevert. Ook andere noemenswaardige fotografen maken van Avenue een erepodium voor de Nederlandse modefotografie, onder meer Inez van Lamsweerde die met partner Vinoodth Matadin gerekend kan worden tot de absolute wereldtop. Tekenend voor de foto’s van het fameuze Amsterdamse duo zijn de eigentijdse, verontrustende en weinig modieuze thema’s en een opvallend vervreemdende esthetiek. Door manipulaties krijgt hun werk vaak iets ironisch.
Jaren ‘70 In 1969 maakt de Nederlandse modewereld kennis met de eigen theatrale modestijl van de Chinees-Nederlandse modeontwerpster FongLeng. Tekenend voor haar creaties is het gebruik van luxe zijde met Chinese bloem- of pantermotieven en andere fantasiefiguren. Fong-Leng begint met een boetiek op de Nieuwendijk maar verhuist al snel naar de P.C. Hooftstraat, waar ze een trekker wordt voor de jetset. De gevierde ontwerpster staat in de kijker met
haar excentrieke modeshows in o.a. de Beurs van Berlage, het Tropenmuseum en haar eigen pand. Haar bekendste klant is het weelderige stijlicoon en societyfiguur Mathilde Willink, de ex-vrouw van schilder Carel Willink. Willink verscheen publiekelijk het liefst in vol ornaat met haar opzichtige kleurrijke make-up en in de creaties Fong-Leng. Fong-Leng is tien jaar lang de ontwerper van het decennium. Dat ziet de Amsterdammer terug in de beeldbepalende mode-illustraties die de invloedrijke Kunstenares en illustratrice Marte Röling in de jaren zestig en zeventig voor Het Parool tekent; in 8 jaar tijd ruim 1200 illustraties.
Jaren ’80 Concept, idee en doordachte vormgeving worden kenmerkend in de jaren tachtig. Een hernieuwde aandacht voor patronen, coupe en vormgeving maakt dat er een frisse lichting avant gardistische modemerken opkomen. Colette Landuyt is daar een voorbeeld van. Landuyt studeert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, maar komt in 1971 naar Amsterdam om te werken in het atelier van Fong-Leng. Voor haar eigen collectie laat Landuyt zich beïnvloeden door de schoonheid van de natuur, de ideale valling van een stof en vanuit een bepaalde filosofie. ‘Kleding moet met het lichaam meebewegen en in de beweging haar geheimen prijsgeven’, aldus Landuyt. In 1975 begint ze haar eigen winkel aan de Tweede Leliedwarsstraat in Amsterdam. Later verhuist deze innovatieve vormgever naar de Keizersgracht, waar ze nog steeds te vinden is. Geert de Rooij en Hans Démoed starten hun label ‘The People of the Labyrinths’. Voor hun collecties halen ze inspiratie uit alle tijden en culturen. In hun rijke kleurenpalet, materiaalverwerkingen en vorm verwijzen de autonome ontwerpers de ene keer naar de Gouden Eeuw en de andere keer naar een schilderij van Rembrandt. Typerend voor de collecties zijn de bijzonder decoratieve en symbolische dessins, met terugkerend het typerende labyrinthmotief. De collectie van People Of The Labyrinths wordt wereldwijd verkocht en in de winkel op de Van Baerlestraat. Het elitaire Amsterdam Zuid blijft ook in de jaren tachtig een opulent podium voor de Nederlandse couturiers. In 1979 opent couturier Rob Kröner zijn eerste couturesalon aan de Van Baerlestraat. In datzelfde jaar krijgt zijn eerste show in het Amsterdamse Concertgebouw veel aandacht van de pers. Zijn stijlen ‘sportief chique’ en ‘klassiek elegant’ slaan aan. In de jaren tachtig beleeft de ontwerper zijn glansperiode en wordt hij in één adem met Max
GLAMSTERDAM | 2010
35