2 minute read

De Daglichtfactor verbetert gebouwen

Het huidige Bouwbesluit van 2012 geeft voorschriften over daglichttoetreding in gebouwen. Deze worden bepaald op basis van de equivalente daglichtoppervlakte. In februari 2022 publiceert het ministerie van BZK een ontwerpbesluit van wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het bouwbesluit. Daarin is ook een nieuwe bere- keningsmethode opgenomen voor daglichttoetreding. Deze zal in nieuw te bouwen gebouwen aansluiten op de Europese regelgeving en wordt bepaald met een daglichtfactor, te berekenen volgens NEN-EN 17037 (artikel 4.147, Bbl). Mark Veldjesgraaf, manager marketing en communicatie bij Techcomlight, noemt het een verbetering ten opzichte van de oude situatie; “De nadruk ligt nu op de kwaliteit van het licht in de ruimte en niet op het product dat het licht mogelijk maakt. De daglichtfactor heeft betrekking op de hoeveelheid licht die via daglichtopeningen in de ruimte valt. De relatie met gezondheid en beleving wordt groter.”

Want daaraan schortte het volgens

Veldjesgraaf in de oude situatie. “Ik werd me voor het eerst bewust hoe belangrijk daglicht is voor onze gezondheid toen ik pas begon bij Techcomlight en ik een paar daglicht buizen moest installeren in een productiehal. Het daglicht dat nu binnen kwam had een zeer positieve werking op de werksfeer. De mensen waren echt blij van deze toevoeging. In de oude situatie komt het voor dat een raam voldoende licht toelaat naar de eisen van het bouwbesluit, maar de ruimte in zijn geheel daar niet van profiteert.”

Computer nodig

Wesley van den Hoeven van Nieman Raadgevende ingenieurs analyseerde de nieuwe norm en concludeert onder meer dat we met de daglichtfactor niet meer naar de hoeveelheid daglicht ter plaatse van de raamopening kijken, maar hoe daglicht, eventueel via een hemelkoepel, reflecties, lichtdoorlatendheid, glas en obstakels, in de ruimte valt. En dat de daglichtfactor niet als de oude daglichttoetreding op papier is uit te tekenen, maar moet worden berekend met computersimulaties. In een simulatie van het verblijfsgebied of verblijfsruimte wordt een rekenraster uitgezet met rekenpunten die elk de daglichtfactor tonen. Minimaal 50 procent van de vloeroppervlakte moet aan de daglichtfactor voldoen. Dat betekent dat de vorm van verblijfsgebied of verblijfsruimte in relatie met positie van de raamopening een belangrijkere rol speelt. Het heeft invloed op de afmetingseisen van verblijfsgebieden of verblijfsruimten.

Voor het maken van deze berekening zal (gratis) software beschikbaar zijn. De Gebouwprestatie-software van DGMR Software bevat een module Daglichtfactor. Deze berekent de daglichtfactor volgens de NEN-EN 17037 en de NPR 4057 en is speciaal ontwikkeld voor de Nederlandse markt. BIM Pact ontwikkelde een hulpmiddel voor het berekenen van de daglichtfactor tijdens het (BIM) ontwerpproces. De VELUX Daylight Visualizer biedt realistische virtuele voorbeelden die ook compatibel zijn met CAD/BIM-software. Voor Techcomlight is de nieuwe regelgeving een positieve ontwikkeling. Zij importeren, fabriceren, assembleren, en installeren daglichtproducten (waaronder de Solatube daglichtbuis) in de Benelux en het Verenigd

Koninkrijk. “In de oude regelgeving was ons kleine oppervlak van de buisdiameter een belemmering . Nu kijken we naar de lichtopbrengst en dan leveren we een bijzonder goede bijdrage aan de toetreding van het daglicht in de ruimte.”

“De nieuwe norm is goed voor de bewoners en gebruikers van gebouwen. Maar eigenlijk was de kennis over het voordeel van voldoende daglicht al lang bekend. In de BREEAM WELL en LEAD methodiek levert een goed daglichtontwerp punten op.”

“Naast de daglichtfactor gaan ze in de norm ook in op het voorkomen van lichthinder met zonwering. In de volle zomer zal een daklicht van 1,20m bij 1,20m te veel licht doorlaten en zal er met lamellen of andere hulpmiddelen gedimd moeten worden.”

“Er is ook aandacht voor het uitzicht. Op de horizon van licht doet de lichtbuis niets, daarom zeg ik altijd; Wij gaan verder waar het daglicht ophoudt.” En waar het licht ophield in de oude situatie, zal de ontwerper van nieuwbouw vanaf 2024 ervoor moeten zorgen dat dat niet meer gebeurt.

De energietransitie is in volle gang. Het belang van duurzame energieopwekking zoals windenergie neemt toe. Maar ook windturbineproducenten blijven zichzelf ontwikkelen om nog groener te worden. In dit artikel vertelt Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) meer over de verduurzaming van de sector.

This article is from: