Ouderen met Flair 2022

Page 1

Ouderen

Jaarlijkse uitgave in het kader van 'de seniorenmaand’ Jaargang 12

Leeftijdsdiscriminatie; hoe ga je ermee om?

De kijk van patiënte Maria (92) op ouder worden

Bianca is mantelzorger van een persoon met dementie

Dementie: hoe omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag?

Zelf autorijden? Hou het veilig!

Urineverlies? Leg je er niet bij neer!

stralend uitzien, dat doe je zo!

dag een glas wijn, is dat gezond?

2 INHOUD 3 Voorwoord 4
6
8
14 16
20 Er
12
24 Iedere
28 Culinair 31 Puzzelpagina 22 Bezinningstekst

VOORWOORD

Leeftijdsdiscriminatie (‘ageism’); dat centrale thema kozen we voor de 12e editie van ons magazine Ouderen met flair. Want ouderen verdienen ons grootste respect. Ze hebben tonnen levenservaring, vaak een grote rugzak, … We kunnen dus heel wat van hen leren!

Om het met de woorden van George Chapman te zeggen: “Young men think old men are fools. But old men KNOW young men are fools”. Ook in het ziekenhuis willen we ons behoeden voor de houding ‘wij weten het beter’.

Ons streefdoel om ouderen respectvol te benaderen, start bij het binnenkomen via de spoedgevallendienst: een warme ontvangst, de juiste overdracht naar de verpleegafde ling én de nodige inspraak voor de oudere. Dit loopt door voor de hele verdere opname tot ontslag. Die evenwaardige manier van omgaan met ouderen geldt niet alleen voor de arts en verpleegkundige, maar ook voor de maaltijdbevrager, de schoonmaakmedewerker en alle andere medewerkers in ons ziekenhuis. Het gaat vaak om schijnbaar kleine dingen: niet met verkleinwoordjes communiceren, de oudere vrije keuzes laten, niet betuttelen, niet roepen, ….

Binnen onze geriatriediensten werken we met interdisciplinaire teams (artsen, verpleegkundigen, ergotherapeuten, kinesisten, sociale dienst, ….) die er sterk op inzetten om moge lijke taboes zoveel mogelijk te doorprikken. Dit proberen we op alle afdelingen in ons zieken huis door te trekken. Door taboe-onderwerpen ‘normaal bespreekbaar’ te maken, kweek je immers wederzijds begrip tussen de verschillende generaties.

We hopen alvast dat de tips in dit nummer kunnen bijdragen aan de levenskwaliteit van onze oudere patiënten en hun omgeving. Onze medewerkers van de afdelingen geriatrie hebben dit tijdschrift opnieuw met groot enthousiasme voor je samengesteld. Veel leesplezier!

dr. Charlotte De Clercq, medisch diensthoofd geriatrie Karolien Quintiens, zorgmanager

REDACTIE: Sarah Chavatte en Hanne Sourbron HOOFD- EN EINDREDACTIE: Karolien Quintiens en Brigitte Celis

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: vzw Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt

VORMGEVING: Sigrid Beunckens FOTOGRAFIE: Rudi Van Beek, ©Shutterstock

3

Leeftijdsdiscriminatie; hoe ga je ermee om?

Vooroordelen en stereotype beelden zitten vaak al van jongs af aan ingebakken in onze denkwijze. En dat is niet zonder gevaar. Zo zorgt een negatieve ingesteldheid tegenover verouderen ervoor dat je levenskwaliteit als oudere en zelfs je levensduur verminderen. Geriater dr. Wesley Appermans legt uit waar het schoentje knelt en hoe we hiermee kunnen omgaan.

Wat is ‘ageism’?

“Deze Engelse term betekent discriminatie naar een bepaalde leeftijdsgroep. In praktijk uit zich dat vooral naar ouderen en jongeren toe. We hanteren hierbij - vaak onbewust – al van jongs af aan vooroordelen en stereotype beelden. Bij ouderen gaat het bijvoorbeeld om het beeld van de grijze persoon die in een zetel zit of met een rollator sukkelt, al dan niet met geheugenproblemen. Voorbeelden van vooroordelen? ‘Ouderen hebben een zee aan tijd, waarom moeten ze dan op zaterdag naar de winkel?’ Of ‘Het is weer een bejaarde die dat accident veroorzaakt heeft,

4
dr. Wesley Appermans

moeten we oudere mensen hun rijbewijs niet afpakken?’ Ook spreken met verkleinwoordjes, een oudere dame met madammeke aanspreken, … is een vorm van discriminatie, ook al is het zo niet bedoeld. Je geeft volwassen mensen die beschikken over tonnen levenservaring hiermee een minderwaardig gevoel.”

Welk gevaar schuilt hierin?

“Het grootste gevaar schuilt erin dat ouderen zich minderwaardig, niet meer relevant of een last voor hun familie gaan voelen. Ze ervaren een gevoel van waardeloosheid. We groeien op met het idee: als ik een hoge leeftijd heb, ben ik niet meer nuttig. Het gevaar is dat je je daar ook naar gaat gedragen, dat je vast zit in dat stereotype patroon. Onderzoek heeft uitgewezen dat ouderen met een negatieve instelling tegenover verouderen gemiddeld 7,5 jaar minder lang leven dan hun leeftijdsgenoten die wel positief staan tegenover verouderen. Ze gaan medisch gezien sneller achteruit, revalideren minder snel na ziekte of een operatie, voelen zich beperkt in het uiten van hun seksualiteit, komen sneller in het ziekenhuis terecht, geraken sociaal geïsoleerd, … Wie daarentegen redeneert: ‘leeftijd is maar een getal. Ik voel me goed, waarom zou ik me anders moeten gaan gedragen?’ blijft actiever en behoudt een hogere levenskwaliteit. We zien dat verschil ook in het ziekenhuis. Actieve, positief ingestelde ouderen revalideren vaak sneller, ook omdat ze er alles aan doen om terug actief te zijn.”

werken. Ouderen zijn perfect in staat om te zeggen en doen wat ze willen. Ze mogen gerust voor zichzelf opkomen en zeggen: ik kan mijn eigen beslissingen nemen.”

Hoe gedragen we ons best als omgeving? “Denk als familie niet: pa moet rusten of hij mag dat of dat niet eten, hij stopt best met die hobby of hij is te oud geworden om nog veilig in zijn hof te kunnen

“Daarnaast is er ook in de maatschappij – te beginnen met de scholen - een belangrijke verandering nodig in de manier waarop we naar ouderen kijken. Ouderen hebben net een levenswijsheid die je alleen maar met het stijgen van de jaren kan krijgen. We kunnen heel veel van hen leren.”

Nog tips voor een kwaliteitsvol leven op oudere leeftijd?

“Geef je hobby’s niet op, ga niet in de zetel zitten wachten, pas je niet aan het stereotype beeld van de oudere aan. Onderhoud je sociaal netwerk, blijf actief, profiteer en geniet, ongeacht je leeftijd. Een positieve, actieve ingesteldheid helpt je om langer fysiek, sociaal, mentaal én cognitief gezond te blijven.”

5 5
Ouderen die negatief staan tegenover verouderen, leven gemiddeld 7,5 jaar minder lang.
6 “Ik vind het moeilijk dat ik nu even geholpen moet worden.”
Maria Roggen

92 jaar is ze, Maria Roggen uit Wellen. Genietend van het leven ondanks enkele kwaaltjes. Leeftijdsdiscriminatie? Daar heeft ze geen last van. “Ik voel me niet anders behandeld dan toen ik nog jonger was. Zolang ik mijn plan kan trekken en me nuttig voel, is er voor mij weinig verschil.”

Maria woont als alleenstaande thuis. Na een val belandde ze in het ziekenhuis voor een heupoperatie en revalidatie achteraf. “Ik heb een poetshulp, een tuinman en een thuisverpleegkundige die elke dag even langskomt. Voor de rest heb ik nog geen hulp nodig; ik kook zelf, doe de was en de plas en bak veel, … Hopelijk kan ik dat binnenkort, na mijn revalidatie, opnieuw. Of de buitenwereld mij door mijn leeftijd nu anders behandelt dan vroeger? Eigenlijk niet. Zo lang je zelf je plan kan trekken, voel je weinig verschil, denk ik. Ik merk tijdens mijn revalidatie in het ziekenhuis wel: als je gewoon bent anderen te helpen en dan zelf geholpen moet worden, dat is echt heel moeilijk! Al ben ik heel blij en dankbaar dat er hier mensen zijn die anderen willen helpen. Het is een zware stiel waarvoor je niet altijd de gepaste dank krijgt.”

Drie cakes

Intussen kijkt Maria ernaar uit om thuis terug aan de slag te kunnen gaan. “Oost west, thuis best. Ik heb twee kinderen, vijf kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen, die regelmatig langskomen. Ik bakte elke week voor hen, ook bij verjaardagen en zo. Dat missen ze. Ik hoop maar dat ik dat nog kan. Dan voel ik me nuttig. Ook de dag dat ik gevallen ben, had ik al drie cakes gebakken en

stond mijn wafeldeeg klaar. Ik stond te snel op terwijl mijn been sliep en zo ben ik gevallen. Mijn heup was op drie plaatsen gebroken. Intussen gaat de revalidatie al goed.”

Licht verslaafd

“De haag aan mijn hofke wat bijknippen, zal ik waarschijnlijk niet meer kunnen. Dat mag de tuinman vanaf nu doen. Ik deed dat vooral om op de been te blijven. Eigenlijk ben ik altijd bezig, ik krijg mijn tijd goed om. Naast bakken hou ik van mijn vaste TV-programma’s en aan kruiswoordraadsels invullen, ben ik licht verslaafd. Ik zou er uren langer voor opblijven.”

Content

Hoe kijkt Maria aan tegen ouder worden? “Elke dag is een dag bij. Ik wil zo lang mogelijk bij mijn kinderen en kleinkinderen blijven. Ik had soms hevige pijn aan een gezichtszenuw, dat was moeilijk. Nu is dat gelukkig onder controle. De jeugd van tegenwoordig heeft veel meer luxe dan wij vroeger maar toch zijn ze soms niet tevreden. Ik ben content met wat ik heb, moei me niet met andermans zaken en probeer er zelf de moed in te houden. Eigenlijk ben ik nogal een optimist.”

7
Ik bak veel voor mijn kinderen en kleinkinderen, dan voel ik me nuttig.
8
Bianca Bogaert

Bianca Bogaert werkt voltijds als geriatrisch verpleegkundige in Jessa. Daarnaast is ze mantelzorger voor haar vader en schoonmoeder, beiden in een vergevorderd stadium van dementie. Waar loopt ze tegenaan en hoe gaat ze daar mee om? “Ik haal mijn energie uit de fijne momentjes die we nog hebben.”

“Mijn papa is zwaar dement. Sinds een half jaar verblijft hij in een rusthuis. Vóór zijn verhuis deelden mijn mama en ik de zorg voor hem. Nu ben ik mantelzorger in het rusthuis. Als geriatrisch verpleegkundige weet ik veel, maar in de thuissituatie besef je pas ten volle welke impact dementie heeft. Op anderhalf jaar tijd is mijn papa achteruit gegaan van thuis functionerend naar ‘niks meer kunnen’. In het begin ging hij één keer per week naar een dagopvang, daarna twee keer per week. Hij vond het daar fantastisch, voelde zich welkom met zijn naam op zijn stoel en zijn vaste plaats aan tafel. De dag dat dit allemaal écht niet meer haalbaar was en ik mijn papa naar het rusthuis moest brengen, was het meest ingrijpende moment van mijn leven.”

Onwetendheid

Is zoiets gemakkelijk bespreekbaar met je omgeving? “Mijn mama wou in het begin niet dat mensen wisten dat mijn papa dementie had. Buitenstaanders beseffen vaak ook niet wat dat inhoudt.

Sommige vrienden schrokken ervan dat we mijn vader naar het rusthuis brachten. Dat doe je toch niet? Intussen begrijpen ze het beter. Het is gewoonweg niet mogelijk om continu zorg te voorzien voor iemand die de hele nacht ronddoolt, in huis plast, dingen afbreekt, wegloopt...”

Loslaten

Bianca en haar moeder bezochten op voorhand 15 tot 20 rusthuizen. “We keken naar de zorg maar ook of het een warm nest is. Al weet je dat het nooit 100% hetzelfde zal zijn als thuis. Dat moet je proberen los te laten. Het is moeilijk om mijn papa achteruit te zien gaan. Het begon met niet meer veilig kunnen autorijden. Nu herkent hij me zelfs niet meer, denkt soms dat ik mijn mama ben. De harde werker van vroeger kan niets meer. De mama van mijn partner is ook dement. Bij haar is het proces al zo’n 6 jaar aan de gang. Mijn partner

9
“Buitenstaanders beseffen vaak niet wat dementie inhoudt.”

ging daar voorheen regelmatig inslapen en zijn mama kwam meerdere keren per week bij ons eten. Intussen verblijft ook zij in een rusthuis.”

zijn. Zoals met de hele familie in het rusthuis zijn verjaardag vieren. Hij beseft niet dat het zijn verjaardag is, maar zit daar wel met een glimlach te kijken. Of ik ga met hem wandelen tussen de koeien, een ijsje eten of een trappist drinken. Als zijn glas leeg is, staat hij op en is hij weg. Ik reken dus nu meteen al af en laat desnoods mijn halfvolle tas koffie staan. Ik laat hem het tempo bepalen en probeer te genieten van wat er nog is.”

Tips van mantelzorger Bianca

1. Geniet van de kleine, fijne momenten die jullie nog samen hebben!

Rots in de branding

Voltijds werken en mantelzorger, dat is toch enorm zwaar? “Je staat voor een berg en je moet erover. Pas op, ik heb ook slechte momenten, hoor. Maar ik leer aanvaarden en los te laten. Ik ben nogal nuchter: ik moet hier door. En stelt er zich een nieuw probleem, dan zoek ik ook daar wel een oplossing voor. Ik woon 80 km van het rusthuis, maar als het moet, rijd ik er elke dag naartoe. Mijn zus en ik hebben ook een goede verstandhouding. Ik ben goed in het zorgende en in de praktische aanpak. Zij is goed in het afhandelen van het papierwerk. We zitten op dezelfde lijn; dat maakt ons sterk. Ik vind het wel moeilijk om me altijd sterk te houden voor mijn mama. Maar iemand moet de rots in de branding zijn.”

Genieten

Toch is het niet allemaal kommer en kwel. “Weet je wat mij telkens weer moed en energie geeft? Samen genieten van de fijne momentjes die er nog

2. Denk: wat deed de persoon met dementie vroeger graag en probeer die dingen samen te doen.

3. Aanvaard de situatie zoals ze is, probeer los te laten wat je niet kan veranderen.

4. Overleg tijdig welke zorg je ouders wensen en zet dat op papier. Doe dat ook tijdig met je eigen kinderen. Beslissingen nemen wordt daardoor gemakkelijker.

5. Zoek een wettelijke vertegenwoordiger (liefst binnen je familie) en/of bewindvoerder. Laat dit formeel vastleggen bij de vrederechter. De wettelijke vertegenwoordiger kan beslissingen nemen en documenten tekenen voor de persoon met dementie.

10
De dag dat ik mijn papa naar het rusthuis moest brengen, was het meest ingrijpende moment van mijn leven.

Mantelzorg in het ziekenhuis? Zo doe je dat!

Als mantelzorger ben je een heel belangrijk persoon voor je familielid of naaste. Jouw aanwezigheid en betrokkenheid bij bepaalde zorgaspecten tijdens een ziekenhuisopname maken het verschil. Als mantelzorger ken je immers goed de gewoontes en gebruiken van je naaste. Door je bij de zorg te betrekken, zijn we ervan overtuigd een nóg betere zorg te bieden. Daarom stellen wij de patiënt graag de mogelijkheid voor om zich door mantelzorg te laten omkaderen.

Wat omvat mantelzorg in het ziekenhuis?

> Je kan je naaste helpen bij de maaltijden.

> Je kan je naaste ondersteunen bij het bewegen.

> Je nabijheid kan helpen om het valrisico te beperken en verwardheid te voorkomen.

Hoe doe je dat?

> Spreek de hoofdverpleegkundige of verpleegkundige aan als je een mantelzorgtaak op je wil nemen.

> Volg de met jou gemaakte afspraken over je inzet als mantelzorger.

> Ontsmet regelmatig en zeker bij het betreden en verlaten van de kamer je handen met de aanwezige handalcohol.

> Heb je dringende hulp nodig? Vraag hulp aan de verpleegkundige.

> Heb je andere vragen voor zorgverleners? Probeer dan je vragen voor hen te bundelen. In samenspraak met de verpleegkundige kan de centrale contactpersoon ook een afspraak maken bij de arts.

> Je aanwezigheid heeft ook impact op andere patiënten. Gelieve hier rekening mee te houden.

11

Elk gedrag is een

van

Dementie: hoe omgaan met veranderd gedrag?

1212
Kristel Soetaerts
vorm
communicatie.

Bij dementie treden er vrijwel altijd gedragsveranderingen op. Waarom is dat, hoe kan je ermee omgaan en wanneer roep je best hulp in? Kristel Soetaerts, liaisonverpleegkundige en psychotherapeute op de afdeling psycho-geriatrie deelt haar ervaring en inzichten.

Welke veranderingen zie je vaak bij dementie?

“De cognitieve functies, het begripsvermogen en vaak ook de taalvaardigheden verminderen. Je ziet ook bijna altijd een gedragsverandering. Mensen worden agressief, depressief of in zichzelf gekeerd.”

Vanwaar die gedragsverandering?

“Zeker in de eerste fases van dementie beseffen mensen dat ze hun zelfstandige manier van leven en identiteit stukje bij beetje aan het verliezen zijn. Dat zorgt voor heel veel frustratie, angst en zelfs rouw of doodswensen. Die sterke emoties vertalen zich nogal eens in moeilijk hanteerbaar gedrag of depressie. Niet meer weten wie of waar je bent, je kinderen niet meer kennen; dat geeft een groot onveiligheidsgevoel. Het onhandig gedrag is daarbij een vorm van communicatie. Wie zich agressief gedraagt, wil iets zeggen, maar kan dat niet meer via gewone taal. Personen met dementie hebben dus een goede reden voor hun gedrag. Misschien moeten ze bijvoorbeeld naar het toilet. Hen er even opzetten kan het probleem al oplossen. ”

Hoe kan je omgaan met veranderd gedrag?

1. De belangrijkste emotie bij dementie is angst. Creëer daarom een veilig gevoel, praat vriendelijk en geruststellend: ‘leg je angst maar bij mij, ik ben bij je.’ Streel ’s nachts over het hoofd, houd een hand vast. Let daarbij vooral ook op je non-verbale communicatie. Iemand met dementie gaat sterk af op de mimiek van anderen om te zien of iets veilig is.

2. Ga niet in discussie over de inhoud van een gesprek, maar benoem het gevoel: ‘ik kan me voorstellen hoe moeilijk dit voor jou moet zijn. Ik zou ook verdrietig zijn. Je kan niet met me mee, maar ik ga mee tot op de hoek en we gaan

wuiven naar elkaar.’ Vaak breng je dan je rust over.

3. Geef erkenning, luister, laat mensen met dementie in hun waardigheid, behandel hen als volwassenen. Stel je naast hen, niet erboven. Zeg bijvoorbeeld: ‘wanneer wil je gewassen worden: om half 9 of om 9 uur?’

4. Weigert de patiënt medicatie? Forceer niets, maar probeer het rustig een kwartier later opnieuw. Soms lukt het dan meteen.

5. Sluit je naaste zich af? Geef niet op maar blijf praten, toon erkenning: ‘voor mij ben je zó de moeite waard, ik wil volop voor jou gaan, ook al wil je dat zelf niet meer’.

6. Verwisselt de persoon dag en nacht? Stimuleer dagactiviteiten en zorg ’s nachts voor een veilige omgeving, een extra dekentje, eventueel een beer. Krijg je het verwisseld dag/ nachtritme niet doorbroken? Bespreek dit met de huisarts, eventueel voor medicatie. De huisarts kan altijd contact opnemen met de geriater in het ziekenhuis.

7. Is de persoon met dementie seksueel ontremd? Zeg duidelijk ‘dit vind ik niet leuk’ en schets dan een positief beeld van de persoon zelf: ‘zo zou jij toch nooit doen, zo’n fatsoenlijk mens als jij bent, zo wil je toch niet overkomen, zo ben je helemaal niet’.

Wanneer roep je best hulp in?

“Je eigen veiligheid is prioritair. Is de persoon met dementie fysiek agressief? Probeer zelf rustig te blijven en bel iemand voor hulp. Is dit herhaaldelijk het geval of wordt de zorg echt te zwaar?

Neem dan tijdig contact op met de huisarts. Deze kan medicatie voorschrijven of verdere opties bekijken. Er is niemand bij gebaat als je zelf onder de zorg bezwijkt.”

1313 13

Zelf autorijden? Hou het veilig!

Zelf autorijden geeft je een zekere vrijheid. Maar hoe zit het met je rijvaardigheid bij het ouder worden? En hoe weet je of autorijden nog veilig is? We vroegen het aan rij-instructeur Frank Vos, verbonden aan het Centrum ‘Samen veilig mobiel’.

Wat is jouw rol binnen het Centrum ‘Samen veilig mobiel’?

“Ouderen komen op consultatie in het Centrum ‘Samen veilig mobiel’ omdat ze zelf twijfelen aan hun rijvaardigheid of omdat de familie er twijfels bij heeft.

Ze komen er terecht bij geriater dr. Mark Lutin, die in deze materie gespecialiseerd is. Indien de twijfel gegrond lijkt, verwijst hij de ouderen door naar mij als erkend rij-instructeur. Ik ga met hen de baan op om te kijken of ze nog veilig rijden en geef dr. Lutin achteraf mijn advies door. Dat kan bijvoorbeeld zijn: ‘het is nog veilig als autosnelwegen en verre afstan den met complexe verkeerssituaties vermeden worden’. Dokter Lutin neemt de eindbeslissing en bekijkt met patiënt en familie hoe eventuele proble men kunnen opgelost worden.”

Vanaf wanneer laten ouderen best hun rijvaardigheid testen?

“Leeftijd zegt niet alles. Een 90-jarige kan nog perfect capabel zijn om te rijden. Twijfel je zelf of merkt je familie iets op, heb je een klein accidentje gehad of is er een medische reden, bijvoorbeeld

Parkinson? Laat je dan best testen. Ook bij sympto men van dementie wordt rijden onveilig. Dat valt niet meteen op omdat mensen terugvallen op de automatismen die ze al jaren gebruiken. Maar in complexe verkeerssituaties krijgen ze de veelheid aan informa tie vaak niet snel genoeg verwerkt.

Wel een tip voor 75-plussers: ruil je handgeschakelde wagen best in voor een automaat! Ik merk dat oudere chauffeurs nogal eens sukkelen met schakelen, in de verkeerde versnelling zitten of hun koppeling te vroeg induwen. Ze zijn daardoor te gefixeerd op schakelen en merken bepaalde dingen in het verkeer niet of (te) laat op. Rijden met een automaat is dan een oplossing.

Welke problemen merk je het vaakst tijdens je ritten met ouderen?

> Situaties aan kruispunten, bijvoorbeeld geen voorrang van rechts verlenen, niet kijken bij het afdraaien of wisselen van rijstrook tijdens het afdraaien.

> Gevaarlijke maneuvers zoals abrupt stoppen of te laat voorsorteren.

> Verkeerde inschattingen zoals te laat beginnen remmen bij een file aan verkeerslichten.

> Over of tegen de middellijn rijden of net helemaal aan de straatrand.

> Teveel rondkijken, gefocust zijn op de omgeving in plaats van op het verkeer.

14

voor

15 6 tips
meer veiligheid op de weg 1. Gebruik je buitenspiegels zoveel mogelijk in combinatie met je binnenspiegel. 2. Doe tijdig je richtingsaanwijzer aan en sorteer tijdig voor. 3. Neem een defensieve houding aan in het verkeer. Kijk vooruit, reageer niet pas als je vlakbij bent. 4. Minder voldoende vaart aan kruispunten met voorrang van rechts. 5. Neem je tijd om links en rechts te kijken op de hoek van de weg, wees voorzichtig met oprijden. 6. Kijk goed uit naar en minder vaart aan oversteekplaatsen. Twijfel over je rijvaardigheid? Vul dan zeker – al dan niet samen met je kinderen – de online checklijst in die je vindt op onze website www.samenveiligmobiel.be Scoor je oranje of rood? Maak dan een afspraak met je huisarts. Hij of zij kan bekijken of er verdere acties nodig zijn zoals een bezoek aan de oogarts, je medicatie herbekijken of je doorverwijzen naar ons centrum ‘Samen Veilig Mobiel. Het centrum ‘Samen veilig mobiel is bereikbaar via tel. 011 33 88 66, e-mail: info@samenveiligmobiel.be
Frank Vos
16
Liesbet Vanhemel

Urineverlies? Leg je er niet bij neer.

Heel wat mensen, vooral vrouwen – en vooral na bevalling(en) – hebben last van (licht) urineverlies. Het goede nieuws? Je kan er meestal zelf iets aan doen! Kinesiste Liesbet Vanhemel geeft haar beste tips.

Urineverlies als je ouder wordt, dat is toch normaal?

Heel wat mensen kampen ermee, maar je hoeft het niet ‘normaal’ te vinden. Onze bekkenbodem is een spier. Tenzij er een medische oorzaak is, kan je die spier trainen om incontinentie te vermijden of te verhelpen. Je hebt twee vormen van urineincontinentie. De meest voorkomende is stressincontinentie: urineverlies bij hoesten, niezen, heffen, uit een zittende houding rechtstaan,... Bij de andere vorm trekt je blaas vanzelf samen en moet je lopen om tijdig het toilet te bereiken. Bekkenbodemtraining helpt in beide gevallen.

Hoe doe je dat, je bekkenbodemspier trainen? Raadpleeg best eerst je huisarts. Hij of zij kan je een voorschrift geven voor een kinesist die gespecialiseerd is in bekkenbodemtraining. Daar leer je de bekkenbodemspier opspannen – alsof je je plas ophoudt - en terug loslaten. De eerste weken oefen je thuis dagelijks. Je spant bijvoor beeld iedere ochtend en avond 3 x 10 keer (in totaal 60 keer) je bekkenbodemspier op en laat deze na een aantal seconden terug los. Daarna

train je enkele keren per week om de spiersterkte te behouden. Waarom best naar een kinesist die gespecialiseerd is in bekkenbodemtherapie? Zo weet je zeker dat je de oefeningen correct uitvoert!

Ik heb al jaren last van urineverlies. Heeft trainen nog zin? Het is nooit te laat om ermee te beginnen! Mits juist gebruik van je bekkenbodem en oefeningen is er meestal een verbetering van de klachten mogelijk. In een ideale wereld zou elke jonge vrouw uitleg moeten krijgen over haar bekkenbodem en hoe deze te gebruiken.

17
Het is nooit te laat om met bekkenbodemtraining te beginnen.

Wanneer moet je met urineverlies naar een arts?

Bij storend urineverlies kan je contact opnemen met de huisarts. Hij of zij zal samen met jou bekijken wat de mogelijke opties zijn. Raadpleeg

zeker een arts bij terugkerende blaasontstekingen met urineverlies. Mantelzorgers kunnen dit ook merken als de oudere koorts maakt of verward overkomt.

Tips voor een goede plas- en stoelganghygiëne

Drink 1,5 liter vocht (water) per dag. Zo vermijd je constipatie en te geconcentreerde urine (waardoor je net sneller urineverlies krijgt). Bij voldoende drinken zou je dagelijks 6 tot 8 keer moeten gaan plassen.

Vermijd cafeïne (koffie, cola), alcohol, zwarte thee en bruisende dranken. Je blaas reageert extra op deze prikkels.

Constipatie kan de werking van je blaas verstoren. Neem bij constipatie licht laxerende middelen zoals gebroken lijnzaad, pruimen of overleg met je arts voor een laxeermiddel.

Wacht niet tot je blaas te vol is, je rekt zo je blaas op. Voel je dat je moet plassen, ga dan ook. Doe zeker geen pipi-stops om je bekkenbodemspier te trainen!

Draag je een incontinentieverband? Kies de juiste maat. Uit onderzoek blijkt dat mensen die een groter verband dragen dan nodig is, net meer urine verliezen. Ze spannen hun spier minder op en wachten langer om te gaan plassen.

Zet je in de juiste toilethouding: rechtop, je voeten plat op de grond, je broek onder je knieën. Wil je een toiletverhoger aanschaffen, meet dan op voorhand de hoogte van je toilet zodat je geen te hoog exemplaar aanschaft. Of gebruik een wandbeugel om makkelijker van het toilet op te kunnen staan.

Neem de tijd om je blaas te ledigen. Duw niet bij het plassen. In de juiste houding ontspant je bekkenbodem en trekt je blaas automatisch samen. Voor stoelgang duw je lichtjes.

18

Ondersteuning woonzorgcentra krijgt boost!

Na de eerste hevige COVID-uitbraken startte de overheid een pilootproject op: Hospital Outbreak Support Team of HOST. Het doel? Een betere infectiepreventie en -controle - zeer belangrijk in de strijd tegen bijvoorbeeld COVID-19 - en een beter gebruik van antibiotica. Door Jouck, leidinggevende HOST: “Als ziekenhuizen kregen we de vraag hiervoor intens samen te werken binnen ziekenhuisnetwerken en onze expertise dan ter beschikking te stellen van onder meer huisartsen en woonzorgcentra. Jessa is voor ziekenhuisnetwerk andreaz (Jessa, az Vesalius Tongeren, Sint-Franciscus Heusden-Zolder en Sint-Trudo Sint-Truiden) het coördinerend ziekenhuis. En het moet gezegd:

de samenwerking geeft een boost!

We zorgden vanuit Jessa voorheen al voor een goede ondersteuning van woonzorgcentra. Maar binnen HOST is er nu meer mankracht en een sterk multidisciplinair team van microbiologen, infectiologen, (arts)ziekenhuis-hygiënisten, geriaters, ziekenhuisapothekers, enz… beschikbaar. Wie onze hulp inroept, kan dus op een zeer ruime expertise rekenen. Daarnaast werken we met de vier ziekenhuizen samen aan grote projecten zoals een uniform isolatiebeleid, krijtlijnen voor een gezamenlijk antibioticabeleid en een netwerkopleiding voor referentiepersonen ziekenhuishygiëne.”

Metaandachtgeefjeanderenkracht

OPLOSSINGWOORDZOEKER:

19
20
Omarm je rimpels. Ze laten zien wie je bent.
Lindsay Moreau legt een gezichtsmaskertje aan bij een patiënte.

Er stralend uitzien, dat doe je zo!

Door de jaren heen veroudert onze huid. Ze wordt dunner, droger en bleker of valer. Dat wil echter niet zeggen dat je er niet stralend kan uitzien. Ergotherapeute én schoonheidsspecialiste Lindsay Moreau geeft haar allerbeste tips voor een mooi verzorgde huid.

“Aan de natuurlijke veroudering van onze huid kan niemand ontsnappen. Of je veel rimpels of groeven krijgt, is een stukje erfelijk. Daarnaast spelen er ook externe factoren mee zoals milieuvervuiling. Toch zijn er – indien je dat wil - heel wat factoren waar je zelf invloed op kan uitoefenen. Denk maar aan je huid goed verzorgen en gezond leven: niet roken, weinig alcohol en stress, een gezonde voeding. Wat je ook doet, onthoud één ding: je hoeft je nooit te schamen voor je rimpels. Omarm ze, ze laten zien wie je bent!”

Geen zeep!

Hoe zorg je nu best voor een stralende huid? “De basis bestaat uit drie stappen:

1. Reinig je huid grondig, ’s morgens en ’s avonds. Dat is superbelangrijk. Dit doe je niet met water en zeep want daar droogt je huid van uit. Je gebruikt best een milde reinigingsolie of micellair water.

2. Hydrateer door 1,5 liter water per dag te drinken. Je huid droogt minder uit en je ziet er gezonder en beter uit.

3. Smeer een dagcrème die retinol en hyaluronzuur bevat én zonbeschermingsfactor 50 (SPF 50). Vind je geen dagcrème met SPF 50? Smeer dan zonnecrème over je dagcrème. De zonne-

crème beschermt je tegen verbranden (en kanker) en voorkomt huidveroudering. ’s Avonds smeer je een nachtcrème. Je doet dit na een heel grondige reiniging van je huid, zonder zeep.”

Make-up voor de rijpere huid

En wat met make-up voor de rijpere huid?

Lindsay: “Hou het mooi subtiel. Dit doe je als volgt:

- Breng over je voedende dagcrème een vloeibare primer aan. Zo krijg je een mooie egale basis en blijft je make-up lang mooi.

- Smeer daarover een vloeibare foundation in dezelfde kleur als je huid, dus zeker geen donkerder kleur. Poederfoundation accentueert rimpels en lijntjes. Die vermijd je dus best.

- Gebruik poeder om wat extra kleur te geven. Contourpoeder mag iets donkerder zijn dan je foundation. Breng het contourpoeder aan op je voorhoofd, je jukbeenderen en je kaaklijn. Doe hierbij alsof je een 3 tekent op je gezicht. Het lijkt dan of je natuurlijk gebruind bent van de zon.

- Gebruik altijd een matte oogschaduw. Die kruipt minder in de rimpeltjes. Lichte kleuren zorgen voor een frisse look. Breng eventueel een donkere mascara aan op je wimpers.

- Frisse, lichte lipstick kleurt het mooist. Voor een dagelijks, natuurlijk effect kan je ook lip-olie gebruiken. Zo worden je lippen ook nog gevoed.”

Veel succes!
21

Ouder wordend is er meer dan vroeger. Je rugzak wordt steeds voller maar ook verlicht door de tijd bagage van leven geluk en verdriet het brengt wijsheid en levenservaring kostbare parels van geleefde jaren...

22
23
24
dr. Emmanuel Maes

Een glas wijn iedere dag, is dat gezond?

goede zaak. Niet-drinkdagen vormen immers een goede (zelf)test. Kan je geen 2 dagen zonder ‘zonde’? Dan moet je opletten!”

Wanneer wordt drinken problematisch?

Je hoort dat wel eens zeggen. Maar is dat ook zo? Waarom reageert je lichaam bij het ouder worden anders op alcohol? En wanneer wordt drinken problematisch? We vroegen het aan dr. Emmanuel Maes, psychiater in Jessa.

Is iedere dag een glas wijn drinken gezond?

“Alcoholgebruik is niet gezond en ook niet risicoloos. Het kan goed zijn voor één kwaaltje maar tegelijkertijd is het slecht voor heel wat andere dingen. Daarom zeggen de makers van de richtlijnen tegenwoordig: ‘alcohol is een schadelijke stof en er is geen risicoloze grens. Wie geen risico wil lopen, drinkt dus beter geen alcohol’. De richtlijnen helpen wel om grenzen te bepalen.”

Wat zeggen die richtlijnen dan?

“De Vereniging voor Alcohol- en drugproblemen (VAD) hanteert 10 alcohol-eenheden per week, en dit zowel voor mannen als vrouwen. Hierbij wordt –in tegenstelling tot vroeger - niet gesproken over het inlassen van niet-drinkdagen. Dat vind ik geen

“Vroeger redeneerde men: zolang je niet méér moet gaan drinken om een roes te voelen (tolerantie) en er geen ontwenningstekens zijn als je stopt met drinken, is je drankconsumptie wel oké. Dat klopt niet! Je kan echt wel een groot alcoholprobleem hebben zonder tolerantie of ontwenning. Tegenwoordig hanteert men 11 criteria.” Je kan deze 11 criteria terugvinden op https://www.jessazh.be/web/geriatrischdagziekenhuis/gebruik-van-alcohol of de QR-code scannen.

Moet je meer opletten bij het ouder worden?

“Toch wel, ja. Met het ouder worden, verdragen we alcohol slechter door minder lichaamsvocht en/of meer lichaamsvet. Ook onze lever en nieren werken minder efficiënt. Hierdoor breekt alcohol minder snel af. Het (negatieve) effect van alcohol is daarmee veel groter dan op jonge leeftijd. Toch zien we dat ouderen meer drinken dan in vorige generaties.

25
Alcoholgebruik is niet gezond en ook niet risicoloos.

Dagelijks alcoholgebruik – dus zonder niet-drinkdagen - is zelfs het hoogst bij ouderen. Terwijl er maar liefst 200(!) ouderdomskwaaltjes en bijhorende medicijnen zijn die negatief beïnvloed worden door alcoholgebruik: hypertensie, hart- en vaatlijden, diabetes, cholesterol, ….”

“We zien twee groepen van ouderen met wat we noemen een ‘stoornis in alcoholgebruik’.

1. mensen die al een alcoholprobleem hadden en daarmee oud worden. Zij hebben vaak een lange geschiedenis van lichamelijke, psychologische en sociale problemen door alcohol.

2. ouderen die pas op latere leeftijd beginnen drinken, vaak als reactie op levensgebeurtenissen of het wegvallen van sociale controle (eenzaamheid, …).”

geen

Moet je dan volledig stoppen met drinken of is minderen ook voldoende?

“Voor je gezondheid stop je natuurlijk best helemaal met drinken. Maar ook minderen van je dagelijks alcoholgebruik en het inlassen van twee niet-drinkdagen, levert al een grote winst voor je gezondheid op.

Bespreek tijdig je (overdreven) alcoholgebruik met je huisarts. Zeker als stoppen of minderen niet lukt of als je bij het stoppen lichamelijke klachten (zweten, beven, …) ervaart. Je huisarts kan je begeleiden met medicatie en doorverwijzen. Je kan ook bij diverse andere hulpverleners terecht zoals een psycholoog, psychiater-psychotherapeut, ….

Wil je minderen of stoppen, maar is dat moeilijk naar je omgeving toe?

- Gebruik de kapotte grammofoonplaat-techniek. Gebruik bij het afslaan van drankjes telkens een kort zinnetje dat je vooraf bedacht hebt en vraag om een alcoholvrij drankje. Breng na 2 herhalingen het gesprek op iets anders. Bijvoorbeeld: 3 x ‘Neen, Ik drink al even geen alcohol meer, heb je iets anders?’ en bij de 3e keer ‘Zeg, hoe is het nu afgelopen met…’.

- Kom 35 minuten te laat en zeg altijd vooraf dat je nog ergens moet zijn. Bij aankomst vallen tipsy mensen je niet meer lastig en de anderen zijn blij dat er iemand komt die ook alcoholvrij durft te drinken. En als het écht op een braspartij uitdraait, moet je zogezegd weer dringend ergens naar toe.

2 belangrijke tips van de verslavingsexpert
Kan je
2 dagen zonder ‘zonde’? Dan moet je opletten! 1. 2. 26

Dementievriendelijk Hasselt

Vlaanderen telt vandaag 142.000 mensen met dementie. Tegen 2035 zouden dat er al 202.000 zijn, een toename met 42,7%. “In Hasselt verwachten we zelfs nog een grotere toename (53,8%). Niet alleen de persoon met dementie wordt hierdoor getroffen, ook de omgeving van mantelzorgers, familieleden en naasten,” vertelt Anneleen Janssens, coördinator Limburgs Expertisecentrum Dementie Contact en projectleider dementievriendelijk Hasselt. “We staan dus als samenleving voor een grote uitdaging. Daarom werken we sinds 2020 aan een dementievriendelijk beleid in Hasselt, samen met heel wat partners waaronder het Jessa Ziekenhuis, woonzorgcentra, mantelzorgers, Samana, …. We gaan daarbij niet uit van het vaak negatieve beeld van dementie, maar focussen op de mogelijkheden

die onze inwoners met dementie wél hebben. We willen dat ze meetellen in onze gemeenschap, hun sociale identiteit kunnen behouden. Hiervoor organiseren we een mix van initiatieven zoals dementievriendelijke wandelingen of concerten, e-learning voor mantelzorgers, enz.” Het volledige overzicht vind je op www.hasselt.be/dementie.

Naast het partnerschap in dementievriendelijk Hasselt, zet Jessa ook volop in op een ‘dementievriendelijk ziekenhuis’. Zo wordt er op dit ogenblik gewerkt aan een opleidingstraject rond dementie voor élke ziekenhuismedewerker, dus ook voor onze mensen in schoonmaak, technische dienst, administratie, enz.

27

Koken zonder verspilling!

Ook voor één persoon

Is een verse maaltijd maken moeilijk voor een alleenwonende? Ja! Verpakkingen zijn te groot, restjes bederven, je eet 3 dagen hetzelfde of er verdwijnt veel in de vuilnisbak... De oplossing? Waarnemend hoofddiëtist Greet Smets deelt haar recepten zonder verspilling!

Tips:

> Kook een dubbele portie en stop de tweede volledige maaltijd in de diepvries.

> Koop enkel droge voeding in grote verpakkingen (bewaart lang).

> Koop meer diepvriesgroenten en -fruit (zonder saus). Even gezond als vers en je kan de portie makkelijk doseren.

> Vries gesneden brood in en ontdooi enkel de sneden die je nodig hebt.

> Verwerk restjes in quiche, groentelasagne, fruitsla, soep, tortilla, …

> Ui en look drogen snel uit. Schil, versnipper en vries in, eventueel in ijsblokvormpjes.

THT 'Tenminste houdbaar tot' geeft de minimale houdbaarheidsdatum aan, en is ook daarna nog veilig om te eten, al merk je soms wel een kwaliteitsverschil.

TGT 'Te gebruiken tot' geeft de laatste dag aan waarop het veilig is om een product te eten. Daarna dus niet meer opeten!

Weetje ook kaassoorten, sandwiches,gebaken taartkanjeinvriezen!
28

Bananenbrood

Benodigdheden

3 rijpe bananen

2 eieren

50g gedroogde dadels

1/2dl amandelmelk of gewone melk

100g amandelpoeder

100g pure chocoladestukjes

100g spelt-/tarwe-/volkorenbloem

1 zakje bakpoeder

Bereidingswijze:

Verwarm de oven op 175°C.

Snijd de bananen in stukken en mix met de dadels.

Klop samen met de eieren en meng met de melk.

Voeg amandelpoeder, bloem en bakpoeder toe, meng tot een glad deeg. Breek de chocolade in grove stukken, en meng ¾e ervan onder het deeg. Bekleed een rechthoekige bakvorm met bakpapier en giet het deeg erin. Bestrooi met de rest van de chocoladestukjes.

Bak 45 min in de voorverwarmde oven.

Soep (4 pers)

Benodigdheden

500g pompoen (vb butternut)

1 preiwit

1 banaan

2 cm verse gember of gemberpoeder

8 dl kippenbouillon

2 el olijfolie

2 kl kerriepoeder

Tip: Verwerk een butternutpompoen integraal, mét schil.

Bereidingswijze:

Stoof de pompoen en de prei in olijfolie glazig.

Voeg banaan, gember, kruiden en de bouillon toe.

Laat 15-20 min koken en mix goed. Kruid na het doorkoken met 2 el kerriepoeder.

Tip: Een scheutje melk geeft een zachtere smaak aan de soep. Handig voor kinderen die een voorkeur hebben voor zachtere smaken.

29
In bananenbrood kan je restjes yoghurt verwerken
TIP
Perfect om restjes groenten, room of vlees te verwerken

Quiche (3-4 pers)

Benodigdheden

Vel bladerdeeg kant-en-klaar

200 ml melk (vol/halfvol of mager)

4 eieren

Peper en zout

Broccoli, prei, courgette, ... Spekjes, hamblokjes, kip, ...

Fijngesneden gedroogd fruit vb. rozijnen, dadels, pruimen ...

Tip: Quiche is een ideaal restjes-gerecht. Je kan er werkelijk alles in verwerken.

Bereidingswijze:

Klop de eieren los met de melk, kruid met peper en zout.

Meng met de vaste ingrediënten. Bekleed een ronde bakvorm met het blader deeg, snij de randen af en bak apart 10 min op 200°C.

Vul de voorgebakken deegbodem met het ei-mengsel, bak 30 min op 200°C. Wordt het bladerdeeg te bruin? Dek dan af met een stuk bakpapier.

Tip: Restjes bladerdeeg over?

Kneed, rol uit, vul met appelmoes, bestrijk met een restje ei en bak tot lekkere appelflappen.

30

WOORDZOEKER

Zoek en doorstreep de volgende woorden in de woordzoeker. De overige letters vormen een quote van ‘Bond zonder naam’. actief, apotheek, arts, bewegen, breuk, bril, dementie, dieet, energiek, ergotherapeute, gelukkig, geriatrie, gezond, hoopvol, huid, incontinentie, kinesist, mantelzorger, medicatie, opvang, pijn, revalidatie, sensibilisering, stok, taboe, uniek, val, vitaal, wonde, ziekenhuis, zorg

R GS ED EEM RK EH NI
T RI LR AGN NA AE GN
O LN UT EAT IG TW PE E NE IT CII ON TN NT
G VU RE NRB CA GI DA A ZE KB IKD ER EI ZS
L TK GU IRE FG EF AJ
E AI BI LIE AV RU TT N OZ UJ TDA WE PB EN
Z TE KI DIK ES HN VS K EP GA KTR EO EA DH
R AH EE MTA TC OD OH M TP KO EOH NV UO OL
E GE ET CEI RM RN ND
S I
I I
N E
I
E S
B N G
S R
L C DV ER TLH AA TE II
31 Oplossing pag. 19

OTAGO programma voor thuiswonende ouderen

Ben je al eens gevallen of heb je het gevoel minder stevig op je benen te staan?

Verbeter dan je kracht en evenwicht met het Otago oefenprogramma. In onderzoek is aangetoond dat dit zorgt voor een betere mobiliteit en een daling van het valrisico.

Meer info of inschrijven: 011 33 96 60 of dagziekenhuis.geriatrie@jessazh.be
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.