VINGER AAN DE POLS
IK WAS
Leuke, interessante nieuwtjes uit het huis.
ERBIJ Benefietconcert Op zondag 19 maart organiseerde het Jessa-roparunteam een benefietconcert. Datamanager oncologie-hematologie Ann Tullen was één van de aanwezigen die op die druilerige namiddag het concert bijwoonde. “Even weg uit de hectische weekendstress van winkelen, opruimen, twee tieners in examentijd en een ellenlange to do-list. Een moment van rust en puur genieten om naar uit te kijken. En we werden niet teleurgesteld. Topmusici Svenja Van Driessche (viool) en Stephanie Proot (piano) brachten ons werk van Joannes Brahms, een klassiek romantisch componist uit de tweede helft van de 18de eeuw. Claude Debussy overspant met zijn werk de overgang naar de 20ste eeuw met onmiskenbare jazzy toetsen. Uit de eerste helft van de 20ste eeuw hoorden we werk van Poulenc (een voor de hand liggende keuze voor een concert in een ziekenhuisaula aangezien deze componist de zoon is van de stichters van de farmaciegigant Rhône-Poulenc - nu Sanofi). In een tweede deel bracht een ensemble, samengesteld uit Michel Pieters (alt), Olivia Putman (cello), dr. Pieter Koopman (viool) en Svenja Van Driessche (viool) pop, rock en heavy metal in een klassiek arrangement. Te kort maar krachtig. Het was dus een zeer geslaagde namiddag en ik wens bij deze de deelnemers van Roparun veel succes!
JESSA PATIËNTGERICHT Op welke dienst je ook werkzaam bent, allemaal samen zorgen we voor onze patiënten. Een mooi verhaal dat dat bewijst komt van Steven Bosmans en Dries Schevenels van de dienst beveiliging en bewaking. “We stonden op een middag toezicht te houden in de inkomhal van campus Virga Jesse, toen we plots veel lawaai hoorden in de trappenhal. We repten ons meteen naar daar en twee mannen en een vrouw kwamen uit de trappenhal en liepen richting uitgang. De vrouw weende en was duidelijk overstuur. Discreet wandelden we hen achterna en toen één van de mannen terug binnenkwam, vroegen we stilletjes of we iets voor hem konden betekenen. Daarop vertelde de man dat zijn broer op sterven lag en bedankte hij ons voor de bezorgdheid. Iets later kwamen we te weten dat de familie in de wachtzaal van de afdeling intensieve zorgen op nieuws van het operatiekwartier zat te wachten. In overleg met de afdeling boden we hen het zaaltje langs de aula aan. We zetten ook verse koffie en brachten de familie twee thermosflessen met de boodschap dat ze ons een seintje mochten geven als ze nog iets nodig hadden. Het was allemaal nogal heftig, maar we zijn blij dat we voor de familie iets konden betekenen.”
34