Woonfijner Janssen de Jong Bouw

Page 1


Woon Fijner

Gefeliciteerd met je nieuwe woning!

Eindelijk is het zover; je hebt de sleutel gekregen. Een leuke maar ook drukke periode breekt aan.

In deze WoonFijner hebben we een aantal belangrijke zaken voor je op een rijtje gezet ten aanzien van het gebruik en het onderhoud van je woning. Wanneer je jouw woning goed gebruikt en onderhoudt, voorkom je problemen en woon je altijd fijner!

Wij raden je aan de WoonFijner rustig door te lezen en te bewaren als handige naslag.

Alvast veel woongeluk!

Janssen de Jong Bouw

Inhoudsopgave

Service en garantie

1.1

Na oplevering

Vanaf het moment dat je in het bezit bent van de sleutel ben je de officiële eigenaar van jouw woning. Dat betekent ook dat je verantwoordelijk bent voor het onderhoud dat je soms zelf kunt uitvoeren en in andere gevallen door een specialist laat uitvoeren.

Tijdens de oplevering van jouw woning is een zogenaamd proces verbaal van oplevering opgesteld. Janssen de Jong Bouw dient binnen de door SWK vastgestelde aantal werkbare werkdagen alle in het opleveringsrapport opgenomen tekortkomingen te herstellen.

Constateer je na de oplevering, ondanks onze zorgvuldigheid, alsnog dat er iets niet in orde is in jouw woning dan is dat natuurlijk erg vervelend.

Graag lichten we je toe hoe je dan kunt handelen.

1.2 Onderhoudsperiode (drie maanden)

De eerste drie maanden na oplevering gelden als onderhoudsperiode.

Tijdens de onderhoudsperiode neem je jouw woning in gebruik. Gebreken die je in deze periode constateert, komen voor herstel in aanmerking als: - je de gebreken binnen de onderhoudstermijn bij ons meldt, en; - de gebreken niet zichtbaar waren bij oplevering.

(Bijvoorbeeld: niet werkende lichtschakelaars/wandcontactdozen en klemmende deuren/ ramen).

Deze gebreken kun je bij ons melden. In de meterkast vind je hiervoor de juiste contactgegevens. Wij verzoeken je de melding te voorzien van een duidelijke klachtomschrijving, een foto en jouw contactgegevens.

Beschadigingen die niet bij de oplevering zijn geconstateerd komen niet voor herstel in aanmerking. Jouw opgave zal door ons beoordeeld worden. De afwerking van de punten zal, indien niet urgent, collectief plaatsvinden. Het kan daardoor gebeuren dat er enige tijd tussen het indienen van jouw opgave en de afwerking zit.

Letop:gebrekendietijdensdeopleveringgeconstateerdengenoteerdzijn,hoeven nietnogmaalsgemeldteworden.Dezewordendooronsuitvoeringsteamafgewikkeld.

1.3 Garantie

Vanzelfsprekend heb je op veel onderdelen in jouw woning gedurende een bepaalde tijd garantie.

Janssen de Jong Bouw is aangesloten bij Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK). Dat betekent dat je aanspraak maakt op garantietermijnen die zij voorschrijven (indien je voldoet aan het voorgeschreven onderhoud) of dat je aanspraak maakt op de leveranciersgarantie. De juiste versie van de SWK Garantie- en Waarborgregeling vind je terug in de aannemingsovereenkomst.

Klachten of vragen ná de onderhoudsperiode van drie maanden kun je eveneens melden via de contactgegevens in je meterkast. De klachten worden opgepakt door onze onderhoudspartner OnderhoudPlus of door de betreffende leverancier/onderaannemer. Wij verzoeken je de melding te voorzien van een duidelijke klachtomschrijving, een foto en jouw contactgegevens.

1.4 Wanneer gaat de garantietermijn in?

De garantietermijn gaat na de onderhoudsperiode van drie maanden in.

1.5 Calamiteiten

Na oplevering geldt daarnaast in geval van calamiteiten, zoals bijvoorbeeld een lekkage, het volgende: - handel schadebeperkend;

- leg het gebrek en/of de schade vast op foto’s;

- controleer of de schade (nog) onder de SWK-garantie valt;

- stel ons in de gelegenheid om het gebrek en/of de schade te inspecteren en/of te herstellen. Doe je dit niet, dan kan je eventuele aanspraak op garantie komen te vervallen. Als je zelf een andere partij de werkzaamheden heeft laten uitvoeren, dan vervalt de garantie en is deze partij verantwoordelijk;

- check bij je verzekering of er dekking wordt geboden tegen de schade.

1.6 Wat zijn de garantienormen?

Janssen de Jong Bouw geeft de garantie dat het huis zal voldoen aan de volgende garantienormen:

- de ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’ (Bbl)-eisen, zoals van toepassing op de verkregen bouwvergunning;

- constructie, materialen, onderdelen en installaties zijn deugdelijk en bruikbaar voor het doel waarvoor ze zijn bestemd, voor zover niet uitgesloten van garantie (en ook niet vallende onder de hiervoor genoemde garantienormen).

1.7 Wat zijn de garantie-uitsluitingen?

De belangrijkste zaken welke buiten de SWK-garantie vallen zijn:

- geschillen op grond van de overeenkomst, waaronder perceelgrootte, termijnregeling, betalingsverplichtingen, verzoeken om wijziging, bouwtijd, 5%-regeling en leveringsgeschillen;

- esthetische kwesties;

- gebreken ten gevolge van eigen werkzaamheden of die van anderen, indelingswijzigingen of onjuist onderhoud;

- schade door storm, brand, overstroming, stuifsneeuw, e.d.;

- andere wandafwerking dan stukadoorswerk, tegelwerk en schilderwerk;

- normale verkleuring, oppervlakteverwering en vlekvorming van materialen.

De volledige opsomming vind je in de SWK-garantieregeling.

1.8 Geschillen

Janssen de Jong Bouw streeft ernaar om eventuele geschillen over herstel en/of aansprakelijkheid in overleg met jou op te lossen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan kun je het SWK verzoeken om te bemiddelen. Indien nodig kunnen geschillen op grond van de SWK Garantie- en Waarborgregeling beslecht worden door middel van een arbitrageprocedure bij de Geschillencommissie of door middel van een procedure bij de gewone rechter.

1.9 Onderhoudskalender

Vanuit de SWK-garantieregeling heb je een zorgplicht om onderhoud uit te voeren. Op de volgende pagina vindt je een advies van het uit te (laten) voeren onderhoud.

Wij adviseren om het uitgevoerde onderhoud aantoonbaar te maken op het moment dat je een garantieverzoek indient.

Onderhoudskalender

Dak-, gevel- en buitenafwerking

Plat dak schoonmaken en inspecteren

Goten schoonmaken

Deuren en ramen afstellen

Buitenschilderwerk controleren en bijwerken

Rubbers van kozijnen insmeren met talkpoeder

Cilinders van slotspray voorzien

Ramen en kozijnen wassen (buiten) (tweemaandelijks)

Controle dak op losliggende/ontbrekende dakpannen

Binnenafwerking

Binnenschilderwerk controleren en bijwerken

Controleer kranen/douchekoppen op lekken/speling

Tegelwerk natte ruimtes schoonmaken

Kitvoegen tegelwerk controleren

Vensterbanken/hardstenen dorpels behandelen met bijen-/autowas

Installaties

Voor alle installaties geldt dat de instructies, opgenomen in de gebruikershandleiding van de betreffende installatie, leidend zijn voor het noodzakelijke onderhoud.

Ingebruikname van je woning

2.1 Droogstoken van de woning

Water is één van de elementen waaruit ons bestaan is opgebouwd. Daardoor zijn we met vocht voldoende vertrouwd. Het vocht buiten, zoals regen of sneeuw, nemen we zoals het is. Daaraan valt voor ons niets te veranderen. Dat is niet zo met vocht in de woning. Vóór het betrekken van jouw nieuwe woning is het nodig dat eerst het teveel aan bouwvocht uit de woning verdwijnt.

Alle betonnen onderdelen, metselwerk en pleisterwerk worden vervaardigd met veel water. Bovendien is jouw woning in de open lucht gebouwd waarbij de regen vrij spel heeft totdat de gehele bouw ’dicht’ is. Het resultaat is dat in de constructie soms duizenden liters vocht aanwezig is. En al is dat meestal niet zichtbaar, het moet er wel uit. Dat gaat door middel van verdamping en duurt enkele jaren. Dit teveel aan waterdamp moet, omwille van jouw gezondheid en om condens- en schimmelvorming te voorkomen, door ventilatie worden afgevoerd.

Let op: de verwarming moet gelijkmatig gebeuren omdat anders overmatige krimp en verkleuring van materialen kunnen optreden. Stook dus niet te hard de eerste tijd.

- Laat ‘s nachts de verwarming op ca. 20°C staan (ook zomers) en verwarm alle vertrekken.

- Zet de mechanische ventilatie op de hoogste stand.

- Neem condenswater regelmatig op om verkleuringen of vochtplekken te voorkomen.

- Laat eventuele schimmelplekken eerst goed drogen en borstel ze daarna droog af met een zachte borstel.

- Houd binnendeuren zoveel mogelijk open onder een hoek van ca. 45° om temperatuur (en vochtigheid) aan beide zijden van de deur gelijk te houden.

- Wanneer de binnendeuren tegen de wanden open staan, kan het vocht vanuit de wanden in de deuren overslaan waardoor de deuren krom kunnen trekken.

- Als er geen blijvende condens meer op de ruiten aanwezig is, betekent dit dat er voldoende ventilatie is.

2.2 Belangrijke adviezen voor tijdens het klussen

- Gebruik bij het schoonmaken binnen niet te veel water. Jouw nieuwe woning is al erg vochtig.

- Gebruik geen schuursponsjes. Juist op chromen kranen en beglazing kunnen deze krassen geven.

- Gebruik geen kranten als afdekking. Ze laten drukinktvlekken achter die je heel moeilijk kunt verwijderen.

- Gebruik veel water om cement- en verfspatten op de ruiten weg te halen. Gebruik daarbij eventueel scheermesjes, geen schuursponsjes.

- Blijf voortdurend ventileren.

- Plaats kasten de eerste twee jaar niet strak langs de wand. Het vocht uit de wand trekt anders in de achterwand van de kast en dat kan leiden tot schimmelvorming.

- Het reinigen van tegelwerk, aanrecht en sanitair gaat het best met een sopje van zachte of groene zeep.

- Gebruik nooit twee verschillende schoonmaakmiddelen door elkaar. In een aantal gevallen is het mogelijk dat een chemische reactie ontstaat.

- Structuurspuitwerk nooit reinigen met schuurpapier of iets dergelijks. Je kunt het beste gebruik maken van een droog hard borsteltje, een stuk wit zacht vlakgum, wit krijt of tandpasta. Gebruik vooral geen water!

- Bescherm het deurgarnituur eventueel met buisisolatie. Dit voorkomt beschadigingen aan de deurkrukken en/of wand.

- Druk bijv. een toiletrol onder de binnendeuren zodat deze niet open/dicht kan slaan.

- Bescherm de vensterbanken tijdens het klussen om kringen/vlekken te voorkomen.

- Regel een (tijdelijk) betegeld looppad naar je woning.

- Bescherm je trap tegen beschadigingen, gebruik eventueel een stucloper en kartonnen hoekbeschermers en een tape die makkelijk kan worden verwijderd.

2.3 Ventilatie

De lucht in huis raakt vervuild door bijvoorbeeld kookluchtjes en schadelijke stoffen zoals oplosmiddelen, rook en radon (gassen uit bouwmaterialen zoals beton, baksteen, etc.). De lucht wordt vochtig door de aanwezigheid van mensen, huisdieren en planten. Ook douchen, afwassen, de was drogen, koken en schoonmaken zorgen voor extra vocht in huis. Per dag wordt ongeveer 10 liter vocht in een huis geproduceerd!

Het is daarom nodig dat er voortdurend wordt geventileerd. Zeker omdat jouw huis goed is geïsoleerd en kierdicht is gemaakt om tocht en warmteverlies te voorkomen, moet je er extra op letten dat je voldoende ventileert. De vochtige lucht moet het huis uit en de schone verse lucht moet het huis binnenkomen. Gebeurt dit niet, dan kan het binnenklimaat ongezond worden en kunnen er bijvoorbeeld vochtproblemen ontstaan. In dit klimaat treedt schimmelvorming op en voelt allerlei ongedierte, zoals huisstofmijt en zilvervisjes, zich thuis.

Ventileren

Goed ventileren betekent dat je ervoor moet zorgen dat er voortdurend frisse lucht het huis kan binnenkomen en dat er ook voortdurend lucht wordt afgevoerd. Vroeger, toen woningen nog niet zo goed geïsoleerd en kierdicht waren, werd er vanzelf geventileerd door de vele kieren. In de moderne, kierdichte woningen moet je daar zelf voor zorgen. Hoe je dat doet, hangt af van het ventilatiesysteem in jouw huis.

Extra ventileren is belangrijk als er tijdelijk extra vocht en schadelijke stoffen in de woning geproduceerd worden, zoals tijdens het koken, douchen, schilderen of als je veel mensen op bezoek hebt. Vaak kun je dit zien omdat de ramen aan de binnenzijde beslaan. Je kunt voor extra ventilatie zorgen door de mechanische ventilatie in de hoogste stand te zetten of door de ramen op een kier en de afzuigkap aan te zetten.

Het is verstandig om het huis elke dag ook even goed te laten doorluchten. Dat geldt vooral in het voor- en najaar, als het buiten vochtig is maar je de verwarming (nog) niet veel aan hebt. Bij de slaapkamers kan dat bijvoorbeeld ’s ochtends, in de woonkamer ’s avonds voordat je gaat slapen.

Warmteverlies en isolatie

Een woning verliest altijd warmte. Dit komt omdat alle warmte die geproduceerd wordt (als het buiten kouder is dan binnen) altijd weer naar buiten verdwijnt, voor het grootste gedeelte door muren en daken heen. We noemen dat de transmissie.

Een kleiner gedeelte van de warmte in huis verliezen we door ventilatie. Zoals in het hoofdstuk ventilatie uiteengezet is, moeten we de noodzakelijke ventilatie in huis niet verminderen. Waar wel op gelet kan worden, is ongewenste ventilatie. Bijvoorbeeld door kieren die door krimp zijn ontstaan.

2.4 Condensvorming isolatieglas

Op isolerend dubbel glas kan condensvorming, ofwel het beslaan, optreden. Condensvorming aan de kamerzijde van het dubbele beglazing komt weliswaar minder vaak voor dan bij enkel glas maar is beslist niet uitgesloten. Dit hangt af van: - de temperatuur in en buiten de woning; - de relatieve vochtigheid in de woning.

Wordt de luchtvochtigheid in de woning verhoogd (veel planten in de kamer, tijdens het koken, veel personen in één ruimte, etc.), dan wordt de kans op condensvorming op dubbele beglazing vergroot. Je kunt condens voorkomen door de vochtigheid in de woning omlaag te brengen door middel van ventileren en/of door verhoging van de binnentemperatuur.

Wij wijzen je erop dat het mogelijk is dat gedurende de winterperiode condensatie aan de buitenzijde van HR++ glas ontstaat. Door de hoge isolatiewaarde van deze beglazing koelt de buitenruit door nachtelijke uitstraling, met name bij onbewolkt weer, zodanig af dat er condensvorming optreedt. Dit is vergelijkbaar met condens op een buiten geparkeerde auto. Ook is het niet uit te sluiten dat er tijdens het stookseizoen op de beglazing of het kozijn aan de binnenzijde enige condensvorming ontstaat.

2.5 Het bevestigen van voorwerpen

Voor het bevestigen van planken, het aanbrengen van verlichting en het ophangen van allerlei voorwerpen, moet vaak geboord worden. Niet overal kunnen echter gaten worden aangebracht. In de vloeren en wanden bevinden zich op verschillende plaatsen afvoeren en leidingen. Deze kunnen zowel bovenin als onderin de dekvloer liggen.

Vermijd het boren of hakken in de vloeren zoveel mogelijk. Boor ook niet onnodig diep (maximaal 25 mm). Boven en onder stopcontacten en schakelaars lopen altijd leidingen. Boren in deze zones wordt afgeraden.

In beton en kalkzandsteen

Als je in de plafonds van beton voorwerpen wilt bevestigen, dan is het gebruik van een klopboormachine nodig, of beter nog een hamerboormachine. Na het boren van een gat kun je met behulp van pluggen en schroeven de bevestiging maken. De diktes van het boortje, plug en schroef hangen met elkaar samen.

In massieve gipswanden

Aan massieve, niet dragende binnenwanden kunnen met behulp van zogenaamde ‘gibopluggen’ niet al te zware voorwerpen worden opgehangen.

In de buitengevel

Wil je een voorwerp aan de buitengevel bevestigen, blijf dan zoveel mogelijk weg van de randen. Daar waar het metselwerk eindigt (zoals in een goot, plat dak of bij de kozijnen), mag in de laatste rij stenen niet geboord worden. Door het trillen tijdens het boren en door de splijtende werking van de pluggen zal vrijwel zeker schade aan het metselwerk ontstaan. NB: Boor nooit dieper dan 5 cm, dan zal er geen schade (energielek) ontstaan. Meestal is dat voldoende voor het bevestigen aan de gevel. Het ophangen van zonwering, screens of rolluiken behoeft over het algemeen extra voorzieningen. Overleg dit altijd met een professioneel bedrijf.

2.6 Vloerafwerking

Indien de vloer wordt voorzien van een harde vloerbedekking moet er rekening mee worden gehouden dat de standaard afwerkvloer mogelijk niet toereikend is. Dit is afhankelijk van de toegepaste vloer in de woning en het type vloerbedekking wat je wilt toepassen. De leverancier van de vloerbedekking kan je daarin adviseren. Met het treffen van passende aanvullende maatregelen is de leverancier daarnaast ook gehouden garantie te verstrekken op zijn product (afwerkvloer in combinatie met bijvoorbeeld egaliseren of toepassing ondervloer).

In de technische omschrijving vind je informatie over de toegepaste (dek)vloer in jouw woning.

Droging en krimp van diverse bouwdelen (waaronder de vloeren) zijn normaal bij nieuwbouw en hebben vrijwel altijd krimpscheuren tot gevolg. Dit is de reden waarom wij specifieke adviezen geven ten aanzien van plafond-, wand- en vloerafwerking. Benodigd herstel, bijvoorbeeld als gevolg van krimpscheuren in een PVC- of tegelvloer of het werken van een houten vloer, valt niet onder de SWK-garantie. Janssen de Jong Bouw erkent hiervoor geen aansprakelijkheid.

2.7 Energiebewust

Hoe bespaar je energie?

- Als de zon schijnt in het stookseizoen, laat de zon dan ongehinderd binnen schijnen. Het is gratis warmte in een behoorlijke hoeveelheid.

- Bewust omgaan met de thermostaat levert de beste besparing op. In de gebruikershandleiding van de verwarmingsinstallatie vind je vaak tips om op een goede, energiezuinige manier, gebruik te maken van de verwarming.

2.8 Schoonmaakadviezen algemeen

Woningonderdeel Wat te verwijderen Schoonmaakadvies Opmerkingen

Vloeren

Cement- en kalkresten Met plamuurmes lossteken

Cement- en kalkresten

Ruiten

Ramen en kozijnen

Stalen binnen- kozijnen

Sanitair

Verfspatten

Stickers

Vuil / stof

Vuil / stof

Vuil / stof

Water met een scheutje azijn

Maak de vloeren zo min mogelijk nat. Bij het aanbrengen van de vloerafwerking moeten de vloeren voldoende droog zijn.

Pas op voor krassen door zand. Spoel de ruiten eerst af met water ter voorkoming van krassen.

Voorzichtig met scheermesje Pas op voor krassen

Lijmresten met stickerverwijderaar Eerst zoveel mogelijk lostrekken

Natuurlijke, zachte (groene) zeep

Natuurlijke, zachte (groene) zeep, daarna evt. met autowas

Natuurlijke, zachte (groene) zeep

Geen thinner, aceton of benzine op geschilderde of gecoate materialen gebruiken.

Geen schurende schoonmaakmiddelen.

Lijmresten met stickerverwijderaar Eerst zoveel mogelijk lostrekken.

Woningonderdeel Wat te verwijderen Schoonmaakadvies Opmerkingen

Wand- en vloertegels Vuil / stof

Verfspatten

Natuurlijke, zachte (groene) zeep

Thinner

Gebruik veel water!

Cementsluier Speciaal reinigingsmiddel Na schoonmaken eventueel beschermlaag aanbrengen op vloertegels.

Waterkranen Vuil / stof

Structuurpleister

Vlekken

Vensterbank Vuil

Schilderwerk

Binnendeuren Vuil / vlekken

Zeefje kranen (perlators) Vuil / soldeerresten

Harde borstel zonder water of een zacht vlakgom, krijt of tandpasta

Water met huishoudelijk reinigingsmiddel

Natuurlijke, zachte (groene) zeep. Beslist geen thinner, aceton of benzine

Natuurlijke, zachte (groene) zeep

In het begin enkele keren schoonmaken

Oppassen met schuursponsjes, ook die van plastic.

Beslist geen water of schuursponsje gebruiken.

Niet afdekken met kranten of ander drukwerk; drukinkt geeft af.

Hardnekkige vlekken met spiritus of terpentine, geen schurende middelen gebruiken.

Onderhoudstips voor buiten

3.1

Gevelmetselwerk

Als je voornemens bent buitenmuren te verplaatsen, schakel dan altijd een constructeur in die op de bouwkundige/constructieve tekeningen kan zien of dat mogelijk is.

Witte uitslag verwijderen

De witte uitslag op het gevelmetselwerk zijn zout-uitbloeiingen die ontstaan door een chemisch proces in de muur. Deze uitslag treedt vooral op in de eerste jaren nadat een woning gebouwd is. Na één tot twee jaar verdwijnt dit meestal. De witte uitslag is niet schadelijk en kan verwijderd worden. Wacht tot de muur goed droog is en borstel de muur enige keren met een harde borstel of bezem, gebruik eventueel een beetje water. Gebruik beslist geen staalborstel. Tevens mag je de gevelstenen en het voegwerk nooit met chemische reinigingsmiddelen, zuren en dergelijke (laten) behandelen.

Alg-aanslag

De muur waar regenwater op valt, kan groen uitslaan. Dit is een alg-aanslag op de gevelsteen. Deze alg-aanslag kun je ook altijd droog afborstelen met een harde borstel. Om ernstige algvorming in de toekomst te verminderen, kan het gehele muurvlak worden geïmpregneerd door een gespecialiseerd bedrijf.

Vuil metselwerk bij open stootvoegen

Onvoldoende geventileerde spouwmuren kunnen aan de binnenzijde vochtproblemen veroorzaken. Om dit te voorkomen zijn voor de ventilatie en voor de afvoer van eventuele vochtdoorslag openstootvoegen in de buitengevel aangebracht. Maak deze openstootvoegen nooit dicht en verwijder eventueel aanwezig vuil uit deze openstootvoegen.

Saus-schilderwerk gevels (indien van toepassing)

Wij adviseren het saus-schilderwerk jaarlijks te inspecteren, indien nodig schoon te maken en eventuele beschadigingen bij te werken. Dit kan gelijktijdig worden uitgevoerd met de inspectie van de goten, daken en het overige schilderwerk.

Loodslabben

In de gevel van de woning kunnen op verschillende plaatsen loodslabben zijn aangebracht. Bijvoorbeeld boven kozijnen en bij de overgang tussen dakbedekking en metselwerk. Controleer regelmatig of de loodslabben nog goed bevestigd zijn. Door opwaaiende slabben kunnen lekkages ontstaan die niet door de garantieregeling gedekt worden. Regelmatig inspecteren en het (laten) aankloppen van de loodslabben kan problemen voorkomen.

Lateien

Voor het ondersteunen van sommige bouwdelen (bijvoorbeeld metselwerk boven kozijnen) zijn stalen of betonnen lateien gebruikt. De stalen lateien zijn behandeld met een roestwerend middel. De betonnen lateien zijn meestal niet na-bewerkt. Herstel beschadigingen aan betonnen lateien na deskundig advies en alleen met professioneel reparatiemiddel.

3.2 Kozijnen, ramen en deuren (hout, kunststof of aluminium)

Houten kozijnen

De levensduur van kozijnen wordt bepaald door goed onderhoud van zowel de buitenzijde als de binnenzijde. Je kunt kozijnen het best schilderen als het buiten niet te nat, niet te warm en niet te koud is. Een temperatuur tussen de 10°C en 20°C is ideaal. Schilder nooit in volle zon, dan droogt de verf te snel en kunnen er ‘blazen’ optreden. Ontvet het hout eerst met een oplossing van 10% ammoniak en 90% water. Laat het goed drogen. Schuur het hout daarna licht op. Is het hout nieuw? Gebruik dan een schuurpapier met een korrel tussen de P80 en P120. Schuur altijd in de richting van de houtvezels voor het mooiste resultaat.

De toegepaste verf en kleuren van de kozijnen is terug te vinden in de kleuren- en materiaalstaat als onderdeel van het opleverdossier. Voor het schilderadvies verwijzen wij naar de specificaties van de betreffende verfleverancier.

Kunststof en aluminium kozijnen

Zijn kozijnen gemaakt van kunststof of aluminium? Hier kunnen we kort over zijn, schoonmaken en onderhoud van rubbers en scharnieren is over het algemeen voldoende.

De reinigingsfrequentie wordt enerzijds bepaald door de vervuilingsgraad en anderzijds door de mate van beregening van de gevel. Vuilbelastende factoren zijn o.a.: - railverkeer (tram, trein); - zoutneerslag nabij de zee (kuststrook tot ca. 20 km landinwaarts); - stedelijk- of industrieelgebied; - plaatselijke vuilinvloeden.

Indien er sprake is van één of meerdere van deze vuilbelastende factoren, spreken we van een verhoogde belastingfactor. Bij een normale belastingfactor adviseren wij om minimaal twee keer per jaar de kozijnen te reinigen. Bij een verhoogde belastingfactor adviseren wij de kozijnen om de maand te reinigen. Kunststof en aluminium kozijnen zijn eenvoudig schoon te maken met schoon water en een spons, een zeem of een doek. Voor een intensievere schoonmaakbeurt kun je een sopje van afwas- of schoonmaakmiddel (zonder agressieve stoffen) gebruiken. Zie ook paragraaf 2.8.

Gordijnroeden, zonwering, enz. mogen niet op de kunststof of aluminium profielen worden bevestigd. Met een doorboring van de kozijnprofielen vervalt de garantie op het kozijn. Mocht je de raambekleding toch rechtstreeks op het kozijn willen plaatsen, dan zijn er inmiddels diverse alternatieven voorhanden met o.a. magnetische bevestiging zonder doorboren. Wij adviseren je in dat geval te allen tijde na te gaan in de productinformatie van de leverancier of alternatieve bevestiging op het kozijn ook geen gevolgen heeft voor de garantie.

Raadpleeg de informatie van de productleverancier voor uitgebreide informatie en de gebruikershandleiding. In geval dat de productinformatie afwijkt van de informatie hierboven, dan is de productinformatie leidend.

Hang- & sluitwerk

Dit is een onderdeel dat we in feite dagelijks controleren door het gebruik. Onderhoud bestaat uit:

- het vastdraaien van een schroef die is losgekomen;

- het smeren van scharnieren met wat olie;

- de scharnierpennen die omhoogkomen terug tikken;

- het smeren van sloten met grafiet in de cilinder spuiten (niet met olie);

- en het vastzetten van een deurknop.

In alle draaiende delen van de woning, draairamen en buitendeuren zitten rubbers. Deze kunnen eenvoudig verwijderd worden als men schilderwerkzaamheden gaat uitvoeren.

Verstandig is de rubbers (tochtstrippen) jaarlijks in de talkpoeder te zetten. Je kunt de talkpoeder oplossen in spiritus en aanbrengen op de rubbers. De spiritus verdampt en de talkpoeder blijft achter op de rubbers. Ook kunnen de rubbers worden ingespoten met teflonspray of je kunt er teflon stick opstrijken. De rubbers zorgen voor een goede afdichting van de ramen en deuren.

Deuren

Het kromtrekken van deuren is tot op zekere hoogte niet altijd te voorkomen. Met name deuren waarbij verschillen in temperatuur en vochtigheid tussen beide zijden voorkomen zijn daar gevoelig voor. Vaak trekt dit in een ander jaargetijde weer bij. Natuurlijk moet een deur wel zodanig sluiten dat deze voldoende bescherming biedt tegen regen en tocht.

Gebruik zoveel mogelijk de driepuntsluiting op de buitendeuren. Door de deur op slot te draaien (ook wanneer je in huis bent) en daarbij dus gebruik te maken van de driepuntsluiting, wordt de kans op kromtrekken verkleind en voorkom je dat de buitendeur gaat tochten.

Wanneer je jouw woning nog meer inbraakveilig wilt maken, zijn daar veel mogelijkheden voor. Je kunt advies krijgen bij de politie over te nemen maatregelen maar ook de winkelier kan daarbij helpen.

Schoonmaken van glas

De woning is uitgevoerd met isolatieglas. Kort na de oplevering is de beglazing nog relatief zacht en daardoor extra gevoelig voor krassen. Vocht, regen, sneeuw en hagel belagen de woning. De zon kan alles sterk uitdrogen. Daarom vergen bijvoorbeeld de houten kozijnen, ramen en deuren jaarlijks onderhoud.

De kit die gebruikt is om de beglazing vast te zetten, kan na verloop van tijd verdrogen, scheuren of loslaten. Hierdoor kan water in de glassponning lopen waardoor het houtwerk of de beglazing gebreken kan gaan vertonen. Vervang dan de kit in de delen.

Draag er zorg voor dat de ruiten worden schoongemaakt met een spons die honderd procent vrij is van zand. Elke korrel kan krassen veroorzaken. Spoel de ruiten eerst schoon met veel water, dan reinigen met schoonmaakmiddel en afspoelen. Hierna kunnen de ruiten worden gelapt.

3.3 Dakgoten

Jaarlijks onderhoud

Goten en hemelwaterafvoeren kunnen snel vervuilen en verstopt raken door bladeren, gruis, mos en resten van vogelnesten. Maak de dakgoten elk jaar schoon, liefst na de herfst. Verwijder bladeren uit de dakgoot en uit de bladvanger, die boven de regenpijp zit. Spoel de goten uit met een tuinslang en controleer of de regenpijpen nog goed doorlopen. Verstopte hemelwaterafvoeren kunnen lekkages veroorzaken.

Bij alle goten vormen de verbindingen de kwetsbaarste delen. Controleer die daarom jaarlijks en repareer ze indien nodig.

3.4 Dakbedekking (pannen, bitumen of kunststof)

Schuin pannendak

Het pannendak vereist geen bijzonder onderhoud. Het beste kun je elk jaar het dak nalopen.

Let daarbij op het volgende:

- Vervang kapotte dakpannen en leg verschoven pannen weer recht. Controleer ook na storm of er geen pannen zijn verschoven of gebroken.

- Haal mos of andere begroeiing weg met een harde borstel.

- Maak de verticale dakdoorvoeren (de plaatsen waar pijpen van verwarming of ventilatie door het dak steken) schoon. Deze mogen niet verstopt raken door bladeren en dergelijke.

- Controleer de aansluitingen van dakdoorvoeren en goten.

Plat dak (bitumen of kunststof)

Een plat dak is onderhoudintensiever dan een schuin/hellend dak. Bitumineuze- of kunststof dakbedekking is vaak opgebouwd uit verschillende lagen. Zowel de aansluiting van de lagen onderling als de aansluiting van de lagen met de dakrandprofielen en loodslabben moeten in goede staat verkeren. Een plat dak moet dan ook regelmatig worden gecontroleerd op scheuren, vochtige plekken en slijtage van de dakbedekking.

Naast de eventueel aanwezige dakterrastegels en/of terrasvlonders mag het platdakbedekking niet worden betreden. Je dient ook voorzichtig te zijn met scherpe kanten van bloempotten, ladders, trapjes, tuinmeubilair en andere scherpe voorwerpen in verband met kans op lekkage.

Indien er een grindlaag aanwezig is, dient deze als ballast om de dakbedekking op haar plaats te houden. Zorg ervoor dat deze steeds gelijkmatig verdeeld is zodat de dakbedekking bij storm niet los kan raken.

Dakraam

Het eventuele hout van een dakraam is gevoelig voor uitdroging door zonlicht, waardoor vuil en vocht het hout kunnen aantasten. Controleer de dakramen daarom jaarlijks. Indien nodig, kun je het hout opschuren en aflakken met transparante lak op waterbasis. Het jaarlijks smeren van de scharnierpunten zorgt ervoor dat de dakramen soepel blijven bewegen. Maak beide scharnieren schoon, eventueel met wasbenzine en smeer daarna de scharnieren goed in met een zuurvrije vaseline.

3.5 Schilderwerk (buiten)

Alle buitenbetimmering dien je regelmatig te controleren op beschadigingen en gebreken. Kleine krimpscheurtjes op de naden dienen direct hersteld te worden om inwatering te voorkomen. Vooral het schilderwerk laag bij de grond vraagt extra onderhoud.

Besteed extra aandacht aan de volgende onderdelen: - de zogenaamde liggende delen, zoals onderdorpel van ramen en deuren; - de houtverbindingen van kozijnen, deuren en ramen; - naden bij glaslatten; - beschadigingen.

3.6 Berging

De buitenwanden van de bergruimte worden meestal uitgevoerd in hout of ‘halfsteens’ metselwerk. Beiden zijn in basis niet geïsoleerd en bedoeld voor opslag van goederen en stalling van bijvoorbeeld fietsen. Omdat deze ruimten niet geïsoleerd zijn, is het advies om vochtgevoelige spullen zoals bijvoorbeeld kussens van tuinmeubelen of een papieren archief hierin niet op te slaan. Doordat deze dan op een vochtige plaats liggen, is er een grote kans op aantasting door schimmel.

Bij ‘halfsteens’ gemetselde bergingen geldt ook nog dat de stenen aan de binnenzijde nat kunnen worden omdat een steen vocht opslaat én doorlaat. Bij vochtige, regenachtige perioden komt dit voor. Dit is inherent aan het materiaal. In sommige situaties worden stenen toegepast die geïmpregneerd zijn om het opnemen van vocht in de steen tegen te gaan. Bij toepassing van geïmpregneerde stenen dringt er nog altijd vocht door de voegen tussen de stenen naar binnen. Soms met druppels tegelijk en is het zodoende niet uitgesloten dat er op de vloer een klein plasje water ontstaat of dat de afwerkvloer zichtbaar nat wordt. Pas daarom altijd op met het ‘tegen de muur’ of ‘op de vloer’ zetten van vochtgevoelige materialen, zoals kartonnen opslagdozen en dergelijke. Pas ook op met het plaatsen van een koelkast of vriezer in de ongeïsoleerde berging. Deze zullen vochtig worden en gaan roesten. In de meeste gevallen vervalt je garantie op de apparaten.

Omdat bergingen vochtig worden, dient er voldoende geventileerd te worden. Bergingen zijn altijd voorzien van voldoende ventilatie-openingen die afgestemd zijn op de grootte. Zorg ervoor dat deze dan ook niet worden afgesloten. Bij onvoldoende ventilatie treedt er schimmelvorming op, bijvoorbeeld aan houten plafondplaten.

3.7 Tuin

Als de woning is opgeleverd en ingericht, is vaak de volgende stap de tuinaanleg. Het ontwerp daarvan is erg persoonlijk. Het begint veelal met het kiezen van een schutting (erfafscheiding). Vaak wordt de schutting samen met de buren besproken, uitgekozen en betaald. Misschien is het zelfs wel mogelijk om met een grotere groep bewoners een schutting te regelen, dan kan vaak wat extra korting worden gevraagd.

Het komt bij nieuwbouwprojecten veelvuldig voor dat in de tuinen het regenwater moeilijk weg kan vloeien, zelfs na het omspitten van de tuin. De bodemstructuur is tijdens de bouw zodanig ontregeld geraakt (onder andere door het zware bouwverkeer) dat het geruime tijd kan duren voordat de stabiliteit en capillaire werking van de bodem is hersteld. Voor optimaal plezier en gemak van jouw tuin raden wij aan om advies in te winnen bij een hoveniersbedrijf betreffende afwatering, bemesting en soorten beplanting die geschikt zijn voor jouw tuin. Laat je ook alvast inspireren op het internet.

Vaak is het moeilijk te zien waar jouw grond ophoudt en de grond van de buren begint. Om deze scheiding te laten zien, worden zogenaamde perkoenpaaltjes op de hoeken van de percelen/kavels geplaatst. Het kadaster komt in de regel pas enkele maanden later om alles definitief in te meten en legt dit vast in het Kadastrale register.

Je ontvangt van het Kadaster daarvoor een notificatie. Vaak krijgen wij van kopers het verzoek of dit sneller kan maar helaas maakt het Kadaster deze afspraken zelf. Wij hebben hier geen invloed op.

Belangrijk!

Om te weten wat wel en niet is toegestaan op jouw perceel, geven wij hieronder wat nuttige informatie.

Rechten en plichten

Je mag volgens de wet het erf afsluiten met bijvoorbeeld hekken, muren of heggen. Een dergelijke afsluiting moet altijd op eigen grond staan.

Voordat je een afsluiting maakt, is het verstandig om bij de gemeente (afdeling Bouw- en Woningtoezicht) te informeren of de gemeente voorwaarden stelt aan een erfafscheiding. Vaak staat in een verordening hoe hoog de afscheiding zonder bouwvergunning maximaal mag zijn en welk type afscheiding is toegestaan. Als je een hogere of andere afscheiding wilt aanbrengen, moet je een bouwvergunning bij de gemeente aanvragen.

Erfgrens met de buren

Je mag ook een erfafscheiding maken tussen jouw tuin en die van de buren. Hiervoor heeft de gemeente in een verordening vaak bepalingen vastgelegd waaraan je je moet houden. Om problemen te voorkomen, is het dus verstandig om weer eerst bij de gemeente te informeren. Binnen de bebouwde kom is het toegestaan om een erfscheiding precies op de grens van je tuin en die van de buren neer te zetten. Als je de erfscheiding op de erfgrens wilt zetten, heb je toestemming nodig van de buren. Het meest praktische is dus om samen met hen de scheiding te plaatsen. Meewerken aan het plaatsen van een erfscheiding betekent in praktijk meestal dat de kosten van aanschaf, het onderhoud en de reparaties aan de afscheiding worden gedeeld.

Achterpaden

Voor een goede toegang tot jouw achtertuin kan er een achterpad langs het perceel lopen. Soms zijn deze eigendom van de gemeente maar vaak zijn ze gedeeld eigendom van de bewoners.

Als het achterpad eigendom is van de bewoners kan er sprake zijn van gedeeld eigendom (ieder een stukje). Het kan ook zijn dat één van de buren eigenaar is en de anderen recht hebben hier gebruik van te maken. Over het algemeen is het zo dat de eigenaar en de aangewezen gebruikers gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van het achterpad. Dit geldt voor zaken als het straatwerk, de eventueel aanwezige riolering of drainagevoorziening maar ook de verlichting. Regel het onderhoud dus in overleg met jouw buren.

Beplanting

Voor beplanting nabij erfgrenzen gelden regels. Controleer altijd of de beplanting die je in gedachten hebt, kan worden toegepast nabij de erfgrens van je perceel.

Tip:Alsjeafsprakenmaaktmetjeburen,legdezealtijdgoedvast.

3.8 Waterafvoer

Jouw woning heeft een gescheiden waterafvoer. Huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolzuiveringsinstallatie. Hemelwater hoeft niet te worden gezuiverd en wordt via een ondergrondse infiltratievoorziening, via een hemelwater rioolstelsel of over het maaiveld afgevoerd. Om het systeem van de ondergrondse infiltratievoorziening goed te laten functioneren, is het belangrijk dat de blad- en zandvang schoon blijft.

Haal regelmatig bladeren uit de bladvang en zand en slib uit de opvangemmer. Bij hevige regenbuien is het normaal dat er water via de bladvanger naar buiten stroomt omdat de ondergrondse infiltratiekratten dan onvoldoende buffer hebben. Gebeurt dit ook bij reguliere regenbuien, dan dien je de werking van de infiltratiekrat te laten beoordelen.

Onderhoudstips voor binnen 4.

4.1 Binnenwanden

Het ontstaan van krimpscheuren en -naden in jouw nieuwe woning is onvermijdelijk. De binnenwanden van de woning kunnen bestaan uit gipsplaten op een houten framewerk, gipsplaten op een metalen framewerk, gipsblokken, gasbeton of cellenbeton. Op plaatsen waar verschillende bouwdelen c.q. materialen op elkaar aansluiten, kunnen krimpnaden ontstaan. Horizontale krimpnaden ontstaan bij vloerelementen. Verticale krimpscheuren ontstaan in de hoeken van wandaansluitingen. Krimpscheuren zijn van SWK-garantie uitgesloten. Krimpscheuren en -naden blijven zichtbaar tot er een nieuw behang of nieuwe wandafwerking wordt aangebracht.

De wanden in de woning worden behangklaar opgeleverd, dus gereed voor behangwerk en niet voor sauzen of stuken. Kijk er daarom niet vreemd van op als er nog kleine gaatjes of luchtbellen op de wanden zichtbaar zijn.

In de wanden zijn leidingen weggewerkt. Wees bij boren en spijkeren in de wanden extra voorzichtig. Als je voornemens bent binnenmuren te verplaatsen, schakel dan altijd een constructeur in die op de bouwkundige tekeningen kan zien of dat mogelijk is.

4.2 Vloeren

Een vloer in een woning is opgebouwd uit twee delen: de constructieve vloer en de dekvloer. De dekvloer is, afhankelijk van indeling en geluidseisen, zwevend of niet-zwevend uitgevoerd. In de technische omschrijving vind je informatie over het type (dek)vloer dat is toegepast. Bekijk paragraaf 2.6 voor informatie en adviezen over het aanbrengen van (harde) vloerafwerking.

4.3 Binnendeuren en -kozijnen

De binnendeuren van de woning zijn erg gevoelig voor vocht. Zo zit er nog zeker een 1.500 liter water in de woning wat door ventilatie verwijderd moet worden. De binnendeuren hangen nog maar kort in de woning. Als je de deuren in de woning dichthoudt, bestaat de kans dat zij kromtrekken. De oorzaak is dat niet gelijktijdig het vocht verwijderd wordt uit de verschillende vertrekken. Zet daarom in het begin alle deuren half open door bijvoorbeeld een lege closetrol onder de deur te plaatsen. De deuren krijgen op deze wijze de kans aan beide zijden gelijkmatig te drogen en dus niet krom te trekken. Laat een deur nooit geheel open staan tegen de muur die net behandeld is met spuitwerk of stucwerk.

4.4 Trappen

De trappen in de woning zijn gemaakt van vurenhout. Omdat hout ‘werkt’ als gevolg van wisselingen in temperatuur en luchtvochtigheid kraakt een trap vaak. Vurenhout is een zachte houtsoort welke een nadere afwerking behoeft. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden zoals bijvoorbeeld vloerbedekking, schilderwerk (speciale harde trapverf), traprenovatie, enz. We adviseren de naden langs de trap niet af te kitten. Door de werking van de trap zal deze kitnaad scheuren. Wil je deze naden dichtzetten? Wacht dan minimaal een jaar voordat je dit kitwerk aanbrengt.

4.5 Spack- en spuitwerk

Op de plafonds in jouw woning is mogelijk spack-spuitwerk toegepast. Spack is een kalkhoudend materiaal en kan hierdoor alleen licht afgenomen worden met een vochtige doek. Kleine vlekken kun je eerst proberen weg te poetsen met een schoon wit gummetje.

Eventuele niet verwijderbare grote vlekken kunnen weggewerkt worden met bijvoorbeeld ‘Albastine vlekkencoating’ en kleine vlekken kunnen bijgestipt worden met witte tandpasta. Spack-spuitwerk zal door teeraanslag van het roken en door lichtinval van buitenaf op den duur geel worden. Het kan dan met een muursaus overgeschilderd worden.

Bij spack-spuitwerk dient er rekening te worden gehouden met het ontstaan van krimpscheuren. Deze scheurtjes ontstaan doordat het bouwvocht, dat na de oplevering nog in de woning aanwezig is, langzaam verdwijnt. Door het drogen en krimpen van diverse materialen kunnen scheurtjes ontstaan deze zijn constructief niet van belang. Deze scheurtjes zijn te repareren door ze dicht te smeren met een elastisch voegmiddel. Spuitwerk is overschilderbaar met een goede latex.

Janssen de Jong Bouw erkent geen aansprakelijkheid voor kleine scheurtjes in de wand- en plafondafwerking als gevolg van krimp, dit betreft namelijk geen gebrek.

4.6 Schilderwerk (binnen)

Er bestaan nog steeds veel misverstanden over verf op waterbasis. Zo spoelen veel mensen de kwasten uit onder de kraan in de veronderstelling dat dit geen kwaad kan. Dit is niet zo. De verf op waterbasis bevat nog altijd oplosmiddel dat je beter niet door de gootsteen of het afvoerputje kunt spoelen. De verven op waterbasis vergelen minder snel en zijn kleurvaster maar wel moeilijker aan te brengen omdat de verf veel sneller droogt. Bij het overschilderen van watergedragen verf met dezelfde watergedragen verf dien je ervoor te zorgen dat de ondergrond goed geschuurd en ontvet wordt. Hierdoor krijg je een betere hechting van de verf. Verf op terpentinebasis hecht niet op watergedragen verf. Je zult dan eerst de onderlaag moeten verwijderen. De beglazingskit die is toegepast is niet overschilderbaar met watergedragen verf. Indien je de kit wilt schilderen, wat uit technisch oogpunt niet wordt aangeraden, dien je hiermee rekening te houden.

4.7 Keuken

Algemene richtlijnen

- Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen.

- Behandel steeds vlakken in zijn geheel of gelijkmatig.

- Een te grote druk op één plaats kan een glanzend effect veroorzaken.

- Een belangrijk onderdeel van de keuken is de afzuigkap. Regelmatig onderhoud hiervan is noodzakelijk. Al naargelang het gebruik, dienen de filters gereinigd te worden. Verstopping van filters vermindert de afzuigcapaciteit.

Voor verdere voorschriften van de keukeninrichting en bijbehorende keukenapparatuur verwijzen wij naar de onderhoudsvoorschriften van de betrokken fabrikanten.

4.8 Sanitair, kranen e.d.

Het schoonmaken en schoonhouden van de badkamer is erg belangrijk. Voornamelijk voor de hygiëne en voor jouw gezondheid, maar evenzo voor een duurzaam genot van de badkamer. Regelmatig schoonmaken voorkomt problemen. Om zo lang mogelijk plezier te hebben van de badkamer geven wij hierbij enkele adviezen voor het schoonmaken ervan.

Voorkom kalkaanslag

Als alle kalkaanslag is verwijderd, is het belangrijk om nieuwe kalkaanslag te voorkomen. Als er namelijk eenmaal kalkaanslag zit op het glazuur of op de glaswand, zal deze makkelijk aangroeien. Voorkom dus de vorming van een dikke kalklaag door regelmatig schoon te maken of de tegels en het sanitair na het douchen direct droog te maken.

Vuilresten

Het sanitair/keramiek is voorzien van een zeer gladde en harde glazuur dat zorgt voor makkelijk onderhoud. Het kan dagelijks snel en zonder moeite gereinigd worden met een vochtige doek en schoon water. Bij kalkafzettingen en hardnekkige vuilvlekken geven wij je de volgende schoonmaakadviezen.

Bij sanitair, en met name bij wastafels, is er vaak sprake van vuil door zeepresten en huidvetten die aanslaan op het glazuur. De juiste schoonmaakmiddelen hiervoor zijn de zogenaamde allesreinigers. Het gebruik van schuurmiddelen wordt afgeraden.

Kitvoegen Kitvoegen toegepast als afdichting tussen bijvoorbeeld de wand- en vloertegels van badkamers vragen onderhoud om te voorkomen dat schimmels zich manifesteren. Deze schimmels zijn herkenbaar aan donkere vlekken aan het oppervlak die bij normale reiniging niet zijn te verwijderen. Het functioneren van de kitvoeg wordt hierdoor niet beïnvloed, doch esthetisch is het vaak bezwaarlijk.

De belangrijkste voorwaarde voor de groei van schimmels ter plaatse van de kitvoegen zijn temperatuur, vocht en de aanwezigheid van voedingsstoffen. Een hoge luchtvochtigheid of langdurig nat blijven van de ondergrond veroorzaakt een goede conditie voor schimmelgroei.

Een schimmel bestaat voor ca. 95% uit water en heeft daarom water nodig om zich te vermeerderen. De meeste soorten voeden zich ook met water uit opgeloste voedingsstoffen.

De hoge relatieve luchtvochtigheid is in badkamers vaak aanwezig doordat er in veel gevallen onvoldoende wordt geventileerd. Sterk gesloten ondergronden, zoals tegels in badkamers, nemen nauwelijks vocht op zodat het optreden van schimmelvorming hierin vrijwel niet mogelijk is. Echter, bij ondergronden die poreus zijn, zoals siliconenkit maar ook stucwerk boven de tegels of op het plafond, is de kans op het groeien van schimmels aanmerkelijk groter.

Naast temperatuur en vocht is een voorwaarde het aanwezig zijn van organisch materiaal, vaak slechts in zeer geringe hoeveelheden. Zo kan normaal optredende vervuiling van een ondergrond bij gebruik van de badkamer ruim voldoende zijn. Regelmatig grondig mechanisch reinigen van wanden (inclusief de voegen) is vereist om op dergelijke locaties schimmel tegen te gaan.

De beste manier om schimmelvorming tegen te gaan, is de kitvoeg regelmatig (circa eens per 14 dagen) met een verdunde bleekwateroplossing te reinigen. Belangrijk aspect hierbij is dat de kitvoeg zelf gereinigd moet worden.

Indien er, ondanks het regelmatig reinigen, toch schimmelvorming optreedt, moet de voeg reeds in een vroeg stadium met een schuursponsje en Cif schoongemaakt worden. Daarnaast zijn er nog enkele schimmelvreter middelen van o.a. Bison of HG verkrijgbaar bij de meeste Doe-het-zelf-zaken. Het is belangrijk dit te doen voordat de schimmel zich in de kit kan verankeren.

Is de kit verankerd met schimmel dan is vervangen van de kit de enige oplossing. Om dan in de toekomst wederom schimmelvorming tegen te gaan adviseren wij het hierboven beschreven onderhoudsvoorschrift aan te houden.

Samengevat kunnen we stellen dat het al of niet optreden van schimmels wordt bepaald door de conditie waaraan de kit wordt blootgesteld. Doeltreffende maatregelen zijn voldoende ventileren en regelmatig reinigen!

4.9 Wand- en vloertegels, vensterbanken Wand- en vloertegels

Als de woning aan je is opgeleverd moet er schoongemaakt worden. In de badkamer is het verstandig de tegels schoon te maken, eerst een keer enkel met water en daarna een keer met een klein beetje groene zeep. Hierin zit namelijk wat loog dat de cementsluier op de tegels oplost en gemakkelijk is af te spoelen.

Wij adviseren geglazuurde tegels nooit schoon te maken met vette schoonmaakmiddelen om te voorkomen dat er aanslag achterblijft.

Het voegwerk tussen de tegels kan verkleuren door onder andere zeepresten. Deze adviseren we regelmatig te reinigen met milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen. Het gebruik van agressieve middelen tast de waterkerende werking van de voegen aan. Gebruik vooral geen middelen met een antikalk werking of bleek. Deze middelen trekken het vocht uit de voeg en hierdoor verkleurt de voeg. Dit is niet meer te herstellen.

Vensterbanken

In jouw woning zijn vensterbanken geplaatst welke door Nibo Stone zijn geleverd. Voor schoonmaak en onderhoud kun je kijken op www.nibostone.nl/webshop

Dek tijdens het klussen de vensterbanken af! Indien bij oplevering de vensterbank nog is voorzien van een beschermfolie, dient deze beschermfolie uiterlijk binnen zes weken te worden verwijderd.

Onderhoud installaties

5.1 Verwarmingsinstallatie

Je woning is voorzien van een warmtepomp. Er zijn verschillende soorten warmtepompen en dat betekent ook dat er diverse onderhoudsvormen zijn. De drie soorten warmtepompen: - luchtwarmtepomp; - waterwarmtepomp; - bodemwarmtepomp.

In de Technische Omschrijving van je woning vind je welk type warmtepomp voor jouw woning van toepassing is.

Onderhoud aan de warmtepomp is niet vaak nodig, maar af en toe is het tijd om er eens goed naar te laten kijken. Waarom is dat precies nodig?

Levensduur: wanneer je de warmtepomp regelmatig onderhoudt wordt de levensduur verlengd.

Storingen voorkomen: door regelmatig onderhoud worden storingen voorkomen, zo hoef je niet op stel en sprong een monteur te bellen.

Veilige werking: een goed onderhouden warmtepomp werkt veiliger, omdat problemen op tijd gesignaleerd worden.

Zuinigheid: een goed onderhouden warmtepomp werkt veel zuiniger dan een verwaarloosde warmtepomp.

Luchtwarmtepomp

Bij een luchtwarmtepomp wordt de energie verwarmd door lucht. Het is aan te raden om jaarlijks onderhoud te plegen bij deze warmtepomp. Controleer met name de waterdruk bij het afgiftesysteem. Verder wordt nagekeken of er recente storingen zijn geweest. Het aantal starts en stops wordt gemeten en genoteerd, maar ook het aantal draaiuren, de elektrische stroom per fase en het temperatuurverschil tussen verdamper en condensor. Afwijkingen worden op deze wijze ontdekt. Vervolgens worden alle onderdelen geïnspecteerd, inclusief bedrading en leidingen. Er is extra aandacht voor de compressor en de leidingen waar het koudemiddel doorheen stroomt.

Waterwarmtepomp

Een waterwarmtepomp is een warmtepomp waarbij de energie uit grondwater wordt gehaald en opgewarmd. Hierbij geldt dat er jaarlijks onderhoud moet plaatsvinden. Tijdens dit onderhoud wordt de waterdruk in het afgiftesysteem gecontroleerd, evenals de software. Daarnaast wordt er gekeken naar het aantal starts en stops, het aantal draaiuren, de elektrische stroom per fase en het temperatuurverschil tussen bron en afgifte.

Is er een onverklaarbaar verschil tussen de metingen? Dan is er meestal sprake van een defect. Verder worden onderdelen, leidingen en bedradingen gecontroleerd. Het glycolgehalte van de bron en de leidingfilters worden gecontroleerd. Als de leidingfilters gevuld zijn met vuil kan er sprake zijn van een lekkage.

Bodemwarmtepomp

De derde warmtepomp is de bodemwarmtepomp. Deze warmtepomp maakt gebruik van de aardwarmte in de grond. Het onderhoud van dit type warmtepomp lijkt veel op de andere warmtepompen maar er is een klein verschil. De bron speelt een grotere rol, omdat dit ook onderhoud vergt. Er zit een verschil tussen gesloten en open systemen: bij een gesloten systeem is een filter minder belangrijk dan bij een open systeem. Bij een open systeem loopt grondwater door een aantal leidingen en hierdoor treedt er vervuiling op. Dit gaat ten koste van het rendement.

Het warmtepomponderhoud kun je door verschillende bedrijven laten uitvoeren. Je kunt er voor kiezen om het onderhoud te laten uitvoeren door het bedrijf dat de warmtepomp heeft geplaatst. Het is daarnaast mogelijk om zelf een externe partij te kiezen die de controles uitvoert. Wel is het belangrijk dat het bedrijf in kwestie de juiste certificaten heeft om de inspectie te mogen uitvoeren. Op deze manier weet je zeker dat het onderhoud aan de warmtepomp op de juiste manier wordt uitgevoerd.

Uitzonderingen hierop zijn panelen die onder een kleinere hoek dan 15 graden liggen en panelen die in de omgeving met veel (fijn)stof of zand zijn geplaatst. Die panelen moeten periodiek gecontroleerd worden. Als u de panelen schoon moet maken, gebruik dan alleen water en een zachte spons.

Om te voorkomen dat de omvormer te heet wordt, geeft deze zijn warmte af door middel van de koelribben aan de achterkant van de omvormer. Daar moet genoeg ruimte zijn voor ventilatie (minimaal 20 centimeter vrije ruimte aan alle zijden van de omvormer, ook aan de voorkant). Ga bij een storing nooit zelf sleutelen aan het systeem maar neem contact op met de installateur van de installatie.

Als je na oplevering zelf een aanpassing doet of laat doen aan de installatie (bijvoorbeeld door het toevoegen van extra zonnepanelen) dan kan dat gevolgen hebben voor de garantie.

Raadpleeg de informatie van de productleverancier voor uitgebreide informatie en de gebruikershandleiding. In geval de productinformatie afwijkt van de informatie hierboven dan is de productinformatie leidend.

5.2 Mechanische ventilatie

Is de woning voorzien van een mechanisch afzuigsysteem? Dan betekent dit dat een afzuigventilator lucht uit de woning zuigt.

Op de ventilator zijn luchtkanalen aangesloten waardoor lucht wordt afgezogen uit de keuken, de badkamer, het toilet(ten), bijkeuken (indien aanwezig) en de opstelruimte van het ventilatiesysteem. Dat gebeurt via de afzuigventielen. Het ventilatiesysteem in jouw woning heeft een schakelaar waarmee de hoeveelheid af te zuigen lucht kan worden geregeld.

Ventilatie-advies

- Ben je overdag thuis, zet de schakelaar dan in de middenstand.

- Is er overdag niemand thuis, ’s nachts of als je op vakantie gaat, zet de schakelaar in de laagstand.

- Als je gaat koken, douchen, schilderen, als er veel was te drogen hangt of als er veel visite is, kun je de schakelaar tijdelijk in de hoogstand zetten.

- Laat na het douchen of koken de ventilator nog ± 20 minuten op de hoogste stand staan. Hierdoor worden (bijna) alle vocht en kookdampen afgezogen.

Onderhoud installatie

Je kunt het ventilatiesysteem zelf reinigen met een doek. Haal de ventielen uit het plafond en maak ze met een borstel schoon. Omdat het ventilatiesysteem ingeregeld is, is het belangrijk dat je de ventielen na het schoonmaken weer op dezelfde positie en in dezelfde stand terugplaatst. Ook de ventilatiebox kun je reinigen.

Indien je een WTW-box hebt, maak dan de filters twee keer per jaar schoon door deze te stofzuigen of vervang ze één keer per jaar.

Wij bevelen je aan om de mechanische ventilatiefilters schoon te maken voordat je de woning betrekt.

Raadpleeg de informatie van de productleverancier voor uitgebreide informatie en de gebruikershandleiding. In geval de productinformatie afwijkt van de informatie hierboven dan is de productinformatie leidend.

5.3 Elektra Meterkast

De meterkast is de technische ruimte in de woning waar de meters zijn opgesteld en die zich meestal in de hal bevindt. Let erop dat de netwerkbeheerders eisen stellen aan de meterkast in jouw woning. De ventilatie in en/of rondom de voorzijde van de meterkast moet open blijven en de meterkast moet toegankelijk zijn voor regelmatig uitlezen van de meters en herstellen van stroomtoevoer bij kortsluiting of overbelasting. Alle leidingen die het huis binnenkomen zijn, tot en met de aangesloten meters, eigendom van derden. Mocht er sprake zijn van een defect dan vragen wij je rechtstreeks tot de leverancier te wenden.

In de meterkast bevinden zich de elektriciteitsmeter en de hoofdzekering. Ook de groepenverklaring wordt in de meterkast opgehangen. De elektriciteit in jouw woning is verdeeld over groepen. In de meterkast is elke groep beveiligd in de groepenkast. Bij kortsluiting wordt de stroom verbroken. Is het euvel verholpen dan kan de beveiliging weer worden ingeschakeld.

Naast de aanwezigheid van deze schakelaars per groep is de groepenkast voorzien van meerdere aardlekschakelaars en één hoofdschakelaar. Als de stroom is uitgevallen moet je alle knoppen controleren. Pas als ze allemaal weer omhoog staan, is de stroomvoorziening volledig hersteld. Staan alle schakelaars omhoog en heb je nog steeds nergens stroom dan dien je contact op te nemen met het energiebedrijf.

Aardlekschakelaar

De groepen zijn extra beveiligd door een zogenaamde aardlekschakelaar. Deze bevindt zich naast of onder de gewone zekeringen in de meterkast en is herkenbaar door de aanwezigheid van een testknopje. Deze schakelaar schakelt de stroom uit als je bijvoorbeeld een stroomdraad aanraakt of een apparaat beetpakt dat onder stroom staat.

Wat moet je doen als de aardlekschakelaar in werking treedt en de stroom dus wegvalt?

1. Schakel alle groepsschakelaars uit door de knoppen naar beneden te zetten. Controleer of de hoofdschakelaar is ingeschakeld. Deze zit in een aparte kast onder de groepenkast.

2. Schakel de aardlekschakelaar weer in door de knop omhoog te drukken.

3. De groepsschakelaars stuk voor stuk weer inschakelen totdat de aardlekschakelaar weer uitvalt. Op die manier kun je er achterkomen waar de storing zit. Door binnen deze groep de stekkers van alle toestellen (apparaten, lampen, etc.) uit de wandcontactdoos te trekken, valt na te gaan of de storing in de huisinstallatie of in één van de toestellen zit.

4. Als je het defecte toestel buiten werking hebt gesteld, kun je de aardlekschakelaar en de groepsschakelaar weer inschakelen.

5. Blijft de installatie desondanks geheel zonder spanning dan moet het energiebedrijf gewaarschuwd worden.

We adviseren om de aardlekschakelaars twee keer per jaar te testen door de testknop (T) in te drukken. Als de schakelaar uitschakelt, is de werking in orde. Mocht de schakelaar niet uitschakelen, dan is er een defect dat hersteld moet worden door een erkend elektrotechnisch installatiebedrijf.

Indien alle groepen zijn uitgeschakeld, kunnen de PV-panelen willekeurig stroom in de woning terugleveren. Het is belangrijk dat in die situatie de werkschakelaar op de omvormer wordt omgezet naar de 0-stand. Dit kan bijvoorbeeld ook tijdens het klussen na de oplevering voorkomen. Let erop dat je niet vergeet de werkschakelaar weer om te zetten zodra de stroom in de meterkast is ingeschakeld.

Belinstallatie

Om de deurbel uit te schakelen, kun je de stekker uit het stopcontact halen of het eventuele schakelknopje op de trafo indrukken of omzetten.

Intercominstallatie

Om de deurbel uit te schakelen, kun je de intercom op ‘stil’ zetten.

Rookmelders

De woning is voorzien van rookmelders die aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. De rookmelders zijn met elkaar verbonden. Een rookmelder heeft een kleine warmtebron die soms kleine insecten aantrekt. Dit kan storingen veroorzaken. Test daarom de werking van de rookmelder regelmatig met de testknop en haal minstens eens per maand de stofzuiger langs de openingen van een rookmelder om stof, vuil en insecten te verwijderen.

Tip: plaats eventueel stofkapjes over de rookmelders tegen het stof van klusactiviteiten, vergeet deze er na het klussen vooral niet af te halen.

Raadpleeg de informatie van de productleverancier voor uitgebreide informatie en de gebruikershandleiding. In geval de productinformatie afwijkt van de informatie hierboven dan is de productinformatie leidend.

5.4 Waterinstallatie

Spoel bij oplevering van de woning altijd eerst heel de installatie goed door. Hetzelfde geldt als je voor langere tijd weg bent geweest. Spoel in dat geval één minuut door met een rustige straal (zodat het water niet vernevelt) en hang de douchekop in een emmer met water. Hiermee verklein je de kans op legionella.

In de keuken bevindt zich achter de achterwand van het keukenblok een aansluiting op de riolering voor de afvoer, etc. Bij uitbreiding van de riolering moeten alle afvoeren, behalve die van het toilet, worden voorzien van zogenaamde ‘stankafsluiters’.

Voorkomen is beter dan genezen

De kans op verstoppingen in de rioleringsinstallatie kun je verkleinen door:

- Regelmatig (vier keer per jaar) een oplossing van soda in heet water door alle afvoerpunten te spoelen, het aankoeken van vet en zeepresten in afvoerbuizen wordt zo beperkt.

- Geen stoffen door het riool weg te spoelen (via toilet, gootsteen, wastafel, etc.) die daar niet thuishoren. Vet of olie door de gootsteen gieten, leidt altijd na verloop van tijd tot verstoppingen.

Gootsteen, wastafel, bad en/of douche loopt niet of langzaam leeg

Verstopping in de sifon:

- emmer onder sifon plaatsen;

- sifon losdraaien;

- verstopping weghalen, eventueel met een gebogen ijzerdraad;

- schroefdraad sifon met vaseline insmeren;

- sifon weer monteren;

- kraan openzetten en controleren of water nu wel wegloopt.

Loopt het water nog niet weg, dan zit er een verstopping in de afvoerleiding of ergens verder weg in het riool. Raadpleeg vervolgens een gespecialiseerd ontstoppingsbedrijf.

Verstopping in afvoerleiding:

Eerst met een ontstopper het probleem proberen op te lossen:

- zoveel water uit gootsteen, wastafel, bad of douche scheppen dat een laagje van circa 2 cm blijft staan;

- bij een wastafel de overloop met een natte doek afsluiten;

- ontstopper op afvoerpunt plaatsen, platduwen en trekken; - herhaal dit zo nodig enkele keren.

Helpt een ontstopper niet, dan zit de verstopping vermoedelijk verder in het rioleringssysteem van de woning. Raadpleeg vervolgens een gespecialiseerd ontstoppingsbedrijf.

Toilet verstopt

De verstopping kan eventueel in de zwanenhals van de toilet zitten. Probeer met een stuk ijzerdraad, waaraan een haak is gebogen, de verstopping los te trekken. Kan het probleem zo niet worden opgelost dan zit de verstopping in de afvoerleiding of ergens verder weg in het riool. Raadpleeg vervolgens een gespecialiseerd ontstoppingsbedrijf.

Stankoverlast riolering

Watersloten in sifons in afvoerleidingen die zijn aangesloten op de riolering voorkomen stankoverlast. Het water in sifons die niet vaak gebruikt worden, kan verdampen waardoor stankoverlast kan ontstaan. Als je een beetje slaolie in deze sifons giet, gaat het verdampingsproces veel langzamer zodat stankoverlast wordt voorkomen.

5.5 Zonnepanelen

Bij de oplevering moet jouw woning voldoen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en daarmee aan een bepaalde energieprestatie. Het afgegeven energielabel bevestigt dat de woning voldoet aan die energieprestatie. Die energieprestatie wordt behaald door diverse maatregelen te nemen. De toegepaste installatie is bepalend maar bijvoorbeeld ook het aantal zonnepanelen en de ligging van de woning (bezonning).

Het zonnepanelensysteem bestaat uit twee hoofdcomponenten: de zonnepanelen en de omvormer. Een zonnepaneel hoeft in principe niet schoongemaakt te worden omdat het voorzien is van een zelfreinigende laag die ervoor zorgt dat het paneel schoonspoelt bij een regenbui. Uitzonderingen hierop zijn panelen die onder een kleinere hoek dan 15 graden liggen en panelen die in de omgeving met veel (fijn)stof of zand zijn geplaatst. Die panelen moeten periodiek gecontroleerd worden. Als je de panelen schoon moet maken, gebruik dan alleen water en een zachte spons.

Om te voorkomen dat de omvormer te heet wordt, geeft deze zijn warmte af door middel van de koelribben aan de achterkant van de omvormer. Daar moet genoeg ruimte zijn voor ventilatie (minimaal 20 cm vrije ruimte aan alle zijden van de omvormer, ook aan de voorkant). Ga bij een storing nooit zelf sleutelen aan het systeem maar neem contact op met de installateur van de installatie.

Als je na oplevering zelf een aanpassing doet of laat doen aan de installatie (bijvoorbeeld door het toevoegen van extra zonnepanelen) dan kan dat gevolgen hebben voor de garantie.

Raadpleeg de informatie van de productleverancier voor uitgebreide informatie en de gebruikershandleiding. In geval de productinformatie afwijkt van de informatie hierboven dan is de productinformatie leidend.

Tot slot

Zoals gezegd is deze WoonFijner een algemene toelichting voor alle nieuwbouwwoningen van Janssen de Jong Bouw.

Niet alles wat in deze WoonFijner staat, is per definitie van toepassing op jouw woning. In de Technische Omschrijving, onderdeel van de aannemingsovereenkomst, vind je de specificaties van jouw woning. De door jou gekozen meer-/minderwerkopties vind je terug in de opdrachtbevestiging op HomeDNA.

Deze WoonFijner is niet opgenomen in de aannemingsovereenkomst en maakt derhalve geen onderdeel uit van de aannemingsovereenkomst. Aan deze WoonFijner kunnen dan ook geen rechten worden ontleend, deze dient enkel als algemene toelichting.

Ongeacht hetgeen in de WoonFijner is bepaald, gelden onverkort de bepalingen als opgenomen in de aannemingsovereenkomst en de daarop van toepassing verklaarde documenten, waaronder begrepen maar niet beperkt tot de regelingen, regelementen en standaard voorwaarden, gehanteerd en voorgeschreven door de Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK) zoals die van toepassing zijn verklaard in de met jou gesloten aannemingsovereenkomst.

Alvast veel woongeluk!

Janssen de Jong Bouw

Contact

Voor meer informatie kun je contact opnemen met één van onze vestigingen:

Janssen de Jong Bouw Zuid Science Park Eindhoven 5049 5692 EB Son en Breugel Postbus 30, 5690 AA Son en Breugel T 088 – 355 93 55 info.zuid@bouw.jajo.com

Janssen de Jong Bouw Midden-West Orteliuslaan 17 3528 BA Utrecht

T 088 – 355 93 55 info.midden-west@bouw.jajo.com

Janssen de Jong Bouw Noord-Oost Maalstoel 10 7773 NN Hardenberg T 088 - 355 97 00 info.noord-oost@bouw.com

Alfred Marshallstraat 1 7559 SE Hengelo

T 088 - 355 97 00 info.noord-oost@bouw.com

Meester B.M. Teldersstraat 7 6842 CT Arnhem

T 088 - 355 97 00 info.noord-oost@bouw.com

Meer weten over ons? Bezoek dan de website: www.janssendejongbouw.nl

Of bekijk onze social mediakanalen:

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.