MagUZA 106 - Oktober 2016

Page 1

maguza oktober 2016

Afgiftekantoor Gent X, Maguza 106, Tijdschrift – kwartaalblad, okt ‑ nov ‑ dec 2016, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem

Zorgmagazine van het UZA

www.maguza.be – UZAnieuws UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Cardiologie

Speciale aandacht voor jongvolwassenen

dossier ­

HEARTS Zorg op maat voor kunstenaars  SUIKER Zoete leugens BEROERTE Snel zijn en samenwerken

UROLOGIE


NIEUW ! De Health Mate®

Sportsauna

De sportsauna voor een intensieve cardio-training Sporten in een Health Mate infraroodsauna biedt heel wat voordelen: je spieren zijn extra doorbloed en dus extra flexibel, je hebt nadien geen last van stijve spieren en je verbrandt meer calorieën. Zet dus je loopband of hometrainer in onze sportsauna voor een pittige work-out en merk het verschil! Maar ook een ontspannende yoga-sessie of stretching doet extra veel deugd in onze sportsauna. Waarom een Health Mate sportsauna ? Extra ruim, ideaal om in te bewegen Beter voor je spieren tijdens en na het sporten Ook perfect om nadien te relaxen en te recupereren Een boost voor je immuunsysteem De allerbeste manier om afvalstoffen af te voeren ANTWERPEN: Health Mate shop LIER 03 295 50 25 | Van den Berg HOOGSTRATEN 03 315 75 31 | Sanik GEEL 014 58 86 70 | AquaVision BEERSE 0479 01 36 31 | Fonne Smeulders KALMTHOUT 03 62 01 620 | Health Mate SHOP SCHOTEN 03 685 44 50 | Sanal BORSBEEK 03 366 17 70 | Health Mate PUURS 03 899 37 47 | Scava GROBBENDONK 0474 64 60 66 | LIMBURG: ‘t Hoveniertje WELLEN 012 74 53 60 | Varey LOMMEL 011 54 43 69 | Sleurs & Vangompel BOCHOLT 089 46 56 00 | D&A Pool Technics ZONHOVEN 011 82 37 65 | Aquamaax SCHERPENHEUVEL 0495 35 07 13 | WEST-VLAANDEREN: Health Mate ZWEVEGEM 0477 59 58 13 | Health Mate® DC infrarood RUDDERVOORDE 050 28 07 87 | Health Mate Shop KNOKKE 0486 51 89 83 | Delaere IZEGEM 051 30 11 82 | Wellness La Rose GISTEL 059 27 61 84 | Florisan VEURNE 058 31 53 15 | Vanderhaeghe IEPER 057 21 37 23 | Lamo RUISELEDE 051 68 82 53 | Xavier Covemaeker WERVIK 056 20 01 69 | Health Mate® DC infrarood DIKSMUIDE 051 69 54 89 | OOST-VLAANDEREN: Aquatropic MALDEGEM 050 71 93 92 | Aquazure NINOVE 054 50 01 69 | Health Mate® DC infrarood GENTBRUGGE 09 231 25 85 | Het Buitenhuis DENDERMONDE 052 25 61 16 | Wida MELSELE 03 336 54 94 | Esento: BRAKEL 055 42 76 08 | Van Poucke ZOTTEGEM 09 360 16 91 | Vepa ZELZATE 09 345 56 25 | Sani-en Keukendecor WAASMUNSTER 03 250 66 90 | DC Pools GAVERE 0473 25 22 74 | Sterck AALST 053 70 10 05 | Health Mate® DC infrarood LOCHRISTI 09 22 32 141 | VLAAMS-BRABANT: Van Poucke LENNIK 02 582 35 03 | L’air et L’eau BEGIJNENDIJK 016 41 42 66 | Ventimec LEUVEN 016 23 39 74 | Van Diest HALLE 02 361 14 16 | Vanhie MEISE 02 272 01 72 | PoolPlus HAACHT 016 85 09 55 | HENEGOUWEN: Kachels Mario (Sario) DERGNEAU 069 78 13 19 Volledig overzicht op www.healthmate.be

www.cobretti.be

THER APEUTISCHE INFR AROODSAUNA’ S ME T LE VENSL ANG E G AR ANTIE


IN DIT NUMMER

KUNSTENAARS

dossier

GOEDE HOUDING

10

GROEPSSESSIES

28

39

­ UROLOGIE

MEDISCH 19

Incontinentie bij mannen is een veel voorkomend, maar soms miskend probleem. Nochtans kan de dienst urologie vier op vijf patiënten van hun probleem afhelpen.

GEZOND

ZORG

10

Antwerp HeArts: zorg op maat voor ­kunstenaars in het UZA

28

Vermijd ­rugklachten: een goede houding in vijf stappen

32

Beroertezorg: ­samenwerken voor een ­optimaal herstel

12

Naar huis met een stoma? De stomaverpleegkundigen bieden hulp en steun

30

De zoete leugens over suiker

34

Telemonitoring in de diabeteszorg

39 17

Nieuw zorgplatform voor ­volwassenen met ­aangeboren hartafwijking

Groepssessies voor ­kinderen geconfronteerd met kanker

‘Al na een

Alle artikels zijn te vinden op

maguza.be

week kon ik normaal plassen.

EN VERDER

Van ­incontinentie was geen sprake.’

Patiënt Eddie (69) was de

14

Uitgedokterd: gezamenlijke zorg

35

U zegt: controlearts?

36

Witjas van dienst: Nathalie Saen, genetische counselor

eerste die een innovatieve robotingreep voor prostaat­ kanker onderging in het UZA.

Schrijf je vandaag nog in op onze elektro­nische nieuwsbrief. Ga naar www.maguza.be/­ abonnement

3


VOORAF

De persoonlijke communicatie zal altijd centraal blijven in de patiëntenzorg

Technologie en de essentie

A

ls het over veiligheid en betrouwbaarheid gaat, wordt meestal de vergelijking gemaakt tussen de luchtvaart en de geneeskunde. In de luchtvaart is er een gezegde dat er in de nabije toekomst geen twee piloten meer in het vliegtuig zullen zitten, maar een hond en een piloot. De piloot is er om de hond gezelschap te houden en de hond is er om de piloot te bijten als hij aan de besturingsknoppen wil komen. Futuristen geloven dat technologie dezelfde ingrijpende veranderingen zal teweegbrengen in de geneeskunde. Robotchirurgie zal de chirurg overbodig maken, elektronische dossiers hebben beslissingsalgoritmes die de diagnose stellen en de behandeling kiezen, en de patiënt volgt alles zelf op via zijn smartphone. Het is echter naïef te geloven dat technologie perfect is en de menselijke interactie overbodig maakt. Gezondheidszorg is veel complexer dan luchtvaart. De mogelijkheid die digitalisering biedt aan patiënten, zoals participatie aan hun eigen zorgproces, is een positieve evolutie. Maar dat wil niet zeggen dat de arts-specialist overbodig zal worden. Een arts is een expert die je vertrouwt en die jou helpt moeilijke beslissingen te nemen tijdens perioden van grote stress. Artsen brengen gevaren voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van de patiënt onder controle. Daarom zal de persoonlijke communicatie met een arts altijd centraal blijven in de patiëntenzorg: een vertrouwenwekkende persoon, die geeft om zijn patiënt, tijd neemt om hem te begrijpen en alles doet om hem op de best mogelijke manier te behandelen, met de biomedische technologie die beschikbaar is. Het beroep van arts wordt finaal stresserender dan ooit.

Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder 4


DOORGELICHT

Rkia onderging een borstreconstructie na borstkanker. Samen met een groep ex-kankerpatiënten en zorgverle­ ners van het UZA en AZ Monica nam ze na negen maan­ den voorbereiding deel aan de Zwintriathlon in Knokke op 7 september.

Borstreconstructie met eigen weefsel voor meer vrouwen haalbaar Bij een borstreconstructie heeft een vrouw de keuze tussen implantaten of reconstructie met eigen weefsel. Veel vrouwen kiezen voor de laatste optie. Borstreconstructies met eigen weefsel geven een natuurlijker resultaat en er is ook een lager risico op complicaties in de toekomst, waardoor minder heroperaties nodig zijn. Keerzijde: een borst reconstrueren met eigen weefsel is complexer, duurt langer en kost meer. Het ziekenfonds betaalde tot nog toe niet alles terug. Gelukkig wordt een betere terugbetaling voorzien in de toekomst, waardoor patiënten zelf minder dienen te betalen. De regeling geldt voor patiënten met borstkanker of patiënten die een verhoogd risico op borstkanker lopen en hun borsten preventief moeten laten verwijderen. Om het bewustzijn en de toegang tot reconstructieve borstingrepen te bevorderen, wordt jaarlijks wereldwijd BRA-day (Breast Reconstruction Awareness) georganiseerd.

Meer info over de informatiesessies op www.antwerpbraday.be

5 5


KORT

5

LEVENS­LOOP Solidair met

kankerpatiënten Op 8 en 9 oktober nemen medewerkers van het UZA deel aan de Levensloop in Fort V in Edegem, een initiatief van de Stichting tegen Kanker. Ze lopen, stappen en bewegen 24 uur lang samen om de moed van mensen met kanker vieren , diegenen te herinneren die aan kanker overleden en samen te strijden tegen de ziekte. In het hele land worden dergelijke levenslopen georganiseerd, op verschillende momenten. Een levensloop is niet competitief en voor iedereen toegankelijk. Elk team bepaalt zelf wie wanneer en hoe lang loopt of stapt. De bedoeling is om elkaar af te lossen en zo samen gedurende 24 uur te bewegen. Per persoon betaal je 10 euro inschrijvingsgeld. Op 20 oktober vindt ook de jaarlijkse Dag tegen Kanker plaats. Heel wat Vlamingen tonen die dag hun medeleven en verbondenheid met kankerpatiënten door een geel lintje te dragen. Ook in het UZA gaat de Dag tegen Kanker zeker niet ongemerkt voorbij. Meer over de Levensloop: www.levensloop.be Meer weten over de Dag tegen Kanker? www.komoptegenkanker.be 6

sterren – de hoogste ranking – kreeg de dienst radiologie van het UZA van EuroSafe Imaging, een Europese organisatie die de kwaliteit en veiligheid bij medische beeldvorming promoot. De hoeveelheid straling bij scans en andere medische beelden beperken, is voor het UZA dan ook een topprioriteit. Zo werkt de dienst radiologie met het softewareprogramma DoseWatch®, waardoor onder meer de stralingsdosis bij een hersenscan met maar liefst 42 % daalde.

Uitwaaien

in Zierikzee

Na een periode van ziekte en revalidatie zijn vrouwen die borstkanker overwonnen wel toe aan ontspanning, vinden ze bij de borstkliniek en de dienst oncologie van het UZA. Daarom organiseren de diensten elk jaar een weekend in Zierikzee voor alle vrouwen die een revalidatieprogramma achter de rug hebben. ‘Toen ik voor het eerst over de uitstap hoorde, was ik nog volop in behandeling’, vertelt Martina Goethals. ‘Weer gezond zijn, plezier maken, verder gaan met je leven, het leek op dat moment onmogelijk. Pas toen ik de fotoboeken vol lachende vrouwen zag, kon ik weer geloven in betere tijden. Intussen heb ik zelf zo’n weekend achter de rug, en het was prachtig. Hopelijk kan ons fotoboek op zijn beurt lotgenoten een hart onder de riem steken.’

Dagziekenhuis voor

kinderen geopend Op 5 september is in het UZA een afdeling kortverblijf en dagziekenhuis kindergeneeskunde geopend, te bereiken via route 23. Op die afdeling werken dezelfde artsen en verpleegkun-

‘Ik kan nog altijd niet geloven dat ik dit gedaan heb!’


Meldpunt voor zeldzame ziekten

Omdat alleen fictieve artsen als dr. House altijd meteen de juiste diagnose kunnen stellen, heeft het UZA sinds kort een meldpunt zeldzame ziekten. ‘Wanneer artsen niet goed weten welke zelden voorkomende aandoening hun patiënt heeft, kunnen ze naar de website van het UZA surfen en een vragenlijst invullen’, legt prof. dr. Geert Mortier uit. ‘Een team van gespecialiseerde artsen geeft dan advies. Let wel: het moet om een zeldzame ziekte gaan die verschillende organen aantast en niet om een zeldzame longziekte bijvoorbeeld, waarbij de patiënt gewoon naar de longspecialist kan worden doorverwezen.’

digen als in het Moeder- en kindcentrum. Op die manier zien onze jongste patiëntjes zo vaak mogelijk dezelfde vertrouwde gezichten. Er zijn in de nieuwe afdeling zes tweepersoonskamers en acht eenpersoonskamers, waarvan twee met de mogelijkheid van monitoring. Meer weten? www.uza.be/moederenkindcentrum

Rkia Chennouf is een van de twaalf ex-kankerpatiënten van het UZA en AZ Monica die op 7 september deelnamen aan de Zwintriathlon. Alle twaalf haalden ze de eindmeet, samen met hun buddies. Een hele straffe prestatie! Meer nieuws over het UZA? facebook.com/ UniversitairZiekenhuisAntwerpen twitter.com/UZAnieuws

Meldpunt zeldzame ziekten: www.uza.be/vragenlijst-meldpuntvoor-zeldzame-ziekten

Unieke database

verzamelt ­­ DNA-variaties Welke gevolgen hebben bepaalde DNA-afwijkingen bij ongeboren baby’s op de latere ontwikkeling van die kinderen? Om dat beter te kunnen inschatten, werd onder leiding van het UZA een prenatale databank opgericht. Daarin worden alle gegevens bijgehouden van DNA-variaties die aan het licht komen tijdens zwangerschapstesten. ‘Sinds 2013 voeren we bij de vruchtwaterpunctie en de vlokkentest standaard een micro-arraytest uit’, legt dr. Joke Muys uit. ‘Die brengt veel meer afwijkingen aan het licht dan de vroegere testen. Van sommige DNA-varianten weten we niet zeker wat ze betekenen. We bewaren daarom alle gegevens en volgen de kinderen goed op om te zien hoe ze zich verder ontwikkelen. De gegevens worden aangevuld door alle Belgische universitaire centra voor medische genetica, met als resultaat dat we intussen zo’n 1650 DNA-varianten hebben verzameld. Dat betekent meteen ook dat we in België in wereldperspectief een unieke prenatale database bezitten.’ Meer info: Prenatale diagnose, T 03 821 33 50 7


MEDISCH

Zorg op maat voor

The show Veel kunstenaars kampen vroeg of laat met blessures. Omdat ze vaak moeilijk de juiste medische hulp vinden, start het UZA in overleg met de Universiteit Antwerpen het medisch expertisecentrum Antwerp HeArts.

V

incent Hepp (36) kan als violist en altviolist bogen op een indrukwekkende internationale carrière. Een aantal jaar geleden had hij een licht auto-ongeval. ‘Pas na een tweetal weken merkte ik dat er iets mis was’, vertelt Hepp. ‘Ik kreeg last van een peesontsteking aan beide polsen en moest stoppen met spelen. Gelukkig kwam ik bij een goede kinesitherapeut-osteopaat terecht: na twee à drie sessies was ik weer oké. Sindsdien ga ik veel bewuster om met mijn lichaam.

8


Prof. dr. Nathalie Roussel

1

Prof. dr. Jan Gielen

2

Dr. Trees Dooms

3

Praktisch

kunstenaars

Antwerp HeArts: ­behandeling en preventie

must go on? Ik doe oefeningen en hecht veel belang aan een goede opwarming voor de repetities. Rondom mij zie ik veel collega’s met overbelastingsletsels. Muzikanten die er na tien of vijftien jaar de brui aan moeten geven, zijn geen uitzondering. Muziek spelen op hoog niveau is in feite topsport. Je gebruikt steeds dezelfde spieren, elke dag uren aan een stuk. Uiteraard is dat niet goed voor je lichaam.’

Eén adres voor alle kunstenaars Prof. dr. Nathalie Roussel, docente revalidatiewetenschappen aan de UAntwerpen, doet al jaren onderzoek naar gezondheidsproblemen bij kunstenaars en is een van de drijvende krachten achter Antwerp HeArts. ‘Overbelasting is in de artistieke wereld schering en inslag: nek- en schouderklachten bij violisten, lagerugpijn bij dansers, stemproblemen bij acteurs en zangers … En muzikanten kunnen gehoorschade ontwikkelen.’ Maar ook beeldende kunstenaars of circusartiesten bijvoorbeeld, krijgen met klachten te maken. Er bestaat wel gespecialiseerde hulp, maar die is vaak beperkt, niet gekend of versnipperd. ‘Vandaar het idee om

een multidisciplinair centrum op te richten waarin we alle expertise bundelen. Antwerp HeArts werkt als medisch expertisecentrum samen met het recent opgerichte Antwerp Research Institute for the Arts (ARIA), waarin de opleidingen voor hogere kunsten van de UAntwerpen de krachten bundelen. Mede-initiatiefnemers zijn prof. dr. Paul Van Royen, huisarts en decaan van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de UAntwerpen en prof. dr. Jan Gielen, medisch coördinator van SPORTS’, zegt Roussel. Het aanspreekpunt van Antwerp HeArts bevindt zich op dezelfde locatie als SPORTS, het multidisciplinair sportmedisch centrum van het UZA dat werd opgericht in 2007. Maar het vormt wel een aparte entiteit. ‘SPORTS heeft uitgebreide ervaring met de preventie en multidisciplinaire behandeling van sportgebonden letsels. Dit initiatief ligt dan ook helemaal in de lijn van onze activiteiten en is voor ons een belangrijke nieuwe uitdaging’, aldus Gielen. Het centrum werkt nauw samen met huisartsen, kinesitherapeuten, logopedisten en andere specialisten en ziekenhuizen. De bedoeling is

dat het een zenuwcentrum wordt voor medische problemen bij kunstenaars. De patiënten worden behandeld in het UZA zelf of worden snel en gericht doorverwezen naar andere experten. Daarnaast houdt Antwerp HeArts zich ook bezig met preventie van klachten, wetenschappelijk onderzoek en opleiding en vorming.

‘Altijd wel iemand out’ Ook in de danswereld zijn blessures vaste prik. Alain Honorez (37), internationaal gerenommeerd danser en onder meer actief als gast-principal bij het Ballet Vlaanderen, ziet dat elke dag. ‘Als je werkt in een groep met vijftig dansers, zijn er altijd wel een aantal dansers out door overbelastingsletsels of blessures. Zelf heb ik als jonge danser een paar keer pech gehad. Als zestienjarige heb ik maanden een korset moeten dragen na een breuk in een lage ruggenwervel. En als jonge twintiger heb ik meer dan een jaar met mijn enkelgewricht gesukkeld na een ongelukkige landing. Uiteindelijk moest ik worden geopereerd. Ook mentaal was dat een zware periode: ik was immers jong en ik wilde niets missen.’ ➝

Zowel beroeps- als hobbykunstenaars die chronische of acute klachten krijgen die met hun kunstactiviteit te maken hebben, kunnen bij Antwerp HeArts terecht. Ze kunnen ook preventief advies krijgen. Zo kunnen muzikanten en dansers hun houding laten analyseren in het multidisciplinair bewegingslabo. De kunstenaars kunnen rechtstreeks contact opnemen met Antwerp HeArts, waarna ze via een triage­systeem snel en gericht worden doorverwezen. Afhankelijk van het probleem kan dat naar de spoed, een specialist of een andere zorgverlener zijn, bijvoorbeeld een kinesitherapeut of logopedist. Is het niet meteen duidelijk door wie de patiënt het best wordt geholpen, dan kan hij op raadpleging gaan bij dr. Trees Dooms van Antwerp HeArts of bij een van de sportartsen, of wordt er voorgesteld om contact op te nemen met de huisarts.

9


MEDISCH

Danser Alain Honorez: ‘Als je werkt in een groep met vijftig dansers, zijn er altijd wel een aantal out door overbelastingsletsels of blessures.’

Kunstenaars zoeken vaak te laat hulp, onder meer doordat letsels min of meer taboe zijn. Dat ondervindt ook Hepp. ‘De meeste muzikanten zijn freelancers. Iemand die blessuregevoelig is, riskeert minder te worden gevraagd. Dus je begrijpt dat er weinig over kwalen wordt gepraat.’ Ook de typische bevlogenheid van de kunstenaar speelt een rol. Honorez: ‘Als danser drijf je jezelf tot het uiterste. Al sinds onze schooltijd zijn we gewend pijn te verbijten. Zelf heb ik elke dag wel ergens last. Maar je onderdrukt dat, voortgestuwd door de adrenaline. Ik zoek pas hulp als ik denk: dit is geen banale pijn meer.’

Weer alles doen? Kunstenaars zoeken vaak te laat hulp.

Uiteraard kunnen kunstenaars ook naar een gewone arts of kinesi– therapeut. Die hebben echter niet altijd oog voor hun specifieke situatie. Een zanger met acute stemproblemen bijvoorbeeld,

kan geen drie weken wachten op een afspraak. ‘Bovendien kan een gewone arts niet altijd goed inschatten waar wij mee bezig zijn’, vindt Honorez. ‘Een specialist kan zes weken na een knieoperatie tegen zijn patiënt zeggen dat die ‘alles weer mag doen’, maar voor een professionele balletdanser ligt dat vaak anders. De bewegingen die wij maken, zijn van een ander kaliber dan gewoon lopen of springen.’ Antwerp HeArts trok als arts dr. Trees Dooms aan. ‘Als arbeidsgeneesheer is zij gespecialiseerd in chronische spier- en gewrichtsletsels bij kunstenaars en muzikanten in het bijzonder’, zegt prof. dr. Jan Gielen. ‘Daarnaast werken we nauw samen met de diensten fysische geneeskunde, orthopedie, neus-keel-oor, neurologie en radiologie van het UZA en het Centrum voor Huisartsengeneeskunde en de dienst voor arbeids-

geneeskunde van de UAntwerpen. En er is een goede samenwerking met diverse kinesitherapeuten en zorgverleners buiten het UZA.’ Het is belangrijk dat de kunstenaar bij de juiste zorgverlener terecht komt, beklemtoont Roussel nog. ‘Veel muzikanten hebben bijvoorbeeld last van nekpijn en oorsuizen. Wij werken samen met een kinesitherapeut die daarin gespecialiseerd is. Maar niet iedereen heeft daar weet van.’ Hepp en Honorez zijn ervan overtuigd dat er nood is aan een centrum als Antwerp HeArts. Hepp: ‘Kunstenaars vinden niet altijd de weg naar gespecialiseerde hulp. Terwijl het net cruciaal is dat we een exacte diagnose en specifiek advies krijgen. Hoe lang moet je rusten? Betekent totale rust ook echt totale rust? En hoe voorkomen dat je hervalt? We hebben nood aan de juiste antwoorden, maar krijgen die nu niet altijd.’

Wetenschappelijk onderzoek

Goede controle, minder klachten Antwerp HeArts wil het wetenschappelijk onderzoek naar lichamelijke klachten bij kunstenaars verder uitbouwen. Prof. dr. Nathalie Roussel deed onderzoek naar de bewegingscontrole bij dansers van het Antwerpse

INFO 10

conservatorium. Daaruit bleek dat dansers met een minder goede controle veel meer risico op klachten hebben dan collega’s met een goede controle van beweging.Door op die controle te trainen, kunnen ze het risico

Antwerp HeArts, T 03 821 42 02

op lagerugpijn verminderen. Roussel: ‘Momenteel loopt er ook een doctoraatsstudie waarbij de controle van bewegingen bij de performers van Jan Fabre wordt onderzocht. Dat gebeurt in het multidisciplinair

bewegingslabo M²OCEAN van het UZA.’ Eerder deed ze ook al onderzoek naar de mechanismen van schouderpijn bij violisten. Ze ging meer bepaald het effect van stress en fysieke activiteiten op de pijn na.


Meest voorkomende

gezondheidsklachten bij kunstenaars

25% gehoorproblemen 3

22% hoofdpijn 3

Dansers

94 %

raakt in de loop van zijn of haar ­carrière gekwetst.1

68% spieren en gewrichten 3

Muzikanten

13% à 34%

84 %

lage rug 1

ondervindt in de loop van zijn of haar carrière klachten die het spelen of repeteren onmogelijk maakt. Schouder- en nekpijn of problemen met handen of armen komen het vaakst voor.2

knieën of heupen 1

1. Onderzoek Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, Universiteit Antwerpen 2. Musculoskeletal Pain and Injury in Professional Orchestral Musicians in Australia, Bronwen Ackermann 3. Enquête bij 157 beroepsmuzikanten uit klassieke o­ rkesten in Vlaanderen en Brussel

20% à 50% enkels of voeten 1

Antwerp

HeArts

HEALTHCARE FOR ARTISTS

Antwerp HeArts focust op

Netwerk

1

2

Antwerp HeArts vormt het centrum van een netwerk van specialisten.

De best mogelijke zorg voor kunstenaars met klachten

Kunstenaars helpen om klachten te voorkomen

3 Meer kennis en inzicht via wetenschappelijk onderzoek, opleiding en vorming

Contact T 03 821 42 02

11


MEDISCH

1

2

3

4

5

1

Laura Kierkels

2

Veerle Schoeters

3

Paulien Balieu

4

Marina Piessens

5

Hella Strybol

Na twee weken komen

De stomaverpleegkundigen van het UZA helpen

de patiënten terug op de stomaraadpleging.

patiënten om met hun stoma weer een normaal leven te leiden. ‘Niets zo fijn als een patiënt die komt vertellen dat hij of zij voor het eerst weer op vakantie gaat.’

Naar huis met een stoma Stomazorg biedt hulp en steun

Z

al ik nog gewone kleren kunnen dragen? Kan ik met een stoma gaan zwemmen? En hoe moet je zo’n stoma vervangen? Deze en 101 andere vragen flitsen door het hoofd van patiënten als het woord stoma valt. Stomaverpleegkundigen Paulien Balieu, Laura Kierkels, Marina Piessens en Hella Strybol loodsen hen door die moeilijke eerste periode met de nodige begeleiding én menselijke steun. Ze volgden daarvoor een opleiding bij Vlas, kort voor Vlaamse Stoma, Incontinentie en Fistelverpleegkundigen. Een stoma is vaak het gevolg van een operatie voor darmkanker. Maar ook patiënten met bijvoorbeeld blaaskanker, een chronische darmziekte of een aangeboren darmafwijking, kunnen een stoma nodig hebben, al dan niet tijdelijk. Soms ziet de stomaverpleegkundige de patiënten al voor hun operatie. Maar het leeuwendeel van de

INFO 12

begeleiding gebeurt achteraf. ‘Ook al hebben de meeste stomapatiënten vooraf te horen gekregen dat ze misschien een stoma zullen krijgen, de meesten duwen die gedachte weg. Daardoor zijn ze vaak overdonderd als ze met een stoma wakker worden’, zegt Veerle Schoeters, hoofdverpleegkundige van de dienst abdominale heelkunde.

Alles bespreekbaar Voor de patiënten weer naar huis gaan, komt de stomaverpleegkundige uitleg geven over de stoma en de verzorging ervan. Dat neemt gemakkelijk een uur in beslag en ook de partner wordt betrokken. Hella: ‘We laten zien hoe alles in zijn werk gaat en geven een brochure en stomamateriaal mee. Ook voeding en andere praktische zaken komen aan bod. En we raken ook al voorzichtig thema’s aan die later belangrijk kunnen zijn, zoals problemen rond seksualiteit of zelfbeeld. Zo

Dienst abdominale, kinder- en reconstructieve heelkunde, T 03 821 33 30

weten de patiënten dat ze ook die dingen bij ons kunnen aankaarten.’ De eerste weken na het ontslag komt een thuisverpleegkundige de stoma verzorgen. Na twee weken komen de patiënten terug op de stomaraadpleging. Als er problemen zijn, wordt er naar een oplossing gezocht. Veel patiënten maken vroeg of laat ongemakken mee, zoals huidirritatie of lekkages. Met het enorme aanbod aan materiaal en hulpmiddelen is daar altijd wel een oplossing voor, al vraagt het soms geduld en zoekwerk.

Huwelijksjubileum Veerle: ‘Het fijne is dat de stomaverpleegkundige echt tijd kan maken voor de patiënten. Ze luistert naar hun vragen, speelt in op eventuele angsten, beantwoordt vragen van de familie …’ Ook als er later problemen opduiken, zijn de patiënten altijd welkom op de stomaraadpleging.


Marina: ‘We krijgen heel uiteenlopende vragen. Ik had eens een patiënte die met mij het menu voor haar huwelijksjubileum wilde o ­ verlopen, omdat ze vreesde dat ze niet alles kon eten.’ Bij acute problemen kunnen patiënten een afspraak maken voor een dringende raadpleging of melden ze zich via de spoed. De stomazorg is een multidisciplinair gebeuren: de stomaverpleegkundigen, artsen, thuisverpleegkundige, huisarts en bandagist nemen allemaal een stukje van de begeleiding op zich en werken nauw samen. Ook de diëtisten, dermatologen en de wondzorgverpleegkundige van het UZA worden er regelmatig bij betrokken. ‘En uiteraard nemen ook de andere verpleegkundigen van het UZA een belangrijk deel van de dagelijkse stomazorg op zich. Alleen bij specifieke vragen of problemen springt de stomaverpleegkundige bij’, zegt Veerle.

Een perfect normaal leven Het team probeert de patiënten zo zelfredzaam mogelijk te maken. Dat lukt niet altijd. Een hoogbejaarde patiënt bij wie er voordien al een thuisverpleegkundige kwam, is wellicht niet in staat om het allemaal zelf te leren. ‘Maar net zo goed zien we mensen die hun verzorging vanaf de eerste dag in eigen handen willen nemen’, aldus Laura. ‘We proberen onze patiënten zo ver te krijgen dat ze zich zeker voelen met hun stoma, dat ze probleemloos de deur uit gaan en weer hun normale leven oppikken. Niets zo fijn als een patiënt die komt vertellen dat hij of zij voor het eerst weer op reis gaat.’ ‘We beklemtonen dat je met een stoma perfect een normaal leven kunt leiden’, vult Paulien aan. ‘Ook stomapatiënten kunnen nog een bad nemen, zwemmen, sporten … Weliswaar met de nodige aanpassingen, maar het kan echt wel.’ 

Filmpje rond stomazorg Stomaverpleegkundigen Paulien Balieu en Hella Strybol maakten een informatief filmpje voor stoma­ patiënten, met heldere uitleg van de abdominaal chirurgen en de stomaverpleegkundigen. Een patiënt toont hoe je een stoma precies verzorgt. U kunt het filmpje bekijken op www.uza.be (zie ‘onderzoeken en behandelingen’, onder ‘nazorg’).

13


UITGEDOKTERD

Van traditionele naar gezamenlijke zorg

‘ Arts en patiënt hebben allebei expertise’ De relatie tussen arts en patiënt is de laatste decennia ingrijpend veranderd. De tijd van ‘meneer doktoor’ en de onmondige patiënt is definitief voorbij. Prof. dr. Filip Van Den Eede, medisch coördinator van de dienst psychiatrie, schetst het nieuwe model van ‘gezamenlijke zorg’.

14

De relatie tussen arts en patiënt heeft een enorme evolutie doorgemaakt. Het traditionele model heeft plaatsgemaakt voor ‘gezamenlijke zorg’. Wat whoudt dat in? ‘De kern is dat elk zijn expertise heeft en daarin erkend wordt. De arts is de medische expert, maar de patiënt heeft als ervaringsdeskundige ook expertise, met name over zijn ziekte en over zichzelf. De patiënt wordt in de gezamenlijke zorg meer betrokken bij zijn behandeling, krijgt de nodige informatie en bepaalt zelf zoveel mogelijk het einddoel van de behandeling. Tot hoe ver wil je je cholesterol of je diabetes geregeld zien? Hoe ver ben je bereid je

gedrag daarvoor aan te passen? Het is uiteindelijk de patiënt die dat moet bepalen. Als een patiënt bijvoorbeeld chemo weigert omdat voor hem vooral de kwaliteit van het leven telt, dan moet de arts dat respecteren. Het is een heel ander perspectief dan vroeger.’

Hoe komt het dat die ­verhouding zo veranderd is? ‘In onze maatschappij heeft het individu steeds meer autonomie gekregen en dat vertaalt zich ook in de gezondheidszorg. In België is dat heel duidelijk geworden met de wet op de patiëntenrechten in 2002. Een patiënt heeft recht op informatie, op een kopij van zijn dossier, enzovoort,


Prof. dr. Filip Van Den Eede, medisch coördinator dienst psychiatrie

maar een wilsbekwame patiënt heeft ook het recht om te beslissen over zijn behandeling. De wet was een echt keerpunt.’

Moet de arts zijn beleid dan volledig aanpassen aan de wensen van de patiënt? Ook al is dat medisch gezien geen goed idee? Vanuit zijn of haar expertise heeft een arts een idee over welke zorg een patiënt nodig heeft. Soms heeft de patiënt een andere opvatting. De arts moet die respecteren, maar zal ongezonde of disfunctionele opvattingen over de ziekte en de behandeling wel proberen veranderen. Ook dat gaat nu op een

andere manier. Vroeger ging een arts bepaalde dingen opleggen – stoppen met roken bijvoorbeeld. Terwijl dat veel beter lukt als een patiënt zelf overtuigd is van de noodzaak daarvan. Dus gaat een arts nu meer in dialoog. Hij gaat samen met de patiënt op zoek naar een intrinsieke motivatie en naar manieren om te stoppen met roken. Of hij geeft bijvoorbeeld meer informatie over waarom een medicijn op een bepaalde manier moet worden ingenomen, als de patiënt het vaak vergeet. Natuurlijk zijn er ook nog uitzonderingen. In acute situaties met een bewusteloze patiënt doet een arts wat nodig is. Het is vooral bij de behandeling van chronische ziekten bij beslissingsbekwame

patiënten dat gezamenlijke zorg van ­toepassing is.

Steeds meer ziekten zijn ­vandaag chronisch? Ook dat is een belangrijke factor in die evolutie. Steeds meer mensen leven met een chronische ziekte en moeten daarbij zelf hun behandeling in handen nemen. Denk maar aan thuisdialyse of de dagelijkse opvolging van diabetes. Dingen die vroeger niet denkbaar waren, zijn nu door wetenschappelijke en technologische vooruitgang wel mogelijk. Ook kanker kent meer en meer een chronisch verloop. HIV was nog niet zo lang geleden fataal. Vandaag kan je daar oud mee worden, maar het

Steeds meer mensen zijn chronisch ziek en nemen zelf hun behandeling in ­handen

➝ 15


UITGEDOKTERD

Arts en patiënt zijn samen verantwoordelijk voor het eindresultaat

vraagt wel discipline van de patiënt om de medicatie correct te nemen en zich te laten opvolgen.

De patiënt krijgt op die manier ook meer ­verantwoordelijkheden? Inderdaad. Vroeger vertelde de arts aan de patiënt wat te doen en nam daarmee ook de grootste verantwoordelijkheid op zich. Vandaag informeert de arts, maar beslist de patiënt, en delen ze dus de eindverantwoordelijkheid voor het resultaat. Als een patiënt een behandeling weigert, dan draagt hij ook de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van die keuze. De arts moet de patiënt dan wel blijven informeren. Een patiënt heeft overigens ook een verantwoordelijkheid naar de maatschappij toe, want heel wat behandelingen zijn duur. De maatschappij investeert veel in gezondheid, maar vraagt in ruil een verantwoordelijke en constructieve houding van de patiënt.

Er wordt heel wat verwacht van de patiënt, maar kan iedereen dat ook aan? Voorwaarde is dat de patiënt in staat is tot zelfmanagement: informatie kunnen verzamelen, medicatie juist kunnen gebruiken, symptomen kunnen inschatten, omgaan met de psychologische gevolgen, sociale steun zoeken, kunnen communice16

ren enzovoort. Niet iedereen kan dat even goed. De arts kan de patiënt daarbij helpen door hem probleem– oplossend gedrag en vaardigheden aan te leren. Daar komt ook het multidisciplinaire aspect van de zorg kijken. Bij heel wat ziekten krijgt de patiënt te maken met een heel team dat ondersteuning biedt, met bijvoorbeeld ook een psycholoog, verpleegkundigen die instaan voor educatie enzovoort. Ook patiëntenverenigingen spelen een steeds grotere rol en kunnen een belangrijke steun betekenen voor de patiënt.

Laten sommige patiënten de beslissing niet nog altijd het liefst over aan de arts? Ja, en ook dat moet je als arts respecteren. De wet op de patiëntenrechten laat daar ook ruimte voor – de patiënt heeft even goed het recht om bepaalde dingen niet te weten. De arts moet dat wel altijd goed documenteren in het medisch dossier. Vooral ouderen gaan nog vaker uit van het traditionele systeem, al wordt de flowerpowergeneratie nu ook ouder en die mensen staan dan weer meer op hun autonomie. We zijn actief in een voortdurend veranderende maatschappelijke context. Als arts moet je dus kunnen aanvoelen welke houding en welke aanpak het beste past bij je patiënt. Het traditionele model is in dat verband niet altijd het slechte model.

Van de artsen heeft het ook een aanpassing gevraagd? Zeker. Zelf heb ik mijn opleiding gedaan in de jaren 90 en ben ik sinds 1999 aan het werk als arts. Op relatief korte termijn is er veel veranderd. Artsen moeten op een andere manier communiceren met hun patiënten. Daar is in de opleiding nu ook meer aandacht voor. Artsen moeten nu ook veel meer documenteren. Je moet kunnen aantonen dat je al het nodige hebt verteld, hoe je de patiënt geïnformeerd hebt, enzovoort. Dat vraagt veel van artsen. Op de duur ben je soms meer bezig op je computer dan met je patiënt, dus ik verwacht nog wel een tegenbeweging op dat vlak.

Gezamenlijke zorg vraagt veel van patiënten en van artsen, maar wat is dan de grote ­meerwaarde? Ik denk dat het de kwaliteit van de zorg zeker ten goede komt. Door de patiënt goed te informeren en actief te betrekken in de behandeling, krijgt een patiënt echt zorg op maat. Zeker als dat gebeurt binnen een multidisciplinaire samenwerking met overleg tussen verschillende artsen en disciplines en er ook aandacht is voor psychologische en sociale factoren. Dat merk je goed bij het multidisciplinaire overleg bij oncologie. Dat betekent een enorme meerwaarde voor de kwaliteit van de zorg. 


MEDISCH

Dr. Fabienne Marchau, kindercardiologe

1

Dr. An Van Berendoncks, cardiologe

2

1

2

Aangeboren hartafwijkingen

Nieuw zorgplatform De dienst cardiologie heeft er een groep patiënten bij: kinderen met aangeboren hartafwijkingen die intussen de volwassen leeftijd hebben bereikt. Om ze aangepaste zorg te bieden, bouwde het UZA een nieuw platform uit.

D

e chirurgische en interventionele behandeling van hartproblemen bij kinderen is de laatste decennia spectaculair verbeterd’, zegt dr. Fabienne Marchau, kindercardiologe. ‘Vijftig jaar geleden stierven deze patiëntjes vaak nog op jonge leeftijd als gevolg van aangeboren hartafwijkingen. Vandaag overleeft meer dan 90 % de kinderleeftijd.’ ‘Tot voor kort werden die volwassen patiënten nog altijd behandeld door de kindercardio-

INFO

logen. Maar het besef groeide dat die GUCH – de grown ups with congenital heart disease, zoals ze in de medische wereld heten – beter door volwassenencardiologen met een specifieke opleiding konden worden begeleid’, gaat dr. Marchau voort. ‘Als jongvolwassenen hebben ze advies nodig bij risico’s als roken, drinken, sporten, jobkeuze, zwangerschap … Dat zijn domeinen waar kindercardiologen minder in gespecialiseerd zijn.’ De overgang van de kindernaar de volwassen cardiologie

vraagt wel een grote aanpassing van de patiënten. Dr. Marchau: ‘Bij de kindercardiologie zijn de ouders nog sterk betrokken, bij de volwassen cardiologie dragen de patiënten zelf de verantwoordelijkheid. Jongvolwassenen moeten zelf leren inzien wat hun probleem is, op welke alarmsignalen ze moeten letten, wat hun beperkingen, maar ook wat hun mogelijkheden zijn – we willen ze geen angst aanjagen.’

Overgang vanaf 14 jaar Om de overgang vlotter te laten verlopen, zetten de kindercardiologen in samenwerking met de cardiologen een transitieplatform op. ‘Vanaf de leeftijd van 14 jaar organiseren we gezamenlijke raadplegingen. Wanneer we zien dat de patiënten daar klaar voor zijn, kunnen ze overgaan naar de afdeling voor volwassenen’, zegt cardiologe dr. An Van ­Berendoncks. ‘Dat kan op hun

16de zijn, maar ook vroeger of later, afhankelijk van hun mentale rijpheid, de complexiteit van hun probleem … Het is heel belangrijk dat de continuïteit van zorg verzekerd blijft en dat deze groep patiënten verder wordt opgevolgd.’ Anderzijds moeten ook de cardiologen zich aanpassen aan deze nieuwe groep van patiënten. Dr. Van Berendoncks: ‘De GUCH-patiënten vormen een nieuwe diverse groep met vaak complexe problemen en specifieke aandachtspunten, doordat de aangeboren hartaandoening en de afwijkingen die ermee s­ amenhangen bovenop de klassieke risico’s voor cardiovasculaire problemen op volwassen leeftijd komen. We volgen daarom een speciale opleiding die ons beter voorbereidt op deze groep patiënten. Zo kunnen we de verbeterde ­overleving en levenskwaliteit ook op volwassen leeftijd voortzetten.’ 

Dienst cardiologie T 03 821 35 71, dienst kindercardiologie T 03 821 32 51

17


ADVERTENTIE

Opgelet voor valpartijen!

Voorkom valpartijen met enkele eenvoudige maatregelen! Patiënten lopen soms risico op vallen omdat ze lang in bed liggen, slecht te been zijn, medicatie gebruiken ... Voorkom valpartijen met deze tips: • Maak gebruik van de rolstoelen en zitplaatsen • Draag gesloten pantoffels of schoenen en vermijd loshangende kledij • Houd uw bril bij u • Leg zoveel mogelijk dingen binnen handbereik • Vermijd rommel op de vloer • Zorg voor voldoende licht • Vraag hulp als u slecht te been bent

TIP: Bent u de voorbije 6 maanden gevallen? Denkt u dat u makkelijk zou kunnen vallen? Meld het ons!

m


maguza oktober 2016

Zorgmagazine van het UZA

www.maguza.be – UZAnieuws UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Alles onder controle? Incontinentie bij mannen is een miskend, maar een veel voorkomend probleem. Met zijn uitgebreide aanbod aan chirurgische en andere behandelingen kan de dienst urologie 80 % van de patiënten van hun probleem af helpen. En dankzij een nieuwe robotoperatie herwinnen patiënten na een prostaatingreep veel sneller de controle over hun blaas.

DOSSIER UROLOGIE 19


DOSSIER UROLOGIE

DIENST UROLOGIE 

WIE? Het team van de dienst urologie bestaat uit urologen, kinesitherapeuten, een oncologisch trajectbegeleidster, verpleegkundigen en secretariaatsmedewerkers.

WAT? Belangrijke specialisaties zijn • functionele urologie (incontinentie- en blaasledigingsproblemen, neurologische blaasaandoeningen en reconstructie), • robotchirurgie, • de behandeling van urologische kankers, • kinderurologie • en problemen van het kleine bekken, die worden behandeld in de Klein Bekken Kliniek.

NIEUW? De dienst biedt sinds kort als eerste centrum in de Benelux de Bocciardi-techniek aan, een robotingreep voor prostaatkanker waarmee de patiënt veel sneller de controle over zijn blaas herwint.

CONTACT Dienst urologie, T 03 821 33 68, www.uza.be/urologie

20

Ongeveer een op de tien mannelijke veertigplussers heeft last van incontinentie. Het taboe daarrond is nog groter dan bij vrouwen. Nochtans kan het probleem bij vier op vijf patiënten worden verholpen.

M

ensen zien incontinentie vaak als een vrouwenzaak. Ten onrechte. ‘Hoewel vrouwen inderdaad veel vaker worden getroffen, komt het ook bij mannen veel voor’, zegt prof. dr. Stefan De Wachter, diensthoofd urologie. ‘Een Europese studie uit 2013 toont aan dat tussen 7 en 16 % van de mannen tussen 40 en 79 jaar last heeft van matige tot ernstige incontinentie. Hoe ouder, hoe hoger het percentage. Zo lijdt van de 75-plussers


Prof. dr. Stefan De Wachter, diensthoofd urologie

Hulp zoeken helpt

Incontinentie bij mannen een op de drie aan ongewild urineverlies. Slechts een op de vier patiënten zoekt medische hulp. Het taboe is immers groot en velen denken ook dat het erbij hoort, omdat mannen nu eenmaal vaak problemen krijgen met hun prostaat. Ook de angst om na een urologische ingreep impotent te worden, speelt mee. Al is die vrees volledig onterecht.’

Van nadruppelen tot te laat komen Net als bij vrouwen zijn er diverse vormen van incontinentie, die soms tegelijk voorkomen. De meest frequente vorm bij mannen is nadruppelen: na het toiletbezoek is er nog urineverlies. ‘Dat kan gaan om een behoorlijke hoeveelheid’, legt De Wachter uit. ‘Het is dus zeker geen klein probleem. De oorzaak is niet helemaal duidelijk. Mogelijk komt het doordat er met het ouder worden kleine plooien in het plaskanaal ontstaan waarin urine achterblijft.’ Op de tweede plaats komt bij mannen urgentie- of aandrang­ incontinentie: de blaas trekt dan samen nog voor ze helemaal

gevuld is. Die persoon moet dan zo dringend naar het toilet dat hij soms te laat komt. Soms hangt dat probleem samen met een vergrote prostaat. Daarnaast is er ook inspannings­ incontinentie, waarbij er urine­ verlies is tijdens het niezen, hoesten, lachen of tillen. Die kwaal komt bij mannen bijna alleen voor na zenuwbeschadiging, heel vaak als gevolg van een prostaatoperatie. 10 tot 20 % van de patiënten die worden geopereerd voor prostaatkanker, ontwikkelt ongewild urineverlies. Ook de bestraling richt soms schade aan. Ten slotte is er ook nog overloopincontinentie: die ontstaat als mannen hun blaas niet meer goed kunnen ledigen, vaak door prostaatproblemen of veroudering van de blaas.

Zenuwbanen stimuleren De diagnose wordt meestal gesteld op basis van het verhaal van de patiënt en een aantal eenvoudige onderzoeken. Afhankelijk van het precieze probleem zijn diverse behandelingen mogelijk. Zowat 80 % heeft na de juiste behandeling geen last meer van urineverlies,

bij de anderen is er bijna altijd een belangrijke verbetering mogelijk. Tegen aandrangincontinentie helpt vaak blaasontspannende medicatie, die de overprikkeling tegengaat. Helpt dat niet genoeg, dan is sacrale neuromodulatie een volgende optie: daarbij geeft een

Maar een op vier patiënten zoekt medische hulp

elektrode, aangestuurd door een ingeplante pacemaker, impulsen aan de zenuwen in het heiligbeen, vandaar ‘sacrale’ neuromodulatie. Door de stimulatie worden al te sterke signalen vanuit de blaas getemperd. De Wachter: ‘Intussen bestaan er nieuwe vormen van sacrale neuromodulatie. Zo testen we een behandeling waarbij er een zenuw in de enkel wordt gestimuleerd. Die zenuw eindigt op

dezelfde plaats in het ruggenmerg als de zenuwbanen uit de blaas. We stimuleren via een naaldprik door de huid of door een elektrode onder de huid te plaatsen. In het laatste geval draagt de patiënt elke dag een paar minuten een kous van waaruit prikkels worden doorgegeven. Wij zijn wereldwijd het enige centrum dat die therapie aanbiedt, zij het voorlopig alleen in het kader van een studie.’ Een andere therapie zijn inspuitingen in de blaas met botulinetoxine , zeg maar Botox, om de blaaswerking af te remmen. ‘Dankzij al die behandelingen kunnen we 90 % van de patiënten met aandrangincontinentie helpen’, zegt De Wachter.

Geen behandeling? Wel oplossing Tegen nadruppelen is medisch gezien niet veel te beginnen. ‘We kunnen hooguit de plasstraal krachtiger maken met medicatie die de prostaat ontspant’, aldus De Wachter. ‘Soms is ook een operatie om het binnenste van de prostaat te verwijderen zinvol. Daarnaast bestaan er trucjes, ➝ 21


DOSSIER UROLOGIE

De kunstsluitspier is een siliconen ring

blaas

rond het plaskanaal. De patiënt kan die

reservoir

open- of toezetten met een pompsysteem dat in de balzak wordt ingeplant.

prostaat endeldarm

urinebuis pompsysteem

➝ zoals het plaskanaal zelf verder leeg duwen met de vingers. Bij anderen helpt kinesitherapie om te leren zich beter te ontspannen.’ Ook tegen overloopincontinentie bestaan er oplossingen. Als de blaas niet meer goed werkt, wordt eerst nagegaan of dat te verhelpen is. Soms kan de uitgang ter hoogte van de prostaat worden verbreed. Andere patiënten leren om hun urine te verwijderen via een sonde. Of ze krijgen een permanente sonde, verbonden met een opvangzakje of met een afsluitsysteem.

Incontinentie kan de levenskwaliteit sterk ­beïnvloeden

Bij inspanningsincontinentie is de eerste behandeling kinesi­ therapie. ‘De patiënten leren dan onder meer om hun bekken­ bodem beter te gebruiken. Als de incontinentie het gevolg is van een prostaatoperatie, zorgt die therapie ervoor dat de patiënten sneller de controle over hun blaas 22

ring rond het plaskanaal

herwinnen. Bovendien halen we zo degenen die incontinent zullen blijven, er vroeger uit’, licht De Wachter toe. De volgende mogelijke stap is een operatie, met als gouden standaard de kunstsluitspier. De Wachter: ‘We leggen dan een siliconen ring rond het plaskanaal. De patiënt kan die open- of toezetten met een pompsysteem dat in de balzak wordt ingeplant. Die ingreep heeft succes bij 80 à 90 % van de patiënten. Nadeel is wel dat je met die ring geen lange fietstochten kunt maken.’ Minder ingrijpend is de zogenaamde male sling, een prothese die onder het plaskanaal wordt gelegd. Die ingreep heeft als voordeel dat de patiënt niet telkens op een knopje moet duwen om te plassen. 65 tot 80 % is ermee geholpen. De ingreep helpt wel niet bij de meest ernstige vormen van incontinentie en wordt in België niet terugbetaald. De Wachter beklemtoont nog dat elke patiënt volledig zelf beslist welke behandeling hij ziet zitten. ‘Incontinentie ­beïnvloedt sterk de levenskwaliteit, maar is geen levensbedreigende a­ andoening. Het is dus helemaal aan de patiënt om te beslissen hoe ver hij wil gaan in de ­behandeling.’ 

Willy (77) kreeg een kunstsluitspier

‘Ik heb mijn leven terug’ Willy werd incontinent na een operatie voor prostaat­kanker. ‘Ik voelde niet meer dat ik moest plassen. Als ik iets dronk en nadien rechtstond, had ik keer op keer een natte broek, ondanks incontinentie­ materiaal. Buitenshuis had ik altijd een extra broek en luier bij me, maar zoiets is enorm vernederend tijdens een bezoek of op een terrasje. Zes jaar lang zat ik als het ware in mijn huis opgesloten. Mijn vrouw en ik nodigden hooguit mensen bij ons thuis

uit. We zijn zo verschillende vrienden verloren. Mijn toenmalige uroloog zei steevast dat er niets aan te doen was. Onbegrijpelijk, vinden we nu. Twee jaar geleden kwam ik toevallig bij prof. De Wachter in het UZA terecht. Hij plaatste bij mij een kunstsluitspier (zie artikel). Sindsdien is het urineverlies verleden tijd. Dat ik op een knopje moet duwen om te plassen, was ik snel gewoon. We zijn de koning te rijk nu we ons leven terug hebben.’


Dr. Karen Fransis, urologe

Sneller continent met nieuwe prostaatoperatie De dienst urologie van het UZA past als eerste in de Benelux een nieuwe robottechniek toe voor de behandeling van prostaatkanker. Daarmee is de patiënt veel sneller opnieuw continent.

O

peraties voor prostaatkanker, waarbij de prostaat wordt verwijderd, gebeuren vandaag bijna altijd met robotchirurgie. Die ingreep is weliswaar minder ingrijpend dan een klassieke operatie, maar de meeste patiënten kijken nog altijd tegen een periode van incontinentie aan. Meestal duurt dat vier tot zes maanden, maar het kan ook tot een jaar aanslepen. UZA-urologe en robotspecialiste dr. Karen Fransis was dan ook erg geïnteresseerd toen ze hoorde over een nieuwe robottechniek voor de behandeling van prostaatkanker waarmee patiënten sneller de controle over hun blaas herwinnen.

Enorm verschil ‘Het gaat om de zogenaamde Bocciardi-techniek, vernoemd naar

INFO

de Italiaanse chirurg uit Milaan die hem heeft uitgevonden. Hij heeft intussen al meer dan duizend patiënten op deze manier behandeld’, vertelt ze. Met de nieuwe ingreep is 70 à 90 % van de patiënten twee weken na de operatie opnieuw volledig continent, tegenover maar 5 à 10 % met klassieke robotchirurgie. Een enorm verschil voor de patiënt: ongewild urineverlies verlaagt immers sterk de levenskwaliteit zodat patiënten zich soms thuis gaan opsluiten. Een ander voordeel is dat patiënten ook sneller opnieuw seksuele betrekkingen kunnen hebben. ‘40 % van de patiënten zou vier maanden na de ingreep weer normaal seksueel kunnen functioneren als er zenuwsparend wordt gewerkt. Dat is beduidend beter dan na de klassieke robotoperatie. Na een zenuwsparende ingreep

herwint uiteindelijk zo’n 60 % van de patiënten zijn potentie. We wachten nu af of dat percentage met de nieuwe ingreep hoger zal liggen’, aldus Fransis.

Opereren in Milaan De Bocciardi-techniek is technisch moeilijker dan de gewone operatie. Bij de klassieke robotingreep wordt de blaas losgemaakt en wordt de prostaat langs de bovenzijde benaderd. Fransis: ‘Met deze techniek laten we de blaas ongemoeid en bereiken we de prostaat langs de onderzijde vanuit de buikholte. We maken een toegang net boven

de endeldarm. Waarom dat betere resultaten geeft op het vlak van continentie en potentie, is nog niet precies aangetoond. Vermoedelijk komt het doordat we de blaas niet meer losmaken en de blaashals en belangrijke verankeringspunten van de blaas en plasbuis kunnen sparen. De kans dat de patiënten helemaal genezen van hun kanker, is even groot.’ Voor ze de b ­ ehandeling in het UZA ­introduceerde, ging Fransis verschillende dagen mee opereren in Milaan. De eerste ingrepen in het UZA deed ze samen met dr. Aldo Bocciardi. 

Dienst urologie, T 03 821 33 68

23


DOSSIER UROLOGIE

Prof. dr. Alexandra Vermandel, kinesitherapeute

Potjestraining

Onze oma’s deden beter Kleuters zijn gemiddeld zes maanden tot een jaar later zindelijk dan vijftig jaar geleden. En dat ligt niet aan de kleuters. Zes dingen die u moet weten over zindelijkheidstraining.

E Soms is er een medische verklaring voor verlate zindelijkheid 24

en tegensputterende peuter, het occasionele ongelukje en stress als u met uw spruit onderweg bent: zindelijkheidstraining verloopt niet altijd over rozen. Tel daar het jachtige leven van twee werkende ouders bij en het is begrijpelijk dat sommigen die hele fase voor zich uit schuiven. Prof. dr. Alexandra Vermandel, kinesitherapeute op de dienst urologie en coördinator van de Klein Bekken Kliniek, doet al jaren onderzoek naar zindelijkheid bij kleuters. Momenteel begeleidt ze twee doctoraten rond het onderwerp: één rond zindelijkheidstraining in kinderdagverblijven, en één rond de impact van de luier op het zindelijkheidsproces.

Uit eerder onderzoek blijkt dat in de jaren zestig 90 % van de kinderen overdag droog was op 2,5 jaar, tegenover 22 % nu. Als oorzaken ziet Vermandel niet alleen tijdgebrek, maar ook een meer liberale opvoedmethode en het gemak van de moderne luiers, die altijd droog aanvoelen. Ook onwetendheid rond zindelijkheidstraining speelt een rol. ‘Nog altijd hoor ik mensen zeggen dat je kinderen niet zindelijk mag maken voor hun twee jaar. Terwijl daar niets van aan is’, zegt ze. Tijd om de puntjes op de i te zetten.

zindelijkheid is geen luxeprobleem 1 Late

Scholen mogen kleuters wettelijk gezien niet weigeren omdat ze niet zindelijk zijn. Het gevolg is dat kleuterjuffen vaak niet meer aan hun pedagogische taak toekomen omdat ze voortdurend kinderen moeten verschonen. Ook de impact op het milieu is niet min: luiers zijn goed voor 8 % van ons restafval. En ook voor het kind zijn er nadelen (zie verder).

Je mag een kind al vroeg vertrouwd maken 2met het potje Geen enkele publicatie toont aan

dat het schadelijk is om een kind vroeg zindelijk te maken. ‘Het is helemaal oké om een eenjarige al af en toe op het potje te zetten. Vroeger was het trouwens heel normaal dat een peutertje op een kakstoel aan tafel zat. Zolang je het maar op een positieve manier aanpakt. Een bestraffende houding is uiteraard fout’, zegt Vermandel.

Een kind geeft zelf aan wanneer het er 3klaar voor is Uw kind is wellicht klaar voor zindelijkheidstraining als het zelf kleding kan aan- en uittrekken, als het kan aangeven wanneer het moet plassen en als het ervan geniet om taken zelfstandig uit te voeren. Ook interesse in het potjesgebeuren is een signaal dat de tijd rijp is. Vaak is dat rond de leeftijd van 24 maanden, al verschilt het sterk van kind tot kind.

Met alle neuzen in ­dezelfde richting 4gaat het vlotter Als uw kind naar een onthaalouder of kinderdagverblijf gaat, maakt u het best afspraken. Begin ­gelijktijdig met de training en spreek af hoe jullie het gaan aanpakken. Welke kleren trekken jullie


het kind (niet) aan? Hoe belonen jullie? Wees ook consequent: is uw kind thuis zindelijk, trek het dan bijvoorbeeld tijdens een lange autorit niet opnieuw een luier aan.

beginnen geeft meer kans 5op ­pLater roblemen Kinderen die pas na hun tweede verjaardag aan de potjestraining beginnen, hebben later meer risico op stoelgangproblemen, zoals systematisch hun ­ontlasting ophouden. Na 27 ­maanden is de kans groter dat het kind niet wil meewerken. Start het kind pas na 32 maanden, dan stijgt het risico op aandrangincontinentie: het kind moet dan regelmatig heel dringend plassen en raakt soms niet tijdig op het toilet.

6

Soms is ­ medische hulp nodig

Gaat de zindelijkheidstraining heel moeizaam, dan kunt u vanaf de leeftijd van drie of vier jaar voor begeleiding terecht op de raadpleging urologie of pediatrie van het UZA. Soms is er een ­medische verklaring. ‘Zoek zeker hulp als het kind op vierjarige ­leeftijd in het geheel nog niet­­zindelijk is’, raadt Vermandel aan. 

De pot op? • Kinderen leren door te imiteren. Neem uw kind bij het begin eens mee als u of een broer of zus naar het toilet gaat. • Neem uw tijd voor de potjestraining. Start er mee in een rustige periode, dan is de kans op succes groter. • Leer uw kind de link tussen bepaalde lichamelijke signalen en op het potje gaan.

Ziet u dat het nodig moet plassen, zet het dan meteen op het potje. • Pak de zindelijkheidstraining positief aan. Beloon uw kind meteen als het op het potje is gegaan. Zet het zeker niet onder druk en straf het niet. • Motiveer uw kind. Stel het droog worden voor als een belangrijke stap naar opgroeien.

• Zorg voor kleding die snel uit kan. Koop ruim zittende onderbroekjes. • Ongeveer de helft van de kinderen maakt 15 à 20 minuten na het ontbijt en de lunch stoelgang. Handig om weten als de grote boodschap op het potje nog niet lukt. • Lukt het absoluut niet, las dan een rustperiode van een paar weken in.

25


DOSSIER UROLOGIE

Nieuwe prostaatoperatie

‘ Incontinentie­ verband niet nodig gehad’ Toen Eddie hoorde dat hij prostaatkanker had en zijn prostaat eruit moest, vroeg hij zich bang af welke gevolgen dat voor hem zou hebben. Dankzij de nieuwe robotingreep bleef hij gespaard van incontinentie.

A

ls je hoort dat je kanker hebt, wil je natuurlijk in de eerste plaats genezen’, blikt Eddie (69) terug. ‘Na de diagnose moest ik onder de scanner om na te gaan of er geen uitzaaiingen waren. Tien bange dagen heb ik gewacht op de uitslag. Gelukkig zat de tumor nog helemaal ingekapseld in de prostaat. En dan volgde al snel de gedachte: hoe zal ik uit die operatie komen? Ik was bang om incontinentieproblemen te krijgen. En ik dacht ook aan de gevolgen op seksueel vlak. Ik ben per slot van rekening nog jong en ik heb een vrouw.’ Zijn uroloog verwees hem door naar dr. Karen Fransis voor een

26

robotoperatie. In het UZA werd hij goed opgevangen door het oncologisch team, al waren er ook confronterende momenten. ‘Ik kreeg een grote zak met incontinentiemateriaal mee naar huis. Dat was wel even slikken.’ Eddie zou eigenlijk in februari worden geopereerd, maar tot zijn verbazing trok dr. Fransis een groot kruis over het opnameformulier. Ze zei dat er nog een andere optie was. Hij kon worden geopereerd met de nieuwe Bocciardi-techniek, waarmee patiënten veel sneller de controle over hun blaas herwinnen. Eddie: ‘Ik moest dan wel wachten tot april, omdat de dienst er dan pas mee zou starten. Toen ze me verzekerde dat dat voor mij geen extra risico inhield

én dat ze de nieuwe operatie al een paar maanden aan het trainen was in Milaan, heb ik toegestemd.’

‘Ik kon meteen ­normaal plassen’ En zo werd Eddie de eerste patiënt in het UZA die de Bocciardi-­ ingreep onderging. Hij heeft het zich geen seconde beklaagd. Pijn heeft hij nauwelijks gehad. ‘Alleen de eerste dagen waren wat lastig omdat mijn stoelgang moeilijk op gang kwam, maar dat ben je snel vergeten. Na enkele dagen mocht ik al naar huis. In het begin moest ik nog wel plassen via sonde die rechtstreeks in de blaas was bevestigd, maar na een dikke week mocht dat er alweer uit. Daarna

kon ik meteen normaal plassen. Ik heb geen incontinentieverband nodig gehad. En ook op seksueel vlak gaat het de goede kant uit.’ Eddie is nog iets sneller moe dan vroeger, maar voor de rest voelt hij zich gezond. In zijn bloed is geen spoor van kanker meer, al zal hij nog wel preventief bestraling ondergaan. Eddie: ‘Als ik nu iemand tegenkom die de diagnose prostaatkanker heeft gekregen, moedig ik hem aan om voor dezelfde operatie te kiezen. Prostaatproblemen zijn nog altijd wat taboe, maar komen heel vaak voor. Als ik tegenwoordig afspreek met vrienden, praten we het eerste kwartier alleen maar daarover (lacht).’ 


stap. wandel. klim. jog. beweeg.

activity trackers en smartwatches verander van activiteit, niet van horloge


GEZOND

Vermijd rugklachten

Een goede houding in 5 stappen Door bij alles wat u doet een goede lichaamshouding aan te nemen, kunt u heel wat klachten aan rug, nek of gewrichten vermijden. Prof. dr. Gaëtane Stassijns helpt u op weg naar de juiste houding.

1

Oefen de correcte basispositie in

‘Veel mensen zijn het zo gewoon om een foute houding aan te nemen, dat een juiste basispositie heel vreemd aanvoelt voor hen. Een correcte houding is een positie waarbij u beide voeten recht onder uw heupen plaatst (bij zithouding moeten beide voeten stevig op de grond staan). Bil- en buikspieren zijn lichtjes opgespannen. Een holle rug is absoluut te vermijden, maar naar de andere kant doorbuigen is ook nergens voor nodig natuurlijk. Het beste kunt u de natuurlijke kromming van uw rug volgen. Ontspan uw schouders en trek ze lichtjes naar achteren, zodat uw borstkas zich opent. Hou uw hoofd fier rechtop. Om te weten of uw hoofd zich in de juiste positie bevindt, maakt u met uw duim en wijsvinger een L. Plaats

INFO 28

uw duim op de bovenkant van uw borstbeen en laat de onderkant van uw kin rusten op uw wijsvinger. Beeld u in dat u een trotse Spaanse doña bent of een marionet die aan een touwtje hangt. Oefen deze positie zo lang in tot het een automatisme wordt.’

geregeld van houding 2 Verander

‘Een kwartier lang een slechte houding aannemen, hoeft niet meteen problemen op te leveren. Maar doet u dat uren na elkaar, dan zult u onvermijdelijk klachten ontwikkelen. En vandaag zijn er heel wat mensen die lange tijd dezelfde positie aanhouden: jongeren die constant gamen, volwassenen die een hele dag op de computer werken … Eigenlijk is langer dan een uur dezelfde houding aannemen sterk af te raden. Moet u voor uw job een hele dag met de computer werken, verplicht uzelf dan om af en toe eens recht te staan. Zet de printer bijvoorbeeld een eind van uw bureau, of gebruik pauzesoftware die aangeeft wanneer het tijd is om een korte break te nemen.’

3 Breng uzelf uit balans

Een bijzonder efficiënte manier om een goede houding te versterken, is stabilisatie-oefe-

Dienst fysische geneeskunde, T 03 821 32 51

ningen uitvoeren. Daarbij wordt een onderdeel van uw lichaam in onevenwicht gebracht, met de bedoeling dat u zelf weer uw balans zoekt. Stabilisatie-oefeningen trainen vooral de diepe spieren, de spieren die dicht bij ons skelet liggen en die ons rechtop houden. Op termijn bouwt u op die manier een soort “korset” op van spieren die u recht houden. Een strandwandeling maken op uw blote voeten bijvoorbeeld is een prima training, omdat u daarbij constant uw evenwicht moet zoeken. U kunt ook oefenen met een balanskussen of een oefenbal, verkrijgbaar in de sportzaak. Plaats het kussen op een stoel of ga zitten op de oefenbal. Maak dan bewegingen die uw lichaam uit balans brengen: strek uw armen en benen voor, achter of naast u uit, en probeer uw evenwicht opnieuw te zoeken. Vertrek altijd vanuit de juiste basishouding. In het begin laat u zich het best begeleiden door een kinesitherapeut zodat u de oefeningen correct aanleert.’

4 Beweeg voldoende

‘Klachten als gevolg van een slechte houding komen vandaag steeds meer voor, en op steeds jongere leeftijd. Veel kinderen spenderen vandaag meer tijd aan de computer, smartphone of tablet


dan aan buiten spelen. Op die manier oefenen ze hun spieren niet. Aan bodybuilding doen of andere spectaculaire sporten beoefenen is niet nodig. Gewoon regelmatig bewegen – een halfuurtje per dag wandelen, fietsen of zwemmen bijvoorbeeld – is al een goed vertrekpunt om uw houding te verbeteren. Ook hier is het belangrijk om altijd vanuit de juiste basishouding te vertrekken.’

5 Slaap op uw zij

‘We slapen acht uur aan een stuk. Het is dan ook heel belangrijk ’s nachts een goede positie in te nemen. Zorg ervoor dat uw wervelkolom recht blijft als u in bed ligt. Dat betekent dat de zones rond uw schouders en bekken wat moeten kunnen inzakken. Ook het hoofdkussen speelt een belangrijke rol. Uw hoofd moet in het verlengde van uw lichaam blijven, en dus niet doorbuigen naar onderen of naar boven. De beste ligpositie is op uw zij. Leg eventueel een kussen tussen uw benen zodat uw benen mooi recht blijven. Op uw buik slapen is absoluut af te raden, omdat de kans groot is dat u dan gaat doorhangen. Op de rug slapen kan eventueel, maar wie korte spieren heeft, loopt het risico ook in die houding klachten te ontwikkelen.’ 

29


GEZOND

Als het van de Wereldgezondheids­ organisatie (WHO) afhangt, gaan we met

Suiker: zoete leugens

z’n allen minder suiker eten. 50 gram per dag mag, 25 gram is beter. Wat is er mis met suiker? En hebben we suiker nodig?

is je rantsoen voor die dag op. Van Gils: ‘Tot nog toe zijn we voor onze patiënten iets minder streng en zijn we al blij als ze dat maximum van tien procent respecteren. Maar voor alle duidelijkheid: hoe minder suiker, hoe liever.’ Wij zetten alvast vijf zoete leugens op een rijtje.

V

roeger lag vooral onze vetinname onder vuur, vandaag moet suiker het ontgelden. Suiker wordt in te veel voedingswaren binnengesmokkeld en we eten er te veel van. Dat leidt wereldwijd tot een epidemie van zwaarlijvigheid, diabetes en harten vaatziekten. ‘Tot nog toe blijft de richtlijn van de WHO overeind dat vrije suikers zo’n tien procent van onze totale calorie-inname mogen bedragen’, zegt UZA-diëtiste Carolien Van Gils. ‘Met vrije suikers bedoelt de WHO suikers die worden toegevoegd door de producent, kok of consument, maar ook de van nature aanwe-

Je hebt suiker nodig. zige suikers in honing, stropen, fruitsappen en vruchtenconcentraten. Voor een vrouw met een gemiddelde energie-inname van 2000 kcal komt die tien procent neer op zo’n 50 gram suiker per dag.’ Tegelijk luidt echter de aanbeveling dat het nog beter is maximaal 25 gram suiker per dag te eten. Ver spring je daar niet mee. ‘s Morgens een potje fruityoghurt en confituur op de boterham? Dan zit je al aan 25 gram. Zin in een reep chocolade met pralinévulling? Prima, maar dan

Niet waar! Suiker levert calorieën aan, maar geen nuttige voedingsstoffen. Daarom wordt ook wel eens van lege calorieën gesproken. Het behoort tot de groep van de tweevoudige koolhydraten, ook wel snelle suikers genoemd. Die zijn niet te verwarren met de complexe koolhydraten, die je vindt in brood, aardappelen en pasta. Die heb je wel nodig omdat ze onze belangrijkste energiebron zijn. Bovendien brengen de genoemde voedingswaren ook andere nuttige voedingsstoffen aan, zoals vezels en vitamines.

uiker is hoe dan S ook schadelijk. Niet waar! Suiker bestaat uit de koolhydraten fructose en glucose. Die stoffen zijn niet schadelijk, maar leveren wel veel calorieën

INFO 30

Dienst endocrinologie, T 03 821 32 75


aan, wat tot overgewicht kan leiden. Dat verhoogt op zijn beurt het risico op hart- en vaatziekten en diabetes. Heb je een gezond gewicht, eet je gevarieerd en beweeg je voldoende, dan hoef je je daar wellicht geen zorgen over te maken. Maar suiker werkt ook cariës in de hand: een extra reden om er niet mee te overdrijven.

F ruitsap en smoothies zijn gezond. Niet waar! Ongezoet fruitsap en smoothies bevatten net als fruit suikers. Er wordt aangeraden om wel 2 à 3 stukken vers fruit per dag te eten, maar niet te overdrijven met fruitsap en smoothies. De suikers in fruitsap en smoothies worden immers meegerekend in de 50 gram vrije suikers per dag zoals aanbevolen door de WHO. Het probleem met fruitsap en smoothies is dat ze zo vlot binnengaan dat je al snel te veel suikers en dus calorieën binnenkrijgt. De kans dat je diezelfde hoeveelheid suikers binnenspeelt door vers fruit te eten, is veel kleiner. Een belangrijk voordeel van vers fruit is ook dat het veel vezels aanbrengt, die je niet meer terugvindt in fruitsap of een smoothie.

gavesiroop en A honing zijn beter dan gewone ­suiker. Niet waar! Er bestaat een hele reeks alternatieven voor ‘gewone’ suiker die zogenaamd natuurlijker en gezonder zijn. Daartoe behoren ook kokosbloesemsuiker, ahornsiroop … Maar die varianten leveren evenveel calorieën aan en hebben evengoed een invloed op de bloedsuikerspiegel. Ze leveren dan ook geen gezondheidsvoordeel op. De producten in kwestie zijn overigens niet ‘natuurlijker’ dan traditionele suiker, die afkomstig is van de suikerbiet.

Wij verhogen uw comfort !

Z oetstof en suikervervangers zijn uit den boze. Niet waar! Zoetstoffen zoals stevia, sucralose, aspartaam, … leveren geen calorieën. Ze zijn dan ook een goed alternatief voor suiker. De kans dat je als volwassene de maximaal toegelaten hoeveelheid overschrijdt, is bijzonder klein. Wel wordt aangeraden om de hoeveelheid light-frisdrank te beperken tot een halve liter per dag. Die bevat immers ook kleurstoffen en zuren die je tandglazuur aantasten. 

TRAPLIFTEN, HUISLIFTEN, PLATEAULIFTEN & GOEDERENLIFTEN

VRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEK SE RV IC E

24/24 - 7/7

BEL GRATIS: 0800 20 950

WWW.COMFORTLIFT.BE Mannebeekstraat 3 | B-8790 Waregem | info@comfortlift.be


ZORG

Beroertezorg

Snel zijn en samenwerken De beroerte-eenheid van de dienst neurologie is verhuisd én vernieuwd. Dankzij een goede samenwerking tussen ziekenhuizen krijgen patiënten met een beroerte sneller de optimale zorg.

I

n België krijgen elk jaar zo’n 25.000 mensen een beroerte of CVA, voluit Cerebro Vasculair Accident. In dat geval wordt de bloedvoorziening in de hersenen verstoord door een herseninfarct, waarbij een klonter het bloedvat verstopt, of door een hersenbloeding, waarbij een scheur in de wand van een bloedvat ontstaat. Hoe sneller patiënten de juiste behandeling krijgen, hoe groter de kans op herstel. ‘Bij een beroerte is er geen tijd te verliezen’, zegt Rudy Baumans, hoofdverpleegkundige neurologie. ‘Time is brain. Elke minuut dat er wordt gewacht met de behandeling, sterft er hersenweefsel af. Het is dus essentieel dat de patiënt snel in een ziekenhuis terecht komt dat basisberoertezorg aanbiedt. En ook

INFO 32

de eerste dagen na de beroerte zijn cruciaal. Op een gespecialiseerde beroerte-eenheid of stroke unit zijn er minder overlijdens en herstellen de patiënten beter.’ Om de zorg voor beroertepatiënten te verbeteren en meer te centraliseren paste de overheid in 2014 de wetgeving rond de behandeling van het CVA aan. Er werd een reeks voorwaarden vooropgesteld die nodig zijn om goede basis­ beroertezorg te kunnen aanbieden. Daarnaast zal een beperkt aantal ziekenhuizen de rol van gespecialiseerd centrum voor beroertezorg op zich nemen. Dat betekent concreet dat die ziekenhuizen bovenop de basisberoertezorg ook gespecialiseerde behandelingen zoals mechanische trombectomie kunnen uitvoeren. Trombectomie

Dienst neurologie, T 03 821 34 23, www.uza.be/neurologie


De bedden van de stroke unit zijn uitgerust met tilliften, zodat halfzijdig verlamde patiënten gemakkelijk kunnen worden verplaatst.

Elke kamer op de eenheid heeft monitor- en camerabewaking, te volgen vanuit de verpleegpost, het artsenlokaal en de keuken.

is een relatief nieuwe behandeling waarbij de bloedklonter in de hersenen via een katheter – een dun buisje – wordt verwijderd. Zowat 10 % van de patiënten met een herseninfarct komt ervoor in aanmerking.

dertig. ‘We verwachten dit jaar een verdubbeling ten opzichte van 2015’, aldus Yperzeele. Daarnaast heeft het UZA al langer een beroerte-eenheid, waar patiënten met een beroerte of een vermoeden van een beroerte wor-

Trombectomie en monitoring in de stroke unit Het UZA biedt trombectomie al sinds 2010 aan en krijgt dan ook heel regelmatig patiënten doorverwezen. ‘We hebben daarover afspraken gemaakt met een groot aantal ziekenhuizen in de wijde omgeving’, zegt neurologe dr. Laetitia Yperzeele. ‘Ze weten welke patiënten mogelijk in aanmerking komen voor een trombectomie, wie ze mogen contacteren, hoe de patiënten moeten worden vervoerd … Na de interventie verblijven de patiënten nog één nacht in het UZA, waarna ze terugkeren naar het verwijzende ziekenhuis. Op die manier krijgt elke beroerte­patiënt de optimale zorg.’ Het aantal trombectomieën in het UZA zit in de lift. Eind juni stond de teller al op meer dan

Op een gespecialiseerde beroerte-eenheid zijn er minder overlijdens

telijke criteria’, aldus Baumans. ‘Zo hebben we verpleegkundigen die speciaal zijn opgeleid voor beroertezorg. Hun voornaamste taak is observatie. Ze houden de patiënt heel nauwgezet in het oog om snel te kunnen ingrijpen als er zich een tweede beroerte of complicaties mochten voordoen.’ Elke kamer op de eenheid heeft monitor- en camerabewaking, te volgen vanuit de verpleegpost, het artsenlokaal en de keuken. Op termijn zullen alarmsignalen ook aankomen op de draagbare telefoons van de verpleegkundigen.

Familie als zorgverlener den opgenomen. Yperzeele: ‘Eind juni werd de eenheid opnieuw opgebouwd op de afdeling neurologie. Dat biedt een aantal voordelen: patiënten die na 48 uur van de beroerte-eenheid naar de afdeling neurologie verhuizen, blijven dan op dezelfde gang. Ook qua werk­ organisatie is het efficiënter.’ De stroke unit bestaat uit vier eenpersoonskamers. ‘Onze eenheid beantwoordt volledig aan de wet-

Het multidisciplinaire team voor beroertezorg bestaat uit neurologen, revalidatieartsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, een psycholoog, een maatschappelijk werker en de ontslagcoördinator. De kinesitherapie en logopedie worden binnen de 24 uur opgestart om de kansen op herstel zo groot mogelijk te maken.’ Als we weten dat de patiënt langdurige revalidatie zal nodig hebben, komt ook

de maatschappelijk werker al snel langs. Er zijn immers vaak wachttijden voor de revalidatiecentra’, merkt Baumans op. De bedden van de stroke unit en vier andere bedden op de afdeling zijn uitgerust met tilliften, zodat halfzijdig verlamde patiënten gemakkelijk kunnen worden verplaatst. Nieuw is ook de informatiezithoek, waar de familie of de patiënt folders kan raadplegen en informatieve filmpjes kan zien. Baumans: ‘In de toekomst willen we de familie nog meer betrekken bij het zorgproces. Het is belangrijk dat ze alle nodige informatie rechtstreeks van de verschillende zorgverleners krijgen. Zo weten ze hoe ze hun familielid kunnen helpen bij het herstel. Zeker als ze de rol van mantelzorger opnemen, is dat erg belangrijk.’ Yperzeele en Baumans juichen de nieuwe organisatie van de beroertezorg toe. ‘De ziekenhuizen grijpen de nieuwe wetgeving aan om hun beroertezorg helemaal op punt te stellen. Dat komt de ­patiënten ten goede’, besluit ­Yperzeele. 

33


ZORG

Nieuwe evolutie bij diabeteszorg

‘Dankzij telemonitoring kunnen we kort op de bal spelen’ Diabetes type 1 treft steeds jongere kinderen. En bij kinderen vallen de bloedsuikerwaardes nog moeilijker te regelen dan bij volwassenen. Jonge patiëntjes moeten dus nauwer opgevolgd worden door het diabetesteam. Telegeneeskunde, waarbij de bloedsuikerwaardes frequent worden gecontroleerd vanop afstand, kan daarbij bijzonder handig zijn. 34

D

iabetes is een chronische, complexe aandoening waarbij de behandeling constant moet worden aangepast’, zegt dr. Annick France, kinderdiabetologe. ‘De laatste jaren zien we ook meer en meer jonge patiëntjes. Soms zijn ze amper twee, drie jaar oud. Zij staan dus heel lang bloot aan schommelende bloedsuikerwaardes. Kinderen en adolescenten zijn bovendien nog gevoeliger voor insuline en hormonale veranderingen. Dat alles maakt een heel nauwe opvolging noodzakelijk om het risico op complicaties op latere leeftijd te vermijden. Maar elke week op consultatie komen is niet voor iedereen praktisch haalbaar. Telegeneeskunde maakt frequentere controlemomenten mogelijk.’

Internetplatform Hoe gaat telegeneeskunde bij diabetespatiënten nu concreet in zijn werk? Dr. France: ‘Telemonitoring van diabetespatiënten verloopt via een internetplatform


U ZEGT

Telemonitoring van diabetespatiënten verloopt via een internetplatform waar alle betrokkenen toegang tot hebben: de patiëntjes en hun ouders, de endocrinoloog, de diabeteseducatoren, de huisarts …

waar alle betrokkenen toegang tot hebben: de patiëntjes en hun ouders, de endocrinoloog, de diabeteseducatoren, de huisarts … Via een internet-gateway – een soort internetpoort – kunnen de patiënten hun bloedsuikerwaardes zoals geregistreerd door hun glucosemeter van thuis uit naar dat platform doorsturen. De artsen en diabeteseducatoren in het ziekenhuis volgen dan via het platform de waardes op.’ ‘Het grote voordeel van het systeem is dat je kort op de bal kunt spelen’, vindt Sien Aertsen, diabeteseducator. ‘Elke week sturen de patiënten hun waardes door, wij reageren dan binnen de 48 uur. Zo kunnen we snel de dosissen aanpassen indien nodig en zware hypo’s of zelfs ziekenhuisopnames vermijden. Dat zorgt voor gemoedsrust bij de patiënten en hun ouders. De ouders hoeven ook geen vrij te nemen op het

werk. Ze kunnen de waarden uitlezen op het moment dat hen het beste uitkomt.’

Motivatie Ander voordeel van telemonitoring: de constante feedback motiveert de patiënten om hun waardes goed in het oog te houden. Dr. France: ’We horen vaak dat kinderen het goed doen na een raadpleging, maar later weer in hun oude gewoontes vervallen. Met telegeneeskunde kunnen we ze continu stimuleren. Al lukt dat niet bij elke patiënt. Adolescenten die hun diabetes niet aanvaarden, vallen moeilijk te motiveren.’ En daar schuilt meteen ook het grootste pijnpunt. Sien Aertsen: ‘Het systeem werkt heel goed met gemotiveerde patiënten. Wij kunnen wel advies en tips geven, maar uiteindelijk moeten de patiënten het zelf doen. En dan is het goed dat er vanop afstand iemand mee opvolgt.’ 

E-Diamant succesvol proefproject In 2013 startte het UZA – samen met de Diabetes Liga en Remedus, en met subsidies van Flanders’ Care – e-Diamant op: een elektronisch zorgplatform voor diabetesmanagement met telemonitoringtoepassingen. Het ging om een proefproject dat de effecten van telegeneeskunde op het ziekteverloop van kinderen met diabetes type 1 bestudeerde. Dr. Annick France: ’We hebben 30 patiënten opgevolgd tussen de 2 en de 17 jaar. De

eerste resultaten geven aan dat de gemiddelde bloedsuikerwaarden van de proefpersonen beter waren dan die van de controlegroep. Er deden zich ook minder zware hypo’s voor: vijf tegenover dertien in de controlegroep. Het systeem kampte nog met enkele kinderziektes. Zo waren niet alle meters compatibel met het platform. Maar we zijn er absoluut van overtuigd dat telemonitoring heel veel potentieel biedt op het vlak van diabeteszorg.’

Controlearts? 

Een controlearts is een arts die in opdracht van een werkgever controleert of een werknemer die zich ziek meldt, ook echt arbeidsongeschikt is.

Wat doet een controlearts? De opdracht van een controlearts is wettelijk vastgelegd. Als een werknemer zich ziek meldt, gaat de controlearts na of de werknemer ook echt arbeidsongeschikt is en voor hoe lang. Hij controleert eventueel nog andere medische gegevens, bijvoorbeeld of het om een ongeval, arbeidsongeval of beroepsziekte gaat, wat van belang kan zijn voor de betaling van het gewaarborgd loon bij ziekte. Alle andere medische vaststellingen, bijvoorbeeld om welke ziekte het gaat, vallen onder het medische beroepsgeheim. Als de controlearts vindt dat er geen sprake is van arbeidsongeschiktheid, dan kan de werknemer zijn recht op gewaarborgd loon verliezen.

Mag je een controle weigeren? Nee, een werknemer mag niet weigeren om zich door de controlearts te laten onderzoeken. Hij kan nadien wel in beroep gaan tegen de bevindingen van de controlearts.

Wie kan controlearts worden? Een arts die minstens vijf jaar ervaring heeft als huisarts kan optreden als controlearts. Hij of zij moet telkens een verklaring ondertekenen dat hij volledig onafhankelijk is van de werkgever en de werknemer in kwestie.

35


Landelijke Thuiszorg helpt met een waaier van diensten

Nathalie Saen

Bij Landelijke Thuiszorg vinden wij zorgen voor

HE GENETISC R O L SE N U O C

jou de normaalste zaak van de wereld. Je bent jong of oud, samen of alleen? We komen bij je thuis op die momenten waar extra hulp meer dan welkom is : een geboorte, ziekte, handicap, ouderdom of moeilijke omstandigheden. Onze medewerkers zijn deskundig opgeleid en helpen je met plezier én op jouw maat.

‘Mijn moeder heeft borstkanker. Welk risico loop ik de ziekte ook te krijgen?’ ‘Ik heb een erfelijke aandoening. Hoe groot is de kans dat ik die doorgeef aan mijn baby?’ Op dat

❙ ❙ ❙ ❙ ❙ ❙ ❙

gezinszorg kraamzorg poetshulp groen- en klusjesdienst woningaanpassing gastopvang dagopvang

bel GRATIS 0800 112 05 thuiszorg@ons.be www.landelijkethuiszorg.be

soort vragen geeft Nathalie Saen, genetische counselor, zo concreet mogelijk antwoord.

Steun in bange ‘Voor de eerste patiënten op gesprek komen, heb ik nog een half uur tijd om de lopende dossiers voor te bereiden. Deze voormiddag geef ik een aantal zwangere patiënten en hun partner informatie over mogelijke prenatale problemen van genetische aard, in de namiddag komen patiënten met vragen over erfelijke vormen van kanker op consultatie.’ ‘Bart en Lieve zijn drie maanden zwanger. Ze maken zich zorgen omdat Lieve drager blijkt te zijn van de ­fragiele X-genafwijking, wat mentale ontwikkelingsvertraging kan veroorzaken. Om uitsluitsel te krij-

INFO

gen, willen ze graag een vlokkentest laten uitvoeren. Ik vertel het koppel hoe het onderzoek zal verlopen, wat de arts precies zal doen – een stukje placenta wegnemen onder meer – en wanneer ze de resultaten mogen verwachten.’ ‘Een week geleden liet Sara, 38 jaar en drie maanden zwanger, een niet-invasieve prenatale test (NIPT) uitvoeren. Bij die test werd een staaltje van haar bloed onderzocht. Daaruit bleek dat haar baby wellicht aan het syndroom van Down lijdt. Om helemaal zeker te zijn, kan ze een vruchtwaterpunctie laten uitvoeren. Ik vertel haar wat

Centrum Medische Genetica, T 03 275 97 74, www.uza.be/genetica


WITJAS VAN DIENST

dagen de risico’s zijn van die invasieve methode. Ze wil graag wat bedenktijd voor ze beslist.’ ‘Telefoon van de dienst gynaecologie. Bij een echografie van Hafida’s baby is een afwijking aan het skelet vastgesteld. Ze wil graag een vruchtwaterpunctie laten uitvoeren om te weten wat er precies aan de hand is. Kan ik haar wat meer informatie geven over de test?’ ‘Een vlokkentest heeft uitgewezen dat het dochtertje van Paul en Myriam lijdt aan osteogenesis imperfecta, een ziekte die de botten broos

maakt. De baby is niet levensvatbaar, en het koppel heeft besloten de zwangerschap stop te zetten. Ik probeer ze zo goed mogelijk te begeleiden door dit pijnlijke proces. Het koppel wil ook graag weten wat de risico’s zijn bij een volgende zwangerschap. Samen met een geneticus geef ik concrete antwoorden op al hun vragen.’

is tijdens een genetische screening een mutatie in het BRCA 1-gen gevonden. Ik leg haar uit hoe hoog de kans is dat ze borstkanker ontwikkelt en welke preventieve maatregelen ze kan nemen.’

‘Lunchpauze. Het moment om bij te praten met collega’s.’

‘Carlos heeft geen gezondheidsklachten. Toch maakt hij zich zorgen. In zijn familie komen vrij veel kankers voor. Een genetische test kan hem de antwoorden geven waarnaar hij op zoek is.’

‘Deze middag ligt de focus op oncogenetica: kanker gelinkt aan erfelijke factoren. Bij Barbara bijvoorbeeld

‘De laatste consultatie voor vandaag. Gabriela heeft eierstokkanker. Omdat ze pas 35 is, bestaat de kans dat de

oorzaak van genetische aard is. Ik raad haar aan een genetische screening te laten uitvoeren. Wanneer we weten wat de oorzaak is van haar ziekte, kunnen we haar beter helpen en kunnen we haar broers en zussen goed informeren. Als genetische counselor moet je soms moeilijke gesprekken aangaan. Ik probeer dan vooral te luisteren naar de mensen, en stimuleer hen om hun angsten en verdriet onder woorden te brengen. Op die manier kun je concrete hulp bieden, zelfs op momenten van diepe rouw.’  Om privacyredenen zijn de namen van de patiënten fictief.

37


ok tober n ov e m b e r december

UZA AGENDA

2016

gratis deel­ name

PATIËNTEN­ ACTIVITEITEN 1 INFOAVOND OVER HYPOSPADIAS Kom meer te weten over hypospadias, een aangeboren penisafwijking bij mannen.

ACTIVITEITEN VOOR KANKERPATIËNTEN 1 OOK GOOD,­ FEEL BETTER­ VOOR MANNEN Workshop schoonheidsverzorging voor mannen om de nevenwerkingen van een kankerbehandeling te maskeren en het gelaat te verzorgen.

3 GROEPSSESSIES VOOR KINDEREN VAN (GROOT) OUDERS MET KANKER

deelname is gratis. www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 56 16

5 INFOAVOND: OMGAAN MET STRESS EN ANGST BIJ KANKER

3 oktober 19:00 – 21:00 & 29 ­oktober 9:00 – 17:00

Datum

Locatie

Uur

UZA, Gemeenschapszaal (route 12)

Locatie

Ook voor kinderen is het niet gemakkelijk als een (groot)ouder kanker krijgt. De UZA-psychologen van het MOCA bieden groepssessies op maat aan om (klein) kinderen in alle vertrouwen steun te bieden. Waar kanker bespreekbaar is en waar het kind zijn/haar gevoelens kwijt kan.

UZA, VIP-restaurant (route ‘VIP-restaurant’)

Wanneer?

12 december

Elke woensdagnamiddag vanaf 28 september t.e.m. 26 oktober

Uur

Aantal deelnemers:

Locatie

Maximum 8 en minimum 4 deelnemers

UZA, Aditorium Kinsbergen (route 12)

Doelgroep

Info en inschrijven

kinderen van 6 tot 12 jaar wiens (groot)ouder kanker heeft en behandeld wordt in het UZA

deelname is gratis. www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 56 16

Datum 3 oktober & 29 oktober

Uur

Info en inschrijven Deelname is gratis www.uza.be/activiteit/ infoavond-over-hypospadias-3, tel. 03 821 35 11 of 03 821 30 47

6 oktober 12:00 – 15:00 (met broodjeslunch)

Info en inschrijven deelname is gratis. www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 56 16

2 INFOAVOND: ­SEKSUALITEIT EN INTIMITEIT BIJ KANKER Tijdens deze infoavond willen wij u inlichten over seksualiteit en intimiteit en de mogelijke invloed van kanker.

Datum 11 oktober

Uur 19:00 – 20:30

Locatie UZA, Auditorium Kinsbergen (route 12) www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 52 34

Tijdens deze infoavond verduidelijkt de psycholoog wat stress, spanningen en angst precies inhouden en hoe we er mee om kunnen gaan.

Datum

Info en inschrijven

19:00 – 20:30 (met broodjeslunch)

deelname is gratis. Silvia.peeters@uza.be, tel. 03 821 56 31, www.uza.be/groepssessieskids

6 I NFOAVOND: ­VERMOEIDHEID BIJ EN NA KANKER

4 LOOK GOOD, FEEL BETTER

Tijdens deze infoavond komt u meer te weten over omgaan met vermoeidheid tijdens of na een kankerbehandeling.

Workshop schoonheidsverzorging om de nevenwerkingen van een kankerbehandeling te maskeren en het gelaat te verzorgen.

Datum 18 oktober en 5 december

Uur

Info en inschrijven Datum

18:30 – 20:30

19 oktober & 7 december

Locatie

Uur

UZA, VIP-restaurant (route ‘VIP-restaurant’)

12:00 – 16:00 (met broodjeslunch)

Locatie UZA, VIP-restaurant (route ‘VIP-restaurant’) 38

Info en inschrijven

Info en inschrijven deelname is gratis. www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 33 71 of 03 821 55 47


ZORG

Groepssessies voor kinderen

Als een (groot)ouder kanker heeft Als ouders en grootouders ernstig ziek worden, brengt dat veel angst en onzekerheid mee. Het UZA organiseert daarom sessies waarin kinderen van (groot)ouders met kanker elkaar kunnen ontmoeten en informatie krijgen.

H

oe vertel ik hen dat ik kanker heb? Veel patiënten vinden het niet evident om te communiceren over hun ziekte met hun kinderen of kleinkinderen’, zegt Toke Michielsen, klinisch psychologe in het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen van het UZA. ‘Aan de andere kant zitten de kinderen zelf ook met vragen die ze thuis niet altijd durven te stellen. Vandaar

INFO

dat we sinds vorig jaar groepssessies organiseren voor kinderen van (groot)ouders met kanker.’ Vijf woensdagmiddagen lang kunnen zes kinderen tussen 6 en 12 jaar een sessie van twee uur volgen waarin ze op een speelse manier informatie krijgen over kanker. ‘Kinderen leren het makkelijkst op een visuele manier, en daar sluiten we bij aan. Zo ­gebruiken we echte infusen om de kinderen te

tonen hoe de chemo in iemands lichaam wordt toegediend.’

– Wat als oma echt dood gaat? – is dikwijls een opluchting voor hen.’

Creatieve aanpak

Dubbele beloning

Tijdens de sessies krijgen de kinderen heel wat informatie mee, maar de aanpak is verre van schools. Toke Michielsen: ‘Aan de ene kant van het lokaal liggen allemaal kussens, aan de andere kant staat een tafel waaraan de kinderen kunnen kleuren, tekenen, knutselen … We bouwen bewust ontspanningsmomenten in en gaan op zoek naar creatieve methodes om hen te leren omgaan met hun emoties. Zo hebben we kaartjes gemaakt met vragen als Wat doe je als je verdrietig bent? of Wat is jouw grootste angst? om een gesprek over gevoelens op gang te brengen.’ De groepssessies zijn ook de ideale gelegenheid om lotgenoten te leren kennen. ‘Vaak kunnen de kinderen wel bij hun vrienden terecht, maar die snappen niet écht wat in hen omgaat. Dat lotgenoten met dezelfde vragen en angsten zitten

Samen met collega’s Silvia Peeters en Kate De Maeyer diende Toke Michielsen dit project in voor de wedstrijd Colour Your Hospital, dat initiatieven in de patiëntenzorg steunt. ‘Ons project werd verkozen als een van de 21 laureaten. Een mooie beloning voor ons harde werk. Maar de grootste voldoening halen we uit de feedback van de ouders en de kinderen zelf. Vaak horen we dat er na de sessies opener wordt gecommuniceerd over kanker en de gevoelens die daarmee gepaard gaan, zowel door de ouders als door de kinderen. En dat is precies wat we voor ogen hadden met deze sessies.’  De groepssessies worden twee keer per jaar georganiseerd. De volgende reeks start op 28 september. ­Deelname is gratis.

T 03 821 50 73, www.uza.be/groepssessieskids

39


Caroline, aangetrokken door echte zorgkwaliteit. Wat is het toch dat getalenteerde medewerkers zo aantrekt in het UZA? Misschien is het wel die eigen cultuur van wetenschappelijk onderzoek, innovatieve methoden en aandacht voor zorgkwaliteit. Ze zullen ook de extra opleidingen en de persoonlijke groeikansen wel interessant vinden, net als de warme sfeer onder enthousiaste collega’s. Maar wat het ook is, één ding staat vast: aan de aantrekkingskracht van het UZA valt niet te weerstaan. Tijd dus om te ontdekken wat jou aantrekt in het UZA!

Het UZA verwelkomt steeds gedreven verpleegkundigen, artsen, paramedici, administratief of technisch talent.

Geïntereseerd? Surf vandaag nog naar www.uzatrektaan.be voor onze vacatures. Voor verdere info kan je bellen naar 03 821 59 48.

Het UZA draagt het JCI-label voor veilige en kwaliteitsvolle zorg.

40

www.uzatrektaan.be


UZA PRAKTISCH

ONVERGETELIJK

Nuttige telefoonnummers • algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 • onthaal en opname: T 03 821 31 01 • patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levensbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) • ombudsdienst: T 03 821 31 60 • inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 • school in het UZA: T 03 821 58 86 Herstellen in zorghotel Drie Eiken Na een operatie kunt u verder aansterken in zorghotel Drie Eiken, een comfortabel verblijf met professionele zorgvoorziening. Ook familie en vrienden kunnen er terecht voor overnachting vlakbij het UZA. Meer info en reservaties: www.drie-eiken.com, T 03 821 12 11 Gastenkamers Ter Weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: www.uza.be/terweyde, T 03 440 48 18. Winkelgalerij In de inkomhal vindt u: • de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur; in het weekend en op feestdagen van 12 tot 20 uur • een broodjeszaak, in de week open van 9 tot 14.30 uur • een winkel Momen’to Shop Delhaize met een ruim aanbod verse voeding, drank, lectuur, geschenkartikelen … Open op weekdagen van 8.30 tot 20 uur. In het weekend en op feestdagen van 12 tot 17.15 uur. • een bloemen- en pralinewinkel ‘Gift Shop’, open van maandag tot en met vrijdag van 11 tot 19:30 uur. In het weekend en op feestdagen gesloten. • een bankautomaat Restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke werkdag open van 12 tot 14 uur. Meer info: www.uza.be Het UZA draagt het JCI-label voor veilige en kwaliteitsvolle zorg.

Abonnement Wenst u een gratis abonnement op Maguza, wilt u een adreswijziging door­geven of wilt u het magazine niet langer ontvangen? Bel 03 821 32 96 of stuur uw naam en adres naar UZA, afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, of surf naar www.maguza.be/abonnement. U kunt hier ook inschrijven op de gratis digitale nieuwsbrief van Maguza.

Colofon

MagUZA · driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen · jaargang 28, april 2016 · Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be · Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten · Hoofdredacteur: Evita Bonné · Redactieraad: Bettina Blaumeiser, Evita Bonné, Patrick Cras, Annick Deckers, Anneleen De Vos, Jonas De Wolf, Marc Peeters, Bharati Shivalkar, Elke Smits, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele · Redactie & realisatie: Jansen & Janssen ­Creative ­Content, www.jaja.be · Fotografie: Frank Bahnmuller, Jan Locus, Eric de Mildt, Thomas Legreve · Illustratie p. 14-16: Frederik van den Stock · K ­ ruiswoordraadsel: Freddy Roegiest · Reclameregie: Media Surplus, www.media-surplus.be · De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA. Maguza wordt gedrukt op FSC-­papier, afkomstig van duurzaam beheerde bossen.

De kant van de familie Geneeskundestudenten Arno en Wies hadden net een stage op de UZA-spoedafdeling achter de rug, toen ze opeens aan de andere kant terechtkwamen. In de wachtzaal, wachtend op nieuws. In het zesde jaar van hun artsenopleiding liepen Arno Téblick en Wies Vanderbruggen stage op verschillende diensten in het UZA. ‘Toen we op een avond bij Wies thuis aan een opdracht aan het werken waren, kwam er een telefoontje binnen van Wies’ oom. Hij had in de namiddag in het ziekenhuis een routinebehandeling aan zijn slokdarm ondergaan en hij voelde zich niet goed. Wies en ik zijn – deels uit nieuwsgierigheid – naar daar gereden en we zagen al snel dat het echt niet goed was: hij zag heel bleek, was aan het zweten … we zagen dat hij in shock begon te gaan en belden meteen een ambulance. Toen die er was begon hij bloed te braken en werd de MUG opgeroepen. Op dat moment stopt je rol als student geneeskunde en ben je weer alleen familie. In de wachtzaal van de spoedafdeling hebben we een uur gewacht terwijl de artsen de slokdarmbloeding probeerden te stoppen. Als je bezig bent met een patiënt in een levensbedreigende situatie, dan vliegt de tijd voorbij. Pas als de patiënt stabiel is, denk je aan de familie. Dat wisten we uit ervaring, maar pas toen begrepen we ook de kant van de familie. De spoedarts die met ons kwam praten, schrok wel toen ze ons herkende, maar ik was onder de indruk van haar professionaliteit. Als arts weet je nooit met wie je te maken krijgt. We hebben uiteindelijk de hele nacht in het UZA doorgebracht, maar alles is gelukkig goed gekomen.’ 41


KRUISWOORDRAADSEL

Puzzel & win! 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

8.

1 2

2

bekende Spaanse schilder – vleesstokje – ongaarne– dorsvis heideplant – ajuin – specerij Republiek San Marino – alfabet – stuiver – opera van Verdi mannelijk geslachtshormoon – vluchtig niet dichtbij – zover als – kathedraal – bekrompen Fries watertje – gezinslid – gehakt vlees – open plaats in bos kinderen niet toegelaten – aan zee – fiets – zonder initiatief bloemaftreksel, gebruikt in parfumerie – uitroep van opluchting – luiaard inwendig orgaan – hoofdpijn waarbij het gezichtsvermogen tijdelijk vermindert door vlekken of flikkeringen

9. 10.

6

3 4

11. 12. 13.

5 6 1

7

14.

5

8

15.

9

1

16.

10

4

11 12

3

Verticaal

13 14

1. 2. 3.

6

15 16

7 1

2

3

4

5

6

mammografie ongegist druivensap – onhandelbaar – lijkzang ingenieur – Gelderse gemeente – ankerplaats (Turks) – brandgang alcoholische drank – zenuwtrek – drinkschaal – individuele gezondheidszorg Japanse munt – vlaktemaat – plat ovalen vat – hoogste kaart urinekanaal – bruto registerton – dierentuin uitroep van pijn – groene staar – linkeroever beperkt – titanium – krachtig radon – aristocraat – sint – zeurkous sneeuwlat – loot – juist vloeibaar gerecht – zenuwarts Engelse graaf – crème – grootmoeder – daar lange golf – Arabisch vorst – vervoering – Griekse letter plaaggeest – klokjesbloem – jaartelling glazuur – voorhangsel – kruik vetcel – overgevoeligheid voor pijn

4.

7

5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

Horizontaal 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

body mass index – musculatuur sieraad – fuikingang – trompetvogel rally sport – zinloos – Israëlitisch – gauw plek – supportersvak (Eng.) – Spaanse uitroep – geliefde van Zeus bezinksel – gedachte – sappig loflied – epidurale verdoving noordwest – bassin – luitenant – tuinkruid

14. 15. 16.

Doe mee en win! 1

Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 20 november 2016 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – Afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak kans op een van de vier Vivosmart-toestellen van Garmin, een slimme activity tracker met hartslagmeting op de pols, die stappen, afstand, calorieën, hartslag, opgelopen trappen en trainingsintensiteit weergeeft. 42

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

K R A A I E N P O O T J E S

2

3

P R I S O N

R I K K A A I T S K A M L E G O1 F L A M I K P N T H I S M A P A N S E D A K S S O B A K O R I 10 D E R P E

O R K A U T A H

4

5

6

7

8

9

10

11

E L B A A R I A N T I2 K O E S K S L R E M I M A T I E O S S E 8 E S E S E R W T E L E A R A A G M F4 A N C E R P E N W O L I V A N S S Y N

12

13

R H I L T A S E N B E I 5 A R L O E T B G A P A D R

14

15

16

E I D G L O E5 P L E A O M A S I U N R O E A P E U D E R U N O T G I R N D A O O M

Oplossing maguza 105 MIGRAINE De winnaars zijn: I. Heremans (Lint) W. Damen (Edegem) M. De Vrij (Brasschaat) L. Verbruggen (Antwerpen) Zij ontvangen hun Vivosmart-­ toestel binnenkort in de bus.


COLUMN KATTY ALLAERT

Katty Allaert werkt al 20 jaar als journalist op de vrt-nieuwsdienst. Voor Het Journaal maakt ze reportages over gezondheid. Ze schreef mee aan een boek over allergieën en werkt nu aan een boek over rugpijn. Ze is geboeid door alle mooie ­dingen in het leven.

Achter de kwinkslag

Het UZA zoekt vrijwilligers Het UZA zoekt vrijwilligers met een warm hart en een luisterend oor voor patiënten. Legt u graag nieuwe contacten en heeft u tijd om zich in te zetten voor de medemens? Wilt u helpen met transport van patiënten in rolstoel of bedlegerige patiënten van en naar onderzoeken/behandelingen? Wilt u deze patiënten tijdens het vervoer bijstaan met een babbel en ondersteuning? En kunt u zich minimum 4 tot 8 u per week vrij maken in de voormiddag (van 9-13u)? Stel u dan kandidaat als vrijwilliger bij het UZA! Neem contact op met vrijwilligerscoördinator Nora Lens, tel. 03 821 40 11 of nora.lens@uza.be.

UZA / Wilrijkstraat 10 / 2650 Edegem Tel 03 821 30 00 / Fax 03 829 05 20 www.uza.be

V

orige week kwam ik voor een reportage in een gezin met twee kinderen: Arne en Louis, twee pubers van 13 en 15. Een doorsnee leuk gezin was het. Tot hun mama twee jaar geleden kanker kreeg, borstkanker. Ze herstelde van een operatie, chemo en bestralingen. Net toen het met haar beter ging kreeg hun papa kanker, darmkanker. De voorbije maanden had ook de vader een batterij behandelingen gekregen, zijn ‘toestand’ was stabiel. Met hun mama ging het minder goed. De kanker zat nu ook in haar botten en ze wist dat ze de ziekte niet zou overleven. Er was veel veranderd, papa was niet meer aan het werk, was altijd ziek thuis. Mama had haar eigen winkel moeten sluiten. Het gezin had het financieel moeilijk. Ook dat woog, op hen en op de kinderen. Precies daarom was het treffend hoe de twee jongens ermee omgingen. Een kwinkslag en veel humor, af en toe wat cynisch, maar vooral veel lachen deden ze. Wat ze echt dachten en wat er ’s nachts door hun jonge hoofden spookte, dat lieten Arne en Louis niet merken. Ook aan hun ouders niet. Ze sprongen bij zoveel ze konden in het huishouden, maakten veel grappen over het kale hoofd van mama. Over de toekomst werd niet gepraat, hoewel mama dat wel wou. Arne en Louis hebben natuurlijk dikke, dubbele pech. Twee ouders met kanker blijft gelukkig een uitzondering. Toch zijn er veel kinderen die met kanker te maken krijgen, van wie een van de ouders of een grootouder kanker krijgt. En dat brengt veel zekerheden aan het wankelen. Voor hen organiseert het UZA groepsessies op maat van het kind. In groepjes, samen met andere kinderen kan er over kanker gepraat worden. Want het is lang niet evident dat dat thuis kan. Ze kunnen er vertellen wat ze meemaken, uitleg vragen over de ziekte en aan andere kinderen vertellen waar ze mee worstelen. En dat alles in een rustige omgeving. Om daarna weer met volle moed naar huis te gaan. Louis en Arne zijn net te oud voor de groepssessies en hadden zelf ook weinig oren naar zo’n ‘cursus’, zoals zij het noemen. Het zet niettemin aan tot nadenken over de ondersteuning van kinderen en jongeren die van heel dichtbij met ziekte en verdriet geconfronteerd worden. Hun lach en hun kwinkslag zijn ook een façade voor veel vragen en verdriet. 43


GEHOLPEN

‘Vandaag is vandaag’ Marleen (55) doorzwom als leverpatiënte heel wat medische watertjes. Maar na een behandeling tegen hepatitis C plukt ze weer voorzichtig de dag. ‘Mijn kleinkind houdt me jong’, lacht ze.

M

arleen dronk nooit alcohol, maar toch bleek haar lever zestien jaar geleden ernstig ziek. ‘Testen brachten aan het licht dat ik aan hepatitis C leed, het gevolg van een bloedtransfusie bij mijn eerste bevalling zestien jaar voordien. Hoewel ik nooit iets had gemerkt, was mijn lever al heel erg aangetast. Ik belandde op de wachtlijst voor een levertransplantatie en een jaar later was het zover. Helaas liep het daarna behoorlijk fout. De ene complicatie volgde op de andere, waardoor ik zo’n negen maanden in het ziekenhuis heb gelegen. Bovendien keerde de hepatitis C terug in de donorlever. Er kwam zelfs een tweede levertransplantatie ter sprake, maar dat zag ik niet zitten. Ik heb mij toen verder laten behandelen in het UZA, waar ik gelukkig te horen kreeg dat een tweede transplantatie niet nodig was. Onderzoek wees uit dat mijn galwegen verstopt waren. Dat werd verholpen met stents. Niet lang daarna kreeg ik ook een shunt, een soort van buisje, in mijn lever om de bloeddoorstroming te verbeteren. De ingreep in mijn galwegen heb ik nog een paar keer moeten ondergaan, ook twee jaar geleden nog. Hopelijk was dat de laatste keer.

Medicatie deed hepatitis C verdwijnen Door de hepatitis C bleef ik wel veel last hebben van vermoeidheid. Werken was uitgesloten: mijn dag bestond bijna volledig uit rusten. Zelfs een tripje naar de brievenbus was op de duur te veel. Mijn man nam noodgedwongen het huishouden helemaal op zich. Alles is veranderd toen ik twee jaar geleden in aanmerking kwam voor nieuwe medicatie tegen hepatitis C. Vierentwintig weken lang moest ik die nemen. Daarna was de hepatitis helemaal verdwenen! Het begin van een nieuw hoofdstuk: ik voel me veel fitter en moet zelfs weer op m’n lijn letten (lacht). Ik ga nu al eens wandelen en heb mijn sociaal leven weer opgekrikt. Twee dagen per week pas ik zelfs op mijn kleinkind van vier. Dan blijf je vanzelf actief. Het blijft weliswaar afwachten wat de toekomst brengt. De medicatie die ik als transplantatiepatiënt moet nemen, heeft immers ook mijn nieren aangetast. Maar ik ben geen piekeraar. Ik zeg altijd: vandaag is vandaag, morgen is morgen.’ 

Oproep

Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.