MagUZA 105 - Juli 2016

Page 1

maguza juli 2016

Afgiftekantoor Antwerpen X, Maguza 105, Tijdschrift – kwartaalblad, juli – augustus – september 2016, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem

Zorgmagazine van het UZA

www.maguza.be – UZAnieuws UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Niertransplantatie

‘Herboren dankzij mijn donor’

dossier ­

SLAAPCENTRUM Slapen kun je leren  TRIAGO! Ex-kankerpatiënten naar Zwintriathlon GEZONDHEIDSAPPS Welkom bij dr. Smartphone!

NIER­‑​­ ZIEKTEN


EEN INFRAROODSAUNA HELPT BIJ CHRONISCHE PIJN

Ons land telt één miljoen chronisch zieken. Mensen die vaak van de ene dag op de andere aan hun bed gekluisterd zijn en vechten tegen pijn die maar niet overgaat.

Een van de vaakst voorkomende chronische ziekten is een vorm van reuma. Artrose bijvoorbeeld, waarbij het kraakbeen broos wordt. Of reumatoïde artritis, een auto-immuunziekte waarbij je lichaam zelf ontstekingen veroorzaakt in je gewrichten. Nog een vorm van reuma is fibromyalgie. Het is in medische kringen nogal omstreden: artsen kunnen de pijn niet lokaliseren, maar mensen die eraan lijden, kunnen amper hun bed uit. HOE EEN HEALTH MATE INFRAROODSAUNA HELPT* • De infraroodstralen zorgen voor een doorbloeding van je spieren, die daardoor weer soepel worden. Spierpijn verdwijnt dus. • Een Infraroodsauna ontgift je lichaam. Vooral bij reumatoïde artritis en fibromyalgie wordt een toxische overbelasting van je lichaam als een van de oorzaken aangeduid. * Raadpleeg steeds je arts als je een infraroodsauna wilt gebruiken om medische redenen.

HET VERHAAL VAN SUZY, EEN MAMA MET FIBROMYALGIE “ Na jaren van pijn werd bij mij de diagnose fibromyalgie vastgesteld. Ik vreesde dat er niks anders op zat dan de pijn te verbijten, tot ik mijn Health Mate infraroodsauna ontdekte. Het geneest niks, maar is een natuurlijke pijnstiller. Nu de pijn veel draaglijker is, kan ik weer buiten komen en ben ik veel aangenamer voor de mensen rondom mij. Voor iedereen die in hetzelfde schuitje zit, zou ik zeggen: probeer het eens. Voor mij is het de beste aankoop ooit.” Een infraroodsauna bij je thuis ? Je hebt alleen een stopcontact nodig. Kijk gauw op www.healthmate.be voor alle mogelijkheden. Extra gezondheidstips om het beste uit je sauna te halen ? Je vindt ze op www.anneliesstraalt.be

WAT IS EEN INFRAROODSAUNA? Een infraroodsauna warmt niet de omgeving op (zoals in een klassieke saunacabine), maar rechtstreeks je lichaam. Gevolg: je zweet drie keer zo hard op een temperatuur die de helft bedraagt van een klassieke sauna en dus veel aangenamer aanvoelt. WAAROM HEALTH MATE EN GEEN ANDER MERK? Er bestaan goedkopere cabines, maar die kunnen nooit het gezondheidseffect van een Health Mate evenaren. Goedkopere infraroodsauna’s zijn eigenlijk warmtecabines, die hetzelfde deugddoende effect hebben als pakweg een warm bad. Alleen Health Mate gebruikt Tecoloy-stralingselementen die een therapeutische werking hebben.

www.healthmate.be


IN DIT NUMMER

IMMUUNTHERAPIE

dossier

GOED GESMEERD!

12

TRIAGO!

30

32

­ NIERZIEKTEN

MEDISCH 19

In de nieuwe ziekenhuisvleugel opende het UZA een hypermoderne nier­dialyseafdeling, die door zijn technologie en inrichting uniek is in Europa.

GEZOND

ZORG

8

Slapen kun je leren – ­slaapgeneeskunde in de lift

28

Gezondheidsapps: ­welkom bij dr. Smartphone

32

TriaGo! Ex-kankerpatiënten trainen voor een kwarttriatlon

12

Immuuntherapie: eigen afweersysteem verslaat kanker

30

Goed gesmeerd! ­Zonnebescherming bij kinderen

34

Wat na een overlijden?

17

Delirium: een beangstigende ervaring

39

Nierpatiëntjes achter de camera

‘Ik ben mijn nierdonor enorm

Alle artikels zijn te vinden op

maguza.be

dankbaar, en ook het UZA voor

EN VERDER

de professionele 14

Uitgedokterd: klinische studies – tussen wetenschap en hoop

35

U zegt: geconventioneerd of niet?

Schrijf je vandaag nog in op onze elektro­nische nieuwsbrief.

36

Witjas van dienst: wie doet de bedplanning?

Ga naar www.maguza.be/­ abonnement

en menselijke ­aanpak.’ Jeff (64) onderging vier jaar ­geleden een niertransplantatie

3


VOORAF

Digitale gezondheidszorg breekt eindelijk door komt nog

Kennis en kwaliteit 

Digitale hoop

D

e voorbije decennia is technologie naar voor geschoven als de mirakeloplossing voor alle problemen in de gezondheidszorg. Maar geneeskunde bleef een kunst die koppig weerstand bood aan computerisering. Tot nu, want we zijn aan het kantelmoment gekomen: digitale gezondheidszorg breekt eindelijk door. Het UZA mocht op 2 juni de eHealth Award 2016 voor beste project in ontvangst nemen voor Appi@Home, monitoring op afstand van chronische pijnpatiënten. De applicatie maakt het mogelijk om de toestand van patiënten te volgen en het aantal ziekenhuisbezoeken te beperken. De jury omschreef het als volgt: ‘Dit project illustreert perfect wat wij met de eHealth Awards willen stimuleren, namelijk innovaties die de zorgkwaliteit en het comfort en de autonomie van patiënten verbeteren en tegelijk de medische en administratieve processen verlichten. Projecten die verschillende actoren aanmoedigen om samen te werken, met name dankzij mobiele technologie.’ De versnelling waarmee IT in de gezondheidszorg zijn beloften waarmaakt, hangt echter niet meer zozeer af van de technologie, maar wel van hoe de sleutelpersonen – artsen, informatici, politici, ­verzekeraars … – ­samenwerken en verstandige keuzes maken. De digitalisering van de gezondheidszorg verandert immers vooral de inhoud van het werk, de opleiding en vereisten voor de zorgverleners, hun onderlinge relaties en de relatie met hun patiënten.

Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder 4


DOORGELICHT

Handle with care In deze cleanroom van de apotheek van het UZA worden elke dag zo’n 100 infusen klaargemaakt voor patiënten met kanker. De geneesmiddelen kunnen schadelijk zijn voor gezonde personen — anders zouden ze de kankercellen niet doden. Wie ze bereidt, moet zich daarom goed beschermen. De geneesmiddelen worden klaargemaakt in een gecontroleerde ruimte waar lucht, druk, temperatuur en deeltjes continu gemonitord worden. De bereiding gebeurt in een verticale laminaire airflowkast en de bereider draagt een steriele overall, een mondmasker, handschoenen en schoenovertrekken. Op die manier kunnen de apotheekassistenten de steriele bereidingen zo veilig mogelijk klaarmaken en bovendien steriel en rein werken.

5 5


misterQM / photocase.com

KORT

800

computers, 250 printers, 60 servers en 150 schermen doneerde het UZA de voorbije twee jaar aan Close the gap, een organisatie met als missie de digitale kloof in de wereld te dichten. Close the gap verzamelt afgeschreven ICT-materiaal van Europese ondernemingen, verwerkt het via gecertifieerde procedures en herassembleert het om het te schenken aan educatieve, sociale

en medische projecten in ontwikkelingslanden. Lokale partners installeren de computers, zorgen voor onderhoud en bieden ter plaatse informaticalessen aan. Wanneer de computers uiteindelijk aan het einde van hun tweede leven komen, worden ze duurzaam gerecycleerd. Sinds de oprichting van Close the Gap in 2003 werden meer dan 280.000 computers geschonken aan zo’n 2000 projecten in ruim 40 landen over de hele wereld. www.close-the-gap.org www.pcsolidarity.be

WEEK VAN HET HART

Volhouden

voor je hart Van 26 september tot 2 oktober vindt de jaarlijkse Week van het Hart plaats. Thema dit jaar is therapietrouw, onder het motto ‘Geen tijd te verspelen voor mijn hart. Cardiovasculaire preventie: ik begin eraan én hou vol.’ Voor patiënten is het belangrijk dat ze hun geneesmiddelen nemen zoals voorgeschreven en ook medische afspraken nakomen. Ook gezonde leefgewoonten, zoals niet roken en voldoende bewegen, en gezonde voeding vragen om doorzettingsvermogen. Volhouden is dus de boodschap, zowel voor patiënten die al hartproblemen hebben als voor mensen die hart- en vaatziekten willen voorkomen. Ook in het UZA zal de Week van het Hart in de kijker staan, met speciale aandacht voor de bewustmaking van vrouwen, bij wie cardiovasculaire problemen vaak te lang onopgemerkt blijven. www.uza.be/weekvanhethart 6

‘Het hart is het mooiste orgaan. Ik kan daar echt van genieten.’ Cardiochirurg Prof. dr. Inez Rodrigus houdt van haar beroep, zoveel was duidelijk in het tv-programma Topdokters, dat de afgelopen maanden werd uitgezonden op Vier. En dat ze een echte topdokter is, bevestigden haar patiënten op Facebook. Het UZA volgen? facebook.com/ Universitair­ZiekenhuisAntwerpen twitter.com/UZAnieuws

Bezoek onze

gezondheids­ kiosk

Sinds kort kunt u in het UZA zelf uw bloeddruk, BMI en enkele andere parameters meten, via een gezondheidskiosk. U vindt het zogenaamde Be Well Point op de eerste verdieping, vlakbij route 114. Het toestel kan uw bloeddruk, BMI, vetgehalte en hartritme berekenen. Plaats gewoon uw arm in de opening van het toestel en na drie minuten krijgt u de resultaten. In de toekomst zal het toestel die gegevens automatisch doorsturen naar uw behandelende arts. Intussen kunt u alvast de resultaten printen en aan de arts of verpleegkundige geven tijdens de raadpleging.


KIJKTIP van UZA-ombudsvrouw Aryane Cools

600 extra

parkeerplaatsen Begin mei gingen de werken van start voor een nieuw parkeergebouw, dat op de personeelsparking rechts van de hoofdingang komt. Het gebouw zal uit drie lagen bestaan, met in totaal 600 parkeerplaatsen voor perso-

neelsleden. Op die manier komen er elders op de parking ook voor bezoekers meer plaatsen vrij. In totaal zal er voor 2400 auto’s plaats zijn op de UZA-parkings. Het parkeergebouw zal begin 2017 in gebruik genomen worden.

Busje

komt zo Sinds kort hangt boven de draaideur aan de hoofdingang van het UZA een groot scherm. Daarop verschijnen de reële doorkomsttijden van de lijnbussen. Vanaf nu hoeft u dus nooit meer buiten staan bibberen in de vrieskou of staan zweten in de verzengende hitte; u wacht gewoon in alle comfort in de hal. Tussendoor kunt u nog een boodschap doen in een van de winkels in de hal, of een koffietje drinken in de cafetaria. Wedden dat de bussen er vanaf nu veel te snel zijn?

Patiënten­rechten in beeld

Sinds de wet van 2002 zijn de rechten van patiënten heel duidelijk afgebakend. Om ze beter bekend te maken, lanceerde de FOD Gezondheid acht filmpjes waarin die rechten op een heldere en ludieke manier worden uitgelegd. Zo maken de filmpjes duidelijk dat u mag rekenen op: 1. een kwaliteitsvolle dienstverlening, 2. de vrije keuze van zorgverleners, 3. informatie over uw gezondheidstoestand, 4. vrije toestemming voor een tussenkomst, na voorafgaande informatie 5. een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier, 6. bescherming van uw privacy, 7. het recht om een klacht in te dienen, 8. vertegenwoordiging, als u zelf niet in staat bent uw rechten uit te oefenen. In het UZA is de ombudsdienst het aanspreekpunt in verband met patiëntenrechten. U vindt de filmpjes via bit.ly/patiëntenrechten

7


MEDISCH

Prof dr. Johan Verbraecken

Als een aanpassing van de levensstijl niet helpt, wordt een slaaponderzoek gedaan om het slaapprobleem op te sporen.

Een slaapprobleem kan vele oorzaken hebben. ‘Je moet altijd de hele patiënt bekijken’, zegt prof. dr. Johan Verbraecken, ‘Met een multidisciplinair team bovendien.’ Dat ondervond ook Jurgen, bij wie na jaren slechte nachten slaapapneu werd vastgesteld.

Slapen kun je leren Slaapgeneeskunde in de lift

T

Blijkbaar stopte mijn ademhaling ’s nachts 31 keer per uur 8

waalf jaar liep Jurgen (47) rond met zware slaapproblemen. ‘Ik ging slapen, maar werd wakker om twaalf uur, om één uur, om half drie en zo heel de nacht door. En ik was doodmoe als ik opstond. Zo heb ik jaren geleefd, tot het echt niet meer ging.’ Tijdens een slaaponderzoek werd slaapapneu vastgesteld. Bij slaapapneu stopt de ademhaling tijdens het slapen geregeld, doordat de keelholte keer op keer dichtklapt (zie kader). ‘Ik had er nog nooit van gehoord, maar blijkbaar stopte mijn ademhaling tijdens mijn slaap 31 keer per uur …’ Patiënten komen naar het slaapcentrum met allerlei slaapstoornissen en slaapmoeilijkheden. ‘De eerste stap is de klachten van de patiënt goed in kaart brengen’, zegt prof. dr. Johan Verbraecken, medisch coördinator van het slaap-

centrum. ‘Daarbij kijken we verder dan het medische alleen. Zo is het gedrag van de patiënt erg belangrijk – drinkt hij bijvoorbeeld heel de dag door koffie? Of doet hij vaak zware inspanningen voor het slapengaan? Daarnaast is er heel vaak een wisselwerking met psychische problemen, zoals depressie. Pas als een aanpassing van de levensstijl niet helpt, doen we een slaaponderzoek.’ De patiënt overnacht dan in het ziekenhuis en via elektroden en sensoren wordt zijn ademhaling, hersenactiviteit, oogbewegingen, spierspanning … gemeten.

Complex probleem Meer nog dan andere specialismen vraagt slaapgeneeskunde om een multidisciplinaire aanpak. ‘Je moet elk slaapprobleem in de volle breedte bekijken en dus over een netwerk beschikken van specialisten die nauw kunnen

samenwerken. In het UZA gaat het om artsen van NKO, pneumologie, neurologie, psychiatrie en kindergeneeskunde.’ Anderzijds kampen patiënten met slaapproblemen, en zeker apneupatiënten, vaak ook met andere gezondheidsproblemen, zoals obesitas, diabetes, glaucoom, hart- en vaatziekten … ‘Er zijn maar weinig disciplines in het ziekenhuis waar we geen link mee hebben.’ De behandeling van slaapstoornissen gebeurt het best in een gespecialiseerd centrum. Zo is slaapapneu een erg complexe aandoening. ‘De meeste patiënten worden behandeld met CPAP of Continuous Positieve Airway Pressure. De patiënt slaapt dan met een neusmaskertje en krijgt voortdurend lucht onder verhoogde druk toegediend, wat voorkomt dat de keelholte dichtklapt. Ook daar zijn echter verschillende mogelijkheden


in. Andere patiënten hebben dan weer meer baat bij een mondprothese of positie-apparatuur die ervoor zorgt dat ze niet op de rug gaan liggen. Ook chirurgie, en zelfs een neurostimulator, is soms een mogelijkheid. Bij moeilijke gevallen gaan we kijken waar precies de afsluiting in de keel zit en hoe die tot stand komt. Dat bepaalt de kans op succes van de behandeling. Overigens heeft de helft van de patiënten met apneu ook nog een andere slaapstoornis. Je moet dus een erg breed denkkader hebben.’

Vier uur slaap is een succes Jurgen slaapt nu al twee jaar met een CPAP. ‘Dat gaat goed, maar ik moet wel moe zijn. Als ik voel dat ik begin te knikkebollen, ga ik slapen. Ik zet dan mijn masker op en val snel in slaap. Na vier, maximaal vijf uur is het wel gedaan. Maar vier uur ononderbroken slaap is

voor mij al een grote verbetering. Met de CPAP doe ik twaalf apneus per uur, in plaats van 31 zonder. Sommigen wennen nooit aan slapen met een CPAP, maar bij mij lukte het na een week volharden. Nu kan ik hem niet meer missen. Laat ons zeggen dat mijn levenskwaliteit van 30% naar 65% is gegaan, en da’s al heel wat.’ Slaappatiënten blijken vaak ook baat te hebben bij cognitieve gedragstherapie. Verbraecken: ‘Je kunt dat zien als een soort slaapschool. Patiënten leren er goede gewoonten aan en negatieve attitudes en verkeerde verwachtingen worden aangepakt. De sessies gebeuren in groep, wat helpt om het probleem te leren relativeren. Vaak gaat het ook om mensen die van hun slaapmedicatie af willen.’ Betekent dat dat er in het slaapcentrum nooit medicatie wordt voorgeschreven? ‘Zeker niet. Medi-

Europese top rond slaap

In april vond in Brussel een bijeenkomst plaats van de Europese wetenschappelijke slaapverenigingen, verenigd in de Assembly of National Sleep Societies (ANSS). Prof. Verbraecken, medisch coördinator van het Slaapcentrum van het UZA, was de lokale organisator. ‘We zetten ons in om de slaapgeneeskunde op een hoger niveau te tillen’, licht prof. dr. Johan Verbraecken toe. ‘Zo hebben we richtlijnen opgesteld op basis waarvan slaapcentra erkend kunnen worden in de Europese landen. Slaapgeneeskunde vraagt bij uitstek om een multidisciplinaire aanpak en een goede omkadering. We pleiten ook voor de erkenning van slaapspecialisten of somnologen, na een bijkomende stage en een examen. Voorts vragen we ook meer middelen voor wetenschappelijk onderzoek rond slaappathologieën.’ 9


MEDISCH

Jurgen slaapt ’s nachts met een CPAP‑toestel: ‘Met het toestel doe ik minder apneus en lukt het om vier tot vijf uur aan een stuk te slapen.’

catie kan een onderdeel zijn van de behandeling, maar meestal is er veel meer mogelijk dan alleen dat.’

Werken aan je slaappatroon

Mensen met slaapproblemen wachten veel te lang om naar een arts te stappen

Ook Jurgen volgde de groepstherapie. ‘Omdat ik nog altijd maar vier uur per nacht ononderbroken slaap. Mijn slaappatroon is verstoord, waarschijnlijk door al die jaren slecht slapen, en daar kan de CPAP niks aan veranderen. Tijdens die sessies krijg je heel veel informatie over slaap en deel je ervaringen met elkaar. Je krijgt een techniek aangeleerd om je slaappatroon te verbeteren, op een aantal weken tijd. Die techniek heb ik al een paar keer moeten

toepassen na een drukke periode. Ik ben slager-traiteur en eens het barbecueseizoen begint, is de regelmaat voor maanden weg. Nadien moet ik weer werken aan mijn slaappatroon. Het vraagt een heel regelmatig leven en veel discipline: weinig of geen cafeïne, chocolade en alcohol, lichte maaltijden, geen grote inspanningen, elke dag op tijd gaan slapen … Maar het werkt wel. Zo kom ik aan wat meer slaap dan ervoor en kan ik mijn drukke zaak volhouden.’ De slaapgeneeskunde, een van de jongste takken van de geneeskunde, zit in de lift. Het aantal slaaponderzoeken stijgt elk jaar met 10%. Ook het slaapcentrum

van het UZA breidt steeds verder uit. Verbraecken: ‘In 1990 hadden we vier bedden waar vier dagen per week slaaponderzoek werd gedaan. Sinds mei hebben we zestien bedden voor volwassenen, zeven dagen op zeven, en daarnaast nog eens vier bedden voor kinderen.’ Slaapproblemen krijgen meer aandacht en slaapapneu is bekender geworden, en dus worden patiënten ook sneller doorverwezen. ‘Bijvoorbeeld cardiologen die een patiënt zien met hoge bloeddruk en obesitas gaan sneller de reflex hebben om ook aan slaapapneu te denken, wat een goede zaak is voor de patiënt. Want velen wachten nog te lang om de stap te zetten.’ 

Slaapapneu? Slaapapneu is een slaapgebonden ademhalingsstoornis. Bij obstructieve apneu klapt de keelholte tijdens de slaap volledig of gedeeltelijk dicht, waardoor de ademhaling telkens stopt en weer herbegint. Bij centrale apneu valt de stimulatie om te ademen vanuit de hersenen gedurende een korte periode weg. Als dat meer dan vijf keer per uur gebeurt, spreken we van slaapapneu. Liefst 9 tot 25% van

de Belgen van middelbare leeftijd of ouder lijdt aan slaapapneu. Veel mensen weten echter niet dat ze een probleem hebben: maar 1 op 6 heeft klachten. Snurken is vaak een aanwijzing en kan in combinatie met de volgende klachten wijzen op slaapapneu: • vermoeid wakker worden • slaperigheid overdag • stokken van de ademhaling

tijdens de slaap • wakker schieten met gevoel van zuurstoftekort • rusteloze slaap • vaak wakker worden • concentratiestoornissen • vergeetachtigheid • stemmingswisselingen • hoofdpijn ’s morgens • vreemde of beangstigende dromen • maagoprispingen

INFO S laapcentrum, T 03 821 38 00 (volwassenen), T 03 821 32 51 (kinderen), www.uza.be/slaapcentrum, www.uza.be/slaapcentrum-kinderen 10


Meer slaapproblemen 1

Slaap in cijfers

op hogere leeftijd

37%

24%

Hoe goed slapen de Belgen?

15-24

leeftijd

75+

41+59+N

De slechtste slapers

Slaap- en kalmeringsmiddelen 1

Evolutie slaapproblemen 1

20%

30%

in 2001

in 2013

Nam de afgelopen 2 weken een slaap- of kalmeringsmiddel:

41%

10+90+N 16+84+N 10%

16%

Slaaponderzoeken

aantal onderzoeken

Obstructief slaapapneu

in het UZA

5.000

Hoe vaak komt het voor? 2

14+86+N 7+93+N 24+76+N 16+84+N 14,2%

Vrouwen van 75 jaar en ouder

7%

4.500 4.000 3.500 3.000

2.649

2.937

3.207

3.633

3.321

4.106

2.500 2.000 1.500 2010

2011

2012

2013

2014

2015

60-70 jaar

24,2%

15,9%

Aantal patiënten met CPAP, de meest courante ­behandeling van obstructief slaapapneu België

77.322 2014

UZA

4.604 mei 2016

1. Bron: WIV Gezondheidsenquête 2013 2. E nkele nieuwe epidemiologische studies ­rapporteren hier nog veel hogere cijfers

11


MEDISCH

1 Prof. dr. Marc Peeters 1

2

2 Prof. dr. Zwi Berneman

Immuuntherapie

Afweersysteem versus kanker: 1-0 Het eigen afweersysteem stimuleren om kankercellen te bestrijden: dat is in een notendop immuuntherapie. Het UZA trekt volop mee aan de onderzoekskar, onder meer met een vaccin voor leukemiepatiënten.

B

ij immuuntherapie wordt het afweersysteem van de patiënt zo beïnvloed dat het de tumorcellen in het lichaam aanvalt. De behandeling kan de kanker vaak lange tijd of zelfs definitief tegenhouden. Prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en medisch coördinator van het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA), beschouwt immuuntherapie als een grote aanwinst. ‘We moeten het zien als een stuk van het verhaal. Ik denk niet dat we er ooit alle kankers mee kunnen behandelen, maar voor sommige kankers – vooral melanoom en longkanker – vormt het nu al een wezenlijk onderdeel van de therapie. De kanker echt genezen is er tot nog toe niet bij. Maar als het effect heeft, houdt dat

INFO 12

maar een heel hoog risico hadden om te hervallen. Bij vier patiënten vertraagde het vaccin de ziekte en bij negen van hen vonden we geen tekenen meer van de kanker in het bloed. Bij vijf patiënten is de kanker nog altijd niet teruggekeerd. Intussen zijn we gestart met een grote vervolgstudie.’

Eenvoudige behandeling veel langer aan dan wanneer je klassieke chemotherapie geeft.’ Het UZA levert met zijn jarenlange onderzoek een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van immuuntherapie. De dienst hematologie kreeg internationale erkenning voor zijn onderzoek naar een vaccin voor patiënten met acute myeloïde leukemie (AML), dat het samen met het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG) creëerde. ‘De patiënten krijgen een vaccin op basis van eigen bewerkte cellen’, zegt prof. dr. Zwi B ­ erneman, diensthoofd hematologie. ‘Daarvoor worden eigen afweercellen, de zogenaamde dendritische cellen, gemanipuleerd en opnieuw ingespoten. In een eerste onderzoek waren dertig patiënten betrokken die met succes waren behandeld met chemotherapie,

Het team doet ook onderzoek naar het effect van immuuntherapie op andere soorten kanker, in samenwerking met de dienst oncologie. Concreet gaat het om longvlieskanker, uitgezaaide borstkanker en glioblastoom, de meest agressieve vorm van hersentumoren. Berneman: ‘De gemiddelde overleving is gestegen met 14 maanden voor longvlieskanker, met 15 maanden voor glioblastoom en met 22 maanden voor uitgezaaide borstkanker. Een aanzienlijke winst als je weet dat patiënten met die diagnose doorgaans nog maar een tweetal jaar te leven hebben.’ Een groot voordeel van immuuntherapie is dat de behandeling eenvoudig is en nauwelijks nevenwerkingen heeft. De patiënt krijgt gewoon een inspuiting, met hooguit wat huidirritatie op de plaats van de prik. Afhankelijk van het behandelingsschema krijgt hij

Dienst hematologie, T 03 821 32 50, Dienst oncologie, T 03 821 32 50

het vaccin tweewekelijks of met grotere tussenpozen, meestal een zestal maanden lang.

Tumor verdwenen Andere onderzoeksteams bereikten de afgelopen jaren heel mooie resultaten met andere vormen van immuuntherapie. Zo bestaan er intussen verschillende geneesmiddelen op basis van monoklonale antilichamen, eiwitten die in het laboratorium worden ontwikkeld. Die geven soms spectaculaire resultaten, vooral bij de behandeling van melanoom, de meest agressieve vorm van huidkanker, en longkanker. Bij sommige patiënten verdwijnt de tumor zelfs volledig. Het zijn vandaag gevestigde behandelingen die ook in het UZA worden toegepast, al gaat het voorlopig om een kleine minderheid van de patiënten. ‘Die onderzoekslijn heeft tot de definitieve doorbraak van immuuntherapie geleid’, zegt ­Berneman. ‘Zelfs de grootste sceptici erkennen nu dat het een volwaardige behandelingsmogelijkheid is, naast chirurgie, chemotherapie en bestraling. En door verschillende vormen van immuuntherapie te combineren hopen we in de toekomst nog betere resultaten te behalen.’ Op dit


De dienst hematologie kreeg internationale erkenning voor zijn onderzoek naar een vaccin voor patiënten met acute myeloïde leukemie (AML), dat het samen met het Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve ­Geneeskunde (CCRG) ontwikkelde.

moment wordt de behandeling alleen ingezet bij uitgezaaide of onbehandelbare tumoren. ‘Maar er komt zeker nog onderzoek naar het effect van immuuntherapie op beginnende kanker’, zegt Berneman.

Onbeantwoorde vragen Zelf gelooft Berneman al heel lang dat het immuunsysteem in staat is kankercellen te bestrijden. ‘Onze dienst doet al sinds 1983 allogene stamceltransplantaties, waarbij de patiënt stamcellen van een donor krijgt. Tesamen met die stamcellen worden meestal ook afweercellen van de donor toegediend. Wij zagen al gauw dat die een grote rol spelen in de genezing: zij vallen de resterende kankercellen aan.’ Onderzoekers hebben de komende jaren nog een hele kluif aan immuuntherapie. Zo moet nog verder blijken welke kankers er precies mee te behandelen zijn. Peeters: ‘En we moeten ook uitzoeken hoe we immuuntherapie kunnen inpassen binnen de gewone chemotherapie en de nieuwe doelgerichte geneesmiddelen. Geven we eerst immuuntherapie en daarna chemotherapie, of andersom? En hoe past radiotherapie in dat p ­ laatje? Die vragen moeten we nog zien te ­beantwoorden.’ 

13


UITGEDOKTERD

1 Prof. dr. Patrick Cras 1

2

2 Prof. dr. Marc Peeters

Klinische studies vormen de basis van een steeds betere geneeskunde. Maar hoe weet je als patiënt dat je geen proefkonijn bent? En wie of wat bepaalt of je al dan niet mag deelnemen aan een studie?

Klinische studies

Tussen wetenschap

I

n het UZA lopen honderden studies, zowel academische studies als studies in samenwerking met farmaceutische bedrijven. Prof. dr. Patrick Cras is diensthoofd neurologie en voorzitter van het Ethisch Comité van het UZA. Prof. dr. Marc Peeters is diensthoofd oncologie en medisch coördinator van het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA).

Hoe beslis je als arts of je meewerkt aan een studie of niet? Peeters: ‘We bekijken onder meer of de studie relevant is en of we genoeg patiënten hebben die ervoor in aanmerking komen. We selecteren 14

erg kritisch, want een studie is niet iets dat je er zomaar even bij neemt. Je moet kwaliteit kunnen bieden en voldoende medewerkers kunnen inzetten. Daarom zijn studies alleen nog maar mogelijk binnen een goed uitgebouwde omkadering en infrastructuur. Op de dienst oncologie lopen er gewoonlijk zo’n vijftig tot zeventig studies tegelijk.’ Cras: ‘Ook wij ondervinden dat de farmaceutische bedrijven de lat almaar hoger leggen. Sommige firma’s eisen dat alle zorgverleners die met de proefpersonen in aanraking komen, vooraf een online opleiding volgen en daarover een test afleggen. Zo wordt het natuurlijk erg omslachtig.’

Is het moeilijk om genoeg patiënten te vinden om deel te nemen aan de studies? Cras: ‘Soms wel, vooral omdat patiënten aan allerlei voorwaarden moeten voldoen. Ze moeten uiteraard tot de doelgroep van het medicijn behoren, maar er zijn ook andere criteria, bijvoorbeeld leeftijd en eventuele bijkomende gezondheidsproblemen. Soms mag een patiënt ook niet meedoen aan een studie omdat hij eerder al deelnam aan een gelijkaardig onderzoek. Dat is vaak zo bij medicatie tegen dementie: de onderzoekers moeten immers zeker kunnen zijn dat een effect niet het gevolg is van een eerder genomen


en hoop geneesmiddel. Dat kan voor de patiënt behoorlijk frustrerend zijn.’ Peeters: ‘Vooral kankerstudies zijn erg specifiek geworden: er wordt niet gezocht naar patiënten met borstkanker, maar met dat ene specifieke type borstkanker. Soms is het een hele uitdaging om genoeg patiënten te vinden. En af en toe kan een studie om die reden niet doorgaan.’

En de patiënt? Is die meestal bereid om deel te nemen? Peeters: ‘Voor kankerstudies is dat zelden een probleem.’ Cras: ‘Als er veel bij een studie komt kijken, ligt de drempel wel

hoger. Bijvoorbeeld als patiënten vaak naar het ziekenhuis moeten komen of de medicatie via een infuus moeten krijgen. Toch stemmen patiënten vaak toe: om elke kans te grijpen, maar vaak ook uit altruïstische motieven. Als ik er zelf niet beter van word, help ik misschien anderen, redeneren ze. Maar als een patiënt geen zin heeft om deel te nemen, zal ik die nooit proberen te overtuigen. De keuze is aan hem.’

Voor sommige patiënten is een studie ongetwijfeld de laatste strohalm. Peeters: ‘Dat gebeurt, en dan moeten we opletten dat de patiënt

geen onrealistische verwachtingen koestert. We spreken daar heel open over en proberen de mogelijke voordelen van de nieuwe behandeling goed te plaatsen. Het gebeurt bijna nooit dat een nieuw medicijn een spectaculaire genezing teweeg brengt bij een ongeneeslijke patiënt. Als er winst is, spreek je meestal over een levensverlengend effect van een aantal maanden.’ Cras: ‘Bij veel studies bestaat ook de kans dat de patiënt niet het nieuwe medicijn, maar een placebo krijgt: de twee groepen worden dan met elkaar vergeleken. Voor de patiënt is dat soms heel moeilijk te verteren. Maar een placebo-gecontroleerde studie is nu eenmaal de

Op de dienst oncologie lopen er gewoonlijk zo’n vijftig tot zeventig ­studies tegelijk

➝ 15


UITGEDOKTERD

Alleen dankzij studies ­weten we z­ eker dat we de patiënt een ­correcte ­behandeling geven.

beste manier om na te gaan of een geneesmiddel werkt.’

Hoe veilig is het om aan een klinische studie deel te nemen? Peeters: ‘Hoewel er maar uiterst zelden onverwachte nevenwerkingen opduiken, kun je geen garanties geven. Zelfs in een fase 2-studie, waarin medicatie wordt getest die eerder al aan vrijwilligers werd gegeven, kunnen er nog altijd onbekende neveneffecten optreden. Een formulier voor geïnformeerde toestemming is niet voor niets tien tot vijftien pagina’s lang. We leggen dat ook heel duidelijk uit aan de patiënt.’ Cras: ‘De patiënten worden ook enorm goed opgevolgd. Elke mogelijke nevenwerking, al is het maar een verkoudheid, wordt volgens strikte richtlijnen geregistreerd. Als er een ongekend neveneffect aan het licht komt, worden ogenblikkelijk een heleboel partijen verwittigd:

de andere onderzoekers, de Data Safety and Monitoring Board – dat is de expertengroep die de studie opvolgt voor het farmaceutisch bedrijf – , de ethische comités van de deelnemende ziekenhuizen, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) …’

Wie bewaakt de ethische kant van de zaak? Cras: ‘Het ethisch comité van het ziekenhuis fungeert als waakhond. Wij beoordelen jaarlijks zo’n 500 à 600 studies en letten daarbij ook op de ethische kant. Wegen de voordelen op de tegen de risico’s? Wordt de patiënt correct geïnformeerd over de studie? Als er al een goede behandeling bestaat, mag je die ook niet aan de patiënt onthouden. 1 à 2 % van de klinische studies wordt aan het einde van de rit afgekeurd.

Uiteraard zijn er aan klinische studies commerciële belangen verbonden, maar je kunt nu eenmaal niet zonder. En om de studies uit te voeren heb je de drie partijen nodig: de patiënten, de ziekenhuizen én de farmaceutische industrie. Zolang het belang van de patiënten primeert, is er geen probleem. In dit ziekenhuis hebben de onderzoekers geen enkel financieel belang bij deelname aan een studie. Het ziekenhuis zelf legt er in sommige gevallen zelfs aan toe.’

Hoe belangrijk zijn klinische studies voor een ziekenhuis? Cras: ‘Ze zijn enorm belangrijk omdat onze geneeskunde erop gebaseerd is: alleen dankzij studies weten we zeker dat we de patiënt een correcte behandeling geven. Het maakt ook deel uit van de opdracht van een universitair ­ziekenhuis. We willen daar ­absoluut een voortrekkersrol in ­spelen.’ 

België koploper in klinische studies • In 2015 liepen er in België 1.578 geneesmiddelenstudies. • Het aantal aanvragen voor nieuwe klinische ­studies steeg in dat jaar met 6 %. • Binnen Europa is België op een na koploper wat het aantal klinische studies per inwoner betreft, na Denemarken.

• Bij ongeveer 1 studie op 5 wordt ­medicatie tegen kanker getest. • 1 studie op 5 heeft betrekking op ­geneesmiddelen voor kinderen. • Maar 1 op de 10 klinische studies levert ­effectief een nieuw geneesmiddel op. Bron: pharma.be en De Standaard

INFO 16

Dienst neurologie, T 03 821 34 23, dienst oncologie, T 03 821 32 50, www.uza.be/klinische-studies, www.clinicaltrials.gov


MEDISCH

Paul Van Aken 1 Prof. dr. Patrick Cras 2

1

2

Meer dan de helft van de patiënten op intensieve zorg maakt vroeg of laat een delirium door. De patiënt komt in een toestand van verwardheid en verminderd bewustzijn. Met een gerichte aanpak slagen we erin om veel leed te voorkomen.

Delirium

‘Heb ik dat gedaan?’

E

en delirium wordt soms met beginnende dementie verward. ‘Toch verschillen die duidelijk van elkaar’, zegt prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie. ‘Dementie ontstaat geleidelijk en is blijvend. Een delirium komt plots op en is tijdelijk. Symptomen van een delirium zijn verwardheid, aandachts- en geheugenproblemen, onrustig gedrag en hallucinaties. Ook agressief gedrag komt voor.’

Op alle afdelingen Allerlei factoren kunnen een delirium uitlokken, legt Paul Van Aken, directeur patiëntenzorg uit. ‘Sommige patiënten krijgen er een

na een zware operatie of ongeval, bij heel ernstige ziekte of doordat hun medicatie wordt stopgezet. Bij andere patiënten is de delirium een bijwerking van medicijnen die op de hersenen inwerken, zoals slaapmiddelen.’ Bepaalde zaken maken een persoon kwetsbaarder, zoals ouderdom, dementie of slechthorendheid of slechtziendheid. Cras: ‘Het probleem doet zich het vaakst voor op intensieve zorg. Dat komt doordat patiënten daar ernstig ziek zijn, vaak slecht slapen en zware medicatie krijgen. Maar alle afdelingen kunnen ermee te maken krijgen.’ En de behandeling? Cras: ‘Als er een onderliggende kwaal is,

zoals een blaasinfectie, behandel je die eerst. Daarnaast bestaan er medicijnen om het delirium te bestrijden.’ Belangrijk is ook om de patiënt meer structuur en herkenningspunten te geven, door bijvoorbeeld een klok of een familiefoto in de kamer te zetten. Het helpt ook als de familie in de buurt blijft.

Niet onschadelijk Hoewel een delirium meestal na enkele uren of dagen weer overgaat, is het zeker niet onschadelijk. Sommige patiënten brengen zichzelf in gevaar door bijvoorbeeld een infuus los te trekken. Bovendien is een delirium een beangstigende ervaring, ook voor

de familie. Verpleegkundigen worden dan ook opgeleid om een delirium snel te herkennen, onder meer aan de hand van een beoordelingsschaal. Het UZA hanteert ook strikte richtlijnen voor de behandeling. Soms is ook preventie mogelijk, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de patiënt zijn bril of hoorapparaat draagt. Ook begeleiding van de familie én de patiënt is belangrijk. Van Aken: ‘We leggen uit wat een delirium is en hoe je het best met de patiënt omgaat. De patiënt zelf herinnert zich nadien meestal niets, maar is soms beschaamd als hij hoort wat hij allemaal heeft gedaan. Ook daar moet je als verpleegkundige op ingaan.’  17


m

Het UZA is de Nr. 1 TOP EMPLOYER

We zijn opnieuw Top Employer!

Heb je het goede nieuws al gehoord?

Ach, vertel‌

Door kwaliteit te leveren...

Ja, en dit voor het 11de jaar op rij! We hebben er dan ook samen elke dag voor gewerkt!

studio@palatino.be

Wil je ook werken voor deze Top Employer? Surf dan snel naar www.uzatrektaan.be en ontdek onze openstaande vacatures.

‌ en door ons engagement!

Super!

1


maguza juli 2016

Zorgmagazine van het UZA

www.maguza.be – UZAnieuws UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Nieren in nood Nieren zijn onmisbaar, maar gelukkig tot op zekere hoogte ook vervangbaar. In de nieuwe, optimaal uitgeruste dialyse-eenheid van het UZA behandelt de dienst nierziekten patiënten met niervervangende therapie, zowel klassieke dialyse als buikvliesdialyse. Jaarlijks krijgen ook zo’n 45 patiënten een nieuwe nier via transplantatie.

DOSSIER NIERZIEKTEN

19


DOSSIER NIERZIEKTEN

DIENST NIERZIEKTEN

1

2

3

1

Prof. dr. Mileine ­Couttenye

2

Klara Van den Ende

3

Bruno Verdonck



WAT? De dienst nierziekten behandelt patiënten met diverse nierziekten en biedt ook niertransplantaties aan. De gloednieuwe dialyse-­ eenheid, die een high care en een medium care unit omvat, biedt plaats aan 24 patiënten. De dienst heeft ook twee low care units, één in het UZA zelf en één in Bornem, met respectievelijk 8 en 11 dialysetoestellen.

WAAR? De raadpleging en de dialysezaal verhuisden naar het gelijkvloers van een gloednieuwe ziekenhuisvleugel waarin ook het Moederen kindcentrum gevestigd is. De low care en de beddenafdeling bleven in het hoofdgebouw.

Dienst nierziekten

Nieuwe locatie, nieuwe start Meer licht, ruimte en comfort: de nieuwe dienst nierziekten is een verademing

20

WIE?

voor de patiënten. Het paradepaardje is

De dienst telt vijf nierspecialisten, twee internisten in opleiding voor nefrologie, twee assistent-specialisten in opleiding en twee consulente nierspecialisten, naast vijf administratief medewerkers en een team van 36 verpleegkundigen onder leiding van een hoofdverpleegkundige en vijf unitverantwoordelijken.

de hypermoderne dialysezaal, nagenoeg uniek in Europa.

I

n mei 2015 verhuisde de raadpleging nierziekten met de dialysezalen naar het gelijkvloers van een gloednieuwe ziekenhuisvleugel waarin ook het Moeder- en kindcentrum gevestigd is. De beddenafdeling en de low care dialyse, waar dialysepatiënten worden behandeld die minder medisch toezicht nodig hebben, bleven op hun vertrouwde plek. De nieuwe raadpleging betekent een hele vooruitgang voor de patiënt, met een mooie wachtruimte, meer consultatieruimtes en overal meer ruimte en licht. Vooral de dialysepatiënten gingen er sterk op vooruit, met een afdeling die tot de best uitgeruste in Europa behoort. De ruimtes zijn licht en aangenaam, met ramen tot op de vloer en volop zicht op groen. Niet onbelangrijk als je weet dat


dialysepatiënten drie keer per week een behandeling van vier uur krijgen. ‘Nieuw is ook dat ernstig zieke dialysepatiënten hun dialyse in een aparte ruimte krijgen, te vergelijken met een intensieve zorg-afdeling. Ze worden daar voortdurend gemonitord’, zegt hoofdverpleegkundige Klara Van den Ende. Voor het overige liggen alle dialysepatiënten nu samen op één grote zaal, in plaats van verdeeld over diverse kleinere lokalen zoals voordien. Een hele verbetering voor de verpleegkundigen, die daardoor een stuk gemakkelijker het overzicht kunnen bewaren en het werk verdelen. Een groot pluspunt zijn ook de weegliften. Patiënten worden voor en na elke dialysesessie gewogen. Vroeger was dat vooral bij immobiele patiënten een omslachtige klus. Nu liggen de patiënten op een

groot doek, verbonden met een weegsysteem dat geïntegreerd is in een plafondlift. Daardoor kunnen ze snel en veilig worden gewogen.

Net als thuis Handig is ook dat de dialysetoestellen gemakkelijk links of rechts van de bedden kunnen worden opgesteld, met dank aan de verschuifbare aansluitingspanelen achter de dialysebedden. Daardoor kunnen patiënten probleemloos in de linker- of in de rechterarm worden aangeprikt en behoren ook lange rondslingerende snoeren en kabels tot het verleden. ‘We hebben alles gedaan om de werkdruk voor de verpleegkundigen te verlagen, wat uiteindelijk ook de patiënt ten goede komt. Zo werken we ook nog nauwelijks met losse zakken zuurconcentraat, een mengsel dat nodig

is voor de dialyse, maar komt die vloeistof rechtstreeks via een leiding binnen vanuit een installatie in de kelder. Dat is een enorme besparing op verpakking en werktijd’, zegt

genoemd, gingen erop vooruit. Zij kunnen voor begeleiding en educatie voortaan terecht in een comfortabele ruimte waarvan een deel werd ingericht om zoveel mogelijk de thuissituatie te benaderen.

Zuiver water Doordachte inrichting en nieuwe technologieën maken de dialysezaal uniek

Bruno Verdonck, technisch verantwoordelijke van de dienst. Ook de patiënten die kiezen voor thuisbehandeling met peritoneale dialyse, ook buikvliesdialyse

De meest spectaculaire vernieuwing ten slotte, zit verscholen in de kelder een verdieping lager. Daar bevindt zich een nieuw, hoogtechnologisch waterzuiveringssysteem dat het UZA als een van de eerste ziekenhuizen in België liet installeren. Voor dialysepatiënten is zuiver water essentieel, omdat voor hun behandeling grote hoeveelheden water nodig zijn. ‘ Bovendien zijn er tegenwoordig ook behandelingen waarbij we water aan het bloed toevoegen. Dan is ultrazuiver water zo mogelijk nog belang➝ 21


DOSSIER NIERZIEKTEN

Een nieuw, hoogtechnologisch waterzuiveringssysteem zorgt voor ultrazuiver water, vergelijkbaar met het water dat in geneesmiddelen wordt gebruikt.

➝ rijker’, licht nefrologe prof. dr. Mileine ­Couttenye toe. Het water dat vandaag wordt gebruikt, is honderd keer zuiverder dan voordien, vergelijkbaar met het water dat in geneesmiddelen wordt verwerkt. ‘Bovendien hebben we een installatie met twee parallelle leidingen. Mocht er in een van de twee een technisch mankement zijn, dan kunnen we nog genoeg water leveren om alle patiënten te behandelen. Bij een levensnoodzakelijke therapie als dialyse is dat erg belangrijk’, zegt Verdonck. Ook aan het milieu werd gedacht. ‘Na de zuivering blijven er enorme volumes water over dat niet geschikt is voor dialyse, maar nog perfect bruikbaar is. Dat wordt opgevangen in een put van 70.000 liter onder de kelder en gebruikt voor de spoeling van de toiletten in het gebouw’, legt hij uit. Voor Verdonck was het een geweldige uitdaging om de nieuwe dialysezaal en raadpleging te mogen uittekenen. ‘Het gebeurt niet vaak dat je als technisch verantwoordelijke een dienst volledig opnieuw mag uitdenken. Twee jaar zijn we er zoet mee geweest. We hebben verschillende ziekenhuizen in België, Nederland en Duitsland bezocht om van nabij kennis te maken met de allernieuwste technieken. En het resultaat mag er zijn: je mag gerust stellen dat onze dialyse-afdeling uniek in Europa is.’  22

Patiënt zkt. H nierdonor Het gebrek aan donororganen blijft het heikele punt van niertransplantatie. Nieuwe technieken en vormen van donatie moeten het aanbod verhogen en de wachttijden inkorten.

et UZA voert zo’n 45 niertransplantaties per jaar uit. 86 UZA-patiënten staan momenteel op de wachtlijst. In heel België krijgen per jaar ongeveer 450 patiënten een nieuwe nier. Bij 95 procent van die patiënten is die nier een jaar na de ingreep nog gezond. Een struikelblok blijven echter de lange wachtlijsten: het is gemakkelijk twee tot drie jaar wachten op een geschikt orgaan. Dat komt voor een stuk doordat almaar vaker ook oudere patiënten worden getransplanteerd. ‘Vroeger kwam een patiënt van 65 jaar of ouder sowieso niet in aanmerking, tegenwoordig transplanteren we ook gezonde zeventig-plussers’, zegt prof. dr. Daniel Abramowicz, diensthoofd nierziekten. De medische wereld blijft dan ook zoeken naar nieuwe technieken en manieren om meer patiënten te kunnen helpen. Een overzicht.

INFO D ienst nierziekten, T 03 821 34 35


Prof. dr. Daniel Abramowicz

1

Prof. dr. Jean Louis Bosmans

2

1

2

Lang leve de donornier? Vijf jaar na een niertransplantatie werkt gemiddeld nog zo’n 80 procent van de nieren. De gemiddelde levensduur is tien jaar, al zijn er ook patiënten die twintig jaar gezond leven met eenzelfde nier. ‘Een donornier heeft hoe dan ook niet het eeuwige leven’, legt prof. dr. Daniel Abramowicz uit. ‘Door de medicatie die ze krijgen, hebben patiënten immers last van een hoge bloeddruk. Daardoor raakt de donornier geleidelijk aangetast.’ Het goede nieuws is dat patiënten de levensduur van hun nier positief kunnen beïnvloeden door gezond te leven en, vooral, door hun medicatie nauwgezet te nemen.

Nierdonatie na hartstilstand

Familielid als donor

Gewoonlijk komen donornieren van hersendode patiënten die kunstmatig in leven worden gehouden aan een beademingsmachine. Sinds een tiental jaar zijn echter ook non heart beating donoren een optie. Het gaat dan om erg zieke patiënten over wie de familie en het behandelende team het eens zijn dat verdere behandeling geen zin heeft. Patiënten worden dan afgekoppeld van de beademingsmachine, waarna ze een natuurlijke dood sterven. Meteen daarna worden de organen verwijderd. Dat gebeurt altijd met instemming van de familie. Meestal gaat het om patiënten uit het eigen ziekenhuis. ‘In Nederland gebeurt dit al veel vaker, maar ook bij ons wordt non heart beating-donatie een belangrijke bron van donornieren. Als de donor niet te oud is en geen bijkomende ziekten heeft, zijn die organen perfect bruikbaar’, zegt Abramowicz.

De afgelopen jaren was er een voorzichtige toename van zogenaamde levende nierdonatie, waarbij de patiënt een nier krijgt van een familielid. In het UZA gaat het tegenwoordig om zo’n 5 à 10 procent van de nierdonaties. En er is nog ruimte voor groei. Mogelijke gezondheidsnadelen voor de donor zijn alvast geen tegenargument. ‘Het is bewezen dat een gezond persoon met maar één nier evenveel kans heeft op een lang en gezond leven als iemand anders’, zegt Abramowicz. Ook voor de patiënt is het een voordeel. ‘De langetermijnresultaten na levende nierdonatie zijn beter. Dat komt onder meer doordat we donoren alleen aanvaarden als ze over twee perfect gezonde nieren beschikken’, zegt nefroloog prof. dr. Jean Louis Bosmans.

Geen match, toch ­transplantatie Dankzij nieuwe technieken komen

familieleden vandaag vaker in aanmerking om een nier af te staan, ook als donor en ontvanger strikt genomen niet verenigbaar zijn. ‘Afhankelijk van hun bloedgroep dragen mensen bepaalde antigenen in hun lichaam, de zogenaamde ABO-antigenen’, legt Abramowicz uit. ‘Die antigenen bepalen mee of er een match mogelijk is. Een persoon met bloedgroep O bijvoorbeeld, maakt antistoffen aan tegen de ABO-antigenen van een persoon met bloedgroep A of B. Daardoor zou hij de nier bij transplantatie onmiddellijk afstoten.’ Tegenwoordig is dat probleem te omzeilen door de patiënt de weken voor de transplantatie een speciale behandeling te geven. Hij krijgt dan specifieke antilichamen toegediend, terwijl andere antilichamen worden verwijderd met behulp van een speciale techniek. ‘Een grote vooruitgang als je weet dat drie tot vier op de tien kandidaat-donoren

normaal niet in aanmerking komen vanwege die ABO-antigenen’, aldus Abramowicz.

Een nier voor een nier De Belgische transplantatiecentra hebben sinds een drietal jaar een overeenkomst voor een Living Donor Exchange Program, als het ware een uitwisselingsprogramma voor levende donoren. Een familielid dat een nier wil afstaan, maar geen goede match is voor de patiënt, kan zijn nier doneren aan een andere patiënt binnen het programma. In ruil daarvoor krijgt de ‘eigen’ patiënt een donornier van een andere donor. Bosmans: ‘Om dat mogelijk te maken kunnen familieleden van patiënten op de wachtlijst zich laten registreren in een virtuele pool. Elke drie tot vier maanden wordt via een computerprogramma gezocht naar een geschikte match of matchen. Daaruit zijn al een aantal transplantaties ­voortgekomen.’ 

23


DOSSIER NIERZIEKTEN

1

2

3

4

1

Prof. dr. Mileine ­Couttenye

2

Klara Van den Ende

3

Kurt Lauwers

4

Dr. Amaryllis Van Craenenbroeck

Een afaresebehandeling duurt vier tot zes uur en is meestal niet pijnlijk, op het aanprikken na.

Bloed geven voor jezelf Sinds de verhuis van de dienst nierziekten beschikt die ook over een aparte eenheid voor aferese. Bij afarese worden bepaalde bestanddelen uit het bloed van de patiënt gehaald, en soms ook vervangen door andere. Daarna gaat het bloed weer naar de patiënt.

B Afarese wordt ­onder meer gebruikt om ­stamcellen uit het bloed te halen, bijvoorbeeld bij ­leukemie 24

ij een aferese-behandeling ligt de patiënt vier à zes uur op een bed met een slangetje in de linker- en de rechterarm’, legt afereseverpleegkundige Kurt Lauwers uit. ‘Via het ene slangetje vertrekt het bloed uit het lichaam, waarna het wordt omgeleid naar de aferesemachine. Vandaar komt het via het andere slangetje weer in de bloedbaan terecht. De aferesemachine werkt min of meer als een centrifuge. Ze wordt geprogrammeerd om bepaalde cellen of bestanddelen uit het bloed te halen op basis van kleurherkenning.

Afhankelijk van de behandeling passeert het bloed maximaal drie keer na elkaar door de machine.’ Waarom gebeurt de behandeling op de dienst nierziekten? Dr. Amaryllis Van Craenenbroeck, nefrologe: ‘Onze dienst is vertrouwd met procedures waarbij er met bloed buiten het lichaam wordt gewerkt, aangezien dat ook bij dialyse gebeurt. Er zijn met andere woorden technische gelijkenissen tussen beide behandelingen.’

Voor wie of wat wordt de behandeling het vaakst ­toegepast? Prof. dr. Mileine Couttenye, nefrologe: ‘De meest klassieke toepassing is aferese in het kader van een stamceltransplantatie, bijvoorbeeld bij patiënten met leukemie of lymfeklierkanker. In veel gevallen komen de stamcellen dan van een donor, meestal een familielid. Vroeger werden de stamcellen uit het beenmerg gehaald. Nu kan dat uit het bloed. Voor die behandeling werken we samen met de diensten oncologie, hematologie en de stamcellenbank van het Centrum voor Celtherapie

en Regeneratieve Geneeskunde (CCRG). Daar worden de stamcellen na afname bewaard en soms ook bewerkt in afwachting van de transplantatie. We behandelen overigens ook patiënten van andere ziekenhuizen met deze therapie. Die afspraken kaderen binnen Iridium, een samenwerkingsverband van meerdere ziekenhuizen voor de behandeling van kanker.’

Welke ziekten worden er nog behandeld met aferese? Couttenye: ‘We behandelen bijvoorbeeld ook patiënten die door een bloedziekte foute rode bloedcellen aanmaken. Tijdens de aferese halen we die foute bloedcellen eruit en vervangen we ze door goede rode bloedcellen.’ Van Craenenbroeck: ‘Een andere toepassing is plasmaferese, waarbij het plasma van de rest van het bloed wordt gescheiden en vervangen door donorplasma of een vervangvloeistof. Dat doen we bij patiënten met afwijkingen in het plasma.’ Couttenye: ‘Soms geven we die behandeling ook voor of na een niertransplantatie, bijvoorbeeld als het lichaam de transplantatie-


nier afstoot. We kunnen dan de antistoffen die de nier aanvallen, uit het plasma halen.’

Klopt het dat aferese sterk in de lift zit? Van Craenenbroeck: ‘Ja, er komen meer en meer toepassingen én almaar meer patiënten krijgen de behandeling voor een langere tijd. Zo behandelen we sinds september 2015 soms ook patiënten na een stamceltransplantatie. Het gebeurt namelijk dat de toegediende stamcellen een afweer­reactie veroorzaken tegen bepaalde organen. Die patiënten ondergaan dan een fotoferese-behandeling: dat betekent dat een bepaald type witte bloedcellen wordt afgenomen, behan-

deld met licht en teruggegeven aan de patiënt. Die therapie krijgen ze vaak maanden aan een stuk. Daarnaast neemt aferese in het kader van wetenschappelijk onderzoek toe. Het UZA doet meer en meer studies naar celvaccinaties: daarbij krijgen kankerpatiënten een vaccin toegediend op basis van eigen bewerkte cellen. Ook die patiënten komen bij ons terecht om monocyten, een bepaald type witte bloedcellen, te laten afnemen.’

Hoe ervaart de patiënt de ­behandeling? Klara Van den Ende, hoofdverpleegkundige: ‘De behandeling zelf is in principe niet pijnlijk, maar sommige patiënten hebben

wat last van de medicatie die ze vooraf krijgen of van het aanprikken. Patiënten of familieleden die komen doneren, zijn ook wel eens emotioneel. Ze weten dat er

In de eenheid kunnen twee patiënten tegelijk behandeld worden

veel van afhangt. Uiteraard geven wij met veel plezier uitleg. We kunnen twee patiënten tegelijk behandelen in onze eenheid. Er is

voortdurend een verpleegkundige aanwezig, soms twee bij een wat moeilijker procedure. De artsen en verpleegkundigen volgen een specifieke opleiding voor aferese.’ Van Craenenbroeck: ‘Sinds de verhuizing hebben we overigens een aparte ruimte voor de aferese­ patiënten, wat voor iedereen aangenamer is.’ Couttenye: ‘Die eenheid beantwoordt aan de strenge kwaliteitsnormen van JACIE, een Europese accreditatie voor stamceltransplantatiecentra. De dienst behaalde het ­kwaliteits­label voor het eerst in 2012. Aangezien we met m ­ enselijk materiaal werken, gelden er enorm strikte ­procedures.’  25


DOSSIER NIERZIEKTEN

'Als je nog een grote reis wil maken, doe je dat beter nu’, zei de dokter. En Jeff trok met zijn vrouw naar Australië.

‘ Ik voelde me als herboren’ Als dertiger al wist Jeff (64) dat hij rond z’n zestigste een donornier zou nodig hebben. En inderdaad, een maand nadat hij zestig werd, onderging hij een niertransplantatie. ‘Een prachtig geschenk.’

Z

ijn huisarts verwees hem destijds naar het UZA omdat hij regelmatig last had van een hoge bloeddruk. Dertig was Jeff toen. ‘In het UZA werd vastgesteld dat ik aan een aangeboren nierziekte lijd, waarbij zich cystes in mijn nieren vormen. Daar bestond destijds nog geen behandeling voor, maar mijn nierwerking was gelukkig nog heel behoorlijk. Vanaf toen ging ik jaarlijks op controle en werd de evolutie van mijn nierfunctie nauwgezet opgevolgd. Daaruit kon mijn nierspecialist afleiden wanneer ik vermoedelijk aan de dialyse zou moeten: hij schatte dat dat rond m’n zestigste zou zijn.

INFO 26

Ik stopte die gedachte ergens weg in m’n achterhoofd, maar lette wel heel bewust op mijn gezondheid en sportte veel. Fysiek heb ik nooit ergens last van gehad. Maar toen ik 57 was, zag mijn arts dat het stilaan tijd werd voor dialyse. ‘Als je nog een grote reis wil maken, doe je dat beter nu’, zei hij me. Mijn vrouw en ik zijn toen naar Australië gereisd.

Dialyse op hotel Niet lang daarna werd ik op de wachtlijst gezet voor een niertransplantatie en ben ik gestart met buikvliesdialyse ‘s nachts (waarbij de dialyse via het eigen buikvlies gebeurt, red.). Elke avond koppelde ik mezelf aan en tegen

www.laatjenuregistreren­alsorgaandonor.be

de ochtend was de behandeling voltooid. Zo’n dialyse beperkt weliswaar je vrijheid: ik moest altijd op tijd m’n bed in en moest me aan een strikt dieet houden. Maar al bij al viel het mee. We gingen

Toen het telefoontje kwam, stond ik aan de grond genageld zelfs op fietsvakantie in Nederland en lieten de dialysevloeistof dan gewoon leveren in ons hotel.

Na dik twee jaar kwam dan dat ene telefoontje, een maand na mijn zestigste verjaardag. Dat er een donornier voor mij was. Ik stond aan de grond genageld. Tien dagen na de ingreep was ik alweer thuis. De herstelperiode was best intensief, maar toch voelde ik mij als herboren. Ik hoefde niet meer aan de dialyse, kon weer alles eten. Ik ben mijn donor enorm dankbaar, evenals het UZA voor zijn professionele en menselijke aanpak. Om iets te kunnen terugdoen heb ik een website rond orgaandonatie opgericht. Als je weet dat één orgaandonor vier of vijf mensenlevens kan redden, kan ik mensen alleen maar aanmoedigen om zich als donor te laten registreren.’ 



GEZOND

Welkom bij dr. Smartphone Gezondheidsapps Kijken of een moedervlekje verdacht is, bijhouden hoe actief u bent of zelfs een diagnose stellen: voor alles en nog wat bestaan er gezondheidsapps. Een positieve evolutie of de zoveelste hype?

G

Wees vooral kritisch: lees vooraf de reviews en check de ­gemeten ­gegevens 28

ezondheidsapps en bijbehorende meettoestelletjes of wearables zijn booming business. Naast de bekende stappentellers zijn er vandaag ook toestelletjes of apps waarmee u uw beweging, slaap en calorieverbranding registreert, uw eetgedrag in kaart brengt, rookstopbegeleiding krijgt of uw geheugen traint. Andere waarschuwen u voor geluidsoverlast, helpen u uw buikspieren te trainen of vertellen u welke pollen er in de lucht hangen. Vooral sportprestaties bijhouden was nooit zo gemakkelijk. Zo hebben meer en meer sporthorloges een ingebouwde app en zijn hartslagmeters vaak uitgerust met een stappenteller. Johan Roeykens, inspanningsfysioloog bij SPORTS: ‘Als extra motivatie is zo’n app prima: je kunt bijvoorbeeld van maand tot maand je activiteitsgraad bijhouden. Maar blijf je gezond verstand gebruiken. De resultaten zijn

maar zo betrouwbaar als het meettoestelletje. Als je sporthorloge je gelopen afstand systematisch met 20 procent overschat, ga je op een wedstrijd de lat veel te hoog leggen. Dat is geen gezonde situatie. Ik raad mensen dan ook aan om kritisch te zijn: lees vooraf reviews en check de gemeten data.’

3.000 calorieën? Yeah right Populair zijn ook apps die uw calorieverbruik versus -inname meten, handig als u een paar kilo’s kwijt wil. Roeykens: ‘Alleen is ons energieverbruik erg moeilijk te meten. Je kunt niet zomaar zeggen: een vrouw van die leeftijd, zoveel kilo en die lengte verbruikt in rust zoveel calorieën per uur. Terwijl je vaak alleen die gegevens moet ingeven. Dus ook hier: gebruik zo’n app hoogstens als richtlijn. Geloof je app niet als die zegt dat je na een uurtje lopen 3.000 calorieën hebt verbruikt.’ Een ander nuttig hebbeding zijn de activity trackers met Bluetooth die meten hoe actief u doorheen de dag bent geweest, die waarschuwen wanneer het tijd is om weer te bewegen en die een hoop ander gezondheidsadvies geven. ‘Als je weet dat zitten het nieuwe roken wordt genoemd, is zo’n apparaatje zeker interessant’, vindt Roeykens. Ook cardioloog dr. Hielko Miljoen ziet geregeld patiënten die met

een hartslagmeter-met-app aan de slag gaan. ‘Zoiets kan leuk en motiverend zijn. Je kunt je sportresultaten gemakkelijk bijhouden of delen met vrienden. Bepaalde apps stellen zelf een trainingsschema voor. Maar je moet het kaf van het koren scheiden.’ Het gebeurt dat een patiënt ongerust op raadpleging komt omdat de gedownloade grafiek van zijn hartslagmeter onregelmatigheden laat zien. ‘Als zoiets meer dan eens gebeurt, ga je inderdaad beter op controle. Soms pikt een hartslagmeter hartritmestoornissen op die je zelf niet voelt’, aldus Miljoen.

Huisarts op zak Een categorie apart zijn apps in de medische sfeer. Zo bestaat er een app die uw medische toestand beoordeelt op basis van uw bloeddruk, lichaamstemperatuur en hartslag. Andere meten uw gezichtsvermogen, vertellen wat u moet doen in een medische noodsituatie of geven een seintje als u uw medicatie moet nemen. Prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie, staat zeker niet afkerig tegenover dergelijke apps. ‘Ze betrekken de patiënten meer bij hun gezondheidszorg. Ik sta soms versteld van hun nauwkeurigheid. Zo bestaat er een app die op basis van een medische vragenlijst je klachten interpreteert en aangeeft


of er dringende hulp nodig is. De uitkomst lijkt erg betrouwbaar. Niet zo gek als je weet dat spoeddiensten gelijkaardige vragenlijsten hanteren.’ Met zo’n app hebt u als het ware uw huisarts op zak. Of is dat wat kort door de bocht? Want welke garantie hebt u dat uw app betrouwbare gegevens oplevert? Op dit moment moeten alleen de apps die echt in een medische context worden gebruikt, een keurmerk hebben. Cras: ‘Niet voor niets bevatten al die apps een ‘disclaimer’: de makers nemen geen verantwoordelijkheid voor eventuele missers.’

geven binnen de gezondheidszorg, is een strengere controle nodig én een nieuw vergoedingssysteem voor medische prestaties. Nu mogen artsen alleen een consultatie of onderzoek aanrekenen, terwijl de interpretatie van al die data natuurlijk ook tijd vraagt.’ In zijn praktijk merkt Cras dat vooral oudere patiënten vaak nog niet mee in het verhaal stappen, al zijn er bijvoorbeeld heel nuttige apps voor parkinsonpatiënten. ‘Maar de evolutie is niet te stoppen. De volgende generatie patiënten zal al die toepassingen de n ­ ormaalste zaak van de wereld ­vinden.’ 

Wij verhogen uw comfort !

Tijd is geld Volgens hem zullen apps almaar belangrijker worden in de gezondheidszorg. Cras: ‘Denk maar aan de opvolging van diabetespatiënten. Artsen zouden gemakkelijk hun bloedsuikerwaarden vanop afstand kunnen opvolgen, zeker als de data van de app worden doorgestuurd naar het patiëntendossier. In die zin openen apps enorme perspectieven voor telegeneeskunde: ze kunnen veel tijd en geld besparen. ‘ Toch plaatst hij ook een paar kanttekeningen. ‘Als we apps een grotere plaats willen

TRAPLIFTEN, HUISLIFTEN, PLATEAULIFTEN & GOEDERENLIFTEN

VRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEK SE RV IC E

24/24 - 7/7

BEL GRATIS: 0800 20 950

WWW.COMFORTLIFT.BE Mannebeekstraat 3 | B-8790 Waregem | info@comfortlift.be 29


GEZOND

Goed gesmeerd! Met uw kinderen naar de zon? Prima, zolang u ze maar goed beschermt tegen zonnebrand. Dermatologe dr. An Bervoets legt uit hoe u dat het best doet.

I

edereen is als kind wel eens verbrand door de zon. Maar dat mag geen reden zijn om het belang van zonnebescherming bij kinderen te relativeren. ‘Het is bewezen dat volwassenen die tijdens hun jeugd vijf keer ernstig verbrand zijn geweest, een hoger risico hebben op huidkanker. Hoe jonger je verbrandt, hoe groter het risico. Vooral tot de leeftijd van 14 jaar is het extra oppassen’, legt dr. An Bervoets uit. Goede zonnebescherming bij kinderen? Dat doe je het best zo.

Vermijd de heetste uren van de dag.

Tussen 11 en 16 uur houdt u uw kinderen (en uzelf) het best uit de zon. Blijf dan zo veel mogelijk in de schaduw. Zoekt u toch de zon op, beperk het dan tot een half uurtje. Baby’s tot zes maanden mogen helemaal niet in de zon. Ook niet onder een parasol: die laat nog te veel zonnestralen door en biedt dus niet genoeg bescherming.

INFO 30

Zonnecrème is goed, ­kleding beter. Aangepaste kleding – zoals een pet, T-shirt, shorts – beschermt beter tegen zonnebrand dan om het even welke zonnecrème. Kies wel voor dicht geweven stof in een donkere kleur. Onder een licht wit T-shirt kan uw kind nog altijd verbranden. Laat het in het water een UV-bestendig zwemshirt dragen. Er bestaat trouwens ook gewone kleding met UV-bescherming, handig als u bijvoorbeeld op trekvakantie gaat.

Smeren is de boodschap. Smeer uw kind elke twee uur in met zonnemelk met beschermingsfactor 50. Doe dat extra als uw kind zich afdroogt na het zwemmen, want dan blijft er van de zonnemelk niets over. Wees niet zuinig met de zonnecrème: reken op een tube per week per persoon. Smeer ook als het bewolkt is, want de UV-stralen dringen door het wolkendek door. Blijf smeren als uw kind al een kleurtje heeft: dat beschermt immers maar in heel beperkte mate tegen de zon.

Dienst dermatologie, T 03 821 32 23

Voorkom zonnebrand ­tegen elke prijs. Vermijd absoluut zonnebrand bij uw kind: hoe vaker het tijdens zijn jeugd verbrandt, hoe hoger het risico dat het later huidkanker ontwikkelt. Loopt het toch fout, verzorg dan de huid met after sun, een hydraterende crème, een zalf tegen verbranding of koude kompressen. Die kunnen de schade helaas niet ongedaan maken, maar wel de symptomen verzachten.

Blond en bleek velletje? ­Extra ­oppassen! Kinderen (en volwassenen) met een bleke huid, blauwe ogen en blond of rood haar zijn veel gevoeliger voor zonnebrand en lopen helaas ook meer risico op huidkanker. Wees dus extra voorzichtig als uw kind van nature een bleke huid heeft. Zit huidkanker in de familie? Laat dan zijn huid vanaf de puberteit controleren op verdachte vlekjes. Bij de gemiddelde bevolking is achttien jaar vroeg genoeg. 


Wist u dit al over zonnemelk? • Tot de leeftijd van 1 jaar gebruikt u het best een speciale zonnemelk voor kinderen omdat hun huid dan nog erg gevoelig is. Daarna kunt u gewone zonnecrème gebruiken. Let er wel op dat het een neutrale zonnemelk is, en dus bijvoorbeeld niet een zelfbruinende variant. • In zonnecrèmes voor kinderen zitten vaak poeders verwerkt die een witte kleur nalaten. Handig om te weten waar u gebleven bent met smeren, maar een onzichtbare filter beschermt even goed. • Een goedkope zonnecrème beschermt uw kind even goed als een duur merkproduct. Het verschil zit in bijkomende eigenschappen als bijvoorbeeld smeerbaarheid. • Dagcrèmes met een UV-beschermingsfilter vervangen geen zonnemelk: als u de zon in gaat, moet u nog altijd om de twee à drie uur smeren. • Ook een zogenaamde all day-zonnecrème beschermt niet de hele dag en moet u meermaals per dag aanbrengen.

• Een geopende tube blijft 9 maanden tot een jaar goed, daarna neemt de beschermingsfactor gevoelig af.

läns / photocase.com

• Met een spray smeert u al gauw te weinig. Kies dus liever voor zonnemelk.

31


ZORG

Voor Claudia is TriaGo! nu al geslaagd: ‘Ik vreesde dat het doel te hoog gegrepen zou zijn, maar intussen heb ik zelfs al de Antwerp Ten Miles uitgelopen.’

Ex-kankerpatiënten trainen voor Zwinathlon

‘ Sporten maakt me mentaal sterker’ Welke invloed heeft intensief sporten op de gezondheid van ex-kankerpatiënten? Dat proberen het UZA en AZ Monica te achterhalen met het project TriaGo! Bij dit wetenschappelijk onderzoek worden twaalf voormalige kankerpatiënten én hun buddy’s klaargestoomd voor een kwarttriatlon. 32

Z

aterdagmorgen, zwembad van Beveren. 24 mannen en vrouwen staan klaar om in het water te duiken. Ze trainen voor de Zwintriathlon van september: 1.000 meter zwemmen, 45 km fietsen en 10 km lopen. De helft van hen zijn ex-kankerpatiënten. Samen met hun buddy’s nemen ze deel aan TriaGo!, een project van het UZA en AZ Monica dat ondersteund wordt door Think Pink. ‘Negen maanden lang trainen we voormalige kankerpatiënten en hun buddy’s op een medisch verantwoorde manier voor een kwarttriatlon’, zegt Rudi Frankinouille, triatlontrainer van het UZA-sportcentrum. ‘Normaal gezien volgen ex-kankerpatiënten een revalidatieprogramma van drie maanden. Met dit onderzoek willen

INFO

triagoblog.wordpress.com


Twaalf voormalige kankerpatiënten én hun buddy’s trainen voor Zwintriathlon, een kwarttriatlon, onder professionele begeleiding. Hun evolutie wordt opgevolgd in een wetenschappelijk onderzoek.

we kijken of ze gebaat zijn met een langere training. Voelen ze zich nadien fysiek fitter? En vergroot het sporten hun kansen op een blijvend herstel? Uit verschillende internationale studies blijkt namelijk dat sporten het risico op herval beduidend kan doen afnemen. Daarnaast kijken we of de training een invloed heeft op de mentale gezondheid van de ex-patiënten. Wat is hun quality of life na negen maanden trainen? Wat dit project extra interessant maakt, is dat we de verschillen in conditie-opbouw kunnen opvolgen tussen die van de voormalige patiënten en die van hun buddy’s.’

weken na de chemo waren mijn ‘pyjamadagen’: ik was dan zo vermoeid dat ik vaak niet uit bed kon komen. Wie had toen kunnen denken dat ik twee jaar later zou trainen voor een kwart triatlon?’ ‘In het begin had ik niet zoveel zin om deel te nemen. Ik ben niet echt sportief, en als advocate met een

Sporten kan het risico op herval doen afnemen

Pyjamadagen Een van de ex-kankerpatiënten die deelnemen aan TriaGo! is Claudia. ‘Twee jaar geleden voelde ik een knobbeltje in mijn borst. Ik ben meteen naar de dokter gestapt. Mijn ergste vrees kwam uit: ik had borstkanker. Op Valentijnsdag moest ik onder het mes. Alles bij elkaar is het hele herstelproces goed verlopen. De “lightversie” noemde ik mijn behandeling soms. Ik moest maar viermaal chemo krijgen en een maand bestralingen. Al kun je chemotherapie bezwaarlijk licht noemen: bijna niet te geloven hoeveel neveneffecten de stoffen op je lichaam hebben. De

gezin met drie tieners heb ik een heel drukke agenda. Een ex-collega heeft me overtuigd om er toch voor te gaan. Een once in a lifetime-kans, vond hij. Zelf heeft hij ook kanker gehad. Hij wist dus waarover hij sprak.’

Trainen met buddy ‘Uiteindelijk heb ik me toch ingeschreven, en daar ben ik nog altijd heel blij om’, gaat Claudia voort. ‘Het mooie van het project is dat je ontzettend goed begeleid wordt. Ik vind het ook heel positief dat het programma langzaam wordt opgebouwd, want in het begin

protesteerde mijn lichaam toch wat.’ Rudi Frankinouille: ‘We zijn bewust heel voorzichtig begonnen met een beperkte looptraining. De focus lag daarbij op techniek. Veel van de ­TriaGo!-deelnemers zijn niet gewoon om te sporten, en ik wil niet dat ze blessures oplopen. Ik probeer ook zo weinig mogelijk weerstand op te roepen bij hen door ze in het begin niet al te zwaar te belasten. Alle deelnemers zijn wel allemaal grondig gescreend, om er zeker van te zijn dat ze deze uitdaging fysiek en psychologisch aankunnen.’ Een ander groot pluspunt van TriaGo! is dat je niet alleen hoeft te trainen. Claudia: ‘Sporten in groep is heel motiverend. Daarnaast hebben we allemaal een buddy. Ik train samen met Huguette, die ik leerde kennen via de school van mijn kinderen. Het is zoveel leuker om met zijn tweeën te lopen.’ Ook voor de buddy zelf biedt het project voordelen. ‘Momenteel loopt mijn professionele leven niet zoals ik het wil’, vertelt Huguette. ‘Door deze sportieve uitdaging kan ik mijn gedachten wat verzetten. Het is ook een mooie kans om onder professionele begeleiding een nieuwe discipline te leren. Lopen kon ik al, maar ik heb heel veel opgestoken van de zwem- en fietstraining.’

Big Brother Af en toe trainen Claudia en Huguette ook afzonderlijk. Valsspelen zit er echter niet in. Rudi Frankinouille: ‘Alle deelnemers hebben een hartslagmeter die bijhoudt hoe lang en hoe hard ze hebben gesport. De meter kan zelfs hun pasfrequentie registreren. Via een online coachingprogramma volg ik de resultaten op. Door alle gegevens bij te houden zie ik welke vooruitgang de deelnemers maken, hoe de conditie-opbouw evolueert …’ TriaGo! loopt nog een paar maanden, maar voor Claudia is het project nu al geslaagd. ‘Aanvankelijk vreesde ik dat het doel te hoog gegrepen zou zijn, maar intussen heb ik al grote vorderingen gemaakt. Ik heb zelfs de Antwerp Ten Miles uitgelopen. Vóór mijn ziekte dacht ik dat ik onvermoeibaar was. Wanneer anderen hadden opgegeven, bleef ik doorgaan. Dat idee van onverwoestbaarheid heeft een knauw gekregen. Door deze ­sportieve prestatie te leveren, voel ik me weer sterk. Het blijft vaak een opgave om tijd te vinden, maar elke kans die het risico op herval verkleint, moet je aan­grijpen, toch?’ 

33


ZORG

Hulp na de laatste adem Na een overlijden krijgen de achtergebleven familieleden heel wat emoties te verwerken én een hoop praktische zaken te regelen. Het UZA probeert hen daar zo goed mogelijk bij te ondersteunen.

E

en overlijden van een familielid, zelfs al is het verwacht, schudt het leven van de nabestaanden grondig door elkaar. De verpleegkundigen maken op dat moment altijd tijd vrij om de

familie te ondersteunen en het afscheid zo sereen mogelijk te laten verlopen. ‘Ze beschouwen dat terecht als een allerhoogste prioriteit’, zegt Magda Geraerts, afdelingshoofd patiëntenzorg. Ook de arts heeft meestal meteen na

Goed om weten • Contacteer na het overlijden zo snel mogelijk een begrafenisondernemer, ook als het weekend is. Hij of zij is meestal snel ter plaatse en neemt u veel uit handen. • Als u vragen hebt rond de erfenis of de aangifte van een nalatenschap, is de notaris een goed aanspreekpunt. Hij of zij is verplicht u gratis inlichtingen te geven. • Vergeet zeker de (klein-) kinderen niet bij een overlijden.

INFO 34

Wees eerlijk en geef ook hen de kans afscheid te nemen. Dat is essentieel voor hun latere verwerking. Willen ze de overledene groeten, leg hen dan vooraf rustig uit wat ze kunnen verwachten. • Als een overlijden niet onverwacht komt, is het een goed idee om al vooraf bepaalde zaken te regelen. Een afspraak met de notaris kan u veel zorgen besparen.

Dienst Patiëntenbegeleiding, T 03 821 37 00

het overlijden een gesprek met de familieleden, zodat die niet met onzekerheden of onbeantwoorde vragen achterblijven. De verpleegkundigen zorgen ervoor dat de overledene er zo mooi mogelijk bij ligt, soms met behulp van een mortuariummedewerker. Ook de familie kan helpen als ze dat wenst. ‘Als de nabestaanden niet aanwezig zijn, bellen we hen op. Zeker bij een onverwacht overlijden proberen we hen de kans te geven om nog op de kamer afscheid te nemen. Dat is minder confronterend’, zegt Miranda Van de Wiele, hoofd patiëntenbegeleiding. Een enkele keer komt ook de sociaal werker naar de afdeling, bijvoorbeeld als een overlijden erg onverwacht is en de overblijvende partner geen sociaal vangnet heeft. Zij kan de nabestaanden eventueel ook wegwijs maken in de administratieve afhandeling. Meestal wordt er ook snel een begrafenisondernemer gecontacteerd, die vanaf dan

een steun en toeverlaat is voor de nabestaanden. Hij haalt bijvoorbeeld het overlijdensattest op en doet aangifte van het overlijden in het gemeentehuis.

Laatste groet Na het eerste afscheid op de kamer verhuist het lichaam naar het mortuarium, waar de nabestaanden de overledene kunnen groeten. Het mortuariumteam komt graag tegemoet aan eventuele bijkomende verzoeken, zoals de overledene andere kleding aantrekken. ‘Ook zij vangen de familie op een heel fijne manier op, en weten bijvoorbeeld ook heel goed hoe je kinderen bij een overlijden kunt betrekken’,


U ZEGT

Geconventioneerd?  Voor eenzelfde zorgverlening betaalt u bij een geconventioneerde arts soms minder dan bij een niet-geconventioneerde. Hoe komt dat? Om te hoge gezondheidskosten te vermijden, sluiten de ziekenfondsen, de overheid en de artsen een akkoord af over de tarieven die artsen mogen aanrekenen. Artsen zijn echter vrij om die conventie helemaal, gedeeltelijk of niet te ondertekenen. Ze moeten hun patiënten wel inlichten over die keuze.

Wat betaalt u aan wie? • Geconventioneerde artsen: rekenen het afgesproken tarief aan. U betaalt alleen uw persoonlijke aandeel, ook wel remgeld genoemd: het verschil tussen het bedrag dat het ziekenfonds terugbetaalt en het tarief dat de arts mag vragen.

zegt Van de Wiele. De familie kan er uiteraard ook voor kiezen het lichaam te laten opbaren in een rouwcentrum bij hen in de buurt. Een hoofdstuk apart is het overlijden van heel jonge of te vroeg geboren baby’s, al dan niet na een noodgedwongen zwangerschapsafbreking. Goede begeleiding is dan cruciaal omdat er minder dan bij een ander overlijden vaste rituelen zijn en een mooi afscheid enorm belangrijk is voor de latere verwerking. ‘Bij kindjes die dood geboren worden of heel snel overlijden, hebben ouders geen kans gehad om herinneringen op te bouwen’, zegt sociaal werker Mariska Waldukat. ‘Ze krijgen

daarom een herinneringsdoos, met daarin onder meer een voetafdrukje, een lokje haar, een foto, het mutsje dat het kindje droeg … En ook bij een overlijden van een al iets ouder kind doen we uiteraard al het mogelijke om de ouders bij ­te staan.’ Op www.uza.be kunt u de brochure ‘Wat te doen na een overlijden’ downloaden. Ze is ook te verkrijgen op de dienst patiëntenbegeleiding. In de brochure worden onder meer de praktische formaliteiten na een overlijden toegelicht, zoals het contacteren van de bank, de werkgever of pensioendienst, de verzekeraar(s), de mutualiteiten … 

• Niet-geconventioneerde artsen: bepalen hun eigen tarieven. Dat betekent dat ze bovenop het afgesproken tarief een honorariumsupplement mogen aanrekenen. Dat supplement wordt nooit terugbetaald door het ziekenfonds. • Gedeeltelijk geconventioneerde artsen: houden zich op bepaalde uren, dagen of plaatsen aan de conventietarieven, op andere rekenen ze een supplement aan. Goed om te weten: het UZA rekent in de meeste gevallen de conventietarieven aan, ook al is de arts niet of gedeeltelijk geconventioneerd. Er zijn maar een beperkt aantal uitzonderingen.

ilt u weten of een arts geconventioInfo W

neerd is, dan kunt u dat opzoeken op de website van het Riziv (www.riziv.be).

35


Landelijke Thuiszorg helpt met een waaier van diensten

Ken n Verheyde SHOOFD AFDELING L EN ONTHAA IENST OPNAMED

Bij Landelijke Thuiszorg vinden wij zorgen voor jou de normaalste zaak van de wereld. Je bent jong of oud, samen of alleen? We komen bij je thuis op die momenten waar extra hulp meer dan welkom is : een geboorte, ziekte, handicap, ouderdom of moeilijke omstandigheden. Onze medewerkers zijn deskundig opgeleid en helpen je met plezier én op jouw maat.

❙ ❙ ❙ ❙ ❙ ❙ ❙

gezinszorg kraamzorg poetshulp groen- en klusjesdienst woningaanpassing gastopvang dagopvang

Agent van het 573 bedden heeft het UZA. Samen met zijn team zorgt Ken Verheyden ervoor dat die optimaal bezet worden. En dat betekent

bel GRATIS 0800 112 05 thuiszorg@ons.be www.landelijkethuiszorg.be

soms knopen doorhakken. ‘Een van de belangrijkste taken van mijn dienst is ervoor zorgen dat alle patiënten een bed hebben op de meest geschikte afdeling. Zodra ik aankom, probeer ik een zicht te krijgen op de stand van zaken via de computer.’ ‘Intensieve zorg en de spoedafdeling regelen hun bedplanning zelf. Ik ga even langs op de dienst spoedgevallen om na te vragen hoeveel bedden

ze nodig hebben. Zo heb ik een volledig overzicht.’ ‘Een patiënte heeft zowel cardiale problemen als beenwonden. Op welke afdeling kan ze het best liggen, vraagt een van mijn medewerksters. Bij twijfelgevallen neem ik de beslissing. Ik probeer daarbij een consequente lijn te volgen. Zo vermijd ik verhuizingen, want dat is oncomfortabel voor de patiënt. Bovendien kost de transfer en alles


WITJAS VAN DIENST

beddenhuis wat daarbij komt kijken – voorbereiding, briefing, overleggen … – het ziekenhuis veel tijd. Ook bij discussies tussen de afdelingen kom ik soms tussen om de finale beslissing te nemen. Eigenlijk ben ik een soort politieagent van het beddenhuis.’ ‘Vergadering. Tussen de concrete dagplanning door probeer ik me met structurele zaken bezig te houden. Vandaag neem ik deel aan een stuurgroep Poli 2020. In de toekomst wil het UZA graag werken met zuilen waar patiënten zichzelf zullen kunnen ­aanmelden. Zo hopen we de wachttijden bij de inschrijving te verkorten.’

‘Piekuur bij spoed. Ik ga nog eens checken hoe de dag daar evolueert. Het is heel druk en de dienst heeft nood aan bedden. Ik loop langs de verschillende afdelingen om met eigen ogen te zien waar er nog plaats is; de registratie loopt soms achter op de werkelijkheid. Ik kan nog twee plaatsen regelen.’ ‘Twee medewerkers willen hun shiften omruilen. Geen probleem, maar dat moet wel ingebracht worden op de computer. Terwijl ik de uurroosters in het systeem aanpas, eet ik snel een boterham.’ ‘Telefoon. Of we nog een patiënt met een

heupfractuur kunnen opnemen? Ik overleg met de dienst orthopedie. Gelukkig is er nog een bed vrij. Als derdelijnsziekenhuis kiezen we ervoor om bepaalde patiënten nooit te weigeren, zoals kinderen met zware trauma’s of met een ernstige ziekte, patiënten met een specifieke hiv-problematiek en mensen met een cerebrovasculair accident of beroerte.’ ‘De hoofdverpleegster van de afdeling A1 vraagt hoeveel patiënten voor diabetologie, immunologie en algemeen inwendige ziekten en hoeveel andere patiënten op haar dienst lagen vorig jaar. Ze heeft een gesprek met het management morgen. Ik stel een overzicht samen voor haar.’

‘Voor ik naar huis ga, regel ik nog de taakverdeling van mijn team. Ik stuur een ploeg aan van 16 medewerkers die verschillende taken uitvoeren in een roulatiesysteem. Elke dag wisselen ze om de 2,5 uur van functie: onthaal, inschrijvingen voor de raadpleging, inschrijving voor de opnames. Op die manier is hun dag heel afwisselend. Alleen de mensen die de bedplanning doen, blijven op hun post om het overzicht te bewaren.’ ‘Ik maak me klaar om te vertrekken. Het gebeurt soms dat ik ’s avonds nog naar een vergadering moet, maar vandaag ben ik helemaal vrij.’ 37


UZA AGENDA

juli augustus september

2016

gratis deel­ name

ACTIVITEITEN VOOR KANKERPATIËNTEN

uw advertentie hier?

1 INFOSESSIE: BLAASTUMOREN BETER BEGRIJPEN

Locatie

Een informatiesessie over blaas­ tumoren waarbij preventie, ziekte en behandeling en nieuwe evoluties centraal staan. Ook vrienden en familie zijn welkom.

www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 33 71

Datum 29 augustus

Uur 19:00 – 21:00

Locatie UZA, auditorium ­Kinsbergen (route 12)

Info en inschrijven www.uza.be/kankeractiviteiten, tel. 03 821 33 71

2 INFOSESSIE: ­ HORMOON­ BEHANDELING BIJ PROSTAAT­ KANKER Een infosessie over een bewegingsprogramma tegen vermoeidheid en botafbraak tijdens hormoonbehandeling bij prostaatkanker. Ook voor vrienden en familie.

INFO

38

Info en inschrijven

3 GROEPSSESSIES VOOR KINDEREN VAN (GROOT)OUD‑ ERS MET KANKER Ook voor kinderen is het niet gemakkelijk als een (groot)ouder kanker krijgt. De UZA-psychologen van het MOCA bieden groepssessies op maat aan om (klein) kinderen in alle vertrouwen steun te bieden. Waar kanker bespreekbaar is en waar het kind zijn/haar gevoelens kwijt kan.

Wanneer? Elke woensdagnamiddag vanaf 28 september t.e.m. 26 oktober

Aantal deelnemers Maximum 8 en minimum 4 deelnemers

Doelgroep kinderen van 6 tot 12 jaar wiens (groot)ouder kanker heeft en behandeld wordt in het UZA

Info en inschrijven Datum 26 september

Media Surplus Daknamdorp 25, Lokeren T 09/349 69 64 – 0475/52 27 15 info@media-surplus.be www.media-surplus.be

VIP-restaurant

Uur 09:45 – 11:15

deelname is gratis. Silvia.peeters@uza.be, tel. 038215631, www.uza.be/groepssessieskids


ZORG

Elk jaar zet fotograaf Nicolas Sonnet zich belangeloos in voor kinderen in bijzondere situaties. Dit jaar bracht hij kinderen met een nierziekte op een speelse manier de basis van de fotografie bij.

Spelen met licht Nierpatiëntjes achter de camera

A

ls zoon van een alleenstaande moeder was ik vroeger vaak alleen thuis’, vertelt Nicolas Sonnet. ‘Ik heb toen heel veel aan mijn creativiteit gehad. Ik kon er volledig in opgaan. Vandaag wil ik kinderen in een bijzondere situatie dezelfde kans bieden. Dit jaar heb ik gekozen voor kinderen met een chronische of langdurige ziekte. Creatief bezig zijn kan hen even aan de realiteit doen ontsnappen. Tegelijk is dit een unieke kans om de buitenwereld te tonen dat de patiëntjes in de eerste plaats nog altijd kinderen zijn.’ De eerste workshop van het project, ‘Spelen met licht’, vond plaats op 12 maart in het UZA — de zaterdag na Wereldnierdag, die dit jaar in het teken stond van kinderen

INFO

met nierproblemen. Tien nierpatiëntjes kregen de kans om spelenderwijs de basis van de fotografie onder de knie te krijgen. Nicolas Sonnet: ‘Het was in de eerste plaats de bedoeling om de kinderen zelf aan de slag te laten gaan. Het heeft me aangenaam verrast hoe geïnteresseerd de kinderen waren, en hoe creatief ze uit de hoek kwamen.’

Nieuw leven Vanaf juni ging het project volop van start. De kinderen krijgen telkens een maand lang een camera mee om zich volledig te kunnen uitdrukken. Op 4 september staan de mooiste foto’s van de verschillende workshops tentoon in het UZA. Special guest op de expo wordt André Lassooij. Hij maakt een fietstocht langs transplantcentra in Europa om aandacht te vragen

voor de lange wachttijden voor donororganen, en houdt even halt in het UZA. ‘We vinden het belangrijk dat onze nierpatiëntjes af en toe in de kijker staan’, zegt prof. dr. Dominique Trouet, kindernefrologe. ‘Vooral als dat op een positieve manier gebeurt. Onze patiënten zijn niet zielig, het zijn levens-

lustige en energieke kinderen die bijzonder actief zijn. Als ze eenmaal een nieuwe nier hebben gekregen, zie je nauwelijks verschil met andere kinderen. Tegelijk willen we de aandacht vestigen op het belang van orgaandonatie. Onze patiënten zijn het levende bewijs dat je met een orgaan kinderen een heel nieuw leven geeft.’ 

Sjors van Vliet (10)

‘Leeuwen en tijgers’ Amper vijf jaar was Sjors van Vliet toen hij een niertransplantatie onderging. Vandaag is hij een springlevend kind dat graag dieren vastlegt op beeld. Als patiënt van het UZA nam hij deel aan ‘Spelen met licht’. ‘De workshop

was best leuk. We mochten spelletjes doen met licht en elkaar fotograferen. Ook thuis maak ik graag foto’s. Onlangs zijn we naar de dierentuin gegaan. Ik heb er mooie beelden kunnen maken van leeuwen en tijgers.’

Expo ‘Spelen met licht’, zaterdag 4 september van 11 tot 13 uur, auditorium van het UZA (route 12). Gratis toegang. ww.spelenmetlicht.be 39


Opgelet voor valpartijen!

Voorkom valpartijen met enkele eenvoudige maatregelen! Patiënten lopen soms risico op vallen omdat ze lang in bed liggen, slecht te been zijn, medicatie gebruiken ... Voorkom valpartijen met deze tips: • Maak gebruik van de rolstoelen en zitplaatsen • Draag gesloten pantoffels of schoenen en vermijd loshangende kledij • Houd uw bril bij u • Leg zoveel mogelijk dingen binnen handbereik • Vermijd rommel op de vloer • Zorg voor voldoende licht • Vraag hulp als u slecht te been bent

TIP: Bent u de voorbije 6 maanden gevallen? Denkt u dat u makkelijk zou kunnen vallen? Meld het ons!


UZA PRAKTISCH

ONVERGETELIJK

Nuttige telefoonnummers • algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 • onthaal en opname: T 03 821 31 01 • patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levensbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) • ombudsdienst: T 03 821 31 60 • inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 • school in het UZA: T 03 821 58 86 Herstellen in zorghotel Drie Eiken Na een operatie kunt u verder aansterken in zorghotel Drie Eiken, een comfortabel verblijf met professionele zorgvoorziening. Ook familie en vrienden kunnen er terecht voor overnachting vlakbij het UZA. Meer info en reservaties: www.drie-eiken.com, T 03 821 12 11 Gastenkamers Ter Weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: www.uza.be/terweyde, T 03 440 48 18. Winkelgalerij In de inkomhal vindt u: • de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur; in het weekend en op feestdagen van 12 tot 20 uur • een broodjeszaak, in de week open van 9 tot 14.30 uur • een winkel Momen’to Shop Delhaize met een ruim aanbod verse voeding, drank, lectuur, geschenkartikelen … Open op weekdagen van 8.30 tot 20 uur. In het weekend en op feestdagen van 12 tot 17.15 uur. • een bloemen- en pralinewinkel ‘Gift Shop’, open van maandag tot en met vrijdag van 11 tot 19:30 uur. In het weekend en op feestdagen gesloten. • een bankautomaat Restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke werkdag open van 12 tot 14 uur. Meer info: www.uza.be Het UZA draagt het JCI-label voor veilige en kwaliteitsvolle zorg.

Abonnement Wenst u een gratis abonnement op Maguza, wilt u een adreswijziging door­geven of wilt u het magazine niet langer ontvangen? Bel 03 821 32 96 of stuur uw naam en adres naar UZA, afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, of surf naar www.maguza.be/abonnement. U kunt hier ook inschrijven op de gratis digitale nieuwsbrief van Maguza.

Colofon

MagUZA · driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen · jaargang 28, april 2016 · Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be · Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten · Hoofdredacteur: Evita Bonné · Redactieraad: Bettina Blaumeiser, Evita Bonné, Patrick Cras, Annick Deckers, Anneleen De Vos, Jonas De Wolf, Marc Peeters, Bharati Shivalkar, Elke Smits, Kris Thieren, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele · Redactie & realisatie: Jansen & Janssen Creative Content, www.jaja.be · Fotografie: Frank Bahnmuller, Jan Locus, Eric de Mildt, Thomas Legreve · Illustratie p. 14-16: Frederik van den Stock, p. 32-33: Gudrun Makelberge · Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest · Reclameregie: Media Surplus, www.media-surplus.be · De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA. Maguza wordt gedrukt op FSC-papier, afkomstig van duurzaam beheerde bossen.

Van patiënt naar werknemer Als patiënt was Eric Gorris zo onder de indruk van het UZA, dat hij besloot om er te solliciteren. En met succes. Intussen werkt Eric hier al meer dan een jaar als IT’er. ‘Vijf jaar geleden kreeg ik bloedklontertjes in mijn longslagader. Mijn huisarts stuurde me meteen naar de spoed. Ze raadde me het UZA aan. Achteraf gezien kan ik haar alleen maar gelijk geven. Ik werd hier heel goed geholpen. De artsen en verpleegkundigen hebben me meteen de juiste zorgen toegediend en ik kreeg veel informatie. Ik had een ernstig probleem, maar ik wist dat ik in goede handen was.

Hightech Omdat bloedverdunners niet voldoende waren, moest ik onder het mes. Dat gebeurde in het UZ in Leuven, door een chirurg gespecialiseerd in dit soort zeldzame operaties. Voor de nazorg kon ik opnieuw terecht in het UZA. Tijdens die herstelperiode raakte ik als technicus steeds meer geboeid door alle technologische toestellen in het ziekenhuis. Toen de Gazet van Antwerpen moest afslanken en ik mijn job verloor, besloot ik te solliciteren in het UZA.

Steun Vandaag werk ik al meer dan een jaar als IT’er voor het UZA. Ik voel me hier heel goed thuis. Het fijne is dat ik ook een patiënte heb kunnen helpen. Ze had dezelfde ziekte als ik, maar maakte zich zorgen over de operatie. Door op vraag van de arts uitgebreid met haar te babbelen, kon ik haar geruststellen. Intussen heeft ook zij haar operatie met succes achter de rug. We hebben nog contact met elkaar, en ze is me nog altijd dankbaar. Heel fijn om anderen te kunnen helpen!’ 41


KRUISWOORDRAADSEL

Puzzel & win! 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

1 2

8. 9.

3

3 4

10. 11.

1

5 6

8

12. 13. 14. 15. 16.

6

7 8 9

2

4

5

10

kloosterzuster – stelling – muzieknoot – gesel meetkundig lichaam – peulvrucht – vierhandig zoogdier in orde – forum – Engelse graaf – Europese Unie woestijnplaats – vrouw die voor iemand anders een kind draagt en baart zware bijl – bewonderaar – cent – Verenigde Naties vleesnat – kelner – Peru (op auto’s) – bruto etage – zijdekapok – Russische rivier – ingenieur Indisch kledingstuk – rustbank – bamboebeer soort virusinfectie – complex van ziekteverschijnselen

Verticaal

11

1. 2. 3.

12 13 14

7

15

4. 5.

5

10

16

1

2

3

4

5

6

7

6. 7. 8. 9. 10. 11.

8

Horizontaal 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

irritatie zwarte vogel – fraai gelegen – ijshut etappe – sneeuwlat – frisheid amarinde – luchtstrijdkrachten – groente – vrouwennaam arbeidsongeval – zelfbewustzijn – koetshuis – verstreken ontsteking – rijstgerecht ondergetekende – jeugdbende – zat

12. 13. 14. 15. 16.

rimpels in de ooghoeken gevangenis – zwaardwalvis – Amerikaanse staat evenredig deel – afgelopen ! – schutsluis – muzieknoot gebalk – zuivelproduct – vet vlees – trotse houding dun ijs – verdwijn ! – Trans Mediterranian Airways – korte kous aangeboren misvorming van de hand – gezant godin van de tweedracht – afgemat – nalatenschap Chinese maat – onbedreven schaatsenrijder kistje – graveur – meisjesnaam – boenmiddel het niet kunnen ruiken – vertrokken – paardensoort het achterblijven in groei – in het beenmerg aanwezige cel die in staat is om in een ander celtype te veranderen verbinding – biseksueel – bedorven – geassocieerde persdiensten succeslied – een zekere – Engels bier – golf stekelig diertje – uitstraling – slaapje – ongaarne in loco – godin van de dageraad – boven elkaar – kunsttaal stof die zenuwimpulsen overdraagt – röntgenfoto van de urinewegen

Doe mee en win! Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 20 augustus 2016 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – Afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak 3 7 kans op een van de vier Vivosmart-toestellen van Garmin, 6 een slimme activity tracker met hartslagmeting op de pols, die stappen, afstand, calorieën, hartslag, opgelopen trappen en trainingsintensiteit weergeeft. 42

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

1 A U T O M U T I L A T I E

2 C R E M E R O E

R O E R3 P E K I

3 4 5 6 7 I D O S E E S I E2 P E L N R O2 S1 U N C A N A C H1 T I R Y L I N Z V E N D I L M O E O M4 B O L4 A A D D A I I G I D E S O A L C K E N

8 9 A R R U I K O B L O E E N G L Y S E D N H O E S I

10 N I S

11 T E N7 D O I I N R8 I T M I O S E F P A O N G T O5

12 I T E M D G A S T A G E M

13 14 15 S T O N A R T5 U B S P U H E I E D N T E I L E N R A M D U B E S E R T E R A N I

16 F R I G I D E T A P O6 T A G E

Oplossing maguza 104 HORMOON De winnaars zijn: M. Veryser (Brecht), L. Van Herck (Mortsel), A. Van Landeghem (Beveren), F. Cordemans (Antwerpen). Zij ontvangen hun Vivosmart-­ toestel binnenkort in de bus.


COLUMN KATTY ALLAERT

Katty Allaert werkt al 20 jaar als journalist op de vrt-nieuwsdienst. Voor Het Journaal maakt ze reportages over gezondheid. Ze schreef mee aan een boek over allergieën en werkt nu aan een boek over rugpijn. Ze is geboeid door alle mooie ­dingen in het leven.

Home?

Het UZA zoekt vrijwilligers Het UZA zoekt vrijwilligers met een warm hart en een luisterend oor voor patiënten. Legt u graag nieuwe contacten en heeft u tijd om zich in te zetten voor de medemens? Wilt u helpen met transport van patiënten in rolstoel of bedlegerige patiënten van en naar onderzoeken/behandelingen? Wilt u deze patiënten tijdens het vervoer bijstaan met een babbel en ondersteuning? En kunt u zich minimum 4 tot 8 u per week vrij maken in de voormiddag (van 9-13u)? Stel u dan kandidaat als vrijwilliger bij het UZA! Neem contact op met vrijwilligerscoördinator Nora Lens, tel. 03 821 40 11 of nora.lens@uza.be.

UZA / Wilrijkstraat 10 / 2650 Edegem Tel 03 821 30 00 / Fax 03 829 05 20 www.uza.be

G

aston zat naast mij aan tafel tijdens een communiefeestje. Gaston was 89, netjes gekleed en een man van de wereld. Had een bedrijfje geleid, veel gereisd, en vooral veel gelezen. Fijn gezelschap dus. Zijn ogen glansden als hij over vroeger vertelde. Hij had een fijn leven geleid, tot aan de dood van zijn vrouw anderhalf jaar geleden. Kort erna was hij gevallen, en bijna vanzelfsprekend verhuisde hij naar een rusthuis. Van zijn huis in de Kempen naar een rusthuiskamertje in Gent, want daar woonden zijn dochters. Zo konden ze veel op bezoek komen. Gaston kende niemand in Gent en al helemaal niet in het rusthuis. Ook de serviceflat waarop hij gehoopt had, kreeg hij niet. Er was nu eenmaal een lange wachtlijst. Gaston vertelde hoe hij er het beste van probeerde te maken, en veel moeite deed om zijn kamertje te verlaten. De eerste weken ging hij tegen zijn zin naar het middagmaal en de animatie, maar na enkele maanden begon hij zich thuis te voelen. Hij had twee of drie mannen leren kennen met wie hij een kaartje kon leggen en naar het voetbal kijken. Zijn leven viel weer in een plooi, tot hij een jaar later het bericht kreeg dat hij weg moest. Zijn kamertje was maar tijdelijk, dus moest hij op zoek naar een andere plek. En dat zorgde voor groot verdriet, niet alleen bij Gaston maar ook bij de mannen die hun kaartvriend gingen missen. Nu zit hij dus in een ander rusthuis, in dezelfde buurt nota bene. Opnieuw tijdelijk, hij zal nog eens moeten verkassen. En dat ziet hij niet meer zitten. Hij doet ook geen moeite meer om mensen te leren kennen, “waarom zou een mens ook”. Ik had oprecht met hem te doen, en Gaston is geen uitzondering. Het gebeurde ook met een van onze grootouders, met de oma van de buren en die van een collega. Zo gaat dat nu eenmaal, dacht ik vroeger, het hoort bij de laatste levensfase. Maar nu ik het zie gebeuren bij bejaarde vrienden en familieleden moet ik telkens heel hard slikken. Is er echt geen andere manier om met onze ouderen om te gaan? Het flitst opnieuw door mijn hoofd als we Gaston na het feestje terugbrengen, naar “den home” zoals hij het zegt. Goed wetende dat het voor hem nooit “home” of een thuis zal worden…

43


GEHOLPEN

‘Ik wil nog opa worden’ Hennie (54) onderging in februari met succes een tweede harttransplantatie: een primeur in het UZA. ‘Het was mijn enige kans op overleving.

N

ederlander Hennie lijdt aan een aangeboren hartziekte. Op amper 27 kreeg hij voor het eerst een hartinfarct. ‘De jaren daarna volgden er nog. En dertien jaar geleden liep het pas echt goed fout. Opnieuw kreeg ik verschillende hartinfarcten, waarvan één heel zwaar. Ik was zo zwak dat ik in een rolstoel belandde. Het plaatselijke ziekenhuis verwees mij door naar het UZA. Daar vonden ze het een klein wonder dat ik met mijn ­conditie nog kon stappen. Omdat een harttransplantatie in die toestand onmogelijk was, kreeg ik een hartpomp ingeplant. Maanden heb ik daarmee op intensieve zorg gelegen. Toch twijfelde ik of ik een harttransplantatie wilde. Een lang gesprek met de voorzitter van de Vereniging van Hart-, Long- en Levergetransplanteerden van het UZA (VHLA) heeft me over de streep getrokken. Vijf maanden later was het zover. Na mijn revalidatie voelde ik me opnieuw achttien. Ik wilde de familie van mijn donor bedanken met een brief, maar elke poging scheurde ik weer kapot. Wat hadden die mensen aan het verhaal van mijn leed? Uiteindelijk ben ik als eerbetoon aan mijn donor naar het UZA gefietst, 110 kilometer over en weer. Het was de start van een jarenlange carrière als wielertoerist.

Weer bergaf Maar de afgelopen drie jaar ging het weer bergaf. Keer op keer belandde ik in het UZA voor stents, een pacemaker, een hartklepoperatie … Twee ernstige longontstekingen werden me bijna fataal. Op den duur woog ik nog maar 48 kilo. Toen de artsen een tweede harttransplantatie voorstelden, zei ik meteen ja. Het was mijn enige kans en ik ben nog te jong om te sterven. Ik wil nog opa worden! Toch had ik weinig hoop. Ik ging immers snel achteruit en het is al gauw twee jaar wachten op een donorhart. Maar na een half jaar, onverwacht snel, was er een geschikt hart voor mij. Het was opnieuw een zware operatie en er wacht mij nog een lange revalidatie. Maar dat heb ik ervoor over. Ik hoef ook niet meer helemaal de oude te worden. Als ik deze zomer de elektrische fiets op kan, ben ik al heel blij. Voor ik straks naar huis ga, ga ik grote, hartvormige koeken uitdelen aan iedereen die mij heeft geholpen bij mijn herstel. Er liggen er meer dan honderd klaar.’ 

Oproep

Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.