MagUZA 103 - januari 2016

Page 1

maguza januari 2016

Afgiftekantoor Antwerpen X, Maguza 103, Tijdschrift – kwartaalblad, januari 2016, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem

Zorgmagazine van het UZA

www.maguza.be – UZAnieuws UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Dossier darm & lever

‘De kracht zit in jezelf’

dossier ­

THUISBEADEMING Langer en beter leven  LADYKILLERS Hart- en vaatziekten bij vrouwen HET UZA GROEIT Toekomstplannen!

DARM & LEVER


Het ideale eindejaarsgeschenk

NIEUW

THER APEUTISCHE INFR AROODSAUNA’ S ME T LE VENSL ANG E G AR ANTIE

Droom je ook van je eigen infraroodsauna ? Verlicht spier- en gewrichtspijnen Goed bij reuma, artrose en fibromyalgie Verbetert je immuniteit Bevordert je bloeddoorstroming en conditie Maakt je huid frisser en jonger

GRATIS VOETSAUNA* * Bij aankoop van een Health Mate® infraroodsauna ontvangt u onze gloednieuwe voetsauna met Himalaya zoutstenen. Deze actie is geldig tot 31.01.16 of tot uitputting voorraad. Niet cumuleerbaar met andere acties.

( )

De Health Mate® voetsauna is apart verkrijgbaar voor 299,- incl. btw.

Vermindert cellulitis Ideaal om te detoxen Je verbrandt calorieën zonder moeite Surf naar www.healthmate.be voor meer informatie. Of bel 03 295 50 25 voor een gratis brochure.

Je hebt al een Health Mate infraroodcabine vanaf € 2.495,* Raadpleeg steeds je arts als je een infraroodcabine wil gebruiken om medische redenen

( )

ANTWERPEN: Health Mate shop LIER 03 295 50 25 | Van den Berg HOOGSTRATEN 03 315 75 31 | Sanik GEEL 014 58 86 70 | AquaVision BEERSE 0479 01 36 31 | Fonne Smeulders KALMTHOUT 03 62 01 620 | Health Mate SHOP SCHOTEN 03 685 44 50 | NG Project MOL 014 73 53 99 | Schrauwen: BRASSCHAAT 03 645 24 79 | Sanal BORSBEEK 03 366 17 70 | Health Mate PUURS 03 899 37 47 | Scava Grobbendonk 0474 64 60 66 | LIMBURG: ‘t Hoveniertje WELLEN 012 74 53 60 | Schrauwen GENK 089 30 86 20 | Varey LOMMEL 011 54 43 69 | Sleurs & Vangompel BOCHOLT 089 46 56 00 | D&A Pool Technics ZONHOVEN 011 82 37 65 | Aquamaax SCHERPENHEUVEL 0495 35 07 13 | WEST-VLAANDEREN: Health Mate ZWEVEGEM 0477 59 58 13 | DC infrarood RUDDERVOORDE 050 28 07 87 | Health Mate Shop Knokke 0486 51 89 83 | Delaere IZEGEM 051 30 11 82 | Wellness La Rose GISTEL 059 27 61 84 | Florisan VEURNE 058 31 53 15 | Vanderhaeghe IEPER 057 21 37 23 | Lamo RUISELEDE 051 68 82 53 | Xavier Covemaeker WERVIK 056 20 01 69 | OOST-VLAANDEREN: Aquatropic MALDEGEM 050 71 93 92 | Aquazure NINOVE 054 50 01 69 | DC infrarood GENTBRUGGE 09 231 25 85 | Het Buitenhuis DENDERMONDE 052 25 61 16 | Wida MELSELE 03 336 54 94 | Esento: BRAKEL 055 42 76 08 | Van Poucke ZOTTEGEM 09 360 16 91 | Vepa ZELZATE 09 345 56 25 | Schrauwen ST-NIKLAAS 03 766 18 17 | Sani-en Keukendecor WAASMUNSTER 03 250 66 90 | DC Pools GAVERE 0473 25 22 74 | Sterck AALST 053 70 10 05 | VLAAMS-BRABANT: Van Poucke LENNIK 02 582 35 03 | L’air et L’eau BEGIJNENDIJK 016 41 42 66 | Ventimec LEUVEN 016 23 39 74 | Van Diest HALLE 02 361 14 16 | Vanhie MEISE 02 272 01 72 | PoolPlus HAACHT 016 85 09 55 | HENEGOUWEN: Kachels Mario (Sario) DERGNEAU 069 78 13 19 NAMUR: Rochette BEAURAING 082 71 18 89 | Aquaconfort SAMBREVILLE 071 77 55 02 | ts Leblanc METTET 071 72 71 12 | Joris Ciney 083 21 52 23 | LIEGE: Be Well Home LONCIN 042 76 79 04 | Ets Banneux ESNEUX 043 80 93 80 | HAINAUT: Induscabel: JUMET 071 34 34 44 – CUESMES 069 21 41 21 – TOURNAI 069 21 41 21 | BRABANT WALLON: Van Poucke NIVELLES 067 21 29 91 | Induscabel BRAINE L’ALLEUD 023 67 93 93 | LUXEMBOURG: Cozier LIBRAMONT 061 22 57 25 | Sanica PALISEUL 061 53 42 24 | Bumatherm VIRTON 063 57 85 14 | Joris BASTOGNE 061 21 82 32 | Roiseux MARCHE-EN-FAMENNE 084 31 21 21 Volledig overzicht op www.healthmate.be

www.cobretti.be

slechts 60 Watt


IN­DIT­NUMMER

dossier

THUISBEADEMING

­ DARM­ &­LEVER

HULP­BIJ­HOESTEN

8

MEDISCH 19

Ontstekingsziekten van de darm, levertumoren, hepatitis … de dienst gastro-enterologie hepatologie helpt patiënten snel, persoonlijk en in multidisciplinaire teams.

8

Thuisbeademing: ruim 200 UZA-patiënten hebben een beademingstoestel in huis

12

Lynn (18) heeft een zeldzame stofwisselingsziekte

17

MEDICIJNEN

30

GEZOND

41

ZORG

28

Hart- en vaatziekten: onderschatte ladykillers

32

Het UZA groeit, letterlijk en figuurlijk

30

Eerste hulp bij hoestende kinderen

34

Artsen en sociale media

41

Medicijnen: wie leest de bijsluiter?

NIPT spoort syndroom van Down op

Alle artikels zijn te vinden op

maguza.be

‘Patiënten moeten

EN­VERDER

snel weten waar 14

Uitgedokterd: Oncologische zorg is maatwerk

35

U zegt: vrije en geïnformeerde toestemming

Schrijf je vandaag nog in op onze elektronische nieuwsbrief.

36

Witjas van dienst: logopediste Els Verhaeghe

Ga naar www.maguza.be/ abonnement

ze aan toe zijn.’

Prof. dr. Sven Francque, diensthoofd gastro­ enterologie hepatologie

3


VOORAF

Wachten tot de overheid subsidieert, is kansen verloren laten gaan.

Kennis en kwaliteit 

Wat we zelf doen …

D

it nummer van MagUZA gaat over de inherente dynamiek van het UZA. We geven een overzicht van de toekomstgerichte groei van het ziekenhuis. Al vijftien jaar lang bouwt het UZA zonder subsidies en investeren we in nieuwe infrastructuur om betere zorg te kunnen leveren. We leven ook voor de gezondheidszorg in een unieke periode. De combinatie van technologie, wetenschappelijke inzichten in biologische mechanismen, grote hoeveelheden patiëntendata en connectiviteit levert geweldige kansen om waarde te creëren voor patiënten. Geduldig wachten tot de overheid subsidieert, is kansen verloren laten gaan. We spelen met onze organisatie wel in op het overheidsbeleid, lopen soms voorop. Een voorbeeld van technologische vernieuwing in de genetica en gynaecologie zijn de NIPT-testen de we aanbieden aan zwangere vrouwen. Dat is een vorm van risicovrije preventie. Ook screening op hartziekten bij vrouwen hoort thuis in de preventieve geneeskunde: vroege detectie leidt tot goedkopere behandeling en een langer leven. Ziekenhuiszorg verplaatsen naar thuiszorg doen we al jaren: chemotherapie, pijnbestrijding en thuisbeademing zijn voorbeelden. De overheid wil dat nu projectmatig opstarten. Investeringen sluiten niet alleen aan bij het overheidsbeleid, maar ook bij onze opdracht: derde- en vierdelijnsgeneeskunde. Essentieel is dat wij complexe aandoeningen multidisciplinair behandelen. De infrastructuur en technologie zijn noodzakelijk voor goede zorg, maar investeren in onze medewerkers zorgt voor de excellentie.

Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder 4


DOORGELICHT

Code rood? Wie zich aanmeldt op de spoedafdeling krijgt een ­kleurcode: van rood voor de allerdringendste ge­vallen tot blauw voor wie best wel even kan wachten. De ­patiënten met de dringendste problemen krijgen het eerst hulp, dat spreekt vanzelf. Om te bepalen hoe dringend iets is, wordt een internationale methode gebruikt, die via een set vragen en vast­stellingen objectief de urgentie meet. Bij de kleurcode verneemt de patiënt ook hoe lang het maximaal kan duren voor hij of zij een arts ziet. En op de ­schermen kan hij volgen hoe veel patiënten er per kleur zijn aangemeld. Dat maakt het wachten op slag een stuk draaglijker.

5 5


KORT

11

WERELD NIER DAG 10 MAART

Draag zorg voor uw nieren Op 10 maart staan de nieren in de kijker in het UZA. •  Elke minuut stroomt er meer dan een liter bloed door onze nieren, om het te zuiveren van afvalstoffen en overtollig vocht. De nieren maken ook bepaalde hormonen aan en zetten vitamine D om in een werkzame vorm. •  In het UZA komen patiënten met nierproblemen jaarlijks zo’n 4700 keer op raadpleging op de dienst nierziekten. Die raadpleging vindt sinds deze zomer plaats in een gloednieuwe ziekenhuisvleugel, waarin zich ook het nieuwe Moeder- en kindcentrum bevindt. Daar werd ook de high care nierdialyse ondergebracht, met 24 posten in een zaal met grote ramen, veel daglicht en zicht op groen. •  Op Wereld Nier Dag verneemt u in het UZA hoe u zorg kunt dragen voor uw ­nieren: onder meer door fit en actief te blijven, uw gewicht onder controle te houden, uw bloeddruk en bloedsuiker­spiegel in de gaten te houden en 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Meer info: www.uza.be/nierziekten 6

In december zijn er in het UZA maar liefst 11 acties gehouden voor Music for Life. Medewerkers verkochten o.a. knuffels, kerstroosjes en postkaartjes voor goede d ­ oelen zoals Hippo and Friends (kinder­diabetes), Oscare (nazorg bij brandwonden), het Berrefonds (ondersteuning na verlies van een baby), Think pink (borstkanker­campagne)… Tussen 30 november en 25 december stond de inkomhal helemaal in het teken van UZA for Life. In 2014 werd er alles samen ruim 7000 euro ingezameld voor de verschillende goede doelen. Of we het in 2015 beter deden, verneem je via facebook of twitter! musicforlife.stubru.be

‘Het aha-gevoel van de weten­ schapper op­ wekken, dat is het doel.’ Prof. Floris Wuyts op de Dag van de Wetenschap op 22 november. Wetenschappers in de dop konden het labo voor evenwichtsonderzoek in het UZA bezoeken, dat zowel patiënten als kosmonauten onderzoekt. Het UZA volgen? facebook.com/ UniversitairZiekenhuisAntwerpen twitter.com/UZAnieuws

Guy Hans

nieuwe medisch directeur UZA Prof. dr. Guy Hans is sinds 1 oktober 2015 de nieuwe medisch directeur van het UZA. Hij volgt prof. dr. Marie-José Tassignon op die weer voltijds als diensthoofd oogheelkunde aan de slag gaat. Prof. dr. Guy Hans is anesthesist-algoloog en medisch coördinator van het multidisciplinair pijncentrum van het UZA. Hij doceert ook aan de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Antwerpen. Zijn wetenschappelijk onderzoek is hoofdzakelijk gericht op kwantitatief sensorieel onderzoek in de diagnose en opvolging van pijnsyndromen. Tevens is prof. dr. Guy Hans intern expert geneesmiddelen binnen de Commissie Terugbetaling Geneesmiddelen van het RIZIV, voorzitter van het Organisatiecomité voor de Consensusvergaderingen van het RIZIV, ­evaluator voor het European Medicines Agency en extern evaluator voor het FAGG. De medisch directeur staat in het ziekenhuis in voor de coördinatie van de medische activiteiten en tekent het medisch beleid uit. Hij is ook de vertegenwoordiger van de artsen in het directiecomité van het ziekenhuis.


LEESTIP van audiologe Annick Gilles

Op ontdekking in de snoezelkamer Op de afdeling kindergeneeskunde is een snoezelkamer ingericht voor de patiëntjes die langdurig in het ziekenhuis verblijven. De sfeervol ingerichte ruimte prikkelt de zintuigen en laat hen ontspannen. Een lang ziekenhuisverblijf, met behandelingen en onbekende gezichten, kan immers stress veroorzaken bij kinderen. Een bezoek aan de snoezelruimte kan dat compenseren. Andere kinderen hebben er juist nood aan om weer actiever te worden. De lichteffecten en geluidjes vormen

dan een stimulans om dingen uit te proberen. In de snoezelkamer van het UZA staat een waterbed dat gekoppeld is aan een muziekinstallatie. Zo hoort én voelt het patiëntje de trillingen van de muziek. Voor de visuele effecten zorgt de bubble unit, een hoge glazen lamp met luchtbelletjes die van kleur verandert. De snoezelkamer werd ingericht met de steun van de Lions Club Antwerpen Middelheim die via het Kinderkankerfonds 10.000 euro ter beschikking stelde.

zoekt innovatieve ondernemers Elektronische en online toepassingen zijn ook in de gezondheidszorg de toekomst. Om die reden is in Antwerpen BlueHealth opgericht: een initiatief dat ondernemers ondersteunt die een activiteit in e-health willen opstarten. Partners in het project zijn Agfa Healthcare, de Cronos groep, iMinds, Universiteit Antwerpen, de stad Antwerpen

en het UZA. Jonge ondernemers kunnen van BlueHealth ondersteuning krijgen tijdens de startfase, via financiering maar ook met coaching en training op het vlak van business development. In het najaar is een eerste oproep naar kandidaten gelanceerd.

De Tuut

van Tegenwoordig Begin november is een jongerenplatform rond tinnitus of oorsuizen gelanceerd. Jongeren met tinnitus kunnen er hun verhaal delen met andere jongeren en vragen stellen aan ervaringsdeskundigen. Initiatiefnemer is de 21-jarige student communicatiewetenschappen Bert Lecomte, die zelf al enkele jaren tinnitus heeft. ‘Tinnitus heeft een grote impact op je leven, maar jongeren kunnen vaak nergens terecht. Op de website vinden ze lotgenoten en betrouwbare informatie. Tegelijk willen we alle jongeren waarschuwen voor de gevaren van te luide muziek en hen tips geven om zich te beschermen.’ Annick Gilles, audiologe bij de dienst neus-keel-oorziekten van het UZA, werkte mee aan de website, die een divers aanbod bevat: van algemene artikels, over tips, tot video’s en getuigenissen van muzikanten en mediafiguren. Zeker een bezoekje waard! www.detuutvantegenwoordig.be

www.bluehealthantwerp.be 7


MEDISCH

De patiënt wordt thuis beademd

1

2

3

1

Prof. dr. Wilfried De Backer

2

Prof. dr. Johan Verbraecken

3

Dr. Michèle De Waele

met behulp van een masker of neusdopjes, verbonden met een beademingsmachine.

200 patiënten hebben beademingstoestel in huis

Thuisbeademing: langer en beter leven Zo’n 200 UZA-patiënten krijgen thuisbeademing, een therapie in opmars. ‘Het is een van de grootste doorbraken in de behandeling van ernstige ademhalingsziekten van de laatste twintig jaar’, zegt prof. dr. Wilfried De Backer.

De meeste patiënten worden alleen ’s nachts beademd 8

D

oor allerlei ziekten kunnen mensen problemen krijgen met ademhalen. Denk maar aan personen met chronisch obstructief longlijden (COPD) of neuromusculaire ziekten, aandoeningen waarbij de zenuwen, spieren of beide worden aangetast. Een voorbeeld van dat laatste is amyotroof lateraal s­ clerose (ALS). Naarmate hun ziekte erger wordt, krijgen de patiënten meer problemen met ademhalen. In eerste ­instantie vooral ’s nachts, doordat de ademhaling dan volledig onbewust verloopt. Het gevolg is dat de patiënt ’s nachts te weinig zuurstof in het bloed krijgt, terwijl het koolzuurgehalte te veel stijgt. Dat leidt op zijn beurt tot andere klachten, zoals hoofdpijn bij het ontwaken, sufheid en concentratie­problemen.

Als p ­ atiënten nog verder achteruitgaan, riskeren ze in een coma te geraken.

Vijf keer zo veel patiënten ‘Vroeger had je weinig opties. Bij een acute opstoot belandde de patiënt telkens in het ziekenhuis en werd hij een aantal dagen invasief beademd op intensieve zorg, dat wil zeggen met een slangetje tot in de luchtwegen. Tot het echt niet meer ging en de patiënt overleed’, zegt prof. dr. Wilfried De Backer, diensthoofd longziekten. De komst van betere apparatuur voor niet-invasieve beademing zo’n 15 jaar geleden bracht daar verandering in. De patiënt wordt dan beademd met behulp van een neusmasker of neusmondmasker dat is verbonden met een beademingsmachine. Met de huidige


technologie is het perfect mogelijk om patiënten continu thuis te behandelen. Zo worden acute opstoten vermeden en blijven ze veel langer in leven. De Backer: ‘Jarenlang hadden we in het UZA een vijftigtal patiënten aan de thuisbeademing, maar de laatste vijf jaar is dat toegenomen tot meer dan 200. Daarmee zijn we een van de grootste centra voor thuisbeademing in Vlaanderen. Het gaat voornamelijk om p ­ atiënten met vergevorderde longziektes zoals COPD, maar ook emfyseem, een ziekte waarbij de longen minder elastisch worden, en longfibrose, een longaandoening die gepaard gaat met littekenvorming. Daarnaast zijn er ook heel wat patiënten met neuromusculaire ziekten.’ Een aparte groep zijn patiënten die tegelijk worden

beademd voor een longziekte en voor slaapapneu, een slaap­ gebonden ademhalingsstoornis die gepaard gaat met snurken.

’s Nachts beademd, overdag fitter De meeste patiënten worden alleen ’s nachts beademd. Zo kunnen de ademhalingsspieren tot rust komen en worden het zuurstofen koolzuurhalte in het bloed hersteld. Daardoor voelt de patiënt zich ook overdag fitter en is hij minder kortademig. ‘De technologie is op korte tijd enorm geëvolueerd. Met de huidige toestellen kunnen we het luchtvolume heel precies instellen op de behoefte van de patiënt. Ook de maskers zijn tegenwoordig comfortabel en sluiten goed aan’, legt UZA-longarts prof. dr. Johan Verbraecken uit. In

‘Mijn toestel gaat mee op vakantie’

Door een misvormde wervelkolom heeft Ria (69) maar één long die werkt. Sinds vijf jaar slaapt ze met een beademingstoestel. ‘Mijn lichaam hield water vast en ik had totaal geen kracht meer. In het UZA schreven ze mij medicatie voor en leerden ze mij een thuisbeademingstoestel gebruiken. Ik bleek allergisch voor het maskertje, maar een systeem met neusdopjes verdraag ik wel. Het toestel is eenvoudig te bedienen en ik slaap er prima mee. Dankzij de thuisbeademing leid ik nog altijd een heel actief leven. Ik moet weliswaar op een rolstoel steunen om te stappen, maar ik woon alleen, werk in mijn groentetuin, ga met vrienden naar theater … Ook een groepsvakantie lukt nog prima. Dan neem ik mijn toestel gewoon mee.’ 9


MEDISCH

Thuisbeademing Uit een Europese studie blijkt dat thuisbeademing het vaakst wordt toegepast bij de volgende aandoeningen:

een verder gevorderd stadium van de ziekte is soms ook beademing overdag nodig, bijvoorbeeld twee keer twee uur. Een klein aantal patiënten wordt continu beademd. Dat gebeurt met behulp van een tracheostomie: de patiënt ademt dan met behulp van een buisje dat via een opening in de hals tot in de luchtpijp wordt gebracht.

Aanvaarding niet ­altijd ­makkelijk ‘Voor patiënten met longfibrose en spierziekten is wetenschappelijk aangetoond dat ze met thuisbeademing een hogere levenskwaliteit hebben, met minder kortademigheid, en dat ze ook langer leven’, zegt De Backer. ‘Ook bij heel wat patiënten met COPD zie je dat ze zich comfortabeler voelen en minder acute opstoten krijgen. Ze blijven langer stabiel en moeten minder vaak in het ziekenhuis worden opgenomen. In het begin van de therapie moeten de patiënten weliswaar door een aanvaardingsproces, maar we staan er vaak van versteld hoezeer zijzelf en de mantelzorger bereid zijn zich aan te passen.’ De therapie is vaak voor lange duur. Zeker patiënten met neuromusculaire aandoeningen worden soms tien of vijftien jaar lang met thuisbeademing behandeld. De Backer: ‘Zonder die therapie zouden veel van hen, maar ook sommige COPD-patiënten, niet overleven. Thuisbeademing is dan ook een van de grootste doorbraken in de behandeling van ademhalingsziekten van de laatste twintig jaar.’

INFO 10

1

Ventilatieteam komt aan huis In het thuisbeademingscentrum van het UZA worden de p ­ atiënten nauwkeurig opgevolgd en begeleid. Twee à drie keer per jaar komen ze op controle. ‘Hun toestel wordt dan uitgelezen en de therapie indien nodig bijgestuurd. De patiënt en zijn familie krijgen dan ook uitleg over de behandeling en de apparatuur’, zegt Verbraecken. De dienst heeft een ventilatieteam dat bestaat uit gespecialiseerde verpleegkundigen en kinesitherapeuten. Ze zijn dag en nacht bereikbaar voor noodgevallen en gaan bij problemen ook bij de ­patiënt aan huis. ‘Dat we dat zelf doen, is redelijk uniek. De meeste centra werken samen met een extern thuiszorgbedrijf. Wij vinden het echter een voordeel dat de ­patiënt ook thuis wordt begeleid door een gespecialiseerde zorgverlener die hem of haar goed kent’, stipt De Backer aan. In de toekomst zullen patiënten in het UZA wellicht ook vanop afstand worden gemonitord. ‘Nu al kunnen we vanuit het ziekenhuis de gegevens van het beademingstoestel raadplegen, waardoor we onder meer weten hoeveel lucht de patiënt toegediend krijgt. Als we op termijn ook de toestand van de patiënt vanop afstand kunnen monitoren, bijvoorbeeld het zuurstofgehalte in het bloed, zouden we nog korter op de bal kunnen spelen. Dan zouden we van in het ziekenhuis kunnen evalueren of de behandeling nog goed is ingesteld’, aldus De Backer. 

Dienst longziekten, T 03 821 35 39

LONG- EN LUCHTWEGZIEKTEN COPD, emfyseem, longfibrose …

2

NEUROMUSCULAIRE AANDOENINGEN ziekten van de zenuwen en/of spieren, bijvoorbeeld ALS (amyotroof lateraal sclerose)

3

AFWIJKINGEN AAN DE BORSTKAS AANTAL PATIËNTEN IN HET CENTRUM VOOR THUISBEADEMING VAN HET UZA 225 200 175

195

205

2013

2014

171

150

146

157

127

125 100 75

79

50 2008

2009

2010

2011

2012


Long­ transplantatie Een zieke long met bulleus emfyseem wordt verwijderd.

In 2013 vonden er wereldwijd

3.893 longtransplantaties plaats.

Van de patiënten die na een jaar nog in leven zijn, overleeft de helft een kleine 8 jaar.

Nieuwe adem voor longtransplantaties De dienst longziekten is sinds mei 2015 opnieuw begonnen met longtransplantaties. ‘De belangrijkste doelgroepen zijn mensen met COPD, interstitieel longlijden – dat zijn longziekten met overmatige vorming van littekenweefsel – en mucoviscidose’, zegt UZA-thoraxchirurg dr. Michèle De Waele. De overleving is bij longtransplantatie minder goed dan bij andere transplantaties, vooral door afstoting en infecties. Om die afstoting tegen te gaan, krijgt de patiënt afweeronderdrukkende medicatie, maar die heeft ook bijwerkingen. Bovendien staan de longen voortdurend in contact met de buitenwereld, wat het risico op infecties vergroot. Daarom komen alleen

heel gemotiveerde patiënten in aanmerking. Ze mogen geen andere gezondheids­ problemen hebben die de behandeling in de weg staan. De bedoeling is dat de ­patiënten door de ingreep langer, maar vooral ook beter leven. Momenteel loopt er in het UZA een project om een veelvoorkomende vorm van afstoting vroeger op te sporen en te behandelen, met behulp van CT-scans. Op termijn wil de dienst ook starten met ex vivo longperfusie. Dat is een momenteel nog experimentele techniek waarbij de verwijderde donorlongen voor de transplantatie worden bevloeid en beademd om hun kwaliteit te verbeteren.

15 tot 20 procent van de ­patiënten op de wachtlijst voor een longtransplantatie overlijdt voor er een donorlong beschikbaar is.

België telt 4 longtransplan­ tatiecentra, waarvan twee Vlaamse: UZA en UZ Leuven.

15 Het UZA verwacht jaarlijks

10 à 15 longtransplantaties te kunnen doen.

11


MEDISCH

Lynn (18) heeft een zeldzame stofwisselingsziekte

‘Ik droom van samenwonen’ Lynn (18) heeft een zeldzame, ernstige stof­

ZELDZAME ZIEKTENDAG 29 februari is uitgeroepen tot Zeldzame Ziektendag. Het UZA besteedt die dag extra aandacht aan zeldzame stofwisselingsziekten, met een infostand in de inkomhal waar u onder meer kunt kennismaken met het dieet dat sommige patiënten moeten volgen. Patiënten uit het UZA getuigen via videofilmpjes over het leven met een stofwisselingsziekte.

wisselings­ziekte. ‘Gelukkig kunnen we altijd terecht bij het team voor stof­wisselings­

‘Alsof het zijn eigen kind was’

ziekten in het UZA. We zijn heel blij dat de

Een paar maanden later volgde een tweede epilepsieaanval die 24 uur duurde. Deze keer kwam Lynn bij UZA-kinderarts prof. dr. François Eyskens terecht, kliniek­ hoofd van het Centrum voor Erfelijke Metabole Aandoeningen (CEMA). Els: ‘De aanpak is er heel persoonlijk. Je komt bij een team terecht dat ook verder kijkt dan het medische. Ze willen uit elke patiënt het beste halen, op alle vlakken.’ De artsen schreven voedingssupplementen en medicatie voor, naast

ziekte nu stabiel is’, zegt mama Els.

T

oen Lynn net geen veertien jaar was, voelde ze zich aldoor moe. Na een schooluitstap liep het volledig fout. Lynn: ‘Ik voelde me slecht, mijn ene oog bleef maar knipperen en even was mijn zicht weg. Bij de huisarts viel ik zomaar neer.’ Het

INFO 12

in een ander leven terecht, met ziekenhuisopnames, medicatie en veel angst en onzekerheid.

was haar eerste epilepsieaanval. In het UZ Gent viel de diagnose: MELAS-syndroom. Dat is een voortschrijdende, ongeneeslijke stofwisselingsziekte waarbij de organen te weinig energie krijgen. Patiënten hebben onder meer last van epilepsieaanvallen en zwakke spieren. Het gezin kwam plots

Dienst kindergeneeskunde, T 03 821 32 51, Centrum Medische Genetica, T 03 275 97 74, cema.uza.be


Prof. dr. François Eyskens

een suikerarm en vetrijk dieet. Om aanvallen te voorkomen moet Lynn bepaalde prikkels vermijden, zoals hitte, koude, fel licht, grote inspanning en stress. Als ze lichtflitsen ziet, is dat een alarmsignaal en moet ze rusten. Zo’n acht maanden na haar opname in het UZA volgden er nieuwe aanvallen. Twee keer hing Lynns leven zelfs aan een zijden draadje. ‘Toen het er op een keer heel slecht uitzag, is haar papa totaal overstuur bij prof. Eyskens gaan aankloppen. Die maakte meteen tijd. Hij stond aan Lynns bed alsof het zijn eigen kind was.’

Twee jaar Pulderbos Na elke epilepsieaanval was Lynn sterk verzwakt en moest ze lang herstellen. Op zeker moment woog ze met haar 1 meter 60 nog 39 kilo en had ze continu sondevoeding nodig. Op aanraden van de neuroloog werd ze toen opgenomen in revalidatiecentrum Pulderbos in Zandhoven, om aan te sterken en haar therapie goed te laten afstellen. Prof. Eyskens bleef vanuit het UZA haar behandeling opvolgen. Uiteindelijk bleef ze er twee jaar. ‘Geen gemakkelijke periode’, blikt Lynn terug. ‘Het moeilijkste was om mijn ziekte te leren aanvaarden. Een echte puberteit heb ik niet gekend.

Fijn was wel dat ik in Pulderbos mijn vriend leerde kennen, met wie ik nu al drie jaar samen ben.’

’s Morgens school, ’s middags slapen Vandaag is Lynn weer thuis en volgt ze bijzonder onderwijs. Deels thuis en halve dagen, zodat ze in de namiddag kan slapen. Naast haar dieet en medicatie krijgt ze twee keer per week kinesitherapie. Om de drie maanden gaat ze op controle in het UZA. Els: ‘Dan gaan we langs bij de psychologe, de diëtiste en prof. Eyskens. Om het half jaar gaan we ook naar de neuroloog. Ook tussendoor mag ik altijd bellen met mijn vragen. De diëtiste en de psychologe zijn trouwens uitleg komen geven op Lynns school.’ Het gezin liet ook DNA-onderzoek uitvoeren. Daaruit bleek dat Lynns zus ook drager is van de ziekte, al heeft ze geen symptomen. Intussen heeft Lynn al meer dan twee jaar geen epilepsieaanval meer gehad. Dieet en medicatie – wel 26 pillen per dag – lijken te werken. Ze kan weinig inspanningen aan, maar geniet van de dingen die ze wel kan en droomt van samenwonen met haar vriend. ‘Ik ben heel blij dat Lynn al zo lang stabiel is. We kijken niet te ver vooruit, maar plukken de dag’, besluit Els. 

Sneller hulp bij zeldzame ziekten In het Centrum voor Erfelijke Metabole Aandoeningen (CEMA) van het UZA worden patiënten met een erfelijke stofwisselingsziekte multidisciplinair behandeld door een team dat bestaat uit een pediater, internist, kinderneuroloog, klinisch geneticus, diëtisten, psychologen en een maatschappelijk werker. Vaak gaat het bij hen om een zeldzame ziekte, dat wil zeggen een ziekte die bij minder dan 1 op 2.000 mensen voorkomt, en vaak nog veel minder. Het UZA heeft ook gespecialiseerde teams voor de behandeling van andere zeldzame aandoeningen, waaronder mucoviscidose, erfelijke vormen van gehoorverlies, bot- en kraakbeenaandoeningen, zeldzame hart- en vaatziekten, neuromusculaire aandoeningen en bepaalde syndromen. Patiënten met een zeldzame ziekte moeten vaak heel lang zoeken om een correcte diagnose en behandeling te krijgen. Om hun situatie te verbeteren verplichtte Europa haar lidstaten om een nationaal plan rond zeldzame ziekten op te stellen. België heeft al enige tijd zo’n plan, dat momenteel wordt uitgerold. In het UZA zal onder meer een multidisciplinair team rond zeldzame ziekten worden opgericht. Als een patiënt zich met een zeldzame ziekte aanmeldt, zal een team van artsen-experts het dossier van die patiënt evalueren en behartigen. De eigenlijke behandeling vindt dan plaats in het UZA of in een ander expertisecentrum. Belangrijk is dat er een netwerk van zorg wordt opgezet binnen en buiten het behandelende ziekenhuis. Bij de behandeling van een zeldzame ziekte komt immers zo veel kijken dat er nood is aan samenwerking met andere zorgverleners, bijvoorbeeld de huisarts, andere specialisten, thuisverpleegkundigen, thuiszorgbedrijven voor sondevoeding, therapeuten en revalidatiecentra.

13


UITGEDOKTERD

Oncologische zorg in het UZA

‘Elke patiënt krijgt een behandeling op maat’ P De zorg voor patiënten met kanker is de laatste tien jaar in het UZA sterk

uitgebouwd, met de beste behandelingen maar ook de beste ondersteuning voor de patiënt. Of zoals een patiënte het

samenvat: ‘Je wordt niet alleen behandeld, er wordt echt voor je gezorgd.’

14

rof. dr. Marc Peeters is diensthoofd oncologie en coördineert het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA).

Hoe zou u de visie op oncologische zorg in het UZA samenvatten? ‘We hebben heel bewust gekozen om van oncologie een speerpunt te maken. We willen topklinische zorg aanbieden, maar altijd met de patiënt als centrale focus.’

De patiënt centraal, da’s makkelijk gezegd, maar hoe maak je dat concreet? ‘We doen dat op verschillende manieren. Onder meer door alle specialisten samen te brengen in het medisch-oncologisch consult (MOC). Daar bespreken alle betrokkenen – de oncoloog, chirurg, nuclearist, radioloog, radiotherapeut, patholoog, huisarts … – samen de beste aanpak voor een patiënt. Als we daar 20 verschillende diensten voor moeten laten samenwerken, dan zullen we


Prof. dr. Marc Peeters

dat doen. We willen ook echt aandacht hebben voor de patiënt tijdens zijn ziekte. Zo kan hij of zij met vragen terecht bij een vaste verpleegkundige trajectbegeleider, is er psychosociale ondersteuning beschikbaar en zelfs wellnessfaciliteiten om alles zo comfortabel mogelijk te maken.’

De oprichting van het MOCA ruim vijf jaar geleden is voor de multidisciplinaire samenwerking een belangrijke stap geweest. Op welke manier? ‘In het MOCA hebben we alle diensten die met kanker bezig zijn, samengebracht. Zo hebben we een zeer intense samenwerking kunnen uitbouwen tussen al die disciplines, zowel medische, als paramedische en ondersteunende disicplines. Het MOCA biedt tegelijk ook ondersteuning aan al die diensten, onder meer rond patiëntenzorg, met psychologen, verpleegkundig trajectbegeleiders, diëtisten, oncorevalidatie, infosessies voor patiënten … Ook op het vlak van wetenschappelijk

en klinisch onderzoek vormt het MOCA een solide basis, met onder meer de tumorbank.’

Het hematologisch en oncologisch dagcentrum speelt ook steeds een belangrijker rol? ‘Er is een verschuiving bezig van opnames naar ambulante behandelingen. De meeste patiënten kunnen hun chemotherapie in het dagcentrum krijgen en tussen de sessies door thuis verblijven. In het dagcentrum zie je overigens heel goed dat de grenzen tussen de diensten vervaagd zijn: er worden patiënten met allerlei soorten kanker behandeld. En je ziet er ook het ondersteunende aanbod van het MOCA: de raadplegingsruimtes voor psychologen en diëtisten, de lounge waar patiënten kunnen ontspannen, de wellnessruimte waar gelaatsverzorging en massages worden aangeboden. De volgende stap is dat patiënten hun behandeling thuis kunnen krijgen, terwijl ze via thuiszorgdiensten en via

telemonitoring worden opgevolgd. Ook daar zijn we al mee bezig.’

Het UZA gaat er prat op een topreferentiecentrum te zijn voor gepersonaliseerde behandeling van kanker? Wat houdt dat eigenlijk in? ‘Behandeling van kanker is steeds vaker een behandeling op maat. Het wetenschappelijk onderzoek levert voortdurend nieuwe pistes op. Zo kan de moleculaire pathologie nu heel gedetailleerde profielen maken van tumoren, tot op DNA-niveau. Voor steeds meer van die heel specifieke tumoren bestaat er ook een gerichte behandeling. Naast dat tumorprofiel spelen ook nog andere factoren een rol in de keuze voor een behandeling: de nevenwerkingen, andere aandoeningen bij de patiënt, zoals suikerziekte of hoge bloeddruk, de leeftijd, de familiale en sociale situatie … Op basis van al die factoren stellen we telkens een gepersonaliseerd behandelingsplan op. Zonder het

menselijke aspect te vergeten. We zijn een derdelijnscentrum, maar de patiënt moet blijven voelen dat hij met mensen te maken heeft en niet met artsen die moeilijk bereikbaar zijn. Een gepersonaliseerde én persoonlijke aanpak hangen voor mij samen.’

Zijn er doelgerichte behandelingen voor alle soorten kanker? ‘Toch voor steeds meer. Een van de eerste was de behandeling van borstkanker met herceptine, als er bepaalde receptoren aanwezig

Als het nodig is voor de patiënt, laten we 20 verschillende diensten samenwerken 15


UITGEDOKTERD

een populatie van anderhalf miljoen mensen. Dat biedt een unieke kans om die expertise verder uit te bouwen. Binnen dit en vijf jaar zouden we zo ver kunnen staan met Iridium. Het zou een uniek platform zijn, niet alleen in België, maar zelfs in Europa.’

Ook op het vlak van moleculaire profilering van tumoren is er recent een samenwerking opgezet, M-DNA? Hoe gaat dat eruitzien? zijn op de kankercellen. Dergelijke behandelingen zijn intussen al bijna routine geworden. We gaan ook steeds verder verfijnen. Waar we bij dikkedarmkanker vroeger alle patiënten behandelden met chemotherapie met een bepaalde antistof, doen we dat intussen maar bij 40%. Omdat we op basis van een aantal biomerkers intussen veel beter kunnen inschatten bij welke patiënten de behandeling effect zal hebben. Door die verdere opdeling neemt de complexiteit natuurlijk wel verder toe, en dus ook de nood aan expertise. Overigens zijn er ook grenzen: het is niet omdat je een tumorprofiel kunt bepalen, dat er ook al een behandeling bestaat voor die specifieke tumor.’

Het UZA maakt ook deel uit van het Iridium-netwerk. Hoe ziet u die samenwerking in de Antwerpse regio evolueren? ‘Op dit moment wordt er in het Iridium-netwerk (zie kader) vooral samengewerkt rond radiotherapie, die nu in alle ziekenhuizen op dezelfde manier wordt aangepakt. Het is de bedoeling om dat uit te breiden naar andere disciplines in de kankerzorg. Naar mijn mening moeten we de expertise van alle partners in kaart brengen en ter beschikking stellen van het netwerk. Dan kunnen we binnen het netwerk de grote meerderheid van de kankergevallen optimaal behandelen. De patiënt heeft dan bovendien de zekerheid

dat hij de beste zorg en behandeling krijgt, om het even naar welk ziekenhuis hij toestapt. Overigens bieden we in 2016 opnieuw radiotherapie aan in het UZA.’

Zeker bij zeldzame tumoren, waar individuele ziekenhuizen weinig ervaring in kunnen opbouwen, zou meer samenwerking een grote meerwaarde bieden? ‘Inderdaad. Die zeldzame tumoren moeten binnen het netwerk volgens één stramien worden behandeld, met duidelijke afspraken over wie wat doet. Die tumoren zijn dan ook zo zeldzaam niet meer, aangezien Iridium actief is in een regio met

Iridium en M­DNA: sterker in een netwerk Het Iridium Kankernetwerk is een samenwerking tussen de GZA-ziekenhuizen, AZ Klina, AZ Nikolaas, AZ Monica, AZ Sint-Jozef Malle, het UZA en ZNA. Door de expertise te bundelen op het vlak van de radiotherapie, medische oncologie en hematologie garandeert Iridium patiënten uit de regio Groot-Antwerpen en het Waasland optimale zorg, met onder meer innovatieve behandelingen als intraoperatieve radiotherapie, radiochirurgie, brachytherapie van de prostaat,

INFO 16

stamceltransplantatie en nieuwe geneesmiddelen.Het UZA werkt daarnaast ook nog samen met AZ Heilige Familie in Rumst en de Sint-Jozefkliniek in Bornem. M-DNA – het Moleculair Diagnostisch Netwerk Antwerpen – is een samenwerkingsverband rond moleculaire pathologie, een discipline die (tumor-) weefsel tot op het niveau van het DNA analyseert, om doelgerichte kankerbehandelingen mogelijk te maken.

Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA), T 03 821 32 50

‘In M-DNA – het Moleculair Diagnostisch Netwerk Antwerpen – brengen we alle expertise inzake moleculaire pathologie uit de regio samen. Het is al even uniek als Iridium en bestaat grotendeels uit dezelfde ziekenhuizen. Bedoeling is om de tumorprofielen nog beter in kaart te brengen en te zoeken naar nieuwe tests, nieuwe analyses. Door de krachten te bundelen, kunnen we ook de nieuwste technologie inzetten. De toestellen zullen door alle ziekenhuizen samen worden uitgebaat.’

Die samenwerking levert ook op het vlak van wetenschappelijk onderzoek voordelen op? ‘Zeker. In het UZA gebeuren ook fase 1-studies, om nieuwe kankermedicijnen voor het eerst bij patiënten uit te testen. Door samen te werken in netwerken zoals M-DNA en Iridium hebben we voor specifieke tumortypes een grotere groep patiënten in behandeling en worden we dus nog interessantere partners voor de farmaceutische bedrijven. Het grote voordeel voor onze patiënten is dat we hen kunnen laten deelnemen aan die onderzoeken en zo toch nog kansen geven als de andere behandelingen niet meer werken.’ 


MEDISCH

Katrien Janssens

De NIPT ­detecteert chromo­ soom­­afwijkingen met meer dan 99% zekerheid.

NIPT spoort chromo­soom­afwijkingen op De Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) is goed op weg om dé referentietest te worden om het syndroom van Down op te sporen tijdens de zwanger­schap. Via een bloedstaal van de moeder wordt het DNA van de foetus onderzocht.

H

et Centrum voor Medische Genetica (CMG) van het UZA voert de NIPT sinds eind 2014 uit en de aanvragen blijven toenemen. De NIPT biedt dan ook heel wat voordelen in vergelijking met de klassieke combinatietest. ‘De combinatietest is een kansberekening’, licht Katrien Janssens van het CMG toe. ‘Op basis van stoffen in het bloed van de moeder, haar leeftijd en een nekplooimeting bij de foetus geeft hij aan hoe groot de kans is op een kindje met het syndroom

INFO

van Down. Bij een hoge kans volgt nadien een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest om na te gaan of er inderdaad iets aan de hand is. Maar die invasieve procedures zijn niet zonder gevaar: in een klein deel van de gevallen geven ze aanleiding tot een miskraam.’

Meer zekerheid, minder vals positieven Ook na een positieve NIPT moet er nog een vruchtwaterpunctie gebeuren om 100% zekerheid te hebben, maar het grote voordeel is dat de NIPT veel accurater

voorspelt. ‘De NIPT detecteert meer dan 99% van de baby’s met syndroom van Down. Bij de combinatietest is dat zo’n 73% – ruim een kwart van de gevallen wordt dus gemist. De NIPT geeft ook minder dan 1% vals negatieven. Bij de combinatietest is dat zo’n 5%. Bij die vals positieven wordt dan onnodig een punctie of vlokkentest gedaan en komen dus ook miskramen voor van perfect gezonde kindjes.’ De NIPT is zo accuraat doordat hij rechtstreeks DNA-fragmenten van de foetus onderzoekt, die afkomstig zijn van de placenta en rondzweven in het bloed van de moeder. ‘We testen dat DNA in hoofdzaak op drie chromosoom­ afwijkingen: trisomie 21 (syndroom van Down), trisomie 13 en trisomie 18. Merken we toevallig andere grote en relevante afwijkingen op, bij moeder of kind, dan melden we die zeker ook.’

Via gynaecoloog of CMG Vanaf 10 weken zwangerschap is er voldoende DNA te vinden in

het bloed van de moeder voor de NIPT. Het resultaat is doorgaans na één tot twee weken beschikbaar. ‘Wij raden aan om de NIPT te laten uitvoeren rond 12 à 13 weken zwangerschap, het liefst na de uitgebreide echo. Want als op die echo grote afwijkingen te zien zijn, wordt er meestal hoe dan ook een punctie gedaan.’ De eigen gynaecoloog kan het bloed afnemen in speciale tubes en aan het CMG bezorgen. Patiënten kunnen ook rechtstreeks bij het CMG terecht. ‘Voor hoogrisicopatiënten, zoals vrouwen ouder dan 36 jaar, is dat aan te raden. Via een gesprek worden zij dan grondig geïnformeerd over alle mogelijke scenario’s.’ De NIPT kost in alle Belgische centra voor medische genetica even veel: 390 euro. De ziektekostenverzekering betaalt momenteel nog niets terug, al wordt dat wel op korte termijn verwacht voor vrouwen met een verhoogd risico. Enkele ziekenfondsen geven al een tussenkomst, al dan niet voor specifieke patiëntengroepen. 

Centrum Medische Genetica, T 03 275 97 74, NIPT@uza.be, uza.be/genetica 17


ADVERTENTIE

Aangename kennismaking!

Onze medewerkers moeten op elk moment weten wie u bent. Onze zorgverleners controleren regelmatig de gegevens van uw identificatiebandje om u veilige zorg te geven. Op de raadpleging vragen ze regelmatig uw naam, voornaam en geboortedatum.

TIP: Als uw armbandje loskomt of vuil of beschadigd is, vraag dan een nieuw bandje aan de verpleegkundige of zorgkundige.

m


maguza januari 2016

Zorgmagazine van het UZA

www.maguza.be – UZAnieuws UniversitairZiekenhuisAntwerpen

S.O.S. darm en lever Ernstige darm- en leverproblemen vragen om een snelle en gerichte aanpak. Het UZA heeft daarom een aparte raadpleging voor hepatitispatiënten. Ook de IBD-kliniek, voor patiënten met ontstekingsziekten van de darm, speelt kort op de bal. In de levertumorkliniek houden specialisten van diverse disciplines samen raadpleging om snel een behandeling uit te stippelen.

DOSSIER DARM EN ­ LEVER 19


DOSSIER DARM EN LEVER

GASTROENTEROLOGIE HEPATOLOGIE 

WAT? De dienst gastro-enterologie hepatologie behandelt maag-, darm- en leverziekten.

WIE? Het team staat onder leiding van prof. dr. Sven Francque en telt zeven geneesheer-­ specialisten, negen consulente artsen, vijf geneesheer-specialisten in opleiding, een twaalftal verpleegkundigen en vijf secretariaatsmedewerkers.

WAAR? Binnenkort verhuist de dienst naar een ruimere locatie op de eerste verdieping van het raadplegingsblok.

SPEERPUNTEN? Speciale aandachtspunten zijn leververvetting, hepatitis en functionele darmproblemen, waaronder constipatie en fecale incontinentie. Nieuw is de IBDunit voor patiënten met de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa.

20

Levertumoren

Samen zoeken de beste I

Een levertumor is een zwaar verdict, al zijn er steeds meer en betere

behandelingen mogelijk. In de lever­ tumorkliniek krijgen patiënten snel een diagnose en behandelingsplan.

n het UZA kunnen ­patiënten met een levertumor terecht op de multidisciplinaire raad­pleging voor levertumoren, opgericht door UZA-leverchirurg dr. Thiery Chapelle, prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en prof. dr. Sven Francque, diensthoofd


Dr. Thiery Chapelle

1

Prof. dr. Sven Francque

2

Dr. Luisa V ­ onghia

3

1

2

3

Dankzij betere technieken en methodes kunnen steeds meer patiënten met een levertumor een operatie ondergaan.

naar behandeling gastro-enterologie hepatologie. De levertumorkliniek richt zich tot patiënten met leverkanker en tot kankerpatiënten met uitzaaiingen in de lever. Elke woensdagnamiddag houden de betrokken specialisten tegelijk raadpleging. Concreet zijn dat de hepatoloog, de leverchirurg, de oncoloog en de radioloog.

Zij bundelen hun expertise om belangrijke knopen op het vlak van behandeling door te hakken.

Koppen bij elkaar Patiënten gaan op raadpleging bij hun behandelende arts, die dan meteen kan overleggen met de andere specialisten, op basis van

de scans en de onderzoeksresultaten. Om wat voor tumor gaat het? Hoe groot is het gezwel? Heeft de patiënt ook een leverziekte? Blijft er na een eventuele operatie genoeg gezond leverweefsel over? Patiënten krijgen dan nog diezelfde dag een diagnose en behandelingsplan van hun arts. Afhankelijk van het advies krijgen ze soms ook al een andere specialist te zien. Het voordeel is dat patiënten zo niet van de ene specialist naar de andere moeten en dat ze geen weken moeten wachten voor ze weten waar ze staan. Ook voor de artsen is het gemakkelijker werken. ‘Uniek is dat het om een gezamenlijk project van de verschillende diensten gaat’, zegt prof. Peeters. ‘Het is zeker niet vanzelfsprekend om alle artsen gelijktijdig en in elkaars nabijheid raadpleging te laten houden. Maar voor de patiënten is het belangrijk dat ze op zo’n cruciaal moment de juiste specialisten te zien krijgen.’ Voor de verdere therapie komen patiënten bij de diensten terecht, bijvoorbeeld bij gastro-enterologie of chirurgie. Een patiënt met leverkanker wordt meestal door een leverspecialist behandeld. Zo’n tumor komt immers bijna

altijd voort uit een bestaande leverziekte, zoals hepatitis of cirrose door alcohol­misbruik. Als de behandeling na verloop van tijd opnieuw moet worden bekeken, bijvoorbeeld bij uitzaaiingen of nieuwe uitzaaiingen, gaan patiënten opnieuw naar de multidisciplinaire raadpleging.

Eerste station De gekozen behandeling is afhankelijk van het type tumor en het stadium van de ziekte. Peeters: ‘We bekijken samen wat de beste strategie is: chirurgie, een plaatselijke behandeling van de tumor – bijvoorbeeld chemotherapie rechtstreeks in de lever –, medicatie of eventueel een combinatie van die behandelingen. Zo proberen we de patiënt de beste kansen op genezing te geven of op zijn minst de ziekte onder controle te houden.’ Als het gezwel alleen in de lever zit, hebben patiënten een goede kans om volledig te genezen met een operatie (zie kaderstuk p. 22). Ook uitzaaiingen van de levertumor in de lever zelf zijn soms nog met succes te opereren. Dat geldt ook voor leveruitzaaiingen die afkomstig zijn van een andere kanker in de buikzone. ‘Bij zo’n kanker is ➝ 21


DOSSIER DARM EN LEVER

In de levertumorkliniek bekijken de betrokken specialisten samen wat de beste strategie is voor de patiënt: chirurgie, een plaatselijke behande­ ling met chemotherapie, medicatie …

de lever immers het eerste station waarheen de tumor uitzaait. De kans is dan groot dat de kanker zich nog niet verder heeft verspreid’, verklaart Francque. Is een operatie niet mogelijk, bijvoorbeeld doordat er te veel uitzaaiingen zijn, dan liggen de kaarten een stuk slechter. Vaak is de patiënt dan aangewezen op medicatie. Naast de klassieke chemo­ therapie zijn er verschillende nieuwe geneesmiddelen bijgekomen. Daaronder angiogeneseremmers: die leggen de vorming van bloedvaten aan banden zodat de tumor niet meer kan groeien. De mate waarin die behandeling

aanslaat, is onder meer afhankelijk van het type tumor. Zo werken ze minder goed bij uitzaaiingen van leverkanker dan bij leveruitzaaiingen van borst- of darmkanker. Francque: ‘Gelukkig kunnen we als universitair centrum regel­ matig ook nieuwe geneesmiddelen aanbieden die alleen nog maar in het kader van studies worden voorgeschreven.’ Ook radiotherapie (bestraling) is soms een optie voor patiënten die niet meer te opereren zijn. Levertumoren zijn immers erg gevoelig voor radiotherapie. Alleen raakt ook het gezonde leverweefsel gemakkelijk beschadigd. Vandaag

Opereren of niet? Steeds meer patiënten met een levertumor kunnen een operatie ondergaan, onder meer dankzij betere technieken en methodes. ‘Zo kunnen we de uitkomst van een operatie tegenwoordig beter inschatten’, zegt UZA-leverchirurg dr. Thiery Chapelle. ‘We gebruiken daarvoor een nieuwe, redelijk unieke methode die rekening houdt met het levervolume en de

leverfunctie. Door een specifieke formule toe te passen op de resultaten van de volume- en functiescans, kunnen we voorspellen hoeveel leverfunctie er na de ingreep overblijft. Die methode werd intussen internationaal goed onthaald.’ Is de voorspelde leverfunctie te laag, dan wordt voorgesteld om de poortader naar het zieke

INFO D ienst gastro-enterologie hepatologie, T 03 821 33 23,

stuk lever af te sluiten. Chapelle: ‘Daardoor groeit het gezonde gedeelte van het leverweefsel aan en blijft er genoeg leverfunctie over, zelfs nadat een groot stuk lever is weggenomen. Soms is het risico te groot dat de lever na de operatie onvoldoende zal werken. Dan opereren we niet, maar bieden we een alternatief aan.’

bestaat er echter zeer gerichte radio­therapie, die de rest van de lever grotendeels spaart.

Afweersysteem in actie Verder werpt ook immuuntherapie bij sommige patiënten vruchten af. De patiënt krijgt dan medicatie die het afweersysteem aanspoort om de tumor te bestrijden. De behandeling is nog experimenteel, maar de eerste studieresultaten zijn hoopgevend. ‘Het zal geen mirakel­ oplossing zijn voor alle patiënten, maar allicht zal het bij sommigen de prognose substantieel verbeteren’, aldus Francque. Een beperkt aantal patiënten, ten slotte, komt in aanmerking voor een levertransplantatie. Die behandeling wordt vooral toegepast bij patiënten met leverkanker. Zeker als de tumor een gevolg is van levercirrose, kan het een goede oplossing zijn: je neemt dan in één keer de kanker en de zieke lever weg. ‘Voorwaarde is onder meer dat de tumor zich tot de lever beperkt. En de patiënt moet nog fit genoeg zijn om een zware operatie te ondergaan’, zegt UZA-hepatologe dr. Luisa ­Vonghia. Een levertransplantatie bij patiënten met leveruitzaaiingen wordt maar zelden uitgevoerd. Die behandeling is nog in een experimentele fase. 

dienst hepatobiliaire, transplantatie en endocriene heelkunde, T 03 821 57 05, dienst oncologie, T 03 821 32 50

22


Prof. dr. Thomas Vanwolleghem

Zo’n 70.000 Belgen lijden aan chronische hepatitis C, vaak zonder het te weten. ‘We moeten meer screenen om een epidemie van levercirrose en -kanker te voorkomen’, zegt UZA-hepatoloog prof. dr. Thomas Vanwolleghem.

Snel screenen voorkomt erger

Hepatitis: de stille doder

V

irale hepatitis is een ontsteking van de lever die, zoals de naam het aangeeft, wordt veroorzaakt door een virus. Hepatitis B en C worden in ons land vooral overgedragen via besmet bloed of onveilig seksueel contact. Beide vormen kunnen chronisch worden. In dat geval raakt de lever steeds meer aangetast en kan de patiënt levercirrose of zelfs leverkanker krijgen. Hepatoloog (leverspecialist) prof. dr. Thomas Vanwolleghem geeft meer uitleg.

Waaraan merk je dat je hepatitis hebt? ‘Hepatitis wordt niet voor niets een silent killer genoemd: je kunt het jaren hebben zonder iets te merken. De voornaamste klacht is vermoeidheid. Symptomen

als een opgezette buik of geelzucht doen zich pas in een heel laat stadium voor. Voor de jaren negentig waren er veel besmettingen, onder meer via bloedtransfusies, doordat hepatitis C nog niet bekend was. Daarom is het belangrijk dat huisartsen en specialisten voldoende screenen en niet aarzelen om een bloedtest voor te stellen. Zo kunnen we hopelijk een epidemie van levercirrose en -kanker voorkomen.’

Hoe wordt hepatitis behandeld? ‘Patiënten met hepatitis B worden alleen behandeld als hun lever ontstoken is. De anderen volgen we goed op om virusopflakkeringen en levercomplicaties vroeg op te sporen. Voor hepatitis C is de behandeling enorm verbeterd: sinds 2015 bestaat er heel goede

medicatie met weinig bijwerkingen, die bij meer dan 95 procent van de patiënten aanslaat. Zelfs hepatitis C met ernstige verwikkelingen kunnen we zo genezen. Helaas is die medicatie ontzettend duur en is er daarom alleen terugbetaling bij ver gevorderde leverfibrose, dat is vorming van littekenweefsel in de lever. Dat is best frustrerend voor de patiënten met minder gevorderde fibrose. Want ook zij hebben vaak al last van vermoeidheid en moeten leven met een zwaard van Damocles boven hun hoofd.’

Is er voor die patiënten een alternatief? ‘We kunnen gelukkig nogal wat patiënten aan een geneesmiddelenstudie laten deelnemen. Ze krijgen dan medicatie die minstens even goed is als de

standaardmedicijnen, maar bijvoorbeeld in een ander behandelingsschema. Dat lukt wel lang niet voor iedereen: de andere patiënten kunnen we alleen maar opvolgen.’

Het UZA heeft een aparte raadpleging voor hepatitispatiënten. Wat houdt dat in? ‘Samen met mij houden een of twee artsen raadpleging. Zo bundelen we de patiëntenzorg en de expertise. Nieuwe patiënten bij wie de ziekte recent is vastgesteld, zien we meteen. De onderzoeken gebeuren dan nog diezelfde voormiddag, zodat de patiënt indien nodig snel met zijn behandeling kan starten. We doen overigens ook veel wetenschappelijk onderzoek om de zorg van hepatitispatiënten te verbeteren.’  23


DOSSIER DARM EN LEVER

Snel geholpen in de IBD-kliniek

‘We kennen onze patiënten goed’ Patiënten met een ontstekingsziekte van de darm, zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa, kunnen in het UZA terecht in de IBD-kliniek (Inflammatory Bowel Diseases-kliniek). ‘Bij acute problemen laten we patiënten nooit wachten.’

I

n België lijden zo’n 30.000 mensen aan colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn. Afhankelijk van de aard en de ernst van de ziekte kampen de patiënten met diarree, buikpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid en/of koorts (zie kaderstuk). ‘De behandeling is gelukkig sterk verbeterd’, zegt UZA-maagdarmspecialist dr. Elisabeth Macken. ‘De therapie bestaat uit onderhoudsmedicatie, met soms bijkomende medicijnen om een acute opstoot te onderdrukken. Bij zo’n opstoot kunnen patiënten veel meer last krijgen van diarree, krampen of vermoeidheid. Met medicatie kunnen we de ziekte meestal vrij goed onder controle houden. Zo wordt nog maar bij een klein aantal patiënten met colitis ulcerosa de volledige dikke darm weggenomen. Veel patiënten leiden

INFO 24

Dienst gastro-enterologie hepatol


Veel patiënten komen om de paar weken naar het ziekenhuis voor een infuus met onderhouds­

Dr. Elisabeth Macken

1

Verpleegkundige Frederika Van Dyck

2

Verpleegkundige Deborah Callebert

3

medicatie. Deborah Callebert (links) en Frederika Van Dyck (rechts) zijn hun vast aanspreekpunt.

een heel normaal leven en gaan gewoon werken, vaak zonder dat iemand van hun ziekte afweet.’

Snel hulp bij acute opstoot Om patiënten zo goed mogelijk te ondersteunen richtte de dienst gastro-enterologie de IBD-kliniek op, voluit Inflammatory Bowel Diseases-kliniek. De dagelijkse werking is in handen van IBDverpleegkundigen Frederika Van Dyck en Deborah Callebert. Zij zijn een vast aanspreekpunt voor de patiënten en staan in voor de coördinatie. ‘Ondanks de onderhouds­ medicatie kunnen patiënten toch een acute opstoot doormaken. Op dat moment hebben ze snel hulp nodig. Ze bellen of mailen dan rechtstreeks met mij of Deborah en wij bespreken met dr. Macken de beste aanpak’, zegt Frederika. Indien nodig mag de patiënt diezelfde dag of binnen de paar dagen langskomen. Soms wordt gevraagd om alvast een stoelgangstaal binnen te brengen. Bepaalde problemen zijn ook telefonisch op te lossen, bijvoorbeeld een aanpassing van de medicatie. Mee dankzij die snelle aanpak is het aantal opnames flink verminderd. ‘We kennen de patiënten en hun specifieke problemen goed. Dat waarderen ze heel erg. Geen enkele patiënt vindt het immers leuk om zijn verhaal telkens opnieuw te moeten doen’, zegt Frederika.

Eerst infuus, dan naar kantoor Veel patiënten komen om de paar weken naar het ziekenhuis voor

1

een infuus met onderhouds­ medicatie. Uiteraard willen ze dan geen tijd verliezen. Ook daar speelt de IBD-kliniek op in. Macken: ‘Voordien moesten patiënten voor hun infuus naar een hospita­lisatieafdeling en waren ze al gauw een halve dag kwijt. Nu is de aanpak efficiënter: de medicatie wordt de dag voordien gemaakt en de patiënten krijgen hun infuus in het dagziekenhuis van gastro-­ enterologie. Dat gaat veel sneller: sommigen melden zich om 8 uur aan en vertrekken anderhalf uur later alweer naar hun werk.’ Het team wil de drempel naar hulp zo laag mogelijk houden. Frederika en Deborah spelen daarbij een sleutelrol. ‘We merken dat p ­ atiënten bepaalde zorgen, bijvoorbeeld rond hun werk of relatie, gemakkelijker aan ons kwijt kunnen dan aan de arts. Vaak is het genoeg dat ze gewoon hun verhaal kunnen doen. Maar indien nodig bespreken we het probleem ook met dr. Macken en zoeken we samen naar een oplossing.’ Wie wil, kan een beroep doen op psychologe Jela Illegems. Samen met haar organiseert de IBDkliniek ook groepssessies rond specifieke thema’s, zoals stressvermindering of IBD en werk. En ook bij de diëtiste kunnen patiënten indien nodig snel terecht. ‘Deze multidisciplinaire aanpak met vaste aanspreekpunten en laagdrempelige hulp maakt echt het verschil. We stellen dan ook vast dat steeds meer ziekenhuizen een IBD-verpleegkundige inschakelen’, besluit Frederika. 

2

3

Patiënten vertellen hun z­ orgen sneller aan hun b ­ ekende IBD-verpleegkundige

Colitis wat?

?

Colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn zijn beide chronische ontstekingsziekten van de darm. Toch zijn er verschillen.

Colitis ulcerosa WAT? De endeldarm en de dikke darm raken chronisch ontstoken. SYMPTOMEN? Frequente diarree en bloed- of slijmverlies bij de stoelgang. Ook pijn en klachten aan de aars, krampen, gewichtsverlies, koorts en vermoeidheid kunnen voorkomen. Ook elders in het lichaam kunnen problemen opduiken. BEHANDELING? Met medicatie kan de ziekte lange tijd onder controle blijven. Soms zijn er opstoten waarvoor de medicatie moet worden aangepast. Bij een kleine minderheid van de patiënten wordt de volledige dikke darm weggenomen. Dat gebeurt in geval van acute complicaties of omdat medicijnen niet aanslaan.

Ziekte van Crohn WAT? De ziekte kan in het hele darmstelsel voorkomen, maar beperkt zich meestal tot de dunne darm, de dikke darm en de aars. SYMPTOMEN? Vaak krampachtige buikpijn, diarree en vermoeidheid, soms ook bloedverlies. BEHANDELING? Onderhoudsmedicatie. Soms moet ook een stuk zieke darm worden verwijderd.

ogie, T 03 821 33 23, www.uza.be/IBDcursus 25


DOSSIER DARM EN LEVER

Karen had colitis ulcerosa

‘Ik focuste op wat nog wel kon’ Karen (38) verloor door colitis ulcerosa haar dikke darm en endeldarm, maar niet haar glimlach en levensmoed. ‘Al heb ik moeilijke tijden gekend, vandaag barst ik weer van de energie.’

D

iarree, buikkrampen, vermoeidheid: toen Karen negen jaar geleden klachten kreeg, leken die eerst banaal. Tot er colitis ulcerosa werd vastgesteld, een darmziekte waarbij de endeldarm en de dikke darm chronisch ontstoken raken. ‘Medicatie hielp niet’, vertelt Karen. ‘Na een jaar heb ik het daarom met alternatieve geneeskunde geprobeerd, met onder meer aangepaste voeding. Ik vond mijn energie terug, maar de darmklachten werden alleen maar erger.’ Karen bleef al die tijd werken, deeltijds als yogalerares. Maar de ziekte beperkte haar enorm. In de slechtste periodes moest ze vijftien 26

keer per dag heel ­dringend naar het toilet. Naar het strand, een daguitstap, gezellig shoppen: het viel allemaal weg. ‘Mijn redding was mijn positieve houding en mijn openheid’, blikt ze terug. ‘Ik focuste op wat nog wel kon. En ik vertelde gewoon over mijn ziekte, zodat ik niet onbeleefd leek als ik naar het toilet moest hollen. En ja, ik had wel eens een ongelukje, godzijdank ongemerkt. Dan heb je de keuze: je opsluiten of er geen drama van maken.’ Vijf jaar geleden zocht ze hulp bij UZA-maag-darmarts dr. ­Elisabeth Macken. Haar darmwand bleek toen nog maar zo dun dat ze meteen werd opgenomen. Maandenlang kreeg ze cortisone, maar

die kon ze niet blijven nemen en andere medicatie sloeg niet aan. Het team stelde toen voor om het zieke stuk darm te verwijderen. Die ingreep ging ­echter in extremis niet door omdat een coloscopie voor de operatie alsnog hoop gaf op herstel met medicatie. ‘Dat bleek ijdele hoop, maar ik wilde geen operatie meer’, vervolgt Karen. ‘Ik geloofde niet meer in die weg. Dr. Macken luisterde naar mij en respecteerde mijn keuze. Daar ben ik erg ­dankbaar voor.’

Geen medicatie meer Anderhalf jaar geleden stemde Karen alsnog in met een operatie. Het werden uiteindelijk meerdere ingrepen, waarbij een stuk van haar

dunne darm, haar volledige dikke darm en haar endeldarm eruit moesten. Via een herstel­operatie werd er een soort van nieuwe endeldarm gecreëerd. ‘Nog altijd moet ik zo’n vijf keer per dag naar het toilet, maar ik kan mijn stoelgang perfect ophouden en neem geen medicatie meer. Ik barst weer van de energie. En mijn darmziekte kan niet terug­komen, doordat mijn dikke darm en endeldarm weg zijn.’ Intussen heeft ze haar eigen yogastudio Prana Yoga en inspireert ze anderen met haar verhaal en levenskracht. ‘Dankzij mijn operaties ben ik van mijn ziekte verlost. Maar chirurgie is niet alles: de kracht om positief te blijven, moet je in jezelf vinden’, besluit ze. 


Opgelet voor valpartijen!

Voorkom valpartijen met enkele eenvoudige maatregelen! Patiënten lopen soms risico op vallen omdat ze lang in bed liggen, slecht te been zijn, medicatie gebruiken ... Voorkom valpartijen met deze tips: • Maak gebruik van de rolstoelen en zitplaatsen • Draag gesloten pantoffels of schoenen en vermijd loshangende kledij • Houd uw bril bij u • Leg zoveel mogelijk dingen binnen handbereik • Vermijd rommel op de vloer • Zorg voor voldoende licht • Vraag hulp als u slecht te been bent

TIP: Bent u de voorbije 6 maanden gevallen? Denkt u dat u makkelijk zou kunnen vallen? Meld het ons!


GEZOND

Vijf keer alert voor hart- en vaatziekten

Ladykillers

‘Op het vlak van hart- en vaatziekten zijn vrouwen wel degelijk het zwakke geslacht’, zegt prof. dr. Bharati Shivalkar. ‘Door hun anatomische verschillen zijn ze meer vatbaar voor cardiovasculaire aandoeningen. Tegelijk vallen de symptomen minder op.’

28


H

et is een hardnekkig misverstand dat hartkwalen vooral mannen treffen’, zegt cardiologe prof. dr. Bharati Shivalkar. ‘In het verleden dacht men dat vrouwen minder last hadden van cardiovasculaire aandoeningen omdat ze beschermd worden door hun oestrogenen. Vandaag weten we dat dat niet volledig klopt. De oestrogenen bieden vooral op jongere leeftijd bescherming. Rond de menopauze verandert dat, en vanaf hun 70ste lopen vrouwen een grotere kans om hart- en vaatziekten te ontwikkelen dan mannen. In België overlijden jaarlijks 17.000 vrouwen aan cardio­vasculaire aandoeningen, tegenover 14.000 mannen. Hart- en vaatziekten zijn zelfs doodsoorzaak nummer één voor

vrouwen, nog voor kanker dus. Natuurlijk is het zo dat vrouwen langer leven en dus meer kans hebben om die ziektes te ontwikkelen. Vrouwen moeten zich dus beter bewust worden van de risico’s die ze lopen, meer nog dan mannen.’ Vijf redenen om extra alert te zijn.

rouwen zijn gebouwd 1 Vanders

‘Een vrouw heeft een kleiner hart en smallere kransslagaders, wat sneller tot klachten leidt bij vernauwingen. Bij het wegvallen van het beschermend effect van de oestrogenen tijdens de menopauze worden de anatomische verschillen duidelijker. Ze ontwikkelen wel dezelfde ziektes als mannen: hartinfarct, hersenbloeding, hersentrombose, hypertensie, ritmestoornissen en hartfalen.’

e symptomen worden snel herkend 2 Dminder

‘Mannen met een hartkwaal ervaren een beklemmend gevoel en een drukkende pijn op de borst. Bij vrouwen zijn de symptomen minder dramatisch. Vrouwen voelen zich vermoeid, kortademig, misselijk of duizelig. Ze hebben ook pijn in de borststreek, maar die is vaak minder uitgesproken. Doordat de klachten vager zijn, wordt de diagnose pas later gesteld en blijft een behandeling langer uit. Vrouwen hebben bovendien de neiging hun gezin op de eerste plaats te zetten en besteden vaak minder aandacht aan hun eigen gezondheid.’

e menopauze het risico 3 Dverhoogt

‘Roken, overgewicht, stress, hoge bloeddruk, te veel cholesterol, diabetes … De bekende risico­ factoren gelden ook voor vrouwen.

INFO

Daar komt nog een extra factor bovenop: de menopauze. In de overgang neemt het gewicht van vrouwen vaak toe en hun lichaam houdt meer vocht op, waardoor de bloeddruk stijgt. Tegelijk verhoogt het cholesterolniveau. De klassieke risicofactoren hebben bovendien een zwaardere impact. Wanneer vrouwen roken, moeten ze daar zwaarder voor boeten, en bij diabetes hebben ze vijf tot zes keer meer kans op hart- en vaatproblemen; bij mannen is dat twee tot drie keer.’

rouwen minder 4 Vbewegen

‘In veel gezinnen gaat de vrouw buitenshuis werken en doet ze daarnaast nog een groot deel van de huishoudelijke taken. Dat zorgt niet alleen voor meer stress, vaak heeft ze door die ongelijke taakverdeling ook minder tijd om te sporten. Van nature hebben vrouwen sowieso al minder spiermassa dan mannen. Wanneer ze ouder worden én weinig sporten raken ze die spieren bovendien sneller kwijt, waardoor hun fysieke fitheid achteruitgaat.’

therapietrouw 5 Disekleiner

‘Grootschalige studies in de Verenigde Staten en Canada toonden aan dat bij een hartinfarct vrouwen minder snel en minder uitgebreid worden behandeld dan mannen. Ook de therapietrouw blijkt lager te liggen. Hoe dat precies komt, is niet helemaal duidelijk. Daarnaast bleek dat tijdens de revalidatie meer vrouwen afhaken dan mannen. Vrouwen hebben ook een hogere kans om depressief te worden na een hartinfarct. Ze hebben vaak meer dan mannen last van het isolement dat het gevolg is van hun ziekte.’ 

Een gewaarschuwde vrouw … Hartproblemen neem je maar best ernstig: in bijna een op vier gevallen is de eerste uiting van de ziekte een plotse dood. Je kunt gelukkig veel zelf doen om het risico te beperken. •  Stop met roken. •  Hou je gewicht onder controle met gezonde voeding. Vooral vetophoping rond je middel is gevaarlijk. •  Neem de tijd om te sporten. Drie tot vier keer per week een half uur stevig doorstappen heeft al een positief effect. •  Laat vanaf je 50ste regelmatig je bloeddruk, je cholesterol, je suikerwaarden … meten bij de huisarts. Doe dat nog sneller wanneer je tot een risico­ groep behoort: wanneer je diabetes hebt of rookt, of wanneer je genetisch belast bent (een vrouwelijke eerstegraadsverwant met hartproblemen voor haar 65ste, of een mannelijke eerstegraadsverwant met hartproblemen voor de leeftijd van 55).

Dienst cardiologie, T 03 821 35 71, cardiologie@uza.be

29


GEZOND

Geen enkele ouder hoort zijn of haar kind graag hoesten. Maar wanneer stapt u naar de dokter? En wat met hoestsiroop? Vier dingen die u moet weten over acute hoest.

Eerste hulp bij hoestende kinderen Hoesten is een natuurlijk verdedigingsmiddel. Hoesten is geen ziekte, maar een symptoom. Bijna altijd is de oorzaak een onschuldige luchtweg­ infectie, een verkoudheid dus. Door te hoesten probeert het lichaam de slijmen, virussen en bacteriën uit de luchtwegen te verwijderen. Hoesten is dus een nuttige reflex die u niet zomaar mag onderdrukken. Een acute hoest kan tot drie weken duren. Duurt de hoest langer, dan spreek je van een chronische hoest. Maak u niet te snel ongerust: voor kinderen tot ongeveer zes jaar is het perfect normaal om zes tot acht keer per jaar een acute luchtweginfectie te hebben. De infectie verdwijnt meestal na een week of tien dagen,

INFO 30

maar de hoest kan een stuk langer aanslepen. Het is dus best mogelijk dat een kind bijna de hele winter lang hoest doordat het de ene verkoudheid na de andere krijgt.

Hoestsiropen doen meer kwaad dan goed. Er zijn twee soorten hoestsiropen: siropen die de hoestreflex onderdrukken en de slijmverdunners. Hun nut is niet wetenschappelijk bewezen. Bovendien hebben beide soorten grote nadelen. Een antihoestsiroop kan ook de adem­ haling onderdrukken en is daarom zeker voor kinderen jonger dan zes jaar niet veilig. Door de hoestreflex te verminderen riskeert u bovendien dat de slijmen blijven zitten en dat uw kind een bijkomende

bacte­riële infectie krijgt. Een slijm­ verdunner kan er vreemd genoeg net voor zorgen dat er te veel ­slijmen ontstaan. Met een hoest­ siroop gaan de klachten niet sneller over en kunnen bovendien de lucht­wegen vernauwen, waardoor uw kind nog moeilijker ademt.

Neusspoeling en neusdruppels zijn de beste behandeling. Een gezond kind dat een verkoudheid krijgt, behandelt u het best door zijn of haar neus regelmatig te spoelen met een fysiologische zoutoplossing. Het zal dan beter kunnen ademhalen en rustiger slapen. Er bestaan ook neusdruppels voor kinderen om het neusslijmvlies te ontzwellen. Geef

Dienst longziekten, T 03 821 35 39, www.geneesmiddelenenkinderen.be

die wel niet langer dan een week, zo niet kan de neus chronisch verstopt raken. Door de neus vrij te maken verkleint u ook de kans op een oorontsteking en lagere luchtweginfecties. Aerosollen of puffen heeft bij een acute hoest geen zin. Ook interessant om weten: een lepeltje honing een paar keer per dag zou echt helpen tegen een verkoudheid. Geef wel geen honing aan kinderen jonger dan één jaar.

Kortademig of hardnekkige koorts? Ga naar de dokter. Soms is het wel nodig naar de ­dokter te gaan. Alarmsignalen zijn: •  Koorts die langer dan drie dagen duurt of die niet zakt met medicatie


Wij verhogen uw comfort !

•  Kortademigheid •  Een moeizame of piepende ademhaling •  Niet meer kunnen eten of drinken •  Veel ongemak of pijn Ook als uw kind overgeeft en dat niet snel betert, gaat u het best bij de huis- of kinderarts langs. Doe dat ook als de verkoudheid of de hoest na een week niet duidelijk is verbeterd. Ook met een ‘zeehondenhoest’, die kan wijzen op valse kroep, gaat u beter naar de dokter. Heeft uw kind in een jaar meerdere infecties van de lagere luchtwegen, zoals een longontsteking of bronchitis, dan laat u dat het best verder onderzoeken. Dan kan er namelijk sprake zijn van astma, hyperreactieve luchtwegen of een andere longziekte. 

Snel hulp bij chronische klachten De dienst longziekten heeft een apart spreekuur voor ­kinderen met ernstige chronische klachten van de luchtwegen. Mits ­doorverwijzing van de huis- of kinderarts kan uw kind er binnen een à twee weken terecht.

TRAPLIFTEN, HUISLIFTEN, PLATEAULIFTEN & GOEDERENLIFTEN

VRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEK SE RV IC E

24/24 - 7/7

BEL GRATIS: 0800 20 950

WWW.COMFORTLIFT.BE Mannebeekstraat 3 | B-8790 Waregem | info@comfortlift.be


ZORG

Mei 2015 opening Koningin Mathilde Moeder- en kindcentrum

Eind 2016 parkeergebouw

Het UZA groeit, letterlijk en figuurlijk Elk jaar stijgt het aantal raadplegingen, opnames, operaties … in het UZA. Ook de infrastructuur groeit mee, met een nieuwe ziekenhuisvleugel in 2015 en nog heel wat toekomstplannen! Plannen voor een nieuwe vleugel – 2020 Nu al zijn er plannen voor nog een nieuwe vleugel achter het huidige ziekenhuis. Met 15.000 m2 zal die nog groter zijn dan het Moeder- en kindcentrum. Er zal ruimte zijn voor een nieuwe intensieve unit en alle labo’s komen er samen: klinische biologie, anatomische pathologie, genetica, weefselbank, biobank, CCRG … Dirk De Man, hoofd technische dienst: ‘Sommige van die diensten huizen momenteel in mobiele units, of zitten zoals het Centrum Medische Genetica op een andere locatie. Op die manier centraliseren we en komt er ruimte vrij in het huidige gebouw voor de uitbreiding van andere diensten, zoals het operatiekwartier.’

Operatiekwartier – 2016-17

Evolutie 2005-2014 Evolutie 2009-2014 Raadplegingen en technische verstrekkingen + 52 % Verblijven zonder overnachting + 97% 32

Raadpleging cardiologie + 22 % Raadpleging endocrinologie, diabetologie en metabole ziekten + 17,5 %

Raadpleging gastro-enterologie en hepatologie + 34,5 %

Neurologie, verblijven met overnachting + 42 %

Raadpleging medische genetica + 152 %

Neurologie, verblijven zonder overnachting + 54 %

Begin 2016 wordt een grote operatiezaal bijgebouwd bij het operatiekwartier. In het UZA vinden steeds meer ingrepen plaats en als universitair ziekenhuis opereren we patiënten met de zwaarste pathologieën. Dat betekent ook dat operatiezalen steeds groter worden. De Man: ‘De ingrepen worden complexer, met meer mensen rond de tafel en grotere machines die meer plaats vragen.’ Eens de kijkoperaties verhuizen naar de endoscopie-eenheid, komt er ook daardoor capaciteit vrij in de operatiezalen.


Begin 2017 endoscopie-eenheid

2020 nieuwe vleugel intensieve unit en labo’s

Na 2020 vernieuwing OK, intensieve zorg, sterilisatie …

Koningin Mathilde Moeder- en kindcentrum – 2015 In 2015 opende een nieuwe vleugel van vijf verdiepingen, met veel licht en comfort voor de patiënten. Kindergeneeskunde, neonatologie, de materniteit en het nierdialysecentrum namen er hun

intrek. De bovenste verdieping, goed voor 1500 m2, staat nog leeg. De Man: ‘Die zal deels ingevuld worden door kindergeneeskunde, met onder andere kinderneurologie en kinderoogheelkunde. Ook genetica en gynaecologie krijgen een plaats op de vijfde verdieping.’

Evolutie 2009-2014 Kindergeneeskunde, verblijven met overnachting + 68 %

Kindergeneeskunde, verblijven zonder overnachting + 193 %

Raadplegingen kindergeneeskunde + 50 %

Een parkeergebouw – 2016 Meer raadplegingen, onderzoeken, operaties … vraagt ook meer mensen, meer materiaal enzovoort. De hele logistiek groeit mee. En dus ook de parking. De Man: ‘Momenteel hebben we plaats voor 1800 wagens, maar dat is op piekmomenten soms te weinig. In februari start de bouw van een parkeergebouw bovenop de personeelsparking. In drie lagen komen er 600 parkeerplaatsen bij. De opening is gepland voor december 2016.’

Revalidatie, pijncentrum en slaapcentrum – 2016 Op de vroegere locatie van de neonatologie, op de vijfde verdieping, worden nu fysiotherapie en ergotherapie samengebracht. Ook voor de pijnkliniek en voor het slaapcentrum is daar ruimte vrijgekomen. De patiënten zullen er behandeld worden in vernieuwde, grotere ruimtes, en de verhuis geeft weer ruimte aan andere diensten om te groeien.

Evolutie 2009-2014 Pijncentrum, verblijven zonder overnachting + 67 %

Slaapcentrum, verblijven met overnachting + 30 %

Acht endoscopiezalen – 2017 Waar vroeger kindergeneeskunde en nierdialyse zaten, op de eerste verdieping van het hoofdgebouw, worden 8 endoscopiezalen gebouwd. Daar zullen vanaf begin 2017 alle kijkoperaties en kijkonderzoeken gebeuren. De eerste en tweede verdieping worden overigens helemaal gereorganiseerd. Neurologie, gynaecologie, NKO, diabetologie … krijgen meer ruimte en het onthaal van de patiënten zal gepaard gaan met meer privacy, meer comfort en een betere doorstroming.

Evolutie 2009-2014 Raadpleging neurochirurgie + 80 %

Urologie, verblijven zonder overnachting + 43 % 33


ZORG

1

2

3

1

Prof. dr. Chris Vrints

2

Dr. Joris Verlooy

3

Dr. Lucien Hoekx

Artsen en sociale media

Vind ik (niet) leuk Geen efficiëntere tools om een netwerk uit te bouwen dan Facebook, Twitter en LinkedIn. Het gevaar bestaat echter dat sociale media de grens tussen het professionele en privéleven doen vervagen. Hoe gaan de UZA-artsen hiermee om?

S

ociale media maken het mogelijk online aanwezig te zijn en contact te houden met andere professionals uit de medische wereld. Toch moeten artsen zich altijd bewust blijven van de gevaren ervan, zo waarschuwt de Orde der artsen. De relatie met hun patiënten mag niet vertroebelen en de privacy van de patiënt moet op elk moment gevrijwaard blijven. We vroegen enkele UZA-artsen hoe zij omgaan met sociale media.

Via de sociale media kun je professionele events een grotere zichtbaarheid geven 34

‘Te weinig tijd’ prof. dr. Vrints (cardiologie) ‘Professioneel gezien maak ik niet zo vaak gebruik van sociale media, ook al bieden ze best wel kansen. Via LinkedIn bijvoorbeeld kun je

medische professionals benaderen van wie je geen contactgegevens hebt. Wellicht onderbenutten we de mogelijkheden van LinkedIn, maar er blijft nu eenmaal te weinig tijd over tijdens de werkweek om voor een goede inhoudelijke invulling te zorgen. In mijn vrije tijd gebruik ik wel eens Facebook, vooral bij wijze van ontspanning. Ik vind het fijn om even

weg te dromen bij de reisfoto’s van vrienden of medewerkers. Facebook is ook handig om contact te houden met mijn kinderen wanneer ze op reis zijn. Ik ben er mij wel van bewust dat alles wat je op Facebook zet, gedeeld kan worden. Ik let er dus goed op dat alleen mijn vrienden mijn posts kunnen lezen, en ik plaats geen al te persoonlijke dingen.’


U ZEGT

Vrije en geïnformeerde toestemming 

leggen dat ik mijn professionele en privéleven liever gescheiden hou. De meeste ouders begrijpen dat perfect. Voor een ­patiënt die ik ooit behandelde als puber heb ik een uitzondering gemaakt, maar die is intussen dan ook een rechtstreekse collega van mij.’

‘Grote zichtbaarheid’

‘ Geen patiënten als ­Facebookvriend’ dr. Joris Verlooy (kinder­oncologie en -hematologie) ‘Wanneer ik op een congres ben en het onderwerp ligt me nauw aan het hart – ik ben erg begaan met thema’s als palliatieve zorg en levenskwaliteit bij kinderen – stuur ik soms een tweet rond. Het is ook al gebeurd dat ik via Twitter uitgenodigd word om als expert mee te zetelen in een adviesraad. Maar heel actief ben ik niet op de sociale media. Facebook gebruik ik alleen voor persoonlijke doeleinden. Het komt wel eens voor dat ouders van de kinderen die ik behandel me een vriendschapsverzoek sturen. Ik stuur dan altijd een bericht terug om uit te

dr. Lucien Hoekx (oncologische urologie) ‘Zo’n 2,5 jaar geleden heb ik voor het eerst een LinkedIn-profiel gemaakt. In het begin hield ik dat profiel heel beperkt, maar ik merkte al snel dat alles wat je op LinkedIn post, gezien wordt door veel mensen. In de loop van de tijd ben ik mijn profiel en mijn connecties beginnen uitbouwen. Ik denk dat ongeveer 75 % van de Belgische urologen op LinkedIn zit, en met 90 % daarvan ben ik nu gelinkt. Ik help regelmatig congressen organiseren, en dan is het bijzonder handig dat je al die mensen makkelijk kunt bereiken. Omgekeerd word ik ook soms via LinkedIn benaderd om mee te werken aan een congres. Je kunt ook professionele events een grotere zichtbaarheid geven via de sociale media. Sinds we de symposia die onze dienst organiseert op LinkedIn plaatsen, zien we een duidelijke toename van het aantal inschrijvingen. Twitter en Facebook gebruik ik niet. Als je in alle sociale media een klein beetje tijd stopt, vertoef je al snel anderhalf uur per dag in de virtuele wereld, en dat vermijd ik liever.’ 

Vrije en geïnformeerde toestemming Een van uw rechten als patiënt is dat u in alle vrijheid moet kunnen beslissen of u toestemt in een behandeling of tussenkomst, en dat u daarvoor ook de nodige informatie krijgt. Dat noemen we de vrije en geïnformeerde toestemming. Concreet houdt het in dat uw arts (of andere beroepsbeoefenaar) u vooraf duidelijk informeert over uw gezondheidstoestand, het doel van een behandeling, de aard van de behandeling, de persoon die de behandeling uitvoert, de graad van urgentie, de duur, de frequentie, de contra-indicaties, de nevenwerkingen, de relevante risico’s, de noodzaak aan nazorg, de financiële gevolgen, de eventuele gevolgen als u weigert en de mogelijke alternatieven.

Hoe geeft u uw toestemming? U doet dat mondeling of u laat het blijken uit uw gedragingen, zoals bijvoorbeeld uw arm uitsteken voor een injectie. U kunt ook voorwaarden verbinden aan uw toestemming, bijvoorbeeld dat u wil stoppen met een behandeling als ze geen resultaat oplevert. In een aantal gevallen zal u gevraagd worden de geïnformeerde toestemming te handtekenen. De toestemming wordt genoteerd in uw patiëntendossier.

Wat bij een spoedgeval? Als het onmogelijk is om de wil van een patiënt te achterhalen, bijvoorbeeld als die bewusteloos is of de wettelijke vertegenwoordiger kan niet bereikt worden, voert de beroepsbeoefenaar alle noodzakelijke tussenkomsten uit en vermeldt dat in het patiëntendossier

Info

www.uza.be/patientenrechten Ombudsdienst UZA, T 03 821 31 60, ombudsdienst@uza.be

35


Els Verhaeghe IST

LOGOPED

uw advertentie hier?

‘Woordopvoeding’, zo zou je logopedie letterlijk kunnen vertalen. Maar ­logo­ pe­­disten doen veel meer dan kinderen woorden en klanken aanleren. Dat bewijst de gevarieerde agenda van Els Verhaeghe.

Veel meer

36

‘Vorige week was het bijzonder druk en heb ik mijn verslagen niet kunnen afwerken. Het eerste kwartiertje van de dag gebruik ik om mijn achterstand wat in te halen.’

vaak verslikt. Ik schat de impact van het probleem op zijn levenskwaliteit in via een vragenlijst, meet zijn tongkracht en neem enkele sliktests af. Het probleem blijkt vrij ernstig.’

INFO

‘Briefing met Leen en Cindy, twee collega-­ logopedisten van het revalidatieteam. We overlopen wie bij welke patiënt langsgaat. We proberen elke dag al onze patiënten te zien die opgenomen zijn in het ziekenhuis.’

Media Surplus Daknamdorp 25, Lokeren T 09/349 69 64 – 0475/52 27 15 info@media-surplus.be www.media-surplus.be

‘Voor ik aan mijn ronde in het ziekenhuis begin, ontvang ik een ambulante patiënt in mijn bureau. Henri lijdt aan de ziekte van Parkinson, waardoor hij zich

‘Ik begeleid Henri naar de nko-arts. De dokter brengt een flexibele scoop met een cameraatje in via Henri’s neus om in zijn keel te kunnen kijken tijdens het slikken. Ik laat hem eerst water met kleurstof drinken, daarna moet hij een papje en een koek eten. Op die manier zien we hoe hij reageert op welke consistentie.’ ‘Terug in mijn bureau leg ik Henri uit hoe hij


WITJAS VAN DIENST

dan spraakoefeningen zijn hoofd het beste houdt tijdens het eten en welke consistentie zijn voedsel het best kan hebben.’ ‘De eerste opgenomen patiënt die ik vandaag bezoek, is Rita (niet op de foto). Sinds zij een hersen­trombose kreeg, kan zij moeilijk onder woorden brengen wat zij denkt of wil. Aan de hand van kaarten met voorgedrukte zinnen help ik haar zich uit te drukken.’ ‘Ik haast me naar de vergaderzaal, waar ik rond de tafel zit met het team van beroertezorg. We bekijken hoe de taal- en slikproblemen van de patiënten evolueren en bespreken

ook de situatie van de pas opgenomen patiënten.’ ‘Drie keer per week komt patiëntje Hannes (6) langs in het UZA. Hij heeft een ernstige ontwikkelingsstoornis en wordt opgevolgd door een multidisciplinair team. Via spelletjes als Memory oefen ik enkele moeilijke klanken in met hem.’ ‘Middagpauze. Samen met de andere collega’s van het revalidatieteam ga ik naar het personeelsrestaurant.’ ‘Patiënt Karel (niet op de foto) mag straks voor

het eerst sinds anderhalve maand weer eten. Na een ongeval kwam hij op intensieve zorg terecht, waar hij gevoed werd via een sonde. Ik ga bij hem langs om zijn tongkracht te meten en enkele sliktests af te nemen. We willen zeker zijn dat hij klaar is om vast voedsel te eten.’ ‘Er is een nieuwe patiënt opgenomen op de afdeling neurologie. Hij heeft een beroerte gehad en de verpleegkundigen zijn niet zeker of hij goed kan slikken. Als er voedsel in zijn luchtpijp zou terechtkomen, kan hij een longontsteking krijgen. Ik ga meteen naar hem toe. Zolang niet vaststaat of zijn slikreflex intact is, mag hij niets eten of drinken.’

‘Gabriëlle is stipt op tijd voor haar therapie. Ze herstelt van een hersentumor. Spreken gaat nog niet zo vlot. Daarom komt ze wekelijks bij mij op taaltraining.’ ‘Na Gabriëlle is het de beurt aan Marthe (8) die dyslexie heeft. Ik merk dat ze een mooie vooruitgang heeft geboekt sinds ze hier voor het eerst kwam, een maand geleden.’ ‘In principe zit mijn dag erop. Ik blijf vandaag nog een kwartiertje langer om mijn verslagen te schrijven en fiets dan naar huis.’  37


ONVERGETELIJK

UZA PRAKTISCH

Nuttige telefoonnummers • algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 • onthaal en opname: T 03 821 31 01 • patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levensbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) • ombudsdienst: T 03 821 31 60 • inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 • school in het UZA: T 03 821 58 86

‘ Ze dacht dat ze nooit haar kleinkind zou zien’ Ann Rumes is verpleegkundige op radiologie. Heel wat borstkanker­ patiënten komen daar langs voor een mammografie, maar één patiënte blijft haar bijzonder bij. ‘Zo’n vijf jaar geleden kwam een patiënte langs voor een punctie. Ze had de week ervoor te horen gekregen dat ze borstkanker had en ze was helemaal in tranen. Want diezelfde week had ze ook vernomen dat ze voor het eerst grootmoeder werd. Ze was heel bang dat ze zou sterven. Er wachtte haar een operatie en ook chemotherapie en radiotherapie. Ze zou dat kleinkind nooit zien, dacht ze. Ik heb toen op haar ingepraat, haar zo goed mogelijk proberen steunen. Gezegd dat die diagnose niet het einde van haar leven was. Dat we haar gingen behandelen en dat er heel goeie therapieën waren. En dat ze er niet alleen voor stond.

Suikerbonen Een jaar later kwam ze langs voor een mammografie: de behandeling was aangeslagen en ze kwam op controle. In de wachtzaal was ze op mij aan het wachten, met het geboortekaartje van haar kleinkind en suikerbonen. Zo komt ze nu elk jaar op controle en elk jaar valt er wel nieuws te melden, want ze heeft intussen drie kleinkinderen. Helemaal het tegenovergestelde van wat ze had verwacht dus. Ze vertelde mij ook dat ze nog vaak terugdacht aan wat ik toen had gezegd. Dat die kanker niet het einde was, maar dat het haar leven wel zou veranderen en dat ze zich zou kunnen optrekken aan kleine dingen. Dat had haar getroost op dat moment, maar – zei ze achteraf – het was ook echt waar geweest. Dat zijn de leuke aspecten van ons werk: het besef dat je echt iets kunt betekenen voor een patiënt op een moeilijk moment.’ 38

Herstellen in zorghotel Drie Eiken Na een operatie kunt u verder aansterken in zorghotel Drie Eiken, een comfortabel verblijf met professionele zorgvoorziening. Ook familie en vrienden kunnen er terecht voor overnachting vlakbij het UZA. Meer info en reservaties: www.drie-eiken.com, T 03 821 12 11 Gastenkamers Ter Weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: www.uza.be/terweyde, T 03 440 48 18. Winkelgalerij In de inkomhal vindt u: • de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur; in het weekend en op feestdagen van 12 tot 20 uur • een broodjeszaak, in de week open van 9 tot 14.30 uur • een winkel Momen’to Shop Delhaize met een ruim aanbod verse voeding, drank, lectuur, geschenkartikelen … Open op weekdagen van 8.30 tot 20 uur. In het weekend en op feestdagen van 12 tot 17.15 uur. • een bloemen- en pralinewinkel ‘Gift Shop’, open van maandag tot en met vrijdag van 11 tot 19:30 uur. In het weekend en op feestdagen gesloten. • een bankautomaat Restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke werkdag open van 12 tot 14 uur. Meer info: www.uza.be Het UZA draagt het JCI-label voor veilige en kwaliteitsvolle zorg.

Abonnement Wenst u een gratis abonnement op Maguza, wilt u een adreswijziging door­geven of wilt u het magazine niet langer ontvangen? Bel 03 821 32 96 of stuur uw naam en adres naar UZA, afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, of surf naar www.maguza.be/abonnement. U kunt hier ook inschrijven op de gratis digitale nieuwsbrief van Maguza.

Colofon

Maguza · driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis ­Antwerpen · jaargang 28, januari 2016 · Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be · Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der ­Straeten · Hoofdredacteur: Evita Bonné · Eindredacteur: Kris Thieren · Redactieraad: Bettina Blaumeiser, Evita Bonné, Patrick Cras, Annick Deckers, Anneleen De Vos, Jonas De Wolf, Marc Peeters, Bharati Shivalkar, Elke Smits, Kris Thieren, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele · Redactie & reali­satie: Jansen & Janssen Creative Content, www.jaja.be · Fotografie: Frank ­Bahnmuller, shutterstock.com, iStockphoto.com · Illustratie p. 14-16: Frederik van den Stock · Kruiswoord­ raadsel: Freddy Roegiest · Reclameregie: Media Surplus, www.media-surplus.be · De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele ­verantwoordelijkheid van het UZA. Maguza wordt gedrukt op FSC-papier, afkomstig van duurzaam beheerde bossen.


EXPERT IN WELZIJN. De producten van La Roche-Posay kunnen irritatie bij een bestraalde huid voorkomen, beperken of dagelijks de huidbarrière herstellen. Uitgebreid onderzoek bewijst de onmiskenbare bijdrage van onze producten tot het welzijn van patiënten voor de behandeling van neveneffecten op de huid van behandelingen tegen kanker.

*Huidsymptomen en ervaren onbehagen/ongemak.

Lipikar Baume AP+ Uitmuntende verzorging voor extreem droge huid. De doeltreffendheid op de huid en de verbetering van de levenskwaliteit* werd klinisch aangetoond op patiënten in behandeling

LA ROCHE-POSAY ENGAGEERT ZICH. ZONDER PARABENEN, HYPOALLERGEEN, GETEST OP GEVOELIGE, ULTRAGEVOELIGE OF INTOLERANTE HUID, ELKE VERZORGING VAN LA ROCHE-POSAY DRAAGT BIJ TOT HET VERBETEREN VAN DE LEVENSKWALITEIT.

Anthelios Crème Fondante XL 50+ Radiodermatitis,erytheem, schilfers, pruritus, rash, eczeem, ... talrijke risico’s die een behandeling tegen kanker tijdelijk met zich mee kunnen brengen. Deze verzorging werd geëvalueerd in ziekenhuizen. De rijke en smeltende textuur garandeert, getint of niet, comfort en een hoge zonnebescherming, versterkt tegen UVA.

Tolériane Teint Ultra-fijne en lichte formules met hoge tolerantie zonder parfum, noch bewaarmiddel: het gamma Tolériane Teint is geschikt voor gevoelige huid vatbaar voor huidreacties. Ook deze huid kan men egaliseren, poederen, onderlijnen, kleuren.

Vraag advies aan uw arts. laroche-posay.be


januari februari maart

UZA AGENDA

2016

gratis deel­ name

ACTIVITEITEN VOOR KANKERPATIËNTEN 1 ONCOREVALIDATIE­ PROGRAMMA

2 VERWENWEEK VOOR KANKER­ PATIËNTEN

3 INFOAVONDEN VOOR KANKER­ PATIËNTEN

Het oncorevalidatieprogramma helpt u om uw fysieke en mentale kracht te herwinnen tijdens of na een kankerbehandeling. In het voorjaar van 2016 start een nieuwe reeks. Datum: do. 7 januari (eerste sessie) Locatie: Alfazaal, route 4

De verwendag wordt dit jaar een heuse verwenweek. Kankerpatiënten kunnen deelnemen aan tal van leuke en ontspannende activiteiten en workshops. Van breien en koken tot make-up, relaxatie… en nog veel meer. Van harte welkom! Datum: ma. 15 tot en met vrij. 19 februari

Van harte welkom op de info­avonden van het Multi­ disciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA). Voeding bij hormoontherapie Datum: ma. 11 januari, 19:00 Locatie: Auditorium ­Kinsbergen, route 12

Info en inschrijven:

Vermoeidheid bij kanker Data: woe. 27 januari en do. 17 maart, 18:30 Locatie: Auditorium Kins­ bergen, route 12

Info en inschrijven: bij uw oncoloog, via tel. 03 821 35 89 (training) of 03 821 50 73 (welzijn) www.uza.be/oncorevalidatie

vanaf 15 januari via tel. 03 821 53 28 en www.uza.be/verwenweek

4 LOOK GOOD, ­ FEEL BETTER Workshop schoonheidsverzorging van Kom op tegen Kanker om de nevenwerkingen van een kankerbehandeling te maskeren en het gelaat te verzorgen. Datum: woe. 14 januari, woe. 23 maart, 12:00 – 16:00, broodjes zijn voorzien. Speciale sessie voor mannen op woe. 11 mei Locatie: VIP-restaurant

Info en inschrijven: tel. 03 213 13 44 www.uza.be/lookgood-feelbetter

Info en inschrijven: tel. 03 821 52 34 en www.uza.be/kankeractiviteiten

ANDERE ACTIVITEITEN 1 INFOAVOND OVER HYPOSPADIAS Kom meer te weten over de behandeling van hypospadias, een aangeboren afwijking bij mannen waarbij de plasbuis uitmondt aan de onderkant van de eikel, halverwege de penis of in de balzak. Datum: ma. 25 januari Uur: 19:00 – 21:00 Locatie: UZA Gemeenschapszaal (route 12)

Info en inschrijven: www.uza.be/hypospadias

40

2 OPENDEUR­ DAG SPORTS Kom alles te weten over gezond sporten! Met rondleidingen en demo’s, vetpercentage­metingen en advies van onze sportpecialisten. Datum: do. 4 februari Uur: 09:00 – 17:00 Locatie: UZA dienst SPORTS, route 40 Info: tel. 03 821 42 02 en www.uza.be/ sportsopendeur

3 ZELDZAME­ ZIEKTENDAG

4 WERELD­ NIERDAG

5 TEDDY BEAR HOSPITAL

Infostand met hapjes en getuigenissen rond zeldzame ziekten (bij minder dan 1 op 2000 mensen) door CEMA en Boks vzw, de Belgische Organisatie voor Kinderen en volwassenen met een Stofwisselingsziekte. Datum: ma. 29 februari Uur: hele dag Locatie: UZA inkomhal Info: www.uza.be/ zeldzame-ziektendag

Op 10 maart staan de nieren én de vernieuwde raadpleging nierziekten en dialyse in de kijker in het UZA. Datum: do. 10 maart Uur: hele dag Locatie: UZA inkomhal

Laat je kind spelenderwijs kennismaken met het ziekenhuis! De teddyberendokters verzorgen alle zieke knuffels. Datum: za. 26 maart Locatie: UZA

Info:

www.teddybearhospital.be

www.uza.be/wereldnierdag

Info en inschrijven:


ZORG

Elk medicijn kan bijwerkingen hebben, maar moet u daarvan wakker liggen? En hoe voorkomt het UZA dat een patiënt een ongelukkige combinatie van medicijnen krijgt voorgeschreven? We vragen het aan apotheker John Leys.

Medicijnen

Bijsluiter: lezen op eigen risico

D

oor een gewone pijnstiller te slikken riskeer je volgens de bijsluiter een maagzweer, bloedarmoede, leverproblemen en tal van andere vreselijke bijwerkingen. Je zou voor minder je hoofdpijn verbijten. ‘Elk medicijn kan bijwerkingen hebben’, zegt ziekenhuisapotheker John Leys. ‘Maar je moet die informatie met een korrel zout nemen: de fabrikant is verplicht elke bijwerking die ooit is opgetreden, te vermelden. In de praktijk zijn eventuele nevenverschijnselen bijna altijd vrij onschuldig, genre hoofdpijn, slaperigheid, misselijkheid, diarree … Vaak komen ze ook alleen in het begin van de therapie voor.’

Dat neemt niet weg dat u het best voorzichtig omspringt met medicatie, ook met middelen waarvoor geen voorschrift nodig is. Neemt u al andere medicatie, bent u allergisch voor bepaalde stoffen of bent u zwanger, zeg dat dan tegen de apotheker als u een nieuw geneesmiddel wil proberen. ‘Je kunt ook zelf de bijsluiter uitpluizen, maar de huisarts of apotheker kan beter beoordelen of je het medicijn mag nemen’, aldus Leys. Leys raadt aan om in geval van een nevenwerking niet zomaar met een voorgeschreven behandeling te stoppen. ‘Doe dat altijd in overleg met je arts of apotheker. Dikwijls volstaat het om het medicijn op een ander tijdstip in te nemen of er iets

bij te eten. Helpt dat niet, dan kan er een alternatief worden gezocht.’

Medicijnen in de clinch Sommige medicijnen mag u niet combineren. Zo is bekend dat Sint-Janskruid, een plantaardig middel tegen depressie, de werking van een groot aantal geneesmiddelen kan verminderen, waaronder de anticonceptiepil. Andere ­middelen v­ erhinderen de afbraak van medicatie in de lever, waardoor de stoffen zich gevaarlijk kunnen opstapelen. Voorbeelden daarvan zijn bepaalde antibiotica en medicijnen tegen schimmelinfecties. Het UZA neemt de nodige voorzorgen om te voorkomen dat een patiënt een foute medicijnen-

combinatie neemt. ‘Artsen vragen aan hun patiënt welke medicatie die al neemt en vermelden dat in het patiëntendossier’, legt Leys uit. ‘Als specialist weten zij welke medicijnen niet samengaan. Een bijkomende veiligheid is het elektronische voorschrijfsysteem: als er medicijnen worden voorgeschreven die niet verenigbaar zijn, komt er automatisch een waarschuwing. Ten slotte doen wij in de apotheek ook een extra controle. Voor bepaalde medicijnen waarvan we weten dat je die niet zomaar mag combineren, gaan we altijd in het ­patiëntendossier na of er geen schadelijke interactie kan ontstaan met eerder voorgeschreven medicatie.’ 41


KRUISWOORDRAADSEL

Puzzel & win! 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

1 2

12

3

6

4

11

7. 8.

5 6

8

9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.

7 8

1

9

9

10

4

11

2

10

12 13

Verticaal

3

14

1. 2. 3. 4.

7

15 16

5 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

5.

12

6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.

Horizontaal 1. 2. 3.

4. 5. 6.

het manueel verplaatsen van patiënten – huidsmeer zangspel – als het licht is – gebalk godin van de dageraad – zangstem – psycho neuro immunologie – Organisatie van Olie-exporterende Landen dominus – scharnier – mondzweertje – arrondissement tafelgast – haarvlecht – Spaans borrelhapje weerstandsvermogen – morsdoek

16.

1

1

Doe mee en win!

2 3 4 5

Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 20 februari 2016 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een3 briefkaart naar Maguza, 7 UZA – ­Afdeling communicatie, 6 Wilrijkstraat 10, 2650 ­Edegem en maak kans op één van de 5 x 2 cinematickets van ­Kinepolis. 42

milliliter – voedsel – pal – lithium brokje sneeuw – doodmoe – Islamitische Staat – dierentuin steensoort – compost – eenzame opsluiting knapperig – actinium – trotse houding welvaart en leefomgeving – autosuggestie onheilsgodin – moeder – argentum – paardenkracht communicatiemiddel – bevel – uitroep van afkeer ongaarne – geluk hebben – pluim ooievaar – niervocht – edelgas niersteen – erfelijkheidsleer

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

M Y S O F O B I E + C O L O N +

2

E A R L + R A D E L3 O O S + A C

3

L L + I E T S + D I N G + D4 R Y

4

K E R E6 L + T U + S G + I R + S

5

G + I S I S + I N T E R N I S T

borstvoeding – tijdelijke ademstilstand leerling van Jezus – peulvrucht – nakroost landtong – loofboom – kleur – bijzonder onderwijs bijbelse stad – kleine aardappel – boksterm – zoon van Adam bruingele verfstof – kunstmatige lichaamsuitgang – Polynesische taal heilzaam smeersel optekenen – spraakklank – energie televisie – snelle loop – Oude Testament – biersoort loofboom – schrede – voltooid – uniek meisjesnaam – ingenieur – huidplaatje – neon slijmvliesontsteking – baktoestel aansporing – tantalium – slippertje ik (Lat.) – sissend geluid – sieraad – loot mast – nul – haakwerk melkklier – vetplant – mineraalwater – ontmoetingscentrum voedingswijze met natuurzuivere producten – erfelijkheidsdrager

6

E M O E + E S + P I S A + E N E

7

B O + L A R E N + G T + A S E +

8

9 10 11 12 13 14 15 16

I T E R R A + N7 F S O2 P R I E R L E + R I E E N L + + T L W G A

+ B T + T O E + F E + V1 L E E S

A E + B O S + H + C L O U + G T

N I C O T I N E P L E I S T E R

O X + E K + R N E N T I A + + D L A A M K + + O J E U R N9 + I T

I8 E M E + E T A G10 E R E + B U I

E N D O5 R F I N E + B I C E P S

Oplossing maguza 102 VOLDOENING De winnaars zijn: Rita Beyers (Edegem), Lieve Duponcheel (Mechelen), Arthur Peleman (Berchem), C. Borstlap (Duffel), Edgard Goossens (Sint-Truiden). Zij ontvangen hun cadeaubon van Oxfam binnenkort in de bus.


COLUMN­KATTY­ALLAERT

Katty Allaert werkt al 20 jaar als journalist op de vrt­nieuwsdienst. Voor Het Journaal maakt ze reportages over gezondheid. Ze schreef mee aan een boek over allergieën en werkt nu aan een boek over rugpijn. Ze is geboeid door alle mooie dingen in het leven.

Opgebrand

M

ijn buurvrouw is thuis, ‘op ziekteverlof’ met een burn-out. Ze voelt zich uitgeput: leeg, geen energie meer, geen fut om wat dan ook te doen. Twee jaar geleden was ze ook al thuis met dezelfde klachten. Toen is ze na een half jaar opnieuw aan de slag gegaan. In hetzelfde bedrijf, maar op een andere afdeling. Het leek goed te gaan, ze zou meer leuke dingen doen en beter voor zichzelf zorgen. Nu is ze opnieuw uitgeteld en zal ze een jaar moeten recupereren. Mijn buurvrouw is niet de enige, ook collega’s en vrienden zie ik sneuvelen. Doodmoe, energiereserves leeg, oorsuizingen, een griep die maanden aansleept, een rugkwaal die niet geneest. Burn-out is een kwaal met vele gezichten. De slachtoffers – althans in mijn omgeving – zijn jonge veertigers met een gezin en een job. Een job die ze met veel overgave doen, te veel waarschijnlijk. Elke opgebrande patiënt is anders, ook elk herstel en elk verhaal is dat. Eén vriendin heeft een kind met autisme, een ander heeft een dementerende moeder, weer een ander is alleenstaande ouder. Een mens zou er voor minder bij neervallen. Zelf heb ik geen zorgenkinderen, geen zorgbehoevende ouders en een partner die de handen uit de mouwen steekt, en daar prijs ik me gelukkig mee. En toch… voor acht uur ’s morgens de deur uit, ’s avonds zelden voor acht uur weer thuis. Dan koken, afruimen, afwassen en tussendoor ook nog wasgoed in de droogtrommel. Ik heb een boeiende job, zonder twijfel, maar het tempo is slopend. Zo ook de weekends, want dan is er sport, en de supermarkt want er moet voorraad zijn voor een nieuwe werkweek. Naar de fietsenmaker want een fiets heeft geen achterlicht meer, twee paar schoenen hebben geen veters meer en op de slaapkamer is een lamp stuk. Er staan twee manden strijkgoed en we willen nog een cadeau voor een verjaardagsfeestje. Gewone, alledaagse dingen. Niemand ziek, geen zorgen. En toch is dit tempo soms overrompelend. Zou het kunnen dat we met zijn alleen aan een te hoog tempo werken en leven? En dat na vele jaren onvermijdelijk de veer breekt? Mijn buurvrouw heeft me aan het denken gezet. En ik heb mezelf verwend met drie maanden loopbaanonderbreking. Drie maanden lang een zee van tijd voor rust en al die dingen die ik al zo lang zo graag wou doen. Even afremmen, en liefst op tijd. Ik kan het iedereen zo warm aanbevelen… 43


GEHOLPEN

Zeven weken weeën Dominiek (26) had al vanaf 32 weken zwangerschap heftige weeën, maar de kleine Mette­Marit hield haar ouders nog wekenlang in spanning. Het verhaal van een bewogen zwangerschap.

Z

e was vaak misselijk en had last van bekkeninstabiliteit, maar verder verliep Dominieks zwangerschap prima. Tot ze na iets meer dan 32 weken al weeën kreeg. ‘Ik ben toen met spoed op de materniteit van het UZA opgenomen. De weeën kwamen om de drie minuten en ondanks de toegediende weeënremmers had ik tegen de volgende ochtend al drie centimeter ontsluiting. Iedereen dacht dat de baby snel zou komen. Het team van de materniteit ving ons gelukkig heel goed op. We kregen de juiste informatie op het juiste moment, zodat we niet overdonderd werden. Eerst kwam een arts van de neonatologie met ons praten, een tijd later de vroedvrouw. Zo wisten we wat we konden verwachten. Ik had ook medicijnen gekregen om de longetjes van ons meisje sneller

Oproep 44

te laten rijpen. Die hadden een paar dagen nodig om te kunnen werken: het was een hele opluchting toen we die eerste mijlpaal haalden. Twee weken ben ik in het UZA gebleven en al die tijd bleef ik om de paar dagen weeën krijgen. Maar verder gebeurde er niets. Toen prof. Jacquemyn te kennen gaf dat ik stilaan terug naar huis mocht, raakte ik in paniek. Want stel je voor dat het thuis alsnog zou mislopen? Op zijn voorstel ben ik toen eerst één nacht thuis gaan slapen. Toen de monitor de dag erna geruststellend was, kreeg ik meer vertrouwen en ben ik definitief naar huis gegaan.

Waar blijft ze nu? Thuis bleven de weeën om de paar dagen opkomen. Dat was zowel mentaal als fysiek erg zwaar. Maar tot ieders verbazing gingen de weken voorbij en wilde onze meid maar niet komen. Toen ik bijna 39 weken zwanger was, stelde onze vroedvrouw vast dat haar hoofdje een beetje scheef in mijn bekken lag. Ze heeft dat weer goed gekregen met behulp van Rebozomassage, een techniek waarbij gebruik wordt gemaakt van traditionele Mexicaanse doeken. Nu zal ze wel komen, zei ze. En inderdaad, een dag later ben ik in het UZA bevallen, met onze eigen vroedvrouw. Mette-Marit woog 3,5 kilo en was helemaal gezond. Al die weken had ik mezelf opgelegd om rustig te blijven, maar na de geboorte kreeg ik de weerslag. Er kwamen opeens veel emoties boven. We zullen wellicht nooit zeker weten waarom ik al zo vroeg weeën kreeg. Maar dat zal ons er niet van weerhouden om aan een tweede kindje te beginnen. Het leven is aan de durvers!’

Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.