HOMO SAPIENS: MENS IN WORDING
Zweef dan, alfom, Hoog boven de aardse pieken En bestrooi dit hunkerend land Met de geur van oneindigheid, Duizendvoudig weerkaatst in de stem Die opklinkt uit onze ziel En spreekt van vrijheid, eeuwigheid en liefde. Leer ons luisteren en inzien Dat het een misdaad is rijk te zijn Zolang mensen sterven van gebrek; Te rivaliseren en te overheersen Zonder oog voor samenwerking; De wereld te richten naar het waanbeeld Van immer groeiende rijkdom en macht. Richt onze ogen op de miljoenen sterren, Elektronen gelijk in hun baan rond de kern, Glijdend in chaos langs schijnbaar perfecte paden GeĂŤffend door de druk van krachten Die streven naar evenwicht
En laten wij hierin ons doel herkennen: Dat elk en alles een weg moet kunnen maken, Die met een minimum aan wrijving Maximale autonomie oplevert En geplaveid kan worden met tegels Van rechtvaardigheid en solidariteit.
80