afdelingshoofd bij het Ministerie van SZW

Door de ogen van

Marco van Dal, afdelingshoofd bij het Ministerie van SZW

Marco van Dal was tot 1 maart 2020 afdelingshoofd Volksverzekeringen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Vanuit die functie had hij jarenlang intensief contact met de SVB.

Hoe ervaar je het contact met de SVB?

‘Formeel gezien is het een relatie als opdrachtgever en opdrachtnemer, al voelt het als heel open en laagdrempelig. De SVB voert de wetten uit waar wij als departement beleid voor maken, denk aan de AOW en kinderbijslag. Zij zien het in de praktijk als eerste wanneer dingen niet werken zoals het bedoeld is. En dan kaarten ze dat aan.’

Tegen wat voor soort zaken loopt de SVB bijvoorbeeld aan?

‘Een goed voorbeeld uit het afgelopen jaar is de kinderbijslag voor 16- en 17-jarigen. Ouders ontvangen tot het 18e levensjaar van hun kind kinderbijslag. Maar toen in 2016 het leenstelsel

‘Wij zien dat de SVB nadrukkelijker haar rol pakt en positie inneemt’

werd ingevoerd in het hoger onderwijs is de Algemene Kinderbijslagwet niet aangepast. Daardoor stopte voor zo’n 25.000 ouders van 16- en 17-jarigen de kinderbijslag omdat hun kind studiefinanciering kreeg. Bij een bijverdienste, zoals een stagevergoeding tijdens een beroepsopleiding, liepen we tegen hetzelfde probleem aan. Vaak kwamen scholieren daarmee boven de bijverdiengrens aan en werd de kinderbijslag stopgezet. Ook al was het kind nog geen 18. We hadden hier dus te maken met twee botsende wetten. De SVB merkte dat op en heeft ons de data aangeleverd die nodig was om beide wetten aan te passen.’

‘De SVB is een heel betrokken organisatie die haar voelsprieten goed uitsteekt in de samenleving.’

Hoe kijken jullie naar de SVB vanuit jullie rol als opdrachtgever?

‘Allereerst is natuurlijk van belang dat de wetten op een goede manier worden uitgevoerd. We rekenen de SVB onder meer af op tijdigheid en juistheid. Daarin zijn ze heel degelijk en betrouwbaar. Er worden geen risico’s genomen, de uitvoering staat gewoon goed en de SVB heeft over het algemeen hoge rapportcijfers op klanttevredenheid. Wat er voor mij echt uitspringt, is dat de SVB een heel betrokken organisatie is die haar voelsprieten goed uitsteekt in de samenleving.’

Waar blijkt die betrokkenheid uit?

‘Omdat de SVB contact heeft met zoveel burgers pikken zij een hoop signalen op. Bijvoorbeeld als er problematische schulden zijn, dan is de AOW of kinderbijslag een belangrijke inkomstenbron. De SVB koppelt mensen in zo’n geval aan een gemeente of andere overheidsinstantie. Hiermee zijn we steeds meer één overheid en kunnen we mensen gerichter helpen. Daarin is de SVB actiever dan andere uitvoeringsinstanties en lopen ze echt voorop.’

Had de SVB die rol altijd al?

‘De ‘voelsprieten’ van de SVB hebben zich wel ontwikkeld de laatste jaren. Ze kijken regelmatig verder dan de wet en waar het kan leveren ze maatwerk. Gelijktijdig hebben wij daar als departement ook meer oog voor en bieden hen de ruimte. Bovendien zien we dat de SVB nadrukkelijker haar rol pakt en positie inneemt. Daar is wel bepaalde durf voor nodig. Dit soort succesverhalen zoals bij de 16- en 17-jarigen sterkt hen daarin. Want uiteindelijk heeft het signaal van de SVB geleid tot een amendement in de Tweede Kamer en is de wet aangepast.’

‘We hadden te maken met twee botsende wetten.’