Congo blijft onder buitenlandse druk Raf Custers Uit: Uitpers, nr 90, 9de jg., oktober 2007
Dat president Kabila zijn bezoek aan Brussel inkortte, had één verifieerbare reden: Kabila verbleef vier dagen in Noord-Kivu waar in augustus opnieuw zware gevechten uitbraken tussen het regeringsleger en de rebellerende ex-generaal Laurent Nkunda. Maar Nkunda is niet Kabila’s enige kopzorg, hij ondervindt van meerdere kanten druk. Congolese waarnemers zien daarin de hand van het Westen. De gevechten in Noord-Kivu begonnen rond 20 augustus toen militairen uit de Bravo-brigade deserteerden. Bravo is één van de zogenaamde gemixeerde brigaden onder leiding van Nkunda. De deserteurs reageerden tegen de top van het Congolese leger (de Forces Armées de la République Démocratique du Congo, FARDC). Vlak daarvoor had de stafchef van de Congolese landmacht beslist dat militaire acties tegen de Rwandese rebellen van de Forces Démocratiques de Libération du Rwanda (FDLR), die in Oost-Congo verblijven, voortaan ondernomen zouden worden door andere dan Nkunda's brigaden. Op 28 augustus vielen Nkunda's getrouwen stellingen van het regeringsleger aan. Maar op 4 september zetten de FARDC bij Karuba een gevechtshelikopter in en brachten Nkunda zware verliezen toe. In de dagen die volgden, trad de VNtroepenmacht MONUC op om een staakt-het-vuren te bedingen. Een interventie die de krant l'Avenir deed besluiten dat "MONUC het vel van Nkunda had gered". Laurent Nkunda staat bij de Congolezen bekend als de "slager van Kisangani". In volle oorlog, in mei 2002, slaat hij in die stad een volksrevolte tegen de Rwandese bezettingstroepen en de collaborateurs van de Rassemblement Congolais pour la Démocratie (RCD-G, strekking Goma) neer. Nkunda is zelf officier in de RCD-G-militie. Twee jaar later, wanneer Congo sinds een jaar weer vrede kent, trekt Nkunda aan het hoofd van een kolonne muitende soldaten naar Bukavu, hoofdstad van de provincie Zuid-Kivu, en zaait daar dagenlang terreur. De muiters behoren net als Nkunda tot de Banyamulenge-groep, het zijn Congolese Tutsi, en ze beweren dat ze in Zuid-Kivu andere Banyamulenge moeten ontzetten die het mikpunt van ethnisch geweld zouden zijn. Maar in ZuidKivu distantiëren ook talrijke Banyamulenge zich van de opstandige generaal. In september 2005 kondigt de Congolese krijgsauditeur een internationaal aanhoudingsmandaat tegen Nkunda af. In de jongste VN-lijst (van 11 september 2007) van geseinde Congolezen wordt Nkunda ten laste gelegd dat hij in weerwil van het wapenembargo in Congo wapens heeft binnengebracht. Maar al die tijd wordt Nkunda niet verontrust. Tot vandaag heet het dat hij zich zodanig