ITAA-Zine | Nummer 4 - Mei 2022

Page 1

-ZIN E Nummer 4 | Mei 2022

Maandelijkse uitgave – Afgiftekantoor Gent X – P409030

In overeenstemming brengen van ­statuten met WVV vormt opportuniteit om overstap te maken naar eStox

iStockphoto.com/Morsa Images.

Sinds 1 januari 2020 zijn bestaande rechtspersonen verplicht om bij de eerstvolgende statutenwijziging hun statuten in overeenstemming te brengen met het WVV, behalve indien deze statutenwijziging voortvloeit uit de toepassing van het toegestane kapitaal, de uitoefening van inschrijvingsrechten of de conversie van converteerbare obligaties. Voor 1 januari 2024 moeten de statuten van de bestaande rechtspersonen in overeenstemming zijn gebracht met het nieuwe WVV.


Colofon In overeenstemming brengen van statuten met WVV vormt opportuniteit om overstap te maken naar eStox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen (deel 2) Impact van nieuwe regels voor winstvaststelling en volgorde van bewerkingen in de Ven.B.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 BeExcellent: heel gebruiksvriendelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

ITAA-zine Maandelijks tijdschrift van het ITAA (verschijnt niet in januari en juli) nr. 4/2022 ADMINISTRATIE EN REDACTIE ITAA, Emile Jacqmainlaan 135/2, B-1000 Brussel Tel.: +32 2 240 00 00 E-mail: info@itaa.be COÖRDINATIE Stéphane De Bremaeker (NL) – stephane.debremaeker@itaa.be Gaëtan Hanot (FR) – gaetan.hanot@itaa.be REDACTIECOMITÉ Stéphane De Bremaeker, Gaëtan Hanot, Johan De Coster, Chantal Demoor, Nathalie Lambot, Carine Govaert, François Lezaack, Bart Van Coile (voorzitter), Frédéric Delrue (ondervoorzitter), Eric Steghers AFBEELDINGEN iStockphoto VERTALINGEN IGTV, House of Words VERANTWOORDELIJKE UITGEVER B. Van Coile, Emile Jacqmainlaan 135/2, B-1000 Brussel

BeExcellent helpt u om alle kennis binnen uw organisatie te structureren én eenvoudig te delen met alle medewerkers. Op één plek. Zonder gedoe. Geef al uw medewerkers toegang

tot BeExcellent en profiteer van alle voordelen. Heeft u hulp nodig bij het aanmaken van gebruikers? Lees hieronder hoe u dit gemakkelijk zelf doet in slechts drie eenvoudige stappen of bekijk de instructievideo via https://www. youtube.com/watch?v=3uZqIDpnWG4.

7 5 Mist u iets in BeExcellent dat uw werk nog eenvoudiger zou maken? Laat het ons weten via servicedesk@itaa. be. Wellicht kunnen we uw wensen het komende kwartaal meenemen in onze ontwikkelingen. Yvonne Kalkhoven Klantadviseur

In 3 eenvoudige stappen al uw medewerkers toevoegen Kennis delen is nog nooit zo makkelijk geweest. Voeg nu al uw collega’s toe in BeExcellent zodat zij ook kunnen profiteren van de voordelen.

18

Kies de juiste button

Vul de gegevens van de nieuwe gebruiker in

Log in als beheerder → Ga naar het beheer en kies voor → Instellingen → Gebruikers

Klik rechtsboven op de button

Alleen een e-mailadres volstaat al. BeExcellent maakt zelf een sterk wachtwoord aan voor de gebruiker als u deze velden leeg laat. De nieuwe gebruiker krijgt vervolgens een e-mail met de inloggegevens waarmee direct ingelogd kan worden in BeExcellent.

Wil u veel medewerkers tegelijk toevoegen of het gebruikers-

BeExcellent

Ga naar de juiste pagina

Er opent een nieuw scherm.

iStockphoto.com/maroke.

Haal het maximale uit BeExcellent

iStockphoto.com/nd3000.

3

MEDEDELING VOOR DE LEZERS De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en de mening van de auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Het Instituut van de Belastingadviseurs en Accountants (IBA) is opgericht bij wet van 17 maart 2019. Het IBA gaat door het leven als ITAA, en is het resultaat van een fusie tussen het IAB en het BIBF. Het ITAA wordt bestuurd door een Raad en een Uitvoerend comité. Voor meer informatie: www.itaa.be. UITGEVER Wolters Kluwer België Motstraat 30, B-2800 Mechelen


3

In overeenstemming brengen van statuten met WVV vormt opportuniteit om overstap te maken naar eStox De ‘wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) en houdende diverse bepalingen’ is in werking getreden op 1 mei 2019.1 De bepalingen van het WVV zijn integraal van toepassing op de vanaf 1 mei 2019 nieuw opgerichte rechtspersonen. Voor bestaande rechtspersonen is het WVV van toepassing sinds 1 januari 2020. Vanaf die datum worden de statutaire bepalingen die strijdig zijn met de dwingende bepalingen van het WVV voor niet-geschreven gehouden. De aanvullende bepalingen van het WVV worden slechts toegepast in zoverre ze niet door statutaire bepalingen worden uitgesloten.2 Bestaande rechtspersonen konden door een statutenwijziging, waarbij de statuten in overeenstemming gebracht werden met het WVV, de bepalingen van het WVV vrijwillig van toepassing maken vanaf 1 mei 2019.

Omzetting naar nieuwe vennootschapsvormen voor 1 januari 2024 Sinds 1 januari 2020 zijn bestaande rechtspersonen verplicht om bij de eerstvolgende statutenwijziging hun statuten in overeenstemming te brengen met het WVV, behalve indien deze statutenwijziging voortvloeit uit de toepassing van het toegestane kapitaal, de uitoefening van inschrijvingsrechten of de conversie van converteerbare obligaties. Voor 1 januari 2024 moeten de statuten van de bestaande rechtspersonen in overeenstemming zijn gebracht met het nieuwe WVV. 3 Bij het in overeenstemming brengen van de statuten van de bestaande rechtspersonen, dient rekening

1 2 3 4

gehouden te worden met het feit dat er inzake de vennootschappen slechts vier basisvormen overblijven: • de besloten vennootschap (BV); • de naamloze vennootschap (NV); • de coöperatieve vennootschap (CV); • de maatschap (variante zonder rechtspersoonlijkheid) en de vennootschap onder firma (VOF) of commanditaire vennootschap (CommV) (varianten met rechtspersoonlijkheid). Naast deze vennootschapsvormen blijven ook de (I)VZW en de stichting als rechtsvorm bestaan. De bestaande vennootschappen die een andere rechtsvorm hebben en die niet tot tijdige statutenwijziging zijn overgegaan, zullen op 1 januari 2024 van rechtswege als volgt omgezet worden:4

• de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm. VA) → NV • de landbouwvennootschap zonder stille vennoten (LV) → VOF • de landbouwvennootschap met stille vennoten (LV) → CommV • het economisch samenwerkingsverband (ESV) → VOF • de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) → VOF • de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) die niet voldoet aan de criteria uit artikel 6:1 WVV → BV • de tijdelijke handelsvennootschap (TV) en de stille handelsvennootschap (SV) → maatschap • de beroepsverenigingen en federaties van beroepsverenigingen → VZW

Art. 38 Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen. Art. 39, § 2 Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen. Art. 39, § 1, derde lid Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen. Art. 41, § 2 Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


4 Rechtspersonen met voornoemde rechtsvormen kunnen zich voor 1 januari 2024 vrijwillig omzetten in de voor hen aangeduide rechtsvorm. Deze omzetting vereist een statutenwijziging, maar de procedure van omzetting van vennootschappen, zoals bepaald in boek 14, titel 1, hoofdstuk 2 van het WVV, vindt geen toepassing. 5 Bestaande vennootschappen met sociaal oogmerk die geen coöperatieve vennootschap zijn en die als een sociale onderneming erkend willen blijven, dienen zich uiterlijk op 1 januari 2024 om te zetten in een coöperatieve vennootschap.6

Ideaal moment om over te stappen op eStox? Het in overeenstemming brengen van de statuten en de eventuele omzetting van rechtsvorm is tevens het ideale moment voor de rechtspersoon om over te stappen van een papieren effectenregister naar het elektronisch effectenregister eStox, dat het Instituut samen met de FedNot heeft ontwikkeld. Onder de hiervoor vermelde dwingende bepalingen van het WVV die sinds 1 januari 2020 van toepassing zijn, valt immers ook de algemene regeling van de bestuurdersaansprakelijkheid.7 Net zoals onder het regime van het oude Wetboek van vennootschappen (W.Venn.) is ook in

5 6 7

8 9 10 11 12 13 14 15 16

het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) het bestuur van de vennootschap verantwoordelijk voor het correct bijhouden van het effectenregister. 8

correct werd bijgehouden, dan zijn de bestuurders hiervoor aansprakelijk.13 Het is dus van het allerhoogste belang dat het effectenregister correct wordt bijgehouden.

Het register van de aandelen op naam moet de statutaire overdrachtsbeperkingen en – wanneer een van de partijen daarom verzoekt – de overdrachtsbeperkingen die voortvloeien uit overeenkomsten of uit de uitgiftevoorwaarden, vermelden.9 In geval van tegenstrijdigheid tussen de statuten en het aandelenregister gelden de statuten.10 De verplichting tot inschrijving van de overdrachtsbeperkingen geldt eveneens voor het register van de obligaties op naam.11

Het WVV heeft de mogelijkheden voor het bestuur om het effectenregister op elektronische wijze bij te houden sterk uitgebreid.14 Vanaf de opmaak van het register van de effecten op naam in elektronische vorm geldt enkel de inschrijving in dat register, tot het bewijs van het tegendeel, als vermoeden houder te zijn van de effecten waarvoor de betrokkene is ingeschreven. Dat vermoeden geldt niet voor een eventueel papieren register dat nog zou blijven voortbestaan, dat geen officieel karakter meer heeft en bijgevolg geen andere bewijswaarde heeft dan wat het kan genieten op basis van de bewijsregels van het gemeen recht.15

Een overdracht van effecten in strijd met de overdrachtsbeperkingen die in regelmatig openbaar gemaakte statuten of uitgiftevoorwaarden zijn opgenomen, kan aan de vennootschap of derden niet worden tegengeworpen, en dit in de mate bepaald in de uitgiftevoorwaarden of statuten en ongeacht de goede of kwade trouw van de overnemer.12

Bestuurders en zaakvoerders aansprakelijk bij fouten in effectenregister Wanneer er schade zou ontstaan doordat het effectenregister niet

Wanneer een bestaande vennootschap een elektronisch effecten­register opmaakt, wordt de bestaande toestand op datum van de omzetting van het register overgenomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Het papieren register, dat de historiek bevat van de verrichtingen met betrekking tot de effecten, wordt bewaard op de statutaire zetel van de vennootschap met het oog op de bewijswaarde van de inschrijvingen die dateren van voor de opmaak van het elektronisch register.16

Art. 41, § 4 Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen. Art. 42, § 1, tweede lid Wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen. Wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3119/1, 350-351; Verslag van de eerste lezing namens de Commissie voor handels- en economisch recht over het wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer 2018-19, nr. 3119/11, 179-180. Art. 5:61 WVV (BV); art. 6:50 WVV (CV); en art. 7:74 WVV (NV). Art. 5:25, 5° WVV (BV); art. 6:25, 5° WVV (CV); en art. 7:29, 5° WVV (NV). Art. 5:25, laatste lid WVV (BV); art. 6:25, laatste lid WVV (CV); en art. 7:29, laatste lid WVV (NV). Art. 5:27, 3° WVV (BV); art. 6:26, 3° WVV (CV); en art. 7:32, 3° WVV (NV). Art. 5:68, tweede lid WVV (BV); art. 6:57, tweede lid WVV (CV); en art. 7:78, § 2, en art. 7:81, tweede lid WVV (NV). Art. 2:56 – 2:58 WVV. Art. 7:12 – 7:15 KB van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Art. 7:12, § 1, KB van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Art. 7:12, § 2, KB van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


5

eStox: fouten voorkomen en koppeling met UBO-register Als adviseur van uw cliënten dient u hen te wijzen op de gevolgen van de dwingende bepalingen van het WVV voor hun potentiële bestuurdersaansprakelijkheid, in het bijzonder wanneer zij hun verplichtingen inzake het bijhouden van het effectenregister niet zouden nakomen. Door u een volmacht te geven om via eStox hun papieren effectenregister te vervangen door een permanent bijgewerkt elektronisch effectenregister, lopen uw cliënten minder risico’s inzake bestuurdersaansprakelijkheid. Daarenboven is eStox gekoppeld aan het UBO-register. Wanneer de automatische verwerking aanstaat, worden alle wijzigingen van aandeelhouders met een UBO-verplichting direct geregistreerd in het UBOregister. Bovendien kan u de jaarlijkse herbevestiging ook via eStox regelen en geldt een UBO-inschrijving via de applicatie als bewijsstuk op zich.

Onmisbaar instrument Voor ondernemingen is het effectenregister dus een onmisbaar instrument, zeker wanneer bestuurders of aandeelhouders worden bijeengeroepen. Dat gebeurt in de eerste plaats voor algemene vergaderingen, maar ook wanneer statuten worden gewijzigd of kapitaalverhogingen moeten worden doorgevoerd. Met eStox kunnen aandelen gemakkelijk worden gespecificeerd naar meervoudig stemrecht, zonder stemrecht of met een al dan niet preferent dividend.

Tom Kloeck ITAA, Cluster Kenniscentrum

iStockphoto.com/nd3000.

Laat de kans dus niet liggen om bij het aanpassen van de statuten twee vliegen in één klap te slaan door tegelijkertijd de overstap van een papieren effectenregister naar eStox te maken!

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


Een nieuw tijdperk van lonen inboeken is aangebroken. SD Worx Finbox stuurt automatisch en in realtime de loondocumenten van je klanten door naar jouw favoriete boekhoudsoftware. Gebruik deze unieke tool voor al je klantendossiers en bespaar tot wel 30 minuten per klant. SD Worx Finbox is gratis beschikbaar voor SD Worx-partners en -klanten, en werkt 100 % foutloos.

Vraag je gratis persoonlijke demo aan op www.sdworx.be/finbox.

finbox


7

Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen (deel 2) Impact van nieuwe regels voor winstvaststelling en volgorde van bewerkingen in de Ven.B. Sinds aanslagjaar 2021 zijn de beroepsverliezen die een Belgische vennootschap leidt binnen een buitenlandse vaste inrichting of met betrekking tot in het buitenland gelegen activa (bijvoorbeeld een onroerend goed) niet meer aftrekbaar, tenzij het gaat om definitieve beroepsverliezen die geleden werden in een EER-lidstaat die een dubbelbelastingverdrag heeft met België, of om verliezen uit een land waarmee België geen dubbelbelastingverdrag heeft 1 . Voor verliezen die geleden werden vóór aanslagjaar 2021 geldt een specifieke overgangsregeling. Daarnaast werden in 2021 ook de regels op de vaststelling van het belastbaar inkomen in de vennootschapsbelasting (de zogenaamde volgorde van de bewerkingen) en op de aanrekening van de buitenlandse beroepsverliezen aangepast door de wet van 27 juni 2021, wat zeker relevant is voor Belgische vennootschappen met buitenlandse inrichtingen.2 Maar blijkbaar was de wetgever niet tevreden over het resultaat, want bij de wet van 21 januari 2022 werden de bepalingen nog eens herschreven, dit keer met ingang van aanslagjaar 2022.3 Door de complexiteit van de nieuwe wetgeving op de aftrek van de buitenlandse beroepsverliezen en de opeenvolgende wetswijzigingen is het een uitdaging om door het bos de bomen nog te zien. In deze bijdrage doen we alvast een poging om de nieuwe regels toe te lichten.

1. Eerste poging: wet van 27 juni 2021 Om de belastbare basis in de vennootschapsbelasting te bepalen, moet een bepaald stappenplan gevolgd worden: de zogenaamde volgorde van de bewerkingen.

1 2 3 4

Het startpunt (de eerste bewerking) is de bestemming van het boekhoudkundig resultaat na belastingen – namelijk de toename van de belastbare reserves (bijvoorbeeld overgedragen winst) en de uitgekeerde dividenden, te verhogen met de verworpen uitgaven.4 Zoals al uitgebreid toegelicht werd in ons vorige artikel, kan het in de praktijk voorkomen dat een Belgische

vennootschap een of meer buitenlandse vaste inrichtingen heeft. Dan bestaat het boekhoudkundig resultaat van de vennootschap (de globale winst of het verlies) uit meerdere winst- en/of verliescomponenten én kunnen er in meerdere landen buitenlandse verliezen zijn. In dat geval moet het globale resultaat (in één van de bewerkingen) verdeeld worden volgens zijn oorsprong en moeten de

Art. 185, §3 WIB 1992. Wet van 27 juni 2021 houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, BS 30 juni 2021. Zie K. HELLINCKX en J. GOUBERT, ‘Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen (deel 1)’, ITAA-zine 2022, nr. 3, 6. Wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen, BS 28 januari 2022. Zie: art. 206/1-206/5 WIB 1992 (nieuw), art. 207 WIB 1992 (gewijzigd) en art. 207/1-207/2 WIB 1992 (nieuw). Voormalig art. 74 KB/WIB 1992.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


8 beroepsverliezen en de gewijzigde bepalingen voor de vaststelling van het belastbaar inkomen werden door de fiscale administratie (min of meer) verduidelijkt in Circulaire 2021/C/97 van 3 november 2021.10 We verwijzen naar onze eerdere bijdrage voor een uitgebreide analyse daarvan.11

2. Tweede poging: wet van 21 januari 2022 iStockphoto.com/Shuttermon.

winsten en verliezen (als die er zijn) in een welbepaalde volgorde met elkaar worden verrekend, rekening houdende met de nieuwe verliesverrekeningsregels.5 Dat kan vrij complex worden. Tot voor kort vonden we de relevante wettelijke bepalingen voor de vaststelling van het belastbaar inkomen en de volgorde van de bewerkingen, inclusief de verdeling van het resultaat volgens oorsprong, verspreid over het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.6

Overeenkomstig het grondwettelijk legaliteitsbeginsel7 moeten de essentiële elementen voor de heffing van een belasting echter geregeld worden door een wet, wat niet hetzelfde is als een uitvoeringsbesluit. Daarom, en in navolging van een advies van de Raad van State 8 , heeft de wetgever in 2021 met de wet van 27 juni 2021 een eerste poging ondernomen om de bepalingen over de vaststelling van het belastbaar inkomen in de vennootschapsbelasting, inclusief de verdeling van het resultaat volgens oorsprong en de aftrek van de (vorige) verliezen 9 , te integreren in het WIB 1992 zelf. Het nieuwe regime voor de fiscale behandeling van buitenlandse

5 6 7 8 9 10 11 12

Zoals al aangegeven, werden de hiervoor vermelde bepalingen nog eens herschreven door de wet van 21 januari 2022, omdat de wetgever blijkbaar niet tevreden was over het resultaat van de vorige aanpassing. De nieuwe bepalingen zijn nu opgenomen in de artikelen 206/1 tot 206/5, het bestaande artikel 207 dat gewijzigd werd en de nieuwe artikelen 207/1 en 207/2 van het WIB 1992. Ze zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2022; dus voor de boekjaren die starten vanaf 1 januari 2021.12 Om de implicaties van de gewijzigde wetsbepalingen, zoals die geïntegreerd werden in het WIB 1992, te kunnen doorgronden, geven we eerst een algemeen overzicht van de volgorde van de verschillende ‘bewerkingen’ voor de vaststelling van het belastbaar inkomen. Vervolgens gaan we dieper in op de opdeling van de winst volgens oorsprong en op de wijze waarop de (buitenlandse) beroepsverliezen worden aangerekend. We wijzen tot slot ook op enkele (subtiele) wijzigingen die mee werden ingevoerd.13

Zie K. HELLINCKX en J. GOUBERT, ‘Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen’, ITAA-zine 2022, nr. 3, 6. Zie in het bijzonder de voormalige artikelen 74 tot en met 78 van het KB/WIB 1992. Art. 170, §1 en 172 van de Grondwet. RvS 23 oktober 2019, nr. 66.599/3. In dat advies roept de Raad op om het legaliteitsbeginsel beter te eerbiedigen. Art. 74-79 KB/WIB 1992. Circ. 2021/C/97 over de fiscale behandeling van de buitenlandse beroepsverliezen, 3 november 2021. K. HELLINCKX en J. GOUBERT, ‘Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen’, ITAA-zine 2022, nr. 3, 6. Deze artikelen zijn terug te vinden in het WIB 1992 in de (nieuwe) ‘Onderafdeling 5.- Gemene bepalingen en volgorde van toepassing van de wettelijke bepalingen voor de vaststelling van het belastbaar inkomen’. 13 Daarbij gaan we niet in op eventuele onverenigbaarheden met het Europees recht of met de arresten van het Europees Hof van Justitie. Dat valt buiten het bestek van deze bijdrage.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


9 2.1. Volgorde van de bewerkingen in de vennootschapsbelasting vanaf aanslagjaar 2022: overzicht Nr.

Bewerking

Omschrijving

Wetgeving

1.

Resultaat van het belastbaar tijdperk: bepaling van het fiscaal resultaat

Het resultaat van het belastbaar tijdperk wordt onderverdeeld in 3 categorieën volgens zijn bestemming: • reserves; • verworpen uitgaven en overige bestanddelen van het resultaat; en • dividenden.

Art. 206/1 WIB 1992

Dit resultaat bevat niet de vrijgestelde gereserveerde winsten (zie ‘reserves’). De 3 categorieën worden expliciet gedefinieerd: • De ‘reserves’ zijn gelijk aan het gereserveerde resultaat, verminderd met een hele reeks elementen vermeld in artikel 206/1 (het betreft een niet-exhaustieve lijst), zoals vrijgestelde meerwaarden op aandelen die in de aangifte typisch worden verwerkt via een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves (art. 192 WIB 1992). • De ‘verworpen uitgaven en de overige bestanddelen van het resultaat’ bevatten onder andere de niet als beroepskosten aftrekbare bedragen en (vrijgestelde) giften, zoals bedoeld in artikel 14533, §1, eerste lid van het WIB 1992. • De ‘dividenden’ zijn de dividenden die bedoeld worden in artikel 18 van het WIB 1992. 2.

Zeescheepvaart (tonnagestelsel)

Vermindering van het resultaat na bewerking 1 met het werkelijke resultaat van de activiteiten van de zeescheepvaart of van het beheer van zeeschepen voor rekening van derden, waarvoor de winst forfaitair wordt vastgesteld overeenkomstig de artikelen 115 tot 120 of 124 van de programmawet van 2 augustus 2002.

Art. 206/2 WIB 1992

iStockphoto.com/andrei_r.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


10 Nr.

Bewerking

Omschrijving

Wetgeving

3.

Aftrek van bestanddelen van het resultaat waarop de aftrekbeperking (aftrekverbod) van toepassing is en aftrek van de niet-belastbare bestanddelen

a) De wet voorziet in een aantal ‘bestanddelen’ waarop de fiscale Art. 206/3 WIB 199216 (extracomptabele) aftrekken bedoeld in de artikelen 199 tot 206, 536 en 543 én het verlies van het belastbaar tijdperk niet kunnen worden toegepast. Dat zijn immers elementen die een minimale belastbare basis vormen. Daarom worden die bestanddelen in deze derde bewerking afgetrokken van het resultaat, maar worden ze in een latere bewerking terug bijgeteld – dit in toepassing van artikel 206/3, §1, eerste lid van het WIB 1992. Het betreft bijvoorbeeld het resultaat dat voortkomt uit verkregen abnormale of goedgunstige voordelen (art. 79 WIB 1992), de grondslag van de in artikel 219 van het WIB 1992 bedoelde afzonderlijke aanslag voor geheime commissielonen, het gedeelte van het bedrag van de in artikel 185, §4, eerste lid van het WIB 1992 bedoelde groepsbijdrage dat het negatieve resultaat vastgesteld vóór de opname van de groepsbijdrage in de belastbare grondslag van het belastbaar tijdperk overschrijdt, enz.14 Daarnaast gaat het ook over het gedeelte van het resultaat dat voortkomt uit een correctie naar aanleiding van een bericht van wijziging, fiscale controle of aanslag van ambtswege waarvoor effectief een belastingverhoging van ten minste 10% werd toegepast (art. 206/3, §1, tweede lid WIB 1992). b) Na de toepassing van het voorgaande wordt het totale resultaat vermeerderd met het bedrag van de verliezen die krachtens artikel 185, §3, eerste of tweede lid van het WIB 1992 buiten beschouwing moeten worden gelaten – dit in toepassing van artikel 206/3, §2 van het WIB 1992. Het betreft de buitenlandse beroepsverliezen die niet kwalificeren als aftrekbare ‘definitieve beroepsverliezen’, hetzij een pro rata van het verlies geleden in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft dat slechts in een gedeeltelijke vrijstelling van ondernemingswinst voorziet.15

14 In het aftrekverbod werd de verwijzing naar artikel 219 van het WIB 1992 herschreven ter verduidelijking dat de gehele grondslag van de in artikel 219 van het WIB 1992 bedoelde afzonderlijke aanslag in het aftrekverbod moet worden opgenomen. Voortaan worden dus niet alleen de in dat artikel bedoelde kosten of voordelen van alle aard in het aftrekverbod opgenomen, maar ook (a) de in dat artikel bedoelde verdoken meerwinsten en (b) de in artikel 17, §1, 3° van het WIB 1992 bedoelde inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen in de mate dat deze inkomsten auteursrechten en naburige rechten zijn en de in artikel 17, §1, 5° van het WIB 1992 bedoelde inkomsten verkregen uit de cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten. Sinds 1 januari 2022 zijn vennootschappen die dergelijke ‘auteursrechten’ uitbetalen immers verplicht (voor de fiscale aftrekbaarheid) om die inkomsten te verantwoorden met een individuele fiche 241.45. Zie gewijzigd artikel 57, eerste lid van het WIB 1992. Zie ook Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2351/001, 15. 15 Het betreft bijvoorbeeld landen waarmee België een zogenaamd ‘gemengd’ dubbelbelastingverdrag heeft. 16 Met dit artikel worden alle aftrekbeperkingen in één artikel geïntegreerd.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


11 Nr.

Bewerking

Omschrijving

Wetgeving

4.

Verdeling van het resultaat volgens oorsprong

Het resultaat zoals bepaald in de stappen 1, 2 en 3 – dat wil zeggen het Art. 206/4 WIB 1992 totale bedrag van het resultaat vastgesteld overeenkomstig de artikelen 206/1 tot 206/3 van het WIB 1992 – moet volgens artikel 206/4, eerste lid van het WIB 1992 onderverdeeld worden in: • resultaat dat in België werd behaald – indien positief: hierna ‘Belgische winst’ genoemd; • resultaat dat in het buitenland werd behaald en dat niet vrijgesteld is krachtens internationale verdragen – indien positief: hierna de ‘niet bij verdrag vrijgestelde winst’ genoemd17; en • resultaat uit landen waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft op basis waarvan het in het buitenland behaalde resultaat is vrijgesteld – indien positief: hierna de ‘bij verdrag vrijgestelde winst’ genoemd. Maar alvorens die onderverdeling wordt gedaan, moeten de verliezen van het belastbaar tijdperk die in een bepaald land werden geleden, achtereenvolgens worden aangerekend op het totale bedrag van de winst uit die andere landen en dit in de volgende volgorde (art. 206/4, tweede lid WIB 1992): • verliezen geleden in een land met bij verdrag vrijgestelde winsten: eerst aan te rekenen op de bij verdrag vrijgestelde winsten, dan op de niet bij verdrag vrijgestelde winst en tenslotte op de Belgische winst; • verliezen geleden in een land met niet bij verdrag vrijgestelde winsten: eerst op de niet bij verdrag vrijgestelde winst, dan op de Belgische winst; en • verliezen geleden in België: eerst op de Belgische winst, daarna op de niet bij verdrag vrijgestelde winst. Zie echter ook hierna voor een bijkomende toelichting over het nieuw ingevoerde optiestelsel met betrekking tot de ‘niet bij verdrag vrijgestelde winst’.

5.

Aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winsten en niet-belastbare bestanddelen

In zover zij er nog in voorkomen na de aanrekening uit stap 4, wordt het saldo van de winst, zoals vastgesteld en onderverdeeld volgens oorsprong in de stappen 1, 2, 3 en 4, verminderd met: • de bij verdrag vrijgestelde winst; • het vrijgestelde gedeelte van de giften, zoals bedoeld in artikel 14533, §1, eerste lid van het WIB 1992 (zie hiervoor); en • de andere niet-belastbare bestanddelen, zoals omschreven in artikel 206/5, b) van het WIB 1992 (bijvoorbeeld de vrijstelling sociaal passief).

Art. 206/5 WIB 1992

Daarbij worden de vrijgestelde giften bij voorrang afgetrokken van de Belgische winst van het belastbaar tijdperk, en het eventuele overschot van de niet bij verdrag vrijgestelde winst van het belastbaar tijdperk.18

17 Dus als op basis van een verdrag de winst van een buitenlandse vaste inrichting in België niet is vrijgesteld, moet die winst worden opgenomen in de categorie ‘niet bij verdrag vrijgestelde winst’. Als deze categorie winst zou omvatten waarvoor de belasting bij toepassing van een verdrag wordt verminderd, geldt tevens een specifieke aanrekeningsregel (zie verder). Merk ook op dat tot voor de invoering van het gewijzigde artikel 206/4 van het WIB 1922 via de wet van 21 januari 2022, er werd verwezen naar het ‘resultaat dat in het buitenland werd behaald dat niet vrijgesteld was krachtens overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting’. Het woord dubbelbelastingverdrag werd nu vervangen door de woorden ‘internationale verdragen’, om tegemoet te komen aan het groeiende belang van multilateraal gesloten verdragen en instrumenten en de impact die deze hebben op de heffingsbevoegdheid die in oorsprong exclusief werd vastgelegd in bilateraal gesloten dubbelbelastingverdragen. Naar verwachting zullen internationale fiscale regels immers vaker worden vastgelegd door middel van multilateraal gesloten verdragen. 18 Zo kan de vennootschap maximaal genieten van de vrijstelling voor kwalificerende giften, want als de giften bijvoorbeeld prioritair zouden moeten aangerekend worden op de bij verdrag vrijgestelde winst, zou dat fiscaal geen besparing opleveren (want dan wordt de vermindering aangerekend op vrijgesteld inkomen).

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


12 Nr.

Bewerking

Omschrijving

Wetgeving

6.

Aftrek van de fiscale aftrekken bedoeld in de artikelen 201 tot 206, 536 en 543 van het WIB 1992.

De winst die overblijft na stap 5 (art. 206/5 WIB 1992) wordt verminderd met een aantal fiscale aftrekken, in een welbepaalde volgorde, met inachtneming van de oorsprong van de winst (bij voorrang van de winst die daarin is begrepen):

Art. 207 WIB 1992

In eerste orde, zijnde de aftrekken die niet worden beperkt door de korfregeling van artikel 207, vijfde lid van het WIB 1992: • de DBI-aftrek van het belastbaar tijdperk, namelijk de aftrekken bedoeld in de artikelen 202 tot 205 van het WIB 1992, met uitsluiting van de DBI-aftrek die betrekking heeft op de in artikel 205, §3 van het WIB 1992 bedoelde inkomsten van een voorgaand belastbaar tijdperk die in dat tijdperk niet van de winst konden worden afgetrokken (overgedragen DBI); • de aftrek voor octrooi-inkomsten van het belastbaar tijdperk (art. 543 WIB 1992);19 • de aftrek voor innovatie-inkomsten van het belastbaar tijdperk, namelijk de aftrekken bedoeld in de artikelen 205/1 tot 205/4, met uitsluiting van de innovatieaftrek die betrekking heeft op de in artikel 205/1, §1, tweede lid van het WIB 1992 bedoelde inkomsten van een voorgaand belastbaar tijdperk die in dat tijdperk niet van de winst konden worden afgetrokken (overgedragen innovatieaftrek); • de investeringsaftrek van het belastbaar tijdperk en de overgedragen investeringsaftrek van vorige belastbare tijdperken die enkel wordt afgetrokken van de Belgische winst die overblijft na toepassing van voorgaande aftrekken; en • de aftrek van de groepsbijdrage (art. 205/5 WIB 1992). In tweede orde, de aftrekken die worden beperkt door de korfregeling: • de notionele interestaftrek van het belastbaar tijdperk (art. 205bis tot 205octies WIB 1992); • de overgedragen DBI-aftrek (art. 205, §3 WIB 1992); • de overgedragen aftrek voor innovatie-inkomsten (art. 205/1, §1, derde lid WIB 1992); • de vorige beroepsverliezen (art. 206 WIB 1992). De aftrek van de vorige beroepsverliezen moet daarbij worden uitgevoerd in overeenstemming met artikel 206/4 van het WIB 1992;20 en • de overgedragen notionele-interestaftrek bedoeld in artikel 536, derde lid van het WIB 1992 en vervolgens die bedoeld in het eerste en het tweede lid van hetzelfde artikel 536. 21

7.

Zeescheepvaart (tonnagestelsel)

Daarna wordt het resultaat dat overblijft na toepassing van artikel 207 van het WIB 1992 (stap 6) terug verhoogd met de forfaitair vastgestelde winst uit de zeescheepvaart en het beheer van zeeschepen voor rekening van derden (zie ook stap 2).

Art. 207/1 WIB 1992

19 Het regime van de aftrek voor octrooi-inkomsten eindigde op 30 juni 2021 (zie art. 543 WIB 1992). Voor inkomsten gerealiseerd vanaf 1 juli 2021 is het bijgevolg niet meer mogelijk om nog een octrooiaftrek toe te passen 20 Dit is de zogenaamde ‘verticale verliescompensatie’, dat wil zeggen compensatie van de verliezen geleden tijdens vorige belastbare tijdperken. Voor de compensatie van de verliezen geleden tijdens het belastbaar tijdperk – soms ook de ‘horizontale verliescompensatie’ genoemd – verwijzen we naar ‘bewerking 4’. 21 Merk op: we maken abstractie van een eventuele ‘controlewijziging’, zoals bedoeld in artikel 207, achtste lid van het WIB 1992, en van de specifieke regel van artikel 207, negende lid van het WIB 1992, die de toepassing van bepaalde fiscale aftrekken beperkt voor verzekeringsondernemingen die erkend zijn overeenkomstig de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen – die beperking wordt ook de ‘bankentaks’ genoemd, ook als is die benaming in de loop der tijd misleidend geworden, aangezien de beperking niet meer van toepassing is op de banken.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


13 Nr.

Bewerking

Omschrijving

8.

Toevoeging van de bestanddelen die de minimale belastbare basis vormen

Tot slot moet het resultaat bedoeld in artikel 206/3, §1, eerste en Art. 207/2 WIB 1992 tweede lid van het WIB 1992 – dat in een eerdere stap uit het belastbaar resultaat werd gehaald – opnieuw toegevoegd worden aan het belastbaar resultaat. Anders gezegd, de elementen die een minimale belastbare basis vormen (uit stap 3) moeten in deze stap terug worden toegevoegd. 22

Merk op: naast het resultaat dat bekomen wordt na de voormelde stappen, moet nog rekening worden gehouden met de afzonderlijke aanslagen, bijvoorbeeld voor niet-verantwoorde kosten of voordelen van alle aard, zoals de aanslag op geheime commissielonen bedoeld in artikel 219 van het WIB 1992 en 17% of 40% van het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens, de liquidatiereserve (art. 219quater WIB 1992), enz. Buiten één specifiek geval (zie stap 3 uit bovenstaande overzichtstabel met betrekking tot artikel 219 van het WIB 1992), hebben de nieuwe of gewijzigde wettelijke bepalingen volgens de toelichting bij het ontwerp van wet van 21 januari 2022 geen impact op de grondslag of berekening van de vennootschapsbelasting. 23 Toch is het belangrijk om de nieuwe wetgeving inzake de verdeling van het resultaat volgens oorsprong en de aanrekening van (buitenlandse) beroepsverliezen nader te bekijken, want de wet voegde nieuwe modaliteiten toe.

Wetgeving

2.2 Verdeling van het resultaat volgens oorsprong en aanrekening van (buitenlandse) beroepsverliezen Zoals gezegd, wordt het resultaat dat wordt bekomen na stap 3 – dat wil zeggen het resultaat na toepassing van de artikelen 206/1 tot 206/3 van het WIB 1992 – onderverdeeld volgens oorsprong in: • het Belgisch resultaat (Belgische winst genoemd – indien positief); en • het resultaat uit landen zonder verdrag (de niet bij verdrag vrijgestelde winst – indien positief) 24; en • het resultaat uit landen met verdrag (de bij verdrag vrijgestelde winst – indien positief). Anders gezegd, het totale resultaat van de vennootschap moet op basis van haar oorsprong worden onderverdeeld of gegroepeerd in drie geografische categorieën. Maar vooraleer die onderverdeling wordt gemaakt, moeten de verliezen van het belastbaar tijdperk die in een

bepaald land werden geleden (behorende tot een van de 3 onderstaande categorieën) achtereenvolgens worden aangerekend op het totale bedrag van de winst uit andere landen, in de volgende volgorde (zie ook stap 4 in bovenstaande tabel): a) verliezen uit landen met bij verdrag vrijgestelde winsten: eerst op de bij verdrag vrijgestelde winsten (dus binnen de eigen categorie), dan op de niet bij verdrag vrijgestelde winst en ten slotte op de Belgische winst; b) verliezen uit landen met niet bij verdrag vrijgestelde winsten (de niet-verdragslanden): eerst op de niet bij verdrag vrijgestelde winst (dus binnen de eigen categorie), dan op de Belgische winst; c) Belgische verliezen: eerst op de Belgische winst (dus binnen de eigen categorie), daarna op de niet bij verdrag vrijgestelde winst. Dit impliceert onder andere dat de verliezen die werden geleden in een land waarvoor de winst niet bij verdrag is vrijgesteld en Belgische verliezen nooit worden aangerekend op de bij verdrag vrijgestelde winsten. 25

22 Volledigheidshalve: voor het specifieke geval waarbij een Belgische vennootschap een vaste inrichting of vaste activa heeft in een staat waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft dat de inkomsten onder bepaalde voorwaarden niet vrijstelt van belasting, maar de Belgische belasting op die inkomsten ‘slechts’ vermindert (art. 185, §3, tweede lid WIB 1992) – zie ook punt 2.2.A. – zal er op het einde van de ‘bewerkingen’ nog een extra bewerking moeten gebeuren. In het advies nr. 70/034/3 van de Raad van State van 15 oktober 2021 wordt daaromtrent het volgende vermeld: ‘Eerst wordt de vennootschapsbelasting berekend alsof de winst die in aanmerking komt om te worden verminderd, afkomstig is uit een land zonder verdrag. Vervolgens wordt deze belasting pro rata verdeeld tussen het deel dat overeenkomstig het verdrag moet worden verminderd en de overige winst (Belgische winst en niet bij verdrag vrijgestelde winst). Tot slot wordt de vermindering toegepast op het deel van de belasting dat ingevolge de pro rata betrekking heeft op de belasting die overeenkomstig het verdrag moet worden verminderd.’ (Parl. St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2351/001, 98). 23 Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2351/001, 12. In de Memorie bij het wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen wordt echter niet duidelijk vermeld wat dat ene specifieke geval is (we vermoeden evenwel dat wordt gealludeerd op de aanpassing met betrekking tot artikel 219 van het WIB 1992). 24 Als op basis van een dubbelbelastingverdrag de winst van een buitenlandse vaste inrichting in België niet is vrijgesteld, dient deze winst dus te worden opgenomen in de categorie ‘niet bij verdrag vrijgestelde winst’. 25 Zie bijvoorbeeld ook. S. VAN CROMBRUGGE, ‘Winstvaststelling en volgordeaftrekken in Venn.B.: op sommige punten knoeiwerk’, Fiscoloog, 1773, 1-9.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


14 Aan die regels heeft de wet van 21 januari 2022 nog twee elementen toegevoegd.

A. Alternatief voor de aanrekening van verliezen op winst waarvoor de vennootschapsbelasting bij verdrag wordt verminderd (optiestelsel)

Als in de categorie van de niet bij verdrag vrijgestelde winst er winst zit waarvoor de Belgische vennootschapsbelasting in toepassing van internationale verdragen (zoals dubbelbelastingverdragen) wordt verminderd, worden de verliezen van het belastbaar tijdperk in toepassing van art. 206/4, vierde lid van het WIB 1992: • ofwel eerst aangerekend op de overige niet bij verdrag vrijgestelde winst, alvorens te worden aangerekend op de winst waarvan de belasting bij toepassing van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting wordt verminderd. Dit is optie 1, die automatisch van toepassing is; • ofwel alleen aangerekend op de overige niet bij verdrag vrijgestelde winst, zonder te worden aangerekend op de winst waarvan de

iStockphoto.com/maroke.

Ten eerste werd er een bijkomende regeling ingevoerd om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Raad van State in zijn advies nr. 70/034/3 van 15 oktober 2021 over de situaties waarin Belgische verliezen of verliezen uit niet-verdragslanden – ondanks een prioritaire aanrekening op de (andere) niet bij verdrag vrijgestelde winsten – uiteindelijk zouden moeten worden aangerekend op winst waarvoor de Belgische vennootschapsbelasting op grond van een dubbelbelastingverdrag alleen maar wordt verminderd (nieuw art. 206/4, vierde lid WIB 1992). 26

belasting bij toepassing van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting wordt verminderd. Op voorwaarde dat de belastingplichtige daar in zijn aangifte op onherroepelijke wijze om verzoekt. Dit is optie 2, die dus alleen van toepassing is na expliciet verzoek. Met ‘optie 2’ kan een vennootschap vermijden dat verliezen die geleden werden tijdens het belastbaar tijdperk, fiscaal gezien minder waard worden. In voorkomend geval zou de aanwending van de verliezen onder ‘optie 1’ immers maar een beperkte effectieve fiscale besparing opleveren. Meer bepaald, als Belgische of buitenlandse beroepsverliezen bijvoorbeeld zouden worden aangerekend op winst waarvoor de verschuldigde belasting toch al wordt verminderd ingevolge een dubbelbelastingverdrag (optie 1),

zou dat voor de vennootschap minder fiscaal voordeel opleveren in vergelijking met een zuiver binnenlandse context (d.w.z. bij een Belgische vennootschap), waar een verlies in principe altijd kan worden afgetrokken van winst die volledig belastbaar is. 27 Als de vennootschap optie 2 wil toepassen, moet ze dat expliciet vragen via de aangifte in de vennootschapsbelasting. Die keuze, die per belastbaar tijdperk opnieuw kan worden gemaakt, heeft tot gevolg dat de Belgische verliezen of verliezen uit niet-verdragslanden naar een volgend belastbaar tijdperk worden overgedragen, ondanks het feit dat die verliezen hadden kunnen worden afgetrokken van winst waarvoor de Belgische vennootschapsbelasting op grond van een dubbelbelastingverdrag wordt verminderd en die nog daadwerkelijk zal worden belast. 28

26 Het gaat dus over een dubbelbelastingverdrag dat niet in een vrijstelling van de winst voorziet, maar in een vermindering van de Belgische vennootschapsbelasting op de betrokken winst. 27 Anders gezegd, als een verlies zou worden verrekend met winst waarvoor het verdrag een vermindering van de vennootschapsbelasting voorziet, verliest de vennootschap een deel van haar verdragsvoordeel. 28 Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2351/001, 14-15.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


15 Merk op: de situaties die worden beoogd, komen in de praktijk maar zelden voor. Al kan optie 2 in voorkomend geval dus wel voordeliger zijn. Bijvoorbeeld bij vaste inrichtingen of vaste activa op het Eiland Man, in Oeganda of op de Seychellen. 29

B. Nieuwe bijlage bij de aangifte voor de identificatie van de verliezen onder het ‘recapture-regime’ Ten tweede wordt via artikel 206/4, vijfde lid van het WIB 1992 nu expliciet bepaald dat verliezen die werden geleden in een land waarvoor de winst (in principe) bij verdrag is vrijgesteld – in toepassing van artikel 206/4, tweede lid, a) van het WIB 1992 – alleen aangerekend kunnen worden op de niet bij verdrag vrijgestelde winst of op Belgische winst indien de belastingplichtige in een bijlage bij zijn aangifte op onherroepelijke wijze het volgende vermeldt: (i) het land waarin deze verliezen werden geleden; (ii) het bedrag van deze verliezen; en (iii) het belastbaar tijdperk waarin deze verliezen werden geleden. Die vereiste werd specifiek ingevoerd voor de toepassing van ‘het recapture-regime’. 30 Ter herinnering, sinds vorig jaar gelden er drie recapture-regels: (1) de ‘oude’ (nog steeds bestaande) recapture-regel van artikel 185, §3, derde lid van het WIB 1992 voor buitenlandse beroepsverliezen die werden geleden vóór aanslagjaar

2021 in een land waarmee ons land een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten en die in België al daadwerkelijk werden verrekend met Belgische winst of met niet bij verdrag vrijgestelde winst; (2) het recapture-regime van artikel 206, §1, eerste lid van het WIB 1992 (dat werd ingevoerd in 2021) voor andere buitenlandse beroepsverliezen die werden geleden vóór aanslagjaar 2021 in een land waarmee ons land een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten en die nog niet daadwerkelijk in België werden verrekend met Belgische winst of met niet bij verdrag vrijgestelde winst; en (3) de recapture van ‘definitieve beroepsverliezen’ (stopzettingsverliezen) van artikel 185, §3, zesde lid van het WIB 1992 als de vennootschap binnen 3 jaar na aftrek van die definitieve beroepsverliezen opnieuw activiteiten heeft opgestart in de lidstaat waar de vaste inrichting of activa gelegen waren die aanleiding hebben gegeven tot die definitieve beroepsverliezen. 31 Volgens de Memorie van Toelichting is het voor de toepassing van de recapture-regels immers van belang om te weten wanneer een verlies werkelijk is verrekend. Als een belastingplichtige verliezen (uit een land waarvoor de winst in principe bij verdrag is vrijgesteld) wenst te verrekenen met Belgische winst of met niet bij verdrag vrijgestelde winst, die onder het toepassingsgebied kunnen vallen van de recapture-regels, moeten die verliezen voortaan geïdentificeerd worden in een bijlage bij de aangifte. Naar verluidt is dit

louter een identificatieplicht, die geen invloed heeft op de volgorde van de aanrekening van de verliezen zelf. 32 De wettekst en de Memorie van Toelichting bij het ontwerp van wet lijken echter niet volledig duidelijk. Zo rijst de vraag over welke verliezen het exact gaat. Geldt de identificatieplicht alleen voor de verliezen van het belastbaar tijdperk zelf (art. 185, §3, zesde lid WIB 1992)? Of geldt de identificatieplicht ook voor de verliezen die nog onder het oude recapture-regime vallen en die dus nog moeten opgevolgd worden (art. 185, §3, derde lid WIB 1992)? En wat met de verliezen die geleden werden vóór aanslagjaar 2021, die nog niet daadwerkelijk in België werden afgetrokken (art. 206, §1, eerste lid WIB 1992) en die dus nog vervat zitten in het overgedragen verlies van de vennootschap?33 Enerzijds verwijst artikel 206/4, vijfde lid van het WIB 1992, die de identificatieplicht oplegt, naar de aanrekening van verliezen in toepassing van artikel 206/4, tweede lid, a) van het WIB 1992 en dat artikel gaat alleen over de verliezen van het belastbaar tijdperk zelf. Dit zou betekenen dat de identificatieplicht alleen geldt voor verliezen die geleden werden vanaf aanslagjaar 2022 en die voldoen aan de voorwaarden om in aftrek te worden genomen als ‘definitief beroepsverlies’. Anders gezegd, de identificatieplicht zou dan alleen bedoeld zijn met het oog op een eventuele recapture van de ‘definitieve beroepsverliezen’ binnen de 3-jarige sperperiode (art. 185, §3, zesde lid WIB 1992).

29 Deze landen worden vermeld in de Memorie van Toelichting (Parl.St. Kamer 2017-2018, nr. 54-2864/001, 44). We merken volledigheidshalve echter op – en dat wordt in de Memorie van Toelichting niet vermeld – dat de dubbelbelastingverdragen met het Eiland Man en Oeganda ondertekend werden, maar dat die verdragen (op basis van de informatie op Fisconet) nog niet effectief in werking zijn getreden. Zie de lijst op Fisconet.be van de ondertekende, maar nog niet in werking getreden overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting (laatst geüpdatet op 27 oktober 2020). 30 Het regime van de aftrek voor octrooi-inkomsten eindigde op 30 juni 2021 (zie art. 543 WIB 1992). Voor inkomsten gerealiseerd vanaf 1 juli 2021 is het bijgevolg niet meer mogelijk om nog een octrooiaftrek toe te passen. 31 De ‘3-jarige sperperiode’. Zie ook K. HELLINCKX en J. GOUBERT, ‘Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen’, ITAA-zine 2022, nr. 3, 6. 32 Parl.St. Kamer 2021-2022, nr. 55-2351/001, 15. 33 Zie over artikel 206, §1, derde lid van het WIB 1992 de randnummers 29 en 30 van Circulaire 2021/C/97 over de fiscale behandeling van de buitenlandse beroepsverliezen, 3 november 2021; en K. HELLINCKX en J. GOUBERT, ‘Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen’, ITAA-zine 2022, nr. 3, 6.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


16 in de vennootschapsbelasting op te nemen in het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, volgt de wetgever het advies van de Raad van State om beter tegemoet te komen aan het legaliteitsbeginsel.

iStockphoto.com/Delmaine Donson.

Anderzijds, spreekt de Memorie van Toelichting over ‘het recapture-regime’ met verwijzing naar artikel 185, §3 in combinatie met artikel 206, §1 van het WIB 1992. Die bepalingen gaan echter zowel over de definitieve beroepsverliezen (dus over de verliezen die in het belastbaar tijdperk ‘definitief’ geworden zijn), als over de vorige beroepsverliezen. Bovendien zegt artikel 206, §1, derde lid van het WIB 1992 specifiek dat beroepsverliezen die geleden werden vóór aanslagjaar 2021 (in een land waarmee ons land een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten), die nog niet daadwerkelijk in België werden afgetrokken en die dus nog in de overgedragen fiscale verliezen van de vennootschap zitten, enkel onder bepaalde voorwaarden als over te dragen verlies behouden kunnen blijven. 34 De fiscus wenst dus mogelijks ook voor zulke verliezen een (historische) identificatie.

Het is met andere woorden afwachten hoe de nieuwe bijlage en de toelichting bij die bijlage er zullen uitzien wanneer zij, samen met het nieuwe aangifteformulier voor de vennootschapsbelasting aanslagjaar 2022, worden gepubliceerd. 35 Bovendien illustreert dit – samen met de hiervoor vermelde wijzigingen – opnieuw dat het voor de wetgever blijkbaar moeilijk is om van meet af aan duidelijke wetgeving in te voeren, zonder lacunes, onduidelijkheden of knoeiwerk, want voor de belastingplichtigen en zelfs voor fiscalisten is het moeilijk om nog te volgen.

3. Conclusie: wie kan er nog aan uit?

Wat de verrekening van de buitenlandse beroepsverliezen betreft – die door de hervorming van de vennootschapsbelasting sinds 1 januari 2020 aanzienlijk werd beperkt – bevat de wet twee aanpassingen. Enerzijds het invoeren van een optie in het voordeel van de belastingplichtige voor een betere verrekening van sommige buitenlandse verliezen (maar strikt beperkt). Anderzijds het invoeren van een nieuwe bijlage om de ‘recapture’-regeling te kunnen opvolgen. Afwachten hoe die bijlage er zal uitzien, is de boodschap. Verder zal het, zeker voor de wat oudere adviseurs, wennen worden aan de verplaatsing van de Venn.B.bewerkingen van artikel 74 en volgende van het KB/WIB 1992 naar het WIB 1992 zelf. Specifiek wat de regeling inzake de buitenlandse verliesverrekening betreft, blijft het, mede door de hervorming van de vennootschapsbelasting en de (nieuwe) recapture-regels, een ingewikkeld kluwen. Een strikte opvolging blijft, voor wie in een dergelijke situatie verkeert, sterk aan te raden. Jos Goubert Gecertificeerd belastingadviseur Kevin Hellinckx Gecertificeerd belastingadviseur

Met deze tweede, verbeterde, poging om de verschillende bewerkingen

34 Zie over artikel 206, §1, derde lid van het WIB 1992 de randnummers 29 en 30 van Circulaire 2021/C/97 over de fiscale behandeling van de buitenlandse beroepsverliezen, 3 november 2021; en K. HELLINCKX en J. GOUBERT, ‘Fiscale behandeling van buitenlandse beroepsverliezen’, ITAA-zine 2022, nr. 3, 6. 35 Op het moment dat deze bijdrage werd afgewerkt, was het aangifteformulier nog niet beschikbaar.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


Dit is het moment om te waarderen wat écht telt

Je klanten rekenen niet alleen op jou voor de correcte afhandeling van hun boekhouding. Ze verwachten ook dat je beschikbaar bent voor accuraat fiscaal en financieel advies. Daarom helpt je Business Banker Accountis je met het ontcijferen van complexe zaken. Zo heb je meer tijd voor wat écht telt. Dit is het moment.

Maak een afspraak op ing.be/Accountis ING België nv – Bank/Kredietgever – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – BTW: BE 0403.200.393 – BIC : BBRUBEBB – IBAN : BE45 3109 1560 2789. Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 0403.200.393. Verantwoordelijke uitgever : Philippe Wallez – Sint-Michielswarande 60 - B-1040 Brussel • 05/22.


18

BeExcellent: heel gebruiksvriendelijk Veel van onze leden gebruiken BeExcellent al voor het vastleggen en beheren van de modellen die het ITAA ter beschikking stelt. De inhoud wordt regelmatig en kosteloos voor u geüpdatet door het ITAA. Hierdoor heeft u altijd en overal toegang tot de laatste versie van de artikelen. Met de komst van de beroepsdocumentatie in BeExcellent is het gemak voor u en uw medewerkers nog groter geworden. Alle benodigde informatie ligt hiermee voor iedereen van uw kantoor binnen handbereik.

Haalt u al het maximale uit uw BeExcellent? Met BeExcellent zorgt u ervoor dat alle informatie op één plek te vinden is. Zo weet u zeker dat iedereen in het kantoor met de laatste versie van de artikelen werkt en kan er geen onduidelijkheid zijn over de processen. In dit artikel vindt u een aantal tips waardoor u ook het maximale uit uw BeExcellent haalt.

BeExcellent-inhoud naar uw hand zetten De artikelen die het ITAA beschikbaar stelt, worden zo toepasbaar mogelijk gemaakt. In sommige gevallen sluit de inhoud echter niet exact aan op de werkwijze in uw kantoor. U kunt de artikelen zelf gemakkelijk aanpassen zodat ze u en uw medewerkers nog beter kunnen ondersteunen in uw dagelijkse werk. Artikelen aanpassen kunt u gemakkelijk doen in het beheer van BeExcellent.

Lees ook de volgende artikelen in de handleiding over het aanpassen van artikelen: • https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/64 (‘Artikel bewerken’ (beheerder))

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022

• https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/26 (‘Uitleg hoofdmenu’ (gebruiker)) • https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/112 (‘Opmaak tekst’) • https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/113 (‘Links invoegen’) • https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/114 (‘Afbeeldingen toevoegen’) • https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/116 (‘Tabel aanmaken’) • https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/117 (‘Opsommingslijsten’)

Extra documentatie toevoegen Wilt u eigen documentatie toevoegen aan BeExcellent? Denk aan een personeelshandboek, een rooster, notulen of nieuwsberichten. Dat kan! U kunt tot 20 extra documenten en artikelen toevoegen en beschikbaar maken. Wilt u nog meer informatie toevoegen? Overweeg dan BeExcellent Premium. Hiermee kunt u onbeperkt artikelen en documenten toevoegen en beschikbaar maken.

Lees ook de volgende artikelen in de handleiding over het toevoegen van tekstartikelen en bestanden: https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/63 (‘Nieuw artikel toevoegen’).


19 Acht gebruikers Hebben al uw medewerkers al toegang tot BeExcellent? Er mogen kosteloos acht gebruikers worden toegevoegd. Hebben nog niet al uw medewerkers toegang? Maak dan gemakkelijk nieuwe gebruikers voor ze aan.

Wilt u meer dan acht medewerkers toegang geven? Vraag dan een upgrade naar BeExcellent Premium aan via ­servicedesk@itaa.be. In het volgende artikel uit de BeExcellent-handleiding leest u hoe u gebruikers kunt toevoegen: https://helpstartversie. beexcellent.be/Articles/article/96.

In 3 eenvoudige stappen al uw medewerkers toevoegen Kennis delen is nog nooit zo makkelijk geweest. Voeg nu al uw collega’s toe in BeExcellent zodat zij ook kunnen profiteren van de voordelen.

Ga naar de juiste pagina

Kies de juiste button

Vul de gegevens van de nieuwe gebruiker in

Log in als beheerder → Ga naar het beheer en kies voor → Instellingen → Gebruikers

Klik rechtsboven op de button

Alleen een e-mailadres volstaat al. BeExcellent maakt zelf een sterk wachtwoord aan voor de gebruiker als u deze velden leeg laat. De nieuwe gebruiker krijgt vervolgens een e-mail met de inloggegevens waarmee direct ingelogd kan worden in BeExcellent.

Er opent een nieuw scherm. Wil u veel medewerkers tegelijk toevoegen of het gebruikersbeheer koppelen aan de Active Directory van uw organisatie? Neem dan contact op met de servicedesk van BeExcellent. We helpen u hier graag bij.

Optioneel kunt u bij het aanmaken van de nieuwe gebruiker ook extra informatie toevoegen zoals contactgegevens, persoonlijke gegevens zoals geboortedatum en sociale media. U kan dit ook aan de nieuwe gebruiker zelf overlaten! Niet voldoende gebruikers in uw licentie om alle collega’s toe te voegen? Neem contact op met de servicedesk van BeExcellent op servicedesk@itaa.be om het aantal gebruikers te verhogen.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022


20 Groepen en rechten beheren

Formulieren

Wilt u bepaalde informatie afschermen voor (een deel van) uw medewerkers? Dit kunt u regelen door groepen rechten aan te maken. U kunt bepaalde medewerkers ook extra rechten geven. Denk aan een HR-manager die het personeelshandboek mag bewerken of een Office-manager die de kantoorregels kan updaten.

Als premiumgebruiker kunt u ook gebruikmaken van formulieren in BeExcellent. Zoekt u bijvoorbeeld een plek om meldingen, incidenten of eventuele klachten te registreren? Of wilt u audits uitvoeren of gewoon een enquête onder medewerkers houden? Dit kunt u perfect vastleggen met de formulierenfunctionaliteit van BeExcellent.

In het volgende artikel uit de BeExcellent-handleiding leest u hoe u groepen en rechten opzet en toekent: https://helpstartversie.beexcellent.be/Articles/article/3759 (‘Instellen groepen en rechten’).

U bepaalt zelf de vragen, de volgorde, afhankelijkheden en instellingen. De slimme workflow zorgt er vervolgens voor dat het formulier op de juiste manier door de organisatie stroomt.

De voordelen van BeExcellent Premium Wilt u net als veel andere kantoren gebruikmaken van de volledige functionaliteiten van BeExcellent? Dan is BeExcellent Premium misschien ook interessant voor uw kantoor. Met een premium-licentie integreert u BeExcellent nog beter in uw organisatie, bijvoorbeeld door het uitzetten van taken en het gebruik van formulieren.

U hoeft niet zelf het wiel opnieuw uit te vinden. Dankzij tal van standaardformulieren kunt u meteen van start.

Vertrouwde stijl

Taken uitzetten

Maak uw BeExcellent helemaal eigen en vertrouwd voor u en uw medewerkers door uw eigen huisstijlkleuren en logo toe te passen. Tevens kunt u één of meerdere dashboards naar eigen wens inrichten, zodat ze volledig aansluit(en) op de wensen van uw kantoor. Voeg bijvoorbeeld snelkoppelingen naar andere werkprogramma’s toe, deel nieuwsberichten of geef de verjaardagen van collega’s weer op het dashboard.

Door het gebruik van taken betrekt u medewerkers en houdt u controle op de inhoud.

Meer weten?

Gebruik bijvoorbeeld een taak om medewerkers te informeren over een gewijzigde procedure.

Plan reviewtaken in voor uzelf of voor een collega , zodat u zeker weet dat de artikelen regelmatig worden gereviewd.

Vraag collega’s door middel van een taak om een werk­ instructie te updaten.

Medewerkers krijgen hiervan een notificatie en als beheerder kunt u altijd zien wie, welke taak, wanneer heeft uitgevoerd.

Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Mei 2022

Wilt u meer weten over de mogelijkheden van BeExcellent Premium? Neem dan contact op met de servicedesk van het ITAA via servicedesk@itaa.be of 02/240.72.60 en wij vertellen u graag meer! Yvonne Kalkhoven Klantadviseur Karen van der Loo ITAA, Cluster Kenniscentrum


“Is één aanspreekpunt nu echt té veel gevraagd?” Absoluut niet! De Partena Accountant Desk is er voor al je vragen. Van aanpassingen in klantendossiers tot de zoveelste juridische vraag, de Accountant Desk is je vaste contactpunt, waar al je vragen binnen 48 uur beantwoord worden. Spendeer meer tijd aan je klanten door je bij te laten staan door de Accountant Desk. Onze experts spreken jouw taal en denken proactief met je mee. Accountants, wij zijn er voor jullie! Elke werkdag bereikbaar op 078 78 78 21 of accountantdesk@partena.be

partena-professional.be


Met ongeveer weet je niets. Met Exact weet je alles. Exact cloud business software is de onbetwiste nummer één voor accountancy in de Benelux. Reeds 550.000 kmo’s vertrouwen dagelijks op de gebruiksvriendelijkheid, flexibiliteit en uitzonderlijke services van Exact. Ontdek welk pakket het best bij je past op Exact.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.