NRC_20100807_3_028_article1

Page 1

Happen in een meelwormreep Nederland wil op grote schaal kevers, meelwormen en sprinkhanen gaan kweken. Ze zijn heel geschikt om op te eten. Desnoods in hamburgers of pizza’s. tekst Marianne Heselmans

Insecten eten is van alle tijden. Dat valt af te leiden uit gereedschap van 1,1 tot 1,8 miljoen jaar oud, waarmee waarschijnlijk de mensachtige Paranthropus robustus in termietenheuvels groef om termieten te vangen (PNAS, 16 januari 2001). Zuid-Afrikaanse en Franse archeologen hadden in Zuid-Afrika meer dan honderd bewerkte beenderen gevonden met sporen die wijzen op termietenvangst. De gereedschappen weken af van andere gereedschappen uit die tijd, zoals bewerkte beenderen om wortelen op te graven. Tegelijkertijd leken de slijtpatronen wel op die op gereedschappen die sommige Afrikaanse volkeren nu nog gebruiken om termieten te vangen. Termieten zijn zelfs de belangrijkste eiwitbron van deze primitieve mensensoort geweest, vermoeden deze archeologen. De grote vlakke tanden van die soort wijzen er namelijk op dat hij weinig of geen vlees at. Terwijl C4-koolstofanalyses aantonen dat deze vroege mens wel veel eiwitten at. Anno 2010 eten nog steeds 3.071 etnische groepen in 130 landen insecten, aldus een overzicht van de Mexicaanse entomoloog Julieta Ramos-Elurday uit 2009. Bij sommige van deze volkeren, zoals bij de Nganda in Congo, kunnen in arme periodes verzamelde rupsen, termieten of keverlarven tot de belangrijkste voedselbron behoren.

B

uiten staan enorme containers met wortelstukjes, meel en zemelen. Binnen op elkaar gestapelde kratjes met meelwormen en kevers. We zijn bij insectenkwekerij Van de Ven in Deurne. Jaarlijks kweken de broers Michel en Roland 54.000 kilo meelwormen. Nu nog vooral voor vogels en reptielen, maar vorig jaar verkocht de Brabantse kwekerij toch ook al een paar honderd kilo ‘Bugs Triobolo’. Bugs Triobolo is de trendy naam voor gevriesdroogde meelwormen voor in salades, mueslirepen of gehaktballetjes. Als het aan het ministerie van LNV ligt, zullen Van de Ven en de paar andere Nederlandse insectenkwekers – die de insecten nu nog als vogel- en reptielenvoer produceren – straks ook tonnen insecten gaan leveren voor mensen. Met een miljoen euro startsubsidie onderzoeken entomologen en eiwittechnologen van de Wageningen Universiteit, samen met de Vereniging van Insectenkwekers (VENIK), hoe insecten industrieel zijn te produceren voor de voedingsindustrie. Afgelopen maand startte formeel dit onderzoeksprogramma SUPRO2. „We moeten op een heel andere manier over insecten gaan nadenken”, zegt Marian Peters van Bugs Original Food, die namens de VENIK een dag per week op het project wordt aangesteld. „Nu associëren we insecten nog vaak met kakkerlakken, hoofdluis, strontvliegen en maden – ongedierte dus. Of we denken aan vlindertjes en lieveheersbeestjes die we geen kwaad

mogen doen. Maar we moeten insecten ook gaan zien als een milieuvriendelijke eiwitbron.” Ondernemer Peters brengt sinds 2008 met kwekers en een groothandel al gevriesdroogde Bugs Triobolo, Bugs Locusta (sprinkhanen) en Bugs Buffalo (buffalowormen) op de markt; voor feesten en symposia regelt ze quiches met meelwormen, gehaktballetjes met buffalowormen of aardbeienbonbons met een sprinkhaan erop. Samen eten we bij Van de Ven wat gevriesdroogde meelwormen en sprinkhanen uit plastic bakjes van 6 euro per vijftig gram. De meelwormen hebben een lichte nootachtige smaak; de sprinkhanen smaken naar ... insect. De smaak is nergens mee te vergelijken. „De eerste hap is moeilijk, de volgende happen gaan vanzelf”, zegt Peters. „We eten toch ook slakken, garnalen en kreeften? En niemand heeft moeite met de rode kleurstof E120 in yoghurts, smarties en glacékoeken. Dat is gemalen schildluis.” Thuis blijkt dat we wel een half bakje meelwormen aan het zandtaartdeeg moeten toevoegen om de knapperige wormen in de koekjes überhaupt te proeven. Maar dan zie je de gebroken stukjes ook goed zitten, wat een leuk effect geeft. De rest van de meelwormen gooien we door de sla en door de omelet. De huisgenoten zijn verdeeld: twee blijven – onder een hoop iel geroep – de nieuwe gerechten weigeren; twee zeggen ze lekker en gezond te vinden. Behalve het ministerie van LNV wil ook de Wereldvoedselorganisatie FAO het kweken van insecten stimuleren. Insectenkwekerijen lijken namelijk vele milieuvoordelen te bieden boven de intensieve veehouderij. Zo verwachten entomologen dat insecten minder van de broeikasgassen lachgas en methaan zullen uitstoten, omdat ze een spijsvertering hebben met minder fermentatie (zuurstofloze omzetting). De Wageningen Universiteit heeft vorig jaar al gevonden dat meelwormen, sprinkhanen en krekels helemaal geen methaan produceren. En per kilo produceren ze ook veel minder gram ammoniak en stikstofmonoxide.

I

Gefrituurde waterwants in een restaurant in Thailand

nsecten vragen waarschijnlijk ook minder voer dan varkens en kippen. Op dit punt is de Universiteit van Padua al met een eerste kleine studie gekomen. De Italianen voerden in hun laboratorium negen weken lang krekels een prutje van weggegooid eten: groente en fruit, vlees, ei, pasta en rijst. Na het wegen van dit eten en de oogst schatten ze dat voor 1 kilo krekel anderhalf keer minder kilo voer nodig is dan voor 1 kilo kip, twee keer minder dan voor varkensvlees en zelfs vier keer minder dan voor rundvlees. Onderzoekscoördinator en tropisch entomoloog Arnold van Huis promoot al bijna twintig jaar het eten van insecten. Aanvankelijk werd hij door collega’s uitgelachen, vertelt hij op de Wageningen Universiteit. Maar inmiddels bestuderen steeds meer entomologen de ‘antropo-entomofagie’ – het eten van ‘wilde’ insecten door mensen. In tropische landen worden minstens dui-

Wageningen Universiteit

Het oude insecten eten

AP PHOTO

N2 07-08-10 katern 3 pagina 28

wetenschap biologie

Verpakte insecten voor menselijke consumptie op een markt vlakbij Vientiane, de hoofdstad van Laos.

Rupsenhandel zend verschillende soorten gekruid, gebakken, gedroogd, gerookt en gefrituurd, weet Van Huis. Hieronder poppen van de zijderups, allerlei soorten rupsen, wantsen, cicades, termieten, mierenlarven en poppen en wespen (zie ook kader). De meeste mensen verzamelen de insecten in het bos of op de akker met lijm, licht of netten. Maar bijvoorbeeld in Laos zijn er ook een paar duizend kwekerijtjes van krekels. Gezinnen laten in hun achtertuin krekels groeien op een bergje groenafval met maïsmeel, eventueel met een net erover om de hagedissen weg te houden. Een Wageningse student concludeerde vorig jaar dat de mensen in Laos in sommige weken tot eenderde van hun eiwitten van insecten krijgen – behalve van krekels ook van verzamelde mestkevers, snuitkevers, sprinkhanen, poppen van de wevermieren en rupsen in bamboestengels. „Je kunt er sprinkhanen op zoveel manieren eten”, heeft Van Huis gemerkt. „Zelf vind ik gefrituurd met piment het lekkerst.” De Wageningse entomoloog adviseert nu de FAO. „Ik vind het vaak schokkend te merken hoe we ons westers eetpatroon opleggen aan andere culturen”, zegt Van Huis. „Veel Afrikanen denken nu dat het eten van insecten primitief of heidens is. Ik kwam een onderwijzer tegen die het zijn vrouw verbood nog langer insecten te serveren. Het is zo jammer dat dit eetpatroon aan het verdwijnen is.” In de jaren negentig hebben de Universiteit van Wisconsin (VS) en de Nationale Universiteit van Mexico de voedingswaarde geanalyseerd van enkele tientallen soorten die in de tropen worden gegeten. Veel soorten kwamen opvallend goed uit de bus. Sprinkhanen, bijvoorbeeld, bevatten volgens een van die onderzoeken per honderd gram drooggewicht (zonder de harde delen) 61 tot 71 gram eiwit, 4 tot 17 gram

van de gezonde vetten, 2 tot 17 gram mineralen en zo’n 400 kilocalorieën. Zelfs bijen en mieren zouden 416 tot 655 kilocalorieën per 100 gram drooggewicht geven. Dat is zelfs meer dan 100 gram braadworst (300 calorieën). De groep van Van Huis bestudeert nu drie kweken: meelwormen, krekels en soldatenvliegen. Deze drie soorten, echte alleseters, worden getest op afvalstromen: oud brood, koekafval en afval uit de bierindustrie. Het idee van de larven komt van de Universiteit van Georgia (VS), die met soldatenvliegen experimenteerde in kleine bioreactoren met mest: zelfs op mest bleken deze insecten te kunnen groeien. Van Huis ziet daar ook wel perspectief in: „Maar wat dan natuurlijk nog wel moet worden onderzocht, is in hoeverre ze de zware metalen en antibiotica opnemen die in de mest zitten. Die zouden natuurlijk niet gezond zijn.” De bij VENIK aangesloten bedrijven zullen de uitkomsten van hun voederexperimenten ook uitwisselen. Wat nieuw is, want voorheen hield iedere kweker zijn bevindingen voor zich. Roland van de Ven heeft onder andere snoeppapierafval, afgekeurde appels en grieskorrels geprobeerd. Maar op snoeppapier wilden zijn meelwormen niet groeien, van de grieskorrels bleven te veel schilletjes over die niet uit te zeven waren, en een ton aangevoerde appels op het bedrijf goed houden bleek lastig. Vooralsnog is hij

ook wel tevreden met de meel, zemelen en worteltopjes – afval van een wortelverwerkend bedrijf. „Sommige kwekers geven de meelwormen water, maar wortelen zijn voedzamer.”

D

e foto’s in de pr-folder van dit SUPRO-onderzoeksprogramma tonen sprinkhanen en meelwormen in exquise hapjes. Maar veel westerlingen krijgen hele insecten helemaal niet door hun keel. De grootste afzet verwachten de SUPRO-deelnemers dan ook niet van gevriesdroogde insecten, maar van uit insecten geïsoleerde eiwitten. Die kunnen dan als vervanger dienen voor dierlijke eiwitten in pizza’s, hamburgers, sauzen of mayonaise, of als vervanger van vismeel of soja-eiwitten in veevoer. De Wageningse eiwittechnologen onderzoeken nu de mogelijkheden voor de voedingsindustrie. „We willen voorbereid zijn op een vleesschaarste”, verklaart onderzoeksleider Tiny van Boekel, wiens groep al jaren plantaardige vleesvervangers onderzoekt. „Als de Chinezen ook zoveel vlees gaan eten als wij, zal vlees steeds duurder worden.” Van Boekel hoopt dat een groot deel van de meelwormen en krekels spierachtig eiwit is. Dat zou gunstig zijn, want veertig gram van voornamelijk dezelfde eiwitten is makkelijker te isoleren en verwerken dan veertig gram van allemaal verschillende eiwitten. Ook hoopt hij dat be-

‘Zelf vind ik sprinkhanen gefrituurd met piment het lekkerst’

paalde insecteneiwitten bijvoorbeeld geschikt blijken om te geleren, of om er emulsies mee te maken in bijvoorbeeld mayonaises. Die eiwitten kunnen dan duurder worden verkocht. En mogelijk kunnen de harde delen van insecten, zoals de keverschilden, ook nog verkocht worden. Die harde delen bestaan onder andere uit chitine. Van het chitine van krabben en garnalenafval wordt nu chitosan gemaakt. De industrie gebruikt dit onder meer om stevigheid te geven aan papier, verband, kleding en cosmetica. Maar de prijs – minstens 6 euro per kilo onbewerkt insect – moet nog wel fors naar beneden voordat insecteneiwitten kunnen concurreren met andere eiwitbronnen. De kwekerijen moeten daarom worden gemechaniseerd. Hier is echter nog geen enkele ervaring mee. De broers Van de Ven zoeken de kevers en meelwormen nog met de hand uit en ze dragen de worteltjes en het graanafval – zeven ton per jaar – nog de kwekerij in. De kwekers hopen hier te leren van de Nederlandse kassen, waar behalve het klimaat ook al veel sorteerwerk en transport met computers en sensoren wordt gestuurd. In die pionierstocht naar industriële kweek kunnen vervolgens nog allerlei technische problemen opduiken, zoals warmteontwikkeling en ziektes. Insectenziektes bij kwekerijen zijn tot nog toe niet bekend, maar hier is ook nooit onderzoek naar gedaan. De grootste zorg op dit moment is dat, met al die aandacht in de pers, de nog piepjonge branche wordt overspoeld door nieuwe kwekers. Waarna overproductie de hele handel kapot maakt. Marian Peters van de VENIK: „Voormalig varkenshouders informeren bij mij wat ze kunnen afzetten. Maar ik waarschuw dan steeds: er ís nog geen markt. Die moeten we nu juist nog helemaal ontwikkelen.”

Insecten worden niet alleen uit armoede gegeten. Dat blijkt uit de levendige handel in enkele insectensoorten. Zo worden in Noord-Zambia vlak voor het regenseizoen rupsen van de vlinderfamilie Saturniidae verzameld op de bomen – één persoon kan per dag vier emmers vullen. De darminhoud wordt leeg geknepen, ze worden gekookt, in de zon gedroogd en vervolgens gebraden. Handelaren reizen soms wel 900 kilometer om die rupsen te kopen voor de stedelingen. In Botswana, Zambia, Zimbabwe en ZuidAfrika wordt de Mopanae-worm (een rups van de vlinder Gonimbrasia belina) commercieel verhandeld; alleen al in zuidelijk Afrika zouden 9,5 miljard rupsen jaarlijks zo’n 85 miljoen Amerikaanse dollar opbrengen. En in Congo waren in 1999 de eetbare insecten per kilo zelfs duurder dan biefstuk, zo merkte Arnold van Huis, die met Afrikaanse collega’s het eten van insecten in die regio onderzocht. Op de markt in Bukavu kostte een kilo biefstuk 3 dollar. Hetzelfde als honderd rupsen – wat 250 gram bleek te zijn. Thailand exporteert onder andere een grote waterwants naar de Aziatische gemeenschap in de VS voor in sauzen of rijst. De dorpelingen doen wat extra voer in het water en vissen vervolgens de wants op. De insectenhandel bedreigt op sommige plaatsen wel het bestaan van de populaire insectensoort. Behalve het verschaffen van een continue en gezonde voedselbron, zouden duurzame insectenkwekerijen in de tropen ook deze, nog bescheiden overexploitatie kunnen tegengaan, zo hopen tropisch entomologen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.