10 minute read

Slaapproblemen

Next Article
radiotherapie

radiotherapie

SlaapprobleMeN biJ KiNdereN bedTiJd, bedSTriJd?

Als een kind nacht na nacht moeilijk inslaapt of doorslaapt, kan het hele gezin onder druk komen te staan. Hoe komt zoiets, en vooral: wat

Advertisement

doet u eraan? ‘Een slaapprobleem is vaak aangeleerd’, zegt dr. Stijn Verhulst, verantwoordelijk voor het slaapcentrum van de dienst pediatrie.

bijna drie op tien kinderen krijgt ooit te maken met een slaapprobleem. ‘Dat kan deel uitmaken van de gewone ontwikkeling’, zegt Verhulst. ‘Als het probleem echter chronisch wordt of escaleert, zoek je beter hulp. Dat kan bij de huisarts of de kinderarts of via Kind en Gezin. Zij kunnen je indien nodig doorverwijzen.’

Soms ligt een medische aandoening aan de basis van het probleem, zoals snurken, slaapapneu, eczeem of een allergie. Daarnaast bestaan er uiteenlopende slaapproblemen die vaak typisch zijn voor een bepaalde leeftijd. Enkele veel voorkomende problemen én tips in een notendop.

HoeVeel Slaap HeefT MiJN KiNd Nodig?

• 0 – 3 maanden: 16 à 20 uur • 3 – 12 maanden: 13 à 14 uur • 1 – 3 jaar: 12 à 13 uur • 4 – 7 jaar: 10 à 11 uur • 8 – 11 jaar: 9 à 10 uur • 12 – 15 jaar: 8 à 10 uur

Kleine kindjes, grote slaapproblemen Slaapproblemen bij baby’s, peuters en kleuters zijn bijna altijd onbewust aangeleerd door de ouders. Verhulst: ‘We zien vaak dat baby’s en kleine kinderen niet alleen kunnen inslapen omdat ze dat eenvoudigweg nooit hebben geleerd. Als ouders bijvoorbeeld de gewoonte hebben bij hun kind te blijven tot het slaapt, zal het ook niet alleen opnieuw kunnen inslapen als het ’s nachts wakker wordt. Vandaar is het belangrijk om baby’s vanaf vier maanden wakker in hun bedje te leggen en ze gewoon te maken van alleen in slaap te vallen. Een tut of knuffel kan helpen, en bovendien is die er ook als het kind ‘s nachts wakker wordt.’

Omdat veel ouders met kinderen van die leeftijd dezelfde (gedrags-)problemen ervaren, organiseerde de dienst pediatrie slaaplessen voor die groep. De ouders kregen in drie sessies informatie en advies en konden vragen stellen en ervaringen uitwisselen. Het initiatief wordt zeker nog herhaald.

Tips • Vermijd een overdaad aan prikkels in de slaapkamer van uw baby. • Zorg vanaf het begin voor een duidelijk onderscheid tussen dag en nacht. • Verhuis uw baby tegen zijn eerste verjaardag naar een eigen slaapkamer. • Hou speelgoed indien mogelijk uit de slaapkamer. Zo is er minder afleiding. • Zorg voor een vast slaapritueel: pyjama aan, tandjes poetsen, verhaaltje lezen … • Begint uw kind te huilen of te roepen, troost het dan, maar hou het moment zo kort en saai mogelijk.

Maak zo weinig mogelijk licht en lawaai. Begin zeker geen lange uitleg en haal uw kind niet uit zijn bed. • Het is normaal dat u uw kind bij ziekte of in een moeilijke periode extra aandacht geeft. Herstel echter de normale situatie als die periode voorbij is.

lagereschoolkinderen: ‘ik ben bang’ Een veelvoorkomend slaapprobleem bij kinderen vanaf pakweg zes jaar is angst om te gaan slapen. Probeer uw kind in dat geval gerust te stellen, zorg voor een nachtlampje en geef het de kans om over zijn angst te praten. Soms is de melding dat het niet kan slapen ook een noodkreet en zit het kind slecht in zijn vel, bijvoorbeeld door problemen op school. In dat geval is er soms psychologische begeleiding of relaxatietherapie nodig.

Ligt uw kind lang wakker? Misschien heeft het gewoon minder slaap nodig. Laat het eventueel een paar keer later gaan slapen. Als het ‘s morgens gemakkelijk uit bed raakt en overdag goed functioneert, is het tijd om het beduur aan te passen.

Tips • Geef als ouder duidelijke grenzen aan en zorg voor regelmaat. • Hou vast aan een vertrouwd slaapritueel. • Beloon goed gedrag en negeer ongewenst gedrag. • Vermijd afleiding. Een computer of televisie op de kamer is geen goed idee. Dat geldt uiteraard ook voor

oudere kinderen. • Zorg voor een gezellige slaapkamer waarin het kind zich goed voelt.

Tieners: ritme op hol Middelbareschoolkinderen kampen vooral met inslaapproblemen. Dat heeft vaak te maken met veranderingen in het bioritme en de hormoonproductie, die op zich normaal zijn. Verhulst: ‘Als tieners steevast pas rond middernacht in slaap vallen, stellen we soms voor dat ze pas rond dat uur gaan slapen en vanaf dan hun bedtijd geleidelijk vervroegen. Soms schrijven we ook tijdelijk melatonine voor. Dat is het hormoon dat ervoor zorgt dat we slaperig worden. Voor tieners geldt grotendeels hetzelfde advies als voor volwassenen met slaapproblemen.’

Tips • Een vast ritme helpt. Dus zoveel mogelijk rond dezelfde tijd gaan slapen en opstaan en niet uitslapen in het weekend. • Kort voor bedtijd vermijden tieners beter televisie, computer, gsm en dergelijke. Zoniet komen ze moeilijk tot rust. Bovendien remt een lichtscherm de productie van melatonine af. • Vermijd afleiding in de slaapkamer (zie boven). • Ook nu blijft een vast slaapritueel zinvol (bijvoorbeeld nog wat lezen, wat water drinken …) • Stel eventueel voor om de wekker op een niet-zichtbare plaats te zetten, zodat uw tiener zich niet druk maakt als het almaar later wordt.

iNfo

agenDa Uza

UZA, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem (inrit parking via Drie Eikenstraat 655)

oncorevalidatieprogramma najaar 2012 Het oncorevalidatieprogramma helpt u om uw fysieke en mentale kracht te herwinnen tijdens of na een kankerbehandeling. • Lichaamstraining: alleen of in groep aan uw fitheid en conditie werken op eigen tempo. Elke dinsdag- en donderdagnamiddag op de dienst fysische geneeskunde, route 150. • Welzijnssessies: bijeenkomsten in de namiddag met informatie en tips over een aan kanker gerelateerd thema.

Data:

• Oktober: 4, 11, 18, 25 • November: 8, 15, 22, 29 • December: 6, 13 inschrijven: Meer info en inschrijven via 03 821 50 72. Locatie: UZA

infoavond over kanker Patiënten met kanker, familie, vrienden, medewerkers en alle andere geïnteresseerden zijn hartelijk welkom op de infoavonden over kanker.

Data:

• 16 oktober: Antihormonale therapie bij gynaecologische tumoren • 4 december: De werking van de Stichting tegen kanker inschrijven: Inschrijven via martine.bastiaenssens@uza.be of 03 821 35 80. Locatie: Auditorium Kinsbergen, UZA, 19u.

prenatale infoavond Tijdens deze avonden komt u alles te weten over het natuurlijk verloop van de arbeid, bevalling, pijnbeleving, kraamperiode, babyvoeding en het belang van bekkenbodemtherapie. Als afsluiter voorzien we een rondleiding op de materniteit. Data: 12 en 19 november inschrijven: Inschrijven via 03 821 33 50. Locatie: Auditorium Kinsbergen, UZA, 19u30

UZA-medewerkers over een patiënt of moment om nooit te vergeten.

Prof. dr. Johan Somville ontmoette een jonge twintiger met zoveel levenslust, dat de gedachte aan haar hem nog steeds doet glimlachen.

Haar NaaM MaaKT MiJN dag goed!

‘Je maakt in een ziekenhuis zowel dramatische als onvergetelijke momenten mee. Zo is er een jonge patiënte van 21 die mij altijd gaat bijblijven. Een guitig meisje, heel beleefd, maar altijd te vinden voor een kwajongensstreek of wat geplaag. Ze kwam samen met haar moeder op consultatie met ernstige pijn in haar schouder. Na enkele onderzoeken bleek ze een kwaadaardig gezwel in haar schouder en de omliggende spieren te hebben. Dat nieuws zorgde natuurlijk voor tranen, ook haar mama was heel emotioneel. Maar niet veel later zat zij haar moeder te troosten en zei ze heel levenslustig: ‘We gaan ervoor!’

Ze moest chemotherapie en een operatie ondergaan. Van de chemo was ze heel ziek, maar ze bleef toch lachen en het geplaag ging heen en weer, afgewisseld met diepgaande, soms emotionele gesprekken. Ik heb echt veel respect voor de manier waarop ze met haar miserie omging: zo levenslustig en optimistisch. Na de operatie moest ze nog lang in het ziekenhuis blijven. Op een dag wandel ik binnen en zit ze met een hoop vriendinnen sushi te eten op het bed. Ik moest natuurlijk proeven, dat was heel leuk. Van haar Oosterse grootmoeder kreeg ik als bedankje een zak gedroogd fruit, met dingen die ik nog nooit had gegeten, zoals gedroogde moerbei en andere nog steeds ondefinieerbare vruchten. Intussen is ze genezen verklaard, maar ik volg haar natuurlijk nog verder op. Als ik haar naam zie staan op de patiëntenlijst van de dag, word ik altijd vrolijk. Dan is mijn dag goed!’

uriNeVerlieS biJ VrouweN MeT gedruppel

Incontinentie is voor de meeste jonge vrouwen een ver-van-mijn-bedshow. Ongewild urineverlies kan echter op elke leeftijd voorkomen. Alexandra Vermandel, kinesitherapeute, en prof. dr. Stefan De Wachter, uroloog, vertellen alles wat u wilde weten over incontinentie,

maar nooit durfde te vragen.

TipS oM uriNeVerlieS Te VerMiJdeN

• Zwanger of net bevallen? train dan samen met een bekkenbodemkinesitherapeut uw bekkenbodemspieren. • vermijd overgewicht en constipatie. • Drink voldoende, maar in kleine hoeveelheden en vermijd prikkelende dranken zoals koffie en cola. • stop met roken. • Beweeg voldoende. eén op drie à vier vrouwen krijgt in haar leven te maken met incontinentieproblemen. Een aanzienlijk aantal, dat in werkelijkheid waarschijnlijk nog hoger ligt. ‘Urineverlies is vooral bij jonge vrouwen nog altijd een groot taboe; vaak durven ze niet naar buiten te komen met hun probleem’, zegt prof. dr. De Wachter. ‘Jammer, want urineverlies is in veel gevallen eenvoudig te behandelen, vooral als het om de frequente vormen gaat.’

welke zijn de frequentste vormen? Vermandel: ‘De twee meest voorkomende zijn inspannings- of stressincontinentie en urge- of aandrangincontinentie. Bij inspanningsincontinentie verlies je enkele druppels urine wanneer je een inspanning doet zoals springen, hoesten of niezen. Bij aandrangincontinentie voel je heel plots een sterke drang om te plassen en bereik je niet tijdig het toilet. Er bestaan ook mengvormen van de twee.’

wat is de oorzaak van urineverlies? Prof. dr. De Wachter: ‘Bij stressincontinentie zijn vaak de bekkenbodemspieren verzwakt als gevolg van zwangerschap en bevalling. Zelfs tien jaar later kan dat nog incontinentie veroorzaken. Ook druk door overgewicht of constipatie kan een rol spelen. Leeftijd is een extra belastende factor, zeker bij aandrangincontinentie. Incontinentie neemt toe met de leeftijd en is een vrij groot probleem bij bejaarden in rusthuizen – al zit daar vaak ook de beperkte

gedruppel Naar de doKTer

mobiliteit van de oudere personen voor iets tussen. Tot slot zijn er nog enkele andere medische aandoeningen, zoals een overloopblaas, infecties of stenen in de blaas, die urineverlies kunnen veroorzaken.’

welke behandelingen bestaan er? Prof. dr. De Wachter: ‘De therapie hangt af van de vorm van incontinentie waaraan je lijdt. In eerste instantie zijn adviezen in verband met de levensstijl van belang. Als je last hebt van druppelverlies bij een inspanning, kan voorts bekkenbodemtherapie als eerste behandeling worden gevolgd. Tot zo’n 70% van de patiënten met stressincontinentie is daarmee geholpen. Patiënten met aandrangincontinentie krijgen naast bekkenbodemtherapie soms ook medicatie toegediend. De meeste problemen kunnen met die twee behandelingen opgelost worden. Pas in laatste instantie gaan we over tot een operatie.’ wat houdt bekkenbodem therapie precies in? Vermandel: ‘De behandeling bestaat voornamelijk uit het aanleren van correcte willekeurige bekkenbodemsamentrekking, oefeningen en tips om je bekkenbodemspieren te versterken en optimaal te leren gebruiken. Als je elke dag ongeveer drie minuten oefent en je oefeningen integreert in je dagelijks leven, kun je na een maand al verbetering voelen. Daarnaast zul je ook je gedrag eventueel moeten aanpassen: niet meer roken, meer bewegen, op een correcte manier plassen, vermageren, constipatie vermijden …’

wat zijn de alarmsignalen? Prof. dr. De Wachter: ‘Als je meer dan 8 tot 10 keer per dag moet plassen bij een normale vochtinname van 1,5 tot 2 liter kan er sprake zijn van een functiestoornis van de lagere urinewegen. Je kunt het probleem verminderen door enkele gedragsmaatregelen (zie ook kader). Heb je al effectief last van urineverlies, ook al zijn het maar een paar druppels, stap dan zo snel mogelijk naar een uroloog. Die kan met enkele eenvoudige vragen en testen een inschatting maken van het type incontinentie en de ernst ervan. Negeer het probleem in elk geval niet, want urineverlies gaat bijna nooit vanzelf over. Integendeel: vaak wordt het probleem na verloop van tijd alleen maar erger.’

Nieuwe beHaNdeliNg graTiS uiTprobereN

Ben je een vrouw ouder dan 18 jaar en heb je last van inspanningsincontinentie, dan kun je deelnemen aan een studie over een nieuwe nietoperatieve behandeltechniek. je krijgt een gratis behandeling en vergoeding voor tijd en reiskosten. geïnteresseerd? Contacteer katleen Derickx, t 03 821 47 34 of katleen.derickx@ uza.be. meer info op www.bladdercomfort.com.

This article is from: