PET10-2017

Page 1

Nr. 10 - 2017

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 22,-

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Petrochem Nr. 10 - 2017

‘Ook CO2 is een nutriënt’ • Koplopers in de Eemsdelta • ‘Een site leader is een people leader’ • Sterk staaltje ombouwen • Thema: Milieu & energie-efficiëntie

PET10 omslag los.indd 1

04-10-17 16:59 08:50 03-10-17


JMS-MT3010HRGA JMS-MT3010HRGA INFITOF INFITOF JMS-MT3010HRGA Spectrometer TheThe JMS-MT3010HRGA Spectrometer is ais a Time-of-Flight Mass Spectrometer using MultiTime-of-Flight Mass Spectrometer using Multi*1 *2 *1 *2 turnandand Perfect focusingtechnologies, technologies, Perfect focusing turn which achieves high mass-resolving power which achieves high mass-resolving power in ain a very compact package. very compact package. This mass spectrometer is designed real This mass spectrometer is designed forfor real time monitoring directly introduced gas. time monitoring of of directly introduced gas. a high mass-resolution mass spectrometer It isIt aishigh mass-resolution mass spectrometer with stability real time monitoring with stability forfor real time gasgas monitoring and capable of elemental composition and capable of elemental composition determination through accurate mass determination through accurate mass measurement. measurement. maximum resolving power 30,000 TheThe maximum resolving power of of 30,000 (FWHM) or higher is achieved even a low(FWHM) or higher is achieved even forfor a lowmass range, such 28.0062 mass range, such as as 28.0062 Da.Da.

Time-of-FlightMass MassSpectrometer... Spectrometer... Time-of-Flight RealTime TimeMonitoring MonitoringofofIntroduced IntroducedGas Gas Real

*1 Multi-turn time-of-flight mass spectrometers electrostatic sectors *1 Multi-turn time-of-flight mass spectrometers withwith electrostatic sectors : : Toyoda, D. Okumura, M. Ishihara I. Katakuse, J. Mass Spectrom., 1125-1142, 2003 Toyoda, D. Okumura, M. Ishihara andand I. Katakuse, J. Mass Spectrom., 38, 38, 1125-1142, 2003 *2 Perfect space focusing optics for mutiturn of flight mass spectrometers *2 Perfect space andand timetime focusing ion ion optics for mutiturn timetime of flight mass spectrometers : : M. Ishihara, M. Toyoda T. Matsuo, J. Mass Spectrom., 197,179-189, 2000 M. Ishihara, M. Toyoda andand T. Matsuo, Int. Int. J. Mass Spectrom., 197,179-189, 2000

www.jeolbenelux.com www.jeolbenelux.com INFITOFv2.indd 1 INFITOFv2.indd 1 PET10 A-Omslag.indd 22 PET10 A-Omslag.indd 2 PET10 omslag los.indd

23/08/2016 23/08/2016 15:5715:57 04-10-17 08:50

RD S RD Staalc


IN DEZE EDITIE

10 ‘OOK CO2 IS EEN NUTRIËNT’

50 THEMA: MILIEU & ENERGIE-EFFICIËNTIE

Waarom zouden chemische clusters geen netto-gebruikers van CO2 worden? Geestelijk vader van cradle-to-cradle Michael Braungart kan er zich aan ergeren dat CO2-neutraal en reductie van uitstoot als het hoogste streven wordt gezien. Volgens hem moeten we af van ons calvinisme: ‘We moeten niet minder doen van wat slecht is, maar veel meer van het goede.’

Terugdringing van het energieverbruik levert niet alleen maatschappelijk voordeel op, maar kan enorme besparingen opleveren. Er zijn diverse methodes om hiertoe te komen. Het klimaatakkoord van Parijs verplicht het bedrijfsleven om in 2050 vrijwel volledig CO2-neutraal te werken. Die opgave leeft bij uitstek in Rotterdam, waar kolencentrales, raffinaderijen en chemiefabrieken bijna twintig procent van de Nederlandse CO2-uitstoot verzorgen. Hun strategie: alle ballen op CCS.

16 ‘EEN SITE LEADER IS EEN PEOPLE LEADER’ Site leader Harry van de Worp van de Dow-fabriek in Groningen vindt het alleen maar logisch dat hij kan leunen op de ‘grote broer’ in Zeeuws-Vlaanderen. ‘Ik maak graag gebruik van de kennis en de expertise die ze daar in huis hebben om te zorgen dat we ook hier kunnen excelleren in alles dat we doen.’

28 STERK STAALTJE OMBOUWEN Bij Damen Shiprepair in Schiedam is de FPSO Petrojarl 1, een drijvend productieplatform uit 1986, omgebouwd om voortaan in het Atlanta Field in Brazilië te kunnen opereren. Een complexe klus van engineering, procurement en constructie.

30 KOPLOPERS IN DE EEMSDELTA Niet volgen, maar vooroplopen. Dat zal de ambitie zijn van de Industrieagenda voor de Eemsdelta die nog volop in ontwikkeling is. De agenda wordt het vervolg op het plan Willems. De Eemsdelta heeft alles in zich om koploper te zijn op het gebied van duurzame groei. Daar wordt vol op ingezet.

40 ZORGEN OVER AGEING ASSETS NA BRANDEN ROTTERDAM De brand bij ExxonMobil en de brand en lekkage bij Shell Pernis in de Rotterdamse haven deden de gemoederen de afgelopen maanden hoog oplopen. De Rotterdamse gemeenteraad maakt zich na de incidenten zorgen over de hoge leeftijd van de raffinaderijen en drong aan op tijdige vervanging van installaties.

EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Mobiliteit in en rond havengebied wordt verbeterd • Sabic opent nieuwe fabrieken in Geleen • Ammoniaktanks OCI Terminal Europoort volledig gerenoveerd 6 Agenda 15 Plant One 20 Projecten 22 Producten 34 Koelwater kan met minder chemicaliën toe 35 Productielijn na twaalf jaar stilstand weer in bedrijf 36 BioMCN wint Northern Enlightenmentz 2017 39 Innovatie 44 Onbevangen • Katrien Bogaerts 49 Column • Jan Van Doorslaer 62

PETROCHEM 10 - 2017 3

PET10 B-Inhoud.indd 3

03-10-17 17:08


Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 10 - 2017 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 3122 081 EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 3122 086 Liesbeth Schipper 020 3122 083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 3122 084 Laura van der Linde 020 3122 083 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Inge Janse, Henk Leegwater, Wim Soetaert, Cyril Widdershoven LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: WIm Raaijen ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Arthur Middendorp t: 070 399 0000 - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 3122 088 COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben 020 3122 085 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 175,- per jaar Introductieabonnement NL/B met 25% korting € 131,25 per jaar Overig buitenland € 204Losse verkoopprijs € 22,Studentenabonnement € 40,50 Proefabonnement 3 mnd € 29,OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. ABONNEMENTENLAND: Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

Papier binnenwerk:

Papier omslag:

PAPER & BOARD

www.hi-force.com

PET10 ADVERTENTIES.indd 4

MADE OF

AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU

03-10-17 17:01


COMMENTAAR

‘Braungart pleit voor technologische vooruitgang en oplossingen die overvloed bieden voor iedereen, zonder dat we de aarde daarvoor uitputten. Daarbij draait alles volgens hem om kwaliteit, schoonheid en innovatie.’

Hoeveel duurzaam? Al een tijdje worstel ik met de term duurzaam. Deels omdat er sleet op zit. Zo wordt het woord te veel in marketingslogans gebruikt, zonder al te veel inhoudelijke lading. Als een product het predicaat duurzaam krijgt, hoor ik mijn natuurkundeleraar van de middelbare school al streng vragen: ‘En hoeveel duurzaam dan wel?’ Het woord geeft de indruk dat er maar twee smaken zijn: duurzaam of niet duurzaam. Totaal niet realistisch dus. In die zin geven afgeleide woorden als duurzamer of verduurzamen tenminste nog ruimte voor ontwikkeling en verschillende tinten groen. Ook heeft duurzaam te veel betekenissen. Zo betekent de term bij de notaris heel wat anders dan in de energiesector. In de industrie hoor ik steeds meer mensen worstelen met het woord. Innovatieve technologiebedrijven kommen niet binnen bij productiebedrijven met een belofte op het gebied van duurzaamheid. Wel met oplossingen die meer efficiëntie, bijvoorbeeld reductie kunnen brengen. Als techniekfilosoof van huis uit, stel ik mezelf meteen de waaromvraag. Waarom is dat dan zo? Fundamentele innovatie Onlangs mocht ik Michael Braungart interviewen voor deze Petrochem. Bij hem vond ik meer inzicht in mijn worsteling. Sinds de Zwitserse chemicus in 2002 samen met architect William McDonough het boek Cradle to Cradle schreef, wordt hij internationaal gezien als een invloedrijk denker. Hoewel je dat niet van een grondlegger van het cradle-to-cradle-principe zou verwachten, is hij helemaal klaar met de term duurzaam. Braun­gart in het hoofdinterview van deze editie: ‘Helemaal jullie Nederlandse term “duurzaam” houdt ons af van wat nodig is. In Nederland betekent duurzaam dat je producten zo lang mogelijk moet gebruiken. Dat ze lang meegaan. Het werkt innovatie juist heel erg tegen.’ Juist innovatie kan ons verder brengen. Braungart moet er niet aan denken dat we bijvoorbeeld nog massaal in slurpende dieselauto’s uit de jaren negentig van de vorige eeuw zouden rondrijden. Alleen omdat de auto’s zelf heel lang mee moeten gaan. De materialen die in deze auto’s zitten, kunnen volgens

hem juist weer een nieuwe bestemming krijgen in verbeterde producten. Bijvoorbeeld in zuinigere en schonere auto’s. Dat is het idee van upcycling, het thema van een recenter boek van Braungart en McDonough: The Upcycle (2013). Een idee dat toepasbaar is op veel terreinen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat veel chemiebedrijven produceren met zwaar verouderde diesels. Chemische installaties worden voor dertig, veertig, vijftig jaar neergezet. Misschien zijn ze energie-efficiënter dan ooit, maar grote stappen worden niet gezet. Braungart: ‘Op deze manier blokkeer je chemische productie in wezen decennialang voor fundamentele innovatie.’ Het Nieuwe Produceren Het draait volgens Braungart dus niet om duurzaamheid, niet om een stap terug zetten, en helemaal niet terug naar de natuur. Hij pleit juist voor technologische vooruitgang en oplossingen die overvloed bieden voor iedereen, maar wel zonder dat we de aarde daarvoor uitputten. Daarbij draait alles volgens hem om kwaliteit, schoonheid en innovatie. Eerder dit jaar besloot Industrielinqs het platform Duurzaam Geproduceerd een nieuwe naam en een nieuwe lading te geven. Onder meer omdat we worstelden met de term duurzaam. Maar ook is ‘geproduceerd’ een voltooid deelwoord, terwijl er nog heel veel te verbeteren valt. We kozen daarom voor de titel Het Nieuwe Produceren, omdat juist innovatie de industrie kan verbeteren. En de ondertitel ‘duurzamer, veiliger, slimmer’ belichaamt de vooruitgang waarover we willen schrijven. Met dank aan Braungart weten we nu nog meer waarom. Ik nodig u graag uit om alvast een kijkje te nemen op onze nieuwe site www.hetnieuweproduceren.nu. Uiteraard volgt er nog veel meer.

Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen

PETROCHEM 10 - 2017 5

PET10 C-Commentaar.indd 5

03-10-17 17:09


FEITEN & CIJFERS

Wageningen Environmental Research bewees onlangs dat het terugwinnen van fosfor uit dierlijke mest ook in het lab en op kleine schaal werkt. Van stikstof en kalium was dat al bekend. Of dit in de praktijk ook een succes is, wordt door de Wageningers in het EU-onderzoeksproject Systemic uitgezocht. Stikstof en fosfor worden nu geproduceerd uit fossiele grondstoffen (fosfor) of door gebruik te maken van grote hoeveelheden fossiele energie (aardgas voor stikstof). AkzoNobel overweegt een nieuwe EHEC-fabriek te bouwen. Het chemiebedrijf onderzoekt de mogelijkheden. Ze verwacht de studie eind 2017 te hebben afgerond. Voor de nieuwe plant worden verschillende locaties overwogen, ook wordt er gekeken om bestaande plants uit te breiden. EHEC wordt gebruikt in de Bermocoll tak van AkzoNobel. De vraag daarnaar stijgt omdat de markt voor verf op waterbasis groeit.

PETROCHEM 10 - 2017 6

PET10 D-FeitenCijfers.indd 6

MOBILITEIT IN EN ROND HAVENGEBIED WORDT VERBETERD In afwachting van een structurele oplossing die nieuwe verkeersinfrastructuur zal brengen, slaan het Havenbedrijf Antwerpen en Alfaport-VOKA de handen ineen om tijdelijke, maar duurzame oplossingen uit te werken om de mobiliteitsdruk voor zowel het vrachtals personenverkeer te verminderen. Jacques Vandermeiren, CEO van het Havenbedrijf Antwerpen: ‘Dé oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk in en rond Antwerpen bestaat niet. Aan de hand van gerichte en offensieve acties willen we de mobiliteitsdruk voor de havenbedrijven verlichten. De huidige mobiliteitsknoop rond Antwerpen weegt op twee fronten op onze bedrijven: enerzijds verliezen zij kostbare werknemers die het beu zijn vrije tijd in de file te verliezen en anderzijds zijn klanten ontevreden door de vertraging die de vracht oploopt.’ Er wordt gekeken naar de binnenvaart, het spoor en de weg. Een aantal voorbeelden: Het proefproject van de nachtopening van de containerterminals aan het Deurganckdok begint al zijn vruchten af te werpen. Dankzij het verlaagde toltarief in de Liefkenshoektunnel nemen sinds 1 juli de volumes die ’s nachts worden behandeld toe. Voor personenvervoer spant het havenbedrijf zich in om de ingebruikname van een extra waterbus in het havengebied of een veer tussen Linkeroever en Rechteroever te versnellen. Ook de Pendelbus Haven van Antwerpen neemt in november vijf extra routes in gebruik. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is de bestaande spoorinfrastructuur in de haven in te zetten voor personenvervoer. SABIC OPENT NIEUWE FABRIEKEN IN GELEEN Sabic heeft een nieuwe proeffabriek voor polypropyleen (PP) in Geleen geopend en een ultramoderne PP-extrusielijn, die op dezelfde locatie wordt gebouwd. De nieuwe fabriek gaat producten ontwikkelen met een verbeterde balans tussen stijfheid en impactweerstand, vloei-eigenschappen en overige kenmerken voor specifieke toepassingen. SABIC gaat inzetten op de ontwikkeling van impact polypropyleen en random copolymeren en homopolymeren. Daarnaast gaat het bedrijf experimenten uitvoeren met geavanceerde katalysatoren. De sterk geautomatiseerde, ultramoderne PP-extrusielijn zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2017 operationeel zijn en springt in op de vraag van klanten naar geavanceerde materialen waarmee ze de volgende generatie lichtgewicht toepassingen kunnen ontwikkelen voor sectoren als verpakkingen, elektronica, de auto-industrie en de gezondheidszorg.

FOTO: SABIC

BASF koopt de polyamide-activiteiten van Solvay voor 1,6 miljard euro. De transactie betreft zowel de upstream en downstream polyamide-activiteiten van Solvay in Europa, Noord-Amerika en Azië, als de downstream technische kunststofactiviteiten in Latijns-Amerika. Solvay zal wel zijn upstream tussenproducten en downstream textielpolyamiden in Latijns-Amerika behouden. Ongeveer 2 400 Solvay-werknemers zijn bij de transactie betrokken. Solvay en BASF streven ernaar de transactie af te ronden in het derde kwartaal van 2018.

AKZONOBEL OPENT GEAVANCEERDE EN DUURZAME VERFFABRIEK Akzonobel heeft een geavanceerde en duurzame verffabriek geopend in Ashington (Engeland). De hi-tech faciliteit kostte meer dan 100 miljoen euro. Het wordt het nieuwe productiecentrum voor Dulux, het voornaamste decoratieve verfmerk van Groot-Brittannië. De Ashington-fabriek maakt gebruik van een aantal hernieuwbare energiebronnen, waaronder fotovoltaïsche cellen en een biomassa ketel, naast een zeer geautomatiseerd productieproces dat water, afval en energie bespaart. Het bedrijf schat dat de CO2-voetafdruk per liter verf die op de site wordt geproduceerd, met 50 procent wordt verlaagd in vergelijking met de productiefaciliteiten van plants die het vervangt. De fabriek zal in staat zijn om de huidige productie van AkzoNobel te verdubbelen tot 200 miljoen liter per jaar - ongeveer genoeg verf om elke woonkamer, badkamer en keuken in het Verenigd Koninkrijk te herinrichting. Met een oppervlakte van 100.000 vierkante meter kan er nog worden uitgebreid.

FOTO: AKZONOBEL

De megafusie tussen DuPont en Dow is rond sinds 31 augustus. De bedrijven gaan nu samen verder als DowDuPont met drie divisies: agriculture, materials science en specialty products. De drie onderdelen moeten zelfstandige beursbedrijven worden. Het moeten drie ‘grootmachten’ binnen de sector worden die bepalend zijn in hun markten. De opsplitsing in de drie bedrijven moet zo spoedig mogelijk plaatsvinden.

Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl

03-10-17 17:10


FOTO: SABIC

ZEVENTIEN BEDRIJVEN UIT INDUSTRIE IN MKB INNOVATIE TOP 100 De 3D-printer van Additive Industries uit Eindhoven die metalen onderdelen in serieproductie kan printen op de fabrieksvloer, heeft de tweede plek in de twaalfde editie van de MKB Innovatie Top 100 veroverd en is daarmee het hoogst genoteerde bedrijf uit de sector industrie. Greentom uit Maastricht, ontwerper en leverancier van ’s werelds eerste ‘groene’ kinderwagen, is de winnaar. De Kamer van Koophandel (KvK) publiceert deze jaarlijkse ranglijst met 100 concrete innovaties in het Nederlandse mkb. Wat in 2012 begon met een idee, groeide de afgelopen jaren uit tot een betaversie die bedrijven als Airbus, GKN, United Grinding en de Kaak Groep al in gebruik namen. Vorig jaar verkocht Additive Industries haar eerste volwaardige metaalprinter. Steeds meer bedrijven zien de voordelen van 3D-printen, juist bij metalen onderdelen. Kersten: ‘Metalen onderdelen die 3D zijn geprint, hebben bijvoorbeeld veel minder kwetsbare deelnaden. De techniek daadwerkelijk in de productielijnen van een bedrijf opnemen, gaat echter alleen als zo’n printer in serieproductie kan werken. Onze printer is de eerste in zijn soort die dat kan.’ PAPIERINDUSTRIE RECYCLET MEER MET NIEUWE MACHINE Bij de productie van tissue vanuit oud papier blijft grijze drab over als afvalmateriaal (ook wel ontinktingsslib genoemd). Met een nieuwe machine kan ook deze drab worden hergebruikt. Er worden pyrolyse-olie en mineralen van gemaakt. De machine is ontwikkeld door Essity (hygiëne- en gezondheidsbedrijf bekend van onder andere TENA en Libresse), technologiebedrijf Alucha en de Universiteit Twente. De pyrolyse machine betekent een doorbraak in het recyclen van productie-afval en zorgt voor honderd procent hergebruik van de grondstoffen en aanzienlijke vermindering van CO2-uitstoot, omdat de pyrolyse olie fossiele brandstoffen vervangt en het slib niet meer over te weg hoeft te worden vervoerd. Pyrolyse is een vorm van recyclen waarbij puur door opwarming -zonder gebruik van zuurstof- de organische stoffen in het slib worden omgezet in olie. De niet-organische delen worden herbruikbare mineralen. De mineralen bevatten genoeg calciumcarbonaat om hergebruikt te kunnen worden in de papierindustrie. Het prototype van de machine kan 100 kilo droog slib per uur verwerken. Essity streeft ernaar om de komende twee jaar grotere machines te bouwen die 1500 kilo slib per uur kunnen verwerken voor al hun papierfabrieken.

FOTO: OCI TERMINAL EUROPOORT

AMMONIAKTANKS OCI TERMINAL EUROPOORT VOLLEDIG GERENOVEERD OCI Nitrogen beschikt sinds 2011 in de haven van Rotterdam over een ammoniakterminal. Bij een uitgebreide inspectie van de opslagtanks in 2015 bleek dat renovatie noodzakelijk was. Inmiddels zijn de twee ammoniaktanks volledig gerenoveerd. Bovendien beschikken ze nu over de modernste technieken en veiligheidssystemen. De tanks kunnen weer 20 tot 25 jaar mee. OCI Terminal Europoort verbindt moederbedrijf OCI Nitrogen met de zee. Terminal manager André Meulmeester: ‘We gebruiken de terminal voor de op- en overslag van ammoniak en ammoniakwater. De renovatie van de tanks zorgt voor een verdubbeling van de capaciteit van de terminal.’ De eerste tank is in 2015 gerenoveerd, in 2016 stond de tweede op de planning. De isolatie is vernieuwd, beide tanks kregen een nieuw dak en er is een lift geïnstalleerd om veilig op het dak te komen. Het leidingwerk werd ook volledig vernieuwd. ‘In de oude situatie hadden we één leiding om de tank te vullen. Dit heb je liever niet als de vloeistof in een noodsituatie snel weg moet kunnen. We hanteren nu een volledig nieuw systeem waarbij het laden en lossen van elkaar is gescheiden en bovendien veel sneller gaat. We vullen de tank aan de bovenkant met een nieuwe leiding en trekken hem aan de onderkant met een grotere leiding leeg.’

Het ministerie van Economische Zaken geeft samen met het Europees Investeringsfonds (EIF) honderd miljoen euro aan extra financiering voor scale-ups. Snelgroeiende startups krijgen daarmee hulp om hun activiteiten verder uit te bouwen. In het fonds gaan marktpartijen naar verwachting nog eens honderd miljoen euro aan kapitaal investeren. Minister Kamp, Economische Zaken: ‘Snelgroeiende bedrijven hebben moeite om voldoende financiering uit de markt te halen en zijn veelal afhankelijk van risicokapitaal van externe investeerders. Dit fonds moet veelbelovende bedrijven helpen door te groeien. De producten en diensten die zij op de markt brengen, dragen bij aan de economische groei, de werkgelegenheid, de productiviteit en het innovatievermogen van Nederland.’ De RDM Training Plant is in september begonnen met zo’n veertig opleidingen, variërend van ‘werken op hoogte’ en ‘herkennen van risico’s’ tot beroepstrainingen als flensmonteur, isolatiemedewerker of hogedrukspuiter. De RDM Training Plant bevindt zich in het hart van de Rotterdamse haven. Het bedrijfsleven en het techniekonderwijs kunnen hier nu samen gebruik maken van een ‘real life’ trainingsfaciliteit, bedoeld voor techniekstudenten en bestaand personeel in de haven en industrie. Een langdurig samenwerkingsverband tussen opdrachtgever en -nemer kan veel opleveren. Zo heeft de samenwerking tussen folie-specialist Orafol Europe en het servicegebied van de Dürr Clean Technology Systems-afdeling in meer dan tien jaar een hoog niveau van betrokkenheid bereikt. ‘Omdat onze teams vaak open communiceren, bieden we geen out-of-the-box-oplossingen aan, maar werken we samen aan een aanpak op maat. De ervaringen die we tot nu toe hebben behaald, laten zien dat dit uiteindelijk tot de laagste totale kosten leidt.’ Lees op www.petrochem.nl meer over deze samenwerking in de whitepaper Collaborative Partnership as key to Success van Dürr.

PETROCHEM 10 - 2017 7

PET10 D-FeitenCijfers.indd 7

03-10-17 17:10


Redfox-serie switches van Westermo; de meest robuuste vorm van ICT. WESTERMO heeft een jarenlange geschiedenis in het ontwikkelen en fabriceren van betrouwbare industriÍle netwerkswitches. De Redfox-serie switches is de meest robuuste vorm van ICT, zowel in DIN-rail/wall mount als 19�-versie. Van laag 2 tot routing switch met IPsec VPN-integratie, mogelijk gemaakt door een net zo robuust operating system als het mechanisch en elektronisch ontwerp. Staat cyber-security, uiterste betrouwbaarheid en toekomstgerichtheid bij u op de wensenlijst? Twijfel dan niet en kies voor Westermo.

Robust Industrial Data Communications - Made Easy

www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

adv_WmoA4_RedFox.indd 1 PET10 ADVERTENTIES.indd 8

20-04-17 15:44 03-10-17 17:01


FEITEN & CIJFERS BEDRIJVEN BETALEN GROS VERNIEUWDE ENERGIEHEFFING IN VLAANDEREN De alternatieve regeling voor de energieheffing die de Vlaamse regering tijdens de Septemberverklaring heeft aangekondigd zorgt er op korte termijn voor dat de structurele tekorten uit het verleden grotendeels worden weggewerkt, maar een coherente visie op lange termijn ontbreekt. Dat vindt essenscia vlaanderen, de federatie van de chemie, kunststoffen en life sciences, op basis van een eerste analyse van de cijfers. De hervormde energieheffing die de Vlaamse regering heeft voorgesteld bevat volgens essenscia enkele goede elementen, zoals het behoud van een financieringsbasis die elektriciteitsverbruik niet lineair penaliseert. Het voorstel zorgt er bovendien voor dat de factuur voor gezinnen fors daalt en dat de kosten voor de industrie ongeveer stabiel blijven. Aan de andere kant zien ondernemingen wel de beloofde kostendalingen vanaf 2018 wegvallen. Die verlaging was bedoeld om de concurrentiekracht te verbeteren omdat bedrijven in Vlaanderen zo’n 10 tot 40 procent meer betalen voor energie dan hun concurrenten in de buurlanden. Die kostenhandicap blijft dus bestaan, terwijl de ondernemingen de inspanningen op zich moeten nemen door ruim 80 procent van de kosten van de vernieuwde heffing te dragen. MIJLPAAL VOOR SDA-PROJECT SHELL PERNIS De in aanbouw zijnde Solvent DeAsphalter Unit (SDA) van Shell Pernis heeft weer een mijlpaal bereikt. Er zijn een aantal belangrijke onderdelen binnengekomen. Deze onderdelen zijn in China gefabriceerd en daarna per schip naar Nederland vervoerd. Ook wordt er op dit moment al virtueel getraind in de fabriek. Bij Mammoet in Schiedam is de 650 ton wegende en 30 meter hoge procesmodule op een kleinere boot geladen, die vervolgens bij Shell Pernis aan de kant zijn gereden. De SDA krijgt als taak zware bestanddelen te verwijderen uit een stroom aardolieproducten waardoor in andere fabrieken meer lichtere, hoogwaardige producten zoals benzine en diesel kunnen worden gemaakt. Het SDA-project zal de komende maanden steeds meer vorm krijgen en in 2018 operationeel zijn. Ingmar Ooms van het SDA-project: ‘Voor de operators is een Operator Training Simulator (OTS) gebouwd. Door deze simulator kunnen alle start-ups, shut-downs en noodscenario’s worden getraind voordat de fabriek daadwerkelijk gaat draaien. De OTS heeft zelfs al een paar configuratiefouten vooraf aangetoond, zodat we deze voor de bouw en start van de SDA hebben kunnen elimineren.’ Nieuw voor Shell Pernis is de mogelijkheid om met een iPad door de fabriek te lopen en met een 3D-model te checken of de constructie klopt zoals die bedacht is, stelt Ooms. ‘Wat operators van oudsher doen is het checken vanaf tekening in het veld. Maar daar kan je niet op zien hoe bijvoorbeeld een afsluiter daadwerkelijk moet worden geplaatst. Nu is de SDA-fabriek in China grotendeels door twee van onze operators met de iPad gecontroleerd.’ BRENT RUWE OLIEKOERS 61,00

59,75

Nederland verstevigt dit jaar haar vierde plaats op de ranglijst van meest concurrerende economieën ter wereld. Met een betere score dan in 2016 behoudt Nederland de positie van meest concurrerende economie in de Europese Unie. Wereldwijd lopen alleen Zwitserland, Singapore en de VS nog voor op Nederland. Dit blijkt uit de jaarlijkse, toonaangevende ranglijst van het Global Competitiveness Report die is opgesteld door het World Economic Forum. Nederland staat al sinds 2005 onafgebroken in de top-tien van de meest concurrerende economieën ter wereld. Het kabinet stelde zichzelf in het Regeerakkoord de ambitie om de positie van Nederland in de top-vijf van de meest concurrerende economieën te verankeren en versterken.

PERSONALIA Wintershall heeft Hugo Dijkgraaf (42) benoemd tot directeur van haar Noorse dochteronderneming. Dijkgraaf werkt sinds 2000 bij het bedrijf en is vice-president en project director van het Maria-project. Per november gaat hij aan de slag bij Wintershall Norge. Pieter Imhof (1962) is benoemd tot Chief Executive Officer van BioBTX. Als CEO zal hij verantwoordelijk zijn voor een verdere versnelling in de opschaling en commercialisatie van de BioBTX-technologie. Imhof heeft verschillende managementfuncties bekleed binnen AkzoNobel Catalysts. In deze rollen heeft hij succesvol meerdere katalysatoren, katalysatorbouwstenen en additieven ontwikkeld en wereldwijd gecommercialiseerd.

PRIJS PER VAT IN US DOLLARS

58,50

57,25 56,00

54,75

53,50

52,25

51,00

21 22 23 24 25 28 29 30 31 1

4

5

6

7

8

11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25

Jeroen van Woerden is per 1 oktober aangesteld als CEO van Vaassen Flexible Packaging. Vaassen Flexible Packaging is een internationale producent van gespecialiseerde verpakkingsmaterialen voor de zuivel- en tabaksverwerkende industrie. Van Woerden werkte hiervoor als managing director bij Kemira in Rotterdam. In 2016 is hij verkozen tot Plant Manager of the Year.

September 2017

PETROCHEM 10 - 2017 9

PET10 D-FeitenCijfers.indd 9

03-10-17 17:10


INTERVIEW

‘Ook CO2 is een nutriënt’

PETROCHEM 10 - 2017 10

PET10 O-Interview.indd 10

03-10-17 17:19


Waarom zouden chemieclusters geen netto-­ gebruikers van CO2 worden? Geestelijk vader van cradle-to-cradle Michael Braungart kan er zich aan ergeren dat CO2-neutraal en reductie van uitstoot ongeveer als het hoogste streven wordt gezien. ‘Bomen stoten ook uit, maar ze zijn carbon positive, ze zetten CO2 om in biomassa en zuurstof.’ Volgens Braungart moeten we af van ons calvinisme: ‘We moeten niet minder doen van wat slecht is, maar veel meer van het goede.’ Wim Raaijen

FOTO: BASF

Sinds chemicus Michael Braungart in 2002 samen met architect William McDonough het boek Cradle to Cradle schreef, wordt hij internationaal gezien als een invloedrijk denker. Het gedachtengoed is door velen - waaronder grote bedrijven overgenomen en bedrijven kunnen hun producten tegenwoordig zelfs cradle-to-cradle certificeren. Ondertussen scherpten de heren hun ideeën aan. Sinds hun tweede boek The Upcycle, rekenden Braungart en McDonough een paar jaar geleden af met begrippen als “duurzaamheid” en “circulaire economie”. ‘Helemaal jullie Nederlandse term “duurzaam” houdt ons af van wat nodig is. In Nederland betekent duurzaam dat je producten zo lang mogelijk moet gebruiken. Dat ze lang meegaan. Het werkt innovatie juist heel erg tegen’, stelt Braungart, die onder andere college geeft aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en wereldwijd nog steeds een veelgevraagde spreker is. ‘Ik wil pleiten voor overvloed voor iedereen, zonder dat we de aarde daarvoor uitputten. Daarbij draait alles om kwaliteit, schoonheid en innovatie’, vertelt hij net nadat hij een keynote heeft gegeven bij een congres voor het hoogste management van foodconcern Cargill in het Muziekgebouw aan het IJ in Amsterdam. Oude Mercedessen Braungart moet er niet aan denken dat we bijvoorbeeld nog massaal in verouderde, brandstof slurpende, vervuilende dieselauto’s zouden rondrijden, alleen omdat de auto’s zelf heel lang mee moeten gaan. De materialen die in deze auto’s zitten, kunnen juist weer een nieuwe bestemming krijgen in verbeterde producten. Bijvoorbeeld in zuinigere en schonere auto’s. PETROCHEM 10 - 2017 11

PET10 O-Interview.indd 11

03-10-17 17:19


INTERVIEW Dat is het idee van upcycling. Het geldt natuurlijk op allerlei terreinen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat veel chemiebedrijven produceren met zwaar verouderde diesels. Chemische installaties worden voor dertig, veertig, vijftig jaar neergezet. En misschien zijn ze energie-efficiënter dan ooit, maar grote stappen worden niet gezet. Braungart: ‘Op deze manier blokkeer je chemische productie in wezen decennialang voor fundamentele innovatie.’ Er is volgens Braungart veel mis met onze denkmechanismen, te beginnen bij ons groene vocabulaire. En niet alleen het woord duurzaam. ‘We moeten ook af van termen als recycling en circulaire economie. Het lijkt heel wat, maar die begrippen staan nog steeds voor lineaire processen. Materialen worden bij recycling heel vaak hergebruikt in producten met een lagere waarde. Daarmee doe je geen recht aan innovatie. Met veel enthousiasme werd een tijdje geleden bijvoorbeeld gepresenteerd dat staal uit oude Mercedessen een nieuwe functie kan krijgen in de constructies van gebouwen. Ik ben daar minder positief over. Want in het staal zitten bijvoorbeeld ook nog concentraties zeldzame en dure aardmetalen, die in producten met een

veel hogere toegevoegde waarde kunnen worden verwerkt, zoals in smartphones. Haal die er eerst maar eens uit. Dan doe je aan upcycling. Je geeft een deel van de materialen in het volgende product meer waarde dan daarvoor. En is het materiaal dat overblijft werkelijk het beste af in staalconstructies van gebouwen?’ Carbon positive In zijn gedachtengoed bouwt Braungart voortdurend voort op de basis van cradle-to-cradle: Producten moeten aan het einde van hun gebruiksfase niet worden gezien als afval. ‘Afval is een kwaliteitsprobleem. Producten zijn samenstellingen van waardevolle materialen. Of ik in dezelfde lijn denk als Thomas Rau? Het is andersom. Het is mijn werk! Rau borduurt voort op mijn gedachtengoed. Dat is wat architecten doen. Die laten zich inspireren. In dit geval is dat ook prima, want hoewel Rau geen klant volledig op eigen kracht heeft verworven, zorgt hij ervoor dat goede zaken verder worden gebracht. Het is sowieso veel beter dan dat we met ons allen terugvallen op mechanismen en termen als circulaire economie.’ Niets beter voor evangelisatie, dan je bijbel laten jatten? ‘Ja, dat is wel een

Michael Braungart: ‘We moeten ophouden de natuur te romantiseren.’

goede vergelijking, hoewel het verband met religie hier misschien wat ongelukkig is. Het is juist het calvinisme dat ons in het Westen al heel lang op het verkeerde been zet. Het is ook niet verwonderlijk dat we momenteel in Japan het meest succesvol zijn met onze ideeën. Daar weten ze namelijk wat total quality management inhoudt. Het draait om continu verbeteren. Hier in het Westen en zeker ook in Nederland doen we vooral aan schuldmanagement. We voelen ons schuldig omdat we de natuur aan het vernietigen zijn en willen dat goedmaken. We zijn ons continu aan het verontschuldigen dat we hier zijn. Ook willen we terug naar de natuur en dan kijken we vanaf een terras naar mooie vergezichten.’ Braungart rekent graag af met dat romantische beeld. ‘Alles moet biobased worden? Uiteindelijk is aardolie ook gewoon biobased! Echt, de natuur is allesbehalve lieflijk. In de natuur komen stoffen voor die vele malen giftiger zijn dan de meest toxische synthetische stoffen. We moeten ophouden de natuur te romantiseren. Wel kunnen we de natuur zien als onze leermeester en partner.’ En dan moeten we direct af van het schuldgevoel en ons compensatiegedrag. Hoewel de toon van Braungart vaak heel kritisch is, is zijn boodschap positief en optimistisch. ‘We moeten niet minder doen van wat slecht is, maar veel meer van het goede. Het draait om kwaliteit, kwaliteit en nog eens kwaliteit. Een beter leven voor iedereen. We moeten doen wat goed is voor alle miljarden mensen. Een product dat niet goed is voor iedereen, is eenvoudig niet goed genoeg. Als we ons richten op meer van het goede, is ook veel meer mogelijk. Als we alleen maar compenseren wat niet goed is, dan tendeer je naar nul. Met steeds kleinere stapjes. Staat het goede centraal, dan wordt juist steeds meer mogelijk.’ Precies daarom ergert Braungart er zich aan als CO2-neutraal en reductie van uitstoot ongeveer als het hoogste streven wordt gezien. ‘De stad Amsterdam wil CO2-neutraal worden. Het is gewoon pervers! Heb je ooit van een CO2-neutrale boom gehoord? Bomen stoten ook uit, maar ze zijn carbon positive, ze zetten CO2 om in biomassa en zuurstof. Neutraal… Stel je voor dat een vader of moeder straks thuiskomt en zegt: ‘Van-

PETROCHEM 10 - 2017 12

PET10 O-Interview.indd 12

03-10-17 17:19


daag ben ik eens kindneutraal’. Dat kan niet eens. Net zo goed dat CO2-neutraal gewoon niet bestaat.’ NOx Voor de chemische industrie heeft chemicus Braungart ook een positieve boodschap. Industriële clusters als Rotterdam, Antwerpen, Chemelot en de Eemsdelta kunnen carbon positive worden, is zijn overtuiging. ‘Ze kunnen CO2 uit de atmosfeer halen en er heel goede dingen mee doen. Ook chemiebedrijven moeten af van het concept afval. Denk alleen maar in nutriënten. Ook CO2 is gewoon voeding. De atmosfeer is een opslagmedium, een batterij voor onder andere CO2. In Dubai zijn we momenteel bij een project betrokken waar we methaan of methanol maken uit CO2 en water. Gewoonweg door ze samen tot de gewenste temperatuur op te warmen. Een eenvoudig thermisch proces dus.’ Hetzelfde geldt ook voor NOx. ‘We vinden dat we problemen als zure regen prima hebben opgelost door stikstofoxiden te neutraliseren. Maar waarom beschouwen we ze niet als waardevolle

‘Helemaal jullie Nederlandse term “duurzaam” houdt ons af van wat nodig is.’

grondstoffen? In Ludwigshafen gebruikt BASF momenteel evenveel energie als Denemarken in totaal. Een groot deel daarvan is nodig voor de productie van ammoniak.’ Hiervoor zijn enorme hoeveelheden aardgas nodig als grondstof en als brandstof. Braungart: ‘Waarom gaan we niet met duurzaam opgewekte energie ammoniak maken van NOx?’ De chemische bouwstenen liggen dus voor het oprapen. Ook op het gebied

van autobrandstoffen. ‘Ik geloof niet dat volledig elektrische auto’s de toekomst hebben. De infrastructuur ligt er nog niet en laadstations zijn bijvoorbeeld duur. Ik denk dat hybride auto’s met brandstofcellen en batterijen meer kans maken. Ze rijden dan op synthetische brandstoffen, bijvoorbeeld waterstof of methaan. Geproduceerd onder andere door elektrolyse van water met wind- of zonne-energie. Power to fuel.’ ■

HET NIEUWE PRODUCEREN Het Nieuwe Produceren is een nieuw platform waarin industriële vooruitgang centraal staat. Het platform geeft informatie over ontwikkelingen en innovaties die de industrie duurzamer, slimmer en veiliger maken. Het platform wil de industrie bewuster maken van de mogelijkheden. Via artikelen in onze vakbladen, de website www.hetnieuweproduceren.nu, de nieuwsbrief en met diverse bijeenkomsten en congressen bereikt het platform haar doelgroep.

PETROCHEM 10 - 2017 13

PET10 O-Interview.indd 13

03-10-17 17:19


PET10 ADVERTENTIES.indd 14

03-10-17 17:02


AGENDA CONGRES / BEURS / EVENEMENT T.A.Cook uk.tacook.com

SAP S/4HANA FOR OIL AND GAS SAP S/4HANA is a real-time ERP suite for digital business. It is built on SAP’s advanced in-memory platform, SAP HANA, and offers a personalised, consumer-grade user experience with SAP Fiori. Deployable in the cloud or on-premise, SAP S/4HANA can drive instant value across all lines of business – no matter your industry or business size. Als u de kortingscode PETROCHEM10 gebruikt bij registratie krijgt u 10 procent korting.

25-26 oktober 2017 Dorint Hotel, Amsterdam

Veiligheid Voorop www.veiligheidvoorop.nu

VEILIGHEIDSDAG VEILIGHEID VOOROP Veiligheid Voorop organiseert de vijfde Veiligheidsdag bij AkzoNobel in Arnhem. Het thema is deze keer ‘eigenaarschap’. Hoe werk je op veiligheid samen en hoe neem je je persoonlijke verantwoordelijkheid daarin? In twee break-outsessies ga je samen met andere deelnemers aan de hand van een casus een ruimtemissie voltooien. Daarnaast zal keynote speaker André Kuipers vanuit eigen perspectief zijn licht laten schijnen op het thema ‘veiligheid en eigenaarschap’.

2 november 2017 AkzoNobel, Arnhem

IIR iir.nl/events/opslagtanks

OPSLAGTANKS 8 & 9 november vindt de 27e editie plaats van de conferentie Opslagtanks: het kennis en netwerkplatform voor tankprofessionals in Nederland en België. Tijdens dit event hoort u alles over de laatste actualiteiten, discussiepunten, uitvoering van opgelegde acties en implementaties van de regels en impact voor uw bedrijf.

8-9 november 2017 Carlton Oasis, 
 Spijkenisse

VoltaChem, SmartPort en Deltalinqs info@voltachem.com

VOLTACHEM JAAREVENT 2017 Het evenement richt zich op de bijdrage die industriële elektrificatie levert aan fossiele decarbonisatie op grote schaal terwijl het concurrerend vermogen van de stakeholders wordt vergroot. We presenteren onze vernieuwde roadmap voor industriële elektrificatie die zich richt op de productie van plastics, brandstoffen en kunstmest, op haalbare businesscases op de korte en middellange termijn en op concrete projectresultaten. Als u deel wilt nemen aan dit besloten event (invitation-only), dan kunt u voor 1 november 2017 een korte motivatie sturen naar info@voltachem.com om een persoonlijke uitnodiging aan te vragen. Het aantal beschikbare plaatsen voor dit event is beperkt.

9 november 2017 Delta Hotel, Vlaardingen

ILM Exhibitions www.ilmexhibitions.com/ peftec

PEFTEC 2017 PEFTEC is a specialist conference and exhibition for the petrochemical, chemical and oil industries. Visitors to PEFTEC will be process mangers and laboratory scientists who test and analyse petrochemicals and oil as well as environmental managers who monitor and water and air emissions in and out of the processing plant.

29-30 november 2017 Antwerpen

Industrielinqs pers en platform, Utilities platform en FME Energy utilities.nl/jaarcongres2017

12 december 2017 FME, Zoetermeer INDUSTRIE & ENERGIE 2017: VERSNELLEN De industrie wil zijn CO2-uitstoot terugdringen en claimt zijn rol in de energietransitie. De energiegrootverbruikers committeerden zich onlangs nog aan een extra energiebesparing van negen petajoule. Het huidige tempo van energie- en CO2-besparing is echter te laag om de CO2-uitstoot naar het niveau terug te dringen dat in het klimaatakkoord in Parijs is afgesproken. Versnellen is dan ook de enige optie. Versnellen door doorbraakinnovaties die de wereld van moleculen en elektronen met elkaar verbinden. Versnellen door harmonisatie van wet- en regelgeving en financieringsmodellen.

PETROCHEM 10 - 2017 15

PET10 H-Agenda.indd 15

03-10-17 17:13


PLANTMANAGER

‘Een site leader is een people leader’ Volgens routeplanner.nl is het 385 kilometer van Delfzijl naar Terneuzen. Het is een rit die Harry van de Worp met enige regelmaat maakt. De site leader van de Dow-fabriek in Groningen vindt het alleen maar logisch dat hij kan leunen op de ‘grote broer’ in Zeeuws-Vlaanderen. ‘Ik maak graag gebruik van de kennis en de expertise die ze daar in huis hebben om te zorgen dat we ook hier kunnen excelleren in alles wat we doen.’

Laura van der Linde

De fabriek in Delfzijl bestaat uit drie units. De eerste is in 1973 gebouwd, de tweede in 1982 en in 2000 kwam de derde, grotere unit erbij. ‘Met deze drie destillatietorens worden isocyanaten geproduceerd’, vertelt site leader Harry van de Worp. ‘Deze behoren tot de poly­ urethaan-familie en worden gebruikt voor van alles en nog wat: van matrassen en isolatiemateriaal tot schoenzolen, kunstleer en plakmiddelen.’ Ruim zestig procent van de output is bestemd voor diverse Dow-systeemhuizen. Dow is zelf dus de grootste klant van Dow Delfzijl. Het overige deel wordt verscheept naar externe klanten. Van de Worp: ‘De vraag naar ons product is hoog. We draaien 24 uur per dag, 365 dagen in het jaar productie. Er wordt hier keihard gewerkt om aan de vraag te voldoen.’ Waardering Van de Worp is zeer begaan met de organisatie en met de mensen die er

werken. Het staat voor hem als een paal boven water: een site leader moet ook een people leader zijn. ‘Je mensen zijn ongelooflijk belangrijk. Ieder jaar is er een zogenaamde ‘appreciation week’, om de werknemers extra in het zonnetje te zetten. Je waardering uitspreken is heel belangrijk.’ Oog hebben voor datgene dat medewer­ kers bezig houdt, is iets dat Van de Worp ook heeft geleerd van zijn vrouw. ‘Zij is ‘team leader’ van de apotheek in het ziekenhuis en stuurt dus ook medewer­ kers aan. Haar empathisch vermogen is groots en daar heeft ze mij wel iets van meegegeven.’ Hij heeft daar wel aan moeten wennen. Voor hij in 2012 samen met zijn echtge­ note naar Delfzijl verhuisde, liep hij al 25 jaar op de plant van Dow Terneuzen rond in verschillende functies. In Delfzijl was hij de eerste twee jaar operations leader en in 2014 werd hij aangesteld als site leader. ‘Binnen projecten werkte je uiteraard samen met anderen, maar als site leader een club van 55 mensen aan­ sturen, is iets heel anders.’ Veiligheid Wat Van de Worp sowieso heeft meege­ nomen vanuit vorige functies bij Dow is de aandacht voor veiligheid. Ook hier staat de zorg voor zijn mensen voorop. ‘Dow heeft een uitstekende reputatie op het gebied van veiligheid. Ik denk dat ik daaraan als voormalig EH&S-manager wel een steentje heb bijgedragen.’ Op het gebied van veiligheid is hij enorm gedreven. Hier worden geen concessies gedaan. Van de Worp herinnert zich de brand in de SBH-fabriek in 2011. ‘Deze fabriek was indertijd onderdeel van Dow Chemical. De brand werd veroorzaakt doordat bij het overladen van natrium

PETROCHEM 10 - 2017 16

PET10 P-Plantmanager.indd 16

03-10-17 17:20


iets mis ging, waardoor de stof vlam vatte. Aandacht voor veiligheid is nooit overdreven.’ Sinds zijn komst naar Dow Delfzijl in 2012 zijn op dit vlak veel verbeteringen doorgevoerd. ‘Dat moet ook wel. Zowel intern als extern wordt de lat op het gebied van EH&S steeds hoger gelegd. Compliance is alsmaar belangrijker, en terecht. Veiligheid hoort altijd bovenaan te staan. Het is een van de basisvoorwaarden voor je operating permit.’ Vraag/aanbod De vraag naar isocyanaten is de afgelo­ pen jaren enorm toegenomen. Van de Worp benoemt als oorzaak de toege­ nomen welvaart. ‘Ons product wordt gebruikt om het leven wat aangenamer te maken. De mens wil meer comfort, zal misschien eerder een nieuwe matras of bank kopen dan vroeger. Huizen worden goed geïsoleerd, want we willen het niet koud hebben.’ Hierdoor is de

Van de Worp: ‘Ik vind dat we, zo veel als mogelijk, onze eigen broek op moeten houden.’

productie al 2,5 jaar volledig uitverkocht en dat brengt wel een enorme druk met zich mee. ‘Een uur waarin niet kan worden geproduceerd, kan niet worden ingehaald. Dat uur is weg.’ Wat wel verandert, is het economisch perspectief. De vraag en ook het aanbod komen tegenwoordig uit de hele wereld. Daarom wordt voor uitbreiding van de productiecapaciteit ook wereldwijd naar mogelijkheden gekeken. Van de Worp: ‘Dow is bezig met een uitbreiding in Saudi-Arabië. Daar is een nieuwe fabriek gebouwd en deze draait inmiddels.’ Er is flink geïnvesteerd in deze fabriek; in totaal twintig miljard dollar. Voor Delf­ zijl is de nieuwe fabriek een belangrijke speler in de aanvoer van isocyanaat.

‘Voor Dow Delfzijl zal de aanvoer naar verwachting beter en betrouwbaarder worden.’ Grote broer De groeiende vraag betekent niet dat de orders vanzelf binnen komen en dat er geen acquisitie hoeft te worden gepleegd. ‘In de afgelopen zeventien jaar is er mar­ ginaal geïnvesteerd in Dow Delfzijl. We hebben de beschikking over het hoogno­ dige. Gelukkig kunnen we wel leunen op kennis, mankracht en middelen die Dow Terneuzen in huis heeft. Maar ik vind dat we ook, zo veel als mogelijk, onze eigen broek op moeten houden. Daarom steek ik mijn nek uit voor Dow Delfzijl en doe ik wat ik kan om werk binnen te halen. PETROCHEM 10 - 2017 17

PET10 P-Plantmanager.indd 17

03-10-17 17:20


S C H R IJ F N U IN!

COLLEGEREEKS PLANT MANAGEMENT NEXT EEN EFFICIËNTER PRODUCTIEPROCES EN BETERE RESULTATEN

Nieuwe technieken bieden nieuwe kansen, maar wanneer leveren innovaties daadwerkelijk wat op voor het Moderne Plant Management? Speciaal voor u ontwikkelden Nyenrode Business Universiteit en Petrochem de Collegereeks Plant Management Next. RETURN ON EDUCATION:

UW INVESTERING

• Inzicht in de kansen en uitdagingen voor het moderne Plant Manage-

€ 1.995,- excl. BTW.

ment. • Ontwikkel professionele vaardigheden en stuur uw teams en fabrieken met verbeterde impact aan.

STARTDATUM 31 januari 2018

• Praktische handvatten om hedendaagse uitdagingen om te zetten in effectieve strategieën op het gebied van communicatie, innovatie, veiligheid en leiderschap. Ontwikkel een nieuwe kijk op eigenaarschap en help het moderne Plant

IN SAMENWERKING MET

Management aan betere resultaten! MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVING VIA

PP@NYENRODE.NL

+31 (0)346 291 717

EXECUTIVEEDUCATION.NL

NYENRODE. A REWARD FOR LIFE

PET10 ADVERTENTIES.indd1 18 PMN_A4adv_w34_01.indd

03-10-17 22-08-17 17:03 14:27


We zijn dan wel een kleine satellietplant vergeleken bij de grote hub in het Zuiden van het land, maar ze zullen weten dat we er zijn.’ Daarom vindt Van de Worp de uitwisseling met Terneuzen ook zo belangrijk. Hij reist regelmatig het land door naar de plaats waar hij 25 jaar lang heeft rondgelopen. Ook is er veel telefonisch contact. ‘Dat vond men hier in het begin wat overdreven. Er heerste een mentaliteit van ‘we lossen het zelf wel op’. Inmiddels is de samenwerking met Terneuzen op alle vlakken stevig geïntensiveerd en is er behalve de fysieke afstand geen verschil met de andere Terneuzen-afdelingen’, vertelt Van de Worp lachend. ‘Waarom zouden we hier het wiel uitvinden, als het daar al is uitgevonden?’ Toekomst Die mentaliteit van ‘we lossen het zelf wel op’ getuigt ook van eigenaarschap en dat wil Van de Worp zeker niet helemaal van tafel schuiven. ‘Mooi dat de mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen werk, voor de eigen plant.’ Dat

‘Mensen zijn committed en het willen excelleren zit hier inmiddels in het DNA.’

ze daarvoor keihard werken, ziet Van de Worp wel. ‘Uit de jaarlijkse enquête, waarin iedereen mag zeggen wat hij vindt, komt wel naar voren dat er sprake is van werkgerelateerde stress. Ik doe mijn best om dat op te lossen, maar dat is niet eenvoudig.’ Doordat in het verleden minder is geïnvesteerd, kan op het gebied van automatisering nog iets worden verbeterd en gewonnen. ‘We willen investeren in betrouwbaarheid. Daar is dit een aspect

van. Dan moet je willen investeren om ervoor te zorgen dat de apparatuur weer state of the art is. Wellicht vermindert de werkbelasting daarmee ook wat.’ Van de Worp kijkt met vertrouwen naar de toekomst. ‘Met het team dat hier werkt, komt het zeker goed. Mensen zijn committed en het willen excelleren zit hier inmiddels in het DNA. Daarom doe ik op mijn beurt mijn best om het hier goed voor elkaar te hebben. Voor Dow en voor mijn mensen.’ ■

PLANTMANAGER In deze nieuwe rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plantmanager aan het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Door over het hek van anderen te kijken, zijn situaties te herkennen en geven de verschillen juist inspiratie voor verbeteringen. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren?

PETROCHEM 10 - 2017 19

PET10 P-Plantmanager.indd 19

03-10-17 17:20


PLANT ONE

Waterstof makkelijk opslaan De fossiele brandstoffen raken op en zijn vervuilend. Waterstof is een van de gedroomde alternatieven, maar tot nu toe was het altijd moeilijk op te slaan. Met de H2Fuel-technologie kan waterstof onder gewone atmosferische omstandigheden in een vloeistof worden opgeslagen. Wanneer de waterstof weer uit deze vloeistof wordt gehaald, is het rendement bijna honderd procent. Bij Plant One heeft H2Fuel een demonstratiemodel.

Waterstof is oneindig voorradig, geeft geen schadelijke emissies, kan worden gebruikt als brandstof of voor de opslag van energie. De grootste hobbel bij de waterstofeconomie is de opslag ervan. Waterstof moet onder hele hoge druk of bij zeer lage temperatuur worden opgeslagen, wat het gevaarlijk en inefficiënt maakt. De techniek om waterstof wel onder atmosferische omstandigheden op te kunnen slaan was al langer bekend, maar het is nooit geluk om dat efficiënt te krijgen. H2Fuel is daar wel in geslaagd. Drager Het bedrijf heeft als oplossing waterstof gebonden aan een drager natriumboorhydride (NABH4). ‘Wij kunnen de waterstof daaruit vrij maken door er ultra puur water aan toe te voegen’, legt Frank Dobbelaar uit. ‘Er komt waterstof vrij uit natriumboorhybride, maar ook uit het pure water zelf. Hierdoor verdubbelen we de opbrengst van waterstof. Dit maakt de opslag van waterstof ineens wel rendabel, want nu kan je waterstof opslaan onder atmosferische omstandigheden en met een heel hoog rendement (theoretisch is 98 procent haalbaar, red.) weer vrijmaken.’ De reststoffen die bij de reactie vrijkomen kunnen na een recyclingproces worden hergebruikt voor omzetting naar natriumboorhydride. Waterstof heeft heel veel mogelijkheden

en kan onder andere worden gebruikt als brandstof en voor elektriciteit. Dobbelaar: ‘Als je waterstof combineert met zuurstof krijg je water en elektriciteit. Andersom kan je via elektrolyse uit elektriciteit en water, waterstof maken. Vervoer H2Fuel kan in een droge vorm of als vloeistof worden aangevoerd en afgevoerd. Dobbelaar: ‘Het bijkomende grote voordeel is dat je de bestaande infrastructuur met benzinestations gewoon kan blijven gebruiken. Je hebt geen waterstofstations nodig met alle veiligheidseisen die daarbij komen kijken. Het gebruik van waterstof is gemakkelijk te implementeren.’ Het doel van H2Fuel is om de techniek te verkopen aan andere partijen zodat zij gebruik kunnen maken van de technologie waar het bedrijf het patent op heeft. Dobbelaar: ‘Verschillende partijen zijn enthousiast, maar ze willen eerst zien dat onze technologie ook echt werkt. Bij Plant One hebben we daarom nu een demonstratiemodel staan.’ ■

FOTO’S: H2FUEL

Deze pagina’s worden mogelijk gemaakt door Plant One

PETROCHEM 10 - 2017 20

PET10 M Plant One.indd 20

03-10-17 17:33


PLANT ONE

FOTO: PLANT ONE

De grootste vraag bij het project is echter wie de opslagkosten gaat betalen. Bij brandstoffen worden deze in de ‘pompprijs’ verrekend. Bij elektriciteit is nog niet duidelijk wie het moet betalen. Ook in de zaal heeft niemand direct een oplossing klaar voor hem, hoewel wel wordt gesuggereerd dat de regering een beslissing moet nemen over wie de opslagkosten gaat betalen.

Gabriel Tschin legt aan Prins Constantijn uit hoe Plant One bijdraagt aan het versnellen van upscaling.

De hobbels van start-ups Een goed idee voor een nieuw product, dienst, fabriek of bedrijf is niet genoeg. Elk startend bedrijf krijgt te maken met hordes die het onderweg moet nemen. Tijdens StartUpFest bij Plant One deden een aantal startups een hulpvraag, omdat ze op een bepaald punt vastliepen om verder te gaan met hun bedrijf. Regelgeving, financiering en bureaucratie kunnen voor een hoop kopzorgen zorgen.

Hans Vrijenhoef van Proton Ventures heeft het probleem dat niemand voor de opslag van energie wil betalen, terwijl zijn bedrijf een mooie oplossing heeft bedacht. Met de mini-ammoniakplant van het bedrijf kan hernieuwbare energie worden opgeslagen in ammoniak. Je krijgt dan vloeibare energie, die het bedrijf NFuel noemt.

Bij een overschot aan bijvoorbeeld windenergie, kan energie worden opgeslagen in de ammoniak. Bij een tekort kan de ammoniak worden verbrand, waardoor er ook op windstille dagen genoeg energie is. Het mooie is dat er bij de verbranding van ammoniak geen CO2 vrijkomt. Er hoeven geen fossiele brandstoffen te worden gebruikt om energie op te slaan en weer vrij te geven. Mismatch Uit een studie is gebleken dat de elektrochemische productie van ammoniak uit hernieuwbare energie een waarschijnlijke optie is en ook een veelbelovende oplossing biedt voor grootschalige seizoensopslag en import van hernieuwbare energie. Met behulp van NFuel kunnen in grote tanks, denk aan de olietanks in de Botlek, giga- en waarschijnlijk zelfs terawatts aan energie worden opgeslagen. Technisch gezien is wat Proton Ventures wil allemaal mogelijk. Het bedrijf heeft wel een beetje last van het imago van ammoniak: het stinkt en is gevaarlijk. ‘We moeten duidelijk maken dat het goed te gebruiken is als je er op een goede manier mee omgaat.’ Daarnaast is er een mismatch is tussen de chemische en elektrische industrie, ze begrijpen elkaar nog niet altijd even goed. En zien niet altijd de voordelen die ze samen zouden kunnen bereiken.

Financiering lukt niet Roeland Kiewiet van Chemcom Industries heeft een ander probleem, hij heeft een goed idee, maar krijgt niet genoeg financiering om verder te kunnen gaan. Chemcom Industries heeft de oude Dynea-site in Delfzijl gekocht, omdat ze deze zag als een goede basis om nieuwe producten en innovaties te gaan maken en doen. Een voorbeeld daarvan is het BioMPG-project. Voor biobased-MPG (mono propyleen glycol) is een groeiende markt. Het wordt onder andere gebruikt in cosmetica en coatings. MPG werd altijd op petroleum basis gemaakt. De biobased versie wordt verkregen door de hydrogenolyse van glycerine. Het bedrijf wil een bioMPG-plant bouwen met een capaciteit van 40.000 ton per jaar. Om te bouwen hebben ze een aantal checks gedaan om zeker te weten dat de bouw mogelijk is en het product ook wat oplevert. Daaruit bleek dat alle vergunningen kunnen worden verleend, de juiste technologie aanwezig is, het een gewenst product is dat zal worden afgenomen en de ruwe materialen kunnen worden verkregen. De helft van het bedrag voor de plant is al bij elkaar via partners en investeerders voor de andere helft is het bedrijf naar verschillende banken gestapt. Die vinden het project echter te riskant om in te investeren. Een van de toehoorders komt met het idee van een value chain. Als Chemcom Industries aan de bank kan laten zien dat het goed contact heeft met afnemers en leveranciers dan denken ze misschien anders over hun financiering. Zelf probeert het bedrijf support te krijgen voor een garantiefonds van de Europese bank voor biobased projecten. Op die manier zouden bedrijven hun goede ideeën sneller tot uitvoering kunnen laten komen. ■

PETROCHEM 10 - 2017 21

PET10 M Plant One.indd 21

03-10-17 17:33


PROJECTEN CHEMIE Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: halverwege 2017

Dow bouwt in Terneuzen een fabriek voor de productie van CPP en verdubbelt daarmee de capaciteit. Het CPP, copolymer polyol, wordt in Saoedi-Arabië verwerkt tot eindproduct. De vestiging in Terneuzen is uitgekozen omdat het productieproces veel kennis vraagt, die hier volop aanwezig is. De fabriek moet halverwege 2017 operationeel zijn.

Opdrachtgever: Evonik Waar: Antwerpen Investering: hoog tweecijferig miljoenenbedrag Afronding: medio 2019

Evonik investeert in een uitbreiding van de capaciteit voor pyrogene silica in Antwerpen. De nieuwe installaties moeten in de zomer van 2019 operationeel zijn. Dankzij de uitbreiding zal Evonik vanuit Antwerpen niet alleen hydrofiele maar ook hydrofobe silica aan haar klanten kunnen leveren. Evonik heeft niet naar buiten gebracht hoeveel miljoen euro ze investeert, alleen dat het om een ‘hoog tweecijferig miljoenenbedrag’ gaat.

Opdrachtgever: Inovyn Waar: Antwerpen/Lillo Investering: onbekend Afronding: 2017

Inovyn, een 50/50-joint venture van Solvay en Ineos, investeert in een kaliumhydroxi­de (KOH) productie-eenheid in Antwerpen/Lillo. De nieuwe eenheid krijgt een capaciteit van 160 kiloton KOH en zal in 2017 in gebruik worden genomen

Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 34 miljoen euro Afronding: eind 2018

Kaneka investeert 34 miljoen euro in een extra lijn voor silicone polymeren, harsen die worden toegevoegd aan afdichtmiddelen, lijmen en coatings, om ervoor te zorgen dat deze uitharden nadat het product is aangebracht. Kaneka heeft momenteel twee productielijnen in het Belgische. Het bedrijf wil tegen het einde van 2017 beginnen met de uitbreidingswerkzaamheden. Eind 2018 moet de installatie operationeel zijn.

Opdrachtgever: Nippon Shokubai Waar: Zwijndrecht Investering: 350 miljoen euro Afronding: 2018

Het Japanse Nippon Shokubai investeert 350 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor superabsorberende polymeren (SAP) en de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor acrylzuur in Zwijndrecht. De nieuwe installaties moeten in het tweede kwartaal van 2018 operationeel zijn. Lees meer hierover in Petrochem 6, 2015

Opdrachtgever: Teijin Aramid Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: eerste kwartaal 2019

Teijin Aramid gaat haar aramide-productiecapaciteit voor de Twaron supergaren uitbreiden. Het bedrijf investeert daartoe in een nieuwe spin-technologie voor de fabriek in Emmen. De nieuwe technologie zorgt ook voor verdere automatisering van het spin-proces, waardoor operators aanzienlijk minder fysiek belastend werk hebben. Het project moet in het eerste kwartaal van 2019 gereed zijn.

Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 241 miljoen euro Afronding: half 2017

Yara Sluiskil investeert ruim 241 miljoen euro in een nieuwe ureumgranulatiefabriek, die een capaciteit krijgt van 660.000 ton per jaar. De plant (Ureum-8) zal halverwege 2017 in gebruik worden genomen.

Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 27,2 miljoen euro Afronding: derde kwartaal 2017

Yara Sluiskil investeert 27,2 miljoen euro in een nieuw laadgebouw voor ureum dat in het derde kwartaal van 2017 operationeel moet zijn.

GROEN EN BIO Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 87 miljoen euro Afronding: onbekend

Staalconcern ArcelorMittal, LanzaTech en Primetals Technologies investeren 87 miljoen euro in de Gentse vestiging van ArcelorMittal om bio-ethanol te maken uit gassen die vrijkomen bij staalproductie. Om de technologie van LanzaTech te testen, bouwen de partners een pilotplant in Gent.

PETROCHEM 10 - 2017 22

PET10 K-Projecten.indd 22

03-10-17 17:15


PROJECTEN Opdrachtgever: BioMCN Waar: Farmsum Investering: honderd miljoen euro Afronding: eind 2018

BioMCN in Farmsum gaat een productielijn voor methanol renoveren, die al sinds 2005 in de mottenballen ligt. De herstart van de lijn zal 430.000 ton aan de productiecapaciteit toevoegen (nu jaarlijks 360.000 ton). Ook investeert het bedrijf 1,2 miljoen euro in een installatie waarmee CO2 die ontstaat bij de productie van biogas, kan worden omgezet in bio-methanol. Dit levert zo’n 15.000 ton bio-methanol op (nu jaarlijks 60.000 ton).

Opdrachtgever: DSP Waar: Delft Investering: onbekend Afronding: eind 2017

DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP) breidt haar fabriek in Delft uit met een nieuwe vergister. Doel is om aan de groeiende vraag naar duurzaam geproduceerd 7-ADCA, een belangrijk ingrediënt voor antibiotica, te voldoen. Naar verwachting is de uitbreiding van de fabriek eind 2017 volledig operationeel.

Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: 75 miloen euro Afronding: begin 2020

Het nieuwe bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast.

Opdrachtgever: Synvina Waar: Antwerpen Investering: 250 tot 300 miljoen euro Afronding: 2021

Synvina, de joint venture van Avantium en BASF, bouwt een furaandicarbonzuur-fabriek (FDCA) voor de productie van biologisch plastics op de Verbund-site van BASF in Antwerpen. De fabriek krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar en is de eerste commerciële FDCA-fabriek ter wereld.

OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: NAM Waar: tussen Hoogeveen en Meppel Investering: onbekend Afronding: onbekend

NAM werkt aan de tweede fase van het Aardgas+-project om de laatste tien procent gas met stikstofinjectie uit een veld in regio tussen Hoogeveen en Meppel te kunnen winnen. Er worden stapsgewijs elf putten geboord die stikstof injecteren in het gasveld.

Opdrachtgever: OOS International Waar: Serooskerke Investering: 1 miljard euro Afronding: 2019

Het Zeeuwse bedrijf OOS International gaat met het Chinese China Merchant Industry Holdings twee nieuwe schepen bouwen voor het slopen en installeren van offshore-platforms. De investering bedraagt bijna een miljard euro. De schepen moeten in 2019 klaar zijn.

RAFFINAGE Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Rotterdam Investering: 1 miljard dollar Afronding: 2018

ExxonMobil breidt de hydrocracker-installatie op zijn raffinaderij in Rotterdam uit. De hydrocracker-installatie zal zwaardere producten omzetten in hoogwaardige eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. De investering bedraagt meer dan 1 miljard dollar.

Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Antwerpen Investering: 730 miljoen euro Afronding: eind 2017

ExxonMobil investeert 730 miljoen euro in de Antwerpse raffinaderij. Het bedrijf bouwt een delayed coker unit, een kraker die zware, hoogzwavelige restolie omzet in schonere olieproducten en transportbrandstoffen, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel.

Opdrachtgever: Gunvor Waar: Rotterdam Investering: 300 miljoen dollar Afronding: 2019

Gunvor investeert driehonderd miljoen dollar in een upgrade (doorontwikkeling en infrastructurele verbeteringen) van de Rotterdamse raffinaderij. Gunvor wil de raffinaderij integreren in haar raffinaderijen in Antwerpen en Ingolstadt (Duitsland). Lees meer over de overname van en plannen met de raffinaderij in Petrochem 1, 2016

PETROCHEM 10 - 2017 23

PET10 K-Projecten.indd 23

03-10-17 17:15


PROJECTEN Opdrachtgever: Shell Waar: Pernis Investering: onbekend Afronding: 2018

Shell bouwt een nieuwe fabriek in Pernis: een solvent deasphalter (SDA). De SDA zal zwaardere fracties uit aardolie verwijderen, zodat de raffinaderij een groter deel van de ruwe aardolie kan verwerken tot lichtere, hoogwaardige producten. De nieuwe eenheid zorgt voor een andere samenstelling van het productportfolio.

Opdrachtgever: Total Waar: Antwerpen Investering: 1 miljard euro Afronding: najaar 2017

Total investeert een miljard euro in de modernisering van haar Antwerpse raffinaderij via de projecten OPTARA (uitbreiding van de bestaande olieraffinaderij met een solvent deasfaltering-eenheid) en ROG (valoriseren van koolwaterstoffen in het gasnetwerk). Lees meer hierover in Petrochem 10, 2014

TANKOPSLAG NIEUW PROJECT Opdrachtgever: ATPC Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: medio 2018

ATPC (Antwerp Terminal and Processing Company) bouwt een LPG-ethaan tankopslagpark van dertigduizend kubieke meter. De tanks zijn ontworpen voor de opslag van ethaan, propaan, butaan en afgeleide producten. Het bedrijf verwacht medio 2018 de volledige capaciteit in gebruik te kunnen nemen.

Opdrachtgever: BTT Waar: Botlek Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2017

Botlek Tank Terminal (BTT) breidt de opslagcapaciteit in Rotterdam uit van 200.000 naar 467.000 kubieke meter. Hiervoor worden veertien opslagtanks gebouwd die medio 2017 in gebruik moeten worden genomen. Uiteindelijk wil BTT de opslagcapaciteit in Rotterdam uitbreiden tot zo’n 750.000 kubieke meter.

Opdrachtgever: LBC Tank Terminals Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: eerste helft 2017

LBC Tank Terminals investeert in een uitbreiding van haar Rotterdamse terminal tot een capaciteit van 250.000 kubieke meter. Volgens planning zal de eerste expansie van 36.000 kubieke meter in de eerste helft van 2017 operationeel zijn. Lees meer hierover in Petrochem 6, 2015

Opdrachtgever: OTAG Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019

Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert ruim honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal in 2019 de capaciteit van de terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos als tussenopslagcapaciteit om butaan als feedstock te gebruiken voor zijn naftakrakers in Keulen.

Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding eerste fase: oktober 2016

Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 1 van de uitbreiding is eind 2016 afgerond. Lees meer hierover in Petrochem 3, 2016

Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: eind 2018

Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. In een tweede fase wordt er mogelijk meer capaciteit bijgebouwd. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.

Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 50 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend

Sea-Tank Terminal gaat voor haar klant Total een nieuwe installatie voor vloeibare bulk inrichten aan het Hansadok in de haven van Antwerpen. Het gaat om een investering van vijftig miljoen euro.

PETROCHEM 10 - 2017 24

PET10 K-Projecten.indd 24

03-10-17 17:15


PROJECTEN Opdrachtgever: Totseanergy Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: medio 2019

Totseanergy, een joint venture van Total en de groep SEA-invest, investeert honderd miljoen euro in een nieuwe terminal in Antwerpen. De investering omvat acht nieuwe tanks van elk twintigduizend kubieke meter, drie bijkomende laad- en losplaatsen en een pijpleiding tussen de terminal en de raffinaderij van Total.

Opdrachtgever: Vopak Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Vopak bouwt op zijn ACS-terminal in Antwerpen een nieuw laadstation voor het laden van treinwagons met acetyls. Dit zijn basisgrondstoffen voor eindproducten als dashboards, coatings, verpakkingen en farmaproducten. Het overgrote deel van de verwerking gebeurt in Duitsland, waarbij de Antwerpse haven als bundelings- en opslaghub fungeert. Met het nieuwe laadstation zal de capaciteit van Vopak om bloktreinen te laden richting Duitsland met vierhonderd procent toenemen.

Opdrachtgever: VTTI Waar: Rotterdam en Antwerpen Investering: onbekend deel van 400 miljoen dollar Afronding: onbekend

Tankopslagbedrijf VTTI investeert vierhonderd miljoen dollar in acquisities en uitbreiding van terminals. Zo zal de capaciteit van de Rotterdamse dochter ETT worden uitgebreid met ruim tien procent (174.000 kubieke meter) om flexibeler brandstoffen te kunnen opslaan. Daarnaast krijgt de ATPC-terminal in Antwerpen er twee nieuwe lpg-tanks van vijftienduizend kubieke meter bij.

Opdrachtgever: Zenith Energy Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend

Zenith Energy wil een tankterminal bouwen in Antwerpen. Het bedrijf heeft al een terminal in Amsterdam. Zodra de concessie in Antwerpen is toegekend, kan Zenith in een eerste fase 500.000 kubieke meter aan capaciteit bouwen en daarna uitbouwen tot 1.000.000 kubieke meter.

UTILITIES Opdrachtgever: DOW Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Dow krijgt van de provincie Zeeland ruim zes ton subsidie voor een stoomrecompressieproject in de Kanaalzone. Het bedrijf wil elektriciteit uit wind en zon, en warmte uit processen gaan gebruiken voor chemische processen in de fabriek. Tot nu toe wordt de warmte voor die processen opgewekt met aardgas.

Opdrachtgever: Ecluse Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Ecluse gaat de energievoorziening op basis van aardgas van meerdere chemiebedrijven in Antwerpen vervangen door een warmtenet van ongeveer vijf kilometer lengte. Afnemers met een ‘letter of intent’ om warmte af te nemen, zijn Ineos, Lanxess, ADPO, Ashland, DNCP en Monument Chemical. Het netwerk kan op termijn groeien.

Opdrachtgever: EEW Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

EEW Energy from Waste breidt haar productiecapaciteit uit met een derde lijn. EEW levert energie in de vorm van stoom en elektriciteit aan de omliggende industrie op het chemiepark Delfzijl en in het industriegebied Oosterhorn. Het bedrijf maakt groene energie uit diverse soorten afval.

Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: eind 2017

Evides Industriewater realiseert een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte om de Botlek, Europoort en Maasvlakte 1 en 2 van hoogwaardig proceswater te kunnen voorzien. De fabriek kan straks 800 kubieke meter demiwater per uur produceren. De bouw is in volle gang, de ingebruikname staat gepland voor het vierde kwartaal van 2017.

Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend

Het Rotterdamse haven- en industriegebied Botlek krijgt een centrale afvalwaterzuivering. AkzoNobel Industrial Chemicals, Huntsman, Emerald Kalama Chemical en Kemira hebben een intentieverklaring voor het project getekend. Evides Industriewater is de projectontwikkelaar en toekomstige bedrijfsvoerder van de nieuwe afvalwaterzuivering.

PETROCHEM 10 - 2017 25

PET10 K-Projecten.indd 25

03-10-17 17:15


Perslucht, stroom of stikstof nodig? Atlas Copco Rental, uw 24/7 verhuurpartner. Voor geplande activiteiten, storingen of noodsituaties. Onze verhuurvloot biedt voor elke toepassing in uw bedrijf een energiezuinige en efficiënte oplossing. www.atlascopcorental.nl

Petrochem.nl

geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de olie- en chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted

Petrochem-abonnees krijgen meer • De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.petrochem.nl en kies abonneren

Ga direct naar Petrochem.nl en blijf iedereen voor PET10 ADVERTENTIES.indd 26 _advA5_www_petrochem.indd 43

03-10-17 01-06-16 17:03 12:55


PROJECTEN Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019

Het Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld voor meerdere gebruikers. Hiermee kunnen dus alle bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar worden verbonden. De bouw begint in 2017 en de ingebruikname is gepland voor 2019.

Opdrachtgever: o.a. Shell Waar: Rotterdam Investering: 16 miljoen euro Afronding: onbekend

Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project moet energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Met het project is een totale investering van ongeveer 16 miljoen euro gemoeid.

PILOTS EN PLANNEN NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: onbekend Afronding: begin 2022

Borealis wil op haar productiesite in Kallo een fabriek bouwen voor propaandehydrogenering. Deze krijgt een capaciteit van 740.000 ton per jaar. In het derde kwartaal van 2018 valt de definitieve beslissing over de investering. De start-up van de fabriek is gepland voor begin 2022.

Opdrachtgever: o.a. Avantium Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: 100 miljoen euro Afronding: 2022

AkzoNobel, Avantium en RWE willen samen een bioraffinaderij van 100.000 ton bouwen op het Chemie Park Delfzijl. In de raffinaderij zullen zuivere suikers worden gemaakt uit houtsnippers. Die suikers kunnen vervolgens worden gebruikt als grondstof voor verven en lakken. De fabriek zal mogelijk in 2022 in gebruik kunnen worden genomen.

Opdrachtgever: Bio Base Europe Pilot Plant Waar: Gent Investering: 9 miljoen euro Afronding: eind 2019

De Bio Base Europe Pilot Plant breidt uit met een nieuwe proceshal van duizend vierkante meter. De nieuwe hal moet eind 2019 klaar zijn en vergt een investering van 9 miljoen euro. In de Pilot Plant testen bedrijven uit Europa, de VS, Canada en zelfs Japan biogebaseerde ontwikkelingen

Opdrachtgever: o.a. Enerkem Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend

Een samenwerkingsverband van AkzoNobel, Van Gansewinkel, Air Liquide, AVR, Enerkem en Havenbedrijf Rotterdam wil een waste-to-chemicals-fabriek in Rotterdam realiseren. De fabriek moet uit restafvalstromen synthesegas en vervolgens methanol gaan produceren. Het consortium beslist in 2017 of de bouw van de fabriek doorgaat.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Ineos Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Ineos zoekt een locatie voor een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Europa, waarbij Antwerpen als mogelijke vestigingsplaats werd genoemd. De fabriek zou een capaciteit van 750.000 ton per jaar krijgen.

Opdrachtgever: o.a. Nuon Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: 2023

Nuon, Gasunie en het Noorse Statoil werken samen om waterstof in te zetten als brandstof voor de Magnum-centrale in de Groninger Eemshaven. Zij hebben een innovatieproject opgestart om vanaf 2023 één van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Oiltanking Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: begin 2022

Als Borealis besluit te investeren in een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Kallo, wordt Oiltanking Antwerp Gas Terminal de logistieke partner voor de handling van propeen en propaan. Oiltanking bouwt dan een nieuwe opslagtank voor propaan met een capaciteit van 135.000 kubieke meter.

PETROCHEM 10 - 2017 27

PET10 K-Projecten.indd 27

03-10-17 17:16


OFFSHORE

Sterk staaltje ombouwen Bij Damen Shiprepair in Schiedam is de FPSO Petrojarl 1, een drijvend productieplatform uit 1986, omgebouwd om voortaan in het Atlanta Field in Brazilië te kunnen opereren. Een complexe klus van engineering, procurement en constructie, waarbij met veel personeel op een klein oppervlak moest worden gewerkt tussen een heleboel kwetsbaar equipment.

Dagmar Aarts

Het 215 meter lange schip, een FPSO (floating, production, storage and offloading unit), is 28 jaar lang door Teekay gebruikt op de Noordzee. Een FPSO is een drijvend productieplatform dat op plekken in de zee kan worden ingezet waar het te diep is om een productieplatform te plaatsen. Het bedrijf wil de Petrojarl 1 nu gaan gebruiken in het Atlanta Field in Brazilië, waar de samenstelling van de olie die wordt opgepompt en verwerkt anders is dan in de Noordzee. De procestechnologie op het schip moest daarom worden aangepast. Meer dan vijftig procent van de procesinstallaties is vervangen. Ook konden sommige installaties na al die jaren wel worden verbeterd. Regelgeving Bij de ombouw moest niet alleen worden gedacht aan nieuwe productietechnologie, maar moest ook rekening worden gehouden met de klasse (DNVGL) en

Braziliaanse regelgeving voor FPSO. Die laatste is uiteraard niet van toepassing op de Noordzee. Zo moeten waarschuwingen zowel in het Engels als het Portugees worden aangegeven, gelden er strikte kleurcoderingen die afwijken van Europese standaarden en horen primaire vluchtroutes 1,20 meter breed te zijn. Ook hiervoor waren aanpassingen nodig, want de originele vluchtroutes waren maar een meter breed. Het was onmogelijk om de routes te verbreden tussen alle leidingen, daarom is ervoor gekozen om paden af te splitsen zodat mensen bij eventuele calamiteiten snel weg kunnen komen. Xander Smit, constructiemanager: ’Je moet je echt goed verdiepen in de regelgeving en alles daaromheen. Er wordt in Brazilië veel gewerkt met vakbonden die bijvoorbeeld bepalen of een apparaat aan de eisen voldoet of niet.’ Uitdagend Het was een uitdagend project voor Damen. Smit: ‘We werkten met 650 man tegelijk op het schip. Dat waren veel disciplines, medewerkers en contractors op een klein oppervlak. We zijn dan ook trots dat we tijdens dit complexe project van 2,5 jaar veilig hebben gewerkt. Er zijn geen noemenswaardige incidenten gebeurd.’ Nog een uitdaging was dat de documentatie van elf eerdere conversies van het schip niet altijd goed is bijgehouden, waardoor er een hoop tijd in engineering ging zitten. Marc Derks, overall construction manager: ‘We hadden voor het procesgedeelte alleen al 22.000 unieke tags (unieke equipment items, red.) nodig. Smit vult aan: ‘We moesten onze logistiek en inkoop heel goed plannen. Als een onderdeel custom made is, dan kan het wel eens een half jaar duren

PETROCHEM 10 - 2017 28

PET10 W-FPSO.indd 28

03-10-17 17:28


FOTO’S: DAMEN

voordat je het binnen hebt. Er zijn ook aparte dingen waar je rekening mee moet houden. Zo ging onze leverancier in Italië elf weken dicht in de zomer. Als je in die periode iets nodig hebt, ben je sowieso een aantal weken verder.’ Het schip heeft voor haar nieuwe functie een betrekkelijk klein process deck. Om alle nieuwe procestechnologie er op te krijgen, moesten extra verdiepingen worden gebouwd. Derks: ‘Het is een mooie prestatie dat het ons allemaal is gelukt.’ Het offshore schip is na 2,5 jaar weggevaren van de kade van Damen in Schiedam, en zal na een korte stop in Noorwegen doorgaan en worden ingezet in Brazilië. Damen heeft ervoor gezorgd dat alle procesapparatuur is geïnstalleerd en aangesloten. Teekay gaat het schip zelf in bedrijf stellen, het zogenaamde livening up and commissioning. Zelf bouwen Het ombouwen van de FPSO is heel wat anders dan bijvoorbeeld het (ver)bouwen van ‘gewone schepen’ zoals sleepboten,

Derks: ‘Als een onderdeel custom made is, dan kan het wel eens een half jaar duren voordat je het binnen hebt.’

kustvaarders, veerboten en werkschepen. Smit: ‘De complexiteit van een offshore schip is veel groter dan die van een normale scheepsconfiguratie. Er komt niet alleen ambacht bij kijken, maar ook veel classifiseringen en certificeringen. De standaarden zijn hoger op veiligheidsvlak en kwaliteit.’ De Petrojarl 1 was niet het eerste offshore-project van de scheepsbouwer. Derks: ‘Als Damen willen we meer van dit soort projecten gaan doen. Het idee is om dit type schepen in de toekomst wellicht zelf te gaan bouwen.’ Hij denkt dat daar zeker een markt voor is. ‘Vroeger kon het niet op in de olie- en gasmarkt. Overal was geld voor, ook voor de schepen en equipment. Nu is dat niet meer zo, de industrie is aan het omschakelen om

voor lagere prijzen olie en gas te kunnen winnen. Daar horen ook goedkopere schepen bij.’ Volgens Smit zijn de offshore-projecten heel leerzaam geweest voor Damen om in te kunnen spelen op de markt. ‘We zien nieuwe facetten in de FPSO’s, LNG wordt hier de nieuwe markt. Kijk maar naar Shell die kort geleden de Prelude presenteerde. Dat is op dit moment het grootste drijvende object dat de mensheid heeft gebouwd.’ Op de Prelude wordt uit de zeebodem gewonnen gas vloeibaar gemaakt, het zogenaamde liquefied natural gas (LNG). Smit: ‘De hoop in de olie en gas is nog niet weg, maar de vraag is wel wat je er mee gaat doen.’ ■

PETROCHEM 10 - 2017 29

PET10 W-FPSO.indd 29

03-10-17 17:28


EEMSDELTA

Koplopers in de Eemsdelta Niet volgen, maar vooroplopen. Dat zal de ambitie zijn van de Industrieagenda voor de Eemsdelta die nog volop in ontwikkeling is. De agenda wordt het vervolg op het plan Willems en zal hoger mikken. De Eemsdelta heeft alles in zich om koploper te zijn op het gebied van duurzame groei. Daar wordt dan ook vol op ingezet.

Wim Raaijen

Gekozen is om de Industrieagenda voor de Eemsdelta te beginnen bij de industrie zelf. ‘Sinds april dit jaar verzamelen we veel informatie, met name bij de bedrijven’, stelt programmamanager chemie Chris Henny. ‘Zo hebben hoofdredacteur Wim Raaijen van Petrochem en ik meer dan twintig gesprekken gevoerd met plant- en sitemanagers van chemieen energiebedrijven in de regio. Het levert heel veel interessante inzichten op. Ook veel meningen, vaak gevoed door belangen. Daar zit dan niet meteen alle samenhang in. Daarom hebben we daarna samen gewerkt aan een verbindende visie, waarin ruimte is voor meerdere ontwikkelingen, die elkaar overigens ook kunnen versterken. Dus bijvoorbeeld niet alleen nadruk op biobased, eenzijdige focus op waterstof of elektrificatie, maar juist onderzoeken wat deze verschillende interessante ontwikkelingen samen te bieden hebben. We willen niets uitsluiten. Niet exclusief, maar inclusief.’ Directeur Frans Alting van SBE (Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta), die tijdens dit proces meerdere malen als klankbord voor Chris Henny en Wim Raaijen fungeerde, is zeer content met deze aanpak. ‘Dit is niet het verhaal van één persoon, dit is het verhaal van alle bedrijven. De visie staat al meteen met beide benen in de industrie. Ambitieus en realistisch tegelijkertijd. We willen koploper zijn op het gebied van duur­ zame groei, maar er blijft ook continu aandacht voor de partijen die dat met elkaar moeten verwezenlijken.’

Alting: ‘De visie staat al meteen met beide benen in de industrie. Ambitieus en realistisch tegelijkertijd.’

Consistentie De langetermijn-doelstelling van de Industrieagenda lag er eigenlijk al. In Parijs heeft de wereld zich eind 2015 uitgesproken om de CO2-footprint 85 tot 95 procent terug te brengen ten opzichte van 1990. Een koploper in duurzame groei kiest dan voor een doelstelling aan de bovenkant van het spectrum: duurzame economische groei om uiteindelijk in 2050 - en waar mogelijk eerder - 95 procent reductie van footprint te reduceren in het volledige cluster. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Daar zijn aanjagers voor nodig. Het zwaarte­ punt moet volgens Alting en Henny liggen bij proactieve samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en ook overheden en onderzoeksinstellingen. Niet te klein, maar ook niet te groot. Voldoende massa om vooruit te komen, maar niet te veel massa die vertraagt. Coalities zijn in veel gevallen nodig, omdat afzonderlijke partijen te weinig impact hebben om een ontwikkeling op gang te brengen en te houden. In productieclusters als de Eemsdelta zijn bovendien maar weinig partijen aanwezig die in hoge mate onafhankelijk van hun hoofdkantoren beslissingen kunnen nemen. Het voordeel van proactieve coalities is dat niet iedereen op de kar hoeft te springen, zoals bij het Poldermodel. Het gaat er vooral om of er voldoende massa en complementaire kennis aanwezig is om stappen te zetten. De Eemsdelta is al bekend met dergelijke coalitievorming. Zo is er voor de aangekondigde komst van de bioraffinaderij van Avantium (Zambezi) een proactieve coalitie gesmeed door AkzoNobel, Chemport Europe, RWE en Staatsbosbeheer. Zij zorgen met Avantium voor de randvoorwaarden om te beginnen met de bouw van een pilot bioraffinaderij.

PETROCHEM 10 - 2017 30

PET10 T-Eemsdeltavisie.indd 30

03-10-17 17:27


FOTO: WIM RAAIJEN

VLIEGWIELEN Met wat we nu weten, is maar zeer beperkt te voorspellen wat er in de verre toekomst mogelijk - en wat er onmogelijk - zal zijn. De ambitie van de Industrieagenda voor de Eemsdelta zit daarom veel meer in het stap voor stap bereiken van de uiteindelijke doelstelling, dan in het najagen van een fantasierijk toekomstbeeld. Gewoon aan de slag met de eerste concrete stappen, en niet wachten op een utopie. Frans Alting: ‘De eerste Prius was nog lang geen volwaardige elektrische auto, maar het model van Toyota heeft wel een vliegwiel op gang gebracht. Inmiddels zijn er verschillende elektrische auto’s en plug-in hybrides op de markt die op hun beurt weer een stap zijn naar betaalbaardere modellen met een grotere actieradius.’ Voor een duurzame groei van het industriële cluster van de Eemsdelta zijn verschillende vliegwielen te definiëren. 1. Geïntegreerde bioketens – steeds meer en hogere toegevoegde waarde. Via bioraffinage kunnen steeds meer waardevolle bouwstenen voor de voedingsmiddelenindustrie en chemie worden gehaald uit hout en ander organisch afval. Op den duur wordt geen biomassa meer verbrand om er stroom of warmte van te maken. 2. Elektrochemie – van fossiel- en bio- naar energie en grondstoffen uit de directe omgeving. In de Eemsdelta zijn al drie grote elektrochemische processen voor de productie van chloor, siliciumcarbide en aluminium. Met groene stroom zullen ook steeds meer grondstoffen en brandstoffen uit de directe omgeving worden geproduceerd. Ook voor de organische chemie: waterstof uit water en koolstof uit CO2.

3.

4.

5.

6.

Energie-efficiëntie – van incrementeel naar grensverleggend. Op korte en middellange termijn zijn significante stappen mogelijk met energiebesparing. Daarbij zal steeds meer aandacht zijn voor systeemveranderingen en besparingen in de keten. Digitalisering – van ageing assets naar fit for the future. Door de opkomst van betaalbare sensoren en computers met enorme rekencapaciteit wordt het steeds meer mogelijk om met concepten als big data en industry 4.0 aan de slag te gaan. Koplopers kunnen al op relatief korte termijn successen boeken op het gebied van efficiëntie, beschikbaarheid en veiligheid, want er is immers al veel data beschikbaar. Circulaire synergie – van losse installaties naar 1 groot geïntegreerd cluster. Door de chemie en energiesector in de hele Eemsdelta als een groot verbonden cluster te zien, kan vanuit een groter geheel naar de verschillende stromen worden gekeken. Vanuit die gedachte kunnen coalities samen aan het hergebruik van restromen en – warmte werken. Versterken van duurzaamheid in de productketens – van klantafhankelijkheid naar co-creatie. Co-creatie van chemische bedrijven met klanten hebben al kunststofoplossingen opgeleverd die auto’s lichter en sterker maken en bouwmaterialen die huizen beter isoleren en efficiëntere bouwmethoden mogelijk maken. Omdat de chemie initiator kan zijn voor veel verduurzamende oplossingen, ligt hier een mogelijkheid om een belangrijke en zelfs een leidende rol te claimen.

PETROCHEM 10 - 2017 31

PET10 T-Eemsdeltavisie.indd 31

03-10-17 17:27


[Sch

FME | ZOETERMEER | 12 DECEMBER

rijf

u nu

in]

VERSNELLEN Het gaat allemaal nog te langzaam. Willen we de klimaatdoelstellingen van Parijs halen dan is versnelling noodzakelijk. Op dat vlak kan de industrie haar rol claimen in de energietransitie. Zo committeerden de energiegrootverbruikers zich onlangs nog aan een extra energiebesparing van negen petajoule. Maar waar liggen de mogelijkheden? Natuurlijk moet worden gezocht naar doorbraakinnovaties die bijvoorbeeld met windenergie, bouwstenen kunnen maken voor een duurzame chemie. Ook op de korte termijn zijn er veel mogelijkheden, met name als bedrijven voorbij hun hek kijken. Versnellen kan ook door harmonisatie van wet- en regelgeving en financieringsmodellen. Wie wil versnellen, zal uit zijn comfortzone moeten komen en het lef moeten hebben om innovatie een kans te geven en de kracht van de keten te benutten. Nieuwe businessmodellen, circulaire systemen en transparante samenwerking maken versnelling mogelijk. Initiatiefnemers:

Programma 13.00 uur

Ontvangst

13.30 uur

Start congres Drie keynotes met o.a. Marion Hopman (programmamanager EZ) over Transitiepad hogetemperatuurwarmte

15.00 uur

Korte pauze

15.30 uur

Break-out sessies

16.45 uur

Plenaire afsluiting

17.30 uur

Netwerkborrel

AANMELDEN Via de website kunt u zich registreren voor het congres. Deelname kost â‚Ź 245 excl. BTW. De bijeenkomst is KOSTELOOS voor partners, leden en experts van het Utilities platform en Industrielinqs pers en platform, en genodigden.

Partners:

www.utilities.nl/jaarcongres2017 Advertentie Industrie en energie32 2017.indd 1 PET10 ADVERTENTIES.indd

27-09-17 03-10-17 10:45 17:03


Tijdens EemsDeltavisie werd uitgebreid gedebatteerd over onderwerpen die in de Industrieagenda moeten komen.

De Industrieagenda gaat dus grotendeels uit van de kracht van de industrie zelf. Toch zijn er ook andere aanjagers nodig om tot gewenste transities te komen. Bedrijven willen graag verduurzamen vanuit een maatschappelijk verantwoorde strategie, maar willen van de overheid daarbij wel meer consistentie en zekerheid op de langere termijn. Investeringen die worden gedaan, moeten niet binnen een paar jaar te maken krijgen met extra complexe eisen. Chris Henny: ‘Het is een punt dat in veel gesprekken met de industrie als kritiekpunt naar voren komt. Bedrijven willen graag zekerheid op de langere termijn.’ Succes trekt succes aan Overheden en industrie kunnen samen de aantrekkingskracht van de regio versterken. Dat begint al bij meer communicatie over successen. Henny: ‘Succes trekt succes aan. De Eemsdelta heeft al heel veel om trots op te zijn. Er zijn interessante ontwikkelingen waar het cluster best wel wat trotser op mag zijn. Geweldig dat BioMCN onlangs tijdens het congres Eemsdeltavisie de Northern Enlightenmentz heeft gewonnen, omdat het bedrijf CO2 als grondstof gaat inzetten, maar er zijn nog veel meer mooie

Henny: ‘Vaak is gebrek aan tijd en aandacht en de afwezigheid van een lokale communicatieafdeling de reden dat er niets gebeurt. Laten we beginnen om meer te laten zien.’ projecten en initiatieven die niet in de aandacht komen. Vaak is gebrek aan tijd en aandacht en de afwezigheid van een lokale communicatieafdeling de reden dat er niets gebeurt. Laten we beginnen om meer te laten zien. Chemport Europe is daar al mee begonnen.’ Betere communicatie is niet het enige. De provincie Groningen moet bijvoorbeeld blijven investeren in de aantrekkingskracht van de regio op logistiek, maar ook op cultureel vlak. Verder vergroot de komst van nieuwe aantrekkelijke partijen de aantrekkingskracht van de regio. Frans Alting: ‘De investering van Google in de Eemshaven heeft zeker een aanzuigende werking. Mocht Tesla voor de Eemsdelta kiezen voor de bouw van een batterijenfabriek, dan is dat mogelijk nog aantrekkelijker. Maar we willen niet alleen op deze partijen focussen. Er zijn nog veel meer interessante bedrijven die een aanwinst voor het cluster kunnen zijn. Met initiatieven als Chemport Euro-

pe en Top Dutch wordt daar momenteel ook actief op ingespeeld.’ Een belangrijke aanjager voor vernieuwing en duurzame groei kan ook de komst van een innovatiehub zijn. ‘Eigenlijk ligt het fundament er al’, stelt Chris Henny. ‘Vaak wordt met enige jaloezie gekeken naar Brightlands op de Chemelot Campus en Plant One in Rotterdam, terwijl in Groningen ook al sprake is van een uitgebreide kennisinfrastructuur, zoals bijvoorbeeld Zernike Campus in de stad Groningen. Vergeet bovendien niet dat Groningen drie Nobelprijswinnaars heeft.’ Het kan wel enorm helpen als in deze innovatie-infrastructuur meer nadruk komt te liggen op de verduurzaming van de industrie. Onderwerpen genoeg, stelt Henny. ‘Denk daarbij aan vervolgprocessen voor bioraffinage, circulaire ketens, elektrochemische productieprocessen, synergie tussen chemie, landbouw en de energiesector en digitalisering, waaronder big data en industry 4.0.’ ■

PETROCHEM 10 - 2017 33

PET10 T-Eemsdeltavisie.indd 33

03-10-17 17:27


PRODUCTEN

INDUSTRIËLE KOFFER De koffer K 411 biedt de beste bescherming voor het transporteren van gevoelige items en kenmerkt zich door zijn kwaliteit en elegantie. Dankzij het krachtige en flexibele ontwerp is de koffer zeer geschikt voor gebruikers in de industriële sector. De koffer is beschikbaar in vijf maten en biedt de mogelijkheid om functionele voeringen toe te voegen. De koffer kan gebruikt worden als zakelijke koffer, instrumentkoffer of presentatiekoffer. Met een gewicht tussen de 2,3 en 4,7 kilogram is de koffer erg licht. De K 411 is stevig dankzij het innovatieve, krasbestendige plastic omhulsel. Meer informatie: www.zarges.com OPTISCHE O2 SENSOR De nieuwe Memosens COS81D optische (opgelost) zuurstofsensor is ontworpen voor industriële toepassingen. Deze nieuwe sensor is geschikt voor zowel vloeistoffen als gassen. Denk aan aerobe of anaerobe fermentatie in de lifescience industrie, maar bijvoorbeeld ook aan het meten van afwezigheid van zuurstof in stikstofdekens op tanks in de proces- of voedingsmiddelenindustrie. De COS81D is optioneel geschikt voor explosiegevaarlijke gebieden, zelfs Atex zone 0. In de voedingsmiddelenindustrie moeten procesonderdelen zoals leidingen, tanks en dus ook sensoren CIP-reinigingen doorstaan, in lifescience industrie vinden er zelfs ook SIP-stoomsterilisaties plaats. Dit vraagt om optische O2-sensoren die robuust zijn, maar vooral over de langere termijn (na veelvuldig CIP/SIP) nauwkeurig en reproduceerbaar blijven meten. Meer informatie: www.endress.com HANDHELD TOOL VOOR INDUSTRIËLE ETHERNET ANALYSES De TAP Curious is een mobiel apparaat om real-time ethernet netwerken te analyseren. De belangrijkste taken zijn het opnemen en analyseren van netwerkprestaties zoals delay, jitter en storingen in het netwerk. Filterfuncties, en fysieke in- en uitgangen vereenvoudigen de werking van het apparaat. De tool kan twee onafhankelijke full-duplex ethernet kanalen gelijktijdig volgen. Dankzij de passieve functionaliteit van het apparaat zijn er geen vertragingen en wordt de communicatie in het netwerk niet beïnvloed. TAP Curious genereert een tijdstempel van 1 ns waardoor een uiterst precieze tijdsanalyse mogelijk is. De tool wordt verbonden met een pc of laptop door middel van een GBit ethernet interface. Het lezen en evalueren van de gegevens kan worden gedaan met de gratis software Wireshark. Een wireshark-plugin is beschikbaar voor een eenvoudige integratie. Meer informatie: www.helmholz-benelux.eu ZELFKLEVENDE ABSORPTIEMATTEN De ToughSorb zelfklevende absorptiematten absorberen tot 25 procent meer vloeistof omdat ze gemaakt zijn van naaldgeponst polypropyleen. Aangezien ToughSorb gemorste vloeistoffen kan absorberen, kan het vervuiling van grondwatervoorraden of oppervlaktewater voorkomen. ToughSorb kan gebruikt worden in zones met intensief verkeer, looppaden en doorgangen, in productiezones en op werktafels, en om bijvoorbeeld in- en uitgangen af te bakenen Meer informatie: www.nl.brady.be

NIEUW HIJS- EN MONTAGEWERKTUIG VOOR REMMEN OP WINDTURBINES Er is een werktuig uitgebracht om de yaw remmen van een windturbine te (de)monteren en te tillen, waardoor het onderhoud aan deze remmen veiliger en sneller gaat. Deze innovatie bestaat uit een eenvoudige wagen om de remmen te positioneren en omhoog en omlaag te brengen, zodat de onderhoudstechnici de zware remmen niet hoeven te tillen en efficiënter kunnen werken. Het LBS 120 hef- en montagewerktuig is ontworpen voor remmen tot een breedte van 502 mm en een remschijfdikte van 40 mm. Het werktuig omvat een lier om de rem tot op vloerhoogte te laten zakken en terug op te hijsen met een maximale hijshoogte van 2.000 mm. Het is ontwikkeld om de veiligheid en productiviteit van de technici te verhogen. Meer informatie: svendborg-brakes.com GASDETECTORS VERBINDEN Honeywell heeft een met Bluetooth-geactiveerd apparaat geïntroduceerd dat zorgt voor verbinding met vaste gasdetectors die worden gebruikt in de olie-, gas-, petrochemie- en energie-industrieën, waardoor werkers met een smartphone bedrijfskritisch onderhoud kunnen uitvoeren en uitvaltijd in potentieel explosieve omgevingen kunnen vermijden. De OELD (Optima Excel Local Display) kan worden aangesloten op Searchpoint Optima Plus, een basisbeveiligingsapparaat dat wordt gebruikt op drijvende boorplatformen en werkzaam is op meer dan 250.000 detectiepunten in de gehele olie- en gasindustrie. Daarnaast zal de OELD snel beschikbaar zijn als toebehoren van de open-pad infrarood detector, Searchline Excel. Met de aangesloten display kunnen werkers gasinformatie van de detector op het displayscherm zien of draadloos tot tien meter op een intrinsiek veilige smartphone. Meer informatie: honeywellanalytics.com

PETROCHEM 10 - 2017 34

PET10 F-Product.indd 34

03-10-17 17:11


Newsline CUSTODY TRANSFER

Kalibratie is voor KROHNE de standaard Meetinstrumentatie vormt een integraal deel van ons dagelijks leven, bijvoorbeeld tijdens het tanken van brandstof, of tijdens het werk. “Zijn deze instrumenten gekalibreerd?” is een vraag die regelmatig aan ons gesteld wordt. In deze Newsline wordt ingegaan op de mogelijkheden van procesinstrumentatie in betalingsverkeer en bij kalibratie. Kalibratie is een vergelijking van de metingen, gevolgd door een schriftelijke rapportage van de resultaten. Het resultaat van de vergelijking bij het kalibreren wordt uitgedrukt als een verschil, dat wil zeggen de afwijking van de meting van het te kalibreren instrument, ten opzichte van de meer accurate referentiemeter. In principe wordt meetinstrumentatie gekalibreerd om informatie te verzamelen over het huidige gedrag of over de toestand van het

instrument. Een kalibratie is altijd gebonden aan de bestaande, tijdelijke en plaatselijke omstandigheden. Bij industriële toepassingen moeten instrumenten uiterst nauwkeurig meten met een hoge lange termijn stabiliteit. Op het gebied van wettelijke metrologie, dus waar overdracht van goederen in rekening wordt gebracht, moet het instrument binnen het maximaal aantal toegestane fouten meten en regelmatig worden gekalibreerd. Met de introductie van de Measuring Instruments Directive (MID) 2004/22/EC is dit op Europees niveau gestandaardiseerd. Naast de algemene, fundamentele eisen, zoals fout grenzen en geschiktheid, definieert het apparaat-specifieke gedeelte van de regeling, de vereisten aan de hand van 10 verschillende typen meetapparatuur (MI-001 t/m MI-010). KROHNE voldoet aan de verwachtingen van de industrie. Vóór het verlaten van een van onze fabrieken wordt elk KROHNE meetinstrument grondig geïnspecteerd op zowel de technischeals de apparaat-specifieke functies. Een aantal tests, waarvan de eisen hoger liggen dan de wettelijke eisen, zorgen niet alleen voor naleving van de opgegeven technische data, maar garanderen ook een betrouwbare meting onder uiterst moeilijke omstandigheden.

Uitgave 5 | 2017

ALTOSONIC 5 IJkwaardige ultrasone flowmeter met 8 meetpaden, 7 horizontale voor actuele flowmeting en 1 verticale voor gasdetectie. Geschikt voor olie- en gas, petrochemischeen chemische industrie. Highlights • Geschikt voor alle flowprofielen, geen Reynolds beperking • Lange termijn stabiliteit • Onderhoudsvrij • Kleine footprint • Compacte prover compliance (SVP) • Entrained gas detectie


IJkwaardig laden van chloorazijnzuur Highlights OPTIMASS 6400 C • Coriolis massaflowmeter voor vloeistoffen en gassen • Flowsnelheid tot 1500 t/h • Entrained Gas Management (EGM™) stabiliteit met entrained gas, zelfs met gas concentraties 0…100% • Geschikt voor cryogene (-200°C), hoge temperaturen (+400°C) en hoge drukken (200 bar) applicaties • Meetbuis in roestvrijstaal (326L), Hastelloy of Duplex • Hoogste nauwkeurigheid voor ijkwaardige meting (goedgekeurd volgens OIML R117, R137, MI-005, MI-002) • HART , FF, PA, DP, Modbus ®

Een chemisch bedrijf produceert chloorazijnzuur dat wordt verwerkt in producten voor de agrochemische- en farmaceutische industrie. Dit wordt door tankwagens met een vulcapaciteit van 2 tot 20 ton gedistribueerd. Voor een correcte verrekening is de klant aangewezen op procesmeetinstrumentatie, die voldoet aan de vereisten voor een continue en dynamische meting van vloeistoffen (behalve water), volgens de (MID) MI-005 richtlijn. Voorheen gebruikte de klant een weegbrug om de gevulde tankwagens te wegen. Dit was tijdrovend, de klant ging op zoek naar een meting welke in-line de gevulde en verkochte hoeveelheid vloeistof kon meten.

snel en flexibel verladingsproces. Het gebruik van een weegbrug is nu niet meer nodig. Dit verhoogt de laadsnelheid en de klant bespaart hierdoor op onderhoudskosten aan de weegbrug. Daarnaast is de OPTIMASS zeer gemakkelijk in te bouwen, dit reduceert de installatiekosten van het CT systeem. De betrouwbaarheid van het systeem zorgt ook voor lage kosten bij her-verificatie van het systeem. • Meetsysteem volgens MID MI-005 • Massaflowmeting van chloorazijnzuur • In-line meetsysteem vervangt weegbrug

KROHNE leverde voor het ijkwaardig afvullen een OPTIMASS 6400 C. De coriolis massa­ flowmeter beschikt over een OIML R 117 goedkeuring en het vereiste EC certificaat volgens MI-005. De meter werd in compacte versie geleverd met roestvaststalen DN80 meetbuis. De hoge lineariteit en meetnauwkeurigheid van de OPTIMASS 6400 C verschaffen een ongeëvenaarde meetprestatie en zorgen tevens voor een

Alle flowmeters worden nat gekalibreerd Als je een KROHNE instrument koopt, ontvang je een meetinstrument dat zeer nauwkeurig met een lage onzekerheid, onder echte procesomstandigheden presteert. Nauwkeurigheid en herhaalbaarheid zijn belangrijke factoren voor de kwaliteit van een flowmeter. Om dit te kunnen bereiken heeft KROHNE wereldwijd 120 kalibratie installaties voor volume flow, massa flow, niveau, temperatuur, dichtheid en druk om elk instrument (nat) te kalibreren. In Nederland heeft KROHNE in Dordrecht NMigecertificeerde ijkinstallaties. Elke flowmeter die de KROHNE fabriek verlaat wordt standaard nat gekalibreerd. Ook de grotere diameters tot 3000 mm (3 meter). Voor de grootste diameters wordt gebruik gemaakt van de grootse ijkinstallatie ter wereld. Deze heeft een capaciteit van 30.000 m3 per uur. Het water waarmee gekalibreerd wordt, wordt in een 44 meter hoge toren gepompt. In deze toren zitten 24 capacitieve niveauschakelaars, waarvan het volume tussen elke 2 schakelaars exact bekend is. Met behulp van de zwaartekracht loopt dit water vervolgens weer terug door de debietmeter het ondergrondse waterbassin in. Het gemeten volume wordt vergeleken met het bekende volume en het verschil bepaalt de nauwkeurigheid. Dit is de meest nauwkeurige manier van kalibreren voor

volumetrische flowmeters. Het eindresultaat wordt vastgelegd in een kalibratiecertificaat. De meters kunnen worden gekalibreerd en gecertificeerd volgens verschillende standaards zoals OIML, API, Measurement Instruments Directive (MI 001, 002, 004, 005), GOST. Al onze kalibratie installaties voldoen aan de vereisten volgens ISO 17025. Geregeld inspectie door nationaal metrologische instituten, Round Robin testen en overeenkomsten met nationale en internationale metrologische standaards volgens ISO 9000 en EN 45000 garanderen de kwaliteit en vergelijkbaarheid van onze kalibratie installaties.


Waterbedrijf Groningen en KROHNE Op diverse locaties wordt drink- en industriewater geproduceerd en grond- en oppervlaktewater opgepompt. Vervolgens wordt het water gereinigd en geschikt gemaakt voor consumptie of voor de industrie, en daarna gedistribueerd. Bij elke afnemer of het nu een consument of industriële afnemer is, is een verreken debietmeter ingebouwd. Het verbruikte water wordt hiermee periodiek verrekend. Het verrekenen van water binnen Nederland/Europa is vastgelegd in een ijkwaardige norm MI001. Daarin is vermeld waaraan een debietmeter moet voldoen op het gebied van nauwkeurigheid en veiligheid. Waterbedrijf Groningen werkt al jaren samen met KROHNE en was voor de grote water ver­bruikers, ter vervanging van de mechanische meters op zoek naar magnetische inductieve debietmeters.

Op basis hiervan heeft Waterbedrijf Groningen samen met KROHNE de WATERFLUX 3300 C met Modbus communicatie geselecteerd met MI001 ijkwaardig certificaat. De elektromagnetische flowmeter heeft geen rechte lengte voor en na het meetinstrument nodig. Uit de ervaringen in het veld blijkt dat de kwaliteit, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de WATERFLUX aan de verwachtingen voldoen. De gebruikers, de beheerders, Waterbedrijf Groningen en natuurlijk KROHNE zijn zeer tevreden over de werking van de geleverde WATERFLUX. Voor Waterbedrijf Groningen een zekerheid, voor KROHNE vanzelfsprekend.

Highlights WATERFLUX 3300 C • Eenvoudige inbouw, bijvoorbeeld rechtstreeks na een bocht • Zeer lage installatie- en operationele kosten • Geen bewegende delen • IJkwaardig ontwerp van 40 l/h tot 3000 m3/h • Toepasbaar voor ondergrondse inbouw (IP 68) • Batterij voeding • In Nederland geproduceerd product

Uitganspunten van Waterbedrijf Groningen waren: • IJkwaardig conform MI001 • Modbus uitgang (tellerstanden en piekverbruik worden overgenomen door een modbus logger, en wordt via GPRS regelmatig doorgeseind naar het Waterbedrijf) • Debietmeter met actueel debiet registratie • Compacte proces inbouwvoorwaarden • Leveren van analoge en digitale uitgangssignalen aan gebruiker voor monitoring van het debiet en piekverbruik door gebruiker, en eventuele aansturing van een regelklep

IJkwaardige ultrasone gasflowmeter zonder noodzaak van herijking Gastransport Nord GmbH (GTG) transporteert aardgas via een 322 km lange hoge druk pijp­ leidingnetwerk, welke vanaf het Nederlandse Oude Statenzijl is verbonden met het Europese aardgasnetwerk. Het meet- en regelstation in Sulingen moest vernieuwd worden, inclusief de gasflowmetingen in de twee meetstraten. De wens was om de onderhoudskosten zo laag mogelijk te houden. Procescondities: Pmin – Pmax: 25 – 65 bar DeltaP over PRV: < 25 bar Tmin – Tmax: 0 – 50 °C Voor de flowmeters is in de voor het meetstation geldende metrologiewet opgenomen, dat indien er twee ultrasone debietmeters met verschillende reacties op de stromingsinvloeden worden geplaatst, en als er jaarlijks door meting wordt aangetoond dat de afwijking in nauwkeurigheid gemeten tijdens in gebruikname niet groter is dan de helft van de kalibratiefout, herijking van de meting niet noodzakelijk is. Aangezien herijking zeer prijzig is, wilde de klant een flowmeting die aan deze richtlijn voldeed.

KROHNE leverde in elke meetstraat twee flens aan flens gemonteerde ALTOSONIC V12 ijkwaardige gasflowmeters met verschillende meetpad configuraties. Aan de hand van kalibra­tierapporten, “fingerprints” tijdens in gebruikname en meerdere verificaties in de opvolgende jaren, toonden de metingen hun goede werking en was herijking overbodig. De ALTOSONIC V12 is tevens voorzien van KROHNE Care. Dit is een diagnose expert­ systeem met specifieke hardware in de V12. Het systeem beoordeelt continue de gezond­heid van de flowmeter, zonder externe PC. De V12 geeft zelf een alarm indien er problemen gedetecteerd worden. Dit zorgt voor een grote bedrijfszekerheid. • Meetsysteem voorzien van ijkwaardige ultrasone flowmeters • Meetpad configuratie zorgt voor uitstel herkalibratie • 24/7 monitoring voor 365 dagen betrouwbaarheid

Highlights ALTOSONIC V12 • Twee verschillende ultrasone pad configuraties in serie resulteert uiteindelijk in Duitsland tot uitstel herijking • Flens aan flens montage verkort de lengte meetlijn • Verschil tussen de meters < 0,1% – grootste nauwkeurigheid • 4 meters met KROHNE Care – opslag van uurwaarden tot meer dan een jaar


Een transparante berekening met SUMMIT 8800 flowcomputer Een Nederlandse leverancier van industriële gassen levert wereldwijd industriële gassen aan verschillende industrieën. Om de levering van de juiste hoeveelheid te leveren gas te kunnen garanderen was men op zoek naar een MID gecertificeerde flowcomputer, die bij verschillende procescondities nauwkeurige volume en massaflow berekeningen kon uitvoeren voor betalingsverkeer. De meest voorkomende geproduceerde gassen zijn zuurstof, waterstof, koolmonoxide, argon en stoom. Zo wordt waterstof toegepast in bijvoorbeeld ontzwavelings- en kraakprocessen, en argon bij laswerkzaamheden. Daarnaast zijn er ook niet gestandaardiseerde procesgassen, bijvoorbeeld Syngas. De gassen worden

voornamelijk via pijpleidingen getransporteerd, maar ook per vrachtauto. Voor het betalingsverkeer is het noodzakelijk dat de gassen nauwkeurig worden gemeten. Hiervoor worden verschillende meetprincipes toegepast. De hoeveelheid geproduceerde en geleverde gassen moet in balans zijn. Veel procesgassen zijn niet gestandaardiseerd, waardoor er geen gestandaardiseerde cor­rectie factoren toegepast kunnen worden. De flexibiliteit van de SUMMIT 8800 maakt het mogelijk om klantspecifieke correctiefactoren toe te passen. De oude computers waren aan vervanging toe, de klant ging op zoek naar een computer met meer mogelijkheden. Met de KROHNE SUMMIT 8800 flowcomputer kan de klant zelf de flowcomputer programmeren en de verschillende variabelen instellen. De op tabel gebaseerde druk en temperatuur correcties kunnen hierin worden doorgevoerd. Hierdoor kunnen verschillende soorten gassen en de bijbehorende correcties worden gehanteerd. De leverancier is onder de indruk van de gemakkelijke configuratie en het gebruik van de SUMMIT 8800. Op basis van een meetprotocol kunnen de meetwaarden nu aan de standaard worden gekoppeld. Dit zorgt voor een transparante berekening aan de afnemers.

Voordelen SUMMIT 8800 Handling: • Scrol & click besturing • Touchscreen bediening • Meerkleurige controlelampjes Communication: • Volledig redundant Ethernet • LAN lokale netwerkmogelijkheden Processing: • Aparte processor per I/O kaart • Multi-level security toegang en autorisatie niveaus • Scheiding van fiscale- en onderhoudgegevens Veelzijdigheid: • 4GB uitneembaar geheugen • Plug-in kaarten voor meerdere stromen, analyzers of communicatie Nauwkeurigheid: • Volledig digitale, hoog nauwkeurige analyse • Snelle procescyclus van 1/4 seconde Breed toepassingsgebied: • Elk type meetinstrument • Olie, gas, stoom, water en chemicaliën

Een nauwkeurige berekening is een vereiste voor zowel leveranciers als afnemers.

Ontmoet ons op de beurs KROHNE neemt deel aan een groot aantal nationale en internationale beurzen. De belangrijkste evenementen voor onze Nederlandse klanten zijn: • Food Technology Event, 3 oktober 2017, De Fabrique Utrecht • KROHNE Academy Service, 12 oktober 2017, Dordrecht • Aquatech, 31 oktober – 3 november 2017, Rai Amsterdam • Europort, 7 – 10 november 2017, Ahoy Rotterdam De volledige internationale beursagenda vindt u op onze website www.krohne.com

Neem voor meer informatie contact op met: KROHNE Nederland B.V. Postbus 110 3300 AC DORDRECHT Kerkeplaat 14 3313 LC Dordrecht Nederland Tel.: +31 (0)78 - 6306 200 Fax: +31 (0)78 - 6306 405 e-mail: infonl@krohne.com KROHNE Belgium N.V. Noordkustlaan 16 1702 Groot-Bijgaarden België Tel.: +32 (0)2 - 4 66 00 10 Fax: +32 (0)2 - 4 66 08 00 e-mail: krohnebelgium@krohne.com www.krohne.com


MASTERS OF INDUSTRY

Koelwater kan met minder chemicaliën toe Koelwater wordt doorgaans geconditioneerd door chemicaliën toe te voegen naarmate het water harder en vuiler wordt. Deze behandeling is maar een aantal cycli mogelijk, waarna het water inclusief chemicaliën moet worden geloosd. Door koelwater voor te behandelen, zijn veel minder chemicaliën nodig en zijn er meerdere cycli mogelijk. In sommige gevallen is het zelfs haalbaar om helemaal geen chemicaliën meer te gebruiken.

David van Baarle

MASTERS OF INDUSTRY Tijdens Masters of Industry werkcolleges wordt telkens een actueel onderwerp onder de loep gehouden, om meer diepgang te geven aan veelbelovende industriële ontwikkelingen. Om hypes te voorkomen en toch op een doordachte manier te verbeteren. Kijk voor aankomende bijeenkomsten op: www.mastersofindustry.nl

Acht jaar geleden ontwikkelde Pathema een vortex-systeem voor de behandeling van dweilwater voor ijsbanen. Bij toeval kwam een ijsbaanbeheerder erachter dat de warmtewisselaar in de verdampingscondensor wel heel schoon was. ‘De kalk bleef op de bodem van de koeltoren liggen en men kon het er zo uitscheppen’, verklaart Boeren. ‘Wij hadden daarmee min of meer bij toeval een chemicaliënvrije manier gevonden om kalkaanslag te voorkomen in watersystemen.’ Praktijktesten Kennis- en onderzoeksinstituut van de procesindustrie ISPT zag mogelijkheden in de vortex-technologie en samen zochten de partijen een bedrijf waar zij de werking van de technologie in de praktijk konden bewijzen. Dat bedrijf werd Heineken in Den Bosch, waar werd afgesproken om een derde van de koeltorens met de technologie van Pathema, volledig chemicaliënvrij te testen en twee derde op de traditionele manier te behandelen. Boeren: ‘Het resultaat was nog beter dan wij hadden verwacht. Niet alleen nam de kalkaanslag aanzienlijk af, maar het afgeleide resultaat was dat ook het water- en energieverbruik afnam. Er hoefde namelijk minder water te worden gespuid.’ Met de Industrial Vortex Generator won Pathema begin dit jaar de verkiezing Water Innovator of the Year 2017. Directeur Mark Boeren gaf onlangs tijdens een Masters of Industrybijeenkomst van het Watervisie platform inzicht in de werking en toepassing van het systeem dat het gebruik van chemicaliën overbodig maakt. Onderzoeker Nienke Koeman van KWR deelde tijdens de masterclass de resultaten van de theoretische potentie van koelwaterbehandeling bij Sabic en Tata Steel.

Drie opties Met als voornaamste criterium minimaal waterverlies tijdens de voorbehandeling zelf, selecteerde Koeman drie mogelijke scenario’s voor voorbehandeling. Deze variëren van kationwisseling gevolgd door anionwisseling, tot pellet-ontharding gevolgd door zandfiltratie en opnieuw kationwisseling en eventueel anionenwisseling. De onderzoekers ontwikkelden daarnaast de rekentool Calculation Sheet Cooling Water (CaShCoW) om de technische en economische haalbaarheid van de drie gekozen voorbehandelingen en een toename van concentratiecycli door te rekenen. Ze vergeleken de resultaten met de bestaande situatie van behandeling en indikken in twee praktijksituaties. De eerste is een koelsysteem bij Sabic in Geleen. CaShCoW laat zien dat in dit geval geen van de drie voorbehandelingsscenario’s economisch voordeliger is dan de huidige conditionering. Vanwege de hoge concentratiefactor van circa negen is de winst door waterbesparing eenvoudigweg te gering. Het koelsysteem bij Tata Steel in IJmuiden gebruikt voorbehandeld oppervlaktewater als suppletiewater. Omdat het koelwater in een ander koelsysteem terecht kan komen, mag het chloridegehalte in het recirculerende koelwater niet te veel stijgen. Daarom is de maximale concentratiefactor hier 2,4. De rekentool laat zien dat als de concentratiefactor wel van 2,4 naar 5 zou mogen stijgen, 27 procent van het suppletiewater kan worden bespaard. Met een van de scenario’s zou in dat geval tot 47 procent op de kosten kunnen worden bespaard. Voor de twee andere scenario’s is dat lager, maar nog steeds ruim twintig procent. ■

PETROCHEM 10 - 2017 35

PET10 R-MOI.indd 35

03-10-17 17:25


ASSET MANAGEMENT

Productielijn na twaalf jaar stilstand weer in bedrijf De vraag naar bio-methanol groeit. Onder andere vanwege de afspraken die voor 2020 zijn gemaakt om de verplichte bijmenging van biobrandstoffen in autobrandstoffen op te schroeven naar tien procent. Vanwege deze groeiende vraag wordt de M2-productielijn van BioMCN in Delfzijl, die inmiddels al twaalf jaar stil ligt, weer opgestart. COO Paul Compagne is optimistisch: ‘Dit is uitdagend, maar haalbaar.’ Het streven is om de fabriek in het vierde kwartaal van 2018 weer in bedrijf te nemen.

Laura van der Linde

Halverwege de jaren zeventig zijn in Delfzijl twee methanolfabrieken gebouwd om van aardgas – afkomstig uit de Slochteren-bel met daarin een grote hoeveelheid laagcalorisch aardgas – methanol te maken. In de jaren tachtig is overgeschakeld naar gebruikmaking van hoogcalorisch gas uit onder andere Noorwegen. De M2-productielijn werd in 2005 stilgelegd en de M1 volgde een jaar later. ‘Aardgas werd steeds duurder, terwijl de verkoopprijs van methanol redelijk stabiel bleef. Dat kon dus niet meer uit’, zegt Paul Compagne, COO van BioMCN. Omdat in 2020 de verplichte bijmenging van biobrandstoffen in autobrandstoffen wordt opgeschroefd naar tien procent, verwacht het bedrijf echter een groeiende vraag naar bio-methanol vanuit de markt. Naar aanleiding hiervan is eind 2006 besloten tot een doorstart waarbij het bedrijf zich ging richten op de productie van bio-methanol. Anno 2017 produceert het bedrijf hoogwaardige bio-methanol dat dienst doet als biobrandstof of als grondstof voor chemicaliën. Doorstart Al sinds die doorstart, waarbij de M1-lijn van de methanolfabriek gedeeltelijk weer in gebruik is genomen voor

HET NIEUWE PRODUCEREN Het Nieuwe Produceren is een nieuw platform waarin industriële vooruitgang centraal staat. Het platform geeft informatie over ontwikkelingen en innovaties die de industrie duurzamer, slimmer en veiliger maken. Het platform wil de industrie bewuster maken van de mogelijkheden. Via artikelen in onze vakbladen, de website www.hetnieuweproduceren.nu, de nieuwsbrief en met diverse bijeenkomsten en congressen bereikt het platform haar doelgroep.

de productie van bio-methanol op basis van glycerine, is Paul Compagne COO van BioMCN. Hij kijkt terug op een turbulent decennium. In een notendop: het faillissement van een van de aandeelhouders, een razendsnelle exorbitante prijsstijging van glycerine, introductie van groengas als bio-feed-stock en in 2015 de overname door OCI. ‘Inderdaad een turbulente, maar uitdagende periode. Het is altijd belangrijk om in te spelen op ontwikkelingen in de markt.’ Vanwege genoemde wetgeving op het gebied van biobrandstoffen, de zogenaamde bijmeng-richtlijn, en de daarbij behorende reële verwachting van een groeiende vraag naar bio-methanol, is vorig jaar december door moederbedrijf OCI de vraag geopperd of het mogelijk zou zijn om ook de M2-productielijn weer in gebruik te nemen. Hierdoor is het mogelijk om in plaats van 450.000 ton methanol, maar liefst 900.000 ton methanol te vergroenen. Compagne: ‘We hebben een eerste inventarisatie gedaan naar de haalbaarheid, er zijn uitgebreide inspecties verricht en we waren aangenaam verrast over de staat van de unit. Het is zeker mogelijk om deze productielijn weer uit de mottenballen te halen.’ Inspecteren en reviseren Het opnieuw in bedrijf nemen gaat rond de honderd miljoen euro kosten en Compagne erkent dat het best risicovol is om op basis van wet- en regelgeving dergelijke investeringen te doen. ‘Het beleid van de overheid zou voor een langere termijn consistent moeten zijn. De afgelopen tien jaar is het beleid regelmatig gewijzigd en dat is lastig bij de keuze voor lange termijn investeringen’, vertelt Compagne en inmiddels kan hij erom lachen. ‘Maar dat het allemaal groener

PETROCHEM 10 - 2017 36

PET10 S-Mottenballen.indd 36

03-10-17 17:26


FOTO: LAURA VAN DER LINDE

moet, die noodzaak is toch wel een stevig gegeven en dat is de basis geweest voor die doorstart en voor het feit dat we nu bezig zijn met het opnieuw in gebruik nemen van de tweede lijn.’ Dit zou betekenen dat de lijn, zoals deze twaalf jaar geleden is gestopt, weer in gebruik zal worden genomen. ‘Het is een oude fabriek en dat zie je, maar dat geldt ook voor de draaiende lijn. De M2-lijn wordt weer opgelapt in de technologie zoals deze is opgebouwd. Dit betekent dat we van achteren naar voren en nog eens van voren naar achteren, dwars door de hele fabriek heen, alles gaan reviseren. Alle isolatie gaat eraf, al het leidingwerk met een kleine diameter wordt preventief vervangen en de rest wordt allemaal geïnspecteerd. We kunnen ons op het gebied van veiligheid immers geen fouten veroorloven.’ Samenwerking OCI bouwt ondertussen in Amerika een fabriek met een capaciteit van 1,7 miljoen ton, terwijl de twee lijnen in Delfzijl per lijn jaarlijks ‘slechts’ 450.000 ton produceren. ‘We zijn relatief klein. Maar de fabriek staat er al, dus het is betrekkelijk eenvoudig om je productiecapaciteit te vergroten. Het gaat in ieder geval sneller dan de bouw van een nieuwe fabriek en de investeringskosten zijn lager. Het is dus een hele pragmatische beslissing.’ Natuurlijk zal het team van bestuur

Compagne: ‘We gaan van achteren naar voren en nog eens van voren naar achteren, dwars door de hele fabriek heen, alles reviseren.’ en operators wanneer de fabriek straks draait, uitzoeken hoe de efficiency kan worden verhoogd. In de tussentijd blijft de bestaande lijn gewoon doordraaien, inclusief een geplande stop die er aan zit te komen. Dat gaat gewoon door. ‘Gelukkig krijgen we de beschikking over expertise op dit gebied vanuit OCI en uiteraard huren we extra mensen in. We zijn een klein clubje dat niet in staat is een dergelijk groot project er even bij te doen. Onmogelijk!’ Compagne is blij dat hij kan bouwen op de kennis van hoofdcontractor Stork. ‘Zij helpen ons al tien jaar met onderhoud en met stops. De beide fabrieken zijn nagenoeg identiek en dan kunnen we profiteren van het feit dat zij de fabriek kennen als hun broekzak.’ Voorbereidingen Het streven is om de fabriek in het vierde kwartaal van 2018 weer in bedrijf te nemen. Een ambitieuze deadline waar hard aan moet worden getrokken. Naast het technisch gereedmaken van de installaties voor ingebruikname, worden ook op andere vlakken voorbereidingen getroffen. Compagne: ‘We hebben de

eerste operators al aangenomen en per 1 oktober starten we met het opleidingstraject. De nieuwe medewerkers gaan het komende jaar de hele fabriek door en zij gaan de fabriek daadwerkelijk in bedrijf stellen. We hebben een jaar voor we gaan draaien de bemanning dus al in huis.’ Ook wordt gekeken naar de long-lead items, de producten met een heel lange levertijd. Er moeten bijvoorbeeld 576 katalysatorpijpen in de reformer. Die moeten niet pas worden besteld als het tijd is om ze te plaatsen. Hier zit een lange levertijd op. ‘Voor ons gevoel hebben we goed in beeld wat uitgevoerd moet worden om de gestelde deadline te halen. Er is in een vroegtijdig stadium geanticipeerd op enkele bottlenecks die we zagen opdoemen. Dus daar zijn we tijdig mee aan de slag gegaan. We liggen goed op schema.’ Voordeel is wel dat de fabriek nauwelijks schade heeft ondervonden van twaalf jaar stilstand. ‘De lijn ligt er eigenlijk keurig bij. In de jaren zeventig werd bijna alles met overcapaciteit gebouwd. AkzoNobel, DSM en Dynea hebben indertijd geïnvesteerd in een solide fabriek en dat is nu ons geluk.’ ■ PETROCHEM 10 - 2017 37

PET10 S-Mottenballen.indd 37

03-10-17 17:26


STRATT+ INDUSTRIAL MANAGEMENT

Divisies:

n Industry n Safety n Technical Documentation n Aerospace Stratt+ voor technische adviezen, projecten en processen in de industrie. Extra kennis en capaciteit met persoonlijke aandacht en kwaliteit.

MAATWERK IN INDUSTRIE! Hoofdkantoor H.A. Lorentzstraat 1A 3331 EE Zwijndrecht Naamloos-3 1

PET10 ADVERTENTIES.indd 38

Vestiging Zeeland Amundsenweg 29 4462 GP Goes

T. 078 - 6120 320 I. www.stratt.nl E. welkom@stratt.nl 19-06-17 14:01

03-10-17 17:04


EEMSDELTAVISIE 2017

BioMCN wint Northern Enlightenmentz BioMCN heeft de Northern Enlightenmentz verkiezing gewonnen. Het chemiebedrijf, dat sinds 2015 een volle dochter is van OCI Nitrogen, produceert in Delfzijl methanol uit aardgas. In Nederland lijkt BioMCN met haar nieuwste investering de leiding te nemen op het gebied van CO2 als grondstof voor de chemie. Door CO2 te binden aan haar restgas waterstof kan het bedrijf extra groene methanol produceren.

Dagmar Aarts

De Northern Enlightenmentz verkiezing is in het leven geroepen door Industrielinqs pers en platform, uitgever van onder meer het Petrochem platform. De verkiezing is bedoeld om de industrie in de noordelijke provincies in Nederland te inspireren bij het toepassen van hoopgevende innovaties. En om innovaties en processen die de groene industriële revolutie kunnen veroorzaken een duwtje in de rug te geven. Waterstof was bij BioMCN tot voor kort een restproduct van de productie van methanol uit methaan. Door waterstof aan CO2 te binden, is extra groene methanol te maken. Door een molecuul kooldioxide (CO2) aan drie moleculen waterstofgas (H2) te binden, ontstaat een molecuul methanol (CH4O) en een molecuul water (H2O). Dat betekent dat twee derde van de reststroom waterstof in methanol wordt omgezet. Afgelopen voorjaar maakte het bedrijf de investe-

ring in dit proces bekend en inmiddels is op deze manier de eerste methanol geproduceerd. Hoofdproces De jury vindt het mooi dat een reststroom in hogere toegevoegde waarde weer wordt ingebracht. De waterstof wordt nu gewoon verbrand en straks gaat dat naar het product toe. Het zou volgens de jury een vliegwiel kunnen zijn naar de inzet van groene waterstof. Interessant als in de toekomst het bijproces mogelijk het hoofdproces wordt. BioMCN nam het in de finale op tegen HeatMatrix en de samenwerking tussen ESD-SIC en ENGIE. HeatMatrix heeft een warmtewisselaar van kunststof gemaakt die zelfs in de corrosieve omgeving van CPVC-fabrikant Lubrizol in Delfzijl blijft staan. Producent van siliciumcarbide ESD-SIC en energiebedrijf ENGIE zijn een unieke samenwerking aangegaan. Engie mag vanaf nu bepalen wanneer het bedrijf wel of niet produceert. Omdat ESD haar productieproces per direct kan aan- of uitschakelen, kan ze dus produceren wanneer er bijvoorbeeld veel zonne- en windenergie beschikbaar is. De productie kan uit wanneer de stroomvraag groot is, of er weinig zon en wind is. De winnaar is gekozen door een vakjury. Deze jury verdeelde zestig van de honderd punten. Daarnaast kon er via internet worden gestemd (twintig punten) en de bezoekers van het congres EemsDeltavisie mochten ook stemmen op hun favoriet. De jury bestond uit Cor Zijderveld (voorzitter SBE), Roelf Venhuizen (bestuurslid Stichting Sustenable Forum), Niels Schenk (technisch directeur BioBTX) en Sjoerd Visser (site manager BASF Heerenveen en winnaar van de Northern Enlightenmentz 2016). ■ PETROCHEM 10 - 2017 39

PET10 U-Winnaar.indd 39

03-10-17 17:28


VEILIGHEID

Zorgen over ageing assets na branden Rotterdam De brand bij ExxonMobil en de brand en lekkage bij Shell Pernis in de Rotterdamse haven deden de gemoederen de afgelopen maanden hoog oplopen. De Rotterdamse gemeenteraad maakt zich na de incidenten zorgen over de hoge leeftijd van de raffinaderijen en drong aan op tijdige vervanging van installaties. De Raad is niet de enige met zorgen over de leeftijd van assets in de industrie. Recent heeft de Inspectie SZW aangegeven dat de risico’s rondom ageing door sommige bedrijven wordt onderschat.

Oplappen Na de twee branden kaartte Pieter van Gelder, hoogleraar veiligheidskunde aan de TU Delft, het onderwerp ageing ook aan in het AD en de Volkskrant. Hij

FOTO: PXHERE

Dagmar Aarts

denkt dat de Inspectie terecht concludeert dat sommige bedrijven de risico’s rondom ageing onderschatten. ‘Uit data blijkt dat veroudering een van de hoofdfactoren is bij ongevallen. Er treden tegelijkertijd ook andere factoren op, maar als men geen oude installatie had gehad, dan hadden die waarschijnlijk niet geleid tot een incident.’ Bij verouderde installaties is er een verhoogde faalkans doordat er vermoeiing in metalen optreedt en er lekkages, corrosie en breuken in leidingen kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen uiteindelijk giftige stoffen ontsnappen of kan er brand ontstaan. ‘We zien veroudering trouwens niet alleen in de chemische industrie, maar bijvoorbeeld ook in de civiele sector’, zegt Van Gelder. ‘Denk hierbij aan tunnels en viaducten. Bedrijven proberen de levensduur van hun assets zo lang mogelijk te verlengen door onderhoud te plegen. Nieuwe installaties zijn duur en het bouwen van een nieuwe fabriek kost jaren. Maar op een gegeven moment houdt het oplappen op en moet je installaties vervangen.’

Of de branden bij Shell en ExxonMobil door verouderde assets komen, is niet te zeggen, want het onderzoek naar beide incidenten loopt nog. Wel waren de twee gebeurtenissen aanleiding voor discussies. Veel industriële installaties en machineparken zijn immers gebouwd in de jaren zestig en zeventig en naderen het einde van hun technische levensduur. In het rapport Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven 2016 dat deze zomer uitkwam, signaleert de Inspectie SZW dat de risico’s rondom ageing door sommige bedrijven wordt onderschat. Dit komt onder meer naar voren uit de (inter)nationale literatuur, maar ook uit gesprekken die zijn gehouden met vertegenwoordigers van wetenschappelijke instituten, BRZO-toezichthouders en brancheorganisaties. Volgens de Inspectie komt ageing voor bij ongeveer de helft van de BRZO-bedrijven.

Testen Op zich is het volgens de hoogleraar goed om aan levensduurverlenging te doen, maar dan moeten bedrijven er wel zeker van zijn dat de installaties nog steeds veilig zijn. ‘Dat kan door stress­ testen uit te voeren en te kijken hoe leidingen en installaties daarop reageren. Als die een heel zware last kunnen doorstaan, is dat een goed teken. Een andere manier is om heel veel metingen te doen met intelligent pigging. Dan ga je met een soort robotje die de wanddikte meet door de leidingen heen. Hiermee kan je onderzoeken of er ergens bijvoorbeeld corrosieplekken zitten. De processen in de fabriek kunnen ondertussen gewoon

PETROCHEM 10 - 2017 40

PET10 Q-Branden.indd 40

03-10-17 17:24


FOTO: WIM RAAIJEN

doorgaan. Op die manier kan je mogelijk zwakke plekken in de leidingen opsporen. Dit wordt ook al wel veel gebruikt in de chemische industrie.’ Om meer incidenten in de chemische industrie te voorkomen zouden er ook betere numerieke modellen van installaties moeten worden gemaakt, denkt Van Gelder. Hiermee kan worden berekend hoe het verouderingsproces verloopt en kunnen voorspellingen over de assets worden gedaan. ‘Daarnaast denk ik dat we strenger moeten optreden. Als inspectiediensten merken dat er willens en wetens veroudering heeft plaatsgevonden zonder daar iets aan te doen, moeten bedrijven daar streng op worden gestraft’, aldus Van Gelder. Kennis Als bedrijven wel al bezig zijn met ageing van hun assets, dan wordt dat nu vooral aangevlogen vanuit de technische aspecten, terwijl degradatie van kennis ook een factor is vanwege procedures die niet meer toereikend zijn of door het weglekken van specifieke kennis, zo is in het rapport te lezen. ‘Denk hierbij aan werknemers die veel kennis hebben van bepaalde installaties en die op enig moment het bedrijf verlaten’, laat een

Inspectie SZW: ‘De risico’s rondom ageing worden door sommige bedrijven onderschat.’

woordvoerder van de Inspectie SZW per mail weten. ‘Veel van hun kennis en ervaring over die installaties zit bij hen in het hoofd, niet alles staat op papier.’ In een van de interviews werd volgens de Inspectie SZW bijvoorbeeld gezegd: ‘Je had van die mensen die aan het geluid van een installatie konden horen dat zich iets onregelmatigs voordeed.’ Kennis verdwijnt ook als zaken niet goed worden bewaard of gedocumenteerd. ‘Tijdens inspecties blijkt soms dat bedrijven weliswaar dikke boekwerken hebben, maar dat er niemand is die daar nog wegwijs uit wordt. Dit omdat het bedrijf het overzicht is kwijtgeraakt over wat er allemaal aan aanpassingen aan installaties is gedaan in de loop van de tijd.’ Samenwerken De Inspectie SZW legt de verantwoordelijkheid voor de problemen rondom ageing bij de bedrijven zelf. In het toezicht zal er wel op worden toegezien dat de industrie veroudering ook daadwer-

kelijk aanpakt. BRZO-toezichthouders hebben het onderwerp ageing in 2016 opgepakt en sinds dit jaar wordt er gezamenlijk op geïnspecteerd. Zij kijken nu met name naar de technische integriteit van installaties en hoe het onderhoudsmanagement wordt ingevuld. Belangrijk is verder volgens de Inspectie dat het probleem van ageing gezamenlijk wordt aangepakt. In de eerste plaats door bedrijven die meer en beter gaan samenwerken en hun kennis delen, maar ook door samenwerking tussen bedrijven, toezichthouders en de wetenschap. Hier valt nog wel een slag te slaan, want de meeste chemiebedrijven zijn er niet zo happig op om informatie over hun incidenten te delen. Van Gelder: ‘Toch moet er op de een of andere manier data gaan worden gedeeld. Bij de Onderzoeksraad voor de Veiligheid gaat dat goed. Als die ergens onderzoek uitvoeren na incidenten, dan geven ze altijd aan dat de informatie niet zal worden gebruikt om mensen te straffen. Ze gebruiken PETROCHEM 10 - 2017 41

PET10 Q-Branden.indd 41

03-10-17 17:25


Petroleum, Refining, Environmental Technologies CONFERENCE EXHIBITION & SEMINARS 29CONFERENCE th - 30 th NOVEMBER 2017 - ANTWERP, BELGIUM EXHIBITION & SEMINARS

2017

29th - 30th NOVEMBER 2017 - ANTWERP, BELGIUM ANTWERP 29 th & 30th BELGIUM NOVEMBER

No wasted time! Meet Manufacturers and suppliers of Petrochemical and Oil Analysis Instruments all in one place and at one time, compare products, technology and applications. Antwerp is an ideal location for visitors as it is placed in the heart of Europe with easy access by car and by rail with excellent Air links for visitors from the Middle East, Africa, Asia and the Americas.

Peftec 2017 is a focused international Conference and Exhibition for Industry professionals specialising in monitoring and analytical technologies for the Petroleum, Refining and Environmental Industries.

CONFERENCE EXHIBITION & SEMINARS Peftec offers international visitors and experts an extensive conference and seminar programme on 29CONFERENCE th - 30 th NOVEMBER 2017 - ANTWERP, BELGIUM EXHIBITION & SEMINARS case studies, regulation, standards and analytical techniques with a focussed exhibition of product and 29th - 30 th NOVEMBER 2017 - ANTWERP, BELGIUM service providers.

The need to produce accurate analytical and monitoring data is essential to industry.

For more information email: info@peftec.com

www.PEFTEC.com

Topics and products featured at Peftec 2017 will include: • Laboratory Testing and Measurement • Petrochemical Analysis • Emissions Monitoring in Air, Water and Soil • Portable and Field Sampling • Process Monitoring • Reference Materials • Oil Analysis • Calibration • Regulation and Standards

Organiser: International Labmate Ltd, Publisher of Petro Industry News, International Environmental Technology, Asian Environmental Technology, International Labmate and Lab Asia.

185x132.indd 1

09/08/2017 10:56

Hempaline Defend betrouwbaar in uitdagende omgevingen Wij begrijpen dat agressieve omgevingen met extreme pH-variaties, zware belasting en wisselende temperaturen kunnen leiden tot grote schade. Hempaline Defend tanklininings zijn ontworpen om deze problemen te bestrijden en uw tank(s) binnen 24 uur weer gebruiksklaar te maken. • Snelle levering en technische ondersteuning op locatie. • Snel in bedrijf dankzij onze snel drogende systemen. • Gereduceerde downtimekosten en langere onderhoudsintervallen. Vertrouw voor de zwaarste beproevingen op Hempaline Defend. Neem vandaag nog contact met ons op via hempaline@hempel.com voor meer informatie. hempaline.hempel.com

PET10 ADVERTENTIES.indd 42

03-10-17 17:04


FOTO: SHELL

de informatie niet om naar het OM te stappen bijvoorbeeld. Mensen kunnen vrijuit spreken over de oorzaken van zo’n incident met als doel om er van te leren en incidenten in de toekomst te voorkomen. Ik denk dat het delen van informatie en kennis moet worden geregeld vanuit de overheid. Daar ligt een rol voor de Inspectie SZW.’ Het besef dat een bredere benadering van veiligheid nodig is, leeft bij alle betrokken partijen volgens het rapport. Wetenschappelijke kennisinstituten, brancheorganisaties en andere samenwerkingsverbanden, maar ook bedrijven zelf zijn actief ingesprongen op de kennisbehoefte die is ontstaan met betrekking tot veroudering. In Roadmap 1 ‘veilig investeren en desinvesteren, duurzaam asset management’ van het programma Duurzame Veiligheid 2030 is de problematiek van veroudering ingebracht door de BRZO-toezichthouders. Het programma Duurzame Veiligheid 2030 is een gezamenlijk programma van het bedrijfsleven, de wetenschap en overheid om de veiligheid bij BRZO-bedrijven verder te verbeteren, waarin Van Gelder overigens ook participeert. ■

Van Gelder: ‘Als inspectiediensten merken dat er veroudering heeft plaatsgevonden zonder daar iets aan te doen, moeten bedrijven daar streng op worden gestraft.’

BRANDEN BIJ SHELL EN EXXONMOBIL Shell Pernis moest het merendeel van haar fabrieken uit bedrijf nemen nadat een brand in een elektriciteitsstation eind juli voor problemen in de elektriciteitsvoorziening zorgde. Nadat het sein brandmeester was gegeven, waren de problemen nog niet voorbij. Bij een van de uit bedrijf genomen fabrieken kwam waterstof­ fluoride vrij bij spoelwerkzaamheden. De stof is binnen het terrein van Shell Pernis gebleven en er zijn geen gevaarlijke concentraties van de stof gemeten buiten het terrein. De herstelwerkzaamheden aan de elektriciteitsvoorziening en het opstarten van de fabrieken duurden bijna een maand. Het onderzoek naar de achterliggende oorzaken van de kortsluiting is nog in volle gang. Ook de autoriteiten doen onderzoek. Op haar website laat Shell weten ‘alle maatregelen te nemen die nodig zijn om herhaling te voorkomen’. Eind augustus brak er brand uit bij ExxonMobil. De brand ontstond in het fornuis van een van de fabrieken, waar lichte benzinecomponenten in worden verwerkt. In de wijde omgeving waren dikke rookwolken te zien. Het gebied is niet ontruimd en er zouden geen slachtoffers zijn gevallen. Wel moesten omwonenden hun ramen en deuren gesloten houden. ExxonMobil laat op haar website weten dat wordt gestart met een diepgaand onderzoek naar de oorzaak en eventuele schade van dit voorval.

PETROCHEM 10 - 2017 43

PET10 Q-Branden.indd 43

03-10-17 17:25


iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

MOOIE ZONNEPANELEN VOOR GEBOUWDE OMGEVING Met het Dutch Solar Design-gevelelement kan er op een mooie manier zonne-energie worden gewonnen in de gebouwde omgeving. ECN, printspecialist TS Visuals, architectenbureau UNStudio, ontwerpadviseur Design Innovation Group, gevelbouwer Aldowa en de Hogeschool van Amsterdam hebben samen het Dutch Solar Design-gevelelement (DSD PV-gevel) ontwikkeld. Het duurzame element is een esthetisch verantwoorde toepassing op zonne-energiewinning in de gebouwde omgeving. John van Roosmalen, senior onderzoeker van ECN legt de uitdaging uit: ‘De zonne-energiemarkt is enorm aan het innoveren. Maar het was nog niet gelukt om ook een mooi element te maken, dat zo optimaal mogelijk in de kleuren, maten en toepassingsvorm van elke omgeving past. Dat is ons met dit gevelelement wel gelukt. Het element kent een goed uiterlijk en ontwerpvrijheid, maar levert nog steeds tachtig procent van de energieopbrengst van een standaard zonnepaneel. Ons doel is dat we met deze geïntegreerde oplossing de Nederlandse maakindustrie weer terug op de kaart zetten.’ Voor het geïntegreerde ontwerp van de DSD PV-gevel moesten er een aantal uitdagingen worden overwonnen. Van Roosmalen: ‘Allereerst dient er een optimum te worden gevonden tussen de opbrengst van de zonnecellen in combinatie met een aantrekkelijk uiterlijk dat niets meer weg heeft van een traditioneel zonnepaneel. Ten tweede moet de kleurechtheid van de print gedurende de levensduur van de zonnecellen gegarandeerd zijn. We hebben het vermogen van de zonnepanelen weten te optimaliseren naar tachtig procent na het toevoegen van de fullcolour print. De eerste testresultaten op een langdurige kleurechtheid van de print zijn veelbelovend.’

FOTO: ECN

INNOVATIE

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

FOTO: TANKWELL

LICHTE COMPOSIET TANKCONTAINER De ‘Tankwell’ tankcontainer is de lichtste tankcontainer wereldwijd en is op de markt gebracht door het bedrijf Composite Production Technology (CPT) uit Wieringerwerf. Kort geleden haalde het bedrijf de 36e plaats in de MKB Innovatie Top100. Het unieke van het product ontstaat door toepassing van composiet in plaats van staal voor de tank in de tankcontainer. De tankcontainer is bedoeld voor bulklogistiek van vloeistoffen, is veertig procent lichter en heeft een veertig procent betere isolatie dan gangbare stalen tankcontainers. Door toepassing van Tankwell tankcontainers wordt vijf tot tien procent op de transportkosten en het brandstofgebruik bespaard. Momenteel vervoeren een tiental transporteurs hun vloeistoffen in deze tankcontainers, waarvan er al meer dan 150 rondrijden.

PETROCHEM 10 - 2017 44

PET10 G-innovatie.indd 44

03-10-17 17:12


KIVI OPENT IT-LAB GERICHT OP CYBERSECURITY Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) heeft een lab opgericht waarmee meer inzicht wordt verschaft in cybersecurity. KIVI wil met dit lab bedrijven de infrastructuur bieden om verdere innovatie op het gebied van big data en cybersecurity te faciliteren. In het high tech IT-lab, dat de naam KIVI-0070Lab heeft gekregen, werken grote en kleine partijen uit het bedrijfsleven en hoger onderwijs samen, gericht op het versterken van de human capital agenda op het gebied van big data en cybersecurity. Diverse partijen stellen middelen en expertise ter beschikking om samen een ecosysteem van kennisdeling, onderzoek en uitdaging mogelijk te maken. Het lab laat ingenieurs en professionals zien en ervaren wat cybersecurity is. KIVI, de beroepsvereniging van ingenieurs in Nederland, wil hiermee een bijdrage leveren aan de human capital agenda voor IT in het algemeen en big data security in het bijzonder, en aan het veiliger maken van IT systemen in Nederland. Het lab – ingericht op de bovenste etage van monumentale pand van de KIVI aan de Prinsessegracht in Den Haag – wordt 4 oktober 2017 officieel in gebruik genomen.

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

FOTO: PXHERE

FOTO: PXHERE

VLAANDEREN, NEDERLAND EN NOORDRIJN-WESTFALEN WERKEN SAMEN AAN TOEKOMST CHEMIESECTOR De overheden van Vlaanderen, Nederland en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen gaan nauw samenwerken om de chemische industrie verder uit te bouwen. De drie partners lanceerden daarvoor een gezamenlijke strategie waarbij de lokale chemiesector de drijvende kracht moet worden in de transitie naar een duurzame wereldeconomie. Met een tewerkstelling van meer dan 350.000 mensen en een gezamenlijke omzet van 180 miljard euro, goed voor twintig procent van de Europese chemiesector, is de chemische industrie in Vlaanderen, Nederland en Noordrijn-Westfalen de thuisbasis van een van de belangrijkste chemieclusters in de wereld. De chemiebedrijven in deze drie regio’s zijn onderling sterk verbonden, leveren op die manier essentiële bouwstenen voor talrijke andere sectoren en bieden zo innovatieve oplossingen voor de globale economische en ecologische uitdagingen van vandaag en morgen. De doelstelling van de samenwerking bestaat erin om het unieke chemiecluster in het hart van Europa aantrekkelijk te houden voor nieuwe investeringen als fundament voor banen en welvaart. Daarvoor wordt een trilaterale samenwerking opgezet tussen overheid, industrie en academische wereld in de drie regio’s. Samen moeten ze werk maken van een succesvolle toekomst voor de chemiesector binnen een context van toenemende wereldwijde concurrentie en de transitie naar een duurzame samenleving. Daarvoor werden 21 prioriteiten vastgelegd in vier domeinen: innovatie, energie, infrastructuur en politiek beleid.

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

PETROCHEM 10 - 2017 45

PET10 G-innovatie.indd 45

03-10-17 17:12


Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.

PARTNERNIEUWS

PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM

Yokogawa ontvangt 2017 Global Customer Value Leadership Award Yokogawa heeft de Global Customer Value Leadership Award van Frost & Sullivan ontvangen in de categorie Automatiseringsoplossingen en -diensten. De Best Practice Awards worden toegekend aan bedrijven die zich onderscheiden in technologische innovatie en strategische product- en dienstontwikkeling voor regionale en wereldwijde markten. Voor de Global Customer Value Leadership Award beoordeelt F&S bedrijven op factoren die bepalend zijn voor de impact voor klanten en de business. Clustercommissariaat voor Rotterdamse industrie na anderhalf jaar afgerond In april 2016 is Jaap Hoogcarspel als clustercommissaris voor de industrie in Rotterdam aangesteld: een tijdelijke functie, bedoeld om de versterking en vernieuwing van het complex aan te jagen. Na anderhalf jaar hebben Havenbedrijf en Deltalinqs geconcludeerd dat tal van projecten in gang zijn gezet en inmiddels goed verankerd zijn bij het Havenbedrijf, Deltalinqs en het bedrijfsleven zelf. Daarom is besloten het clustercommissariaat per 1 oktober formeel te beĂŤindigen. Hoogcarspel blijft nauw betrokken bij het versterken van het stoomcluster en het inventariseren van belemmerende wet- en regelgeving.

Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden

CONTENTPARTNERS

LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM

KLEUREN: LOGO CITTĂ€ ROMANA PANTONE

CMYK

ROOD: PMS 1797 ORANJE: PMS 158 LICHT ORANJE: PMS 1505

ROOD: 5-90-75-0 ORANJE: 5-70-90-0 LICHT ORANJE: 0-30-70-0

AkzoNobel kondigt Maarten de Vries aan als Chief Financial Officer Maarten de Vries zal per 1 januari 2018 van start zal gaan als Chief Financial Officer (CFO). De Vries heeft ruim 25 jaar ervaring in finance en de internationale zakenwereld. Voorgaande rollen waren onder andere CFO van TNT Express, CEO van TP Vision en diverse posities bij Philips waaronder CIO en Chief Purchasing Officer. Zijn meest recente rol was als CFO van Intertrust Group.

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085

PET10 L-Platform.indd 46

03-10-17 17:17


‘EXPERTQU TES’ Een succesvol klimaatbeleid overstijgt de huidige aanpak die louter via de elektriciteitsfactuur wordt gevoerd. Het zullen innovatieve bedrijven zijn die de technologische oplossingen moeten ontwikkelen voor de uitdagingen van vandaag en morgen. De overheid heeft er dus alle belang bij om een competitief kader te creëren voor een innovatieve sector als de chemie en life sciences.’

De sector chemie en farma kampt al jaren met tekorten en krijgt de vacatures (dit jaar alleen al 800, dat is 250 meer dan in 2016) voor procesoperatoren en technici niet opgevuld. Daarbij wordt de zoektocht naar hoger opgeleiden alsmaar moeilijker.’

Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder Essenscia Vlaanderen, over de alternatieve regeling voor de energieheffing die de Vlaamse regering tijdens de Septemberverklaring heeft aangekondigd.

Hoe is het mogelijk dat een hoop ijzer, het in elkaar lassen daarvan plus het opbouwen van een stelling 20.000 euro moet kosten? Online datapunten creeëren van een stuk of tien metingen? 75.000 euro. Een nieuwe microgolfoven om stalen in te verwarmen: 500 euro. Welke idioot geeft er nu 500 euro uit aan een microgolfoventje?’

Jan Van Doorslaer over het invoeren van duaal leren in Vlaanderen in zijn column in deze Petrochem.

Katrien Bogaerts over het aanvragen van offertes in haar column in deze Petrochem.

HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals, BU director Advanced Manufacturing

Frans Brüning KH Engineering, business development manager

Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions

Michel Leyseele Havenbedrijf Antwerpen, Head of Energy & Chemicals Department

John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur

Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM

Cees Jan Asselbergs voormalig algemeen advi­ seur Deltalinqs

Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen

Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland

Cor van de Linde iTanks, managing director

Jaap Schouten TU Eindhoven, professor

Cyril Widdershoven Verocy, partner/ founder

Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder

Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland

Tijs Koerts Sr. Process Safety con­ sultant

Michel Meertens DSM, site director

Wim Soetaert Universiteit Gent, professor

Roelof van Wijk Avebe, site director Foxhol

Jos Benders voormalig topman Lyondell

Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant

Cas König Groningen Seaports, directeur

Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Inter­ nationaal MVO programma

Wouter Stam Flowid, managing director

Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat

Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer

Ronald Hoenen DSM Dyneema, site manager

Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner

Chris Roubos Evides Industriewater, manager Sales & Marketing

Niek Stokman Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas

Jeroen van Woerden Vaassen Flexible Packaging, CEO

Plant Manager of the Year 2015

Sandra de Bont VOTOB, directeur

Eward Hofstede Avebe, project director flavour development

Henk Leegwater Lexxin, consultant

Ruud Schenk ENGIE West Industrie, algemeen directeur

Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director

Jan Bout Bout&Co, partner

Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager

Bart Leenders Neste, managing director

Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbe­ stuurder procesindustrie

Henk Veldink Hexion, site manager

Chris Bruijnes InnovatieLink, directeur

Emre Kaya Organik Kimya, site director

Frank de Leng Segin, new business manager

Dik Schipper voormalig pro­ duction leader Dow Benelux

René Venendaal BTG Bioliquids, algemeen directeur

Plant Manager of the Year 2017

PET10 L-Platform.indd 47

Plant Manager of the Year 2016 Cor Zijderveld SBE, voorzitter

03-10-17 17:17


MAGAZINE ONLINE FILM EVENTS MEETINGS AWARDS EXPERTS LEDEN PARTNERS ZICHTBAARHEID BEREIK CONTACT KENNISDELING

Het Petrochem platform is een zelfstandig en onafhankelÄłk managementplatform voor de olie- en chemische industrie, gericht op opdrachtgevers en toeleveranciers in de hele keten van oliewinning, via raffinage en bulkchemie tot fÄłnchemie Het Petrochem platform deelt kennis en inspiratie door de integratie van netwerk, magazine, website, events, social media, film, verkiezingen, round tables en specials.

Het Petrochem platform versterkt uw netwerk.

Het Petrochem platform kent experts, leden en partners.

Meer weten: Janet Robben +31(0)20 31 22 085 janet@industrielinqs.nl

Het Petrochem platform biedt partners een optimale mix van zichtbaarheid, bereik, contact en kennisdeling.

www.petrochem.nl 170308ADVERTENTIES.indd iLinqs Platformadv.indd481 PET10

08-03-17 17:04 16:02 03-10-17


ONBEVANGEN

‘Ik kan er van op aan dat een standaardofferte gerust maal drie mag worden gedaan, om nog maar in de buurt te komen van een ‘bedrijfsprijs’.’

Offertes Heb je onlangs een offerte opgevraagd om thuis iets te herstellen? Een leiding die lek is, of het circulatiepompje van de verwarming, of het opnieuw aanleggen van de oprit gezien er de laatste tijd toch wat veel onkruid groeit dat je wel wilt uittrekken, maar dat sneller dan je schaduw terug lijkt te komen? Dan vraag je dat aan meerdere vakmannen, en na zeven keer bellen ter herinnering, druppelen er stilletjes aan offertes in de mailbox. Die vergelijk je en je kiest prijs-kwaliteitsgewijs voor de beste oplossing. Hoop ijzer Als ik hier op het bedrijf een stuk weg moet laten aanleggen, dien ik een aanvraag in, zodat er via de dienst aankoop naar aannemers kan worden gezocht. Ik kan er van op aan dat een standaardofferte gerust maal drie mag worden gedaan, om nog maar in de buurt te komen van een ‘bedrijfsprijs’. Volgens mij hebben alle aannemers een stilzwijgende overeenkomst waarbij in het geniep, onder het maanlicht en al zittend in een perfecte cirkel, een of andere plaatselijke zelfstandige de gevleugelde woorden spreekt: ‘Weet je wat mannen (want laten we eerlijk zijn, daar zitten helaas geen vrouwen tussen die lokaal de werken coördineren)? Als een van die bedrijven een offerte vraagt, verdubbelen we onze prijs.’ Waarna er iemand anders uit de cirkel rechtstaat en zegt: ‘Ze hebben toch nooit iets door, we verdrievoudigen!’ En zo geschiedt, althans toch in mijn verbeelding. Altijd, maar dan ook écht altijd, wanneer ik projecten op basis van budget moet goedkeuren, denk ik bij mezelf: ‘dit kan toch niet’. Hoe is het mogelijk dat een hoop ijzer, het in elkaar lassen daarvan plus het opbouwen van een stelling ineens 20.000 euro moet kosten? Kabels trekken, zodat we online datapunten kunnen creeëren van een stuk of tien metingen? 75.000 euro. Het grondig reinigen van de keuken: 1500 euro. Een nieuwe microgolfoven –standaardmodel, niets speciaals– om stalen in te verwarmen: 500 euro. Welke idioot geeft er nu 500 euro uit aan een microgolfoventje? Poetsvrouw Bijna tien jaar geleden, toen ik net begon met werken, werd ik onmiddellijk verantwoordelijk om de meetings te organiseren

waarin de kleine projecten werden overlopen en goedgekeurd. Dat begon al met de kostprijs: hieronder verstonden we alles tussen de 50.000 en 500.000 euro. Bedroeg het totale budget minder dan 50.000 euro, dan hoefde je het project zelfs niet aan iemand voor te leggen, dat voerde je gewoon uit. Ik kan mij die eerste meeting nog zo voor de geest halen. Niet alleen omdat er iemand een mopje maakte –‘ik dacht dat je de nieuwe poetsvrouw was’– maar omdat ik mij maar bleef verbazen over de kostprijs van pietluttigheden. Logisch dat je snel aan 50.000 euro komt op die manier. Inmiddels zijn we dus tien jaar verder en ben ik het al wat meer gewoon – zowel qua terloopse opmerkingen als qua budget – maar dat neemt niet weg dat ik het nog steeds een gigantische verspilling vind. Natuurlijk speelt dit alles in de kaart van de kleine zelfstandige die niets anders doet dan opdrachten uitvoeren van bedrijven. Ik vroeg het ooit aan onze vaste taxichauffeur, die hartelijk moest lachen toen ik mijn verbazing uit de doeken deed. Hij zei me dat hij vroeger zelf werknemer was in een groot bedrijf, maar besloot om taxichaffeur voor kleine vrachten te doen, enkel voor bedrijven. Hij rijdt ondertussen al bijna twintig jaar lang met plezier in het midden van de nacht plots naar het buitenland om hoogdringende bestellingen op hun plaats te krijgen, want ‘bedrijven die iets dringend moeten hebben, kijken niet op 500 euro meer of minder’. Hij heeft gelijk, dat maakt voor een bedrijf op dat moment niets uit en voor hem is het mooi meegenomen. Ik zal hier maar niet teveel reclame maken, of we laten ons allemaal omscholen tot zelfstandigen in dienst van bedrijven. Ik denk dat ik dan maar voor poetsvrouw ga.

Katrien Bogaerts werkt sinds juni 2013 als process engineer bij Kaneka in Westerlo, België, en is expert bij Petrochem platform.

PETROCHEM 10 - 2017 49

PET10 J-Onbevangen.indd 49

03-10-17 17:15


PETROCHEM 10 - 2017 50

PET10 X-Themaspread.indd 50

03-10-17 17:29


THEMA MILIEU & ENERGIE-EFFICIËNTIE

FOTO: WIM RAAIJEN

•T erugdringing van het energieverbruik levert niet alleen maatschappelijk voordeel op, maar kan tegelijkertijd enorme besparingen opleveren. Er zijn diverse methodes om hiertoe te komen. Procesoptimaliseringen binnen de fabriekshekken, energiebesparende maatregelen in samenwerking met een externe partij of grootschalige energieprojecten met een bijzondere samenwerking tussen meerdere bedrijven die eenzelfde belang delen. • H et klimaatakkoord van Parijs verplicht het bedrijfsleven om in 2050 vrijwel volledig CO2-neutraal te werken. Die opgave leeft bij uitstek in Rotterdam, waar kolencentrales, raffinaderijen en chemiefabrieken bijna twintig procent van de Nederlandse CO2-uitstoot verzorgen. Hun strategie: alle ballen op CCS.

PETROCHEM 10 - 2017 51

PET10 X-Themaspread.indd 51

03-10-17 17:29


ENERGIE-EFFICIËNTIE

‘Het laaghangende fruit is nog lang niet geplukt’ De Nederlandse en Europese energievoorziening wordt steeds efficiënter. Terugdringing van het energieverbruik levert niet alleen maatschappelijk voordeel op, maar kan tegelijkertijd enorme besparingen opleveren. Er zijn diverse methodes om hiertoe te komen: procesoptimaliseringen binnen de fabriekshekken, energiebesparende maatregelen in samenwerking met een externe partij of grootschalige energieprojecten met een bijzondere samenwerking tussen meerdere bedrijven die eenzelfde belang delen.

Evi Husson

In Nederland en Europa wordt in toenemende mate energiebesparing toegepast. Nederlandse bedrijven meldden in 2016 voor bijna 1,4 miljard euro aan investeringen in energiezuinige maatregelen en 2,6 miljard euro in milieuvriendelijke technieken, blijkt uit de jaarverslagen 2016 van de EIA (Energie-investeringsaftrek) en MIA (Milieu-investeringsaftrek). Ook de procesindustrie is goed op weg. Diverse bedrijven hebben al bijzondere structurele energiebesparende maatregelen gerealiseerd. Denk aan de terugwinning van warmte in processen, het gebruik van betere isolatie rond onder andere (stoom)leidingen, het plaatsen van duurzame energiezuinige verlichting, het besparen van energie door het productieproces te optimaliseren door gebruik te maken van productiedata en key performance indicators (KPI’s) en het uitwisselen van reststromen met omringende bedrijven Het implementeren van energie-efficiëntiemaatregelen die dicht bij een positieve businescase zitten, kunnen al voor een behoorlijke energiebesparing zorgen. Veel van deze aanpassingen hebben een vrij korte terugverdientijd en vergen geen drastische veranderingen in de productieprocessen. ‘Dit zogenoemde laaghangende fruit, is echter nog lang niet geplukt’, stelt Egbert Klop, adviseur bij Industrial Energy Experts dat industriële bedrijven advies geeft op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. ‘Een aantal bedrijven investeert nog (steeds) niet of beperkt in energiebesparende maatregelen. Ook al is de terugverdientijd soms drie jaar of minder, voor hen is er nog geen doorslaggevende reden om nu iets aan hun energie-efficiëntie te doen. De economische situatie of een beperkte investeringsruimte zorgt

veelal dat dergelijke maatregelen vooralsnog geen voet aan de grond hebben gekregen.’ Succesvolle projecten Niet ieder bedrijf neemt een afwachtende houding aan. Zo heeft Dow Terneuzen bijvoorbeeld een project lopen om reststoom zo veel mogelijk te hergebruiken in andere processen. Dit gebeurt via stoomrecompressie. Daarbij wordt lagedruk reststoom mechanisch gecomprimeerd, waardoor de druk en daarmee de temperatuur oploopt. De elektrische energie die daarvoor nodig is, is veel minder dan de thermische energie die zo’n systeem oplevert, wat in een behoorlijke energiebesparing kan resulteren. Momenteel is Dow bezig met de pilotinstallatie in een bestaande fabriek die tien ton stoom per uur met een druk van drie bar ophoogt naar een druk van twaalf bar. Naar verwachting zal het systeem eind 2018 in gebruik zijn. Er kan continu een besparing van 7 tot 8 MW worden bereikt. Royal Cosun realiseert in een van haar fabrieken een grote energiebesparing met het ‘Flex TVR’-systeem, een stoomrecompressie die kan worden ingezet om sterk wisselende hoeveelheden restenergie, in de vorm van stoom, te hergebruiken in plaats van deze restenergie te moeten ‘vernietigen’. De kern van de innovatie is dat de thermische stoomrecompressie flexibel wordt ingezet voor een sterk wisselend reststoomaanbod. Daarmee kan stoom uit het indampingsproces worden hergebruikt in plaats van dat de fluctuerende reststoom moet worden weggekoeld via condensors. Doel van dit project is dit condensorverlies tot nul te reduceren. Nog een mooi voorbeeld is BASF in Heerenveen. Samen met Water &

PETROCHEM 10 - 2017 52

PET10 X1-Trends.indd 52

03-10-17 17:30


FOTO: ENECO

Energy Solutions realiseerde het bedrijf een energiereductie van 33 procent door heel anders naar productieprocessen en utilities te kijken. Zo bleek bij BASF dat de boilers en het fornuis, dat reststoffen uit het productieproces verbrandde, ook stoom produceren. Warmte uit de warmtekracht unit op het terrein was daardoor niet meer nodig. De WKK werd verwijderd en de absorptiekoelers vervangen door elektrisch aangedreven koelers. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van energiebesparende projecten binnen de bedrijfshekken, eventueel met hulp van een externe partij. ‘De kennis die bedrijven hebben over potentiële energiebesparende maatregelen varieert heel sterk’, stelt Klop. ‘De proces- en productiekennis is natuurlijk bijzonder groot. Externe partijen of adviseurs kunnen dan weer kennis en technieken vanuit andere sectoren inbrengen en kruisverbanden leggen tussen sectoren waardoor nieuwe ontwikkelingen sneller worden opgepikt. Over de bedrijfshekken heen kijken is zeker een must. Als inspiratiebron, of als potentiële samenwerking.’ Afspraken en belangen Samenwerken tussen bedrijven onderling kan bijdragen tot een veel hogere energieefficiëntie dan maatregelen binnen de bedrijfshekken. Noodzaak hiervoor is

Klop: ‘Over de bedrijfshekken heen kijken is een must. Als inspiratiebron, of als potentiële samenwerking.’ onderling vertrouwen, een stevige basis en gelijke belangen. Klop: ‘Om een samenwerking tussen twee of meerdere partijen tot stand te brengen, moet je de belangen op één lijn zien te krijgen en langetermijncontracten proberen af te sluiten. Dat is vaak moeilijker dan je op het eerste gezicht zou denken. Ieder bedrijf heeft zijn eigen corebusiness waarmee hij geld verdient. Die corebusiness is niet ‘op een slimme manier omgaan met reststromen of utilities’. Bedrijven willen daarom niet heel veel hierin investeren noch veel verplichtingen aangaan. De vragende partij heeft vaak baat bij langdurige zekerheid, maar de aanbiedende partij wil dit niet garanderen omdat hij er beperkt belang bij heeft dat zijn reststroom wordt afgenomen, of er is al een ‘leefbaar’ alternatief. Als de productiecapaciteit door economische omstandigheden verandert en de reststroom valt weg, dan zou de leverende partij toch moeten leveren omdat hij dit contractueel heeft afgesproken met de afnemer. Daar zitten bedrijven niet op te wachten. De kunst is dan om hier een goede oplossing voor te vinden. Bijvoor-

beeld door een exploiterende partij te vinden die wil investeren in het netwerk dat de bedrijven met elkaar verbindt. Dat betekent dat deze partij er ook voor moet zorgen dat er reservecapaciteit of een back-up toelevering aanwezig is. In veel gevallen kan gebruik worden gemaakt van bestaande voorzieningen als back-up. Maar eenvoudiger wordt zo’n samenwerking er niet op.’ Dat het toch kan, hebben meerdere projecten al bewezen zoals de stoomleiding in Rotterdam. De levering van stoom aan de bedrijven in de Botlek zorgt voor een aanzienlijke reductie van de energievraag van bedrijven in dat gebied. Volgende stap Samenwerkingsverbanden en energiebesparende maatregelen dragen bij aan de transitie naar een duurzame energievoorziening. Het is een eerste, maar ook een noodzakelijke stap die voorafgaat aan verduurzaming, stelt Klop: ‘Energiebesparing komt op de eerste plek. Optimalisatie binnen de fabriekshekken, met partners of indien mogelijk ketenbreed. Hierna volgt pas verduurzaming. Als je PETROCHEM 10 - 2017 53

PET10 X1-Trends.indd 53

03-10-17 17:30


®

www.panolin.nl • Biologisch • afbreekbare • synthetische • hydrauliek-olie • Zeer lange • levensduur • 10.000 draaiuren • zonder olie • te verversen

Hydrauliekolie met een natuurlijk karakter Duport Lubricare - Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart - 0523-619892 info@panolin.nl

Verhuur heet- en warmwaterketels

Eco Ketelservice Verhuur bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com

PET10 ADVERTENTIES.indd 54

03-10-17 17:05


Duurzaam samenwerken Energie-efficiency en verduurzaming kunnen ook samen worden gerealiseerd in samenwerkingsverbanden. Klop: ‘Een bijzondere samenwerking is bijvoorbeeld ontstaan tussen bio-energie-installatie De Vallei in Ede en kunststoffenproducent HSV Moulded Foams Group die in eerste instantie niets met elkaar te maken hadden en enigszins per toeval met elkaar in contact zijn gekomen. De kunststoffenproducent ontvangt bio-stoom van De Vallei en is daardoor in één keer overgegaan van fossiele op hernieuwbare brandstof, terwijl het daarmee ongeveer 3.750 ton CO2 per jaar bespaart.’ Nog een voorbeeld is de twee kilometer lange pijpleiding tussen AkzoNobel en het Hengelose afvalverwerkingsbedrijf Twence. Het afvalverwerkingsbedrijf levert op grote schaal hogedruk stoom aan de zoutproductielocatie van AkzoNobel in Hengelo. Begin dit jaar is een nieuw onderzoek gestart om na te gaan of het mogelijk is om ook stoomleidingen aan te leggen tussen Twence en de Enschedese fabrieken Grolsch en Apollo Vredestein. De stoom wordt daarbij gemaakt door het stoken van niet-herbruikbaar afvalhout. Grolsch gebruikt warmte voor het brouwen van bier, pasteurisatieprocessen, spoelmachines en het verwarmen van de gebouwen. Apollo Vredestein gebruikt stoom bij de productie van banden. Gebruik van stoom van Twence kan volgens de bedrijven een besparing opleveren van elf miljoen kubieke meter aardgas per jaar. Het mooie van dit concept is dat de laagwaardige restwarmte vervolgens voor stadsverwarming wordt geleverd. Cascaderen, in vaktermen. Begin dit jaar is samen met AkzoNobel, Eneco en Groningen Seaports de levering van biostoom aan Chemie Park Delfzijl officieel in werking gezet. Eneco heeft hiervoor de biomassacentrale Bio Golden Raand (BGR) omgebouwd tot een warmtekrachtcentrale die naast

FOTO: NUON

niet zuinig bent, maar wel duurzame energie gebruikt, word je een duurzame verspiller. Dit geldt ook voor de industrie. De efficiencymaatregelen zoals bij Dow, AkzoNobel of de stoomleiding in Rotterdam zijn in feite een voorbereiding op de volgende stap.’

groene stroom nu ook biostoom levert. Gebruikmakend van de door Groningen Seaports aangelegde infrastructuur zet AkzoNobel de vrijgekomen stoom in op het chemiecluster. Energie-efficiency versus duurzame energie Voor een succesvolle energietransitie zijn meer initiatieven nodig. Veel meer. Klop: ‘Diverse factoren en maatregelen geven richting en bepalen de snelheid van de transitie. Ook bijvoorbeeld de CO2-prijs die momenteel geen motivator is om te investeren in efficiencymaatregelen of duurzaamheid. Het is een Europees mechanisme dat pas effect heeft op de bedrijfsvoering als de prijs al dan niet kunstmatig hoog wordt gehouden. Hetzelfde geldt voor gasprijzen.’ Wat eveneens zou aanzetten tot energiebesparing en duurzamere bedrijfsvoering, is een wettelijk verbod op het lozen van bijvoorbeeld restwarmte van een bepaalde temperatuur en capaciteit. Klop: ‘Het lozen van restwarmte gebeurt nog steeds aangezien niet alle bedrijven hiervoor afnemers hebben gezocht of gevonden. Hiervoor een wettelijke maatregel invoeren, zoals voor de emissies van NOx, zwavel of fijnstof, kan een beweging op gang brengen.’ Toch is het veel complexer. ‘De overheid moet voorzichtig zijn met het invoeren

van dergelijke maatregelen aangezien ze een behoorlijke impact kunnen hebben op de concurrentiepositie van de industrie in de BV Nederland. Wordt het probleem alleen in Nederland of Europa aangepakt, dan zullen Westerse bedrijven aan concurrentiekracht verliezen ten opzichte van bijvoorbeeld Azië of Amerika. Wie internationaal opereert, zal deze maatregelen meenemen om na te gaan waar voor het bedrijf het beste vestigingsklimaat is.’ Hetzelfde geldt voor gasprijzen. ‘Stijgen de gasprijzen in Europa, dan moeten bedrijven investeren in nieuwe besparings- en duurzaamheidsmaatregelen wat hun concurrentiepositie kwetsbaar maakt.’ Van energie- naar industrietransitie In Nederland en Europa komt geleidelijk aan een energietransitie tot stand. Een aantal koplopers neemt zelf het initiatief en de verantwoordelijkheid en wacht het overheidsbeleid, dat nog verder zal worden aangescherpt, niet af. Andere bedrijven doen vooralsnog alleen het hoogstnoodzakelijke. Klop: ‘Ook al onderneemt nog niet ieder bedrijf actie, de urgentie en het bewustzijn is de afgelopen jaren enorm toegenomen en er is een beweging op gang. Of die beweging snel genoeg is, zal de toekomst uitwijzen.’ ■ PETROCHEM 10 - 2017 55

PET10 X1-Trends.indd 55

03-10-17 17:30


MILIEU

Rotterdam: Realiseer klimaatakkoord via CCS Het klimaatakkoord van Parijs verplicht het bedrijfsleven om in 2050 vrijwel volledig CO2-neutraal te werken. Die opgave leeft bij uitstek in Rotterdam, waar kolencentrales, raffinaderijen en chemiefabrieken voor bijna twintig procent van de Nederlandse CO2-uitstoot zorgen. Hun strategie: alle ballen op CCS.

Inge Janse

Als er ergens werk moet worden gemaakt van het klimaatakkoord van Parijs, dan is het wel in Rotterdam. In het industriële havencluster staan vijf van de tien meest CO2-uitstotende installaties. Mede daarom is het gebied als geheel verantwoordelijk voor bijna twintig procent van de Nederlandse CO2-uitstoot. Het leeuwendeel van die ruim dertig megaton per jaar wordt veroorzaakt door energiebedrijven (vijftien megaton) en de combinatie van raffinaderijen en chemiebedrijven (veertien megaton). Dit voorjaar is bovendien het plan stopgezet om te experimenteren met de afvang en opslag van CO2 bij twee kolencentrales. En dat terwijl de Europese Unie zichzelf als doel heeft gesteld om in 2050 80 tot 95 procent minder CO2 uit te stoten dan in 1990. De werkelijkheid en de ambitie lijken dus mijlenver van elkaar verwijderd. Petrochem steekt daarom zijn licht op bij de grootste uitstoters wat hun plannen zijn om die twee werelden toch bij elkaar te brengen en ook in 2050 nog een license-to-operate te hebben.

TOP 10 CO2-UITSTOTENDE BEDRIJVEN IN NEDERLAND (2016) Positie Bedrijfscode Bedrijfsnaam CO2-uitstoot (ton) in 2016 1. NL-201000010 RWE Eemshaven Centrale 8.319.654 2. NL-200400186 Tata Steel IJmuiden bv BKG 6.212.449 3. NL-200400153 Uniper Centrale Maasvlakte 5.950.127* 4. NL-201100057 Uniper Maasvlakte Powerplant 3 4.665.108 5. NL-200400021 Shell Nederland Raffinaderij B.V. 4.253.935 6. NL-200400019 Nuon Centrale Hemweg 3.996.099 7. NL-200400090 Nuon Power Velsen 3.633.608 8. NL-200400221 Essent Amercentrale 3.520.986 9. NL-201200005 ENGIE Centrale Rotterdam 3.192.374 10. NL-200400017 BP Raffinaderij Rotterdam B.V. 2.292.349 *gesloten op 1 juli 2017 Bron: Emissiecijfers 2013-2016 stationair van de Nederlandse Emissieautoriteit voor 2016

Het probleem Beginnend bij het begin: heel de Rotterdamse industrie, van kolenverbranders tot waterstofsplitsers, onderkent expliciet het belang van het klimaatakkoord en het gevaar van CO2-emissies. Neem ExxonMobil, in het verleden meermaals beticht klimaatkritisch onderzoek te financieren. De corporate website (waar de Nederlandse woordvoerder naar verwijst voor het standpunt) meldt: ‘Het risico van klimaatverandering is duidelijk en het risico verplicht tot actie. Toenemende koolstofemissies in de atmosfeer hebben een verwarmend effect.’ Ook de bedrijven achter de twee kolencentrales zijn eensgezind over de noodzaak tot verandering. ‘Wij omarmen het klimaatakkoord volledig’, zegt woordvoerder Michael Verheul van Engie, terwijl Uniper onderkent dat CO2 van invloed is op het klimaat en zich committeert aan het klimaatakkoord van Parijs. Reinier Gerrits, hoofd Energie & Klimaat van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), zegt deze zomer in Chemie Magazine: ‘De vraag is niet of we de beoogde emissiereductie kunnen halen, maar hoe we dat gaan doen.’ Dat blijkt ook uit de toekomstplannen van Air Products, dat bijna een miljoen ton CO2 per jaar uitstoot in Rotterdam en op meerdere vlakken onderzoekt hoe het zijn CO2-voetafdruk kan terugbrengen naar nul. Oplossing De toekomst van de industrie past in één afkorting: CCS, de afvang van CO2, om vervolgens te kijken of je dat opslaat (Carbon Capture & Storage, CCS) of hergebruikt (Carbon Capture & Utilisation, CCU). Het overkoepelende beeld komt uit de koker van het Duitse

PETROCHEM 10 - 2017 56

PET10 X2-CO2.indd 56

03-10-17 17:31


FOTO: PEXELS

Wuppertal Instituut. In opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam maakte dit onderzoeksbureau begin dit jaar bekend hoe de Rotterdamse industrie haar CO2-uitstoot drastisch kan beperken én brandstoffen en chemicaliën kan blijven maken. Volgens Wuppertal is dat mogelijk, mits er op vele paarden tegelijkertijd wordt gewed. In die strijd vormt grootschalige afvang en opslag van CO2 een van de belangrijkste werkpaarden, naast de inzet van met groene stroom geproduceerde waterstof, elektrificatie van de industrie en benutting van restwarmte. Combineer dat óf met de inzet van biomassa als grondstof voor de chemie, óf met het vrijwel volledig recyclen van alle gebruikte fossiele grondstoffen, en je komt uit op 98 procent minder CO2-uitstoot in 2050 dan in 2015. Op de plank De Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) stemt volmondig in met dit beeld, vertelt directeur Erik Klooster. ‘Richting 2050 hebben raffinaderijen een aantal technologische opties. Carbon Capture staat daarbij met stip op één, aangevuld door elektrificatie en energie-efficiency. In theorie kunnen we daarmee 80 tot 95 procent van onze CO2-uitstoot reduceren.’

ExxonMobil werkt bijvoorbeeld mee aan ongeveer een kwart van de wereldwijde CCS-projecten, plus dat het aan een nieuwe technologie werkt die de kosten van CO2-afvang ‘significant’ kan verlagen. Naast CCS onderzoeken raffinaderijen welke extra’s mogelijk zijn. BP wil bijvoorbeeld restwarmte doorspelen naar andere bedrijven, tuinbouw en huishoudens. Hetzelfde beeld is zichtbaar bij de raffinaderij van Shell, dat tot de tijd van CO2-afvang op kleinere schaal innoveert, bijvoorbeeld door de energie-efficiëntie van de fabrieken te verbeteren. Ook gebruikt de Rotterdamse raffinaderij haar restwarmte om huizen te verwarmen en geeft het afgevangen CO2 door aan tuinders in de omgeving. Air Products noemt CCS ‘in potentie een veelbelovende optie’. Dat komt onder meer omdat tijdens het splitsen van aardgas voor de productie van waterstof CO2 in geconcentreerde vorm vrijkomt. Dat maakt afvangen relatief goed uitvoerbaar. In de VS heeft het bedrijf al een fabriek die voor bijna 100 procent de CO2 afvangt. Financieel komt dat uit, want Air Products kan die pure CO2 verkopen aan exploitanten van olievelden. ‘Technisch gezien is het afvangen van CO2 voor ons dus geen probleem’, legt algemeen directeur Rotterdam Paul Hoogeveen uit.

‘De techniek ligt bij ons op de plank en kan zo worden uitgevoerd.’ Kolencentrales De enige partijen waar CCS juist minder aannemelijk is geworden, zijn Engie en Uniper. Voor hun kolencentrales zijn zij dit voorjaar gestopt met ROAD, het project uit 2010 om CO2 af te vangen en in een offshore-gasveld op te slaan. Volgens beide bedrijven was dit de enige realistische optie. ‘We zien politiek en maatschappelijk draagvlak voor CCS, maar niet in combinatie met kolencentrales’, legt Engie-woordvoerder Michael Verheul uit. Het maatschappelijke geld kan beter aan CCS worden besteed bij partijen die de komende dertig jaar nog draaien in Rotterdam, zoals de raffinaderijen. Uniper hakt om dezelfde reden de knoop door, vertelt woordvoerder Edwin Kotylak. ‘Wij kwamen tot de conclusie dat deze techniek op dit moment efficiënter en zekerder kan worden ingezet op andere plekken in de industrie.’ Uitdagingen Het zal niemand verbazen dat geld het grootste obstakel vormt om echt aan de slag te gaan met CCS. Dat klinkt logisch, maar het bijbehorende beeld is complexer. Niemand van de gesproken partijen wil namelijk mordicus op zijn PETROCHEM 10 - 2017 57

PET10 X2-CO2.indd 57

03-10-17 17:31


Activities: Sinus Jevi Electric heating is based in Medemblik, the Netherlands and from there operates as the Electrical Heating specialist and supplier throughout the world. We serve several industries such as the Petrochemical On- and Offshore industry, the Chemical and Process industry, Food, Building and other industries with electrical heating products and associated controls equipment. Fan Heater type VLEx

As one of the pioneers in the field of Explosion proof Heating equipment we today still operate at the forefront. We run IEC-Ex as well as Atex and TR-CU Ex- certified product lines. For all Heaters we can offer the appropriate Control Panel of our own design. Both our engineered and our standardized products are ATEX and IEC-Ex certified. The associated Vessels are engineered and calculated to EN 13445, ASMI-VIII, RtoD or AD2000. Sinus Jevi Electric Heating B.V. is part of the NIBE group, listed on the Stockholm Stock Exchange

Inline Heater

Air Cooled Brake Resistor

Sinus-Jevi Electric Heating B.V. Aambeeld 19 1671 NT Medemblik tel.:0227-549100 www.sinusjevi.com info@sinusjevi.com

VINÇOTTE BUNKER ROTTERDAM •

Een grotere bunkercapaciteit voor

• •

radiografisch onderzoek Uitstekende laad- en losfaciliteiten Met een kraancapaciteit van 5 ton kunnen we nagenoeg alle objecten aan

Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheid Met onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.

vincotte.nl |

PET10 ADVERTENTIES.indd 58

03-10-17 17:05


portemonnee blijven zitten en wachten tot de wereld vergaat. Verre van. Maar waar iedereen wél mordicus tegen is, is om in onzekere tijden geïsoleerde keuzes te maken die later heilloos blijken te zijn. Ten eerste: hoeveel geld is er nodig om de huidige Rotterdamse industrie te verduurzamen? Het Havenbedrijf Rotterdam heeft dit niet laten berekenen door het Wuppertal Instituut. Daar zijn twee redenen voor, verklaart woordvoerder energietransitie Sjaak Poppe. ‘Enerzijds omdat dit amper kan, want veel van die informatie zit bij bedrijven en is vertrouwelijk.’ Daarnaast is het erg lastig te bepalen wat nieuwe technologieën kosten. Hij illustreert dat met wind- en zonne-energie: een paar jaar geleden nog grote subsidie­ slurpers, tegenwoordig rendabele investeringen. Anderzijds heeft de overheid het klimaatakkoord nog niet vertaald naar beleid en regels. Bedrijven weten daarom nog niet waar ze aan moeten voldoen, op welk moment, via welke methode, en met welk verdienmodel. Mede daarom is in 2016 de Transitiecoalitie opgericht, met daarin onder meer Shell, Van Oord, Eneco en het Havenbedrijf Rotterdam. Namens ruim zeventig bedrijven pleit die coalitie bij de nieuw te vormen regering voor energietransitie met een langetermijnbeleid. Volwassen Voor de chemische industrie zijn er volgens de VNCI drie hobbels richting een duurzame toekomst, zoals in Rotterdam. Ten eerste: hoe kun je tegelijkertijd ver-

duurzamen (inclusief alle bijbehorende kosten en risico’s) en je internationale concurrentiepositie behouden? Ten tweede: hoe stap je over naar duurzame grondstoffen (biomassa en recycling) die beperkt beschikbaar zijn en zorgen voor een hogere productprijs? En drie: hoe krijg je de maatschappij zover dat zij haalbare, maar impopulaire oplossingen accepteert, zoals CCS en de inzet van restwarmte? In een aantal van die gevallen wil de VNCI samenwerken met de overheid, zoals voor een investeringsfonds, subsidies voor gebruik van biomassa als grondstof, en inzet voor een wereldwijd hogere CO2-emissieprijs. Die hoop op de rol van de overheid zie je ook terug bij de Rotterdamse bedrijven. Want is het de overheid - en daarmee de maatschappij - menens met het klimaat, vindt Air Products-directeur Hoogeveen, dan moet zij overwegen om geld bij te leggen om CCS op gang te krijgen. De overheid kan bijvoorbeeld een pilot mogelijk maken en zo de mogelijke zorgen bij het publiek over CO2-afvang wegnemen. ‘Ik hoop dat als we CCS demonstreren, we kunnen aantonen dat het een veilige en effectieve methode is om CO2 te reduceren en onze materiële welvaart in stand te houden.’ VNPI-directeur Klooster herkent dat volledig. Zijn ideaal: een overheid die zegt ‘dit moet gewoon gebeuren’ en een langetermijnvisie uitrolt, bijvoorbeeld dat CO2-opvang over vijftien jaar moet draaien. ‘Bedrijven doen al onderzoek, maar het start pas echt bij pilots, om CCS door de leercurve heen te krij-

gen. Daar kunnen innovatiefondsen van de overheid bij helpen, samen met investeringen van het bedrijfsleven.’ De energiebedrijven, als laatste van de drie sectoren, zijn de enige die aangeven dat hun Rotterdamse installaties eindig zijn. Want hoewel zowel Uniper als Engie benadrukt dat de overgang naar duurzame energie een stabiele (en dus bijvoorbeeld kolengestookte) achtervang vereist, onderschrijven beide ook dat kolen geen oneindige levensduur hebben. Uniper denkt dat Powerplant 3 een soort laatste der Mohicanen zal zijn. Oftewel: openblijven tot de duurzame energie volwassen is (en geen achtervang meer nodig heeft), en ondertussen verder vergroenen door meer biobrandstoffen bij te stoken en de energie-efficiency te verhogen. Compensatie Bij Engie mogen steenkolen al eerder worden uitgefaseerd. Wereldwijd haalde het bedrijf afgelopen anderhalf jaar tweederde van zijn kolencentrales uit de markt, aangezien het zoveel mogelijk wil decarboniseren. Enerzijds onderzoekt het Franse bedrijf daarom of de Rotterdamse centrale volledig omgebouwd kan worden naar honderd procent bio-reststromen, anderzijds staat het open voor sluiting van de kersverse installatie. Dat is, mits de overheid ook over de brug komt. Verheul: ‘Wij hebben een vergunning voor een centrale die op verzoek van de overheid is neergezet. Toch staan we open voor een vervroegde sluiting, maar daar hoort wel een redelijke compensatie bij.’ ■

20 BEDRIJVEN IN ROTTERDAM DIE IN 2016 100.000 TON CO2 OF MEER UITSTOOTTEN Positie – Bedrijfscode – Bedrijfsnaam – CO2-uitstoot (ton) 2016

12. NL-200400220 ExxonMobil Chemical Holland

389.773

1.

NL-200400153 Uniper Centrale Maasvlakte

5.950.127*

13. NL-200400155 Uniper Centrale RoCa

304.729

2.

NL-201100057 Uniper Maasvlakte Powerplant

4.665.108

14. NL-200400083 Lyondell Chemie NL, Botlek

291.774

3.

NL-200400021 Shell Nederland Raffinaderij

4.253.935

15. NL-200400043 Eurogen 289.541

4.

NL-201200005 ENGIE Centrale Rotterdam

3.192.374

16. NL-200400264 Air Products NL, Merseyweg

5.

NL-200400017 BP Raffinaderij Rotterdam

2.292.349

17. NL-200400203 Cabot 246.654

6.

NL-200400011 ESSO Raffinaderij Rotterdam

2.105.790

18. NL-200900120 Alco Energy Rotterdam

7.

NL-201000055 Enecogen

1.309.359

19. NL-200400292 Aluminium & Chemie Rotterdam 154.642

8.

NL-200700001 Pergen 1.228.840

20. NL-200400109 ADM Europoort

9.

NL-201100042 Air Products Nederland, Botlek

*gesloten op 1 juli 2017

631.293

10. NL-200400138 Gunvor Petroleum Rotterdam

420.366

11.

413.152

NL-201100046 Air Liquide Nederland, SMR2

276.201 197.463 151.672

Bron: Emissiecijfers 2013-2016 stationair van de Nederlandse Emissieautoriteit voor 2016

PETROCHEM 10 - 2017 59

PET10 X2-CO2.indd 59

03-10-17 17:31


MARKET REVIEW ALGEMEEN

EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & OFFGRID/HYBRIDE POWER SOLUTIONS

ERIKS bv

Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen, Onderhouds- & Veiligheidsproducten

Outback Power

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl

Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl

DEMONTAGE

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl

Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu

Industrieweg 11 7251 JT Vorden Tel: +31(0)575 55 73 06 E-mail: info@emsbroek.nl Website: www.emsbroek.nl

Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088- 998 4621 Fax: 088- 998 4420 Email: inspectie@kiwa.nl Internet: www.kiwa.nl

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

MAGION Process Control Engineering B.V. Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu Onafhankelijk kennisinstituut voor procesisolatie in industrie

MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK

Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.

Joulz Energy Solutions B.V.

Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten

INDUSTRIE ISOLATIE

NCTI

DDM Demontage B.V.

Emsbroek B.V.

Kiwa Inspecta Nederland B.V. Victor Lighting

De Noord Chemicals b.v.

Keuring, inspectie en bouw van (chemie)installaties BRL K903 gecertificeerd. Staal, RVS en kunststof.

Website: www.eurotronic.nl

CHEMICALS

Chemicals, Lime, Recycling and Automotive

INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN

Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

PIPE SUPPORTS

Dutramex BV

Ambachtstraat 1a 4143 HB LEERDAM Tel: +31 (0)345- 61 40 11 Fax: +31 (0)345- 61 95 25 E-mail: info@dutramex.com Website: www.dutramex.com

PROCESS CONTROL

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000.

60

PETROCHEM 10 – 2017

PET10 ADVERTENTIES.inddAlle 60pagina's PET01_MartketReview.indd

03-10-17 17:05


MARKET REVIEW PROCESWATERKOELING

Koeltorens met open en gesloten koelwatercircuit & hybride verdampingskoelers Voor Nederland:

DEVAP PRODUCTS

Bizetlaan 16 5251 HA Vlijmen Tel: +31 (0)627 49 07 55 E-mail: info@devap.nl Website: www.devap.nl

STUDBOLTS

BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING

Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans

STAALCONSTRUCTIES

Bea Nederland B.V. Frijns Steel Construction b.v. De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul

Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com

Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com

SPECIALIST IN HEAT TREATMENT ADVERTENTIE-INDEX

VEILIGHEID

Abonnees . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Aerzen Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Andus Group . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Atlas Copco Rental . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Delta Heat Services . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Duport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Eco Ketelservice Verhuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Environmental Technology Publications . . . . . . . . . . . . . 42 Hempel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Hi-Force Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

G4S Fire & Safety BV

Veiligheidstoezicht, Veiligheidsmaterialen & -middelen, Technische veiligheidsmiddelen Donk 1c 2991 LE BARENDRECHT Tel: +31 (0) 88 1160630 E-mail: safety@nl.g4s.com Website: www.g4ssafetysolutions.nl

WARMTEBEHANDELING

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl

UW VERMELDING HIER?

Neem contact op met Jetvertising Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000

Smit Gloeidienst B.V.

Havenlaan 16 5433 NL KATWIJK (N. Br.) Tel: +31 (0)485 31 65 66 Fax: +31 (0)485 31 87 32 E-mail: info@smit-industrial.com Website: www.smit-industrial.com

+31(0)187 - 496940 | WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM

Industrie & Energie 2017 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 JEOL Europe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Leemberg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 M.O.B. Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 MODELEC Data-Industrie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Nyenrode Collegereeks Plantmanagement . . . . . . . . . . . 18 Petrochem platform . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46-48 Sinus Jevi Electric Heating . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Stratt+ Industrial Management . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Vinçotte Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 PETROCHEM 10 – 2017

PET10 ADVERTENTIES.indd 61

61

03-10-17 14:48 17:05 03-10-17


COLUMN

‘De sector chemie en farma kampt al jaren met tekorten en krijgt de vacatures voor procesoperatoren en technici niet opgevuld.’

Duaal leren Vlaanderen heeft midden september het licht op groen gezet voor een nieuwe technische onderwijsvorm: het duaal leren. Na twee proefjaren zal vanaf september 2018 het nieuwe systeem van onderwijs op school gecombineerd met opleiding op de werkvloer verder kunnen worden uitgerold. Het wettelijk kader is er. Azubi-stelsel Niets te vroeg, want de sector chemie en farma kampt al jaren met tekorten en krijgt de vacatures (dit jaar alleen al 800, dat is 250 meer dan in 2016) voor procesoperatoren en technici niet opgevuld. Daarbij wordt de zoektocht naar hoger opgeleiden alsmaar moeilijker. Bovendien blijft de sector life sciences een jobmachine: vorig jaar werden 2500 nieuwe medewerkers aangeworven (vier procent van de totale tewerkstelling). Hieronder vielen 500 nieuwe jobs en 2000 voor vervanging van oudere werknemers. Wouter De Geest, CEO van BASF Antwerpen en voorzitter van Essenscia (de life sciences sector in België), pleit al jaren voor een aanpassing van het onderwijssysteem die moet leiden tot meer en beter opgeleide procesoperatoren en technici. ‘De vijver waarin we vissen moet groter of we moeten meer vissen kweken. En aangezien het eerste niet meteen lukt, moeten we gaan voor het tweede’, is een van zijn uitgangspunten. Om meer vissen te kunnen kweken begon hij zijn sectorgenoten en ook de overheid te overtuigen van het ‘duaal leren’, een systeem dat ze in landen als Duitsland en Zwitserland al jaren toepassen. Jongeren krijgen daar voor technische jobs in industriële sectoren deels hun theoretische opleiding op school, de praktijk leren ze in de ondernemingen zelf op de werkvloer. Realistischer kan een praktische opleiding niet zijn. Het systeem staat er bekend als het Azubi-stelsel naar het Duitse woord ‘Auszubildenden’ (op te leiden leerlingen dus). En dat vergt toch wel een andere aanpak dan bijvoorbeeld de opleiding tot bakker, beenhouwer, schoenmaker, et cetera…de typische beroepen waarvoor in onze contreien het leercontract werd opgezet en dat al decennia bestaat. Industrie 4.0 De queeste van De Geest leidde in 2015 al tot een conceptnota, waarbij de Vlaamse ministeries van Onderwijs en Werk

alvast een gemeenschappelijke noemer vonden. In september 2016 startte een eerste proefproject om het duaal leren uit te proberen in de studierichting Chemische Procestechnieken in het Secundair-na-Secundair (het vroegere zevende jaar van het technisch secundair onderwijs). Een studierichting die overigens in de lift zit, want de voorbije vijf jaar verdubbelde het aantal leerlingen tot nu 175. Voor de eerste proef met duaal leren sloegen drie scholen en dertien bedrijven de handen in elkaar en er kon worden gestart met 27 leerlingen, 25 haalden de eindmeet. Weinig misschien, maar voor het zopas gestarte schooljaar 2017-2018 waren er al weer 40 inschrijvingen. In het Vlaamse systeem worden leerlingen theoretisch opgeleid in bestaande technische scholen, maar krijgen ze gespreid over drie blokken liefst vijftien weken opleiding op de werkvloer. Dat is meer dan de helft van hun ‘lesuren’. ‘We blijven erin geloven, omdat de lesvolgers in onze bedrijven attitudes leren en werkervaring opdoen in reële omstandigheden. Dat kunnen ze nooit in de klas leren noch ervaren’, zo zegt De Geest. Hij hoopt dat het duaal leren ook voor hogere opleidingen (bachelors en zelfs masters) mogelijk wordt en een sterk alternatief kan vormen voor de nog ‘vrijblijvende’ stages in ondernemingen. ‘Die hoger opgeleiden zullen we zeker nodig hebben, willen we onze industrie 4.0 in gang trekken en realiseren’, onderstreept De Geest. Technische toekomst In Antwerpen loopt al vijf jaar een project waarbij hogescholen en chemiebedrijven samenwerken voor het derde jaar professionele bachelor procestechnologie. Studenten brengen drie tot vier dagen per week door op de werkvloer en verwerven hun leerdoelen op de werkplek. Eén dag per week gaan ze nog naar de hogeschool. Het ziet er sterk naar uit dat het duaal leren in Vlaanderen een tweede pijler wordt om jongeren warm te maken voor een technische opleiding en een technische toekomst in de industrie.

Jan Van Doorslaer

PETROCHEM 10 - 2017 62

PET10 I-Column.indd 62

03-10-17 17:14


2016 15:5715:57

Servingthe theindustry industry Serving Rijndijk Staalconstructies is een speler formaat (middel)grote staalconstructieprojecten Rijndijk Staalconstructies is een speler vanvan formaat voorvoor (middel)grote staalconstructieprojecten in de (petro)chemische industrie, zware industrie, energiemarkt complexe utiliteitsbouw. in de (petro)chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en en complexe utiliteitsbouw. Tot Tot de de opdrachtgevers behoren industriele multinationals, EPC-contractors grote civiele aannemers opdrachtgevers behoren industriele multinationals, EPC-contractors en en grote civiele aannemers in in binnenbuitenland. Projectmanagement, engineering, productie en montage worden in eigen binnenen en buitenland. Projectmanagement, engineering, productie en montage worden in eigen beheer uitgevoerd. beheer uitgevoerd. Kennismaken? Graag. u even of kijk op www.rijndijk.com. Kennismaken? Graag. BeltBelt u even of kijk op www.rijndijk.com.

RijnDijk Staalconstructies | Fabrieksstraat 6021 RE Budel T +31 (0)40 - 246 7228 E info@rijndijk.com RijnDijk Staalconstructies BV BV | Fabrieksstraat 104,104, 6021 RE Budel | T |+31 (0)40 - 246 7228 | E |info@rijndijk.com

RDomslag Staalconstructies A4 MagAd.indd 1 RD Staalconstructies MagAd.indd 1 PET10 los.inddA4 63

03-10-17 17:00 14-08-17 13:34 03-10-17 17:00 14-08-17 13:34 04-10-17 08:50


Petrochem Nr. 10 - 2017

PET10 omslag A-Omslag.indd PET10 los.indd 164

04-10-17 08:50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.