Verhalenbundel compleet

En toen...

Geschreven door Hanneke van der Werf en medewerkers van IBN.

Inhoud

Voorwoord

Pagina

Dit is een bundel met verhalen, geschreven door onze eigen medewerkers die allemaal in meer of mindere mate kampen met laaggeletterdheid. Het is een hele prestatie dat zij een verhaal kunnen schrijven. Soms helemaal zelf en soms met een beetje hulp.

Voorwoord 2 Doortje is weg 3 Verliefd 33 Een werkdag van Ronald 71 De inbraak 87 De grote verrassing 111 Colofon 127

Met dit boek laten we zien hoe trots we zijn op onze medewerkers die bereid zijn om in zichzelf te investeren. Want laaggeletterdheid is en blijft een belangrijk maatschappelijk probleem waar we, ook in ons bedrijf, blijvend aandacht voor hebben. Niet goed kunnen lezen, schrijven of rekenen is een belemmering om goed te kunnen functioneren in de maatschappij.

Mensen zijn erg vindingrijk om die problemen te omzeilen, waardoor het vaak moeilijk is vast te stellen dat iemand laaggeletterd is.

Tijdens mijn bezoeken aan de lesgroepen bij IBN en de bijeenkomsten van het Bondgenootschap Laaggeletterdheid Noordoost-Brabant zijn ook bij mij de ogen steeds meer opengegaan voor de invloed van laaggeletterdheid op het leven van mensen. Dat gaat veel verder dan ’s ochtends de krant niet goed kunnen lezen. Als mensen gaan deelnemen aan een cursus, zie je het zelfvertrouwen groeien. Hun eigenwaarde neemt toe en ze zijn oprecht trots op zichzelf. Het is vaak een overwinning op een probleem waarmee ze al lange tijd worstelen. De gedrevenheid van de begeleiders in de lesgroepen is inspirerend. Zij brengen onze medewerkers tot prestaties die de deelnemers zelf vooraf niet voor mogelijk hadden gehouden.

Ik wens iedereen heel veel leesplezier met alle verhalen. Ik ben erg trots op het feit dat we als IBN hiermee een bijdrage hebben gegeven aan een stukje groei bij onze medewerkers.

Maarten Gielen Algemeen directeur IBN

1

2

Doortje is weg

3

4

Inleiding van Hanneke van der Werf

Doortje is weg Linda doet de afwas.

Af en toe staart ze voor zich uit.

Ze denkt: Waar is mijn lieve Doortje?

Waar kan ze zijn?

Doortje is haar kat.

Doortje woont al vijf jaar bij Linda.

Vorige week was ze ineens weg!

Heel soms komt Doortje ’s nachts niet thuis.

Linda maakte zich dus niet meteen zorgen.

Maar na twee dagen was Doortje nog niet thuis.

Nu roept ze Doortje elke avond.

Ze schudt met het pak brokjes.

Elke dag wandelt ze door de wijk.

Geen Doortje.

Ze kan wel janken.

Doortje is alles voor haar.

Linda woont alleen.

Ze heeft geen man of vriend.

Haar familie woont ver weg.

Haar beste vriendin heeft niet veel tijd voor haar.

Linda zucht.

Ze zet het laatste kopje bij de schone vaat.

Wat moet ik doen?

Mensen in haar wijk praten over een man die gif strooit.

Die man haat katten.

Linda wil er niet aan denken.

Dan gaat de bel.

Het is haar buurman Stefan.

‘Is Doortje al terug?’, vraagt hij.

‘Nee, nog steeds niet’, antwoordt ze.

Ze wordt altijd verlegen van Stefan.

Hij is knap en doet zo aardig tegen haar.

‘Wat erg voor je,’ zegt hij.

‘Ga je nog een foto in de wijk ophangen?’, vraagt hij.

5

‘Wat een goed idee! Nooit aan gedacht!’, zegt ze blij.

Dan bedenkt ze zich.

‘Ik heb geen computer,’ zegt ze somber.

‘Ik wel. Geen probleem. Zoek jij maar een mooie foto,’ zegt Stefan.

Hij lacht.

Linda krijgt een kleur.

Hij wil haar helpen.

Wat lief.

Zou ze Doortje toch terugkrijgen of...?

De verhalen van IBN medewerkers

De buurmannen helpen Linda Aan de andere kant van Linda woont de buurman Hans.

Hij gaat ook mee helpen om Doortje te vinden.

Samen gaan ze overal een foto van Doortje ophangen.

Op het station, in winkels en op scholen.

De telefoon gaat over.

Linda neemt op.

Er is een man aan de telefoon, die misschien Doortje heeft gevonden.

Linda is blij.

Misschien heeft ze Doortje weer terug.

De man neemt de kat mee naar Linda.

Linda maakt de deur open en ziet meteen dat het Doortje is!

Doortje! Doortje!

‘Ik ben zo blij dat je weer thuis bent!’

Hang Mui

Stefan zoekt mee Linda heeft wat foto’s gevonden van Doortje.

Ze gaat op haar hoge hakken naar Stefan, haar buurman, toe.

Want het idee dat Stefan heeft, vindt ze helemaal niet verkeerd.

Ze heeft wel wat bedenkingen.

Linda vindt Stefan lief.

6

Ze vraagt zich af waardoor dat komt.

Samen hebben ze wat folders gemaakt en in de wijk opgehangen.

Een paar dagen later gaat de voordeurbel.

Het is Stefan.

Hij komt informeren of Linda wat gehoord heeft van Doortje.

Linda zucht: ‘Nee, ik heb nog niets gehoord.’

‘Maar lust je een kopje koffie?’, vraagt ze aan hem.

‘Ja’, zegt hij, ‘ik lust wel een kopje koffie’, en gaat met Linda naar binnen.

Ze hebben wat dingen besproken.

Wat later gaat hij weer naar huis.

Twee dagen later staat de kat, Doortje, plotseling aan de deur.

Linda belt Stefan meteen op.

Om hem te bedanken.

Maar ook om samen een afspraakje te maken!

Geert

Foto van Doortje Linda gaat een mooie foto zoeken.

Deze brengt ze naar Stefan.

Dan komen ze in een gesprek.

Stefan heeft van alles te vragen.

‘Wat doe je voor werk?’, vraagt hij.

Stefan gaat met de foto naar de computer.

Hij print de foto uit.

Stefan vraagt of hij mee mag helpen de foto’s op te hangen.

Dat vindt Linda goed.

Ze gaan samen op pad.

Alle foto’s zijn opgehangen en Stefan vraagt aan Linda: ‘Linda, wil je met mij ergens wat gaan drinken?’

‘Dat is een heel goed idee!’, vindt ze.

Samen gaan ze naar een gezellig café.

Ze praten over het een en het ander.

Wat was dat een gezellige avond!

De volgende dag zien ze elkaar weer.

7

‘Heb je al iets van Doortje gehoord?’, vraagt Stefan.

‘Nee jammer genoeg niet. Ik wacht maar af.’

Aan het einde van de week komt Doortje terug.

Ze is gewoon bij Linda thuis komen aanlopen.

Stefan vraagt nog een keer aan Linda of Doortje terug is.

Linda vertelt blij: ‘Stefan, ik ben zo blij, want Doortje is weer thuis.

Ze kwam zelf naar huis.

Ik heb haar gewassen, want ze was heel vies.

Daarna heb ik haar goed droog gemaakt.’

Stefan vraagt aan Linda: ‘Linda, ik wil erg graag een keer met je afspreken, lijkt je dat leuk?’

Linda antwoordt: ‘Het lijkt me super leuk om een keer samen iets leuks te gaan doen.’

Anita

Doortje is dichtbij ‘Als ik nou een foto van jouw kat krijg’, zegt Stefan.

‘Jazeker’, zegt Linda.

‘Dan print ik er een paar op A4 formaat uit.

En dan hangen we ze in het dorp op aan een paal of aan een boom.’

‘Ja’, zegt Linda, ‘dat doen we vandaag nog.

Misschien hoor ik vandaag nog iets.’

Een paar dagen later komt de buurman van de overkant naar Linda toe.

Hij zegt dat hij een kat heeft gezien.

‘En weet je waar ik die kat heb gezien?

In mijn tuin.

En weet je waar hij nu ligt?

Bij mij binnen op de stoel.’

‘Dat is mooi’, zegt Linda.

‘Ja’, zegt de buurman.

‘Hij kwam vanmorgen bij mij binnenlopen.’

De buurman vraagt of Linda een kopje koffie lust.

‘Ja’, zegt Linda, ‘dat lust ik wel.’

De buurman heet Jaap.

Jaap heeft ook een dier, een hond.

8

De hond heet Max. Max is een zwarte labrador.

Hij ligt in zijn mand.

Maar van de week was daar Doortje opeens in zijn mand.

Jaap dacht: ‘Oh, ik laat haar daar maar liggen.

Die gaat vanzelf wel weer naar huis terug.’

Maar nee, zij ging niet naar huis.

Ineens is Doortje wéér weg.

Linda dacht: ‘Waar is Doortje nu weer heen?’

Jaap zegt: ‘Wacht, ik ga wel zoeken.’

Jaap roept: ‘Doortje, Doortje waar ben je nu weer heen?’

Bas

Linda is tevreden Linda woont alleen met haar kat en haar naam is Doortje.

Haar buurman Stefan komt op bezoek.

Linda wordt altijd verlegen als hij komt.

Zij vertelt dat haar kat is weggelopen en dat vindt zij heel erg.

Stefan is wel heel meelevend met Linda.

Hij zoekt naar een oplossing voor Linda om de kat terug te vinden.

Dat vindt Linda heel lief van Stefan.

En zo krijgen Linda en Stefan steeds meer gevoelens voor elkaar.

Na een paar dagen komt Stefan weer op bezoek bij Linda.

Om te vragen of Doortje al terug is.

‘Nee, nog steeds niet’, zegt Linda.

Ze praten de hele avond.

Het is heel gezellig en zo ontstaat er iets tussen Linda en Stefan.

Dat is wel goed voor de verwerking van de vermissing van Doortje.

Het gaat goed samen en ze worden steeds verliefder op elkaar.

Ze gaan na een tijdje bij elkaar wonen.

Omdat ze het zo druk hebben met elkaar, denken ze niet meer aan Doortje.

Na een tijdje raakt Linda in verwachting van Stefan.

Ze krijgen samen een dochter en na een jaar wordt er een zoontje geboren.

Linda is zo tevreden met haar gezin.

9

Ze hoeft op dit moment geen huisdier meer.

Daar heeft ze op dit moment ook geen tijd meer voor.

Ze is nu heel tevreden met haar gezin.

Willy

Een nieuw vriendje Ze gaan de foto overal ophangen.

Doortje is roodharig.

Als katten eenmaal ergens binnen zijn waar het ook goed is, dan blijven ze.

Tussen de middag komt Doortje bij een huis.

Piet van zes jaar en Sandy van acht jaar vinden Doortje op de stoep.

Ze nemen haar mee naar binnen.

Moeder vindt hem ook lief.

Vader ook wel.

‘Maar hij is niet van ons’, zegt vader.

Wat gaan ze doen?

Het dierenasiel bellen.

Hier is jammer genoeg geen Doortje.

In de supermarkt ziet Sandy de foto van Doortje.

Ze twijfelt, ze lijken wel heel erg op elkaar.

Moeder vraagt aan Sandy: ‘Wil jij bellen?’

‘Ja, dat ik wel’, zegt ze.

‘Als het goed is, hebben we jouw kat gevonden.

Kom je kijken of dat klopt?’

Super blij zegt Linda: ‘Oh zeker, wat fijn. Ik hoop dat het Doortje is!

Waar woon jij?’

De mevrouw geeft haar adres.

‘Ik kom nu meteen.’

Het is Doortje!

‘Oh, Doortje wat heb ik jou gemist!

Ik was zo bang dat je dood was.’

Ze pakt Doortje op en knuffelt haar.

‘Vinden jullie het leuk om eens te komen spelen met Doortje?’, vraagt ze

10

aan Piet en Sandy.

Dat is een super plan.

Linda haalt appelflappen voor bij de koffie om alles te vieren.

Mario

Is dit Doortje?

Overal gaan ze een foto van Doortje ophangen.

In de winkels in de buurt, op straat, en op de bomen.

Na twee dagen belt buurman Jan op.

‘Linda, ik denk dat Doortje bij mij is.

Het is een grote bruine kat met op de rug een wit streepje.

Zij heeft geen bandje om.’

Linda is blij, want het lijkt erop, dat het Doortje is.

Linda gaat naar Jan. Ze is zenuwachtig.

Is het Doortje?

‘Dag Jan’, zegt Linda.

Ze ziet de kat, maar ze weet niet zeker of het Doortje is.

Deze kat is zwart en veel dunner dan Doortje.

En heeft een klein wit vlekje op zijn rug.

Linda neemt de kat mee naar huis.

De kat ligt heel stil te miauwen.

Heeft de kat pijn?

Wat zou er gebeurd zijn?

Tegen een fiets gelopen of een botsing gehad?

Linda gaat naar de dierenarts.

Er is wat gekneusd.

De kat hoeft geen medicijnen, maar krijgt wel een zalfje.

Linda probeert de kat voorzichtig te wassen, heel rustig met een washandje.

Katten houden niet van water!

Linda ziet langzaam, dat er een wit streepje op de rug komt.

De kat wordt bruin.

Linda is zo blij, dat er tranen van vreugde over haar wangen rollen.

Ze knuffelt haar Doortje nog een keer.

Linda gaat voor Stefan en Jan lekker koken.

Ze wil niet dat Doortje nog een keer wegloopt.

11

Ze koopt een bandje voor de kat.

Hier kan ze de naam, het adres en het telefoonnummer opschrijven.

Doortje eet en slaapt heel veel.

Na een paar dagen is ze weer helemaal de oude.

Ze is blij weer thuis te zijn bij Linda.

Khon

Doortje brengt liefde Stefan wil contact met Linda.

Hij houdt Doortje bij hem in huis.

Stefan wil Linda helpen, maar haar ook goed leren kennen.

Samen gaan ze dan Doortje zoeken.

Hoe moet Stefan uitleggen, dat hij Doortje bij hem in huis vasthoudt?

Wat zou Linda zeggen?

De volgende dag vertelt hij de waarheid tegen haar.

Linda kan haar oren niet geloven!

Aan de ene kant is ze erg boos.

Aan de andere kant echt blij, dat hij haar zo leuk vindt.

Later gaan Linda, Doortje en Stefan naar het park.

Doortje speelt met andere katten.

Stefan vraagt Linda mee uit eten.

En ze leefden nog lang en gelukkig.

Yasemin

Een nieuw Doortje Doortje is bij iemand in huis.

Een lief ‘kattenvrouwtje’ in de buurt heeft Doortje met lekkere brokjes gelokt.

Een week later is Doortje nog steeds niet thuis.

Ze kan nu wel met andere katten spelen.

Overal op springen en samen lekker in een mandje slapen.

Want van zoveel spelen wordt ze wel moe.

12

Na een jaar heeft Linda haar kat nog steeds niet terug.

Dan koopt zij toch maar een andere kat.

Een mooi, zwart met geel katje uit een nestje.

En raad eens welke naam dit katje krijgt?

Doortje!

Akiun

Helpt Stefan echt?

Ze maken samen een mooie advertentie: ‘Doortje gezocht!

Zij heeft rode en witte vlekken.’

Stefan gaat elke avond mee zoeken.

Een dag later is Linda ziek.

Stefan zegt tegen haar: ‘Ik ga wel alleen zoeken.

Blijf jij maar in bed.’

Die avond vindt Stefan Doortje.

Maar hij neemt haar mee naar zijn huis.

Hij stopt Doortje in een doos.

En sluit de doos goed af.

Hij brengt de doos naar de zolder.

De volgende dag gaat Stefan naar Linda toe.

Hij zegt: ‘Ik heb Doortje niet gevonden!’

Dezelfde avond gaan ze weer zoeken.

En ze blijven maar zoeken.

Stefan vraagt aan Linda of hij iets lekkers te eten zal maken.

‘Bij mij thuis.’

Na het eten gaan ze naar het huis van Linda terug.

Maar Stefan is vergeten het gas uit te draaien!

Het huis brandt helemaal af!

Dus Doortje is ook verbrand!

Linda weet tot op de dag van vandaag niet waar Doortje is gebleven.

Stefan en Linda hebben samen nog een lang en gelukkig leven.

Doortje gaat logeren Linda gaat een foto zoeken, waar Doortje goed op te zien is.

Stefan loopt naar zijn huis om de computer op te starten.

Dan gaat Linda met de foto van Doortje naar Stefan.

Ze geeft de foto aan Stefan en zegt: ‘Dit is de foto van Doortje.’

‘Goed’, zegt Stefan en haalt de foto door de printer.

‘Doortje is een mooie kat’, zegt hij tegen Linda.

Linda lacht een beetje en zegt: ‘Ja klopt.’

Stefan gaat verder met het invoeren van de gegevens van Doortje.

Hoe ze er uit ziet?

Hoeveel jaar ze is?

En dan print hij het uit.

‘Linda, nu gaan we samen al die printen ophangen in de buurt en in de stad.’

Ze gaan samen op pad.

Linda plakt de foto’s met de tekst op de bomen, muren en lantaarnpalen.

Ze deelt ze ook uit aan voorbijgangers.

Hier en daar vraagt ze aan mensen of ze Doortje misschien hebben gezien.

Maar steeds krijgt ze te horen: ‘Nee, niet gezien.’

Ze gaat verder met plakken en af en toe kijkt ze naar Stefan.

Hij is haar goed aan het helpen.

Aan het einde van de dag zegt Stefan: ‘Kom Linda, we gaan naar huis.’

Ze gaan samen naar het huis van Stefan.

Hij vraagt aan haar: ‘Wil je wat drinken?’

‘Ja,’ zegt Linda, ‘is goed.’

‘Thee?’, vraagt Stefan.

‘Lekker’, antwoordt Linda.

Stefan loopt naar de keuken om water op te zetten.

Op dat ogenblik begint de telefoon rinkelen.

Hij neemt op en aan de andere kant van de telefoon zegt een stem: ‘Hallo, ik bel naar aanleiding van de foto van Doortje.

Ik heb haar vorige week gezien en meegenomen naar mijn huis.’

Stefan lacht en zegt tegen Linda: ‘Doortje is terecht!’

Linda begint nu ook te lachen.

Stefan spreekt met de vrouw af om Doortje te komen halen.

Ze geeft haar adres.

‘Tot straks dan!’, zegt Stefan, en hangt op.

Mark

13

14

‘We gaan Doortje ophalen.’

Linda lacht en zegt: ‘Goed.’

Samen stappen ze in de auto van Stefan.

‘Wacht even,’ zegt Linda, ‘ik moet even het mandje van Doortje pakken.’

Ze rijden naar de vrouw toe.

Daar aangekomen bellen ze aan.

De vrouw doet open en zegt: ‘Kom binnen, want Doortje ligt te slapen op de stoel.’

Linda loopt naar Doortje en pakt haar op.

Ze knuffelt Doortje.

‘Ik ben zo blij!’, zegt ze.

‘Nog bedankt mevrouw’, zegt Stefan.

Hij kijkt naar Linda.

‘Kom, dan gaan we nu naar huis.’

Zo gezegd, zo gedaan.

Ze komen bij Linda’s huis aan.

Samen gaan ze naar binnen met Doortje.

Linda maakt het deurtje van het kooitje open.

Doortje springt gelijk op haar kussentje en gaat liggen spinnen.

Linda en Stefan kijken glimlachend toe.

Gijs

De kat van Linda is van huis gelopen Linda staat weer buiten.

Ze rammelen met het bakje met brokjes van Doortje.

Maar Doortje is nergens te zien.

Is de kat van Linda zwanger?

En is ze daarom van huis weg?

Daar gaat de bel.

Linda loopt naar de deur.

Het is haar buurman, Stefan.

Hij vraagt of Doortje al terug is.

‘Nee Stefan,’ zegt ze, ‘mijn lieve Doortje is nog niet terug.’

Linda wordt verlegen als ze Stefan ziet staan.

Hij vindt het erg voor haar.

Dat Doortje nog niet terug is.

15

Ze hebben samen al veel foto’s opgehangen.

Linda heeft een hele mooie foto van Doortje gekozen.

Als Linda naar huis loopt denkt ze onderweg: ‘Wat heb ik toch een leuke, knappe buurman!’

Ze draait zich om naar Stefan.

‘Heb je vanavond wat te doen?’, vraagt ze aan Stefan.

‘Nee’, zegt hij.

‘Kom je vanavond gezellig eten?’, vraagt ze.

‘Oké’, zegt Stefan.

Ze zitten samen te eten.

Plotseling zegt Linda tegen Stefan: ‘Wat hoor ik nu?’

Zou het Doortje zijn?

Samen lopen ze naar buiten.

Linda ziet Doortje met haar baby katje.

‘Oh, wat schattig!’

Linda vliegt Stefan van blijdschap in de armen.

Ze kijkt hem diep in zijn ogen en geeft hem een dikke kus.

Manda

Het gemis Ze voelt zich opgewonden.

Gedachten en allerlei gevoelens spelen bij haar op.

Ze krijgt koude en warme kriebels, ze kan het niet plaatsen.

In de tussentijd treft Stefan thuis de nodige voorbereiding.

En maakt zijn kamer snel wat ordelijker.

Linda zoekt naar enkele mooie foto’s van haar Doortje.

Niet lang daarna belt ze bij Stefan aan.

De deur gaat open en ze voelen zich na een vluchtige blik allebei wat ongemakkelijk.

‘Kom binnen, Linda’, zegt Stefan.

‘Laten we maar gauw aan de slag gaan.’

Met een kopje thee praten ze vol enthousiasme over haar Doortje.

Die als jong katje uit haar nestje is gelopen.

Haar kleuren zijn lichtbruin gevlekt, met zwart.

En het meest bijzonder was haar witte snuitje.

16

Het wordt al laat.

Ze voelt zich ongemakkelijk en paniekerig.

Hoe moet dat morgen?

Stefan zei: ‘Maak je maar geen zorgen over morgen.

Ik ken een paar goede mensen, die zeker willen helpen met de posters.

Die ochtend thuis en op haar werk is ze helemaal uit haar doen.

Ze kan niet concentreren en voelt zich schuldig.

Stefan doet zoveel voor haar.

Bij die gedachte voelt ze dat ze bloost.

‘Is het echt waar?’, vraagt ze zich af.

‘Nee, dat kan niet.’

Het komt door Doortje, nu ze al een paar dagen niet thuis is gekomen.

Enkel en alleen dat.

En dat Stefan belangstelling toont, wil niets zeggen!

‘Linda!’, roept haar medewerker met een stemverheffing.

‘Hoor jij je niet voor te bereiden op je bespreking?’

‘Uh, ja, ja’, zegt Linda.

De telefoon gaat.

Linda is net klaar met haar bespreking.

De telefoniste neemt op.

‘Ken jij misschien een zekere Stefan?’

‘Ja’, antwoordt Linda een beetje te hard.

Iedereen kijkt op.

‘Ja’, nu zachtjes.

‘Hij vraagt mij aan je door te geven, dat Doortje nog niet gevonden is.

Maar ze is wel gesignaleerd.’

‘Waar!?’, schreeuwt Linda bijna uit.

‘Dat weet ik niet’, zegt de receptioniste.

‘Is Stefan er nog?’

‘Nee, die heeft de hoorn alweer neer gelegd.’

Zijn telefoonnummer is ze vergeten te vragen.

Ze wordt boos op zichzelf.

Wat stom!

De deurbel gaat.

Ze schrikt.

Wie kan dat nu zijn?

17

Ze komen mij toch niet vertellen dat Doortje dood is.

Die kattenmoordenaar!

Ze staat op.

Of is het Stefan?

Even is ze blij en maakt de deur open.

Licht teleurgesteld.

Het blijkt haar vriendin Eline te zijn.

‘Kom binnen.’

Eline verontschuldigt zich voor haar afwezigheid.

En legt uit waarom ze er nu pas is.

Ze praten en lachen veel.

‘Linda’, zegt Eline ineens.

‘Ja’, zegt Linda.

‘Ben je verliefd op Stefan?’, vraagt haar vriendin.

‘Hoezo?’

‘Nou, je praat nogal veel over hem.’

Als je het aan mij vraagt ben je het zeker wel, Linda.’

Linda legt uit dat ze boos is op hem.

‘Hoe kan je nu boos zijn op hem?

Daar is helemaal geen reden voor’, zei Eline.

Hij doet echt zijn best voor je, vergeet dat niet!

Maar ik moet nu gaan, Linda.’

En ze geeft haar een warme knuffel.

De volgende dag, wat later op de dag, vraagt haar beste collega Simone, wat er nu precies aan de hand is.

Met een beetje aandringen, vertelt Linda wat er aan de hand is.

Doortje is zoek.

‘Weet je al iets’, vraagt ze aan Linda.

‘Nee’, zegt Linda verdrietig.

‘Maar ik kan er denk ik toch wel iets meer over zeggen’, zegt Simone plotseling.

‘Ik heb je Doortje gezien’, denk ik.

Ik heb haar bij een park gezien.

Maar waar ook alweer?

Ik weet het niet meer.

Bij een bankje geloof ik, ja!’

Linda’s ogen worden groter.

‘En als ik het mij goed herinner, ook jonge katjes’, zegt Simone.

‘Mijn Doortje heeft geen kleintjes’, roept ze.

18

‘Weet je het zeker?’, vraagt Linda.

Ze was alleen een beetje onrustig en at meer, maar verder nee.’

‘Hoe lang is ze nu weg?

Bijna 5 weken. Het zou toch zomaar kunnen hoor,’ zegt Simone.

‘Weet je, hun draagtijd is ongeveer 65 dagen.’

Het is al middag.

Ze is blij dat ze eerder van haar werk weg mag gaan.

De telefoniste vraagt naar haar.

‘Wie moet dat zijn? Ik kom er aan’, zegt Linda.

Even later ziet ze hem en krijgt ook schrik.

Ze loopt snel naar hem toe.

‘Kalm, kalm’, zegt Stefan rustig.

‘Ze is terecht, Doortje is terecht!’, zegt Stefan tegen Linda.

Beduusd van blijdschap omarmt ze hem.

Hun ogen zijn op dat moment niet meer van elkaar te scheiden.

En ze kussen elkaar vol op de mond.

Ze schrikken er beiden van.

‘Betekent dit dat we nu een relatie hebben?’, denkt Stefan nu blij.

‘Of is dit zomaar?

Ik ben wel stapel gek op haar.’

Hij zet zijn gedachte even opzij.

De telefoniste zegt: ‘Ga maar hoor, het is goed. Ik maak het wel in orde.’

Samen lopen ze naar buiten.

Linda is heel blijmoedig en gelukkig.

Nu alles in orde lijkt te zijn, voelt ze hoe blij ze is met Stefan.

Stefan vertelt wat er gaande is.

Waar Doortje zich verschanst heeft.

De kleintjes zijn gezond, ze zijn nog in het park.

Weken later heeft Linda haar Doortje weer thuis.

En nog één jong extra.

De andere jongen kregen ook een goed thuis.

En Linda met haar vriend, die Stefan heet.

Regina

Jan vindt Doortje Linda en Stefan plakken het papier in de wijk.

Ze horen niets.

Jan vindt Doortje.

Hij vindt Doortje schattig.

Jan ziet het papier niet.

Hij dacht dat niemand de kat zocht.

Doortje leeft samen met Jan. Jan gaat boodschappen doen.

Hij ziet ineens het papier.

Hij leest het papier.

Hij ziet de foto van Doortje.

Hij leest ook een telefoonnummer.

Het nummer is van Linda.

Jan moet even nadenken.

Zal hij bellen of niet?

Jan is gewend aan Doortje.

Maar hij gaat toch bellen.

Linda en Jan moeten dit samen oplossen.

Linda is blij.

Ze maken samen een afspraak.

Linda gaat naar Jan. Doortje is blij om ze alle twee te zien.

Ze is een week bij Linda.

Ze is een week bij Jan. Een romantische tijd begint voor Linda en Jan. Ze zijn verliefd.

Seycan

Linda mist Doortje Linda voelt zich eenzaam.

Zij mist Doortje, haar kat.

Ze hoopt dat Doortje terugkomt.

Maar hoe?

19

20

Haar kat heeft weinig kans, omdat er gif is gestrooid.

Misschien is de kat ontvoerd.

Of is de kat verdwaald.

Er kan van alles gebeurd zijn.

Maar aan de andere kant...

Heeft zij geluk dat haar buurman haar helpt?

Is dit het begin van iets leuks?

Ze hebben al een idee.

Dat is een foto verspreiden.

Dag en nacht gaan ze Doortje zoeken.

Samen nadat ze de foto’s hebben verspreid.

Tussen al dat zoeken door, hebben ze een hechtere band gekregen.

Doortje komt niet meer terug.

Stefan en Linda zijn na een jaar gestopt met het zoeken naar Doortje.

Linda heeft besloten te verhuizen naar een andere stad.

Voor een nieuwe toekomst met Stefan.

Fehiman

Liefde voor Linda Stefan en Linda gaan leuke dingen doen.

Ze gaan uit eten.

Koffie drinken.

En knuffelen.

Ze worden verliefd.

Ze zoeken samen in de buurt.

Maar Doortje komt niet terug.

Ze is misschien bij de buurvrouw.

Doortje is waarschijnlijk dood.

De foto is opgehangen.

Met het telefoonnummer.

Iemand belt en zegt: ‘Ik heb jouw kat gezien.’

Linda is verdrietig.

Ze belt Stefan direct.

‘Ik kom er aan’, zegt Stefan.

Saïda

Op zoek naar Doortje Stefan, de buurman van Linda, en Linda gaan samen naar het huis van Stefan.

Ze gaan samen een advertentie maken over het vermiste katje Doortje.

Stefan vraagt aan Linda hoe Doortje er uit ziet.

Ze zegt: ‘Hij is lief en een mensenvriend. Hij doet geen vlieg kwaad.

Zijn kleur is oranje met wit. Hij heeft blauwe ogen.’

Ze gaan aan het werk en maken een advertentie.

Ze gaan samen op pad om de advertentie op te hangen.

Ze gaan naar het dorp, en naar de slager.

Ze vragen er of ze de advertentie mogen ophangen.

‘Ja,’ zegt de slager, ‘ik hang hem op. Oh, ik vergeet iets te vragen.

Waar gaat de advertentie over?’

Linda zegt: ‘Over een vermissing. Mijn katje is weg.’

‘Wat erg’, zegt de slager, ‘Ik hoop dat jullie hem vinden.’

‘Ik ook’, zegt Linda.

Ze lopen verder en komen bij Bakker Bart.

Bart is in de winkel.

Linda vraagt aan Bart of ze een advertentie mag ophangen over de vermissing van een kat.

Bart vindt het goed en ze lopen weer verder.

In het dorp zien ze lantaarnpalen.

Daaraan hangen ze de advertentie op.

‘Zo, we zijn klaar’, zegt Linda, ‘Nu gaan we naar mijn huis om wat te drinken.’

Ze drinken samen een biertje.

Ze buurten met elkaar.

‘Stefan, ik vind je leuk’, zegt Linda.

‘Ik jou ook’, zegt Stefan, ‘Ik wil best verkering met jou, Linda.’

Linda zegt: ‘Ja, ik wil ook verkering met jou.’

Nu houden ze van elkaar, zeggen ze.

Stefan zegt: ‘Ik ben verliefd op jou.’

Nu gaat Stefan naar huis, want hij moet morgen werken.

21

22

Hij is trucker.

‘Ik ga slapen Linda.’

‘Oké Stefan, slaap lekker.’

De baas van Stefan belt: ‘Je moet om 3 uur vannacht vertrekken.’

‘Oké’, zegt Stefan.

Hij gaat weer slapen.

Het is twee uur ’s nachts, de wekker gaat.

Stefan kleedt zich aan.

Nu pakt hij zijn brood en loopt naar zijn auto.

Hij kijkt rond.

Hij ziet Doortje, en pakt Doortje en brengt hem naar zijn huis.

Hij pakt eten voor Doortje.

Hij pakt zijn mobieltje en belt Linda: ‘Ik heb Doortje gevonden.’

‘Waar is Doortje?’

‘Bij mij thuis. Mag ik haar brengen?’

‘Ja, dat is goed.’

Stefan loopt naar zijn auto.

Linda zwaait hem uit.

Stefan denkt na over zijn dag.

‘Wat ben ik gelukkig. Ik heb een relatie met mijn buurvrouw Linda.

Oh, wat ben ik blij! En ik heb Doortje teruggevonden.

Wat een dag van geluk!’, zegt hij tegen zichzelf.

Stefan is op zijn werk en pakt de lijst met adressen waar hij naar toe moet.

Hij denkt: ‘Ik ben lekker vroeg thuis.’

Hij ziet zijn baas en zegt: ‘Ik heb iets te zeggen. Ik ben niet meer alleen.’

‘Oh, dat is leuk’, zegt de baas. ‘Hoe heet ze?’

‘Linda’, zegt Stefan.

‘Wat een mooie naam’, zegt de baas.

Christian

Linda en Kevin Ze gaan samen de foto’s ophangen.

Dan lopen ze naar het huis van Linda.

Na vier dagen krijgt Linda een telefoontje.

‘Spreek ik met Linda, van de kat die weg is?

23

Bent u een kat kwijt?’

‘Ja, ja, ik ben mijn kat kwijt.’

Ze is niet alleen, Stefan is ook bij haar.

De man aan de telefoon vraagt hoe lang ze Doortje al kwijt is.

En wat de kleur van de kat is.

En of ze een vriend heeft.

Linda zegt: ‘Ja, ik heb een vriend.’

Linda vraagt verder: ‘Heb jij Doortje gezien ja of nee?’

Ze vraagt aan de man om een foto op te sturen naar haar.

Dan kan Linda zien of dat Doortje is.

‘Stuur maar via Whatsapp.’

De man blijft Linda lastig vallen via de Whatsapp.

Hij stuurt een foto die Linda in haar hart pijn doet.

Linda laat de berichtjes ook aan Stefan lezen.

Stefan is er niet blij mee, dat die man Linda lastig valt.

Stefan belt de man op en vraagt: ‘Waarom doe jij eerst alsof je Doortje hebt gezien, en blijf je daarna Linda lastig vallen?

Wil je daar mee op houden?

Anders ga ik naar de politie en laat ik daar al je berichten lezen.’

‘Ik houd daar niet mee op’, zegt de man.

Linda gaat naar de supermarkt.

Daar is ook die man, die haar lastig valt.

Hij begint te blozen.

Hij vraagt aan Linda: ‘Ga jij met mij een kopje koffie drinken?’

Stefan is er niet bij.

Ze twijfelt, maar zegt: ‘Ik ga wel even mee een kopje koffie drinken.’

‘Ik ben Kevin, je oude klasgenoot.

Ik vind jou al een hele tijd een leuke vrouw.

Maar ik weet ook niet hoe ik dit moet doen.’

Ze zegt: ‘Ben jij het?’

Ze herkent hem nu.

‘Maar jij weet toch dat ik een vriend heb?’

‘Ja,’ zegt Kevin, ‘dat weet ik.

Ik ben een oud schoolgenoot, met wie jij in de klas heb gezeten.

Toen vond ik jou al leuk.

Maar dat heb ik nooit tegen jou gezegd.’

‘Ooo’, zegt Linda, ‘Ik was toen al verliefd op jou, toen we nog op school zaten.’

‘Ja,’ zegt Kevin, ‘dat weet ik nog goed. Maar oude liefde roest niet.’

24

‘Waarom doe je dan zo met mijn kat?’

‘Ik wist niet hoe ik met jou in contact moest komen.

Ik wil graag een keer afspreken met jou’, zegt Kevin.

‘Ik moet er even over nadenken. Ik moet nu naar huis.’

Linda loopt weer naar huis.

Stefan is er ook.

Linda zegt niets over Kevin.

Dat ze hem gezien heeft.

Linda vraagt aan Stefan: ‘Mag ik even alleen zijn?

Ik moet nog wat dingen doen.’

Stefan gaat weg.

Dan gaat de telefoon.

Het is Kevin, die haar belt.

‘Hoe gaat het nu met jou?’

Linda zegt: ‘Het gaat goed en met jou dan?’

Kevin zegt: ‘Het gaat wel goed. Ik moet nog aan jou denken.’

Hij vraagt of ze een afspraak kunnen maken.

‘Ja,’ zegt Linda, ‘dat kunnen wij wel doen. Weet jij een plaats waar wij af kunnen spreken?

De Karel van Doornlaan?’

‘Ja, die weet ik‘, zegt Kevin.

‘Daar wil ik afspreken.’

‘Dat is goed.’

‘Hoe laat kan jij daar zijn? Rond 18.00 uur?’

‘Oké,’ zegt Linda, ‘tot straks.’

‘Oké,’ zegt Kevin, ‘tot straks.’

Het is 18.00 uur.

Maar Kevin komt niet alleen naar de afspraak.

Hij heeft een hok bij zich en daar zit een kat in.

Hij vraagt aan Linda: ‘Is dit jouw kat?’

‘Ja,’ zegt Linda, ‘dat is Doortje.’

‘Ik wist niet hoe ik met jou in contact kon komen.

Al die tijd is Doortje bij mij geweest.’

Linda is blij dat ze Doortje weer ziet.

Ze vraagt aan Kevin of hij mee naar haar huis wil gaan.

‘Ja, dat is goed’, zegt Kevin.

Ze lopen samen naar het huis van Linda.

Als ze bij Linda aankomen, vraagt ze aan Kevin:

25

‘Ga je mee naar binnen?’

‘Ja, dat is goed’, zegt Kevin.

‘Lust je wat te drinken?’, vraagt Linda aan Kevin.

‘Koffie graag.’

Linda loopt naar de keuken om koffie te maken voor haar en Kevin.

Linda denkt: ik ben een beetje verliefd op Kevin.

‘Kevin,’ vraagt Linda, ‘mag ik jou iets vragen?

Ben jij snel verliefd op iemand?’

‘Ja,’ zegt Kevin, ‘ik ben snel verliefd.’

Linda vraagt aan Kevin: ‘Wil jij verkering met mij?’

Kevin zegt: ‘Ja, dat wil ik wel.’

Ze zitten op de bank.

De bel gaat.

Daar is Stefan ook weer.

‘Wat kom jij doen, Stefan?’, vraagt Linda aan hem.

‘Ik wil even weten hoe het met jou gaat.’

‘Met mij gaat het goed’, zegt Linda.

‘Ik ben niet alleen’, zegt ze.

‘Wie is er dan?’, vraagt Stefan.

‘Een oud klasgenoot, waarmee ik in de klas heb gezeten.’

‘Is dat diegene die jou eerst lastig viel?’, vraagt Stefan aan Linda.

Linda zegt: ‘Ja, dat is die man.’

‘Ik ben verliefd op hem geworden.’

‘Oh’, zegt Stefan.

‘Kijk, ik heb zoveel voor jou gedaan en nu laat jij me vallen voor een ander!’

Stefan loopt weer naar huis.

Linda vraagt aan Kevin: ‘Kevin, wil jij met mij samen gaan wonen met Doortje erbij?’

Hij wil er wel even over nadenken.

Kevin vraagt aan Linda: ‘Geef mij even de tijd, dan kan ik er goed over nadenken.’

‘Dat is goed.’

Kevin ligt in zijn bed na te denken over de avond samen met Linda.

Linda kan ook niet slapen.

Ze denkt aan Kevin.

De volgende morgen zit Linda aan de eettafel brood te eten.

26

Dan gaat de bel.

Wie zou dat zijn?

Ze loopt naar de deur toe.

Daar staat Kevin met een bos bloemen en een mooie kaart.

Linda leest het kaartje: Lieve Linda, wil jij met mij samenwonen?

Linda zegt: ‘Ja, dat wil ik wel.

Wil jij hier samenwonen of bij jou?’, vraagt Linda.

‘Bij jou’, antwoordt Kevin.

‘Dat is goed’, zegt Linda blij.

Fred

Doortje blijft lang weg Doortje, de kat van Linda, gaat regelmatig het huis uit.

Er zijn momenten dat Doortje in de avonden vrij laat thuis komt.

Linda denkt: ‘Doortje komt vast wel thuis.’

Maar Doortje komt al vier dagen niet thuis.

De overburen van Linda hebben twee kinderen, een meisje en een jongen.

Het meisje heet Tara, haar leeftijd is 9 jaar.

Het jongetje heet Luuk en is 7 jaar.

Zij hebben thuis geen huisdieren, want de ouders van Tara en Luuk vinden hygiëne nogal belangrijk.

Ze houden er écht niet van.

Maar Tara en Luuk wel!

Als de kat van Linda buiten aan het spelen is, aaien Tara en Luuk haar vaak.

Doortje, de kat, kent Tara en Luuk.

En als de kat hen ziet, dan gaat Doortje direct op hen af, omdat ze geaaid wil worden door de kinderen.

Wanneer Doortje en Luuk vrijdag om kwart over 3 uit school zijn, gaan ze naar huis om wat te drinken.

Daarna gaan ze direct naar de speeltuin om te spelen tot etenstijd.

Tijdens het spelen zien ze Doortje alleen!

Luuk zegt: ‘Tara, zullen we Doortje meenemen naar oma?’

Dan zeggen we, dat we Doortje alleen hebben gezien.

Terwijl we aan het spelen waren in de speeltuin.’

Tara weet niet wat ze moet antwoorden.

27

Maar al gauw zegt ze met een glimlach: ‘Ja, dat doen we!’

Ze roepen Doortje een aantal keer en ze komt miauwend naar hen toe!

Ze aaien Doortje even en dan pakt Luuk Doortje op.

Tara gaat snel naar huis.

Ze vraagt aan haar moeder of ze mogen logeren bij opa en oma.

Waarop Daniëlle zegt: ‘Ja natuurlijk, jullie mogen bij oma en opa logeren.’

Het huis van oma is niet ver van hun huis, een kleine vijf minuten met de fiets.

Ze pakken Doortje op en ze gaan met zijn drieën naar opa en oma.

Twee dagen daarna gaan ze weer terug naar huis.

Doortje blijft achter bij opa en oma.

Opa en oma zijn niet op de hoogte dat Tara en Luuk het katje kennen.

Linda is nog steeds op zoek naar Doortje, maar ze heeft het katje nog niet gevonden.

Met de hulp van haar buurman, Stefan, heeft ze een advertentie geplaatst met de foto van Doortje.

Overal hangen ze de advertentie op.

Linda wil Doortje zo graag terug.

Ze piekert dag en nacht.

Zal ze Doortje nog ooit terugvinden?

Door de vele emoties is de eetlust van Linda helemaal verdwenen.

Ook kan ze ook heel moeilijk in slaap vallen.

Ze is erg verdrietig en mist Doortje.

Daniëlle heeft de advertentie gelezen.

Zij vindt het erg vreemd.

De kinderen gaan nu geregeld naar opa en oma.

Ze begint te twijfelen en vraagt zich af of er wat aan de hand is.

Uit wantrouwen volgt ze Tara en Luuk.

Ze ziet dat de kinderen aanbellen bij opa en oma.

De kinderen gaan naar binnen en vragen aan oma hoe het met Doortje gaat!

Doortje heeft net gegeten en slaapt nu.

Tara maakt Doortje wakker en legt het katje op haar schoot.

Ze aait en knuffelt het katje.

Luuk pakt het katje, dat op schoot ligt van Tara, en knuffelt haar ook.

Doortje mist haar eigen huis en baasje.

Ze is niet meer naar buiten geweest, sinds ze bij oma en opa is.

Het katje ziet er verdrietig uit en heeft nergens zin in!

28

De deurbel gaat bij oma.

Oma vraagt Tara of ze de deur open wil doen.

Tara doet de deur open en ziet haar moeder voor de deur staan!

Ze weet niet wat ze moet zeggen of doen en is verbaasd!

Daniëlle gaat naar binnen.

Ze ziet Doortje op de schoot van Luuk en zegt: ‘Wat is hier aan de hand?

Is dit Doortje niet?’

Dat is inderdaad zo.

Opa en oma worden erg verdrietig en willen het katje direct terugbrengen naar het vrouwtje!

Daniëlle vindt dat ook en ze gaan het katje direct terugbrengen.

Linda is zo blij en zegt: ‘Wat ben ik toch blij dat jij nog in leven bent’, en pakt haar Doortje nogmaals op.

Ze houdt haar stevig tegen zich aan en knuffelt haar.

Een dag later gaat net na de middag de bel van het huis van Linda.

Ze doet de deur open en ziet haar buurman Stefan voor de deur staan.

Ze wordt rood en verlegen.

Hij is benieuwd of Doortje al terecht is.

Hij ziet dat Doortje bij Linda is en zegt met een glimlach: ‘Je hebt Doortje gevonden!’

Stefan knuffelt ook even met Doortje.

Linda is blij, Doortje is blij en Stefan ook!

Stefan zegt: ‘Hopelijk gebeurt dit nooit meer’, en vertrekt.

Linda voelt hoe blij ze is met haar buurman Stefan.

Ze heeft enorm veel steun aan hem gehad.

Ze vindt Stefan ook erg knap.

Als Stefan ooit hulp nodig heeft, dan ben ik de eerste die hem gaat helpen!

Dat belooft ze zichzelf! Ümmühan

Linda wordt weer gelukkig ’s Avond kijkt Linda alle fotoboeken na voor een foto van Doortje.

Ze bladert zo door haar leven van de afgelopen vijf jaar.

Linda wordt er een beetje verdrietig van.

Ze heeft er niet veel van gemaakt.

29

Geen vriend, geen man en geen familie dichtbij.

Eigenlijk is ze wel een beetje eenzaam.

Met een diepe zucht sluit Linda de fotoboeken en ruimt ze op.

Een mooie foto van Doortje legt ze op tafel.

Voor morgen. Voor Stefan.

De volgende dag komt Stefan de foto halen.

Hij lacht naar Linda en zegt: ‘Loop je even mee?’

Linda pakt haar jas en loopt achter Stefan aan.

Naar de buren...

‘Welkom in mijn huisje,’ zegt Stefan, ‘je bent hier nog nooit geweest.

Dat is toch wel jammer. Wil je koffie?’

‘Graag’, zegt Linda.

Stefan start de computer op en legt de foto van Doortje onder de scan.

Hij drukt op een knop en er rollen twintig foto’s van Doortje uit het apparaat.

Linda kijkt verbaasd.

‘Dat zou ik ook wel willen kunnen’, denkt ze.

‘Maar misschien vindt Stefan mij wel dom, omdat ik niet met een computer kan omgaan.’

‘Zo,’ zegt Stefan, ‘een kopje koffie zal wel smaken.

Dan gaan we daarna de foto’s ophangen.

Hoe komt het dat je geen computer hebt?’, vraagt hij.

Linda schaamt zich een beetje.

‘Ik heb weinig geld,’ zegt ze, ‘en ik kan geen computer betalen.

Ik weet ook niet hoe ik met een computer moet omgaan.

Soms lees ik wel eens iets over lessen, maar als je geen computer hebt, is op les gaan ook niet echt nuttig.’

‘Nou,’ zegt Stefan, ‘ik geef computerlessen. Zou je het willen leren?’

‘Vind je mij dan niet dom?’, vraagt Linda.

‘Natuurlijk niet’, zegt Stefan, ‘er zijn wel meer mensen die nog niet weten hoe een computer werkt. Maar je bent nooit te oud om te leren.

Denk er maar eens over na. Kom we gaan naar buiten.’

Linda en Stefan hangen samen de posters op.

Ze plakken ze op prullenbakken en op bomen.

Linda’s telefoonnummer staat ook op de foto.

Mensen kunnen haar bellen als ze iets weten over Doortje.

Stefan geeft Linda een folder.

Van de computerles.

Linda leest de informatie.

30

Het zijn lessen in het wijkgebouw.

In kleine groepjes.

De cursus kost maar weinig geld.

Linda krijgt er zin in.

Misschien ook een mooie kans om eens wat meer mensen te leren kennen en wat minder eenzaam te zijn.

Linda belt het nummer op de folder.

Ze krijgt Stefan aan de lijn! ‘Ik wil graag naar de cursus’, zegt ze.

‘Wil jij mij leren om met de computer om te gaan?’

‘Natuurlijk wil ik dat’, zegt Stefan.

‘Volgende week dinsdag start er weer een nieuwe cursus.

Je bent van harte welkom. Ik zet je op de lijst.’

Doortje is nog steeds niet terug.

Linda is erg verdrietig.

Waar zou Doortje toch zitten?

Of is ze dood?

Het is dinsdagavond.

Linda stapt op haar fiets en gaat voor het eerst naar de cursus.

Ze is wel een beetje zenuwachtig.

Stefan wacht haar al op bij de deur.

‘Kom binnen,’ zegt hij, ‘er zijn al meer cursisten.’

Stefan geeft les en Linda luistert.

Voor het eerst van haar leven zit ze achter een computer!

Ze voelt zich erg trots.

In de pauze praat ze met de andere cursisten en ze drinken koffie.

Linda vertelt dat ze haar kat kwijt is.

En dat ze al twee weken aan het zoeken is.

‘We zullen straks eens op de ‘gevonden voorwerpen’ van de gemeente kijken’, zegt Stefan.

‘Je kunt dat op internet opzoeken.

Maar je kunt ook een mailtje sturen dat je iets kwijt bent.’

Linda stuurt een mailtje en Stefan helpt haar daarbij.

’Wat zie je er mooi uit!’, zegt hij.

Linda bloost.

‘Je hebt een mailtje’, zegt Stefan.

‘Doortje is gevonden en afgegeven bij het asiel.

Daar wacht ze op jou!’

Linda kan haar geluk niet op!

De volgende dag gaat ze met Stefan naar het asiel om Doortje te halen.

Wat een geluk!

Linda heeft het gevoel dat ze aan een nieuwe fase aan haar leven is begonnen.

Ze wil niet langer eenzaam zijn.

Ze wil alles leren van de computer.

En met zo’n leuke leraar gaat dat vast wel lukken!

Linda voelt zich gelukkig.

Voor het eerst sinds lange tijd!

Marian

Het is een week later.

Linda gaat weer naar de les.

Ze heeft mooie kleren aangedaan en haar nagels gelakt.

Stefan wacht haar op bij het wijkgebouw.

31

32

Verliefd

33

34

Inleiding van Hanneke van der Werf

Verliefd Desi is aan het werk.

Ze zet jonge plantjes in grotere potten.

Ze werkt langzaam.

Telkens staart ze voor zich uit.

Ze denkt aan Bart.

Bart is een collega.

Hij werkt in de kas.

Desi vindt hem knap.

Hij heeft mooie donkere krullen.

Hij is ook altijd vrolijk.

Desi is verliefd op hem.

Maar ze weet niks van hem.

Heeft hij een vriendin?

Is hij getrouwd?

Misschien is hij zelfs al vader!

Ze durft haar collega’s niks te vragen.

Straks hebben ze haar door.

Dan gaan ze over haar roddelen.

Dat wil Desi niet.

Ze kijkt op van haar werk.

Oh, daar komt hij aan!

Haar handen trillen.

Haar wangen worden rood.

Zien ze het?

‘Hé, Desi, alles goed?’, vraagt Bart stoer.

Desi knikt.

‘Nieuwe oorbellen?’, vraagt Bart.

‘Ze staan je goed’, zegt hij erbij.

Desi kijkt verlegen.

Zachtjes zegt ze: ‘Gekregen van een vriendin.’

‘Was je jarig dan?’ vraagt Bart.

Weer knikt ze.

Voor ze het weet, kust Bart haar op de wang.

‘Nog gefeliciteerd!’

Hij knipoogt en loopt weg.

35

Haar collega Mila kijkt Desi lachend aan.

‘Wat zie ik daar?’, vraagt ze plagend.

Desi doet net of ze niks ziet of hoort.

Ze probeert nergens aan te denken.

Maar telkens denkt ze weer aan Bart.

Vindt hij haar leuk?

Of speelt hij met haar?

Moet ze het hem vertellen of niet?

Zo veel vragen.

Ze moet er met iemand over praten.

Maar met wie?

De verhalen van IBN medewerkers

Desi is stiekem verliefd Desi neemt Mila in vertrouwen.

Na het werk wil Desi even met Mila praten.

Desi is wel een beetje bang.

Zal Mila het verder vertellen?

Desi gaat het toch tegen Mila zeggen.

‘Mila, jij hebt wel gezien hoe ik naar Bart kijk.

Ik denk dat ik toch wel een beetje verliefd op hem ben.’

Desi ziet Bart in het fietsenhok staan.

Ze trekt de stoute schoenen aan.

‘Bart, ik wil je iets zeggen.

Ik ben verliefd op jou!’

Bart schrikt, maar begint te lachen en zegt: ‘Desi, ik ben ook verliefd op jou!’

Ze geven elkaar een knuffel.

Samen spreken ze af om iets leuks te gaan doen.

Het komend weekend gaan ze samen gezellig wat drinken.

Carla

36

Achter de plantenkas Desi slaapt die nacht niet zo goed.

De volgende dag wacht ze op Mila.

Tijdens de pauze vertelt ze het.

‘Mila, ik moet er met iemand over praten.

Ik slaap er ‘s nachts slecht van.

Het is moeilijk om het te vertellen.

Maar ik ben verliefd op Bart’, fluistert ze.

Mila lacht.

‘Ik ben ook weleens op een jongen verliefd geweest.

Toen zat ik nog op school.

In de tuin lachte ik naar hem.

Hij kreeg het in de gaten.’

‘Wil jij verkering met mij?’, vroeg hij.

‘Ja hoor, als jij dat wil’, zei ik blij.

‘En weet je Desi,’ Mila praat een beetje zachter, ‘Toen gingen we achter de plantenkas stiekem zoenen!

Dat was wel een super leuke tijd.’

Deborah

Een nieuwe liefde voor Desi en Mila Desi praat erover met haar collega Mila.

Ze vertelt over Bart.

Desi bedenkt in haar hoofd mooie dingen over Bart.

Desi en Bart zitten in de kantine aan tafel.

Ze praten over het werk en andere dingen.

Wanneer ze elkaar aankijken, kussen ze elkaar.

Ze zijn blij en ze lachen.

Mila ziet alles.

Ze loopt naar hun tafel.

‘Oh, ik zie een mooi verliefd stel, net zoals Romeo en Julia!’

Desi en Bart pakken elkaars hand en lopen naar huis toe.

Mila blijft alleen achter.

Zij gaat ook naar huis.

37

Drie jaar later zijn Desi en Bart getrouwd.

Samen hebben ze drie kinderen gekregen.

Twee meisjes en een jongen.

De familie heeft het goed.

Ze zijn altijd blij.

Mila heeft ook een nieuwe vriend gevonden.

Samen gaan ze naar school voor een goede toekomst.

Ze gaan ook trouwen en zijn erg blij.

Claudia

Desi en Bart volgen dezelfde opleiding Desi zit in de klas met haar vriendinnen.

Ze is verliefd op een jongen, hij heet Bart.

Aan haar beste vriendin Annemarie schrijft ze een briefje.

Om te vertellen, dat ze verliefd is op hem.

Annemarie vindt het wel leuk voor haar.

Het is pauze.

Desi ziet Bart op het schoolplein.

‘Wat zal ik doen?’, vraagt Desi aan haar vriendin.

‘Zal ik het zeggen tegen Bart of zal ik een briefje schrijven voor hem?’

Desi denkt na.

‘Ik ga een briefje schrijven voor Bart. En vraag of hij mij ook leuk vindt.’

Desi krijgt een briefje terug van Bart.

Ze vindt het heel spannend.

Wat zal er op het briefje staan?

Bart vindt Desi ook leuk!

Hij denkt: Ik vraag aan Desi of ze een keer naar de film wil met mij.

Bart en Desi gaan samen naar de film.

Dirty Dancing!

‘Ik vind jou wel leuk’, zegt Bart tegen Desi.

Ze worden verliefd op elkaar.

Desi is in de wolken met Bart!

Bianca

38

Desi is verliefd Desi is verliefd op haar collega Bart.

Ze vindt Bart lief.

Maar Bart weet daar niets van.

Desi gaat alles aan haar vriendin, Sandra, vertellen.

Sandra luistert heel goed.

Desi vraagt aan haar: ‘Weet je iets over Bart?’

‘Ja, jazeker’, zegt Sandra.

‘Bart is getrouwd. Hij heeft een vrolijke vrouw en twee mooie kindjes.’

‘Ja, ja’, zegt Desi, ‘dan begrijp ik het.’

Desi vindt het wel erg jammer.

Desi en Bart zijn goede collega’s geworden.

En ze hebben nog vele jaren samengewerkt.

Jela

Bart en Desi zijn verliefd op elkaar!

Desi wil het niet vertellen tegen haar collega’s en Mila.

Desi is eigenlijk bang om het te vertellen.

Ze wil niet dat er over haar gekletst wordt.

Als Desi thuiskomt gaat ze Bart sms’en.

In de sms schrijft ze: ‘Hoi Bart, wil jij verkering met mij? Desi.’

Desi krijgt al heel snel een sms’je terug.

En daar staat in: ‘Ja, zullen we samen wat leuks gaan doen?’

Desi wil heel graag uit eten gaan.

Dan kunnen ze ook gezellig samen praten.

Meliana

Geheim?

Wanneer Desi het tegen Mila wil vertellen begint Mila over iets anders te praten.

Iets wat Mila bezig houdt: ‘Mijn man was op een feestje.’

Hij kwam thuis en hij zei: ‘Is dat niks voor jou?’

39

Ik zei: ‘Wat bedoel je?’

‘Nou,’ zei hij, ‘ik heb iemand gesproken en die had het over Nederlandse les bij IBN. Om bij te leren.’

‘Misschien wel’, zei ik.

‘Ik heb er over nagedacht.

Dat kan best wel eens iets worden.

Ik ga het proberen.

Anders kan ik altijd nog stoppen.’

Ik ben naar de werkleider gelopen, Helna.

Zij heeft mij aangemeld.

Inmiddels ben ik op de Leeskamer.

Er is afgesproken dat ik het tot aan de grote vakantie kan proberen.

En gaat het niet, dan stoppen we.

Maar het gaat hartstikke goed!

Desi hoort Mila wel, maar luistert maar half.

Desi is verliefd op Bart.

En zij denkt terug aan de woorden van Bart: ‘Wat heb jij mooie oorbellen in.

Ben jij soms jarig geweest?’ Desi knikte.

En Bart gaf haar een kus en een knipoog.

Maar ze durft het niet te vertellen tegen Bart Ook Bart durft niet tegen Desi te vertellen, dat hij verliefd op haar is.

Ze weten helemaal niets van elkaar.

Maar durven niks te vertellen tegen elkaar.

Mila die heeft het door.

Ze gaat naar Bart.

‘Ben jij ook verliefd op Desi?’, vraagt ze aan Bart.

‘Ja, maar ik durf het Desi niet te vertellen’, zucht Bart.

‘Desi is ook verliefd op jou!’ zegt Mila.

‘Is dat echt waar?’, roept Bart blij.

‘Dan ga ik even naar Desi toe om het haar te vragen.’

Wanneer Bart Desi ziet zegt hij: ‘Ik ben al zo lang verliefd op jou!

Ga jij met mij vanavond wat drinken?’

‘Goed’, zegt Desi verliefd.

Ze gaan bij Van Hooij in Haps wat drinken.

Ook praten ze samen.

40

Bart is vrijgezel, Desi is ook vrijgezel.

Ze zijn het samen eens.

Op het werk gaan ze het niet vertellen.

Ze willen het niet hebben.

Want de collega’s gaan veel te veel vragen stellen.

Daar hebben ze allebei geen zin in.

De collega’s op het werk hebben het al lang door.

Maar ze zeggen niks tegen Bart en Desi.

De collega’s doen alsof er niets aan de hand is.

Na het werk genieten Desi en Bart er samen van.

Na een jaar vertellen ze op het werk.

‘Wij zijn verliefd zijn op elkaar!’

Alle collega’s beginnen heel hard te lachen.

Nou, dat wisten wij al heel lang!

Mien

Desi blijft blozen Desi loopt terug naar haar afdeling.

In gedachte met wat haar net is overkomen.

‘Wat moet ik nu?

Met wie zal ik het er over hebben?’, denkt ze.

‘Het moet iemand zijn, die absoluut niets doorvertelt.’

Ze is weer terug op haar afdeling en gaat weer aan het werk.

Nou ja, aan het werk...

Gelukkig hoeft het werk vandaag niet af, want ze kan haar gedachten er niet bijhouden.

Mila vraagt aan Desi of ze bij haar aan tafel mag gaan zitten met werken.

‘Uhm, ja ja is goed’, zegt Desi.

Mila kijkt Desi aan en vraagt waar ze met haar gedachten zit.

‘Je bent totaal niet met je werk bezig, Desi’, zegt Mila.

‘Heb je misschien een druk weekend gehad?’, vraagt Mila.

‘Uhm, nee, nee, totaal niet.’

‘Heeft het misschien iets te maken met die jongen?’, vraagt Mila.

41

‘Welke jongen?’, vraagt Desi.

Terwijl ze heel goed weet wie Mila bedoelt.

Mila kijkt Desi aan en zegt: ‘Bart, die jongen van straks, die naar je toe kwam en die je nog feliciteerde met je verjaardag.’

‘Oh, je bedoelt die Bart’, terwijl ze rood aanloopt.

‘Ja,’ zegt Mila, ‘die mooie knappe jongen.’

‘Ken je hem?’, vraagt Desi, en kijkt haar met grote ogen aan.

‘Nou ja, wat is kennen. Ik ken hem, omdat we bij elkaar in de buurt wonen.’

‘Oh, dus hij woont bij jou in de buurt’, zegt Desi met een kleine trilling in haar stem.

‘Ja, dat klopt, hij woont niet zo ver bij mij vandaan.’

Er spoken nu allerlei vragen door Desi’s hoofd.

Moet ik het nu vragen?

Kan haar nu vertrouwen?

Wat moet ik nu doen?

Bart loopt langs hun tafeltje en kijkt de dames aan.

‘Niet over mij roddelen, he’, zegt hij met een lachje.

‘Nee hoor,’ zegt Desi, ‘dat doen we niet’, terwijl ze heel rood aanloopt.

Nog 10 minuten dan is het gelukkig pauze.

Even niets, denkt Desi, alleen even eten en een lekker kopje thee.

Mila kijkt Desi aan en zegt: ‘Nu weet ik het en ik weet zeker dat ik gelijk heb.’

‘Wat?’, zegt Desi, ‘Waar heb je gelijk in?’

‘Je bent verliefd, dat kan niet anders.’

‘Uhhmm iikke verliefd?’, stottert Desi, ‘Hoe kom je daarbij?’, stottert ze verder.

‘Nou,’ zegt Mila, ‘je bent zo afwezig, zo anders.

En telkens wanneer we het over Bart hebben, of wanneer Bart langs je loopt, word je zo rood als een tomaat.’

Desi weet niet wat ze moet zeggen en slaat haar handen voor haar ogen.

‘Oké,’ mompelt ze, ‘ik ben verliefd, maar wat nu?’

‘Dus toch?’, zegt Mila, en kijkt Desi aan.

‘Ja Mila, toch, maar wat moet ik nu?

Ik denk alleen nog maar aan hem, aan zijn mooie donkere haar en zijn mooie felblauwe ogen’, zucht Desi.

‘Ik weet niets van hem.

Is hij getrouwd, heeft hij een vriendin, heeft hij kinderen? Ik weet helemaal niets van hem.’

‘Zal ik je geruststellen?’, zegt Mila.

42

‘Ja graag, geef me de antwoorden op mijn vragen’, zegt Desi.

‘Bart, die jongen die jij zo knap vindt, is vrijgezel.

En heeft geen kinderen en hij vindt jou ook heel erg leuk’, vertelt Mila.

‘Dat weet ik namelijk,’ zegt Mila, ‘omdat ik hem al eerder gesproken heb.

Alleen weet hij niet of het andersom ook zo is.’

‘Oh jee, wat nu?’, zegt Desi.

‘Wat nu?’, zegt Mila, ‘dit is je geluk, jullie geluk.

Jullie moeten niet zo verlegen doen en een stap gaan zetten.’

Die laatste zin hoorde Desi niet meer, omdat de zoemer van de pauze ging.

Ze liep met een brede lach de gang over en opeens hoorde ze zeggen: ‘Is er iets grappigs gebeurd?’

Ze keek om en zag dat het Bart was.

‘Nee nee’, zegt Desi en liep met haar brood naar haar tafeltje.

Bart vroeg of ze bij haar aan het tafeltje mocht gaan zitten.

Dat vond Desi natuurlijk geen probleem, nu ze weet dat hij vrijgezel is.

Bart kijk Desi diep in haar bruine ogen en vraagt wat ze te doen heeft deze week.

‘Uuhhmm, kweet niet,’ stottert ze, ‘ik weet niet of het druk is op het werk.’

‘Nee,’ zegt Bart, ‘niet op het werk, maar na het werk.’

‘Na het werk,’ zegt Desi, ‘nou dan heb ik nog geen plannen gemaakt.’

‘Mooi,’ zegt Bart, ‘er is kermis in de stad. Zullen we samen gaan?’

Desi krijgt een brede lach en geeft een duidelijke ‘ja’ als antwoord.

Die dag was snel voorbij.

En voordat ze het wist, was ze samen met Bart op de kermis aan het genieten van hun samenzijn.

Hand in hand liepen ze in de late avonduurtjes naar huis.

Bart had Desi netjes naar huis gebracht.

En gaf haar een kus op haar hand.

‘Tot morgen’, zei Bart.

‘Tot morgen op het werk’, zei Desi.

Desi ging met een goed gevoel naar bed.

Wat een dag, ja een prachtige dag, dacht ze.

Nu geen gebloos meer, maar genieten van hun samenzijn.

Diana

Hampapou Mila zegt tegen Desi: ‘Ik ben ook ooit verliefd geweest op een man.

Het is heel erg jammer, maar het is al jaren geleden dat ik hem heb gezien.

En weet je waarom het is misgelopen?

Tja, wij spraken niet dezelfde taal.

Hij zei tegen mij, dat hij mij niet begrijpt’, vertelt Mila verdrietig.

‘Ik ben nog steeds op zoek naar een man’, zegt Mila.

Mila fluistert in Desi’s oor: ‘Hier in de kas werkt een man, die ik heel erg leuk vind.

Ik denk dat ik het toch maar eens tegen hem ga vertellen!’

Desi zou ook wel willen, maar ze durft het niet...

Desi denkt heel vaak aan Bart.

Maar Bart niet aan Desi.

Want Bart weet niet dat Desi verliefd op hem is.

Misschien gaat Desi het toch wel een keer vertellen aan Bart...

Een week later besluit Desi het tegen Bart te gaan vertellen.

In het dorp ziet ze Bart lopen.

Ze loopt naar hem toe.

‘Hoi Bart,’ zegt Desi, ‘mooi weer, vind je niet?’

Bart zegt: ‘Ja klopt, ben je boodschappen aan het doen?’

‘Ja, ik heb kaas, ham, boterhammen en bloem gekocht.

Ik ga hampapou maken.’

‘Hampapou?’

‘Wil je het soms een keer komen proeven?’

Bart zegt meteen: ‘Nou, dat wil ik wel, vanavond?’

Dat vindt Desi natuurlijk een heel goed plan.

Het wordt een hele gezellige avond.

Ze hebben veel gekletst en gelachen samen.

Dit was hun eerste avond samen.

Er volgen nog heel veel leuke gezellige avonden...

Yulan

Bart is verliefd Bart is hard aan het werk.

Maar hij laat de plantjes uit zijn handen vallen.

43

44

Hij is verliefd!

Verliefd op Desi!

Bart vindt Desi een leuke vrouw.

Hij gaat het tegen haar vertellen.

Bart loopt naar Desi.

‘Desi, ik vind jou een mooie vrouw!’, zegt Bart.

Desi is heel erg blij.

Abdi

Een gezellig gezin Desi wil het wel aan iemand vertellen.

Maar ze is bang dat ze een slechte naam krijgt op het werk.

Het is vrijdagavond.

Desi gaat naar Bart.

Ze wil graag met Bart praten na het werk.

Maar Bart moet snel weg.

Hij zegt tegen haar: ‘Als het uitkomt wil ik graag morgen met jou een afspraak maken.’

Desi is blij.

‘Oké’, zegt Desi.

Bart vraagt aan Desi: ‘Kom je morgenmiddag om 13:00 uur bij die ijssalon midden in de stad?’

Desi zegt dat ze er om13:00 uur is.

Ze komen allebei op tijd.

Bart trakteert Desi op een ijsje.

Samen zitten ze aan een tafeltje.

Desi zegt: ‘Ik vind jou leuk, ik ben verliefd op jou!’

Bart vindt dat wel leuk.

Bart zegt dat hij Desi ook wel lief vindt.

Hij vertelt ook dat hij getrouwd is geweest.

Nu is hij gescheiden.

Ook heeft hij kinderen.

Bart zegt: ‘Ik wil heel graag verkering met jou.

Als jij het tenminste niet erg vindt dat ik kinderen heb.’

Desi zegt: ‘Nee hoor, dat vind ik geen probleem.’

45

De twee maanden daarna leren Desi en Bart elkaar goed kennen.

Desi zou de kinderen van Bart wel willen zien.

Aankomende zaterdag neemt Bart zijn kinderen mee.

En ze maken kennis met Desi.

Het is erg gezellig.

Er is lekker eten en lekker drinken.

Dan brengt Bart de kinderen naar huis.

‘Papa, wij vinden Desi wel leuk!’

‘Oké,’ zegt Bart, ‘zullen we volgende week weer gezellig afspreken?’

Bart vertelt tegen Desi dat de kinderen haar heel leuk vinden.

Volgende week hebben ze weer gezellig afgesproken.

Desi vindt het een heel goed plan.

Zij vindt het ook aardige kinderen.

Zo gaat er een jaar voorbij.

Bart vraagt Desi om met hem te trouwen.

Yasin

Tiny bloeit op Desi zegt tegen een andere collega, Sjef: ‘Mag ik jou wat vragen?

Is hij getrouwd?’

Sjef vraagt: ‘Wie bedoel je?’

‘Bart’, zegt Desi.

‘Tja, vraag zelf maar aan Bart.’

Desi heeft een bak vol plantjes in haar handen.

‘Wil je me even helpen, Bart?’, vraagt Desi.

‘Natuurlijk meisje.’

Desi zegt tegen Bart: ‘Ik zit met een probleem. Ik ben verliefd op jou!’

Bart is heel blij.

Het hoge woord is er uit.

Bart zucht: ‘Ik durfde het niet te vragen.’

Desi is iets vlotter dan Bart.

De collega’s zijn heel erg blij.

Achter de rododendron op het bedrijfsterrein geven ze elkaar een zoen.

Na drie maanden zeggen ze tegen elkaar: ‘Zullen we ons verloven?’

46

‘Natuurlijk,’ zegt Bart, ‘dat vind ik wel leuk.’

‘Ik ook,’ zegt Desi, ‘maar dan moeten we wel een datum prikken voor onze trouwdag.’

De datum wordt 1 april 1974.

Desi en Bart krijgen 18 kinderen.

Bart heeft een andere functie gekregen op zijn werk.

Hij is nu al algemeen directeur van het bedrijf, waar hij toen werkte.

Maar Desi heeft ook een andere functie gekregen.

Zij is chef geworden van de afdeling, waar zij toen werkte.

Eén van de kinderen heeft een achterstand opgelopen op school.

Tiny is heel laat begonnen te schrijven, lezen en praten.

Tiny komt bij Desi, zijn moeder, met het lood in de schoenen.

‘Ik heb gehoord hier in de wandelgangen, dat er een cursus is: Laaggeletterdheid.

Hoe kan ik me daar voor opgeven?’

Ze schrijven samen een brief om hem aan te melden.

De andere 17 kinderen kunnen heel goed leren.

Eentje is minister, eentje directeur, eentje dokter, eentje profvoetballer en nog een ander is masseur.

De rest zit nog op school.

Er is er ook eentje die een taxibedrijf wil beginnen.

Na vier maanden krijgt Tiny een oproep om zich voor te stellen in de groep van Laaggeletterdheid.

Hij is heel schuchter om zich zelf voor te stellen.

Maar de juf of leraar helpt hem erbij.

Maar hij is een kind van de baas.

Hij heeft het daar heel moeilijk mee.

Hij durft het ook niet tegen andere collega’s te vertellen.

Anders lachen ze hem uit!

Dat vindt hij heel erg.

Hij voelt zich gediscrimineerd.

Maar de chef heeft het team bij elkaar geroepen om mede te delen, dat hij niet kan lezen en schrijven.

Tiny is heel blij, dat de chef het heeft verteld.

De collega’s zijn allemaal heel blij dat hij de cursus gaat doen.

Hij leert altijd iets.

47

Tiny is nu een paar maanden bezig met de cursus Laaggeletterdheid.

En hij bloeit helemaal op!

Tiny durft nu tegen collega’s te zeggen, dat hij er heel veel plezier in heeft.

Maar er zijn collega’s, die hetzelfde probleem hebben als hij.

Die schamen zich ervoor.

Tiny is blij dat het bedrijf de cursus Laaggeletterdheid geeft.

De leraar geeft heel goed advies aan de leerlingen, om het in het bedrijf het in de praktijk te brengen.

Herman

Volgt Bart zijn hart?

In de kas werken de collega’s goed samen.

Om de kleine stekjes uit te laten groeien tot grote stekken.

‘Zeg Bart, je mag die potten op de kar zetten’, zegt Ali, zijn werkleider.

Maar Bart hoort het niet.

‘Bart?’

‘Oh ja, komt voor elkaar’, zegt Bart snel.

Hij slaapt de laatste tijd slecht.

In zijn bed ligt hij vaak te denken.

Aan die ontmoeting, vorige week.

Voor de eerste keer ontmoetten hun ogen elkaar.

Bart denkt terug aan dat moment: Ik ben helemaal in de war.

Dit gevoel ken ik niet.

Wat is er met mij aan de hand?

Elke donderdag gaat Bart sporten.

Het is gezellig op de sportschool.

Er komen veel jongelui.

De meesten kennen elkaar en maken samen lol.

Die avond is Bart met gewichten aan het oefenen.

‘Zo te zien, kom jij vaker hier’, merkt iemand op.

Bart kijkt op, want hij herkent deze stem niet.

Deze ogen ook niet.

Ze zijn felblauw en kijken dwars door hem heen.

Hij wil antwoorden.

48

Maar hij kan de juiste woorden niet vinden.

Zonder te antwoorden, kijkt Bart de andere kant op.

Hij schrikt van zijn gevoel.

Wat overkomt me nu?

De dagen daarna, kan Bart maar aan één ding denken.

‘Stel je niet aan!’, spreekt hij zichzelf toe.

Tijdens zijn werk probeert hij er niet aan te denken.

Vanavond gaat Bart weer sporten.

In zijn buik voelt hij nog steeds kriebels.

Of zijn het vlinders?

‘Wat gebeurt me?’, vraagt hij zich af.

Bart is al eerder verliefd geweest.

Maar elke keer mist hij iets.

Dit gevoel is anders.

Tot nu toe, het beste gevoel.

Desi is heel lief.

Wel wat verlegen, maar dat heeft wel iets.

Bart merkt wel, dat Desi hem leuk vindt.

Haar teleurstellen vindt hij heel moeilijk.

Hij zucht.

Durft hij zijn hart te volgen?

‘Jij ook weer hier?’, hoort hij een bekende stem vragen.

Bart voelt dat hij bloost.

‘Jij ook, zie ik’, zegt Bart, zijn stem trilt.

Er valt een stilte.

‘Ik zal me even voorstellen, mijn naam is Paul.’

‘Bart’, en ze geven elkaar een hand.

‘Heb je zin om straks wat met me te drinken?’, vraagt Paul.

‘Ja, goed plan’, zegt Bart.

‘Ik kan niet wachten’, denkt hij.

Paul en Bart kunnen nu lachen.

Bart is ‘uit de kast gekomen!’

Bart weet het zeker.

‘Ik ben verliefd op de allerliefste man, Paul!’

Wat een tijd!

Ook voor zijn familie, vrienden en collega’s.

Maar zij merken, hij blijft gewoon Bart.

Super gelukkig met Paul.

49

Sommigen vinden het moeilijk.

Zij hebben nu moeite om met Bart een praatje te maken.

Desi kon haar oren niet geloven.

Voor haar was het slecht nieuws.

Het is alweer bijna een jaar geleden.

Voor Bart was het de grootste stap in zijn leven.

Maar wel de beste!

Hij heeft zijn hart gevolgd!

Inmiddels wonen ze samen in een gezellig huisje...

Er staan rode wijn en lekkere hapjes op tafel.

De bel gaat.

Bart maakt de voordeur open.

‘Hoi, Desi’, ze omhelzen elkaar.

‘Wat gezellig! Kom binnen.

Vertel ons over je nieuwe liefde!’

Gonnie

Is Bart ook verliefd?

Desi vindt het zelf moeilijk om te vertellen, dat zij verliefd is.

Ze probeert via een goede vriendin er achter te komen of Bart getrouwd is.

Dat blijkt niet zo te zijn.

Ze ontdekt dat Bart ook verliefd is op haar.

Bart vraagt aan Desi of ze een keer zin heeft om naar de bioscoop te gaan met hem.

Desi kijkt in haar agenda wanneer ze kan.

Vrijdagavond komt haar goed uit.

Daarna spreken ze elke week af.

Ze praten veel over de toekomst en over hun plannen.

Ze praten over samenwonen.

Ze maken kennis met elkaars familie.

Een jaar later gaan ze samenwonen.

Necla

50

Bellen met moeder Desi pakt haar mobiel.

Ze belt met haar moeder.

Ze vraagt of het uitkomt dat ze vanavond naar haar toe komt.

Rond half acht is Desi bij haar moeder.

Ze vertelt het verhaal over haar collega, op wie ze verliefd is.

Ze beschrijft Bart.

Hij is altijd vrolijk.

Hij heeft prachtige, donkere krullen.

Desi vertelt dat het Bart was opgevallen, dat ze nieuwe oorbellen in had.

‘Hij gaf me spontaan een zoen op de wang.’

Moeder geeft Desi het advies om Bart te vragen of hij al een vriendin heeft.

Als het niet zo is, kan Desi hem vragen of hij zin heeft om met haar naar de bioscoop te gaan.

De volgende dag komt Desi Bart tegen en vraagt of hij een vriendin heeft.

Bart antwoordt dat dat niet zo is.

Dan vraagt Desi of hij zin heeft om met haar naar de bioscoop te gaan.

Dat heeft hij!

Ze gaan samen naar de bioscoop en worden verliefd op elkaar.

Na maanden met elkaar omgaan, gaat Desi een andere baan zoeken om roddelen te voorkomen.

Zo zijn ze vrij om met elkaar om te gaan.

Een half jaar later gaan Desi en Bart trouwen.

Een paar jaar later hebben ze twee kinderen en zijn nog steeds heel gelukkig met elkaar.

José

Max Daar loopt Max. Max is een goede collega van Bart.

Max is een blonde jongen met steil haar, uit Canada.

‘Misschien weet hij meer over hem’, zegt Desi.

‘Hoi Max, heb jij een klein momentje?’, vraagt Desi.

‘Jawel’, zegt Max. ‘Ik heb een vraagje voor jou. Hoe is Bart in het echt?’, vraagt Desi aan Max. ‘Ik zie dat jij verliefd op hem bent’, zegt Max zacht. ‘Maak je geen zorgen, ik

51

vertel het aan niemand door.’

‘Dat is aardig van jou!’, zegt Desi. ‘Maar hoe kan ik met hem....’

Desi was niet klaar met praten, toen Max haar stil probeerde te houden.

‘Niet te hard praten, anders kan iedereen je horen’, zegt Max zacht.

‘Ik heb een idee, maar je moet na het werk op mij wachten samen met Mila.

We vinden wel een oplossing voor jouw probleem’, zegt Max. ‘Dat is een geniaal idee van jou’, zegt Desi vrolijk.

‘Stil nu, daar is Harry!’, zegt Max. Harry is de baas van de kwekerij.

‘Na het werk, bij jou thuis, om 19.00 uur’, zegt Max snel.

Iedereen gaat aan het werk.

Thuis is Desi zich aan het klaar maken voor het bezoek van Mila en Max. De deurbel gaat.

Desi doet de deur open.

Daar staan Mila en Max voor de deur.

‘Goedenavond’, zeggen ze.

Desi is blij.

‘Kom binnen’, zegt ze.

De thee en koffie staan klaar.

Na een half uur bij gekletst te hebben, komen ze bij het punt.

Hoe maakt Desi een afspraak met Bart?

Max heeft geen flauw idee van vrouwendingen.

Maar Mila wel.

‘Je moet het zo doen’, zegt Mila.

‘Zeg iets leuks tegen hem, zoals leuke broek of trui...’, zegt Mila en zij noemt nog veel meer.

Max denkt na.

‘Misschien kun je wachten tot Bart naar je toekomt.

Of kun je hem vragen om hulp voor jou’, zegt Max. Desi twijfelt over alle ideeën.

Ze heeft een idee.

‘Als ik bijvoorbeeld...’

Ze bespreekt haar plan.

Mila en Max overtuigen Desi dat het een goed plan is.

Alles in één!

Ze staan op en proosten op het geweldige idee van Desi.

Op de werkvloer ziet Desi dat Bart haar kant op komt lopen.

‘Sorry Bart, kun je me helpen met deze kar?

Ik moet hem naar de kas brengen.’

52

‘Geen probleem, ik kan jou helpen’, zegt Bart en hij knipoogt naar Desi.

‘Zal ik met jou meelopen?’, vraagt Desi aan Bart.

‘Dat mag van mij’, zegt Bart.

Aan het eind van wandeling vraagt Desi aan Bart: ’Mag ik jou iets vragen?

Ik heb veel vragen, maar ik...’

Dan komt plotseling het blonde diva model Susy aanlopen.

Zij heeft een jurk aan van het duurste merk, schoenen op hakken en een tasje met een klein hondje, Nico.

‘O, daar ben jij, schattebout van mij’, zegt Susy tegen Bart, en kust hem op de lippen.

Na de kus ziet Susy Desi en zij vraagt aan Bart: ‘Wie is dat?’

‘Zij is een collega. En haar naam is Desi.’ zegt Bart.

Dan loopt Susy naar Desi toe.

Ze kijkt naar haar en geeft Desi een klap in haar gezicht.

‘Au, dat doet zeer’, zegt Desi.

‘Dat doe ik met alle meisjes die zoals jij, die in de buurt van mijn man zijn.

En nu wegwezen’, zegt Susy boos.

En zo beginnen ze te vechten.

Desi slaat met haar rechterhand op de buik van Susy.

Dan trekt Susy aan de haren van Desi.

Desi duwt Susy tegen de muur.

Bart probeert beide meiden te laten stoppen met vechten.

Maar lukt dat niet.

Ze vechten lang en Harry zegt: ‘Desi, onmiddellijk stoppen!

DESI!!!’

Desi ziet Harry en de andere medewerkers.

Zij weet wat dat betekent.

Ze rent naar de kleedkamer met tranen in haar ogen.

Susy is trots op zichzelf en Bart loopt naar haar toe.

‘Wat heb jij gedaan!?’, schreeuwt Bart naar Susy.

Bart haalt een ring van zijn vinger af.

‘Dat is het einde van onze relatie en blijf uit mijn buurt, voor altijd.’

Harry zegt tegen Bart: ‘Jullie zijn een schande voor ons bedrijf.

Jij en Desi. Julie zijn ontslagen!’

Desi huilt lang in de kleedkamer.

‘Ik dacht dat het goed zou komen, maar het wordt nog erger’, zegt ze tegen zichzelf.

‘Ik heb niet alleen pijn in mijn lichaam, maar raak ook een baan kwijt.

Dat is pas drama.’

Desi huilt nog harder.

53

Onverwacht gaat de deur open en springt Bart naar binnen.

Hij is op zoek naar Desi.

‘Desi, ik wil je iets zeggen...’, zegt Bart.

Desi onderbreekt zijn zin: ‘Ik heb alles gezien en gevoeld.

Laat mij met rust!’, zegt Desi boos tegen Bart.

Desi wil weg gaan, maar Bart pakt haar hand hard vast.

Bart gaat op zijn knieën voor haar.

‘Desi ik wil iets zeggen... geef mij een kans om het goed te maken’, zegt Bart.

Desi is verwonderd over wat Bart zegt.

Hij haalt een klein rood doosje in de vorm van een hartje uit zijn broekzak.

Dan opent Bart het doosje en er zit een ring in.

‘Wil jij met mij... de echte ware liefde zijn en met mij trouwen?’

Op het gezicht van Desi worden de tranen van ongeluk tranen van blijheid.

‘Ja! Ik wil!’, roept Desi hard.

Desi springt op Bart en ze knuffelt hem hard van geluk.

Bart en Desi beginnen te zoenen.

‘Zo romantisch, dat kan toch niet waar zijn’, zegt Mila achter de deur samen met Max. ‘Ik weet dat Susy Bart niet waard is.’ zegt Max. Na een paar maanden trouwen Desi en Bart.

En na een jaar is Desi zwanger en negen maanden later worden er twee baby’s geboren.

Een meisje en een jongen.

En zo leefden Desi en Bart nog lang en gelukkig.

Michael

Verhaal op papier Desi schrijft haar verhaal op papier.

Ze probeert er zo achter te komen hoe ze zich voelt tegenover Bart.

Ze heeft het nu duidelijk hoe ze zich voelt.

Nu het duidelijk is wat ze voor Bart voelt gaat ze naar hem toe.

Ze vraagt hem hoe hij zich tegenover haar voelt.

Nu blijkt dat ze allebei verliefd zijn.

Ze spreken vaker op het werk af en de gesprekken worden steeds langer.

Ook maken ze een afspraak om met z’n tweeën te gaan eten.

54

Het is voor alle twee duidelijk dat ze verliefd zijn en dat ze een relatie aangaan, die met meer afspraken gepaard gaat.

Na maanden met elkaar afgesproken te hebben zijn ze verloofd.

De collega’s merken dat ze met elkaar verkering hebben en maken hier geen vervelende opmerkingen over.

Desi krijgt alle antwoorden op alle vragen die ze heeft.

Bart is ook verliefd op Desi.

Hij zegt niets over de verliefdheid; hij is ook verlegen.

Nu praten ze samen over alles.

Ze zijn verliefd op elkaar.

Ze willen samen verder gaan.

Thevan

Gonny

Ouders bellen Na het werk gaat zij haar ouders bellen.

Zij wil met iemand over Bart praten.

Gelukkig, haar ouders zijn thuis.

Zij krijgt meteen haar vader aan de telefoon.

Zij vraagt aan papa: ‘Gaat u nog weg vandaag? Ik wil bij u langskomen.’

‘Nee hoor, kom maar langs’, zegt papa meteen.

Zij heeft met haar ouders over Bart gepraat tot ’s avonds 8 uur.

Haar mama maakt voor iedereen eten klaar.

Desi wil een keer uitgaan met Bart op advies van haar ouders.

Zij gaat naar bed en valt meteen in slaap.

Morgen gaat zij een half uur eerder naar haar werk.

Zij wil in de koffiepauze met Bart praten.

Het is 12 uur... Iedereen gaat naar de kantine om te lunchen.

Desi heeft niet met Bart gepraat.

Zij kan niet praten door de spanning en haar verlegenheid.

Het is inmiddels middagpauze.

Ze gaat naar Bart.

Gelukkig, hij staat buiten om te roken.

Desi heeft met Bart gepraat over het komende weekend.

Wat gaat hij dan allemaal doen.

‘Ik wil thuis schoonmaken en mijn ouders bezoeken.

Zondag ga ik naar mijn ouders, na het schoonmaken.

Maar zaterdag wil ik naar de bioscoop gaan.

Maar ik kan er niet alleen heen gaan.’ Desi is blij.

Ze stelt Bart voor om mee te gaan naar de film.

Bart vindt het een goed idee.

Zaterdag gaan ze naar de bioscoop.

55

Gelukkig verliefd Desi gaat aan Bart vertellen dat ze super verliefd is op hem.

Bart vertelt, dat hij haar heel erg mooi vindt.

Haar mooie, blonde, lange haar.

En haar mooie blauwe ogen.

Bart geeft zijn telefoonnummer aan Desi om een afspraakje te maken.

Desi belt hem op en wil op vrijdag met hem uitgaan.

Om 18 uur wordt ze opgehaald.

Bart weet een heel leuk, romantisch restaurantje in het dorp.

Ze komen binnen.

Het is er heel gezellig, kaarsjes aan.

Op de achtergrond hoor je muziek, die zachtjes klinkt.

Na het eten gaan ze even de dansvloer op en beginnen te dansen.

Dicht tegen elkaar aan en ze beginnen elkaar te zoenen.

Ze stralen allebei en gaan nog ergens anders wat drinken.

Het wordt al laat.

Bart brengt Desi naar huis.

Ze zegt: ‘Kom nog even bij mij wat drinken.’

Daarna kussen ze zo erg - vanwege de vele gevoelens die ze voor elkaar hebben - dat ze in de slaapkamer belanden.

Desi heeft een mooie slaapkamer met mooie, witte lakens op haar bed.

Ze heeft rode rozenblaadjes op het bed gestrooid en het ruikt naar roosjes in haar kamer.

Ze heeft voor de romantiek kaarsjes aan.

Bart zegt: ‘Wat ben jij romantisch zeg!’

Desi kleurt en straalt van geluk en langzaam krijgt Desi van Bart een zoen in d’r nek en een rugmassage.

Langzaam trekt Bart Desi’s blouse los en gaat het verder.

56

Zo belanden ze onder de lakens.

Het is al zo laat... Bart moet naar huis.

Hij moet morgen gaan voetballen.

Ze zijn zo gelukkig samen...

Bart komt Desi verrassen.

‘Ga je gezellig mee uit eten?’

‘Oké’, zegt Desi.

Ze zitten weer gezellig te eten.

Bart friemelt in z’n jaszak.

Er komt een heel klein cadeautje uit.

Dat is voor Desi.

Ze maakt het open.

Bart vraagt: ‘Wil je met me trouwen?’

Ze wordt helemaal rood.

Tranen van geluk.

Ze zegt: ‘Ja schatje, ik trouw met jou.’

Een jaar later gaan ze trouwen.

Desi heeft een mooie witte jurk aan.

Haar haren zijn heel mooi opgestoken.

Er zitten allemaal van die kleine steentjes in d’r haar.

Ze heeft een mooi bruidsboeket: wit met rode rozen.

Bart heeft een grijs pak aan met een mooi wit overhemd en een stropdas.

Er staat een witte koets met paarden om naar het stadhuis te gaan en eindelijk het jawoord te kunnen geven.

Daarna gaan ze met familie en vrienden uit eten.

Gezellig met gebak er bij.

Ze dansen en Desi vertelt Bart dat ze zwanger is...

Ze krijgen een baby, een meisje: Sofietje.

Marian

Toekomst Desi neemt Mila in vertrouwen.

Ze vertelt dat ze verliefd is op Bart.

Ze weet niet goed hoe ze dat tegen hem moet zeggen.

Ze vraagt aan Mila om Bart een kaart te geven.

Mila vindt het geen probleem.

57

Ze geeft de kaart aan Bart.

Bart bloost als hij de kaart leest.

Hij glimlacht naar Mila en loopt snel weg.

‘Wil je met me lunchen?’, vraagt Desi.

‘Ja, graag. Lijkt me gezellig’, antwoordt Bart.

Het is een lunch om nooit te vergeten.

Ze eten broodjes met makreel en een bietensalade.

Ze drinken allebei een cola light.

Na de lunch weten ze niet meer wat ze gegeten hebben.

Zo verliefd zijn ze.

Het is het begin van een mooie liefde tussen Desi en Bart.

Ze genieten van het heerlijke verliefd zijn.

De zon, de bloemen, het zachte briesje om hun hoofd.

De hartjes en vlinders in hun buik.

De roze wolken waar ze op zitten.

Ze maken plannen voor de toekomst.

‘Ik wil graag met jou de hele wereld rond reizen.’

‘Het lijkt mij super om samen een huisje te hebben.

Met een grote tuin vol bloemen en bomen.

Dan kunnen we elke dag genieten.’

Desi heeft al een tijdje pijn in haar buik.

Het gaat niet weg, daarom gaat ze naar de dokter.

Het is ernstig.

Desi wordt geopereerd en Bart is steeds bij haar.

De dokter komt en vertelt dat het niet goed is.

De pijn wordt erger, Desi wordt zieker.

‘Helaas, ik kan niets meer voor je doen’, zegt de dokter.

Desi en Bart gaan nog een dag naar Toverland.

Samen in de ‘Woudracer’.

Daar houdt Desi van.

De snelheid van het karretje laat de pijn zakken.

Bart houdt haar goed vast.

‘Lieve Desi, wil je met me trouwen?’

Desi kijkt achterom en antwoordt: ‘Ja, dat wil ik graag.’

Het moet snel gebeuren, want de tijd die rest is kort.

Hoewel de pijn ondraaglijk is, ziet Desi er prachtig uit.

Haar jurk is gebroken wit, en is net boven de knieën.

Bart draagt een pak, dat is hij niet gewend.

58

De zon schijnt door het raam van de trouwzaal.

Het laat de ringen glinsteren.

Als man en vrouw gaan ze naar buiten.

Ze gaan op huwelijksreis naar Barcelona.

Ze genieten van de mooie gebouwen, parken en kunst.

Maar vooral van de sfeer op straat.

Desi weet dat ze een beslissing moet nemen.

Ze wordt zieker en de pijn wordt erger.

Nog even en functies in haar lichaam vallen uit.

Ze praat met Bart.

‘Ik wil niet dat je pijn lijdt, maar ik wil je ook niet kwijt.’

Het is moeilijk.

Desi en Bart willen nog zoveel samen doen.

Ze houden zoveel van elkaar.

De beslissing is genomen.

Morgen neemt Desi afscheid van het leven.

Maar bovenal van Bart, haar grote liefde.

Ze schrijft een brief aan alle mensen in haar omgeving.

Haar familie, haar schoonfamilie, iedereen op de kwekerij.

Ze legt uit dat dit haar laatste brief is.

Dat ze kiest voor een waardig einde.

En niet voor nog meer pijn en lijden.

Ze vraagt om steun voor Bart.

Verliefd Desi is verliefd op Bart.

Ze weet niks van hem.

Desi wil praten met haar beste collega Mila.

Mila krijgt de volgende opdracht van Desi: Ze moet alles over Bart aan iedereen vragen.

Is hij getrouwd?

Heeft hij een vriendin?

Heeft hij kinderen?

Als ze alles weet over Bart, wil Desi een afspraak maken met hem.

Lekker koffie of sap drinken.

En samen kletsen over alles.

Ik denk dat het gaat lukken.

Succes Desi!

Refik

Verlegen Desi en Bart werken samen.

Want ze zijn collega’s van elkaar en ze werken op dezelfde afdeling.

Bart zit bij Desi.

De familie is er ook.

De zon schijnt, de vogels zingen.

Een bij vliegt weg van de lavendel.

Desi blaast haar laatste adem uit.

Ze is het leven ontstegen.

Bart heeft mooie donkere krullen.

Desi wil graag van alles aan hem vragen.

Maar ze is verlegen.

In de pauze vraagt ze: ‘Heb je een vriendin of ben je vrijgezel?’

Bart zegt: ‘Ik ben vrijgezel.

Ik ben nog op zoek naar een lief, aardig, mooi meisje.’

Desi gaat met haar zus praten.

Marja

Jessy

Desi vraagt advies Desi durft het tegen Mila te vertellen.

Maar ze gaat het niet op het werk vertellen.

Want ze wil absoluut niet dat er geroddeld gaat worden.

59

60

Desi gaat Mila bellen.

‘Ik moet je iets vertellen, Mila.

Ik ben heel erg verliefd op een collega van ons.’

Mila vraagt: ‘Op wie dan?’

‘Op Bart. Ik vind hem zo knap.

Maar ik weet niks van hem.

Weet jij of hij vrijgezel is of misschien al getrouwd is?’

Mila zegt direct: ‘Ja Desi, hij is getrouwd en heeft twee kinderen.’

‘Oh,’ zegt Desi ‘wat vind ik dat erg!’

‘Zal ik het dan toch vertellen of niet?

Wat denk jij Mila?

Wat zou jij doen?’

‘Ik zou het gewoon tegen Bart vertellen’, zegt Mila.

De vrouw van Bart, Maria, merkt iets aan Bart.

Ze voelt dat er iets anders is.

Ze voelt het in haar hart.

Maria vraagt aan Bart: ‘Bart, ben je verliefd op een andere vrouw?’

Mannen zeggen altijd nee.

‘Sorry, ja ik ben verliefd op een andere vrouw.

Maar ook op jou.’

Fatiha

Fatima

Het is moeilijk...

Verliefd

Ze durft het niet te vertellen.

Alleen tegen Mila.

‘Ik ben verliefd, maar ik durf het niet te zeggen.’

Mila zegt: ‘Je moet het hem vertellen, je bent verliefd op hem!’

Desi gaat het vertellen tegen Bart.

Ze gaan samen ergens zitten en gezellig koffie drinken.

Dan vertelt ze het: ‘Ik ben verliefd op jou!’

Bart zegt: ‘Ik ook op jou!

Maar ik ben getrouwd en heb kinderen.

Twee kinderen.’

Het is moeilijk.

In de kas zegt Desi tegen Bart: ‘Ik ben verliefd op jou!’

Bart zegt: ‘Ik ook op jou!’

Ze gaan samen koffie drinken in de kantine.

Samen zitten ze aan een tafel.

Desi zegt nog een keer: ‘Ik wil jou, ik ben verliefd.

Ben je vrijgezel?

Heb je al eens een vriendin gehad?’

Bart zegt: ‘Ja.’

Desi is al lang verliefd.

Bart ook.

Maar Bart kiest toch voor zijn vrouw en kinderen.

Desi blijft verliefd.

Dat zit in je hart.

Bart blijft ook verliefd op Desi.

61

Maria is boos en verdrietig.

Ze kan haar man niet meer vertrouwen.

Bart gaat naar Desi.

En ze gaan samen voor de liefde.

Mila vraagt of Desi nu de nieuwe vriendin van Bart is.

‘Ja, ik ben zo blij!’

Mila is jaloers.

Zij is ook verliefd op Bart.

Ze wordt boos.

Desi en Bart hebben het leuk samen.

Ze gaan samenwonen in het huis van Desi.

Mila blijft boos.

Ze vraagt aan Bart: ‘Hoe gaat het met jullie?’

‘Het gaat goed met ons samen’, antwoordt Bart.

62

‘We kijken samen televisie en koken ons eten samen.’

Mila ziet op het werk Desi en Bart.

Het is moeilijk.

Mila blijft verdrietig.

Bart zegt dat Mila een andere vriend moet zoeken.

Mila krijgt ook een vriend.

Een knappe, rijke man.

Hij is ook een lieve man.

Mila is blij.

Fatima

Is Bart vrijgezel?

Desi is helemaal verliefd op Bart.

Maar Bart weet van niks.

Desi twijfelt of ze het tegen Mila zal vertellen of niet.

In de pauze gaat Desi het tegen Mila vertellen.

Ze zegt tegen Mila: ‘Mila, je mag het tegen niemand vertellen, maar ik ben verliefd op Bart.

Maar ik durf het niet tegen hem te zeggen.’

Mila zegt: ‘Oh, jij vindt Bart dus leuk.

Je vindt zijn krullen zeker leuk.’

Desi zegt: ‘Maar ik weet niet of hij getrouwd is, of een vriendin heeft.’

Mila zegt dat ze dat dan aan hem moeten vragen.

Maar ja, dat durft Desi dus niet.

‘Zal ik het dan voor jou gaan vragen aan Bart?’, vraagt Mila.

‘Oh, dat wil ik heel erg graag, want ik hou van hem, zucht Desi.

Tijdens de volgende pauze gaat Mila naar Bart.

‘Zeg Bart, kom eens even hier, want ik wil je wat vragen.’

Bart loopt naar Mila en denkt dat zij iets over het werk wil vragen.

‘Ik heb een vraagje aan jou van Desi.

Zij wil heel graag weten of jij nog vrijgezel bent, want zij is verliefd op jou’, fluistert Mila.

‘Nou,’ zegt Bart, ‘dat komt heel goed uit.

Ik ben vrijgezel en ben ook verliefd op Desi.’

63

‘Dat is fantastisch!’, zegt Mila.

‘Ik ga het meteen tegen Desi vertellen.’

Mila loopt terug naar Desi.

Desi ziet dat Mila lacht.

Het is spannend.

‘En?’, vraagt Desi, ‘Wat zei Bart?’

Mila lacht en zegt: ‘Hij is vrijgezel hij is ook verliefd op jou!’

Desi is super blij!

Een dag later gaat de mobiel van Desi over.

Het is Bart.

‘Hallo, hier met Bart.

Ik wil graag iets met jou afspreken.

Zullen we een keer uit eten gaan?

Desi krijgt rode wangen en haar hart begint sneller te kloppen.

‘Uhmm,’ stottert Desi, ‘ja, dat wil ik heel erg graag.’

Rkia

Mila is jaloers Mila is jaloers op Desi.

Zij heeft gezien dat Bart met Desi praat.

Desi is voorzichtig.

Zij doet alsof ze niets ziet of hoort.

Ze weet niet wat ze moet.

Moet ze er met iemand over praten?

Of gewoon afwachten?

Desi wil niet dat er problemen komen met andere meisjes.

Of dat ze uitgelachen wordt door haar collega’s.

Bart is misschien ook verliefd op Desi.

Hij heeft toch gezien dat Desi nieuwe oorbellen heeft.

Het is afwachten wie de eerste stap zet.

Een paar weken later gaan Bart en Desi hand in hand met een glimlach op hun gezicht naar het werk.

Zejlka

64

Beiden verliefd Bart is ook verliefd op Desi.

Bart is een goede jongen.

Hij heeft werk.

Bart wil Desi leren kennen.

Bart vindt Desi een leuk meisje.

Ze is mooi.

Ze lopen en praten met elkaar.

Ze houden van elkaar en besluiten te trouwen.

Ze leven nog lang en gelukkig.

Yoeur

Is de liefde wederzijds?

Desi gaat naar haar collega Mila.

Ze praten over Bart.

Desi is verliefd op hem.

Ze vindt hem leuk, maar ze is bang dat Mila hem ook leuk vindt.

Misschien is Mila wel jaloers.

Bart is tenslotte een leuke jongen.

Dan gaat Desi een brief schrijven aan Bart.

Ze vraagt Bart of ze samen uit kunnen gaan, naar de film.

Ze wil Bart beter leren kennen.

Bart is ook verliefd op Desi.

Bart vindt Desi een mooi meisje.

Hij vraagt of Desi samen wil wandelen in het bos.

Hij houdt haar hand vast.

Als ze uit het bos komen gaan ze samen een ijsje eten.

‘Ja, ik vind het heel leuk van jou’, zegt Desi.

Ze heeft rode wangen omdat ze verliefd is op Bart.

Bart vindt Desi een leuke meid.

Hij heeft twee ringen gekocht.

Na een tijdje gaan ze samen naar de vader en moeder van Desi om kennis te maken.

De vader en moeder vinden Bart een leuke jongeman voor Desi.

Bart vraagt om de hand van Desi.

65

Ze wil met Bart trouwen en samen een gezin vormen.

En ze leefden nog lang en gelukkig.

Bart en Desi.

Liezet

Verliefd op een collega Desi wil met haar collega Mila praten.

Maar ze is bang dat Mila het vertelt aan andere collega’s op het werk.

Dat vindt ze niet leuk.

Ze denkt dat verliefd zijn op een collega niet is toegestaan.

Ze heeft van haar baas gehoord dat ze dan haar werk kwijt kan raken.

Haar situatie wordt nog slechter: ze slaapt niet goed.

Het eten en drinken gaat ook niet goed.

Ze besluit er met haar vriendin over te praten.

Omdat ze niet met haar vriendin samen op het werk is.

Desi vertelt alles over haar verliefdheid aan haar vriendin.

Zo kan ze het toch kwijt aan iemand.

Daardoor is ze minder onrustig.

Desi krijgt advies van haar vriendin: stuur hem een briefje voor zijn verjaardag.

Bart krijgt het briefje en heeft het direct gelezen.

Hij vindt het jammer dat hij haar niet kan helpen.

Hij is namelijk vader van twee kinderen.

Hij stuurt een brief terug aan Desi, waarin hij uitlegt waarom hij niet kan helpen.

Desi krijgt het antwoord terug, maar dus niet met goed nieuws.

Desi moet het maar gewoon slikken en verder zoeken naar de liefde.

Mataan

Advies vragen Desi moet met iemand praten.

Ze vraagt advies aan iemand die ze goed kent: haar vriendin Mila.

Desi moet aan Mila vertellen dat ze verliefd is.

Niet alleen maar denken en verlegen zijn.

Desi moet met Bart praten.

66

Bart is al getrouwd.

Hij is niet verliefd op Desi.

Ze moet niet verlegen zijn.

Ze moet kennismaken met Bart en praten.

Verliefd zijn is niet slecht.

Maar soms gevaarlijk.

Kim

Zal ik het vertellen?

Desi praat er niet over, dat ze verliefd is op Bart.

Ze gaat het aan niemand vertellen en zeker niet aan Bart.

Ze durft het niet.

Desi is heel erg verlegen.

Ze zou wel willen praten met Bart, maar het gebeurt niet.

Desi blijft maar aan Bart denken.

Het wordt niets.

Sao Nath

Dansen Desi gaat naar haar vriendin.

Ze vraagt wat ze ermee moet doen.

Zij zegt dat ze een keer moet gaan dansen met Bart.

Dan weet ze snel genoeg of Bart vrij is of niet en of Bart verder wil.

Hans

Bart is stiekem Desi wil met Bart gaan praten.

Ze gaat openhartig vertellen dat ze verliefd is op Bart.

Bart is stiekem.

Hij zegt niet tegen Desi dat hij al een vriendin heeft.

Hij is ook verliefd op Desi.

Desi gaat met Mila praten over Bart.

Ze vertelt dat ze verliefd is op Bart.

Mila vertelt het aan iedereen: ‘Desi is verliefd op Bart!’

Bart schrikt.

Z’n geheim is niet meer geheim.

Zo komt Lies, de vriendin van Bart, er achter dat Bart verliefd is op een ander.

Ze is erg boos.

Ze vraagt: ‘Wil je mij of wil je Desi?

Als je kiest voor Desi, dan zijn wij klaar!’

‘Nee,’ zegt Bart, ‘ik kies voor jou.’

Desi blijft verdrietig achter.

Pech voor haar.

Servaas

Verkering Ze worden verliefd op elkaar.

Desi schrijft een brief aan Bart.

Ze vraagt of Bart verkering wil met haar.

Bart schrijft haar een brief terug.

Bart is ook verliefd op haar.

Desi vindt het erg spannend.

Ze spreken af om samen naar het park te gaan.

Daar gaan ze picknicken.

Ze nemen drinken mee en praten.

Desi wil verkering krijgen met Bart.

Na een tijdje gaan ze naar een winkel om ringen uit te zoeken.

Desi kiest beide ringen uit.

Ze passen de ringen samen.

Ze laten de datum er in graveren: 30 januari 2003.

Ze worden gelukkig samen met die ring.

Ze doen hem een voor een om, samen bij elkaar thuis.

Bart vraagt aan Desi of ze met hem wil trouwen.

Ze zegt misschien.

Ze weet het nog niet.

Ze wil graag bij hem blijven, maar dat is moeilijk.

De keuze is moeilijk.

Bart is te leuk.

Ja... ze gaat toch trouwen met Bart.

Dave

67

68

Naar de dierentuin

Naar de film

Desi gaat praten met haar vriendin Mila.

Ze praten over Bart.

Ze roddelen over Bart.

Desi gaat hulp zoeken bij een maatschappelijk werker.

Ze gaan samen dingetjes op papier zetten, samen een oplossing bedenken.

In een tweede gesprek vragen ze Bart er bij.

De maatschappelijk werker wil dat ze samen iets leuks gaan doen om elkaar beter te leren kennen.

Ze besluiten om naar de bioscoop te gaan.

‘Ibiza’ draait nog.

Ze kopen popcorn en cola en zoeken twee stoelen achteraan in de zaal.

Bart pakt Desi’s hand en geeft haar een zoen op haar mooie lippen.

Bart vindt Desi ook leuk.

Hij belt haar op, om haar te vragen of ze mee gaat naar de dierentuin.

Desi zegt: ‘Dat vind ik heel leuk.’

Ze spreken af om volgende week zondag samen naar de dierentuin te gaan.

Ze ontmoeten elkaar in de vlindertuin van de dierentuin in Emmen.

Ze gaan zitten en ze gaan elkaar knuffelen.

Dat vinden ze heel fijn met z’n tweetjes.

Dat willen ze wel vaker.

Ricardo

Op de koffie bij de ouders Desi gaat naar haar ouders.

Daar kan ze goed mee praten.

Haar ouders vinden het leuk.

Ze vinden dat Desi met Bart moet gaan praten.

Haar ouders nodigen Bart uit om kennis te komen maken.

Bart vindt het eigenlijk niet zo leuk om naar de ouders van Desi te gaan.

Hij vindt het te spannend.

Hij wil wel verkering met Desi, maar nog niet zo heel vlug samenwonen.

Hij wil het liever wat rustig aan doen.

Bart gaat op de koffie bij de ouders van Desi.

Het wordt een gespannen gesprek, want Desi is er ook.

Het is opletten geblazen.

Bart wil niets fout doen.

Het gaat goed en het is het begin van een mooie liefde.

En ze leefden nog lang en gelukkig.

Na afloop van de film vraagt Bart aan Desi of ze nog met hem mee naar huis gaat.

Bart wil Desi graag z’n huis laten zien.

Desi wil het graag zien.

Ze gaan samen naar zijn huis.

Ze praten over van alles en nog wat.

De volgende dag komt Bart bij Desi thuis.

Ze werken allebei op een kwekerij, de één in Uden, de ander in Schaijk.

Ze worden kei gelukkig met elkaar.

Ze krijgen kinderen.

Ze zijn ook getrouwd met elkaar.

Natuurlijk wonen ze nu in hetzelfde huis.

Anja

Gerdie

69

70

Een werkdag van Ronald

71

72

Inleiding van Hanneke van der Werf

Een werkdag van Ronald Het is half elf.

Ronald is aan het werk.

Naast hem maakt een machine veel lawaai.

Hij hoort de bel niet voor de pauze.

Zijn collega’s stoppen met werken.

Ze lopen naar de kantine en laten Ronald alleen.

Ze geven hem geen seintje.

Na een paar minuten ontdekt Ronald het pas.

Ronald zucht. Dit is niet de eerste keer.

Ronald zet de machine uit en sjokt naar de kantine.

Hij denkt: Wat voor geintje zal het vandaag weer zijn?

Eerst maar even naar de wc.

Hij controleert of alle wc’s leeg zijn.

Vorige week had Peter zich verstopt.

Bij het handen wassen, stond Peter ineens achter hem.

Ronald was zich rot geschrokken.

Peter had lol, zoals altijd.

Vandaag is er niemand.

Gelukkig.

Ronald loopt even later naar de kantine.

Zijn collega’s komen al terug.

Om de beurt botsen ze ‘per ongeluk’ tegen hem aan.

Peter loopt achteraan.

Hij gaat voor hem staan.

Ronald kan er niet langs.

Peter roept: ‘Hé, jongens, Ronald kan er niet door. Ja, hij is ook zo dik!’

De anderen lachen.

Danny niet.

Danny zegt: ‘Peter, hou nou op man.’

Peter doet Danny overdreven na.

De anderen lachen weer.

Ze gaan snel weer naar de werkplaats.

Ronald niet.

Hij heeft nog geen pauze gehad.

Zijn baas kijkt hem verbaasd aan.

‘Ronald, wat ga je doen?’, vraagt zijn baas.

‘Koffie drinken, ik heb nog geen pauze gehad’, antwoordt Ronald.

‘Ik dacht het niet, Ronald. Regels zijn regels.’

‘Ja, maar...’, wil Ronald uitleggen.

‘Niet zeuren, Ronald. Of wil je graag een uurtje langer werken?’, zegt hij dreigend.

Ronald schudt zijn hoofd.

Zonder op te kijken loopt hij terug naar de werkplaats.

Om bij zijn werkplek te komen, moet hij achter Peter langs.

Peter laat een keiharde boer als Ronald langs loopt.

Ronald schrikt ervan en maakt een rare beweging.

Zijn collega’s lachen hem uit.

Danny kijkt hem machteloos aan.

De dag gaat traag voorbij.

Als het vijf uur is, wacht hij tot iedereen weg is.

Hij wil geen gezeik in de kleedkamer.

Buiten staat de voorband van zijn fiets plat.

Natuurlijk.

Dat gebeurt zeker drie keer per week. ’s Avonds zit hij voor de tv.

Zijn vrouw, Mandy, leunt tegen hem aan.

‘Schat, je ziet er moe uit. Gaat het wel goed op het werk?’

‘Mmm, ja hoor’, mompelt Ronald.

Het liefst wil hij haar alles vertellen.

Over al die rotopmerkingen, flauwe grappen en stomme geintjes.

Maar ze heeft al genoeg aan haar hoofd.

Dit moet hij zelf oplossen.

Maar hoe?

Dan komt de baas eraan.

‘Hé, aan het werk jullie. De pauze is al om.’

73

74

De verhalen van IBN medewerkers

Geen flauwekul meer De volgende dag gaat Ronald vroeg naar zijn werk.

Voordat de werkdag begint, gaat hij al met zijn baas praten.

Hij vertelt dat hij gisteren geen pauze heeft gehad.

Hij vertelt ook over de vervelende grappen die Peter en sommige andere collega’s uithaalden.

Ronald vertelt hoe moeilijk hij het vindt om er over te praten.

Hij is blij met zijn werk en vindt het heel erg dat hij het steeds moeilijker vindt om er heen te gaan.

De baas belooft dat hij het op zal lossen.

Hij gaat met de collega’s van Ronald praten.

Er mogen geen vervelende grapjes meer gemaakt worden.

Geen flauwekul meer in de pauze en zorg dat iedereen dan genoeg tijd heeft om even uit te rusten. Dat is hard nodig.

Er zal een boete volgen voor iedereen die niet meewerkt.

Het is een heel duidelijke afspraak.

Ronald voelt zich nu een stuk beter.

Hij is blij dat hij alles heeft verteld.

Erol

Oplossing De volgende dag gaat Ronald met zijn baas praten.

Hij zegt tegen zijn baas wat er allemaal gebeurd is met zijn collega’s.

Hij vraagt zijn baas om mee te helpen om het op te lossen.

Zelf denkt hij dat het goed is om samen te praten.

Dat doen ze.

Ronald gaat samen met zijn baas en Peter om de tafel.

De baas vertelt dat het belangrijk is om netjes met elkaar om te gaan.

Dan kan iedereen fijn werken.

‘Peter, respecteer elkaar, dan komt het allemaal goed.’

Peter schrikt van dit gesprek.

Hij had niet echt door dat Ronald het zo vervelend vond.

De dagen daarna gaat het goed.

Ronald is blij met de manier waarop de collega’s nu met hem omgaan.

75

Zijn vrouw is ook blij als hij thuis vertelt wat er aan de hand was, maar dat de problemen nu zijn opgelost.

M’hamed

Baas begrijpt Ronald De volgende dag voor de pauze beginnen de collega’s van Ronald weer flauw tegen hem te doen. Tijdens het handen wassen wil hij met hen gaan praten, maar zijn collega’s luisteren niet naar hem.

Zij gaan naar de kantine, want ze hebben pauze.

Precies op dat moment komt de baas er aan.

Hij hoort nog net dat Ronald iets probeert uit te leggen.

De baas wordt deze keer niet boos op Ronald.

De baas begrijpt nu dat hij wordt gepest en wil Ronald heel graag helpen.

De baas belooft dat hij alles zal regelen, zodat er niet meer gepest wordt.

Ronald is blij en gaat na de pauze weer fijn aan het werk.

Frits

Fijne werksfeer De volgende dag stapt Danny op Ronald af.

Hij stelt voor om samen naar zijn baas te stappen.

Dat doet hij.

Samen wordt er gezocht naar een oplossing.

Zijn baas toont begrip en Peter wordt er bij gehaald.

Peter wordt er op aangesproken en belooft het niet meer te doen.

Er ontstaat weer een fijne werksfeer en Ronald gaat weer met plezier naar zijn werk.

Het loopt dus goed af!

Liying

Ronald voelt zich ziek De volgende dag werkt Ronald weer aan de machine die veel lawaai maakt.

76

In de pauze laten zijn collega’s hem weer alleen doorwerken.

Als Ronald dat ontdekt, schrikt hij.

Peter ziet hem aankomen en die heeft lol, zoals altijd.

Ook vandaag botsen de collega’s om de beurt tegen Ronald aan.

Ze zeggen weer dat hij dik is en plagen hem.

Even later komt de baas er aan.

Die zegt dat er beter doorgewerkt moet worden.

Ronald kan weer geen koffie gaan drinken.

En hij is zo moe.

Als hij weer aan het werk gaat, merkt hij dat het echt niet meer lukt.

Hij voelt zich ziek.

De baas ziet dat Ronald er slecht uit ziet en laat hem naar huis gaan.

Het lijkt er op dat hij griep heeft.

Nu moeten Peter en zijn collega’s ook het werk van Ronald opknappen.

Net goed dat ze nu nog veel harder moeten werken.

Na drie dagen gaat het weer een stuk beter met Ronald, maar hij gaat nog niet naar het werk.

Hij neemt nog een paar dagen vrij en gaat lekker vissen.

Dat is heerlijk, dan is hij straks ook weer helemaal uitgerust en fit om te werken.

Ondertussen praten Danny en Peter met elkaar.

Ze beginnen Ronald te missen, omdat ze zelf nu nog harder moeten werken, maar ook omdat Ronald toch wel een hele aardige collega is.

Ze besluiten om het goed te gaan maken.

Ze willen niet meer pesten en geen ruzie maken.

Ze willen alle drie goed samen kunnen werken.

De baas is blij als Ronald terug is en hij ziet dat er op een fijne manier hard gewerkt wordt.

Gerrie

Vertrouwenspersoon Ronald besluit een afspraak te maken met de vertrouwenspersoon.

Met hem kan hij praten over de problemen op de werkplek.

Die duren nu al een hele poos. Ronald voelt zich ondertussen erg moe; hij heeft een burn-out.

Na zes weken komt hij weer terug op zijn werk.

Zijn collega’s geven hem allemaal een hand en bieden hun excuses aan.

77

Vanaf nu gaat het een stuk beter op het werk.

Ronald gaat fluitend naar zijn werk en gaat het zo zeker nog twintig jaar volhouden!

Karel

Gesprek met de baas Ronald vraagt een gesprek aan met zijn baas.

Die moet weten van de rotopmerkingen, de flauwe grappen en de stomme geintjes.

Het is niet leuk zo.

Door met elkaar te praten lost Ronald het probleem daarna samen met zijn baas en zijn collega’s op.

Carla

Ronald gaat het zelf oplossen Hij besluit om de volgende keer goed van zichzelf te laten horen.

Dezelfde dag, als Ronald naar de wc gaat, wil Peter weer een flauwe grap uithalen.

Ronald wordt nu boos en dat laat hij duidelijk merken.

‘Hou op Peter. Ik heb pauze en moet even goed eten. Straks moet ik weer aan het werk, want zo zijn de regels!’

Peter schrikt er zo van, dat hij meteen ophoudt.

Na het werk is Ronald blij dat hij zijn mond open heeft gedaan.

Hij wil nu nog meer veranderen.

Anderen lachten hem soms ook uit omdat hij te dik is.

Hij gaat voortaan sporten.

Dat is goed voor zijn gezondheid en het zal er voor zorgen dat er minder kans is op problemen.

Als er nog een keer problemen komen, zal Ronald met zijn baas gaan praten.

Omar

78

Pesten moet stoppen Ronald gaat de volgende dag weer aan het werk.

Hij zit weer achter een machine.

Zijn collega’s stoppen, maar Ronald komt opnieuw te laat in de kantine.

Als zijn baas hem ziet zitten, vraagt hij waarom Ronald daar nog alleen zit.

Hij vertelt zijn baas dat hij moe is en dat hij eerst alle wc’s controleert voordat hij zijn handen gaat wassen.

Hij vertelt over de keer dat Peter hem heeft laten schrikken.

Ook zegt hij dat anderen hem er niet door laten.

Hij is te dik en wordt uitgelachen.

Nu zit hij dus in de kantine, pauze te houden.

De anderen zijn al weer naar de werkplaats gegaan.

Ronald had nog geen pauze en wil nog even koffie drinken.

De baas wilde eigenlijk weer boos worden, zoals gisteren.

Maar nu wordt hij niet boos.

Hij snapt dat Ronald een probleem heeft.

Ze spreken samen af dat iedereen zich aan de regels zal houden.

Ze moeten goed samenwerken, dan kan iedereen met plezier werken.

Ronald is erg tevreden.

Uiteindelijk worden Peter en Ronald zelfs goede vrienden!

Jannette

Waarschuwing Een paar dagen later is Ronald erg moe.

Hij heeft niet goed geslapen, omdat hij zich niet fijn voelt op het werk.

Hij heeft geprobeerd om te praten met zijn collega’s, maar ze gaan door met Ronald pesten.

Zijn chef merkt dat er iets met Ronald is, maar Ronald ontkent het.

Na een tijdje houdt Ronald het niet vol, dus besluit hij met zijn chef te gaan praten.

Al snel wordt duidelijk dat Ronald zich er ziek door voelt.

Hij heeft ontzettende hoofdpijn.

De baas zegt hem dat hij naar huis moet gaan en even naar de dokter.

Hij wenst hem beterschap.

‘Ik hoor graag snel hoe het met je gaat!’, zegt hij nog.

‘Ik ga praten met Peter en je andere collega’s. Ik zal zorgen dat het stopt!’

Ronald vertelt de chef dat hij het niet prettig vindt dat hij wordt gepest om zijn gewicht.

De chef begrijpt Ronald en gaat met de collega’s praten die Ronald pesten.

Hij geeft ze een officiële waarschuwing.

De collega’s snappen het en bieden hun excuses aan Ronald aan, en vragen of hij een keer mee gaat om iets leuks te doen.

Ronald is nu blij en gerust.

Selam

Christiane

Praten

Zelf een oplossing bedenken

Ronald besluit dat hij eerst met Peter moet praten.

Maar hij is bang dat dat niet zal helpen.

Daarom vraagt hij aan zijn baas of ze samen om tafel kunnen, om met z’n drieën te praten.

Ronald legt uit wat er de afgelopen tijd allemaal gebeurd is.

De baas zegt tegen Peter dat hij hem erg kinderachtig vindt.

Hij waarschuwt Peter dat het niet meer mag gebeuren.

Peter schrikt van deze waarschuwing.

Hij is bang dat hij naar een andere werkplek zal worden overgeplaatst.

Peter biedt zijn excuses aan aan Ronald en aan de baas.

Ronald denkt zelf na over een oplossing.

Hij zal met iemand gaan praten die goed naar hem kan luisteren.

Hij kan een afspraak maken met de vertrouwenspersoon van het bedrijf.

Daar zou hij zijn verhaal kunnen doen.

79

Hij praat eerst toch nog even met zijn vrouw Mandy.

Zij is blij dat hij vertelt over zijn probleem.

Ze zegt dat Ronald nu nog niet naar de vertrouwenspersoon hoeft te gaan.

Hij kan eerst gaan praten met Danny.

80

De volgende dag gaat Ronald in gesprek met Danny.

Danny wil hem graag helpen, maar zegt dat hij het ook lastig vindt om tegen Peter in te gaan.

Hij zegt tegen Ronald dat hij met de baas moet gaan praten.

Dat doet hij.

Hij zal zijn baas vertellen over alles wat Peter en sommige anderen collega’s tegen heb hebben gedaan.

Het kan zo echt niet langer, er moet hen een halt worden toegeroepen!

‘Sorry Ronald, maar daar heb ik geen tijd voor.

Probeer het zelf maar op te lossen met je collega’s.’

‘Nou ja,’ zegt Ronald, ‘wat is dit nou?

Ik kom met een probleem bij jou en je doet er niks aan baas.

Ik vind het niet fijn hoe je met mijn probleem omgaat.

Dus je wil zeggen: zoek het zelf maar uit?’

‘Ja klopt. Hierbij wil ik het gesprek beëindigen’, zegt de baas.

‘Ja maar...’

‘Niks er van’, zegt de baas. ‘Aan het werk. Dag Ronald!’

Chris Roy

Een werkdag van Ronald Ronald gaat naar z’n baas.

Hij vertelt hem over de situatie op het werk.

Z’n baas gaat een vergadering organiseren voor de collega’s van Ronald en Ronald zelf.

Ze krijgen dan een cursus over gedrag, persoonlijke contacten en samenwerken.

De baas kan dan uitleggen hoe belangrijk een goede verstandhouding is tussen medewerkers.

Dat hoe je je gedraagt, laat zien wie je bent.

Je moet respect hebben voor anderen en het maakt niet uit hoe die ander er uit ziet en hoe die is.

De training wordt goed afgerond en Ronald kan weer met een gerust hart aan het werk.

Gesprek met begeleider Ronald belt met z’n begeleider.

Daar doet hij z’n verhaal.

Over wat er allemaal gebeurt op het werk.

De begeleider belt met de baas van Ronald.

Ze spreken af om met z’n drieën om de tafel te gaan.

Ronald doet samen met z’n begeleider z’n verhaal bij z’n baas.

Zijn baas denkt na over een oplossing.

Hij zal in de pauze ook aanwezig zijn in de kantine.

Hij zal alle medewerkers vertellen dat het gepest tegen Ronald afgelopen moet zijn.

En degene die toch doorgaat, wordt op het matje geroepen.

Ronald hoopt dat het dan ophoudt...

Kasia

Bas

Baas gelooft het niet

Het zijn geen grapjes

De volgende dag gaat Ronald een gesprek aanvragen bij zijn baas.

Hij wil het over het probleem hebben, dat hij wordt gepest door zijn collega’s.

De baas wil wel naar hem luisteren, maar hij gelooft niks van wat hij vertelt.

‘Maar ik spreek de waarheid. Het is echt waar.’

‘Het zal wel allemaal meevallen, Ronald,’ zegt zijn baas, ‘het enige wat ik kan doen, is het in de gaten houden Ronald. Verder kan ik nu niks voor je doen.’

‘Maar baas, kun je geen gesprek met m’n collega’s voeren om er zo achter te komen hoe het zit?’

Hij kan niet alles zo accepteren.

Hij gaat naar z’n baas.

Hij legt uit wat er al maanden gebeurt.

Z’n baas weet niet wat er gebeurt met Ronald.

Ronald legt uit dat het geen grapjes of geintjes meer zijn.

Hij wil dat het stopt.

Z’n baas stelt voor om met z’n allen om de tafel te gaan.

Dan kan hij vertellen dat dit niet de bedoeling is.

81

82

Iedereen krijgt een waarschuwing.

Iedereen moet de ander respecteren.

Iedereen heeft wel iets.

De baas vertelt dat eventueel een tweede waarschuwing volgt.

Daarna word je overgeplaatst.

Het pesten stopt.

Ronald kan weer rustig werken.

Sevgül

Maar hoe?

Ronald is moe en gaat naar bed samen met zijn vrouw Mandy.

Het duurt lang voor hij slaapt.

Ronald ligt na te denken over hoe hij dit kan laten stoppen.

Het wordt dag en hij moet weer naar zijn werk.

Maar hij heeft geen zin.

Hij is nog moe, omdat hij zo slecht heeft geslapen.

Het liefst draait hij zich om, om te slapen.

Eenmaal op het werk valt de dag in herhaling, zoals het al maanden gaat, maar iedere dag net iets anders.

Ronald is helemaal klaar met het feit dat hij gepest wordt.

Hij kan het op meerdere manieren oplossen, maar welke is de beste?

Ronald kan slaan of mensen bedreigen of... ja daar denkt hij nog over na.

Dan spreekt zijn collega Danny hem aan en vraagt aan Ronald waar hij met z’n gedachten zit.

‘Wat is er?’, zegt Danny.

Ronald schrikt en zegt dat hij bedenkt hoe hij dit pesten kan stoppen.

Het einde van de dag nadert en gelukkig is het weekend.

Dan kan Ronald uitrusten. ’s Avonds gaat de deurbel.

Ronald doet de deur open en ziet Danny staan.

Hij wil hem helpen het pesten te stoppen.

Samen gaan ze een oplossing bedenken.

Ronald en Danny zijn samen tot de oplossing gekomen om het maandag een beetje uit de hand te laten lopen, zodat de baas moet ingrijpen.

Ze gaan in gesprek met de baas, die schrikt en iedereen er op aanspreekt.

Dan blijkt dat er veel meelopers zijn die dit niet willen.

De pester wordt ontslagen en Ronald krijgt een andere functie in het bedrijf.

Het gaat nu beter met Ronald.

83

Hij gaat nu weer met plezier naar z’n werk.

Jolanda

Excuses Want zijn vrouw wordt ook vaak gepest, op haar werk door haar collega’s.

De volgende morgen gaat hij naar zijn baas Guus.

‘Guus, ik zou graag een gesprek willen vandaag, als het kan.’

‘Ja, is goed, ik kom jou straks even halen en dan gaan we even praten.’

Een paar uur later komt de baas.

‘Heb je even? Dan kunnen we even praten.’

‘Oké’, zegt Ronald.

‘Waar kan ik jou mee helpen?’, vraagt Guus.

‘Ik vind het niet meer leuk om naar het werk te gaan.’

‘Oh en waarom dan niet?’, vraagt Guus.

‘Ik word vaak gepest op de werkvloer.

Ik heb het zo lang genegeerd.

Ik houd het niet meer vol.

Ik ga chagrijnig naar huis en dat wil ik niet meer.

Zou jij dat aan de collega’s willen zeggen?’

‘Kan jij dat niet eerst zelf doen? Als het niet werkt, kan ik het altijd nog zeggen aan de groep’, zegt de baas.

‘Dat heb ik al een keer gedaan. Toen lachten ze me uit.

Maar de grote pestkop is Peter en de anderen doen hem na.

Behalve Danny, die niet.

En als u het niet doet, dan ga ik het vertellen aan de vertrouwenspersoon.

Of ik laat het in de krant zetten, wat u wilt’, zegt Ronald.

‘Ja, is goed. Ik ga er met de groep over praten’, zegt Guus de baas.

‘Ik heb nog een vraagje.

Heb ik nog genoeg uren?

Dan zou ik vanmiddag vrij willen zijn’, zegt Ronald.

‘Ik zal even kijken’, roept de baas, ‘Ja dat kan.’

‘Oké, dank je’, zegt Ronald.

De volgende morgen komen Ronald en Peter tegelijk aan.

‘Oh,’ denkt Ronald, ‘daar gaan we weer.’

Ze willen allebei tegelijkertijd door de deur.

‘Ga maar voor Peter.’

Oh wat voor rotstreek zal hij nu weer uithalen?

Maar er gebeurt niets.

84

Peter zegt zelfs goedemorgen.

Op de werkvloer gaat alles goed.

Als het pauze is komt Peter hem halen.

‘Het is pauze’, zegt Peter.

‘Oké’, zegt Ronald.

In de pauze komt Peter naar Ronald.

‘Ik wil mijn excuses aanbieden.

Ik was heel gemeen tegen jou.

Sorry voor alles.’

Dan komt ook de rest van de groep en iedereen roept sorry.

‘Zo,’ zegt Ronald, ‘fijn dat iedereen nou weer normaal doet.’

En zo krijgt iedereen weer zin om naar het werk te gaan.

En ook Ronald heeft weer zin.

Eind goed al goed.

Francis

Ronald krijgt steun Na een onrustige nacht gaat Ronald ’s ochtends met tegenzin naar zijn werk.

Hij heeft hoofdpijn van de slechte nachtrust en baalt van zijn collega’s die hem zo’n rottijd bezorgen.

Op het werk ziet hij Margot lopen.

Zij is de leerwerkcoach van de afdeling.

Hé ze komt naar hem toe, wat zou er aan de hand zijn...

‘Hoi Ronald heb je even tijd om met me mee te lopen?’, vraagt ze.

Margot vraagt hoe het met Ronald gaat en besluit om open kaart te spelen.

Hij vertelt over de pesterijen en de onzekerheid die dat met zich meebrengt.

Daardoor slaapt hij slecht en is hij thuis en op het werk chagrijnig.

De kwaliteit van zijn werk gaat achteruit en hij vindt het werk eigenlijk net zo leuk.

Margot is geschrokken van zijn verhaal en samen bedenken ze een plan om het probleem op te lossen.

Allereerst staan ze samen eens even stil bij de kwaliteiten van Ronald want door alle pesterijen lijkt Ronald die een beetje te zijn vergeten.

Zo kan Ronald ontzettend goed geconcentreerd werken waardoor hij nauwelijks fouten maakt in zijn werk, en door deze gedrevenheid maakt hij ook nog eens de meeste productie van iedereen.

Eigenlijk iets waar hij heel trots op mag zijn.

Samen besluiten ze dat Ronald de volgende dag tijdens het teamoverleg het woord zal nemen en zal uitleggen waarom hij het pesten zo vervelend vindt.

85

Die avond is hij best zenuwachtig en Mandy vraagt wat er aan de hand is.

Ronald besluit om haar ook te vertellen wat er aan de hand is.

Mandy schrikt van zijn verhaal maar is ook blij dat hij het verteld heeft.

Ook is ze trots op hem dat hij de volgende dag het gesprek met zijn collega’s aan zal gaan.

Ronald slaapt onrustig maar voelt zich gesterkt door de steun van Mandy en Margot.

Die ochtend zitten zijn collega’s al in de overlegruimte als Ronald binnenkomt.

Ook Margot komt net binnengelopen samen met Erik, zijn baas.

Na een paar mededelingen door Erik geeft Erik het woord aan Ronald.

‘Beste collega’s, graag geef ik het woord aan Ronald, een collega met hele bijzondere kwaliteiten maar ook met een bijzonder verhaal.’

Met knikkende knieën gaat Ronald naar voren.

Hij denkt aan Mandy en hoe trots ze op hem was dat hij dit verhaal met zijn collega’s ging delen.

Ronald vertelt zijn collega’s hoe leuk hij zijn werk vindt en hoe trots hij is op de prestaties die hij en zijn collega’s hier iedere dag leveren.

Maar ook vertelt hij wat de pesterijen met hem doen.

Dat hij er heel erg onzeker van wordt en het werk steeds vervelender vindt.

Dat hij er ’s nachts soms niet meer van kan slapen en...

Nou ja dat hij er gewoon bijna ziek van wordt. Even is het stil in de zaal.

Dan begint Danny te applaudisseren en daarna nog twee andere collega’s en dan nog meer collega’s, tot ook Peter als allerlaatste begint te applaudisseren.

Als de bijeenkomst is afgelopen komt Peter naar hem toe en biedt zijn excuses aan voor al het pesten.

‘Ik had niet in de gaten wat het voor jou betekende Ronald, het was eigenlijk gewoon bedoeld als geintje. Als ik geweten had dat...’

Ronald geeft hem een klop op zijn schouder en ze schudden elkaar de hand.

Als Ronald die avond fluitend thuiskomt is Mandy super trots op hem.

‘Zie je wel dat je het kunt, kanjer!’

De volgende dag komt Ronald ook weer fluitend op zijn werk aan.

Het pesten is helemaal afgelopen.

Die dag verbreekt Ronald een nieuw productierecord en wordt hij uitgeroepen tot medewerker van de maand.

Nou kan hij lekker een keer samen met Mandy gaan eten bij zijn favoriete restaurant!

Maarten

86

De inbraak

87

88

Inleiding van Hanneke van der Werf

De inbraak Louis praat met zijn buurman Ricardo.

Ricardo heeft een nieuwe auto.

Een vette Audi A3.

‘Mooie auto,’ zegt Louis.

Ricardo kijkt trots.

‘Ja, dat is het zeker. Hij haalt de 160 makkelijk!’

Ricardo vertelt nog meer over de auto.

Louis knikt en mompelt wat.

‘Ik moet gaan. De vrouw wacht,’ lacht Louis.

‘Oké, later,’ zegt Ricardo.

Louis loopt naar binnen.

Waar doet die man het van?

Zo’n jonge gast en dan al zo’n dure auto!

Even later zit hij met zijn vrouw Chantal in hun auto.

Een tweedehands Opel Corsa.

Prima auto. Niks mis mee.

‘Vertrouw jij Ricardo?’ vraagt Louis.

‘Nee, voor geen cent,’ zegt Chantal meteen.

‘Hij verdient zijn geld niet met hard werken!’ vult ze aan.

‘Af en toe een inbraak hier of daar, denk je niet?’

‘Dat kan best. We moeten hem in de gaten houden.’

‘Ja, zeker nu de overburen op vakantie zijn,’ zegt Louis.

Die avond gaan ze vroeg naar bed.

Louis doet de achterdeur op slot.

De gordijnen in de woonkamer gaan ook dicht.

Hij kijkt nog even naar de overkant.

Wat ziet hij daar?

Staat daar iemand in de tuin?

Het is erg donker.

Louis kan het niet goed zien.

Dan hoort hij glas kapot vallen.

Hij ziet een kat snel wegrennen.

Dan is het stil.

Er is niets meer te zien.

89

Ik zal me wel vergist hebben, denkt Louis.

Kom, slapen, morgen weer vroeg op.

Om vijf uur schrikt hij wakker.

Wat was dat?

Hij sluipt uit bed en kijkt uit het raam.

Bij de overburen brandt er licht.

Hoe kan dat?

Ze zijn op vakantie!

Louis ziet een man met een zwarte muts.

Zo’n muts met twee gaten.

De man heeft een tv in zijn handen.

Een inbraak!

Wat moet hij nu doen?

De verhalen van IBN medewerkers

Louis belt de politie Louis besluit om de politie te bellen.

Ondertussen blijft hij de dief wel in de gaten houden.

Hij ziet dat de dief vertrekt met zijn auto. Louis schrijft het kenteken op.

Dan wacht hij af tot de politie komt.

Die komt na een inbraak om alles te bekijken en onderzoeken.

Als de politie er is, stellen ze ook vragen aan Louis.

Hij vertelt wat hij allemaal gezien heeft en zegt ook dat hij denkt dat zijn buurman Ricardo er misschien wel mee te maken kan hebben.

Hij leeft op een vreemde manier.

Hij is nog een jonge gast en werkloos.

Toch heeft hij veel geld.

‘Ik weet het natuurlijk niet zeker, dat hij er iets mee te maken heeft.

Het is zomaar een idee.’

De agenten hebben alles opgeschreven.

Ze bedanken Louis voor zijn hulp en zullen verder onderzoek verrichten.

Ze zullen niet rusten voordat ze weten wat de waarheid is.

Nookun

90

Op heterdaad betrapt

Louis gaat er naar toe

Louis weet dat wanneer er inbraak is, hij de politie moet bellen.

Dat doet hij.

Als de politie er is, beginnen ze meteen te zoeken naar afdrukken van handen en voeten van de inbreker.

Er zijn wat spullen weggehaald, maar daar is de overbuurman gelukkig voor verzekerd.

Louis vertelt de politie dat hij denkt dat zijn buurman Ricardo de inbreker is.

‘Ik snap niet hoe die jongen aan het geld komt voor een nieuwe auto!’

De politie heeft goed geluisterd.

Ze gaan meteen naar het huis van Ricardo.

Ze bellen aan, maar er doet niemand open.

Er is wel licht aan, dus proberen ze via de achterdeur naar binnen te gaan.

Daar zien ze Ricardo.

Hij heeft een grote televisie in zijn hand, die hij naar de garage wil brengen.

‘Dat is de televisie van de overburen!’, roept Louis.

Ricardo is op heterdaad betrapt.

De politie doet hem meteen een paar handboeien om en neemt hem mee naar het politiebureau. Voordat ze weg rijden, bedanken ze Louis voor zijn goede tip.

Louis heeft een plan.

Hij gaat naar het huis van de overbuurman.

Daar komt hij de inbreker tegen, die is net van plan om er vandoor te gaan.

‘Als je nu die televisie niet heel snel terug zet, bel ik de politie!’, roept Louis.

‘Probeer maar niet te vluchten!’

Dat is leuk geprobeerd van Louis.

De inbreker schrikt er niet van.

Hij geeft Louis een harde klap.

Louis valt op de grond.

Gelukkig is Chantal ook wakker geworden.

Zij heeft alles gezien en ze belt snel de politie.

Er komt ook een ziekenauto voor haar Louis.

De politieagenten vragen Chantal hoe de dief er uit zag, Louis weet er namelijk niets meer van.

Chantal kan er ook niet veel over vertellen, want hij had een zwarte muts op.

Ze zegt wel dat ze hun buurman Ricardo niet helemaal vertrouwt.

‘Die werkt niet hard, maar hij heeft wel een mooie auto.’

De volgende dag komen de overburen weer thuis.

Chantal heeft hen namelijk op hun vakantieadres gebeld.

Ze waren in Nederland op vakantie, dus ze konden snel weer thuis zijn.

Chantal en Louis vertellen alles wat er gebeurd is.

De overburen zijn heel erg boos.

Ze zijn wel blij dat de politie ook al alles weet.

Dan gaat de telefoon.

Het is een agent.

Die vertelt de overburen dat de dief gevonden is.

Hij zegt er ook bij dat Ricardo onschuldig is.

Ze hebben hem ook gesproken en hij heeft verteld hoe het kan dat hij zoveel geld heeft.

‘Hij heeft een paar maanden geleden de Lotto gewonnen.

Van dat geld heeft hij zijn mooie nieuwe auto gekocht!’

Chorn

Wie is de inbreker Louis belt zo snel mogelijk de politie, omdat hij weet dat de inbreker meteen weer weg zal gaan.

Louis kijkt goed of hij kan zien wie het is.

Hij is wel heel voorzichtig, omdat de inbreker misschien wel een pistool of een mes bij zich heeft.

Ondertussen denkt Louis na over de inbraak.

Misschien is het iemand die weet dat de overburen op vakantie zijn.

Misschien is het Ricardo.

Die is werkloos, maar hij heeft wel een dure auto.

Die jongen is niet te vertrouwen.

Victor

Bets

Louis is bang Even is Louis bang en in paniek.

91

92

Dan bedenkt hij dat hij meteen de politie moet bellen.

Dan wacht hij tot de politie er is.

De inbreker is dan al weg.

De agenten bekijken alles goed en maken een rapport.

Ze nemen alles over van Louis.

Ze bellen zelfs de overburen op hun vakantie.

‘Er is een inbraak geweest in jullie huis!’

Wanneer de overbuurman het hele verhaal gehoord heeft, weet hij precies wat er gebeurd is.

Hij is blij dat de politie op zoek gaat naar de dief.

Tegen Louis is hij heel duidelijk.

‘Je hoeft verder niets te doen.

Bedankt voor je hulp.

Als ik terug ben van mijn vakantie, zal ik het zelf verder in orde maken.’

Ahmet

Louis en Chantal zien de inbraak Louis maakt Chantal wakker en die kijkt met hem mee.

Ze houden de inbreker goed in de gaten.

Ze zien wat hij nog meer meeneemt.

De radio, geld en gouden sieraden.

Dan belt Louis de politie.

Omdat de dief al weg is als ze er zijn, stellen ze vragen aan Louis en Chantal.

Als de politieagenten weer weg gaan, gaan Louis en zijn vrouw weer terug naar huis.

Maar wat is dat?

Louis kan het niet goed zien...

‘Dat is Ricardo! Hij heeft de spullen gestolen. Hij is alles in zijn eigen garage aan het zetten!’

Heel stil belt Louis opnieuw de politie.

De agenten zijn snel weer terug.

Ze gaan meteen naar het huis van Ricardo en ze arresteren hem.

Bedankt Louis!

Ving

93

Louis wekt zijn vrouw Louis ziet de inbreker naar buiten lopen en weer naar binnen.

Vlug maakt hij zijn vrouw wakker.

Ze bellen de politie.

Die komt snel en gaat er meteen op af.

Ze hebben geluk.

Ze betrappen de inbreker op heterdaad.

Hij laat zich rustig oppakken.

Het is Ricardo!

Ricardo wordt afgevoerd.

Eenmaal op het bureau aangekomen gaat hij eerst de verhoorkamer in.

‘Je hebt het recht om te zwijgen’, zeggen de agenten hem.

Twee dagen later wordt Ricardo door de rechter veroordeeld tot een celstraf van een half jaar, waarvan vier maanden voorwaardelijk.

Eind goed, al goed!

Ronald

De inbraak Louis kijkt nog steeds naar de man.

Ja, zeker een inbraak.

Hij gaat naar beneden en belt meteen de politie.

Binnen 10 minuten komt de politie.

De man heeft geen tijd om te rennen en de politie arresteert hem.

Louis gaat ook naar het huis want hij wil weten wie het is.

Hij vraagt aan de politie wie het is.

Het is niet Ricardo.

Ricardo komt ook naar het huis.

Louis schaamt zich omdat hij dacht dat Ricardo de inbreker was.

De volgende dag vraagt hij aan Ricardo over de auto en hoeveel deze heeft gekost.

Ricardo zegt dat hij het niet weet.

Hij heeft de auto van zijn ouders gekregen als cadeau voor zijn verjaardag.

Ner

94

Inbraak bij de buren Louis sluipt terug in zijn bed en zegt tegen Chantal: ‘Volgens mij wordt er ingebroken bij de overburen.’

Louis krijgt geen antwoord. Louis slaapt verder. ’s Morgens maakt Chantal hem wakker.

‘Louis, je mag naar je werk en vraag maar om opslag, want ik wil ook een tv net als Ricardo.’

Louis wordt wakker met allerlei gedachten, maar vraagt alleen maar aan Chantal of de overburen nog op vakantie zijn.

Chantal zegt: ‘Um, dacht ik wel, maar waarom vraag je dat?’

‘Oh, zo maar.’

Als Louis ’s avonds thuis komt, zitten Chantal en Ricardo samen aan de koffie.

‘Louis, ik heb een tweedehands tv gekocht van Ricardo,’ zegt Chantal, ‘zo goed als nieuw, zegt Ricardo. En voor een prikkie!’

‘Zo, zo’, zegt Louis. ‘Zeg vanmorgen toen ik ging werken stond er politie bij de overburen. Weten jullie wat er aan de hand is?’

Chantal en Ricardo kijken elkaar aan en halen hun schouders op.

Louis krijgt een raar gevoel, maar zwijgt. ’s Avonds komt Ricardo de tv brengen en Chantal betaalt hem € 150 met een knipoog.

Louis voelt dat er meer is tussen die twee. Liefde of een partnerschap?

De volgende dag ziet Louis een kat met een muts spelen.

Een muts met twee gaten.

Louis volgt de kat en die gaat naar de overburen.

‘Jullie kat?’, vraagt hij aan de overburen.

‘Ja, klopt.’

‘Wil je die kat niet meer in mijn tuin laten komen?’, vraagt hij aan de overburen.

‘Wil jij dan je vrouw thuis houden?’, antwoordt de overbuurvrouw, ‘Daaaaag Louis.’

Louis begrijpt er niks meer van. ’s Avonds zit Louis naar zijn nieuwe tv te kijken.

Op het nieuws komt het bericht dat er een tv is gestolen bij zijn buren en dat de dief twee armen en twee benen heeft, want hij liep en droeg een tv.

De politie gaat een buurtonderzoek verrichten.

Louis vraagt zich af of de politie naar zijn tv komt kijken.

Veertien dagen later komt Louis thuis uit de gevangenis.

Vrouw weg.

Ricardo weg.

95

Overburen verhuisd.

De tv staat er nog.

Louis werkt overdag en kijkt ’s avonds tv en vindt het oké.

Hij heeft nog een wens: een reis naar ???

Leo

112 bellen Louis gaat goed kijken of het echt een inbraak is bij de overburen of niet.

Als hij het zeker weet, gaat hij 112 bellen.

Hij gaat dan de situatie uitleggen aan de politie, dat hij een inbreker ziet bij de overburen.

Die heeft een tv in zijn handen.

Louis gaat ook vertellen aan de politie dat hij weet wie de inbreker is bij zijn overburen.

Louis heeft een vermoeden dat die inbreker zijn buurman Ricardo is.

De politie komt snel naar het huis van de overburen van Louis.

Ze begint een onderzoek.

Louis gaat naar de overburen om de politie te vertellen wat hij heeft gezien.

Uit het onderzoek van de politie blijkt toch dat Louis gelijk heeft.

De inbreker is zijn buurman Ricardo.

De politie is naar het huis van Ricardo gegaan.

En Ricardo is thuis.

De politie heeft het huis onderzocht.

Ze heeft veel dingen gevonden: de tv, computers, camera’s en andere spullen.

Ricardo kan niet anders dan de waarheid aan de politie vertellen: hij is de inbreker in zijn wijk.

Daardoor kan hij een dure auto rijden.

Ricardo is door de politie meegenomen naar het bureau.

Daar zal hij horen wanneer hij voor de rechter moet verschijnen.

Dat zal snel gebeuren.

Yasser

Louis is geschrokken Louis heeft de inbreker gezien tegenover het huis van zijn buurman.

Hij is waarschijnlijk enorm geschrokken.

96

Louis zal er wel even over nadenken wat voor beslissing hij zal nemen.

Louis is wel gespannen en ook in paniek.

Louis is geschrokken dat hij de inbreker zag.

Dan gaat Louis de politie bellen.

Hij vertelt aan de politie dat hij een inbreker ziet tegenover het huis van zijn buurman.

‘Wilt u zo snel mogelijk hier heen komen?’, vraagt Louis, ‘Ik geef u het adres.’

‘We komen er aan’, zegt een van de agenten.

Louis ziet de politie komen.

Hij wijst met zijn wijsvinger naar het huis van zijn buurman.

Dan roept Louis naar de politie: ‘Daar, daar, daar is die inbreker in het huis van mijn buurman.’

Dan gaat de politie het huis in.

Ze werken de inbreker tegen de grond en nemen hem mee.

Ze brengen hem naar de politiebus.

Louis ziet de inbreker.

Hij ziet wie het is.

Hij is in shock en enorm geschrokken.

De inbreker is Ricardo.

Aziz

Ik zie een inbreker Op het moment is Louis verbaasd.

De man met de muts is een dief.

Louis aarzelt.

‘Wat moet ik doen’, denkt hij.

Dan belt hij de politie en zegt: ‘Ik zie een inbreker.’

Chantal hoort Louis bellen en wordt wakker.

Binnen drie minuten komt de politieauto aan.

Daar zoeken ze in het huis van de overburen en met resultaat.

De man is een bekende van de politie.

En een buurman.

Het is Ricardo.

Nu weet Louis het zeker.

Dus zo komt hij aan zo veel geld.

En een dure auto.

Sahin

97

Bekende muts Louis kijkt goed.

Hij ziet een kenmerk op de muts.

Er zit een bolletje op.

‘Vreemd,’ denkt hij, ‘ken ik die muts niet ergens van?

Tijdens de schaatswedstrijd afgelopen jaar.

Die persoon was toen de winnaar op natuurijs.

Was dat Ricardo zelf of een vriend van hem?’

Louis denkt na, hij wil niemand wakker maken.

Hij loopt snel naar de slaapkamer ernaast en pakt zijn kruisboog.

Hij heeft de mogelijkheid zonder dat iemand iets hoort, een schot te kunnen lossen op de televisie. ‘Dat zal de inbreker afschrikken’, denkt hij.

Louis schiet op de televisie en raak!

De inbreker schrikt, laat de televisie los en vlucht.

Louis ziet de inbreker wegrennen, in zijn paniek verliest hij zijn muts.

De inbreker heeft niet goed gezien van waaruit het schot gelost werd.

Louis haalt rustig adem.

Hij ruimt alles op.

Er is in de kamer, waar al zijn wapens liggen, niets meer te zien.

Louis is toch die brave burger waar iedereen lof over spreekt.

Of heeft Louis zelf ook een donkere kant?

Louis kijkt goed om zich heen.

Niemand te zien.

Hij sluipt, ondertussen heeft hij witte handschoenen aan gedaan.

Hij haalt de pijl uit de televisie.

Hij brengt de televisie weer naar binnen.

Hij maakt het licht uit en sluit de deur.

Louis gaat terug naar huis en stapt weer in bed.

Die ochtend zitten Chantal en Louis aan het ontbijt.

Ze zien dat Ricardo visite krijgt van een vriend.

Louis kijkt goed.

Hij denkt: ‘Het is Mario, een vriend van Louis.

Het lijkt wel of Mario iets aan het zoeken is.’

Ricardo doet de deur open.

Mario kijkt nog een keer om en stapt naar binnen.

Tien minuten later stapt Mario weer naar buiten en vertrekt.

Direct daarna vertrekt Ricardo ook.

Na 45 minuten komt hij terug.

Hij heeft dezelfde televisie bij zich als die van de overburen.

Later die dag komt Mario terug en vertrekt met de televisie die Ricardo daarvoor bij zich had.

98

Louis kan zien aan Ricardo dat hem iets niet lekker zit.

Hij kijkt onrustig om zich heen.

Zou hij de muts aan het zoeken zijn?

De komende dagen blijft het erg rustig in de straat.

Na enkele dagen staat Ricardo zijn auto te wassen.

Louis loopt naar buiten met de muts in een doorzichtig zakje.

Hij confronteert Ricardo met de muts.

Ricardo schrikt, wordt boos.

Hij wil Louis aanvallen.

‘Wanneer je me iets aan wil doen,’ zegt Louis,’ zul je het lastig krijgen in de buurt.

Er zijn mensen van op de hoogte. We kunnen dit samen oplossen of ik geef je aan.’

Ricardo dimt in.

Louis weet meer, denkt Ricardo.

‘Ik doe een voorstel aan je Ricardo.

Je gaat bij de overburen herstellen wat stuk is.

Ik hou het in de gaten’, zegt Louis.

‘Wanneer de overburen terugkomen, is er niets gebeurd. Afgesproken?’

Wanneer dat klaar is, breng je me vanaf dat moment 70% van wat je verdient.

Wat er gebeurd is bij de overburen blijft tussen ons, anders weet je wat je te wachten staat.

Als je goed je best doet, zal ik je belonen en mijn percentage verlagen.’

Uiteindelijk gaat Ricardo akkoord.

Er gaat een tijd overheen...

Chantal komt alleen terug en ziet een mooie auto op hun oprit staan.

Met een grote strik er om.

‘Zou dat een grap zijn? Mijn verjaardag is net voorbij’, denkt Chantal.

Louis doet de deur open.

‘Gefeliciteerd met onze huwelijksdag.’

Terwijl hij het haar zegt, springen tranen in haar ogen.

‘Ik dacht vanochtend al. Je zei niets toen ik de deur uitging. Je bent echt een lieve schat van me.’

Ze viel in zijn armen.

‘Hoe heb je dit voor elkaar gekregen?’, vraagt ze, ‘Je hebt het goed voor je kunnen houden.’

‘Het is gewoon mijn verrassing voor je’, zegt Louis.

Ondertussen ziet Louis Ricardo naar de voordeur lopen.

Louis en Ricardo knikken tegen elkaar.

Ricardo loopt naar binnen.

Louis vraagt aan Chantal: ‘Wil je geen ritje maken?’

99

Chantal stapt in en rijdt weg.

Nadat Chantal de staat uit rijdt, loopt Louis naar Ricardo toe.

Hij informeert of hij nog een klus heeft.

Ricardo vertelt over een hele grote klapper of klus.

Dat wordt de laatste keer.

‘Dan kun je je vrouw de grootste en laatste verrassing geven.’

‘Het vakantiehuisje in Turkije’, vervolgt Louis met zijn woorden.

‘Het oudere echtpaar van het snoepwinkeltje in ons dorp.’

‘Wat is daarmee?’, vraagt Louis, ‘Daar is toch niets te halen?’

Ricardo vertelt dat hij er regelmatig komt.

‘Juist daar is wel wat te halen, en veel’, zegt Ricardo.

‘Even geleden was ik er en rook ik een vreemde lucht.’

‘Wat was dat?’, vroeg Louis meteen.

‘Wiet’, antwoordde Ricardo.

‘Nee! Bij de snoepwinkel?’, vraagt Louis verbaasd.

De dagen er na was de winkel gesloten, merkte Ricardo op.

Daarom besloot Ricardo om ‘s nachts te observeren.

Onder de vloer van de winkel is een wietplantage.

‘Echt?’, roept Louis verbaasd.

Ricardo legt uit over de wand van alle chocolade artikelen.

Die wand heeft dezelfde constructie als de wand in ‘Het Achterhuis’.

‘Dat wordt een peulenschilletje’, antwoordt Louis.

‘Maar denk wel aan het alarm’, zegt Ricardo.

‘Geen probleem’, antwoordt Louis.

‘Mario, aan wie je pas geleden een televisie hebt verkocht.

Hij heeft hetzelfde alarm geïnstalleerd bij mij thuis, als van de snoepwinkel.

Hij kent het systeem van binnen en van buiten.

Het is op afstand aan te sturen.’

‘Perfect’, denken ze.

‘Hoe pakken we de rest aan?’, vraagt Louis aan Ricardo.

‘Geen probleem, ik observeer de snoepwinkel al een tijdje.’

Ricardo pakt een ordner en laat Louis een weekplanning zien met alle activiteiten van de snoepwinkel. ‘Zo, een goede voorbereiding’, zegt Louis.

‘Nadat je me te pakken had bij de overburen ben ik me nog beter gaan voorbereiden.’

‘Knap werk van je, m’n complimenten.’

Samen leggen ze hun agenda’s bij elkaar.

Ze komen op volgende week donderdag uit.

In de planning zien ze dat de ouwe heer van Hoorn rond half negen ‘s avonds zijn laatste ronde maakt.

‘Chantal is dan naar yogales’, zegt Louis.

100

‘Perfect, en een ideaal moment, zegt Ricardo.

‘Zelf zal ik met mijn andere auto rijden, die is elektrisch.

Zo horen ze ons niet.’

‘Afgesproken.’

Louis neemt contact op met Mario, legt alles uit.

‘Deal’, zegt Mario.

Mario gaat vrijdags snoep halen en observeert de winkel. ‘s Maandags laat Mario aan Louis weten dat hij het systeem kan overnemen.

De planning van Ricardo klopt, bevestigt Mario aan Louis.

Op de afgesproken donderdagavond, pakt Chantal haar spullen voor haar yogales.

Ze zegt Louis gedag en gaat de deur uit.

Niet veel later gaan Ricardo en Louis ook.

Vanwege de elektrische auto kunnen ze de auto dichtbij de snoepwinkel parkeren.

Het is een half uur geleden dat de ouwe heer van Hoorn zijn laatste ronde heeft gedaan.

Mario laat Louis per bericht weten, dat hij het alarm een half uur kan afzetten.

Zoveel beeldmateriaal heb ik om alles te overschrijven.

Dat jullie niet gezien worden.

Ricardo en Louis stappen uit de auto, lopen samen richting de snoepwinkel.

Mario geeft het signaal, ze kunnen naar binnen.

Ricardo wil een ruitje in tikken.

Niet zo. Louis haalt een loper uit zijn zak en maakt rustig de deur open.

Ze lopen naar binnen, achter de balie.

Naar de wand vol chocolade artikelen.

Louis maakt de wand open.

Ze zien een trap naar beneden.

Ze lopen naar beneden en komen bij een goed afgesloten diepvriesdeur.

Ze openen de deur en zien een hele hoop planten.

Louis tikt Ricardo aan en kijkt in de hoek.

Daar staan vijf afgesloten kratten.

Snel lopen ze naar de auto met ieder een krat.

De laatste krat neemt Ricardo.

Louis loopt mee en sluit de boel achter hen.

Hij laat Mario weten dat alles in orde is.

Mario schakelt het alarm weer in.

Ricardo rijdt meteen door naar zijn afnemer, er staan twee koffers klaar.

De afnemer controleert de kratten.

Ondertussen pakken Louis en Ricardo de koffers.

101

Ze nemen afscheid van elkaar en gaan weg.

Ze komen thuis, wensen elkaar een prettige avond en gaan naar binnen.

Louis neemt contact op met de eigenaar van het vakantiehuisje in Turkije.

Hij wil het rond hebben voordat Chantal terug is van haar yogales.

‘Ideaal,’ denkt Louis, ‘morgen heeft ze vakantie.

Dan zouden we meteen kunnen vertrekken.’

Het is hem gelukt.

Alles is rond en Chantal komt zo thuis.

De volgende ochtend bespreekt hij de vakantie naar Turkije met Chantal.

Die dag is er nog plaats in het vliegtuig.

Aan het einde van de dag vliegen ze al.

Bij het vakantiehuisje in Turkije geeft Louis Chantal de sleutel.

‘Het is nu van jou, je kunt er elk moment van het jaar er naar toe’, zegt Louis.

Opnieuw springen de tranen in haar ogen.

Chantal geeft Louis een knuffel.

Ze zegt: ‘Ik hou van je schat.’

Ze genieten van hun leven en de rust daar.

Johan

Geheim agent Even is Louis helemaal de kluts kwijt.

Dan maakt hij snel Chantal wakker.

Hij vertelt haar wat hij heeft gezien.

Louis blijft het huis van de overburen in de gaten houden, terwijl zijn vrouw de politie belt.

Hij ziet de inbreker naar buiten komen, de televisie heeft hij in zijn handen.

Die zet hij in een klein karretje dat voor de voordeur van de overburen staat.

Daarna gaat de inbreker weer naar binnen.

Het lijkt er op dat hij nu de trap op gaat.

Chantal hangt op.

Ze heeft de politie gebeld. ‘Die zullen er binnen een paar minuten zijn,’ zegt ze.

Op datzelfde moment vliegt de deur van het huis van Ricardo open.

Er rennen twee mannen naar buiten, recht op het huis van de overburen af.

‘Wat gebeurt er nu weer?’, zegt Louis.

‘Zouden dat ook inbrekers zijn?’

Chantal begrijpt er ook niets van.

Ze zitten nu op de rand van hun bed.

Ze wachten in spanning af.

102

Wat gaat er nog meer gebeuren deze nacht?

Hoe lang zal het nog duren voordat de politie er is?

De twee mannen rennen het huis van de overburen binnen.

Er gaan meer lichten branden.

Nu is goed te zien dat ze ook naar boven gaan.

Dan zien Louis en Chantal even niets.

Chantal pakt Louis stevig vast. Ze is bang.

‘Moet ik nog een keer naar de politie bellen?’, vraagt ze met trillende stem.

‘Blijf maar even rustig,’ zegt Louis.

‘Nog even wachten. Anders ga ik er zelf naartoe.’

Dat is misschien wel niet meer nodig.

Er komen nu drie mannen naar buiten.

In het midden loopt de man met de zwarte muts.

Hij wordt stevig vastgehouden door de twee anderen.

‘Nu snap ik er niets meer van!’, zegt Louis.

Hij staat op. ‘Ik zal me er eens mee gaan bemoeien.’

‘Wees voorzichtig!’, zegt Chantal.

‘Maak je maar geen zorgen. Ik weet wat ik doe.’

Eenmaal buiten, gaat Louis meteen op de mannen af.

‘Wat is hier aan de hand?’, roept hij.

‘We hebben een inbreker te pakken genomen,’ zegt één van de mannen terug.

Als Louis nog dichterbij komt, ziet hij dat Ricardo één van de mannen is die de inbraak mee heeft opgelost.

‘Ha Louis’, zegt hij met een lach. ‘Dat had je niet verwacht, hè?!

Wat doe jij hier?’, vraagt Louis.

‘Ik ben een geheim agent. Het is mijn werk om ’s nachts boeven te pakken te nemen.’

Louis moet lachen. ‘Wat erg,’ zegt hij.

Chantal en ik dachten juist dat jij niet te vertrouwen bent.

Maar jij bent vandaag juist onze redder!’

‘Dat klopt Louis! En dankzij dit spannende werk, kan ik in een mooie nieuwe auto rijden!’

Louis en Ricardo moeten allebei lachen.

Ze steken hun duim omhoog naar Chantal.

Die kan eindelijk opgelucht adem halen.

En daarna weer verder slapen.

Harm

103

Hulde aan Louis Louis schrikt en raakt in paniek.

Snel maakt hij Chantal wakker.

Hij schreeuwt heel hard.

Chantal wordt wakker.

Ze vraagt suf wat er is.

Louis zegt dat er ingebroken wordt bij de overburen.

Dan schrikt zij ook.

Ze blijft verstijft liggen. Ze is bang.

Louis is wel bang, maar ook nieuwsgierig.

Hij is zo nieuwsgierig dat hij nog een keer door het raam kijkt.

Dan zegt hij: ‘Bel 112 en zeg dat er een inbraak is.

Ik ga naar beneden. Dadelijk breekt hij hier ook in, dat wil ik niet.’

Trillend en bevend gaat hij langzaam naar beneden.

Hij kijkt om het hoekje, maar ziet nog niets.

Aan de andere kant van de kamer staat een stok.

Hij rent naar de overkant.

Terwijl hij rent, stoot hij zijn teen aan de tafel.

‘Au! Au!’, roept hij heel hard.

Chantal rent naar beneden.

Ze ziet daar een jammerende Louis op de grond liggen.

Chantal zegt tegen Louis dat hij stil moet zijn. ‘Straks hoort die inbreker jou!’

Plotseling houdt Louis op met jammeren.

Hij krabbelt overeind.

Samen kijken ze gauw door het raam.

Aan de overkant brandt de lamp nog.

Louis doet zijn schoenen aan.

Heel voorzichtig, want zijn teen doet nog pijn.

Hij loopt naar de voordeur.

Plotseling gaat de lamp bij de overburen uit.

Louis gaat naar buiten en meteen ziet hij de inbreker ook naar buiten komen.

Ze lopen elkaar tegemoet.

Met bevende stem vraag Louis: ‘Wat was jij daar aan het doen?’

‘Ik was helemaal niets aan het doen’, zegt de inbreker.

‘Mag ik dan eens in die zak van je kijken?’, vraagt Louis.

‘Nee!’, zegt de inbreker boos.

Louis pakt de zak en de inbreker wordt bozer.

Hij vliegt Louis aan. Er volgt een kleine worsteling.

104

Dan komt de politie de hoek om.

Ze zien de twee vechtende mannen op straat.

Ze pakken die twee allebei vast.

Chantal komt naar buiten gerend.

‘Hoho!’, roept Chantal tegen de agenten.

‘Laat mijn man los! Hij heeft juist meegeholpen om de inbreker te pakken.’

Ze laten Louis los.

De inbreker scheldt en slaat wild in het rond.

Plotseling springen allebei de agenten op de inbreker.

Ze slaan hem in de boeien.

Louis wil weten wie het is. Hij vraagt of de bivakmuts van het hoofd van de inbreker mag.

De politiemannen halen de muts van hem af.

Dan verschijnt het gezicht van Ricardo.

Hij wordt meegenomen door de politie.

‘Hij gaat achter slot en grendel voor een hele tijd!’, zegt een van de agenten.

Een paar weken later krijgt Louis een brief.

Die is van de koning.

Er staat in dat hij gehuldigd gaat worden voor zijn heldhaftige optreden.

Dat wordt een mooie dag.

Een dag om nooit te vergeten.

Luuk

Onderzoek in de buurt Het gaat over Ricardo.

Ricardo is een jongen, een knaap van 25 jaar.

In mijn ogen kun je als je zo jong bent geen Audi A3 rijden.

Dan doe je iets wat niet kan.

Overdag slapen en ’s nachts werken.

Bijvoorbeeld inbreken.

Dat is makkelijk geld verdienen.

Als je dat vaak doet, heb je zo een Audi A3 bij elkaar.

Maar zo loop je toch een keer tegen de lamp.

En dan heb je er spijt van.

Dan ben je alles kwijt.

En dan word je goed in de gaten gehouden door heel veel mensen.

Zoals je buren en de politie.

105

Louis zegt: ‘Ik ga zo kijken waar hij blijft en dan ga ik meteen de politie bellen.’

Maar de politie is niet zo snel.

De politie arriveert.

Ze zien dat er is ingebroken.

Ze gaan op sporenonderzoek uit en ze ontdekken dat er een tv is weggenomen.

Dan gaan ze buurtonderzoek doen in de buurt.

Ze vragen aan de buren of ze iets gezien of gehoord hebben.

Henk

Onderzoek naar de inbraak Hij gaat de politie bellen.

Een inbraak!

De politie belooft te komen.

Als ze arriveren, is de inbreker verdwenen.

Louis staat te wachten op de politie.

De agenten stappen uit en lopen naar Louis toe.

Louis vertelt zijn verhaal.

Over wat hij net zag, maar ook over zijn buurman Ricardo, die een veel te dure auto rijdt.

De agenten beloven dat ze een onderzoek starten naar Ricardo en zijn auto.

Ze lopen naar het huis van de overburen.

Ze gaan naar binnen om een sporenonderzoek te doen.

Ze zien veel glas liggen in de keuken.

Zo te zien is de inbreker via het keukenraam naar binnen gegaan.

Ze zien ook het profiel van een schoen.

Een schoenafdruk.

Daar liggen sleutels!

Ze trekken handschoenen aan.

Eén van de agenten pakt de sleutelbos.

‘Hé, een Audi-sleutel...’

Louis denkt dat Ricardo de inbreker is.

Maar dat moet je bewijzen en dat is lastig.

Maar het kan ook een ander zijn, en dat is lastiger.

Frank

106

Louis is slim Louis is slim, want de buurman denkt dat Louis eigenwijs is.

En dat is precies wat Louis wil.

Maar Louis denkt dat als de buurman glimlacht, dat hij vast niet eerlijk is.

Want Louis weet goed wat er die nacht gebeurt.

Hij wordt wakker van gerinkel en gebroken glas.

Hij staat op en loopt naar het raam.

Hij ziet licht op de overloop.

Hij denkt: ‘Mijn buurman zou vast de inbreker kunnen zijn.’

Want Louis denkt dat zijn buurman Ricardo de inbreker is.

‘Waarschijnlijk pleegt hij vaak inbraken’, denkt Louis.

Hij neemt de gejatte spullen mee, om ze thuis te verbergen.

En Louis denkt: ‘Als jij een Audi A3 kunt betalen van de inbraak...’

Louis belt een buurman op en vraagt: ‘Kun je even helpen?’

Hij zegt: ‘Ja, hoezo?’

‘Dan gaan we samen de inbreker vangen’, zegt Louis tegen zijn vriend.

‘Bel je vrouw wakker en vraag of zij de politie kan bellen.

Zeg dat er bij hun overburen een inbreker is en dat wij de inbreker stoppen tot de politie is gearriveerd, zodat ze Ricardo mee kunnen nemen.’

Louis denkt: ‘Zo, nu rustig slapen.’

Hij kijkt nog een keer goed en hij zegt: ‘Ik heb knap werk verricht.’

En de volgende dag staat er een sleepwagen op de stoep bij Ricardo.

Louis denkt: ‘Eindelijk, die dure Audi weg. Wij hebben rust in de wijk en buurt.’

Na een paar weken staat er een ‘te koop’-bord in de tuin.

Er komt een leuk stel het huis bekijken van de buurman dat te koop staat.

Het stel vindt het huis leuk en het bord wordt verwijderd uit de tuin.

Het stel is dolgelukkig samen in het nieuwe huis.

Louis denkt: ‘Eindelijk rust in de mooie wijk en straten.’

Een gelukkig einde.

Jordy

Vrienden Hij gaat de politie bellen.

De politie komt te laat.

De politie belt bij Louis aan.

107

Louis zegt slim: ‘Bel eerst bij Ricardo aan.

Ik maak me zorgen.’

Ricardo is gewoon thuis.

Ricardo doet open in pyjama.

Ricardo is dus geen inbreker.

De politie vraagt door.

‘U heeft wel een grote auto.’

Ricardo antwoordt dat hij een erfenis heeft gehad.

‘Maar u mag alles onderzoeken! Ik heb niets te verbergen.’

Louis schaamt zich een beetje.

Hij dacht dat Ricardo de inbreker was.

Dat blijkt niet zo te zijn.

De politie biedt hun excuses aan Ricardo aan.

Ze vertrekken. Ze gaan de inbreker zoeken.

Louis geeft Ricardo een hand.

Ricardo reageert boos. Hij wordt ’s nachts wakker gebeld door de politie.

Zijn buurman beschuldigt hem namelijk van de inbraak.

Hij kent het verhaal van de Audi niet.

Louis zegt: ’Sorry. Je hebt gelijk.

Laten we een kop koffie drinken.’

Helaas is de dief nooit gevonden, maar Louis en Ricardo worden goede vrienden.

Louis zegt: ‘Ik vertrouw jou. We zijn vrienden.’

Gülizar

Buurtonderzoek Ricardo heeft een nieuwe auto. ’s Morgens vroeg ziet Louis een man met een televisie weglopen.

De buren komen eerder thuis van vakantie.

Ze missen meer dan alleen een tv, ook geld.

De politie gaat naar de slachtoffers toe.

De agenten vertellen dat ze een buurtonderzoek gaan doen naar de inbraak.

Ze gaan naar zijn kant van de straat.

Ze beginnen het onderzoek aan zijn kant van de weg.

Louis schrikt.

‘Wie kan dat zijn aan mijn kant?

Harry? Is hij het? Maar nee, dat zal niet.’

Ze zijn inmiddels bij de buren van Louis aangekomen.

108

‘Ze komen naar buiten en waar gaan ze naar toe?

Komen ze nu bij mij?’, vraagt Louis zich af.

Maar nee, ze gaan drie deuren verder.

En daarna gaan ze weg.

Maar een week later komen ze terug.

Ze gaan naar Ricardo.

Ze komen gelukkig zonder Ricardo naar buiten.

Hij is niet de inbreker.

Uiteindelijk is het Harry die opgepakt wordt.

Hij blijkt de inbreker te zijn.

Eugène

Wie heeft het gedaan Hij gaat de politie bellen.

Hij moet lang wachten.

De politie komt te laat.

De inbreker is weg.

Wie heeft het gedaan?

Niemand weet het.

De politie vraagt het bij de buren.

Louis vertelt over Ricardo.

De politie gaat naar Ricardo.

Ricardo zegt: ’Ik heb het niet gedaan.’

De politie gaat eerst kijken wat er is gebeurd.

Ze gaan een rapport maken en ze zoeken iemand anders.

De overbuurman komt terug van vakantie.

Ook de overbuurman belt meteen de politie.

De agenten vragen wat er weggehaald is.

Ze maken er een rapport van.

De buurman stuurt dat naar de verzekering.

Als het geld van de verzekering binnen is, gaat de buurman nieuwe spullen kopen.

Kazim

109

Vingerafdrukken Hij gaat de politie bellen.

Maar een uur later komt de politie.

‘Waar is de inbraak Louis?’

Hij vertelt wat hij gezien heeft.

De politie heeft de inbreker gezien.

Ze gaan kijken en onderzoek doen naar de inbraak.

Ze kunnen niet goed vinden wie de inbraak gepleegd heeft.

Een paar dagen later vinden ze vingerafdrukken van iemand anders dan Ricardo.

De politie vertelt aan Louis dat Ricardo geen slechte man is.

Hij heeft zich misschien vergist.

De politie vraagt aan Ricardo hoe hij aan de Audi komt.

Hij vertelt: ‘Ik heb hard gewerkt, ik heb lang gespaard.

Daarom kon ik een nieuwe auto kopen.’

De inbreker is nooit gevonden.

Louis zegt tegen Ricardo: ‘Het spijt me.

De volgende keer zal ik goed kijken wie het is.’

Noeun

Politie pakt de inbreker Louis denkt: ‘Nou, ik bel de politie maar.’

De inbreker loopt weg met de tv en de politie is er nog niet.

Louis volgt de inbreker, zodat hij weet waar de inbreker naar toe gaat.

De inbreker is weer een huis binnen gegaan.

Louis belt de politie opnieuw.

Die komt na 10 minuten aan bij het huis waar de inbreker binnen is.

De politie is ook naar binnen gegaan en pakt de inbreker.

Maar het is Ricardo niet.

Wie is het dan wel?

Het blijkt de broer van Ricardo te zijn.

Hennie

110

De grote verrassing

111

112

Inleiding van Hanneke van der Werf

Voor iedereen wat Diny zit op de bank.

Ze kijkt tv.

Mike en Lisa liggen op bed.

Fred kan elk moment thuiskomen.

Op zondag gaat hij altijd biljarten met vrienden.

Diny kijkt naar de spelshow Miljoenenjacht.

Linda de Mol maakt het spannend.

De man naast Linda moet een nummer zeggen.

Het nummer is van een koffer.

In de koffer zit veel òf weinig geld.

De man kiest en heeft geluk!

Hij wint € 100.000,-!

Diny denkt: dat wil ik ook wel winnen.

Dan kunnen we onze lening aflossen, op vakantie en...

Ze haalt haar schouders op.

Ze speelt al tien jaar mee en heeft nog nooit iets gewonnen!

Het is bijna afgelopen.

Maar eerst komt Winston nog.

Hij belt bij iemand in Nederland aan.

Die krijgt ook € 100.000,- !

Diny is benieuwd wie vandaag de gelukkige is.

Dan hoort ze de bel.

Misschien is het de buurvrouw.

Of is Fred zijn sleutels vergeten of... Winston?

Diny loopt naar de voordeur.

Ze doet open.

Echt waar. Het is Winston!

‘Goedenavond’, zegt hij.

Diny lacht. Ze kan het niet geloven.

‘U bent nu op tv. Mogen we binnenkomen?’

Op dat moment stapt Fred van zijn fiets.

Hij kijkt verbaasd.

Wat gebeurt er?

‘Dag meneer, ik ben Winston. Ik kom u een prijs geven.’

Fred geeft Winston een hand.

113

Diny en Fred kijken elkaar aan.

Is dit echt of dromen we dit?

Ze gaan naar binnen.

Op de bank krijgt Diny bloemen.

Winston heeft een koffer bij zich.

Hij maakt hem open.

Hij schrijft € 100.000,- op.

‘Dit is voor jullie!’ zegt Winston.

Er komen tranen bij Diny.

Fred loopt rood aan.

Het is echt waar.

Die avond wordt het laat.

Ze maken Mike en Lisa wakker.

Die zijn blij en heel druk.

De telefoon staat niet stil.

Buren bellen aan om te feliciteren.

Om twee uur liggen ze in bed.

Fred slaat een arm om Diny heen.

Ze zijn stil.

Wat gaan ze met zo veel geld doen?

De verhalen van IBN medewerkers

Voor iedereen wat Ze hebben gisterenavond de kinderen wakker gemaakt en het goede nieuws verteld.

De hele dag is het druk met telefoontjes.

Ze krijgen allemaal felicitaties en ook nog bloemen.

Iedereen leeft met ze mee.

Met de kinderen gaan ze sowieso naar de Efteling.

Ze gaan ook hun schulden aflossen.

Ook plaatsen ze een biljart.

Fred gaat een nieuw biljart kopen.

Mike en Lisa krijgen ook wat leuks.

Fred en Diny gaan voor hun kinderen een spaarrekening openen.

114

Ze gaan ook trouwen.

Want ze wonen nu nog samen.

Hun huwelijksreis gaat naar Italië, Rimini.

Naar Italië, 21 dagen lang, met de kinderen.

Ze zijn met hun nieuwe caravan op vakantie.

Tiny gaat voortaan thuis werken als pedicure.

Dan kan ze meer bij de kinderen zijn.

Ze sparen ook nog voor de kinderen als ze later de deur uitgaan.

En zo leefden ze nog lang en gelukkig samen.

Denise

De droom van een familie Ze hebben nog geen plannen gemaakt.

Wat gaan ze met de € 100.000,- doen?

Dit geldbedrag is heel belangrijk voor de familie.

Het gaat hun leven veranderen.

De kinderen denken dat ze alles kunnen kopen.

Het kan nooit op!

Morgen gaan ze het samen bespreken. € 100.000,- is niet genoeg om een huis te kopen.

Op vakantie kunnen ze zeker.

Ze gaan ook voor de toekomst sparen.

Voor de kinderen gaan ze leuk speelgoed kopen.

Ook kopen ze een duurdere auto.

Diny en Fred droomden vaak over een kledingwinkel.

Waar je kinderkleding kan kopen, maar ook kleding voor volwassenen.

Nu kunnen ze samen hun kledingwinkel opstarten.

Ze willen niks overhaasten.

Rustig gaan ze een plannetje maken.

Diny, Fred, Mike en Lisa zijn allemaal dik tevreden!

Nawbawk

Een slechte droom

Hij droomt dat er een dief komt.

Deze dief tikt een ruitje in.

Heel zachtjes kruipt de dief naar binnen.

Eerst gaat hij op zoek in de woonkamer.

Op de tv heeft hij gezien, dat dit gezin € 100.000,- heeft gewonnen!

Hij kijkt in alle kasten, laden, maar ook in de potten en pannen in de keuken.

Helaas, niks.

Hij sluipt de trap op.

Eerst gaat hij een kinderkamer in.

Voorzichtig kijkt hij in de kledingkast en onder het bed.

Hij maakt erg veel rommel.

Hier vindt hij ook niks.

Dan loopt hij naar de kamer van Diny en Fred.

Diny en Fred liggen rustig te slapen.

Ze zijn erg moe van de vorige avond.

De dief loopt zachtjes naar hen toe.

Uit zijn zak pakt hij een spraybus.

Hij sprayt over Diny en Fred.

Van deze spray komen ze in een diepe slaap.

Hij haalt alles uit de kasten, maar daar ligt niks.

Er is nog maar één plek waar hij niet heeft gekeken.

Dat is onder het bed van Diny en Fred.

Hij kan niet goed zien of er iets onder het bed ligt, want het is donker.

Maar als hij met zijn handen voelt, komt hij tegen iets aan.

Het voelt als een koffer.

Hij trekt het onder het bed uit.

Een zwarte koffer.

Als hij erin kijkt, ziet hij geld.

Heel veel geld!

De dief is blij.

Hij neemt al het geld mee naar zijn huis.

Fred wordt zwetend wakker.

Hij vliegt onder het bed.

Een diepe zucht...

De koffer staat er nog.

Hij maakt Diny wakker en vertelt over zijn droom.

Diny en Fred zijn het heel goed eens.

Ze gaan morgenvroeg het geld meteen naar de bank brengen.

Die nacht droomt Fred over het geld.

Gulsen 115

116

Naar de bank

Een huis kopen

De volgende dag gingen Fred en Diny naar de bank.

Om het geld te storten wat ze van Winston kregen.

Ze gaan op vakantie, want Diny wil graag naar Spanje toe.

Met Fred en de kinderen.

Ze gaan met het vliegtuig naar Spanje.

Fred en Diny denken na wat zij met het geld gaan doen.

Er ging een lampje branden.

Ze keken elkaar aan en Fred zei tegen Diny: ‘Wij gaan een huis kopen in Spanje!’

Diny zei tegen Fred: ‘In Spanje? Waarom zo ver weg, Fred?’

‘Omdat Spanje het mooiste en het warmste land is!’, zei Fred.

‘Maar Fred, en onze familie dan? Die zien wij dan niet meer’, zei Diny.

‘Maar natuurlijk wel Diny, wij hebben geld genoeg, dan gaan wij elk weekend naar onze familie toe!’, zei Fred.

‘Ja, dat is ook wel zo’. ‘Wij gaan dan wel naar Mallorca toe toch Fred?’

‘Ja wij gaan naar Mallorca toe.’

‘Yes!’, zei Diny, ‘Wij gaan naar Spanje toe!’ ‘Fred, wij gaan het goede nieuws tegen de kinderen zeggen.’

Diny roept de kinderen: ‘Mike, Lisa, komen jullie even naar beneden?’

Zij komen naar beneden gerend: ‘Ja mam, wat is er?’

‘Wij hebben een verrassing voor jullie!’

‘Echt waar? Wat is het?’

‘Wij gaan een huis kopen in Spanje!’, zei Diny.

‘Papa is het echt waar wat mama zegt?’

‘Ja Mike en Lisa, het is echt waar’, zei Fred.

De kinderen waren stil van blijdschap.

Bart

Vakantie Ze gaan met het hele gezin op vakantie.

Ook kopen ze een grotere auto.

Ze betalen hun leningen af, en geven nog wat aan arme landen.

Ze geven wat aan familie en kennissen.

De rest zetten ze op de bank.

Maria

Gelukkig Ze gaan eerst een weekend weg om alles op een rijtje te zetten.

Dan lossen ze eerst de lening af.

Ze gaan op vakantie, naar Amerika.

Dat was erg mooi, maar ook heel druk.

Het weer was prachtig, 28 graden!

Ze hebben mooie kleren en schoenen gekocht.

Ze zijn ook nog naar Spanje geweest.

Dat land is prachtig.

Het weer was super: ook 28 graden! Ook de natuur was super.

Ze hebben daar op het strand gelegen.

Ze geven ook nog wat geld aan goede doelen.

Bijvoorbeeld de kankerstichting, Kika, de longstichting en Pieter Buren.

Als ze nog wat over hebben, zetten ze het op de rekening.

Ze leven nog lang en gelukkig, en hopen dat iedereen een gezond leven heeft.

Susy

Ander leven Het is een stap naar een ander leven.

Ze kopen een mooie auto.

Ze gaan lekker op vakantie.

De helft van het geld gaat op de bankrekening, om te sparen.

De rest van het geld gaat naar de auto, nieuwe meubels, de vakantie, mooie kleding, sieraden en Unicef.

Nu begint het luxe leven.

Ik zeg: dank u God! Sassi

Maaike

117

118

Veel ideeën Ze vielen langzaam hand in hand in slaap. Opeens werd Diny wakker en keek naar links naar Fred, die met een glimlach lekker lag te slapen.

Diny viel na enige tijd weer in slaap, en toen liep de wekker af. Een doodgewone maandag. Waarop Fred tegen Diny zei: ‘Ik ga gewoon naar mijn werk toe.’ Ondertussen waren de kinderen ook wakker. Diny ging de ontbijttafel gereed maken zoals ze dat altijd deed. Fred zei: ‘Ik ga naar mijn werk toe’, en kuste Diny en de kinderen.

Ze kon het nog steeds niet geloven. ‘100.000 euro, wat gaan we daar mee doen?’. De kinderen moesten naar school, en Diny bracht ze tot op het schoolplein. Toen kwamen er veel mensen naar haar toe, om haar te feliciteren met het geldbedrag. De dag snelde voorbij, en ‘s avonds bij het eten gingen ze praten over het bedrag wat ze hadden gewonnen. Lisa zei: ‘Nu kunnen we naar Toverland toe met zijn allen!’. ‘Ja gezellig!’, zei Fred. ‘We kunnen overal naar toe!’, zei Mike. ‘Ja’, zei Diny, ‘Dat kunnen we. Maar we gaan ook andere dingen doen met het geld.’ ‘Heb jij andere ideeën dan?’, zei Fred. ‘Ja’, zei Diny, ‘Die heb ik wel. Daar praten we straks verder over.’

Het werd avond, en de kinderen waren onrustig. Ze kwamen steeds uit bed met ideeën. ‘Ik ga koffie zetten’, zei Diny. ‘Doe er gebak bij!’, zei Fred.

De bakker zei toen Diny brood ging halen: ‘Ik heb een mooie taart voor jullie gemaakt. Die hebben jullie verdiend!’ ‘Hij smaakt goed.’, zei Fred tegen Diny. Hij ging onderuit zitten en pakte nog een slok koffie. Hij zei tegen Diny: ‘Heb jij nog reacties gehad op je werk?’ ‘Ja, de hele dag door.

En jij?’, vroeg Diny. ‘Bij mij ook. Alle moeders kwamen naar me toe. Dan heeft opeens iedereen belangstelling voor je. Als je een groot bedrag hebt gewonnen, dan weten ze je te vinden en heb je opeens veel vrienden! We blijven maar gewoon doen, net zoals we altijd gewend waren.’ ‘Ja’, zei Diny, ‘Dat vind ik ook. We gaan er nog een paar nachtjes over slapen wat we met het geld gaan doen.’

Fred zei: ‘Ik zou toch graag een andere auto willen hebben.’ ‘Dat kan’, zei Diny, ‘Dan pak ik de oude, en kan ik wat vaker naar mijn ouders toe.’ Die wonen 60 kilometer van Oss vandaan. De telefoon ging. ‘Hoi moeder, hoe is het er mee?’ ‘Goed! Wat een bedrag hebben jullie gewonnen!’ ‘Ja, een bedrag van 100.000 euro, een hele mooie start om andere dingen te doen in je leven. We blijven maar gewoon, moeder, dat is het beste. We gaan het geld niet over de balk smijten.’ ‘Groot gelijk’, zei moeder door de telefoon.

119

Onder het eten vroegen Mike en Lisa: ‘Mam, pap, gaan we nou naar Euro Disney?’ ‘Ik weet het nog niet’, zei Fred met een zachte stem en een knipoog naar Diny. Het werd avond, en Fred en Diny zaten met een kop koffie op de bank lekker naar de TV te kijken. Toen zei Fred: ‘Heb jij nog dingen die je graag zou willen kopen van het geld?’ ‘Nee, ik zou het niet weten’, zei Diny. ‘Ja’, zei Fred, ‘een andere auto, zodat jij er ook eentje hebt voor je werk. En met de rest van het geld gaan we een weekendje weg met de kinderen. En vullen we mooi onze spaarrekening aan, en kunnen we altijd nog doen wat we willen.’ En toen vielen ze samen weer hand in hand in slaap.

Ton

Dromen Het duurde toch nog lang voor ze de slaap te pakken hadden. In het donker zo stil, begonnen de gedachten op gang te komen.

Diny zag zichzelf al heerlijk aan het strand van Griekenland liggen, in de zon, terwijl de kinderen zich vermaakten met het zwemmen in zee en het bouwen van zandkastelen. Ook het hotel waar ze in overnachtten was zeer luxe, waar alles wat hun hartje begeerde aanwezig was.

Als ze daarna thuiskomen, is hun huis voorzien van een luxe nieuwe keuken, waar ze zich heerlijk kan uitleven met het koken en bakken, wat ze erg graag doet. En in de tuin is een heerlijk zwembad aangelegd, waar ze, zodra het weer het maar een klein beetje toelaat, van kunnen genieten.

Fred zag zichzelf al rondrijden in een mooie auto, waar hij al jaren van droomde. Nou kan hij het zich eindelijk veroorloven, dus zo snel mogelijk wil hij die aanschaffen. Voorzien van alle gemakken. Elektrische ramen, navigatiesysteem, de meest luxe radio, en voor de kinderen een dvd-speler.

Wat is het heerlijk om die nu eindelijk echt te kunnen kopen. Eindeloos zou hij rondrijden, en de kinderen veel van de wereld laten zien.

De volgende ochtend waren ze erg moe, want ze hadden veel te weinig geslapen. Gelukkig dat het zondag was. De hele dag werden er plannen gemaakt, en ze hebben toch alvast een leuke vakantie gepland. De eerste reis die ze gaan maken zou om te beginnen naar Disneyworld zijn, omdat

120

de kinderen daar al regelmatig om gevraagd hadden, en ze het zich nu kunnen veroorloven.

Ze maakten wel plannen om het huis op te laten knappen en te laten schilderen, want dat was wel nodig. Die zondagavond gingen ze toch maar op tijd slapen, om de volgende dag op tijd naar het werk te kunnen gaan, waar ze iedereen trakteerden op wat lekkers.

Ze zouden in de loop van de tijd nog bekijken wat ze met de rest van het geld gingen doen, zomaar alles snel uitgeven is natuurlijk ook niet zo verstandig. Toch ongelofelijk dat ze zich nou niet meer druk zouden hoeven maken om geld, in de toekomst.

legotrein op de gang heeft uitgelegd. Met zijn blote voeten staat hij op de lego. Hij schrikt van de pijn en pakt net mis bij de balustrade. Fred valt naar beneden. Oh, wat doet dat pijn. Hij ziet dat zijn been er wel erg raar erbij ligt.

Diny komt op het lawaai af en wordt bleek als ze Fred ziet. Hij heeft zoveel pijn. Snel belt ze de ambulance. Later op de dag blijkt dat zijn been op 2 plekken gebroken is. Fred moet in het ziekenhuis blijven.

‘Daar gaat mijn vakantie’, is het enige wat hij de hele tijd mompelt. Diny vindt het erg vervelend voor Fred maar is stiekem ook een beetje blij. Zij zag het eigenlijk helemaal niet zitten om naar Mexico te gaan. Gelukkig krijgen ze het geld terug van het reisbureau.

Doortje

Eerst nadenken De volgende ochtend kan Diny het nog steeds niet geloven. Hebben ze echt zoveel geld gewonnen? Ze heeft met Fred afgesproken dat ze eerst eens goed gaan nadenken wat ze ermee gaan doen. Voorlopig geven ze nog even niets uit.

Ze denkt aan alles wat ze zou willen doen. Eindelijk de verbouwing afmaken, de lening aflossen, of toch gewoon maar sparen? Het huis is een rommeltje.

Fred is al 3 jaar aan het klussen, maar het schiet niet erg op.

Nu is de eerste etage aan de beurt. Hierdoor spelen de kinderen op de gang. Ze komt er niet uit. Ze wil er eerst even rustig over nadenken.

Maar ‘s avonds gaat het al mis. Fred komt met 4 tickets thuis. Hij heeft een hele dure reis geboekt naar Mexico. Diny heeft helemaal geen zin om naar zo’n ver land te gaan. Ze is bovendien bang van alle enge beesten die daar zijn. Fred lacht er om.

Diny gaat elke avond met de kinderen bij Fred op bezoek. Hij moet wel lang in het ziekenhuis blijven. Er hangen allemaal gewichten aan zijn been.

Hij moet stil blijven liggen. Tijdens de bezoekjes aan het ziekenhuis praten ze samen over wat ze met het geld kunnen doen. Fred kan er nu ook goed er over nadenken.

Vlak voordat hij thuis komt besluiten ze het geld aan de verbouwing uit te geven. Ze zoeken een aannemer die alles af gaat maken. Dan is het huis binnen een paar weken klaar. Ook kunnen ze hun schuld ermee aflossen en houden ze nog best veel geld over.

Na 6 weken komt Fred thuis. Hij is blij om weer thuis te zijn. Hij kan weer een beetje lopen. Op tafel ligt een cadeautje voor hem. Hij vindt het spannend. Lisa mag het cadeautje voor hem opmaken. Het is een vakantie naar Italië! Diny heeft dit voor hem geregeld. Fred houdt namelijk heel erg van pizza en pasta dus dat moet hij ook leuk vinden. Gelukkig, Fred is erg blij met deze verrassing. In Italië is hij ook nog nooit geweest.

Een goed vooruitzicht!

Machteld

‘Hoe moet dat dan met de kinderen’, vraagt Diny aan Fred. ‘Die moeten toch gewoon naar school?’ Fred is zo blij dat hij alle bezwaren van Diny niet hoort. Hij gaat enthousiast al de koffers van zolder halen, want ze gaan over 3 dagen al weg.

Fred loopt te zingen en rent naar zolder. Maar hij ziet niet dat Mike zijn

121

De grote verrassing Diny en Fred zitten op de bank.

Ze gaan een planning maken.

122

Fred en zijn zoon Willem krijgen een mooie auto.

Diny wil een mooie keuken.

Hun dochter wil graag een mooie auto.

Maar ook een mooie slaapkamer en kleren.

En als er dan geld over is, willen ze dit aan een goed doel geven.

Bijvoorbeeld aan kinderen zonder ouders, of aan oudere mensen om de zorg te betalen.

Fred hoort iets.

Er huilt een baby.

Heel erg hard.

Zijn kleine dochter wordt wakker.

Het is 7.00 uur.

Zij heeft honger, tijd om te eten.

Fred maakt zijn vrouw wakker.

Hij zegt: ‘Wij zijn heel rijk geworden.

Maar helaas, het was een droom!’

Fred, Tiny, Mike en Lisa zitten voor de tv.

Plots gaat de bel van de voordeur.

Fred maakt de deur open.

Aan de deur staat een man, Winston, van de spelshow Miljoenenjacht.

Fred vindt het heel spannend.

Hij kijkt naar hem, maar weet niet wat hij moet zeggen.

De man vraagt: ‘Mag ik binnenkomen?

Ik ga jou iets vertellen.’

De man loopt naar binnen.

Fred staat nog steeds bij de deur.

Hij is heel stil.

Diny zegt tegen Fred: ‘Kom ook en maak de deur dicht.’

Fred komt ook op de bank zitten.

De man vertelt alles.

Ze winnen € 100.000,-!

Ze zijn allemaal zo blij.

Fred zegt: ‘Ik heb hier ook al van gedroomd!

We gaan nu van alles doen met het geld.’

Aysegul

123

Geen geldzorgen meer Diny zegt tegen Fred: ‘Ik heb een goed idee.

Morgen als we wakker worden, schrijven we allemaal op wat we met het geld kunnen doen.’

‘Ja,’ zegt Fred, ‘Dat is een goed idee.’ en ze gaan slapen. ‘s Morgens zijn ze al vroeg wakker.

Het is pas half zeven als de kinderen aan bed komen.

‘Mama, papa, wij willen naar de winkel. Speelgoed halen.’

Maar papa zegt: ‘Nee, dat kan niet, de winkel is nog dicht.

Het is nog te vroeg en we hebben de centjes nog niet.’

‘We gaan eerst ontbijten.

En dan gaan we allemaal opschrijven wat jij met het geld wil doen.’

‘Ja, dat is leuk!’, zegt Lisa.

‘Ik kan dat wel, want ik ben al zeven jaar.

Maar Mike is pas vier en kan nog niet schrijven.’

Mama zegt: ‘Ik help jou wel, jongen.’

Ze gaan naar beneden en eten een boterham.

Als ze klaar zijn, pakt papa zijn blok papier.

Ze krijgen allemaal een blaadje.

‘Eentje maar?’, zegt Mike.

‘We kunnen nu toch veel kopen?’

‘Nee, eerst gaan we alles opschrijven, dan gaan we er over praten en dan pas kopen.’

Lisa is al aan het schrijven.

Ze wil graag een nieuwe fiets, een PC met nieuwe spelletjes, een Barbie overtrek en roze schoenen.

Maar wat ze heel graag wil is een pony en voor oma en opa een auto.

En ik wil graag een Wii met spelletjes, een crossmotor, heel veel snoep en een tv voor op de slaapkamer.

Diny wil graag een gedeelte van de lening aflossen, een nieuwe bank, en een overkapping.

Ze wil de familie en de buren trakteren op een feest.

Fred wil een nieuwe auto, rolluiken voor de ramen en een vakantie met het vliegtuig.

Als ze klaar zijn leest iedereen voor wat ze graag willen hebben.

Ze bespreken of het ook kan.

Fred is heel blij.

124

Hij zegt tegen Diny: ‘Wat boffen wij toch, dat wij dit mogen meemaken.

We hebben geen geldzorgen meer.’

En ze leefden nog lang en gelukkig.

Jet vraagt: ‘Wat gaan jullie nu met al dat geld doen?’

Diny weet niet goed wat ze moet zeggen.

‘Weet ik nog niet.’

Marijke

‘s Avonds aan tafel praten Diny en Fred samen over het geld.

Ze spreken af dat ze er over na gaan denken.

Fred zegt: ‘Ik wil ook wel op vakantie.

We komen er samen wel uit.’

Bewaren op de bank Misschien gaan ze een huis kopen.

Of een auto.

Of op vakantie.

Ze kunnen geld geven aan arme mensen.

Of de familie helpen.

Ze kunnen ook een beetje geld op de bank zetten.

Als je het nodig hebt, kun je het daar weer halen.

Diny werkt bij Vetipak.

Fred werkt bij Mars in de ploegendienst, op de chocolade-afdeling.

Met veel geld kan je luxe leven.

Maar als je alles uitgeeft, is alles zo op.

Gelukkig.

Ze bewaren ook geld op de bank.

Want thuis zoveel geld bewaren is niet goed.

Dan kunnen de dieven het geld weghalen.

Vesile

Meningsverschil Fred denkt: ‘We gaan het allemaal bewaren voor de toekomst.

Vooral voor als we ouder worden.’

Diny denkt daar anders over.

Ze krijgen ruzie.

Ze komen er niet uit.

Diny gaat naar school.

Zij helpt juffrouw Jet met de handwerkles.

Jet feliciteert Diny met de prijs.

125

Jan

Een prijs gewonnen Diny en Fred hebben € 100.000,- gewonnen van de spelshow Miljoenenjacht.

Diny wil graag een lening aflossen en op vakantie gaan.

Fred is het eens met Diny.

Hij wil ook eerst de lening aflossen.

Een deel willen ze apart leggen, voor het onderwijs van Mike en Lisa.

Een ander deel van het geld willen ze besteden aan een mooie vakantie.

Ze besluiten in de zomer met de kinderen naar een luxe hotel te gaan.

Op de Canarische eilanden.

Het overige geld willen ze besteden aan goede doelen en zieke kinderen.

Shafiqa

De winst goed geïnvesteerd Diny en Fred besluiten met het geld geen gekke dingen te doen.

Ze overleggen met elkaar.

De helft van het geld gebruiken ze om een gedeelte van de lening af te lossen.

Dat is al een zorg minder.

Daarna gaan ze nog een week met de kinderen op vakantie.

De rest van het geld zetten zij op de spaarrekening voor slechte tijden.

Manni

126

Colofon Dit is een uitgave van IBN in samenwerking met Hanneke van der Werf.

Bezoekadres IBN Hockeyweg 5 5405 NC Uden T 0413 33 44 55 I www.ibn.nl Teksten Hanneke van der Werf en medewerkers van IBN Eindredactie Marian Janssen Karin van Boxtel

Illustraties Sahin Kaya Fotografie Robert Trum Lay-out en drukwerk CLAP Communicatieregisseurs Oplage 1.000 exemplaren Uitgave September 2014

127

Speciaal voor de Week van de alfa­betisering 2014 hebben mede­werkers van IBN in samen­werking met de schrijfster Hanneke van der Werf een verhalenboek gemaakt.

Het begin van elk verhaal is geschreven door Hanneke van der Werf. Zij schrijft boeken voor volwassenen die moeite hebben met lezen en schrijven.

In de cursusgroepen en leeskamers van IBN hebben medewerkers en docenten met heel veel plezier aan dit boek gewerkt. Er kwamen verrassende verhalen en schrijftalenten naar boven.

We zijn trots op het resultaat en wensen de lezer veel leesplezier.

www.dewerftekst.nl

IBN staat voor marktgericht ondernemen met een passie voor mens en maatschappij. Dagelijks brengen wij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt succesvol naar betaald werk. Zo’n 3.800 gemotiveerde medewerkers hebben een passende baan bij of via IBN. www.ibn.nl