
INVOERING
WehebbeninTheStoryofAhikareenvande oudstebronnenvanmenselijkdenkenenwijsheid. Deinvloedervankanwordengetraceerdviade legendesvanveelmensen,waaronderdeKoranen hetOudeenNieuweTestament.
EenmozaïekgevondeninTrier,Duitsland,waarop hetpersonageAhikartezienistussendewijzenvan dewereldHieriszijnkleurrijkeverhaal
Dedatumvanditverhaalisonderwerpgeweestvan levendigediscussie.Geleerdenschrevenhet uiteindelijkopronddeeersteeeuwtoenzeongelijk kregendoorhetorigineleverhaaldatopdookineen Aramesepapyrusvan500v.Chr.tussenderuïnes vanElephantine
Hetverhaalisduidelijkfictieengeengeschiedenis. Infeitekandelezererkennismeemakeninde aanvullendepagina'svanTheArabianNights.Het isbriljantgeschrevenenhetverhaaldatvolzitmet actie,intrigesennipteontsnappingenhoudtde aandachtvasttotheteinde.Devrijheidvan verbeeldingishetkostbaarstebezitvandeschrijver
Hetschrijvenverdeeltzichzelfinvierfasen:(1)Het Narratief;(2)DeLeer(eenopmerkelijkereeks Spreuken);(3)DeReisnaarEgypte;(4)De GelijkenissenofParabels(waarmeeAhikarde opvoedingvanzijndwalendeneefvoltooit).
HOOFDSTUK1
Ahikar,grootviziervanAssyrië,heeft60vrouwen, maarisvoorbestemdomgeenzoontekrijgen. Daaromadopteerthijzijnneef.Hijpropthemvol metwijsheidenkennis,meerdanmetbrooden water.
1HetverhaalvanHaiqârdeWijze,viziervan koningSanherib,envanNadan,dezoonvande zustervanHaiqârdeWijze.
2Erwaseenvizierindedagenvankoning Sanherib,zoonvanSarhadum,koningvanAssyrië enNineve,eenwijsmangenaamdHaiqâr,enhij wasviziervandekoningSanherib.
3Hijhadeenboete,fortuinenveelgoederen,enhij wasbekwaam,wijs,eenfilosoof,inkennis,in meningeninbestuur,enhijhadzestigvrouwen getrouwdenvoorelkvanheneenkasteelgebouwd 4Maarmetditalleshadhijgeenkindbijeenvan dezevrouwen,diezijnerfgenaamzoukunnenzijn.
5Enhijwashieromergverdrietig,enopeendag verzameldehijdeastrologenendegeleerde
mannenendetovenaarsenlegdehunzijntoestand enderedenvanzijnonvruchtbaarheiduit.
6Enzijzeidentothem:'Ga,offeraandegodenen smeekhendatzijumisschieneenjongenkunnen verschaffen'
7Enhijdeedzoalszijhemverteldenenofferde offersaandeafgoden,ensmeektehenensmeekte henmetverzoekenensmeekbeden
8Enzijantwoorddenhemnietéénwoord.Enhij gingbedroefdenterneergeslagenweg,envertrok metpijninzijnhart
9EnhijkeerdeterugensmeektedeAllerhoogste God,engeloofde,Hemsmekendmeteenbrandend hart,zeggende:'OAllerhoogsteGod,oSchepper vandehemelenenvandeaarde,oScheppervan allegeschapendingen!
10IksmeekU,geefmijeenjongen,opdatikdoor hemgetroostmagworden,dathijbijmijnheide aanwezigmagzijn,dathijmijnogenmagsluiten, endathijmijmagbegraven.'
11Toenkwamereenstemtothem,diezeide: Omdatuallereerstopgesnedenbeeldenhebt vertrouwdenaanhenoffershebtgebracht,zultu daaromuwhelelevenkinderloosblijven.
12MaarneemNadan,dezoonvanuwzuster,en maakhemtotuwkindenleerhemuwgeleerdheid enuwgoedeopvoeding,enbijuwdoodzalhiju begraven'
13DaaropnamhijNadan,dezoonvanzijnzuster, dieeenkleinezuigelingwas.Enhijgafhemover aanachtminnen,opdatzijhemzoudenzogenen grootbrengen.
14Enzijbrachtenhemgrootmetgoedvoedselen zachteopvoedingenzijdenkleding,enpurperen karmozijn.Enhijwerdgezetenopzijden rustbanken
15EntoenNadangrootwerdenliep,opschietend alseenhogeceder,leerdehijhemgoedemanieren enschrijvenenwetenschapenfilosofie
16EnnaveledagenkeekkoningSanheribnaar Haiqârenzagdathijergoudwasgeworden,en bovendienzeihijtegenhem.
17'Omijngeëerdevriend,debekwame,de betrouwbare,dewijze,degouverneur,mijn secretaris,mijnvizier,mijnkanselierenbestuurder; waarlijk,jebentergoudgewordenenzwaarvan jaren;enjevertrekuitdezewereldmoetnabijzijn.
18Vertelmewieeenplaatsinmijndienstzal hebbennajou'EnHaiqârzeitegenhem:'Omijn heer,mogeuwhoofdvooraltijdleven!Daaris Nadan,dezoonvanmijnzuster,ikhebhemtot mijnkindgemaakt.
19Enikhebhemopgevoedenhemmijnwijsheid enmijnkennisgeleerd'
20Endekoningzeitegenhem:'OHaiqâr!breng hemnaarmijnaanwezigheid,zodatikhemkanzien, enalsikhemgeschiktvind,zethemdanopjouw plaats;enjezultjeweggaan,omterustenende restvanjeleveninzoeterustteleven'
21ToengingHaiqârenpresenteerdeNadan,de zoonvanzijnzuster.Enhijbrachthuldeenwenste hemmachteneer
22Enhijkeeknaarhemenbewonderdehemen verheugdezichinhemenzeitegenHaiqâr:'Isdit jouwzoon,oHaiqâr?IkbiddatGodhemmag bewaren.EnzoalsjijmijenmijnvaderSarhadum hebtgediend,zomagdezejongenvanjoumij dienenenmijnondernemingen,mijnbehoeftenen mijnzakenvervullen,zodatikhemkanerenen hemmachtigkanmakenomwillevanjou'
23EnHaiqârbrachthuldeaandekoningenzei tegenhem:'Mogejouwhoofdleven,omijnheerde koning,vooraltijd!Ikvraagvanudatugeduldhebt metmijnjongenNadanenzijnfoutenvergeeft, zodathijukandienenzoalshetpast' 24Toenzwoerdekoninghemdathijhemtotde grootstevanzijnfavorietenzoumaken,ende machtigstevanzijnvrienden,endathijmethem zouzijninalleeerenrespect.Enhijkustezijn handenennamafscheidvanhem
25EnhijnamNadan,dezoonvanzijnzuster,met zichmeeenzettehemineenkamerenbegonhem dagennachtteonderwijzentotdathijhemhad volgestoptmetwijsheidenkennismeerdanmet broodenwater
HOOFDSTUK2
Een"PoorRichard'sAlmanac"uitdeoudheid.
Onsterfelijkevoorschriftenvoormenselijkgedrag metbetrekkingtotgeld,vrouwen,kleding,zaken, vrienden.Vooralinteressantespreukenzijnte vindenindeverzen12,17,23,37,45,47Vergelijk vers63meteendeelvanhetcynismevanvandaag.
1Aldusleerdehijhem,zeggende:'Omijnzoon! Luisternaarmijnwoordenenvolgmijnadviesop enonthoudwatikzeg.
2Omijnzoon!Alsjeeenwoordhoort,laathetdan injehartstervenenvertelhetnietaaneenander, opdathetgeengloeiendekoolwordtenjetong verbrandtenpijninjelichaamveroorzaakt,enje eensmaadkrijgtenjevoorGodendemenste schandewordtgemaakt
3Omijnzoon!Alsjeeenberichthebtgehoord, verspreidhetdanniet;enalsjeietshebtgezien, vertelhetdanniet.
4Omijnzoon!Maakjewelsprekendheid gemakkelijkvoordeluisteraarenweesniet overhaastomeenantwoordtegeven.
5Omijnzoon!wanneergijietsgehoordhebt, verberghetniet.
6Omijnzoon!maakgeenverzegeldeknooplos, maakhemnietlos,enverzegelgeenlosgemaakte knoop
7Omijnzoon!begeergeenuiterlijkeschoonheid, wantdieverflauwtenvergaat,maareeneervolle herinneringduurteeuwig
8Omijnzoon!laateendwazevrouwuniet bedriegenmethaarwoorden,opdatgijnietde ellendigstevanalledodensterft,enzijuinhetnet verstrikttotgijverstriktzijt.
9Omijnzoon!begeergeenvrouw,opgesierdmet kleedenmetzalven,dieverachtelijkendwaasisin haarziel.Weeu,indiengijhaarietsschenktdatvan uis,ofhaartoevertrouwtwatinuwhandisenziju totzondeverleidt,enGodzijtoornigopu.
10Omijnzoon!weesnietalsdeamandelboom, wanthijbrengtbladerenvoortvoorallebomen,en eetbarevruchtennahenallen,maarweesalsde moerbeiboom,dieeetbarevruchtenvoortbrengt voorallebomen,enbladerennahenallen.
11Omijnzoon!buiguwhoofddiep,enverzacht uwstem,enweeshoffelijk,enwandelophetrechte pad,enweesnietdwaas.Enverhefuwstemniet wanneerulacht,wantalshetdooreenluidestem wasdateenhuiswerdgebouwd,zoudeezelelke dagvelehuizenbouwen;enalshetdoorkrachtwas datdeploegwerdgedreven,zoudeploegnooit onderdeschoudersvandekamelenvandaan wordengehaald
12Omijnzoon!hetverwijderenvanstenenmet eenwijzemanisbeterdanhetdrinkenvanwijnmet eenellendigeman
13Omijnzoon!gietuwwijnuitoverdegraven vanderechtvaardigen,endrinknietmetonwetende, verachtelijkemensen.
14Omijnzoon!klampuaandewijzen,dieGod vrezen,enweeshungelijk,enganietinde nabijheidvandeonwetenden,opdatgijnietgelijk aanhemwordtenzijnwegenleert
15Omijnzoon!wanneergijueenkameraadofeen vriendhebt,beproefhem,enmaakhemdaarnatot eenkameraadeneenvriend;enprijshemniet zondereenbeproeving;enverpestuwspraakniet meteenmandiewijsheidmist
16Omijnzoon!terwijleenschoenaanuwvoet blijft,loopermeeopdedoornen,enmaakeenweg vooruwzoon,envooruwhuisenuwkinderen,en spanuwschipvoordathetopdezeeenhaargolven gaatenzinktennietgeredkanworden
17Omijnzoon!indienderijkemaneenslangeet, zeggenzij:-"Hetisdoorzijnwijsheid,"enindien eenarmemanhemeet,zeggendemensen:"Van zijnhonger."
18Omijnzoon!hijistevredenmetuwdagelijks broodenuwgoederen,enbegeertnietwatvaneen anderis
19Omijnzoon!weesgeenbuurmanvandedwaas, eneetgeenbroodmethem,enverheugunietinde rampenvanuwburen.Alsuwvijanduonrecht aandoet,bewijshemdanvriendelijkheid.
20Omijnzoon!eenmandieGodvreest,vreeshem eneerhem.
21Omijnzoon!deonwetendemanvaltenstruikelt, endewijzeman,zelfsalshijstruikelt,wordthij nietgeschokt,enzelfsalshijvalt,staathijsnelop, enalshijziekis,kanhijvoorzijnlevenzorgen Maarwatdeonwetende,dommemanbetreft,voor zijnziekteisergeenmedicijn.
22Omijnzoon!alseenmanunadertdieminderis danu,gahemtegemoetenblijfstaan,enalshiju nietkanvergoeden,zalzijnHeeruvoorhem vergoeden.
23Omijnzoon!spaarnietuwzoonteslaan,want hetslaanvanuwzoonisalsmestvoordetuin,en alshetdichtbindenvandebeursopening,enalshet vastbindenvanbeesten,enalshetvergrendelenvan dedeur.
24Omijnzoon!weerhouduwzoonvan goddeloosheid,enleerhemmanieren,voordathij tegenuinopstandkomtenuinverachtingbrengt bijhetvolk,enuuwhoofdlaathangenindestraten endevergaderingen,enugestraftwordtvoorhet kwaadvanzijngoddelozedaden.
25Omijnzoon!neemueenvetteosmeteen voorhuid,eneenezelmetgrotehoeven,enneem geenosmetgrotehorens,enmaakgeenvrienden meteenlastigman,enneemgeentwistziekeslaaf, nocheendiefachtigedienstmaagd,wantalleswatu huntoevertrouwt,zullenzijverwoesten
26Omijnzoon!laatuwoudersunietvervloeken, endeHEEREzijwelgevalligaanhen;Wanteris gezegd:"Wiezijnvaderofmoederveracht,moetde doodsterven(ikbedoeldedoodvandezonde); maarwiezijnouderseert,zalzijndagenenzijn levenverlengenenzalalleszienwatgoedis."
27Omijnzoon!Ganietzonderwapensopdeweg, wantjeweetnietwanneerdevijandjetegenkomt, zodatjeklaarvoorhemkuntzijn.
28Omijnzoon!Weesnietalseenkale,bladloze boomdienietgroeit,maarweesalseenboom bedektmetzijnbladerenenzijntakken;wantde mandiegeenvrouwofkinderenheeft,isinde wereldteschandegemaaktenwordtdoorhen gehaat,alseenbladlozeenonvruchtbareboom 29Omijnzoon!Weesalseenvruchtbareboom langsdeweg,wiensvruchtwordtgegetendoor iedereendievoorbijgaat,endedierenvande
woestijnrusteninzijnschaduwenetenvanzijn bladeren.
30Omijnzoon!Elkschaapdatvanzijnpadenzijn metgezellenafdwaalt,wordtvoedselvoordewolf.
31Omijnzoon!Zegniet:"Mijnheeriseendwaas enikbenwijs,"envertelnietdetaalvan onwetendheidendwaasheid,opdatjenietdoorhem wordtveracht
32Omijnzoon!weesnieteenvandiedienaren,tot wiehunherenzeggen:"Gawegvanons,"maar weeseenvanhentotwiezijzeggen:"Kom dichterbijenkomdichterbijons."
33Omijnzoon!liefkoosuwslaafnietinde aanwezigheidvanzijnmetgezel,wantuweetniet wievanhenuiteindelijkhetmeestwaardevolvoor uzalzijn
34Omijnzoon!weesnietbangvooruwHeerdieu geschapenheeft,opdatHijnietstilzalzijn tegenoveru.
35Omijnzoon!maakuwspraakschoonen verzachtuwtong;enlaatuwmetgezelnietopuw voettreden,opdathijopeenandermomentopuw borstzaltreden
36Omijnzoon!alsueenwijzemanslaatmeteen woordvanwijsheid,zalhetinzijnborstsluimeren alseensubtielgevoelvanschaamte;maaralsude onwetendemeteenstokslaat,zalhijnochbegrijpen nochhoren
37Omijnzoon!alsjeeenwijzemanvoorje behoeftenstuurt,geefhemdannietveelbevelen, wanthijzaljezakendoenzoalsjewilt:enalsje eendwaasstuurt,geefhemdangeenbevelen,maar gazelfendoejezaken,wantalsjehembeveelt,zal hijnietdoenwatjewiltAlszejeopzakensturen, haastjedanomhetsneltedoen.
38Omijnzoon!maakgeenvijandvaneenmandie sterkerisdanjijzelf,wanthijzaljemaatnemenen zijnwraakopjenemen.
39Omijnzoon!beproefjezoonenjedienaar, voordatjejebezittingenaanhentoevertrouwt, opdatzezenietwegnemen;wanthijdieeenvolle handheeft,wordtwijsgenoemd,zelfsalshijdom enonwetendis,enhijdieeenlegehandheeft, wordtarmenonwetendgenoemd,zelfsalshijde prinsvandewijzenis.
40Omijnzoon!Ikhebeencolocynthgegetenen aloëdoorgeslikt,enikhebnietsbitterdergevonden danarmoedeenschaarste.
41Omijnzoon!leeruwzoonzuinigheidenhonger, opdathijhetgoedzaldoeninhetbeheervanzijn huishouden
42Omijnzoon!leerdeonwetendennietdetaal vanwijzen,wanthetzalhemtezwaarvallen.
43Omijnzoon!toonuwtoestandnietaanuw vriend,opdatunietdoorhemverachtwordt.
44Omijnzoon!deblindheidvanhethartiserger dandeblindheidvandeogen,wantdeblindheid vandeogenkanbeetjebijbeetjegeleidworden, maardeblindheidvanhethartwordtnietgeleid,en hetverlaathetrechtepadengaateenkrommeweg
45Omijnzoon!hetstruikelenvaneenmanmet zijnvoetisbeterdanhetstruikelenvaneennmet zijntong
46Omijnzoon!eenvrienddiedichtbijis,isbeter daneenvoortreffelijkerbroederdieverwegis
47Omijnzoon!schoonheidvergaat,maar geleerdheidblijft,endewereldneemtafenwordt ijdel,maareengoedenaamwordtnochijdelnoch neemtaf.
48Omijnzoon!demandiegeenrustheeft,zijn doodzoubeterzijndanzijnleven;enhetgeluid vangeweenisbeterdanhetgeluidvangezang; wantverdrietengeween,alsdevreesvoorGodin henis,zijnbeterdanhetgeluidvangezangen vreugde.
49Omijnkind!dedijvaneenkikkerinjehandis beterdaneengansindepotvanjebuurman;eneen schaapdichtbijjeisbeterdaneenosverweg;en eenmusinjehandisbeterdanduizendvliegende mussen;enarmoededieverzameltisbeterdanhet verspreidenvanveelproviand;eneenlevendevos isbeterdaneendodeleeuw;eneenpondwolis beterdaneenpondrijkdom,ikbedoelvangouden zilver;wanthetgoudenhetzilverzijnverborgenen bedektindeaarde,enwordennietgezien;maarde wolblijftopdemarktenenwordtgezien,enhetis eenschoonheidvoorhemdiehetdraagt.
50Omijnzoon!eenkleinfortuinisbeterdaneen verspreidfortuin
51Omijnzoon!eenlevendehondisbeterdaneen dodearmeman
52Omijnzoon!eenarmemandiegoeddoetis beterdaneenrijkemandiedoodisinzonden.
53Omijnzoon!bewaareenwoordinjehart,enhet zaljeveelzijn,enpasopdatjehetgeheimvanje vriendnietonthult
54Omijnzoon!laatgeenwoorduitjemond komenvoordatjemetjeharthebtoverlegd.Ensta niettussentwistendepersonen,wantvaneenslecht woordkomtruzie,envanruziekomtoorlog,envan oorlogkomtgevecht,enjezultgedwongenworden omgetuigenisafteleggen;maarvlucht daarvandaanenrustuit.
55Omijnzoon!weerstageenmandiesterkeris danjijzelf,maarverkrijgeengeduldigegeest,en uithoudingsvermogeneneenoprechtgedrag,want erisnietsbetersdandat.
56Omijnzoon!haatjeeerstevriendniet,wantde tweedezalmisschiennietlangduren
57Omijnzoon!bezoekdearmeinzijnellende,en spreekoverhemindeaanwezigheidvandeSultan, endoejebestomhemtereddenuitdemuilvande leeuw.
58Omijnzoon!verheugjenietoverdedoodvanje vijand,wantnaeentijdjezuljezijnnaastezijn,en degenediejebespot,respecteereneerjeenwees hemvoorindebegroeting
59Omijnzoon!alshetwaterindehemelstilzou staan,eneenzwartekraaiwitzouworden,enmirre zoetalshoning,danzoudenonwetendemensenen dwazenhetbegrijpenenwijsworden.
60Omijnzoon!alsjewijswiltzijn,weerhouddan jetongvanliegen,enjehandvanstelen,enjeogen vanhetaanschouwenvankwaad;danzuljewijs genoemdworden
61Omijnzoon!laatdewijzemanjeslaanmeteen stok,maarlaatdedwaasjenietzalvenmetzoete zalf.Weesnederiginjejeugdenjezultgeëerd wordeninjeouderdom.
62Omijnzoon!weerstageenmanindedagenvan zijnmacht,nocheenrivierindedagenvanhaar overstroming
63Omijnzoon!weesnietoverhaastinhethuwelijk vaneenvrouw,wantalshetgoedafloopt,zalze zeggen:'Mijnheer,zorgvoormij';enalshetslecht afloopt,zalzehemdiedeoorzaakervanwas, beoordelen
64Omijnzoon!wieelegantisinzijnkleding,is hetzelfdeinzijnspraak;enwieeenarmoedig uiterlijkheeftinzijnkleding,ishetzelfdeinzijn spraak.
65Omijnzoon!alsjeeendiefstalhebtgepleegd, maakhetdanbekendaandesultanengeefhemer eendeelvan,zodatjevanhemverlostkuntworden, wantanderszuljebitterheidverdragen
66Omijnzoon!maakeenvriendvandemanwiens handverzadigdengevuldis,enmaakgeenvriend vandemanwienshandgeslotenenhongerigis
67Erzijnvierdingenwaarinnochdekoning,noch zijnlegerveiligkunnenzijn:onderdrukkingdoorde vizier,slechtbestuur,perversievandewilen tirannieoverdeonderdaan.Envierdingendieniet verborgenkunnenworden:deverstandigen,de dwazen,derijkenendearmen.'
HOOFDSTUK3
Ahikartrektzichteruguitactievedeelnameaan staatszaken.Hijdraagtzijnbezittingenover aanzijnverraderlijkeneefHierishet verbazingwekkendeverhaalvanhoeeen ondankbareverkwistervervalst.Eenslimplanom Ahikarteverstrikkenresulteertinzijnveroordeling totdedood.BlijkbaarheteindevanAhikar.
1AldussprakHaiqâr,entoenhijdezebevelenen spreukenaanNadan,dezoonvanzijnzuster,had beëindigd,beelddehijzichindathijzeallemaal zouhouden,enhijwistnietdathijinplaatsdaarvan vermoeidheid,minachtingenspotaanhemtoonde 2DaarnazatHaiqârstilinzijnhuisengafaan Nadanalzijngoederen,endeslaven,ende dienstmaagden,endepaarden,enhetvee,enalles wathijhadbezetenenverkregen;endemachtvan hetbiedenenverbiedenbleefindehandvanNadan 3EnHaiqârzatinzijnhuisterusten,enafen toegingHaiqârzijneerbewijzenaandekoning,en keerdenaarhuisterug4ToenNadannubemerkte datdemachtvanhetbiedenenverbiedeninzijn eigenhandwas,verachttehijdepositievanHaiqâr enbespottehem,enbegonhemtebeschuldigen wanneerhijverscheen,zeggende:'MijnoomHaiqâr isinzijnjeugd,enhijweetnunietsmeer'5Enhij begondeslavenendedienstmaagdenteslaan,en depaardenendekamelenteverkopenen verkwistendtezijnmetalleswatzijnoomHaiqâr hadbezeten.6EntoenHaiqârzagdathijgeen medelijdenhadmetzijndienarennochmetzijn huishouden,stondhijopenjoeghemuitzijnhuis, enzondomdekoningteinformerendathijzijn bezittingenenzijnproviandhadverspreid
7EndekoningstondopenriepNadanenzeitot hem:'ZolangHaiqârgezondblijft,zalniemand overzijngoederen,nochoverzijnhuishouden, nochoverzijnbezittingenheersen.'
8EndehandvanNadanwerdopgehevenvanzijn oomHaiqârenvanalzijngoederen,eninde tussentijdginghijnochinnochuit,nochgroettehij hem
9DaaropbekeerdeHaiqârzichvanzijnarbeidmet Nadan,dezoonvanzijnzuster,enhijbleefzeer bedroefd.
10EnNadanhadeenjongerebroergenaamd Benuzârdân,dusHaiqârnamhemtotzichinplaats vanNadan,enbrachthemgrooteneerdehemmet degrootsteeerEnhijgafhemalleswathijbezat, enmaaktehemgouverneurvanzijnhuis.
11ToenNadannubegreepwatergebeurdwas, werdhijbevangendoorafgunstenjaloezie,enhij begonteklagenbijiedereendiehemondervroeg, enzijnoomHaiqârtebespotten,zeggende:'Mijn oomheeftmijuitzijnhuisverjaagd,enheeftmijn broerbovenmijverkozen,maaralsdeAllerhoogste Godmijdemachtgeeft,zalikhetongelukover hembrengenomgedoodteworden.'
12EnNadanbleefnadenkenoverhetstruikelblok dathijvoorhemzoukunnenbedenken.Ennaeen tijdjedachtNadaneroverna,enschreefeenbrief aanAchis,zoonvanShahdeWijze,koningvan Perzië,zeggende:
13'Vredeengezondheidenmachteneervan Sanherib,koningvanAssyriëenNineve,envan zijnvizierenzijnsecretarisHaiqâraanu,ogrote koning!Laaterpenningenzijntussenuenmij.'14 Enwanneerdezebriefubereikt,indiengijopstaat ensnelnaardevlaktevanNisringaat,ennaar Assyrië,ennaarNineve,zalikhetkoninkrijkaanu overdragenzonderoorlogenzonderslagorde' 15Enhijschreefookeenanderebriefindenaam vanHaiqâraanFarao,dekoningvanEgypte'Laat ervredezijntussenuenmij,omachtigekoning! 16Indiengijophetmomentdatdezebriefubereikt, opstaatennaarAssyriëenNinevegaatnaarde vlaktevanNisrin,zalikhetkoninkrijkaanu overdragenzonderoorlogenzonderstrijd.'
17EnhetschriftvanNadanwasgelijkaanhet schriftvanzijnoomHaiqâr.
18Toenvouwdehijdetweebrievenopen verzegeldezemethetzegelvanzijnoomHaiqâr;ze warenniettemininhetpaleisvandekoning.19 Toenginghijenschreefeenbriefvandekoning aanzijnoomHaiqâr:'Vredeengezondheidaan mijnvizier,mijnsecretaris,mijnkanselier,Haiqâr 20OHaiqâr,wanneerdezebriefjebereikt, verzameldanallesoldatendiebijjezijn,enlaatze perfectgekleedzijninkledingeninaantal,en brengzeopdevijfdedagnaarmijindevlaktevan Nisrîn
21Enwanneerjemedaarnaarjetoezietkomen, haastjedanenlaathetlegertegenmeoptrekkenals eenvijanddiemetmezouwillenvechten,wantik hebdeambassadeursvanfarao,dekoningvan Egypte,bijme,zodatzedesterktevanonsleger kunnenzienenonskunnenvrezen,wantzezijn onzevijandenenzehatenons.'
22Toenverzegeldehijdebriefenstuurdehemnaar Haiqârdooreenvandedienarenvandekoning.En hijnamdeanderebriefdiehijhadgeschrevenen spreiddehemuitvoordekoningenlashemvooren toondehemhetzegel.
23Entoendekoninghoordewaterindebrief stond,washijverbijsterdmeteengrote verbijsteringenwashijvertoorndmeteengroteen fellewoede,enzei:'Ah,ikhebmijnwijsheid getoond!WathebikHaiqârgedaandathijdeze brievenaanmijnvijandenheeftgeschreven?Isdit mijnbeloningvanhemvoormijnweldadenaan hem?'
24EnNadanzeitegenhem:'Weesnietbedroefd,o koning!enweesniettoornig,maarlatenwenaarde vlaktevanNisrîngaanenzienofhetverhaalwaar isofniet.'
25ToenstondNadanopdevijfdedagopennamde koningendesoldatenendeviziermee,enzij gingennaardewoestijnnaardevlaktevanNisrîn.
Endekoningkeek,enzie!Haiqârenhetleger wareninslagordeopgesteld.
26EntoenHaiqârzagdatdekoningdaarwas, naderdehijengafhetlegereentekenomte bewegenalsofzeinoorlogwarenenominslagorde tegendekoningtevechtenzoalshetindebriefwas gevonden,hijwistnietwatvooreenkuilNadan voorhemhadgegraven
27EntoendekoningdedaadvanHaiqârzag,werd hijbevangendoorangstenschrikenverbijstering, enwastoornigmeteengrotewoede
28EnNadanzeidetothem:Hebtgijgezien,omijn heerdekoning!watdezeellendelingheeftgedaan?
Maarweesniettoornigenweesnietbedroefdnoch gekweld,maarganaaruwhuisenzitopuwtroon, enikzalHaiqârgebondenengeketendmet kettingentotubrengen,enikzaluwvijandzonder moeitevanuwegjagen
29Endekoningkeerdeterugnaarzijntroon, geërgerdoverHaiqâr,endeednietsaanhem.En NadangingnaarHaiqârenzeidetothem:W’allah, omijnoom!Dekoningverheugtzichwaarlijkinu metgrotevreugdeendanktudatuhebtgedaanwat hijubevolenheeft.
30Ennuheefthijmijnaarutoegezonden,opdat gijdesoldatennaarhunplichtenzoudtsturenen zelfnaarhemtoezoudtkomenmetuwhandenop deruggebondenenuwvoetengeketend,opdatde gezantenvanFaraoditmogenzien,enopdatde koningdoorhenendoorhunkoninggevreesdmag worden'
31ToenantwoorddeHaiqârenzei:'Horenis gehoorzamen'Enhijstondterstondopenbondzijn handenopderugenketendezijnvoeten
32EnNadannamhemmeeengingmethemnaar dekoningEntoenHaiqârindetegenwoordigheid vandekoningkwam,booghijvoorhemopde grondenwenstedekoningmachteneeuwigleven.
33Toenzeidekoning:'OHaiqâr,mijnsecretaris, degouverneurvanmijnzaken,mijnkanselier,de heerservanmijnstaat,vertelmijwelkkwaadiku hebaangedaandatumijmetdezelelijkedaadhebt beloond.'
34Toenlietenzehemdebrievenzieninzijn handschriftenmetzijnzegel.EntoenHaiqârdit zag,beefdenzijnledematenenwaszijntong meteenvastgebonden,enhijkongeenwoorduit angstspreken;maarhijboogzijnhoofdnaarde aardeenwasstom
35Entoendekoningditzag,voeldehijzekerdat hetdingvanhemwas,enhijstondmeteenopen bevalhenHaiqârtedodenenzijnnekmethet zwaardbuitendestadteslaan.
36ToenschreeuwdeNadanenzei:'OHaiqâr,o zwartgezicht!Watbaatjejemeditatieofjekracht bijhetdoenvandezedaadaandekoning?' 37Zozegtdeverteller.Endenaamvande zwaardvechterwasAbuSamîkEndekoningzei tegenhem:'Ozwaardvechter!Staop,ga,kliefde nekvanHaiqârbijdedeurvanzijnhuis,enwerp zijnhoofdhonderdelvanzijnlichaamaf'
38ToenknieldeHaiqârvoordekoningneerenzei: Laatmijnheerdekoningvooreeuwigleven!Enals umijwiltdoden,laatuwwensdanvervuldworden; enikweetdatiknietschuldigben,maarde goddelozemanmoetrekenschapafleggenvanzijn goddeloosheid;niettemin,omijnheerdekoning!Ik smeekuenuwvriendschap,stadezwaardvechter toemijnlichaamaanmijnslaventegeven,zodatzij mijkunnenbegraven,enlaatuwslaafuwofferzijn.
39Dekoningstondopenbevaldezwaardvechter methemtedoenzoalshijwilde.
40EnhijbevalzijndienarenterstondHaiqârende zwaardvechtertenemenennaaktmethemmeete gaan,zodatzijhemkondendoden.
41EntoenHaiqârzekerwistdathijgedoodzou worden,zondhijzijnvrouwenzeitegenhaar: 'Komnaarbuitenenontmoetmij,enlaaterduizend jongemaagdenbijjezijn,enkleedzeingewaden vanpurperenzijde,zodatzevoormijndoodom mijkunnenwenen
42Enbereideentafelvoordezwaardvechteren voorzijndienaren.Enmengveelwijn,zodatze kunnendrinken'
43Enzedeedalleswathijhaarbeval.Enzewas ergwijs,slimenvoorzichtigEnzeverenigdealle mogelijkehoffelijkheidengeleerdheid
44Entoenhetlegervandekoningende zwaardvechterarriveerden,vondenzedetafelin orde,endewijnendeluxueuzespijzen,enze begonnenteetenentedrinkentotdatzevolgepropt endronkenwaren
45ToennamHaiqârdezwaardvechterapartvan hetgezelschapenzei:'OAbuSamîk,weetjeniet dattoenSarhadumdekoning,devadervan Sanherib,jewildedoden,ikjenamenjeopeen bepaaldeplaatsverstoptetotdatdewoedevande koningwasbekoeldenhijnaarjevroeg?
46Entoenikjeinzijnaanwezigheidbracht, verheugdehijzichinje:enherinnerjenude vriendelijkheiddieikjehebbewezen.
47Enikweetdatdekoningberouwzalhebben overmijenmetgrotetoornzalzijnovermijn terechtstelling
48Wantikbennietschuldig,enhetzalzijn wanneerumijvoorheminzijnpaleiszult presenteren,datugrootgelukzultontmoeten,en wetendatNadan,dezoonvanmijnzuster,mijheeft
bedrogenendezeslechtedaadaanmijheeftgedaan, endekoningzalberouwhebbendathijmijheeft gedood;ennuhebikeenkelderindetuinvanmijn huis,enniemandweetervan.
49Verbergmijdaarinmetmedewetenvanmijn vrouw.Enikhebeenslaafindegevangenisdie verdientgedoodteworden.
50Brenghemeruitenkleedheminmijnkleren,en beveeldedienarenalszedronkenzijnomhemte dodenZezullennietwetenwiehetisdiezedoden
51Enwerpzijnhoofdhonderdelvanzijnlichaam af,engeefzijnlichaamaanmijnslaven,opdatzij hetbegravenEnuzulteengroteschatbijmij hebbenweggelegd.
52EntoendeeddezwaardvechterzoalsHaiqâr hemhadbevolen,enhijgingnaardekoningenzei tegenhem:'Mogejehoofdvooraltijdleven!'
53ToenlietHaiqârsvrouwhemelkeweekinde schuilplaatsneerwatvoorhemvoldoendewas,en niemandwistervanbehalvezijzelf.
54Enhetverhaalwerdgerapporteerdenherhaald enverspreidinelkeplaatsoverhoeHaiqârde Wijzewasgedoodendoodwas,enallemensenvan diestadrouwdenomhem.
55Enzeweendenenzeiden:'Achvoorjou,O Haiqâr!envoorjegeleerdheidenjehoffelijkheid! Hoetreurigoverjouenoverjekennis!Waarkan iemandandersalsjijwordengevonden?enwaar kanereenmanzijndiezointelligent,zogeleerd,zo bekwaaminhetregerenisdathijopjoulijkt,zodat hijjouwplaatskaninnemen?'
56MaardekoninghadberouwoverHaiqâr,enzijn berouwbaattehemniets
57ToenriephijNadanenzeitegenhem:'Gaen neemjevriendenmeeenmaakeenrouweneen geweenomjeoomHaiqâr,enweeklaagoverhem zoalsdegewoonteis,endoeeeraanzijn nagedachtenis.'
58MaartoenNadan,dedwaze,deonwetende,de hardvochtige,naarhethuisvanzijnoomging, weendehijniet,nochtreurdehij,nochklaagdehij, maarverzameldehijhartelozeenlosbandige mensenenbegonteetenentedrinken.
59EnNadanbegondedienstmaagdenendeslaven dieHaiqârtoebehoordentegrijpen,enbondzevast enmarteldezeensloegzemeteenpijnlijke afstraffing.
60Enhijrespecteerdedevrouwvanzijnoomniet, zijdiehemhadopgevoedalshaareigenjongen, maarwildedatzemetheminzondezouvallen.
61MaarHaiqârwasindeschuilplaatsgesneden,en hijhoordehetgehuilvanzijnslavenenzijnburen, enhijpreesdeAllerhoogsteGod,deBarmhartige, engafdank,enhijbadaltijdensmeektede AllerhoogsteGod.
62Endezwaardvechterkwamvantijdtottijdnaar Haiqârterwijlhijinhetmiddenvandeschuilplaats was:enHaiqârkwamensmeektehemEnhij troosttehemenwenstehemverlossing.
63Entoenhetverhaalinanderelandenwerd gemelddatHaiqârdeWijzewasgedood,warenalle koningenbedroefdenverachttenkoningSanherib, enzijrouwdenomHaiqârdeoplosservanraadsels
HOOFDSTUK4
"DeraadselsvandeSfinx."Waterwerkelijkmet AhikargebeurdeZijnterugkeer
1EntoendekoningvanEgypteervoorhadgezorgd datHaiqârwerdgedood,stondhijmeteenopen schreefeenbriefaankoningSanherib,waarinhij hemherinnerdeaan'devredeendegezondheiden demachtendeeerdiewijspeciaalvoorjouwensen, mijngeliefdebroeder,koningSanherib.
2Ikhebverlangdomeenkasteeltebouwen tussendehemelendeaarde,enikwildatjemeeen wijze,slimmemanvanjezelfstuurtomhetvoorme tebouwen,enommealmijnvragente beantwoorden,endatikdebelastingenende invoerrechtenvanAssyriëmaghebbenvoordrie jaar'
3Toenverzegeldehijdebriefenstuurdehemnaar Sanherib
4Hijnamhetenlashetengafhetaanzijnviziers enaandeedelenvanzijnkoninkrijk,enzijwaren verbijsterdenbeschaamd,enhijwaswoedendmet eengrotetoorn,enwasverwardoverhoehijmoest handelen
5Toenverzameldehijdeoudemannenende geleerdemannenendewijzenendefilosofen,en dewaarzeggersendeastrologen,eniedereendiein zijnlandwas,enlashundebriefvoorenzeitothen: 'WieonderuzalnaarFarao,dekoningvanEgypte, gaanenhemzijnvragenbeantwoorden?'
6Enzijzeidentothem:'Oonzeheerdekoning! Weetdaterniemandinuwkoninkrijkisdiebekend ismetdezevragen,behalveHaiqâr,uwvizieren secretaris.
7Maarwatonsbetreft,wijhebbengeen vaardigheidindit,tenzijhetNadanis,dezoonvan zijnzuster,wanthijheefthemalzijnwijsheiden geleerdheidenkennisgeleerd.Roephembiju, misschienkanhijdezehardeknooplosmaken.'
8ToenriepdekoningNadanenzeitegenhem: 'Kijknaardezebriefenbegrijpwaterinstaat.'En toenNadanhetlas,zeihij:'Omijnheer!Wieisin staatomeenkasteeltebouwentussende hemelendeaarde?'
9EntoendekoningdewoordenvanNadanhoorde, werdhijbedroefdmeteengrootenpijnlijkverdriet,
enstaptevanzijntroonengingindeaszitten,en begontewenenentejammerenoverHaiqâr.
10Zeggende:'Omijnverdriet!OHaiqâr,diede geheimenenderaadselskende!Weemijvoorjou, oHaiqâr!Oleraarvanmijnlandenheerservan mijnkoninkrijk,waarzalikjouwgelijkevinden?O Haiqâr,oleraarvanmijnland,waarzalikmijvoor jouwenden?Weemijvoorjou!hoehebikje vernietigd!enikluisterdenaarhetgepraatvaneen domme,onwetendejongenzonderkennis,zonder religie,zondermannelijkheid
11Ah!ennogmaalsAhvoormezelf!wiekanjou mijgevenvooréénkeer,ofmijvertellendatHaiqâr leeft?enikzouhemdehelftvanmijnkoninkrijk geven.
12Waarkomtditvandaan?Ah,Haiqâr!datikjou vooréénkeerzouzien,datikmijnbuikvolzou krijgenvanhetstarennaarjou,envanhetgenieten vanjou.
13Ah!Omijnverdrietvoorjouvooralletijden!O Haiqâr,hoehebikjougedood!enikhebniet getreurdinjouwgevaltotdatikheteindevande zaakhadgezien'
14Endekoningbleefdagennachtwenen.Nu, toendezwaardvechterdewoedevandekoningen zijnverdrietvoorHaiqârzag,werdzijnhart verzachtjegenshem,enhijnaderdehemenzeitot hem:
15'Omijnheer!beveeluwdienarenommijnhoofd aftehakken.'Toenzeidekoningtothem:'Weeu, AbuSamîk,watisuwschuld?'
16Endezwaardvechterzeitothem:'Omijn meester!Iedereslaafdiehandeltinstrijdmethet woordvanzijnmeesterwordtgedood,enikhebin strijdmetuwbevelgehandeld.'
17Toenzeidekoningtothem:'Weeu,OAbu Samîk,waarinhebtuinstrijdmetmijnbevel gehandeld?'
18Endezwaardvechterzeitothem:'Omijnheer! UhebtmijbevolenHaiqârtedoden,enikwistdat uberouwzoutonenoverhem,endathemonrecht wasaangedaan,enikhebhemopeenbepaalde plaatsverborgen,enikhebeenvanzijnslaven gedood,enhijisnuveiligindeput,enalsumij beveelt,zalikhemtotubrengen.'
19Endekoningzeitothem:'Weeu,OAbuSamîk! Uhebtmijbespotenikbenuwheer.'
20Endezwaardvechterzeitothem:'Nee,maarbij hetlevenvanuwhoofd,omijnheer!Haiqâris veiligenlevend.'
21Entoendekoningdatgezegdehoorde,voelde hijzichzekervandezaak,enzijnhoofdzwom,en hijvielflauwvanvreugde,enhijbevalhenHaiqâr tebrengen
22Enhijzeitotdezwaardvechter:'Otrouwe dienaar!alsuwtoespraakwaaris,zouikugraag verrijken,enuwwaardigheidverheffenbovendie vanaluwvrienden.'
23Endezwaardvechterliepvrolijkverdertotdat hijbijHaiqârshuiskwam.Enhijopendededeur vandeschuilplaats,engingnaarbenedenenvond Haiqârzitten,Godprijzend,enHemdankend 24Enhijrieptothem,zeggende:'OHaiqâr,ik brengdegrootstevreugde,engeluk,en verrukking!'
25EnHaiqârzeitegenhem:'Watishetnieuws,o AbuSamîk?'EnhijverteldehemallesoverFarao vanhetbegintotheteinde.Toennamhijhemmee engingnaardekoning.
26Entoendekoningnaarhemkeek,zaghijdathij ineenstaatvangebrekverkeerde,endatzijnhaar langwasgewordenalsdatvanwildedierenenzijn nagelsalsdeklauwenvaneenadelaar,endatzijn lichaamvuilwasvanstof,endekleurvanzijn gezichtwasveranderdenvervaagdennualsaswas 27Entoendekoninghemzag,werdhijbedroefd overhemenstondonmiddellijkopenomhelsde hemenkustehem,enweendeoverhemenzei: 'GeprezenzijGod!dieutotmijheeft teruggebracht'
28Toentroosttehijhementroosttehem.Enhij trokzijnmanteluit,endeeddieaande zwaardvechter,enwaszeergenadigvoorhem,en gafhemgroterijkdom,enlietHaiqârrusten.
29ToenzeiHaiqârtotdekoning:'Laatmijnheer dekoningvooreeuwigleven!Ditzijndedadenvan dekinderenvandewereldIkhebmijeen palmboomgrootgebracht,zodatikeropkonleunen, enhijboogzijwaarts,enwierpmijneer.
30Maar,omijnHeer!sindsikvooruben verschenen,laatgeenzorguonderdrukken!Ende koningzeidetothem:GezegendzijGod,dieu barmhartigheidbetoonde,enwistdatuonrechtwas aangedaan,enugeredenuvandedoodgeredheeft.
31Maarganaarhetwarmebad,enscheeruw hoofd,enknipuwnagels,enverwisseluwkleren, envermaakuzelfgedurendeveertigdagen,opdat gijgoedaanuzelfmoogtdoenenuwtoestand verbeterenendekleurvanuwgezichttotuterug mogekomen
32Toentrokdekoningzijnkostbaremanteluit,en deeddieaanHaiqâr,enHaiqârdankteGodenboog zichneervoordekoning,envertrokblijen gelukkignaarzijnwoning,deAllerhoogsteGod lovend
33Enhetvolkvanzijnhuisverheugdezichmet hem,enzijnvriendenenallendiehoordendathij leefde,verheugdenzichook
Debriefvande"raadsels"wordtaanAhikar getoond.Dejongensopdeadelaars.Deeerste "vliegtuig"-ritOpnaarEgypteAhikar,eenman vanwijsheid,heeftookgevoelvoorhumor.(Vers 27).
1Enhijdeedzoalsdekoninghembevolenhad,en namveertigdagenrust.
2Toenkleeddehijzichinzijnvrolijkstekleed,en gingrijdendnaardekoning,metzijnslavenachter hemenvoorhem,verheugdenopgetogen.
3MaartoenNadan,dezoonvanzijnzuster, begreepwatergebeurde,greepangsthemaanen schrik,enhijwasverbijsterd,nietwetendwatte doen
4EntoenHaiqârhetzag,ginghijnaardekoning toeengroettehem,enhijbeantwoorddedegroet, enliethemnaasthemzitten,zeggendetothem:
'OmijnliefsteHaiqâr!Kijknaardezebrievendie de,koningvanEgyptenaaronsstuurde,nadathij hadgehoorddatjegedoodwas.
5Zijhebbenonsgetergdenoverwonnen,envelen vandemensenvanonslandzijnnaarEgypte gevluchtuitangstvoordebelastingendiedekoning vanEgyptevanonsheeftgeëist
6ToennamHaiqârdebrief,lashemenbegreepde inhoudervan
7Toenzeihijtegendekoning:'Weesniettoornig, mijnheer!IkzalnaarEgyptegaan,enikzalde antwoordenaanFaraoteruggeven,enikzalhem dezebrieftonen,enikzalhemantwoordenoverde belastingen,enikzalaldegenendiezijn weggelopenterugsturen;enikzaluwvijandente schandemakenmetdehulpvandeAllerhoogste God,envoorhetgelukvanuwkoninkrijk' 8EntoendekoningdezetoespraakvanHaiqâr hoorde,verheugdehijzichmetgrotevreugde,en zijnhartwerdverruimdenhijbetoondehemgunst
9EnHaiqârzeitegendekoning:'Geefmijeen uitstelvanveertigdagen,zodatikdezekwestiekan overwegenenbeheren.'Endekoningstonddittoe. 10EnHaiqârgingnaarzijnwoning,enhijbevalde jagersomtweejongearendjesvoorhemtevangen, enzijnamenzegevangenenbrachtenzenaarhem toe:enhijbevaldeweversvantouwenomtwee katoenenkabelsvoorhemteweven,elk tweeduizendellang,enhijlietdetimmerlieden brengenenbevalhenomtweegrotekistente maken,enzijdedendit.
11Toennamhijtweekleinejongens,enbrachtelke dagdoormethetofferenvanlammerenenhet voedenvandearendenendejongens,enhetlaten rijdenvandejongensopderuggenvandearenden, enhijbondzevastmeteenstevigeknoop,enbond
dekabelaandevoetenvandearenden,enlietze elkedagbeetjebijbeetjeomhoogvliegen,toteen afstandvantienel,totdatzeeraangewendraakten eneraangeleerdwaren;enzestegenoverdehele lengtevanhettouwtotdatzedeluchtbereikten;de jongenswarenophunruggen.Toentrokhijzenaar zichtoe.
12EntoenHaiqârzagdatzijnwensvervuldwas, gafhijdejongensdeopdrachtomteschreeuwen wanneerzenaardehemelwerdengedragen, zeggende:
13'Brengonskleiensteen,zodatweeenkasteel voorkoningFaraokunnenbouwen,wantwezijn lui.'
14EnHaiqârwasnooitklaarmethentetrainenen teoefenentotdatzehethoogstmogelijkepunt(van vaardigheid)haddenbereikt.
15Toenliethijhenachterengingnaardekoning enzeitegenhem:'Omijnheer!Hetwerkis voltooidvolgensuwwens.Stametmijop,zodatik uhetwonderkanlatenzien'
16DussprongdekoningopengingbijHaiqâr zittenengingnaareenruimeplaatsenstuurdeom dearendenendejongenstehalen,enHaiqârbond zevastenlietzedehelelengtevandetouweninde luchtlos,enzebegonnenteschreeuwenzoalshijze hadgeleerd.Toentrokhijzenaarzichtoeenzette zeophunplaats
17Endekoningendegenendiebijhemwaren, verwonderdenzichmeteengrootwonder:ende koningkusteHaiqârtussenzijnogenenzeitegen hem:'Gainvrede,omijngeliefde!Otrotsvanmijn koninkrijk!naarEgypteenbeantwoorddevragen vanFaraoenoverwinhemdoordekrachtvande AllerhoogsteGod.'
18Toennamhijafscheidvanhemennamzijn troepenenzijnlegerendejongemannenende arenden,engingnaardewoningenvanEgypte;en toenhijwasaangekomen,keerdehijzichnaarhet landvandekoning.
19EntoenhetvolkvanEgyptevernamdat SanheribeenmanvanzijnGeheimeRaadhad gestuurdommetFaraotesprekenenzijnvragente beantwoorden,brachtenzijhetnieuwsnaarkoning Farao,enhijstuurdeeengroepvanzijnGeheime Raadsledenomhemvoorhemtebrengen
20Enhijkwamentradindetegenwoordigheidvan Farao,enboogzichvoorhemneerzoalshetpast omkoningentedoen
21Enhijzeidetothem:Omijnheerdekoning! Sanheribdekoningbegroetumetovervloedvan vredeenmacht,eneer.
22Enhijheeftmijgezonden,dieeenvanzijn slavenben,opdatikuuwvragenzalbeantwoorden, enaluwwensenzalvervullen;wantgijhebt
gezondenomvanmijnheerdekoningeenmante vragen,dieueenkasteelzalbouwentussende hemelendeaarde
23Enikzalhetvoorubouwen,metdehulpvande AllerhoogsteGodenuwedelegunstendemacht vanmijnheerdekoning,zoalsgijwilt.
24Maar,omijnheerdekoning!watgijdaarinhebt gezegdoverdebelastingenvanEgyptegedurende driejaar-nuisdestabiliteitvaneenkoninkrijk strikterechtvaardigheid,enindiengijwintenmijn handnietbekwaamisomuteantwoorden,danzal mijnheerdekoningudebelastingenzenden,diegij hebtgenoemd
25Enindienikuopuwvragenhebgeantwoord,zal hetaanuoverblijvenomalleswatuhebtvermeld, naarmijnheerdekoningtesturen'
26EntoenFaraodietoespraakhoorde, verwonderdehijzichenwasverbijsterddoorde vrijheidvanzijntongendeaangenaamheidvanzijn spraak.
27EnkoningFaraozeitothem:'Oman!watisuw naam?'Enhijzei:'UwdienaarisAbiqâm,enikeen kleinemiervandemierenvankoningSanherib'
28EnFaraozeitothem:'Haduwheerniemandvan hogerewaardigheiddanu,dathijmijeenkleine mierheeftgestuurdommijteantwoordenenmet mijtepraten?'
29EnHaiqârzeitothem:'Omijnheerdekoning! IkzoutotGoddeAllerhoogstewillendatikmag vervullenwatopuwgedachtenis,wantGodismet dezwakken,opdatHijdesterkeninverwarring magbrengen.'
30ToengafFaraobeveldatzijeenwoningvoor Abiqammoestenklaarmakenenhemmoesten voorzienvanproviand,vleesendrank,enalleswat hijnodighad
31Entoenhetklaarwas,kleeddeFaraozichdrie dagenlaterinpurperenroodengingopzijntroon zitten,enalzijnviziersendemagnatenvanzijn koninkrijkstondenmethunhandengekruist,hun voetendichtbijelkaarenhunhoofdengebogen
32EnFaraozondomAbiqamtehalen,entoenhij aanhemwerdvoorgesteld,booghijvoorhemneer enkustedegrondvoorhem
33EndekoningFaraozeitothem:'OAbiqam,op wiebenikgelijk?Endeedelenvanmijnkoninkrijk, opwiezijnzijgelijk?'
34EnHaiqârzeitothem:'Omijnheer,deverwante, ubentalsdeafgodBel,endeedelenvanuw koninkrijkzijnalszijndienaren.'
35Hijzeitegenhem:'Ga,enkommorgenhier terug.'DusgingHaiqârzoalskoningFaraohemhad bevolen.
36EndevolgendedaggingHaiqârnaarde aanwezigheidvanFarao,enboogzichneer,en
stondvoordekoning.EnFaraowasgekleedineen rodekleur,endeedelenwarengekleedinhetwit.
37EnFaraozeitegenhem:'OAbiqâm,opwieben ikgelijk?Endeedelenvanmijnkoninkrijk,opwie zijnzijgelijk?'
38EnAbiqâmzeitegenhem:'Omijnheer!Ubent alsdezon,enuwdienarenzijnalshaarstralen.'En Faraozeitegenhem:'Ganaaruwwoning,enkom morgenhierterug.'
39ToenbevalFaraozijnhofhoudingomzuiverwit tedragen,enFaraowasgekleedalszijenzatop zijntroon,enhijbevalhunomHaiqârtehalen.En hijgingnaarbinnenenzettezichvoorhemneer
40EnFaraozeitothem:'OAbiqam,aanwiegelijk ikben?Enmijnedelen,aanwiegelijkenzij?'
41EnAbiqamzeitothem:'Omijnheer!gijzijtals demaan,enuwedelenzijnalsdeplanetenende sterren'EnFaraozeitothem:'Ga,enmorgenzijt gijhier.'
42ToengeboodFaraozijndienarenomgewaden vanverschillendekleurentedragen,enFaraodroeg eenroodfluwelenkleed,enzatopzijntroon,en geboodhunomAbiqamtehalenEnhijgingnaar binnenenboogzichvoorhemneer.
43Enhijzei:'OAbiqam,aanwiegelijkikben?En mijnlegers,aanwiegelijkenzij?'Enhijzei:'O mijnheer!gijzijtalsdemaandapril,enuwlegers zijnalshaarbloemen'
44Entoendekoninghethoorde,verheugdehij zichmetgrotevreugdeenzei:'OAbiqâm!deeerste keerhebtumijvergelekenmethetafgodsbeeldBel, enmijnedelenmetzijndienaren.
45Endetweedekeerhebtumijvergelekenmetde zon,enmijnedelenmetdezonnestralen
46Endederdekeerhebtumijvergelekenmetde maan,enmijnedelenmetdeplanetenendesterren
47Endevierdekeerhebtumijvergelekenmetde maandapril,enmijnedelenmethaarbloemen. Maarnu,oAbiqâm!vertelmij,uwheer,koning Sanherib,aanwieishijgelijk?enzijnedelen,aan wiezijnzijgelijk?'
48EnHaiqârschreeuwdemetluidestemenzei: 'Hetzijverrevanmijommeldingtemakenvan mijnheerdekoningenudieopuwtroonzitMaar staop,opdatikukanvertellen,opwiemijnheerde koninglijktenopwiezijnedelenlijken'
49EnFaraowasverbijsterddoordevrijheidvan zijntongenzijnstoutmoedigheidinhetantwoorden. ToenstondFaraoopvanzijntroonenstondvoor Haiqâr,enzeitothem:'Vertelmijnu,opdatikkan zien,opwieuwheerdekoninglijkt,enzijnedelen, opwiezijlijken.'
50EnHaiqârzeitothem:'MijnheerisdeGoddes hemels,enzijnedelenzijndebliksemschichtenen
dedonder,enwanneerhijwilwaaiendewindenen valtderegen.
51Enhijbeveeltdedonder,enhetbliksemten regent,enhijhoudtdezonvast,enhetgeeftzijn lichtniet,endemaanendesterren,enzijcirkelen niet.
52Enhijbeveeltdestorm,enhetwaaitenderegen valtenhetvertraptAprilenverwoestzijnbloemen enzijnhuizen.'
53EntoenFaraodezetoespraakhoorde,washij zeerverbijsterdenwasvertoorndmeteengrote woede,enzeitothem:'Oman!vertelmijde waarheid,enlaatmijwetenwiejewerkelijkbent'
54Enhijverteldehemdewaarheid.'IkbenHaiqâr, deschrijver,degrootstevandeGeheime RaadgeversvankoningSanherib,enikbenzijn vizierendeGouverneurvanzijnkoninkrijk,enzijn Kanselier'
55Enhijzeitothem:'Jehebtdewaarheidverteld inditwoord.MaarwijhebbenvanHaiqârgehoord, datkoningSanheribhemgedoodheeft,entoch schijntgijlevendenweltezijn.’
56EnHaiqârzeidetothem:Ja,datwashet,maar Godzijgeprezen,dieweetwatverborgenis,want mijnheerdekoningheeftbevolenmijtedoden,en hijgeloofdehetwoordvanlosbandigemannen, maardeHEEREheeftmijgered,engezegendishij dieopHemvertrouwt’
57EnFaraozeidetotHaiqâr:Ga,enweesmorgen hier,envertelmijeenwoorddatiknooitvanmijn edelennochvandemensenvanmijnkoninkrijken mijnlandhebgehoord.
HOOFDSTUK6
DelistslaagtAhikarbeantwoordtelkevraagvan Farao.Dejongensopdeadelaarszijnhet hoogtepuntvandedag.Verstand,zozelden gevondenindeoudegeschriften,wordtonthuldin verzen34-45.
1EnHaiqârgingnaarzijnverblijfplaatsenschreef eenbrief,waarinhijopdezemanierzei:
2VanSanherib,koningvanAssyrië.enNineveh aanFarao,koningvanEgypte
3'Vredeziju,omijnbroeder!enwatwijuhiermee latenweten,isdateenbroederbehoefteheeftaan zijnbroeder,enkoningenvanelkaar,enmijnhoop vanuisdatumijnegenhonderdtalentengoudzou willenlenen,wantikhebhetnodigvoorde proviandvaneenaantalsoldaten,zodatikhetaan henkanuitgevenEnnaeenkortetijdzalikhetu sturen.'
4Toenvouwdehijdebriefopenoverhandigde hemdevolgendedagaanFarao
5Entoenhijhetzag,washijverbijsterdenzeide tothem:Voorwaar,ikhebnognooitzoietsalsdeze taalvaniemandgehoord
6ToenzeiHaiqârtothem:Voorwaar,ditiseen schulddieuverschuldigdbentaanmijnheerde koning.
7EnFaraoaanvaarddedit,zeggende:OHaiqâr,het isdegelijkevanudieeerlijkbentindedienstvan koningen.
8GezegendzijGoddieuvolmaaktheeftgemaakt inwijsheidenuheeftversierdmetfilosofieen kennis.
9Ennu,oHaiqâr,blijfteroverwatwijvanu verlangen,datuzoubouwenalseenkasteeltussen hemelenaarde.
10ToenzeiHaiqâr:HorenisgehoorzamenIkzalu eenkasteelbouwenovereenkomstiguwwensen keuze;maar,omijnheer,ikbereidonskalken steenenkleienwerkliedenvoor,enikheb bekwamebouwersdievooruzullenbouwenzoals uwenst
11Endekoningbereiddedatallesvoorhemvoor, enzijgingennaareengroteplaats;enHaiqâren zijnjongenskwamendaar,enhijnamdearenden endejongemannenmetzichmee;endekoningen alzijnedelengingenendehelestadverzamelde zich,omtezienwatHaiqârzoudoen.
12ToenlietHaiqârdearendenuitdekisten,en bonddejongemannenophunruggen,enbondde touwenaandevoetenvandearenden,enlietzein deluchtgaanEnzijstegenomhoog,totdatzij tussenhemelenaardebleven.
13Endejongensbegonnenteschreeuwen, zeggende:'Brengbakstenen,brengklei,opdatwij hetkasteelvandekoningkunnenbouwen,wantwij staanwerkeloos!'
14Endemenigtewasverbaasdenverbijsterd,en zijverwonderdenzich.Endekoningenzijnedelen verwonderdenzich
15EnHaiqârenzijndienarenbegonnende werkliedenteslaan,enzijschreeuwdenomde troepenvandekoning,enzeidentothen:'Breng aandebekwamewerkliedenwatzijwillenen verhinderhennietvanhunwerk'
16Endekoningzeitothem:'Gijzijtgek;wiekan ietstotzo'nafstandbrengen?'
17EnHaiqârzeitothem:'Omijnheer!hoezullen wijeenluchtkasteelbouwen?Enalsmijnheerde koninghierwas,zouhijopééndagmeerdere kastelenhebbengebouwd.'
18EnFaraozeitothem:'Ga,oHaiqâr,naaruw woningenrustuit,wantwijhebbenhetbouwen vanhetkasteelopgegeven,enkommorgentotmij.'
19ToengingHaiqârnaarzijnwoningende volgendedagverscheenhijvoorFarao.EnFarao
zei:'OHaiqâr,watisernieuwsoverhetpaardvan uwheer?wantwanneerhijhinniktinhetlandvan AssyriëenNineve,enonzemerrieszijnstemhoren, verwekkenzijhunjongen.'
20EntoenHaiqârdezewoordenhoorde,ginghij heenennameenkat,enbondhaarvasten begonhaarmeteenhevigezweepslagtegeselen, totdatdeEgyptenarenhethoorden,enzijgingenen verteldenhetaandekoning.
21EnFaraozondomHaiqârtehalen,enzeidetot hem:'OHaiqâr,waaromzweepjezoenslaatjedat stommebeest?'
22EnHaiqârzeidetothem:Mijnheerdekoning!
Voorwaar,zijheeftmijeenlelijkedaadgedaan,en heeftdezeafstraffingengeselingverdiend,want mijnheerkoningSanheribhadmijeenmooiehaan gegeven,enhijhadeensterke,warestemenkende deurenvandedagendenacht
23Endekatisvannachtopgestaan,heefthaarkop afgesnedenenisweggegaan.Omdieredenhebik haardezeafstraffinggegeven'
24EnFaraozeitegenhem:'OHaiqâr,ikzieaandit allesdatjeoudwordteninjeouderdomverkeert WanttussenEgypteenNinevezijnerachtenzestig parasangen.Enhoeiszevannachtgegaan,heeftze dekopvanjehaanafgesnedenenisze teruggekomen?'
25EnHaiqârzeitegenhem:'Omijnheer!Alser zo'ngroteafstandwastussenEgypteenNineve, hoekondenjemerriesdanhorenwanneerhetpaard vanmijnheerdekoninghinniktenhaarjongen werpt?EnhoekondestemvanhetpaardEgypte bereiken?'
26EntoenFaraodathoorde,wisthijdatHaiqâr zijnvragenhadbeantwoord.
27EnFaraozei:'OHaiqâr,ikwildatjetouwenvan zeezandvoormemaakt.'
28EnHaiqârzeitegenhem:'Omijnheerdekoning! Beveelzeomeentouwuitdeschatkamerte halen,zodatikereenkanmakendiedaaroplijkt.'
29ToengingHaiqârnaardeachterkantvanhet huisenboordegateninderuwekustvandezee,en nameenhandvolzandinzijnhand,zeezand, entoendezonopkwamenindegatendrong, spreiddehijhetzandindezonuittotdathetwerd alsofhetgewevenwasalstouwen
30EnHaiqârzei:'Beveeluwdienarenomdeze touwentenemen,enwanneeruhetwilt,zaliker eenpaarwevenzoalsdeze'
31EnFaraozei:'OHaiqâr,wijhebbenhiereen molensteenendieisgebrokenenikwildatjijhem weernaait.'
32ToenkeekHaiqârernaarenvondeenandere steen
33EnhijzeitegenFarao:'Omijnheer!Ikbeneen vreemdelingenikhebgeengereedschapomte naaien
34Maarikwildatjijjetrouweschoenmakers beveeltompriemenuitdezesteentesnijden,zodat ikdiemolensteenkannaaien.'
35ToenlachtenFaraoenalzijnedelen.Enhijzei: 'GezegendzijdeAllerhoogsteGod,diejoudeze geestenkennisgaf.'
36EntoenFaraozagdatHaiqârhemhad overwonnen,enhemzijnantwoordengaf,werdhij terstondopgewonden,enbevalhunomvoorhem driejaarbelastingenteinnen,enomzenaarHaiqâr tebrengen.
37Enhijtrokzijngewadenuitendeedzeaan Haiqâr,enzijnsoldaten,enzijndienaren,engaf hemdekostenvanzijnreis.
38Enhijzeitothem:'Gainvrede,okrachtvan zijnheerentrotsvanzijndokters!Hebbeneenvan desultansuwgelijken?Brengmijngroetenover aanuwheerkoningSanherib,envertelhemhoewij hemgeschenkenhebbengestuurd,wantkoningen zijntevredenmetweinig'
39ToenstondHaiqârop,kustedehandenvande koningFaraoenkustedegrondvoorhem,en wenstehemsterkteenvoortzetting,enovervloedin zijnschatkamer,enzeitothem:'Omijnheer!Ik verlangvanudatgeenvanonzelandgenotenin Egyptezalblijven.'
40EnFaraostondopenzondherautenominde stratenvanEgypteteverkondigendatniemandvan hetvolkvanAssyriëofNineveinhetlandvan Egyptezoublijven,maardatzijmetHaiqârmee moestengaan
41ToengingHaiqârheenennamafscheidvan koningFarao,enreisde,opzoeknaarhetlandvan AssyriëenNineve;enhijhadwatschatteneneen groterijkdom.
42EntoenhetnieuwskoningSanheribbereiktedat Haiqârzoukomen,ginghijhemtegemoeten verheugdezichbuitengewoonoverhemmetgrote vreugdeenomhelsdehemenkustehemenzeitot hem:'Welkomthuis,obloedverwant!mijnbroeder Haiqâr,dekrachtvanmijnkoninkrijk,endetrots vanmijnrijk.
43Vraagwatjevanmijwilthebben,zelfsal verlangjedehelftvanmijnkoninkrijkenvanmijn bezittingen.'
44ToenzeiHaiqârtothem:'Omijnheerdekoning, leefineeuwigheid!Bewijsgunst,omijnheerde koning!aanAbuSamîkinmijnplaats,wantmijn levenwasindehandenvanGodenindezijne.'
45ToenzeiSanheribdekoning:'Eerziju,omijn geliefdeHaiqâr!IkzaldepositievanAbuSamîkde
zwaardvechterhogermakendanalmijnGeheime Raadgeversenmijngunstelingen.'
46Toenbegondekoninghemtevragenhoehet hemmetFaraowasvergaanvanafzijneerste aankomsttotdathijwegwasvanzijnaanwezigheid, enhoehijalzijnvragenhadbeantwoord,enhoehij debelastingenvanhemhadontvangen,ende wisselkledingendegeschenken
47EnSanheribdekoningverheugdezichmetgrote vreugde,enzeitotHaiqâr:'Neemwatjegraagzou willenhebbenvandezeschatting,wanthetis allemaalbinnenhetbereikvanjehand.'
48EnHaiqârmid:'Laatdekoningvooreeuwig leven!Ikverlangnietsandersdandeveiligheidvan mijnheerdekoningendevoortzettingvanzijn grootheid
49Omijnheer!Watkanikdoenmetrijkdomen dergelijke?Maaralsumijgunstwiltbewijzen,geef mijNadan,dezoonvanmijnzuster,zodatikhem kanvergeldenvoorwathijmijheeftaangedaan,en schenkmijzijnbloedenhoudmijdaarvoor onschuldig.'
50EnSanherib,dekoning,zei:'Neemhem,ikheb hemaanugegeven.'EnHaiqârnamNadan,de zoonvanzijnzuster,enbondzijnhandenmet ijzerenkettingen,enbrachthemnaarzijnwoning, endeedeenzwareboeiaanzijnvoeten,enbonddie meteenstrakkeknoop,ennadathijhemaldushad vastgebonden,wierphijhemineendonkerekamer, naastderustplaats,ensteldeNebu-halaanals schildwachtoverhemomhemelkedageenbrood eneenbeetjewatertegeven.
HOOFDSTUK7
DegelijkenissenvanAhikarwaarinhijde opvoedingvanzijnneefjesvoltooit.Treffende vergelijkingen.Ahikarnoemtdejongen schilderachtigenamenHiereindigthetverhaalvan Ahikar.
1EnwanneerHaiqârinofuitging,berisptehij Nadan,dezoonvanzijnzuster,enzeiwijstegen hem:
2'ONadan,mijnjongen!Ikhebjeallesaangedaan watgoedenaardigisenjijhebtmedaarvoor beloondmetwatlelijkenslechtisenmetdoden
3'Omijnzoon!Erstaatindespreuken:Wieniet metzijnoorluistert,zalhemmetzijnnekvellaten luisteren'
4EnNadanzei:'Omwelkeredenbenjeboosop mij?'
5EnHaiqârzeitothem:Omdatikjehebopgevoed, enjehebonderwezen,enjeeerenrespectheb gegevenenjegroothebgemaakt,enjeheb grootgebrachtmetdebesteopvoeding,enjeinmijn
plaatshebgezet,zodatjemijnerfgenaaminde wereldzoukunnenzijn,enjehebtmijmetdoden behandeldenmijmetmijnondergangvergolden
6MaardeHeerwistdatmijonrechtwasaangedaan, enHijheeftmijgeredvanhetvleesdatjijvoormij hadneergezet,wantdeHeergeneestdegebroken hartenenweerhoudtdeafgunstigenende hoogmoedigen
7Omijnjongen!Jebentvoormijgeweestalsde schorpioendie,wanneerhijopkoperslaat,het doorboort
8Omijnjongen!jijbentalsdegazellediede wortelsvandemeekrapat,enhetvoegtmij vandaagtoeenmorgenzullenzezichverstoppenin mijnwortels."
9Omijnjongen!jijbentbijmijgeweestdiezijn kameraadnaaktzagindekoudetijdvandewinter; enhijnamkoudwaterengoothetoverhemheen
10Omijnjongen!jijbentvoormijgeweestalseen mandieeensteennamendienaardehemelgooide omzijnHeerermeetestenigenEndesteenraakte nietenreikteniethooggenoeg,maarwerdde oorzaakvanschuldenzonde
11Omijnjongen!alsjemijhadgeëerden gerespecteerdennaarmijnwoordenhadgeluisterd, zoujemijnerfgenaamzijngeweestenzoujeover mijndomeinenhebbengeregeerd.
12Omijnzoon!weetdatalsdestaartvandehond ofhetvarkentienellangwas,hijnietindebuurt zoukomenvandewaardevandievanhetpaard, zelfsalshijalszijdewas
13Omijnjongen!Ikdachtdatjemijnerfgenaam zouzijngeweestbijmijndood;enjijwildemij dodendoorjeafgunstenjebrutaliteitMaarde Heerheeftmijvanjesluwheidverlost.
14Omijnzoon!Jebentvoormijgeweestalseen valdieopdemesthoopwasgezet,enerkwameen musenvonddevalopgezet.Endemuszei tegendeval:"Watdoejehier?"Devalzei:"Ikbid hiertotGod."
15Endeleeuwerikvroeghemook:"Watishetstuk houtdatjevasthoudt?"Devalzei:"Datiseen jongeeikwaaropikleunalsikbid."
16Deleeuwerikzei:"Enwatisdatdinginje mond?"Devalzei:"Datisbroodenprovianddatik meedraagvoorallehongerigenenarmendiebijme komen."
17Deleeuwerikzei:"Magikdannunaarvoren komeneneten,wantikhebhonger?"Endevalzei tegenhem:"Komnaarvoren."Endeleeuwerik naderde,opdathijzoueten
18Maardevalsprongopengreepdeleeuwerikbij zijnnek.
19Endeleeuwerikantwoorddeenzeitegendeval: "Alsdatjouwbroodisvoordehongerige,
aanvaardtGodjouwaalmoezenenjouw vriendelijkedadenniet.
20Enalsdatjouwvastenenjouwgebedenzijn, aanvaardtGodnochjouwvastennochjouwgebed vanjou,enGodzalnietvolmakenwatgoedisaan jou."
21Omijnjongen!jijbentvoormijgeweest(als) eenleeuwdievriendschapslootmeteenezel,ende ezelbleefeentijdjevoordeleeuwlopen;enopeen dagsprongdeleeuwopdeezelenathemop
22Omijnjongen!jijbentvoormijgeweestalseen keverinhetkoren,wanthetdoetnietsgoedsaan iets,maarbederfthetkorenenknaagteraan
23Omijnjongen!gijzijtalseenmangeweestdie tienmatentarwezaaide,entoenhetoogsttijdwas, stondhijopenmaaidehet,enverzameldehet,en dorstehet,enzwoegdeertothetuitersteop,enhet bleektienmatentezijn,enzijnmeesterzeitothem: "Ogijluiaard!gijzijtnietgegroeidengijzijtniet gekrompen."
24Omijnjongen!gijzijtvoormijgeweestalsde patrijsdieinhetnetwasgeworpen,enzijkon zichzelfnietredden,maarzijriepdepatrijzentoe, datzijzemetzichinhetnetzouwerpen.
25Omijnzoon!gijzijtvoormijgeweestalsde honddiehetkoudhadendieinhethuisvande pottenbakkergingomzichteverwarmen.
26Entoenhijwarmwasgeworden,begonhijnaar henteblaffen,enzijjoegenhemwegensloegen hem,opdathijhennietzoubijten.
27Omijnzoon!Jebentvoormijgeweestalshet varkendatmetmensenvankwaliteithethetebad inging,entoenhetuithethetebadkwam,zaghet eensmeriggatenhetgingerinzittenenwentelde zicherin.
28Omijnzoon!Jebentvoormijgeweestalsde geitdiezichbijzijnkameradenvoegdeopwegnaar hetoffer,enhetwasnietinstaatzichzelfteredden.
29Omijnjongen!Dehonddienietgevoedwordt vanzijnjachtwordtvoedselvoorvliegen.
30Omijnzoon!Dehanddienietwerktenploegt en(die)hebzuchtigensluwis,zalvanzijn schouderwordenafgesneden.
31Omijnzoon!Hetoogwaaringeenlichtwordt gezien,deravenzulleneraanpikkenenheteruit plukken
32Omijnjongen!Jebentvoormijgeweestalseen boomwaarvanzedetakkenafhakten,enhetzei tegenhen:"Alserietsvanmijnietinjulliehanden was,zoudenjulliemijwaarlijknietkunnen afhakken"
33Omijnjongen!jijbentalsdekattotwieze zeiden:"Stopmetstelentotdatweeengouden kettingvoorjemakenenjesuikerenamandelen voeren."
34Enzezei:"Ikvergeetdekunstvanmijnvader enmoederniet."
35Omijnzoon!jebentgeweestalsdeslangdieop eendoornstruikreedtoenhijmiddenineenrivier was,eneenwolfhenzagenzei:"Onheiloponheil, enlaatdegenediehetkwaadaardigstisdanzij beidenleiden."
36Endeslangzeitegendewolf:"Delammerenen degeitenendeschapendiejejehelelevenhebt gegeten,zuljezeteruggevenaanhunvadersenhun oudersofniet?"
37Dewolfzei:"Nee."Endeslangzeitegenhem: "Ikdenkdatjenamijdeslechtstevanonsbent"
38Omijnjongen!Ikhebjegoedvoedselgegeven enjijhebtmijnietmetdroogbroodgevoed.
39Omijnjongen!Ikgafjegesuikerdwateromte drinkenengoedesiroop,enjijgafmijgeenwater uitdeputomtedrinken
40Omijnjongen!Ikhebjegeleerdenopgevoed, enjijhebteenschuilplaatsvoormijgegravenen mijverborgen
41Omijnjongen!Ikhebjeopgevoedmetdebeste opvoedingenjegetraindalseenhogeceder;enjij hebtmijverwrongenengebogen.
42Omijnjongen!hetwasmijnhoopmet betrekkingtotjoudatjemijeenversterktkasteel zoubouwen,zodatikdaarinvoormijnvijanden verborgenzoukunnenzijn,enjijwerdvoormijals iemanddiebegravenligtindedieptevandeaarde; maardeHeerhadmedelijdenmetmijenverloste mijvanjouwsluwheid
43Omijnjongen!Ikwenstejehetbeste,enje beloondememetkwaadenhaat,ennuzouikje ogengraaguitrukken,enjetotvoedselvoorde hondenmaken,enjetongafsnijden,enjehoofd afhakkenmetdescherptevanhetzwaard,enje vergeldenvoorjeafschuwelijkedaden.'
44EntoenNadandezetoespraakvanzijnoom Haiqârhoorde,zeihij:'Omijnoom!Behandelmij volgensjekennis,envergeefmemijnzonden,want wieiserdiegezondigdheeftzoalsik,ofwieiser dievergeeftzoalsjij?
45Aanvaardmij,omijnoom!Nuzalikinjehuis dienen,enjepaardenverzorgenendemestvanje veeopvegen,enjeschapenvoeden,wantikbende goddelozeenjijbentderechtvaardige:ikde schuldigeenjijdevergevende.'
46EnHaiqârzeitegenhem:'Omijnjongen!gijzijt alsdeboomdievruchtelooswasaanhetwater,en zijnmeesterwasgenoodzaakthemomtehakken, enhijzeitothem:"Brengmijnaareenandere plaats,enindienikgeenvruchtdraag,hakmijdan om."
47Enzijnmeesterzeitothem:"Gij,aanhetwater, hebtgeenvruchtgedragen,hoezultgijvrucht dragenwanneergijopeenandereplaatszijt?"
48Omijnjongen!deouderdomvandearendis beterdandejeugdvandekraai
49Omijnjongen!zeidenzijtotdewolf:"Blijfuit debuurtvandeschapen,opdathunstofunietzal schaden"Endewolfzei:"Dedroesemvande schapenmelkisgoedvoormijnogen."
50Omijnjongen!zijlietendewolfnaarschool gaan,opdathijzoulerenlezenenzijzeidentothem: "ZegA,B."Hijzei:"Lamengeitinmijnbel" 51Omijnjongen!Zezettendeezeloptafelenhij viel,enbegonzichzelfdoorhetstofterollen,en iemandzei:"Laathemzichzelfrollen,wanthetis zijnaard,hijzalnietveranderen
52Omijnjongen!hetgezegdeisbevestigddatluidt: "Alsjeeenjongenverwekt,noemhemdanjezoon, enalsjeeenjongengrootbrengt,noemhemdanje slaaf."
53Omijnjongen!Wiegoeddoet,zalhetgoede ontvangen;enwiekwaaddoet,zalhetkwade ontvangen,wantdeHeervergeldteenmannaarde maatvanzijnwerk.
54Omijnjongen!Watzalikjemeerzeggendan dezegezegden?WantdeHeerweetwatverborgen is,enisbekendmetdemysteriesendegeheimen.
55EnHijzaljevergeldenenzaloordelen,tussen mijenjou,enzaljevergeldennaarjeverdienste.',
56EntoenNadandietoespraakvanzijnoom Haiqârhoorde,zwolhijonmiddellijkopenwerdals eenopengebarstenblaas.
57Enzijnledematenzwollenopenzijnbenenen zijnvoetenenzijnzijde,enhijwerdgescheurden zijnbuikbarstteopenenzijningewandenwerden verspreid,enhijstierfenstierf
58Enzijnlaatsteeindewasvernietiging,enhij gingnaardehel.Wanthijdieeenkuilgraaftvoor zijnbroederzalerinvallen;enhijdievallenopzet zaleringevangenworden.
59Ditiswatergebeurdeen(wat)wevondenover hetverhaalvanHaiqâr,enlofzijGodvooraltijd. Amen,envrede.
60DezekroniekisvoltooidmetdehulpvanGod, mogeHijverhevenworden!Amen,Amen,Amen.