Leviathan toen en nu. Herkomst, geschiedenis en functie van een monster

Page 1

Bob Becking

De Leviathan toen en nu

Herkomst, geschiedenis en functie van een monster


Afscheidscollege Uitgesproken van het afscheid van de Universiteit Utrecht als hoogleraar: Bijbel, Religie en Identiteit op woensdag 2 september 2015.

2


Mijnheer de Rector Magnificus, Mijnheer de decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen, Mevrouw het hoofd van het departement Wijsbegeerte en Religiestudies, Dames en heren collega’s, Familie, vrienden, en bekenden, Geachte aanwezigen, In dit laatste hoorcollege – dus geen discussie tijdens de les – wil ik twee vragen bespreken.1 (1) Wie was de Leviathan en (2) hoe komt het dat hij tot op de dag van vandaag zo’n grote symbolische betekenis heeft? Mijn antwoord op deze vragen bereik ik via een omweg. In de roman Pier en Oceaan van de schrijver Oek de Jong komen enkele fragmenten voor waarin de jonge hoofdpersoon Abel de angst voor en de aantrekkingskracht van de waterschrik ondergaat. Door heel Nederland gingen tot in de jaren vijftig sagen, waarin aan kinderen langs de waterkant de angst werd ingegeven voor een watermonster dat hen naar de diepte zou lokken wanneer zij te dicht langs de waterkant gingen. Er waren talloze benamingen voor de waterschrik. Op een kaart van het Meertens-instituut uit 1937 zijn deze verzameld en geprojecteerd op een kaart van Nederland. De ‘krolleman’ uit Waterland, de ‘ekkerman’ uit Geldrop en de ‘bullebak’ uit Schipluiden hadden onderling veel gemeen. Zij waren echter nimmer compleet uitwisselbaar. Er waren regionale varianten in betekenis en betekenistoekenningen. Met die variatie als waarschuwing in het achterhoofd wil ik nu gaan kijken naar de wereld van de monsters in het oude Nabije Oosten. Daar bevond zich namelijk de kraamkamer van de Leviathan.

Oude Nabije Oosten In het Oude Nabije Oosten was er een verscheidenheid aan 1 Deze rede is gebaseerd op B. Becking, Zonder monsters gaat het niet: een geschiedenis van de Leviathan, Vught: Skandalon, 2015; daar kan de lezer verdere details, bronvermeldingen en secundaire literatuur vinden.

3


voorstellingen van zeemonsters, draken en zevenkoppige slangen. Hoewel elke tekst en elk monster uniek is, zijn er talloze verbanden. Ik concentreer mij echter op de Leviathan. Reeds voordat Israël als volk ontstond, werd de Leviathan genoemd in een spijkerschrifttekst uit het oude Oegariet. Tussen 1500 en 1200 v. Chr. bloeide in deze kosmopolitische havenstad de economie en de cultuur. Onder de vele kleitabletten met een alfabetisch spijkerschrift bevindt zich het Epos van Baäl. Dit epos verhaalt in mythische kleuren over een strijd in de godenwereld. De jonge god Baäl wil opklimmen naar een centrale positie in het pantheon. Er zijn echter kapers op de kust: de zeegod Yammu en de god van de dood Motu. Met de dood van Baäl lijkt Motu de strijd te hebben gewonnen, maar Baäl herrijst uit de onderwereld. In het epos wordt verteld dat Litanu, de helper van de zeegod Yammu, door een god naar later blijkt Baäl is gedood. Yammu wil zich wreken voor de moord op zijn helper Litanu door Baäl de toegang tot het banket der goden te ontzeggen: Hoewel jij Litanu/Lothan, de snelle slang, hebt verslagen Je maakte een einde aan de kronkelende slang De machtige met de zeven hoofden. (KTU 1.5 i 1-4 // i:28-30)

Litanu is de Oegaritische naam voor de Leviathan. Deze wordt in dit fragment neergezet als een chaosmonster, dat als handlanger van Yammu de orde in de gemeenschap bedreigt.

Oude Testament In het Oude Testament wordt zes keer melding gemaakt van de Leviathan: tweemaal in de Psalmen, tweemaal in het boek Jesaja en tweemaal in het boek Job. Het is opmerkelijk dat het monster alleen in poëtische teksten genoemd wordt en in narratieve contexten ontbreekt. De zes Bijbelgedeelten leveren geen gezamenlijk of eenduidig beeld. De Leviathan is soms een slang, dan weer een krokodilachtige en dan weer een zeemonster. Ik zal vier van de zes teksten nu bespreken en analyseren. 4


1. Psalm 74 In Psalm 74 komt de Leviathan voor in een passage die als een ‘argumentum ad Deum’ moet worden gezien. De herinnering aan Gods grote daden in het verleden functioneert als een prikkel voor het gebed tot God om net als in het verleden in het heden in te grijpen. Tot die daden behoren Gods koningsheerschappij door de eeuwen heen en de uittocht uit Egypte, die als volgt verwoord wordt: U hebt door uw kracht de zee gespleten en de koppen van monsters op het water verpletterd, U hebt de hoofden van Leviathan verbrijzeld, hem als voedsel gegeven aan de dieren in de woestijn. (Psalm 74:13-14)

De Leviathan staat hier metaforisch voor de macht van de Farao uit Egypte. Volgens het oudtestamentische geloof is die macht bij de uittocht verbroken. Het plastische beeld dat de lijken van de Egyptenaren als voedsel aan woestijndieren zouden zijn gegeven, verbindt de uittochttraditie met de verhalen over de doortocht door de woestijn. Tegelijkertijd ligt hier een begin van de latere joodse voorstelling, waarbij op de jongste dag het vlees van de overwonnen Leviathan als voedsel voor de vromen zal dienen. 2. Psalm 104: Daar gaan de schepen … Psalm 104 is een lofzang op de goedheid Gods. Deze hymne is duidelijk beïnvloed door enerzijds de oud-Egyptische zonnehymne op Aton en anderzijds de scheppingspsalm in Genesis 1. Psalm 104 bezingt de grootsheid van de schepping en de betrouwbaarheid van de afwisseling van tijden en seizoenen. Speciale aandacht krijgt daarbij de zee met de daarin vertoevende schepselen: Zie hoe wijd de zee zich uitstrekt. Daar wemelt het, zonder tal, van dieren, klein en groot.

5


Daar gaan de schepen, De Leviathan, door u gemaakt om daarin te spelen. (Psalm 104:25-26)

Opmerkelijk is het voorkomen van ‘schepen’ te midden van de waterdieren. Een schip is toch geen dier? Christoph Uehlinger heeft erop gewezen dat Fenicische schepen vaak werden afgebeeld met de kop van een dier op de boegspriet. Als voorbeelden noem ik een reliëf uit het paleis van de Assyrische koning Sargon II, waar Fenicische schepen zijn afgebeeld met koppen van paarden en draken (Afb. 1) en een later grafmonument met een slangachtige op de spriet. Dit leidt dan tot de veronderstelling dat schepen als dieren en dieren als schepen konden worden gedacht. Deze veronderstelling kan nog aannemelijker worden gemaakt door een blik op Fenicische munten te werpen. Er zijn talrijke munten met de afbeelding van een schip dat over wateren vaart, waarin een zeemonster zwemt. Kortom, Psalm 104 roept het beeld op van de Leviathan als een zeemonster. Opmerkelijk daarbij is dat de Leviathan niet als een macht tegenover God wordt gezien. Het dier wordt gezien als een van zijn schepselen en heeft tot taak om in de zee te spelen. 3. Job 3: verzuchting op de mestvaalt Nadat Job onwetend het slachtoffer is geworden van een afspraak tussen God en de Satan, komt hij berooid op de mestvaalt terecht. Alles is hem ontnomen, behalve het leven van hemzelf en van zijn vrouw. Kinderen en bezit zijn hem afgenomen. Zijn lichaam is overdekt met kwaadaardige zweren. Aanvankelijk is er bij hem een vrome acceptatie van zijn lot. Nadat Job zeven dagen en zeven nachten heeft gezwegen, gaat hij met drie vrienden in gesprek over de zin van schuldloos lijden. Job opent

6


Afbeelding 1: Muur-reliĂŤf met Phoenicische schepen uit het paleis van de Assyrische koning Sargon II in Khorsabad (eind achtste eeuw v.Chr.).

7


deze dialoog met een indrukwekkende monoloog, waarin hij de dag van zijn geboorte vervloekt. In beeldende taal drukt hij uit dat het beter was geweest als hij niet was geboren. Daarmee verwoordt Job de afgrond van het lijden waarin hij terecht is gekomen. Hadden de dag-vervloekers hem maar verwenst, zij die vaardig zijn de Leviathan op te stoken. (Job 3:8)

Ik volg hier de interpretatie van David Clines en Scott Noegel, die stellen dat hier gedoeld wordt op religieuze specialisten die de magische kracht bezitten om de dag te vervloeken of het oermonster op te wekken. De contouren van de Leviathan worden in dit vers niet helder. Hij is klaarblijkelijk een rustende chaosmacht die opgejut kan worden om de orde – hier de cyclus van geboorten – te verstoren. 4. Job 40: beteugeld dualisme In zijn toespraak uit de stormwind brengt God twee dieren op het toneel van het debat over de zin van schuldloos lijden: Behemoth en Leviathan. Het gaat hier om twee mythologische wezens. In beide dieren wordt de donkere zijde van de werkelijkheid belicht. Het punt waar het om gaat, zit verstopt in twee vragen van God aan Job: Wie kan oog in oog met hem [de Behemoth] staan en een ring door zijn neus halen? Kun jij met een vishaak de Leviathan op de kant trekken En zijn tong met een touw beteugelen? (Job 40:24-25)

Geen mens is daartoe in staat. De oerkrachten in de natuur gaan het menselijk vermogen te boven. God stelt die vraag echter niet om Job en andere mensen in hun kleinheid te tekenen, maar veeleer om een antwoord te geven op de klacht van Job. Dat antwoord komt hier op neer: aangezien de krachten in het universum zo kolossaal zijn, staat zelfs God wel eens met lege handen. In een dualistisch model wordt een

8


andere kracht naast God erkent, die hij slechts ten dele heeft beteugeld.2 Veelkoppige veelduidigheid De zes plaatsen in het Oude Testament bieden geen eenduidig beeld van de Leviathan, zowel wat betreft de biologie als wat betreft de theologie. De teksten suggereren uiteenlopende dieren: slang, vis, monster. De functie van de Leviathan is iets eenduidiger: de teksten hebben als gemeenschappelijk deler een chaosmacht die naast of tegenover God staat. Deze veelduidigheid komt terug in de wonderlijke geschiedenis van de Leviathan in de joodse, christelijke en westerse cultuur. In de islam komt de Leviathan niet duidelijk voor. Vanwege de tijd kan ik geen aandacht besteden aan alle stations op de levensweg van de Leviathan. Ik maak een keuze.

Christendom: oudheid en middeleeuwen In het Nieuwe Testament en andere vroegchristelijke teksten wordt de Leviathan niet genoemd. Bij de kerkvaders komt de Leviathan weer wel voor en dan als een allegorische verwijzing naar de Satan. Ook Thomas van Aquino neemt deze gedachte over. Het verbaast dan ook niet dat in middeleeuwse teksten en beelden ons fabeldier met de Duivel wordt verbonden. Ik geef van beide een voorbeeld. In de Alexandreis van Jacob van Maerlant wordt de Leviathan vereenzelvigd met Lucifer: In die middel van dier vlamme So stoet die felle druut, die gramme Lucifer Leviathan. (X 127-129)

Een afbeelding is te vinden bij Herrad van Landsberg, een geleerde non en de auteur van de twaalfde eeuwse Hortus deliciarum (Afb. 2). Zij biedt een interpretatie van Job 40 – gebaseerd op Gregorius de Grote. God de vader is met Jezus als vishaak wel in staat de Leviathan te vangen, dit in tegenstelling tot de mensen, die dit niet kunnen. De vislijn bestaat uit 2

De twee verwijzingen naar de Leviathan in Jesaja 27:1 laat ik nu onbesproken.

9


het voorgeslacht van Jezus. De Leviathan is hier symbool van de Satan.

Afbeelding 2: De stamboom van Jezus als een vislijn voor God om de Leviathan te vangen. Herrad van Landsberg’s Hortus deliciarum, fol. 84r.

10


Jodendom Deze opvatting van de Leviathan als kornuit van de Satan is ook in het jodendom te vinden. In het geschrift De ladder van Jacob – een hervertelling van de beroemde scène uit Genesis 28 die alleen in het Oudkerkslavisch bewaard is – hoort de Leviathan bij de kwade machten die het volk van God in de verdrukking brengen. Aan die verdrukking zal een einde komen in de Messiaanse tijd. Dan gebeurt ondermeer het volgende: En zij (het volk) zullen het uitroepen. De Heer zal hen horen en zal door zijn zwaard zijn woede laten uitgaan over de Leviathan, de slang van de zee, en over de wetteloze Valk. Tegenover de God der goden zal hij zijn trots verhogen. (Ladder van Jacob 6:13 = lange versie 6:3)

Dit thema komt terug in een intrigerende joodse traditie. Volgens deze voorstelling zullen op de jongste dag de ware vromen een maaltijd krijgen als beloning voor hun trouw en standvastigheid. Daarbij krijgen zij onder andere een stukje van de overwonnen Leviathan aangeboden. In deze traditie komen verschillende oudtestamentische beelden samen. Een belangrijke tussenstap in de ontwikkeling van deze voorstelling van de maaltijd op de jongste dag is de Aramese parafrase in Targoem Onkelos (tweede eeuw na Christus) op psalm 74:12-14: Gij hebt de hoofden van de strijders van de Farao vermorzeld. Gij hebt hen gegeven tot vernietiging aan het volk van het huis van Israël en hun lichamen aan de jakhalzen. (Targoem Onqelos Psalm 74:12-14)

In deze weergave is een lichte verschuiving te zien ten opzichte van de Bijbeltekst. De Leviathan (Egyptenaren) wordt door Israël verslagen en als voedsel aan de dieren in de wildernis gegeven. Naar de eschatologische maaltijd wordt ook verwezen in het Ethiopische

11


boek 1 Henoch. Nadat de schepping van Leviathan en Behemoth op de vijfde dag is genoemd (1 Henoch 60:7-8), zegt de vredesengel tot Henoch: Deze twee monsters – geschapen volgens de grootheid van de Heer – zullen voeden …

Jammer genoeg breekt de Ethiopische tekst hier af. De voorstelling van de maaltijd als een terugkeer naar de hof van Eden is ook in andere joodse geschriften te vinden zoals 3 Henoch en 4 Ezra. Een volgende stap staat in 2 Baruch, ook wel de Syrische Apocalyps van Baruch genoemd. Dit is een geschrift uit de tweede helft van de eerste eeuw na Chr. Naar alle waarschijnlijkheid is de tekst ontstaan in reactie op de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70. De hoofdstukken 21-30 beschrijven de openbaring aan Baruch door een Hemelse Stem. Hem wordt geopenbaard dat na twaalf perioden van verdrukking de Messiaanse tijd zal aanbreken. In die tijd zullen zij die gehongerd hebben, zich verblijden over de maaltijd van de Leviathan. In de apocalyptische traditie speelt het motief van de ‘omgekeerde wereld’ een belangrijke rol: de toekomst is een negatieve blauwdruk van het heden. De jongste dag zal dus voor de gelovigen een omkering van hun smart inhouden. De angst voor de ondergang, verbeeld in de beide monsters, zal worden omgekeerd in vreugde. Het motief van deze maaltijd komt regelmatig voor in rabbijnse geschriften. In de Babylonische Talmoed staat in het traktaat Baba Bathra 75a, ‘(de) Laatste Poort’, een prachtige passage over deze eschatologische maaltijd. De tekst begint met de vermelding dat God, omdat hij van alle dieren een mannetje en een vrouwtje heeft geschapen, ook een mannelijke en een vrouwelijke Leviathan heeft geschapen. Het mannelijke monster heeft hij gecastreerd om te voorkomen dat de Leviathans de wereld in hun bezit zouden nemen. Vervolgens staat er:

12


Hij doodde het vrouwelijke dier en bewaarde haar in zout voor de rechtvaardigen in de toekomstige wereld, want er staat geschreven: ‘Hij zal de draak verslaan die in de zee is’.

In latere teksten wordt het menu van de maaltijd uitgebreid met Ziz. De Ziz is een joods fabeldier, waarin trekken van de Mesopotamische Anzu en de mythologische Phoenix zijn terug te vinden. Bij het eschatologische banket zijn dan de drie sferen van de schepping vertegenwoordigd: water, land en lucht. De rechtvaardigen aan wie de schoonheid van de schepping was onthouden, kunnen in de toekomstige wereld genieten van ingrediënten uit alle drie de scheppingsregionen (zie Afb. 3). In rabbijnse documenten is ook enige discussie over deze maaltijd. Een maaltijd staat volgens Rav, Abba Arika, op gespannen voet met de aard van de toekomstige wereld, waarin er geen eten meer nodig zal zijn. Een ander verschil van mening komt naar voren bij de vraag of het slachten en het eten van de Leviathan wel kosjer is. Sommige rabbijnen houden de Leviathan voor een rein dier, anderen voor een slang, een onrein dier. Als de Leviathan evenwel een vis is, zoals weer anderen menen, en dus koosjer, lost dat het probleem van koosjer slachten op, want een vis hoeft niet kosjer te worden geslacht. De islam kent een vergelijkbare maaltijd, zij het met een ander hoofdgerecht: Het eerste dat aan arme mensen die het paradijs binnentreden te eten wordt gegeven, is het aanhangsel van de lever van de vis (ziyārat kibd al-hūt).

Renaissance, Reformatie, Verlichting en Onttovering Tussen 1500 en 1800 is in de westerse cultuur een langzaam en schoksgewijs proces aan te wijzen. Dit heeft ertoe geleid, dat met een toenemend nuchtere blik naar de werkelijkheid werd gekeken.

13


Afbeelding 3: De eschatologische maaltijd, bijbel uit Milaan, dertiende eeuw; Biblia Ambrosiana, Vol. III Folio 15v 136r.

Een beetje kort door de bocht geformuleerd: wat niet experimenteel waarneembaar is, bestaat niet. Dat had gevolgen voor de Leviathan. Drie reacties zijn aanwijsbaar. De eerste luidt: de Leviathan is niet waargenomen, dus hij bestaat niet. De tweede houdt vast aan de traditie: het dier staat in de Bijbel, dus hij bestaat en zal nog wel eens worden waargenomen. Een derde reactie cirkelt rondom de gedachte dat de Leviathan – hoewel niet empirisch waarneembaar – symbool staat voor angst en ondergang of voor de omarmende dan wel verstikkende macht. 14


1. Een helder voorbeeld van de eerste reactie is te vinden in de Bloemhof van de Nederlander Adriaan Koerbagh (1632-1669). In bloemrijke taal bestrijdt hij vanuit de empirie de mogelijkheid van het bestaan van de Leviathan. 2. De hoop dat de Leviathan nog eens zal worden waargenomen, is mede een van de wortels van het creationisme. De identificatie van de Leviathan met de krokodil stamt uit 1663. Toen stelde de Franse predikant Samuel Bochart voor om de Leviathan te zien als een krokodil. Deze visie werd snel overgenomen en heeft zijn weggevonden in vele moderne Bijbelvertalingen, tot aan de NBV toe. In de negentiende eeuw werden steeds meer botresten van een uitgestorven diersoort gevonden. De giganten bleken tot ĂŠĂŠn dierenfamilie te behoren die 60 miljoen jaar geleden was uitgestorven. Dit schokte conservatieve christenen die vasthielden aan het jonge-aarde-paradigma: de schepping had immers plaatsgevonden op 22 oktober 4004 v. Chr. De redenering is dan simpel: de dinosaurussen zijn met de zondvloed weggevaagd en Job leefde voor de zondvloed, ergo Job heeft nog de dinosaurussen gezien. Daarbij is onder creationisten geen consensus over de vraag welk soort dinosaurus de Leviathan geweest is. 3. De symbolische opvatting heeft zijn weg gevonden in de mental map van de moderne mens. Ik noem twee wat oudere voorbeelden. In de jaren veertig van de negentiende eeuw bouwde de graaf van Rosse, William Parsons, op zijn landgoed in Ierland een grote telescoop. In de volksmond ontstond al gauw de naam: de Leviathan van Parsonstown, vermoedelijk ingegeven door de voor die tijd gigantische afmetingen en de onhandelbaarheid van het apparaat. Een tweede voorbeeld: in 1929 publiceerde de Franse schrijver Julien Green de indrukwekkende roman LĂŠviathan. Een hoofdthema in dit werk is de menselijke begeerte naar bezit en erotiek. In de leer van de zeven hoofdzonden is Leviathan de demon die met de invidia, begeerte en hebzucht, is verbonden.

15


De comeback van de Leviathan Hoewel de Leviathan regelmatig als symbolische gestalte aanwezig was in allerlei kunstuitingen, is het opmerkelijk hij de laatste 25 à 30 jaar steeds duidelijker zijn neus tegen het venster drukt in literatuur, film, muziek, strips, computergames enz. Voor een volledige opsomming zou ik U moeten vragen hier tot morgenmiddag te blijven zitten en dat zou jammer zijn van de hapjes en de drankjes die op ons staan te wachten. Ik geef dus slechts enkele voorbeelden. Een voorbeeld uit de muziek De leden van de Welshe rockband Manic Street Preachers componeerden en schreven het lied ‘Leviathan’. Het lied werd opgenomen op het War Child-liefdadigheidsalbum Help! – A Day in the Life (2005). Met dit lied wilde de band het niveau van pure liefdadigheid ontstijgen. Het probleem van kindsoldaten is eerst en vooral een politiek probleem. De song begint dan ook met de frase: ‘We do also speak politics to you today’. In het refrein is sprake van ‘Leviathan in disguise’. Vermomd als de oorlogsmachine van dictatuur en democratie vraagt dit beest aanbidding en onderwerping. Beeldende kunst De Chinese beeldend kunstenaar Huang Yong Ping maakte in 2011 voor een galerie in Bejing de installatie Leviathanation uit fiberglas, gevulde dieren en een treinwagon. Dit samengestelde dier heeft de kop van een vis en het lichaam van een treinwagon. De naam van de installatie bekritiseert een tendens in de post-Maoïstische Chinese samenleving, namelijk dat de toegenomen welvaart toe te schrijven is aan de buiging voor de technologische Leviathan. Film In 2014 ging de film Leviathan van Andrey Zvyagintsev in première, die op beklemmende wijze de ongelijke strijd tegen de macht uitbeeldt. De titel wordt door de film op drie manieren duidelijk. Iconisch: door het in beeld brengen van het skelet van een walvis. Ook ziet Lilya vlak 16


voor haar levenseinde een walvis in de ijskoude wateren zwemmen. Dit beeld sluit aan bij een lange traditie die de Leviathan met een walvis vergelijkt. Conceptueel: met een onbedoelde knipoog naar Hobbes laat Zvyagintsev zien dat in het Rusland van Poetin de Leviathan samenvalt met de drie-eenheid van staat, kerk en kapitaal. Aan de greep van dit beest lijkt niemand te kunnen ontkomen. Narratief: na de dood van Lilya ontmoet Kolja de plaatselijke priester op de stoep van een eenvoudige supermarkt. Kolja heeft daar net zijn dagelijkse twee flessen wodka gekocht. De priester ziet zijn ontreddering en probeert hem te troosten door uit het boek Job de passage over de Leviathan te vertellen (Job 4041). Hermeneutisch is dit zeer intrigerend. In het Bijbelboek proberen de vrienden van Job hem terechtwijzend te troosten met betogen die wemelen van de citaten uit de Psalmen en andere oudtestamentische vertrouwensliteratuur. De priester doet hetzelfde met Kolja. Door de Bijbel letterlijk te citeren misbruikt hij de tekst en spreekt hij langs Kolja heen. Magic the Gathering In het complexe en fascinerende kaartspel Magic komt een groep creatures voor die Leviathan heten. Dat zijn sterke kaarten die echter veel ‘punten’ vragen om in het spel gebracht te worden en in het spel te houden. Deze kaart bevatten verwijzingen naar Bijbel en traditie. De Leviathan kan veel schade berokkenen. Een aanval kan fataal zijn. De kaart is echter getemd door de hoge kosten die zo’n aanval met zich meebrengt. Strips Ook in de wereld van Batman, de vleermuisachtige held, is de Leviathan doorgedrongen. In de jaargang 2011 van het striptijdschrift Batman Incorporated komt de Organisatie Leviathan in beeld. Deze al-Qaidaachtige groep heeft boze plannen. Batman gaat de strijd met deze organisatie aan. In het laatste nummer van 2011 overspeelt Leviathan zijn hand door een directe aanval op Batman. Er is een extra effect: in de politieke betekenislaag wordt een connectie gesuggereerd met de nazi-ideologie. Daarmee vindt een demonisering van de Arabische wereld plaats. 17


Literatuur Kimberly Johnson (*1971) is de auteur van drie dichtbundels. Haar debuut is getiteld Leviathan with a Hook (2002). Haar compacte poëzie is van een verbluffende schoonheid. De natuur staat steeds centraal. Haar woorden tekenen een landschap vol bloemen en dieren. De verwoording van haar natuurervaringen laat zien dat zij de schepping ziet als getemde chaos. Dat de chaos niet overwonnen is, blijkt uit de erupties van het donkere te midden van het licht.

Zonder monsters gaat het niet Tot op de huidige dag wordt de Leviathan als symbool gebruikt en begrepen. Dat brengt me tot de volgende stelling: we kunnen niet zonder monsters, ook niet in een post-sacrale en post-seculiere samenleving. De juistheid van deze stelling is uiteraard niet onomstotelijk te bewijzen. Ik wil hem wel aannemelijk maken door het maken van enkele opmerkingen en wel op drie gebieden. Leviathan als top van de ijsberg Woorden – en beelden – zijn te zien als het topje van een ijsberg. Die zin heeft te maken met de taalkundige vraag: wat is betekenis? Sinds de grot van Plato zijn in de loop van de geschiedenis vele theorieën over de betekenis van het woord ‘betekenis’ ontwikkeld. In haar baanbrekende werk over de toepassing van inzichten van de cognitieve linguïstiek in het proces van Bijbeluitleg heeft Ellen van Wolde het werktuigenmodel van betekenis verder uitgewerkt. Zij presenteert wat ik een procesmodel zou willen noemen. Woorden zijn niet statisch, maar verwijzen altijd naar een klein filmpje, waarin hun betekenis duidelijk wordt. Dit filmpje of script kan in vele gevallen teruggevoerd worden op een prototypisch scenario. Deze term duidt op een schematische samenvatting van een afgesloten reeks handelingen die ten grondslag ligt aan epische vertellingen in boeken of films. Dat roept de vraag op welk prototypisch scenario verbonden kan worden met het woord

18


‘Leviathan’. Mijn suggestie zou dan zijn: 1. Een enkeling of een groep leeft in rust en vrede; 2. een vorm van onheil dreigt de groep of de enkeling te overvallen; 3. er is geen direct antwoord op de dreiging en angst slaat toe; 4. op de angst wordt het label van een monster geplakt; 5. in een rituele handeling wordt het monster overwonnen en 6. de angst is overwonnen. Ik waag het erop te beweren dat ‘Leviathan’ een woord is dat als label gebruikt kan worden om het onbenoembare en bedreigende van een diepgevoelde angst aan te geven en dat met het plakken van dat label de eerste stap gezet is op de weg uit de angst. Vanuit dit scenario is ook goed te begrijpen, waarom de Leviathan het als symbool uitgehouden heeft. Dit script appelleert aan een zeer algemeen menselijke levensondervinding. Kontingenzbewältigung Van Duitstalige collegae in de (godsdienst)wijsbegeerte heb ik het begrip Kontingenzbewältigung geleerd. Dit woord is niet in een handomdraai in het Nederlands weer te geven. Uitgangspunt van het concept Kontingenzbewältigung is de aanvaarding van het verschijnsel contingentie. Dit begrip duidt op het feit dat het menselijk leven een zekere ongewisheid kent. Niet alle gebeurtenissen in het bestaan passen in een berekenbaar plan. Op velerlei momenten overrompelt het onverwachte – soms tot vreugde en soms tot verdriet. Kontingenzbewältigung is dan een van de manieren om te gaan met de breuklijnen in het bestaan. Anders gezegd: het is een vorm van coping. Volgens Habermas hebben zowel het ritueel als het verhaal een belangrijke functie in de Kontingenzbewältigung. In lijn met Habermas zie ik dan ook de ‘Leviathan’ als een van oorsprong religieus geladen symbool, dat ingebracht in rituele handelingen en als onderwerp 19


of thema van narratieve verhalen onderdeel kan zijn van het proces waarmee mensen accepteren dat angsten deel uitmaken van het bestaan. Angst Er is ook een psychologische dimensie. Angst maakt deel uit van het mens-zijn. De segmenten in de hersenen die betrokken zijn bij angst en angstverwerking behoren evolutionair gesproken tot de oudste delen van de hersenen. Angst is een grote hulp om gevaar te herkennen. Het is een ingebouwd veiligheidsslot. Angst is een emotie die zich ook en veelal uit in lichamelijke effecten: het hart klopt bijvoorbeeld sneller. De onrust uit zich ook in een droge mond of een gevoel van duizeligheid. In de meeste gevallen verdwijnt de angst wanneer de oorzaak bekend is, deze bij name kan worden genoemd en kan worden weggenomen. Er zijn echter ook angsten die dieper aangrijpen en niet eenvoudig weggenomen kunnen worden. In een aantal gevallen vertaalt de onderkant van het menselijk bewustzijn ongearticuleerde en onduidelijke angst naar beelden van fabeldieren en monsters. Deze spoken dan door de geest. Wanneer de angst een naam gegeven kan worden, is hij hanteerbaar geworden en is er de mogelijkheid de angst te reduceren. Leve de Leviathan Naar mijn overtuiging heeft het symbool van de Leviathan het uitgehouden tot op de huidige dag omdat hiermee angsten kunnen worden benoemd. Daarmee is het fabeldier een element om de gebrokenheid van het leven te kunnen aanvaarden. Het genoemde prototypische scenario laat zich verbinden met menselijke ervaring en met de levensverhalen van enkeling en gemeenschap. De ene keer ligt de nadruk meer op het benoemen en uitspellen van de monsterlijkheid. Een andere keer komt door een bepaald ritueel het opgeschrikte en bedreigde leven weer tot rust.

20


Ik geloof niet in de ontologische existentie van monsters. Ik sluit mij echter aan bij de opvatting van de Engelse letterkundige en journalist Chesterton. In Tremendous Trifles (1909) kwam hij op voor de waarde van het sprookje tegen al diegenen die vonden dat deze vertellingen alleen maar angst aanjaagden bij kleine kinderen: Fairy tales are more than true: not because they tell us that dragons exist, but because they tell us that dragons can be beaten.

Monsters zijn en blijven verbeeldingen van de geest. Namen en de gestalten waarin ze zich manifesteren maken deel uit van de cultuur waartoe iemand behoort. We kunnen echter niet zonder monsters. Vanaf de teksten van Oegariet tot aan de roman van Oek de Jong hebben we de Leviathan nodig om onze onrust te kunnen temmen.

21


Ik wil afsluiten met woorden van dank en een vraag. Ik heb al doende veel afgeleerd, vooral om niet vooringenomen te zijn. Ik heb ook veel bijgeleerd en daarom zijn er velen die ik wil bedanken. Ik heb veel geleerd van het lesgeven aan studenten en het begeleiden van bij werkstukken en scripties. Van de gesprekken met mijn promovendi heb ik meer opgestoken dan zij misschien vermoeden. Ik heb bijzonder plezierig samengewerkt met mijn directe collega’s Meindert Dijkstra, Karel Vriezen en Marjo Korpel. Onder theologen en godsdienstwetenschappers heb ik mij al die jaren goed thuis gevoeld. Ik ga hen niet allemaal noemen, daarvoor is de lijst te lang, van Asha tot Zandee. Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat we als Bijbelwetenschappers van de UU en de KThU samenwerkten in onderwijs en onderzoek. Ik dank met name Piet van der Horst, Panc Beentjes en Maarten Menken voor de collegialiteit. De versmelting in de Faculteit Geesteswetenschappen heb ik positief ervaren. Allereerst in de organische context van het seminar oudheid. Hier dank ik met name de collega’s Keimpe Algra, Josine Blok en Teun Tieleman. In een bredere kring heb ik veel opgestoken van historici, linguïsten en literatuurwetenschappers. Met vreugde heb ik mij in bredere verbanden van de UU begeven. In de meer bestuurlijke zin heb ik veel opgestoken van het werk in de adviescommissie voor Vidi-aanvragen en in de jury voor de docentenprijzen. Meer nog heb ik opgestoken in drie bijzondere groepen: het geleerde gezelschap Duodecim waar ik onder veel meer iets heb opgestoken over dubbelsterren, tweelingen en de consequentie symmetrie in de elementaire deeltjes; het eetgezelschap Karel VI waar ik collegialiteit over de grenzen van de vakgebieden heb ervaren en de nameloze, maar oudste nog functionerende intervisiegroep van de UU, waar ik problemen heb leren relativeren. Het doet me deugd dat collega’s uit deze drie groepen hier vanmiddag aanwezig zijn. I have enjoyed being part of the international community of Old Testament scholars. The continuous conversations with Hans Barstad, 22


Ehud ben Zvi, Lester Grabbe, Christoph Uehlinger, and many many others have deepened my views on the Hebrew Bible and its rootedness in the ancient Near Eastern culture. Ich danke die Deutschen Forschungsgemeinschaft und die Humboldt Universität zu Berlin, dass ich jetzt mitbeteiligt bin im vielversprechenden Forschungsprojekt ‘Elephantine in Kontext’. Woorden schieten te kort om mijn vrouw Maja en onze kinderen Anne en Guus te bedanken. Jullie stimulerende steun heeft me al die jaren geholpen. Jullie onophoudelijk ontnuchterende vragen hebben mij bij de werkelijkheid gehouden en laten zien dat er meer is in het leven dan geloof en wetenschap. Ik wil eindigen met een vraag. Als gevolg van een Kruidvat-achtige benadering zijn in Utrecht onderwijs en onderzoek in de disciplines sterrenkunde en theologie uit de universitaire schappen gehaald. Het is de vraag of nu het aan de Bijbel ontleende3 en naar een hemellichaam verwijzende motto Sol Iustitiae Illustra Nos (Verlicht ons, rechtvaardige zon)4 nog gehandhaafd kan blijven. Dibbertî5

3

Zie Maleachi 4:2 (NBV).

4

‘Iustitiae’ is opgevat als de uitdrukking van een genitivus qualitatis.

5 Deze Hebreeuwse werkwoordsvorm is te analyseren als eerste persoon enkelvoud van de affix-conjugatie (vroeger ‘perfectum’ genoemd) van de Piël (verdubbelingsstam) van het werkwoord dābar, ‘spreken’, en zou met ‘dixi’ of ‘ik heb gezegd’ vertaald kunnen worden.

23


Curriculum Vitae Bob Becking (*1951) studeerde theologie en semitische talen aan de Universiteit van Utrecht (1970-77). In 1978 rondde hij de predikantsopleiding van de Ned. Hervormde Kerk af. Van 1979-1989 was hij Hervormd predikant te Broek in Waterland en Huis ter Heide. In 1985 promoveerde hij in Utrecht op het proefschrift: De ondergang van Samaria: Historische, exegetische en theologische opmerkingen bij II Koningen 17. In 1987 werd hij aangesteld als universitair docent bij de vakgroep Oude Testament en Hebreeuws van de toenmalige Faculteit Godgeleerdheid aan de UU, eerst in deeltijd later full time. In 1991 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar in de Wetenschap van het Oude Testament te Utrecht. In 2008 volgde de benoeming tot Faculteitshoogleraar Bijbel, Religie en Identiteit. Als gevolg van de opheffing van de BAopleiding theologie en het MA-programma Biblical studies aan de Faculteit Geesteswetenschappen in Utrecht ging hij op 1 juni 2014 met vervroegd pensioen. Hij was mede-editor van de Dictionary of Deities and Demons in the Bible en schreef enkele monografieĂŤn en talloze tijdschriftartikelen. In zijn onderzoek staat de vraag naar het begrijpen van het Oude Testament tegen de achtergrond van de geschiedenis en de godsdienst van het Oude Nabije Oosten centraal. Voor een publicatielijst zie: http://www. hum.uu.nl/medewerkers/b.e.j.h.becking/publicaties-text.htm. Hij was directeur zowel van het Utrechtse onderzoeksinstituut Integon als van de landelijke onderzoeksschool Noster. Hij stond mede aan de wieg van de European Association of Biblical Studies.

24


Colofon

Copyright: Bob Becking, 2015 Vormgeving: Communicatie & Marketing, faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht 25


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.