VIVES - Supply Chain Management - Internationale handels- en betalingstechnieken

Page 1


Internationale handels- en betalingstechnieken

ACHTSTE EDITIE

Ilit que consequunti consed qui utectio. Nam aribusdae cor mincien debist, o c te sit, odisciunt venis evero velis ma quam rendus as dolutem quo tem consequature ipis maio consequiae nos doluptatecto omnimaxim acerum qui alias utestiunt eost, sitiorrum doluptas plandis quodipietur, occae nate quiducidusam non rentissim lacculpa ne voluptae. Is et porum rerum eatur, omnimil id ere re enectem posamus doluptaturem enient.

Us sanda nitatempore qui aliberum fugitium et exerum que pelloris eum doluptur? Et molo eatemqu ibusand icaerrum volo velist lam, quatusda ilitio. Itaquam alit as ex et, quo ipsam estiber iaspissi occusam doloratur?

Natur, o c tem volupta tusdam excearchilit ad quiditio. In nient la corum invenis que consecaecto exeris cus sundiscimin necae sequam autem et, escilibus eossum estis illor accate nihicae dolla voloremquae audis rem. Bit ut optates tempel eossit del id ute dolest molorem. Ut ratint mos vel ipsum quis am lam aligenist ped quiat ipsam ut exceseratiat ute voles pedis con consed modis ma vent faccab incillestia volo dit fugia debisquos aut aut ma dolum etur sum, omnienti aped quis dolorpos doluptates sa quis eum aut que liquam que porita simin cus, nihil il molent quiducias eostiures quost, sequo odigeni modianditium sit doluptate poremol orposam ad magnati occatectam voluptate exernates autat.

Lieve Lombaert o ctisto elitaspedis sendis sequunt volupta tiusam nonsequi dolorum aut voloris ut hillaud andunt, sitis exerum facepudis minusant volorum cus modis in earuptusapid qui con pe seres numquo dolore ne cus intem fugit utem. Sunt est, quassunt ium faci qui dem veligenit, si berae veliquam exerume nonseque voloreped quatiusam invel estibus, sam adit aut rehenih illiquia dem corporem im et ad mi, sint id que rae cusa net et rest doles experisqui tet dolorescita sus magnatiam qui dolentiorum ut quuntissi berroritat.

Bea Walters et ipsam int vent vita volorrorro voluptas il ex ere porior aris doloreperio verrum event aut undicietus qui sitat il mo mosapiet exernamusant et es quis cum quatese cumendi sciam, od qui simporemost volo et, quo magnatu rioritis dolorepratem id que nonsequ atiore, omnis quate num laut aut facesto omniendae nis con natiatur am harchitat volupie ndiate porecust es erias sam videm fugitatur? Gent aliquae laborep erspernatur sundant ma corumqui abore, omnis verae o cim ius resti sin eos ne nonsed qui unte eos et viti sus nonseque dolliqu atemolorror sinusdantur?

Van In

ISBN 978-94-641-7786-2 599989

vanin.be

LIEVE LOMBAERT + BEA WALTERS

INTERNATIONALE HANDELS-

EN BETALINGSTECHNIEKEN

De site www.mijnstudiemateriaal.be geeft je toegang tot het digitale lesmateriaal bij dit boek. Je moet jouw licentie eerst wel activeren aan de hand van een activatiecode. Bij de activatie moet je de gebruiksvoorwaarden accepteren. Deze licentie is geldig gedurende een jaar en start vanaf de activatie van deze code.

De licentieperiode start vanaf activatie en is 365 dagen geldig.

COLOFON:

Internationale handels- en betalingstechnieken

Achtste druk, 2023

ISBN 978-94-641-7786-2

Artikel 602833/01

D/2023/0078/23

Opmaak: D. Provo Gierle NUR 163

Coverontwerp: Frisco

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.

In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.

© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2023

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Voorwoord

Internationale handel is een van de krachtigste drijfveren van welvaart. De geschiedenis van Vlaanderen bijvoorbeeld staat bol van economische ontwikkelingen die onlosmakelijk verband houden met handel, van de opkomst van de weefnijverheid in de elfde en twaalfde eeuw tot de industrialisatie in de negentiende eeuw. Open grenzen betekenen niet alleen dat afzetgebieden voor de productie worden verruimd en productiemiddelen optimaal worden ingezet, ze zorgen ook voor bevruchting door nieuwe technologie en creatieve ideeën.

Het hoeft geen verbazing te wekken dat de Belgische economie, geïnspireerd door haar geschiedenis en natuurlijk ook vanwege haar zeer centrale ligging in Europa, bij uitstek afhankelijk is van internationale handel. De Belgische export vertegenwoordigt 85 % van het bruto binnenlands product en België is daarmee een van de meest open economieën van de wereld. Voor heel wat grondstoffen zijn wij afhankelijk van invoer. Bovendien zijn buitenlandse investeringen hier heel belangrijk. Niet alleen grote multinationale ondernemingen, maar ook meer en meer kmo’s nemen deel aan de internationale waardeketen.

De ontwikkeling van deze laatste verliep de jongste jaren moeizaam. De corona-epidemie, problemen op de energiemarkten, het conflict in Oekraïne en aanvoerverstoringen hebben de vlotte verhandeling van goederen en diensten over de grenzen gehinderd. De zoektocht naar efficiëntie en lage kosten heeft ten dele plaats moeten maken voor een grotere nadruk op veiligheid en stabiliteit, waardoor de verdere globalisering van de wereldeconomie is geremd.

Dat neemt niet weg dat internationale handel, zeker in zones met vrij verkeer zoals de Europese Unie, een cruciale determinant van economische groei blijft. En dat neemt ook niet weg dat internationale openheid onderzoek en ontwikkeling in de hand werkt – een van de belangrijkste ‘drivers’ van productiviteit en dus van ons groeipotentieel.

Zeker in de open Belgische economie moet het internationale concurrentievermogen van de bedrijven daarom goed worden opgevolgd. Dat begrip is breed te interpreteren. Het wordt beïnvloed door de relatieve positie inzake loonkosten en andere kosten, door prijzen en winstmarges, maar ook door aanpassings- en innovatievermogen. Een goed samenspel van al deze elementen draagt bij aan een bloeiende uitvoer, en die zorgt ervoor dat wij de nodige middelen kunnen verwerven om onze bestedingen, inclusief de import waartoe zij aanleiding geven, op peil te houden.

Het verdient dan ook alle aanbeveling om de determinanten, kenmerken en succesfactoren van de internationale handel zorgvuldig in kaart te brengen. Dat is wat dit handboek doet, aan de hand van eersterangs informatie en analyse ten behoeve van studenten, economische actoren en al diegenen die in het wel en wee van onze economie geïnteresseerd zijn.

Jan Smets, eregouverneur Nationale Bank van België

Voorwoord

Over dit boek

Eerst leggen we uit waarom internationale handel zo belangrijk is voor de wereld en voor ons land in het bijzonder. Daarna lichten we alle aspecten toe van de internationale handel, gaande van het afsluiten van verkopen, de leveringsvoorwaarden, het vervoer, de douanebepalingen tot een aantal betalingstechnieken. Omdat herhaling een belangrijk aspect vormt in elk leerproces, eindigt elk hoofdstuk met een oefentraject en een zelfevaluatie.

De verschillende documenten die als illustratie worden gebruikt, zijn altijd op een apart blad afgedrukt, zodat ze gemakkelijk uitscheurbaar zijn.

Om de behandelde materie in te oefenen werd een aangepast caseboek bij dit handboek uitgewerkt: Internationale handels- en betalingstechnieken – caseboek. Zo wordt er een link gelegd met de praktijk en wordt de theorie met praktijkgevallen geïllustreerd. Voor docenten is er een docentenhandleiding. Die omvat de uitwerking van de oefeningen en een aangepaste PowerPointpresentatie over de inhoud van het boek.

De totstandkoming van het boek zou zeker niet mogelijk geweest zijn zonder de hulp van een aantal specialisten uit de bedrijfswereld en eigen collega’s.

Daarom bedanken we iedereen die ons rechtstreeks en onrechtstreeks heeft geholpen door ideeën en praktisch leermateriaal te leveren voor de uitwerking van dit boek, in het bijzonder Josse Verbeken, Eerstaanwezend inspecteur Administratie van Douane & Accijnzen; Kerstien Celis, Docent HOGENT, Logos en Kluwer; Julie Deré, Project Officer ICC Belgium; Saskia Merlier, Import Administrator van Barco nv; An Vandenbroecke, docent VIVES en voormalig medewerker van Arcelor nv; Martin Vanhoutte, Assistent CEO bij ARCO Information nv; Pieter Note, CEO van Pieter Note Consulting; Luc Lammertyn, Chief Logistic Officer bij Sioen Industries nv en lid van de Raad van Bestuur bij de Maatschappij van de Brugse Zeehaven; Olivier Crousel, General Manager Portconnect; Thomas Vanhoutte, Supply Chain Manager Fruit at Crop’s nv en Geert Deceuninck, Working Capital Expert KBC nv.

Ook dank aan onze VIVES-collega’s Lieve Van Der Schueren, Ine Lycke en Liesbeth Averhals voor hun waardevolle suggesties voor de aanpassingen in deze nieuwe uitgave.

De auteurs

Lieve Lombaert is Master in de toegepaste economische wetenschappen en Master logistiek management. Sinds 1987 is ze docente aan hogeschool VIVES in het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde. Ze is er o.a. belast met de cursussen internationale handelstechnieken, productielogistiek en voorraadbeheer, supply chain, wegvervoer, binnenvaart, goederen- en aansprakelijkheidsverzekering en transportverzekering. Sinds 2011 is ze eveneens gedelegeerd bestuurder van LOVA Consultants BV, waarbij ze advies verstrekt in verband met internationale handelstechnieken en logistiek.

Beatrijs Walters is Master in de economische wetenschappen en Master of Business Administration. Zij werkte gedurende vijf jaar op de economische studiedienst van KBC in Brussel. Ze was sinds 1982 docente aan hogeschool VIVES in het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde en was er o.a. belast met de cursussen internationale handelstechnieken, douane-, accijns- en btw- wetgeving, expeditie en internationale betalings- en financieringstechnieken. Ze was ook docente aan de opleiding international management van VIVES Kortrijk.

Leeswijzer

Leeswijzer

een of meerdere oefeningen

Definitie

Samenvatting

VOORBEELD

2.3.1.2

2.3.1.3

2.3.1.4 CIP – CARRIAGE AND INSURANCE PAID TO (+ overeengekomen plaats van bestemming)

2.3.1.5

2.3.1.7 DDP – DELIVERED DUTY PAID (+ overeengekomen plaats van bestemming)

2.3.2 Incoterms van groep 2 – Incoterms uitsluitend voor zee- en binnenvaart

2.3.2.1

2.3.2.2

2.3.2.3

– COST AND FREIGHT (+ overeengekomen bestemmingshaven)

2.3.2.4 CIF – COST, INSURANCE AND FREIGHT (+ overeengekomen bestemmingshaven)

(ro/ro-vervoer)

(ferroutage)

1.2.4 Load-on/Load-off-vervoer (lo/lo-vervoer)

2.2.3

2.3

4.2.2

Hoofdstuk 1 Internationale handel

1

Praktijkvoorbeeld: Apple TV 4K

De Belgische verdeler van Apple, Super Apple, gevestigd in de Romestraat 15 in Oostende, koopt in Taiwan toestellen Apple TV’s bij de onderneming Apple Taiwan, River Road 44 in New Taipei. Ze kopen 10 000 toestellen per zending en die zijn individueel verpakt: er zitten 20 toestellen in 1 doos. Het totale brutogewicht van deze toestellen is 15 000 kg. Ze worden vervoerd met een 20 voet reefer container zodat dezelfde vochtigheid en dezelfde temperatuur altijd verzekerd kan worden gedurende de hele reis. De goederen worden bij Apple Taiwan gestuft in de container. Een vrachtwagen haalt de container op en levert hem af bij TK Logistics International in Keelung Port (Taiwan). De rederij CMA CGM vervoert de goederen vanaf Keelung Port naar hun bestemming Zeebrugge (transittijd van 26 dagen).

De prijs van de goederen bedraagt 100 USD per Apple TV 4K, zodat de zending een totale waarde heeft van 1 000 000 USD. De verkoopsvoorwaarde is CIF Zeebrugge. De betaling gebeurt via documentair krediet, via ING Bank in Oostende voor de koper en via de Bank of Taiwan voor de verkoper. Na aankomst in Zeebrugge vervoert een vrachtwagen van de transportfirma Eurotrans nv de goederen van Zeebrugge naar Oostende.

We verklaren alvast enkele begrippen:

– 20 voet reefer container: men drukt de lengte van een container altijd in ‘voet’ uit: één voet bedraagt 30,48 cm; 20 voet is dus ongeveer 6,1 m. De container die men hier gebruikt (reefer) is een container waarvan men de temperatuur en de vochtigheid kan controleren. In theorie kan de temperatuur variëren van -60°C tot +40°C. Naargelang de goederen die vervoerd worden kan er een passende temperatuur ingesteld worden. Daarvoor bevat de container een ingebouwde eenheid voor de controle van de temperatuur, die men aansluit op een energiebron in de vrachtwagen, het schip of op de kade.

Stuffen: de goederen op een oordeelkundige wijze in de container plaatsen.

– Rederij: een onderneming die schepen, al dan niet met bemanning, ter beschikking stelt van een andere partij die dan de economische exploitatie voor haar rekening neemt.

Transittijd: dit is tijd die nodig is om van de haven van vertrek (in het voorbeeld Keelung Port) naar de haven van bestemming (Zeebrugge) te varen.

– Verkoopsvoorwaarde CIF Zeebrugge: bepaalt dat de verkoper het vervoer regelt en betaalt en dat hij ook een verzekering afsluit en de premie betaalt tot op het ogenblik dat de goederen in de haven van Zeebrugge zijn aangekomen. De koper draagt wel het risico tijdens het zeevervoer (zie het hoofdstuk over internationale verkoop voor meer uitleg).

Documentair krediet : een betalingswijze specifiek voor de internationale handel (zie het hoofdstuk over betalingstechnieken in de internationale handel).

Illustratie 1 stelt het verloop van de hele importtransactie van de aankoop van de Apple TV 4K in Taiwan schematisch voor.

Hoofdstuk 1 Internationale handel

Illustratie 1 Verloop van internationale handel op basis van de Apple TV 4K KOPER VERKOPER

1. Digitale aanvraag offerte door Super Apple – Oostende

3. Digitale bestelling en vastleggen leverings- & betalingsvoorwaarden door Super Apple – Oostende

5. Aanvraag documentair krediet door Super Apple – Oostende bij ING Bank Oostende

Bank koper, ING Bank Oostende

6. Toekenning Documentair krediet door ING Bank – Oostende

7. Boeking vervoer door Apple Taiwan – New Taipei

8. Afsluiten goederenverzekering door Apple Taiwan – New Taipei

2. Digitale offerte, leverings- en betalingsvoorwaarden bij Apple Taiwan – New Taipei

4. Digitale orderbevestiging Pro-formafactuur door Apple Taiwan – New Taipei

12. Aankomst en lossen in de haven van Zeebrugge door CMA-CGM

13. Douaneaangifte invoer

Betalen rechten door Super Apple – Oostende

14. Afleveren goederen door Eurotrans NV aan Super Apple – Oostende

15. Betaling via ING Bank – Oostende aan de Bank of Taiwan, die dan de verkoper betaalt

11. Vervoer door CMA-CGM

9. Douane-aangifte uitvoer door Apple Taiwan – New Taipei

10. Inladen en verzenden door Apple Taiwan – New Taipei

1 Internationale handel

2

Wat we verstaan onder internationale handel

Als we spreken over handel, denken we vooral aan kopen en verkopen. Handel is echter veel meer dan dat. Kopen en verkopen kan alleen worden gerealiseerd dankzij een aantal ondersteunende functies. Dat wordt al snel duidelijk wanneer we nadenken over het uiteindelijke doel van handel drijven, namelijk: goederen een meerwaarde geven door ze van de plaats waar de goederen zijn voortgebracht naar de plaats van ge- of verbruik te brengen, en winst maken met deze activiteit.

Of, met andere woorden: zorgen voor de distributie van de goederen naar die plaatsen waar ze worden gevraagd en daarvan een winstgevende activiteit maken.

Die ondersteunende functies, op zichzelf ook winstgevende activiteiten, zijn onder andere:

vervoer (inclusief laden en lossen),

– verzekeren tegen schade tijdens het vervoer, – opslag,

– douane en overheidsreglementering,

– betalingsvormen (snelheid, soepelheid, zekerheid).

Binnen deze functies zijn vele handige technieken ontwikkeld die de taak van de handelaar vereenvoudigen en hem helpen om gemakkelijker zijn doel te bereiken. Ze omvatten onder meer: – internationaal uniforme vervoerreglementering (Europa, wereld),

Incoterms (uniforme leveringsvoorwaarden – zie het hoofdstuk over internationale verkoop),

– tussenpersonen, – betalingstechnieken (overschrijving, documentair krediet ...),

– bijzondere douanereglementeringen (tijdelijke invoer, douane-entrepot),

– vormen van bescherming tegen wisselkoersrisico, vervoerschade, wanbetaling ...

Omdat internationale handel voor steeds meer landen in de wereld steeds belangrijker wordt, schenken we in dit boek vooral aandacht aan de technieken in de internationale handel. De meeste handelstechnieken zijn trouwens net zo bruikbaar in de nationale als in de internationale handel. Sommige technieken hebben uiteraard alleen te maken met internationale handel, bijvoorbeeld: – internationaal uniforme vervoerreglementering (Europa, wereld), – Incoterms (uniforme leveringsvoorwaarden), – bijzondere betalingstechnieken (documentair krediet, documentair incasso), – bijzondere douanereglementeringen (tijdelijke invoer, vrijstelling rechten),

– vormen van bescherming tegen wisselkoersrisico.

3 De redenen voor internationale handel

In 2021 bedroeg de totale waarde van de wereldhandel (= de som van de export van alle landen van de wereld) 22 328 miljard USD. Dat is een stijging van ongeveer 27 % in vergelijking met 2020. Een deel van de toename is te verklaren door de gestegen prijzen van heel wat goederen. Maar uitgedrukt in volume kende de wereldhandel toch ook een groei van bijna 9 %.

Door de invloed van de coronacrisis kende de wereldhandel in 2020 een serieuze terugval (-7 % in waarde en ongeveer -5 % in volume) (zie Illustratie 2). Voor het jaar 2022 rekent men op een exportgroei van ongeveer 3,5 % in volume, hoewel voorspellen momenteel zeer moeilijk is gezien de gespannen situatie op het internationale toneel.

Hoofdstuk

In het verleden kende de internationale handel van jaar tot jaar een groei, en ze groeide meestal sneller dan de jaarlijkse productie van goederen en diensten in de wereld (zie Illustratie 2, waar de jaarlijkse groei van de wereldexport in volume wordt vergeleken met de groei van het mondiale BBP). Maar even goed kan in een economisch moeilijke periode de wereldhandel ook snel terugvallen, zoals in 2009 het geval was. Die trend van bijna ononderbroken groei van de internationale handel werd ook in 2020 doorbroken, door de mondiale economische terugval als gevolg van de coronacrisis.

Illustratie 2 Groei van het volume van de wereldgoederenhandel en bbp, 1950-2023 (jaarlijkse groeipercentages)

Bron: WTO (World Trade Organization)

Hoe komt het dat er zo veel handel is en dat iedereen steeds meer handel wil drijven?

Daarvoor zijn enkele eenvoudige verklaringen:

1 Goederen zijn niet overal beschikbaar. Denk aan: – aardolie, – koffie, – bananen.

Dat niet alle goederen overal beschikbaar zijn, is te verklaren door natuurlijke factoren als: – ondergrond, – klimaat (temperatuur, neerslag), – reliëf.

2 Sommige goederen kunnen op andere plaatsen goedkoper worden aangekocht. Bijvoorbeeld: – garens, – confectiekleding, – elektronica, – schoenen.

Dit kan vooral in Oost-Europese, Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen.

Hoofdstuk 1 Internationale handel

Hoofdstuk 1 Internationale handel

Die verschillen tussen landen zijn te verklaren door allerlei landgebonden, socio-economische factoren als:

– lagere lonen, lagere sociale lasten, – lagere economische ontwikkeling, – lagere belastingen, – hogere productiviteit (waardoor het toch nog interessant kan zijn om te produceren in landen met hogere lonen), – betere scholing, – aanbod arbeidskrachten.

3 De vervoertechnieken ontwikkelen zich steeds verder. Wat vroeger niet, moeilijk, of niet op een economisch verantwoorde wijze vervoerd kon worden, kan nu wel vervoerd worden dankzij: – koelschepen, – tankschepen, – containervervoer, – luchtvervoer, – pijpleiding.

4 Globalisering van de economie – Door intensievere contacten tussen de verschillende delen van de wereld leren we andere producten kennen. Producten die we ook op regelmatige basis willen consumeren, bijvoorbeeld de kiwi of de avocado, of nieuwe behoeften als gevolg van de technologische evolutie, zoals diverse zeldzame metalen. – Een goed wordt vaak niet meer op één plaats geproduceerd (zie Illustratie 3).

Illustratie 3 Vergelijking internationale handel vroeger en nu

Vroeger

Land X

Grondsto en Handel

Nu

Land Y

Verwerking tot eindproduct

Verkoop

Land A Land B Land C Land D aan klanten

Grondsto en 1e bewerking 2e bewerking afwerking in diverse handel handel handel handel landen

Dit wordt ook geïllustreerd door de samenstelling van de wereldexport: circa 70 % van die export omvat door de industrie verwerkte goederen, landbouwproducten maken 10 % uit en 15 % betreft minerale producten (olie en mijnbouwproducten).

Hoofdstuk 1 Internationale handel

4

De Europese Unie in een notendop

Als we spreken over internationale handel, dan worden we onvermijdelijk geconfronteerd met heel wat spelregels van de Europese Unie. Om die allemaal goed te begrijpen, is enige basiskennis over de Europese Unie onontbeerlijk.

4.1 Beknopte geschiedenis

1958 Start van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) met zes landen: België, Luxemburg, Nederland, Italië, Frankrijk en Duitsland, na ondertekening van het Verdrag van Rome (basisakte).

1979 Start van het Europees Monetair Systeem (EMS), waarbij een aantal lidstaten onderling overeenkomen dat de wisselkoersen tussen hun munten slechts beperkt mogen schommelen (± 2,25 %). Dat is een eerste stap naar de vorming van een monetaire unie. Niet alle lidstaten nemen deel aan het EMS.

1991 Verdrag van Maastricht: daarin wordt vastgelegd dat het einddoel van de EG de vorming is van een Economische en Monetaire Unie met een gemeenschappelijke munt: de euro. Sinds dit verdrag in werking is spreken we van de Europese Unie (EU) in plaats van de Europese Gemeenschap (EG).

1993 Afschaffen van de douaneformaliteiten aan de interne grenzen; de EU wordt ‘één markt, zonder binnengrenzen’ en zonder controles op de interne handel (= handel tussen lidstaten).

1999 De euro wordt in gebruik genomen. Op 1 januari worden de koersen vastgelegd tussen de euro en de munten van de landen die de eurozone willen vormen (zie Illustratie 4). De nieuwe munt wordt voorlopig alleen gebruikt voor girale transacties.

2002 Op 1 januari worden voor circa 300 miljoen inwoners van de EU de fysieke nationale munten vervangen door de euromunten en -biljetten. De euro wordt het dagelijkse betaalmiddel in twaalf landen (zie IIlustratie 4).

2004 1 mei: uitbreiding van de EU met tien nieuwe lidstaten (zie Illustratie 4).

2007 Met de toetreding van Bulgarije en Roemenië groeit de EU uit tot een markt van bijna 500 miljoen inwoners.

2009 Het belangrijke Verdrag van Lissabon voert een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken en omvat een aantal wijzigingen op de vroegere basisverdragen van Rome en Maastricht. Dat verdrag voorziet ook twee nieuwe functies: een permanente voorzitter van de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders, een functie die sinds november 2020 vervuld wordt door de Belgische politicus Charles Michel, en de functie van hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken, die toegekend werd aan de Spaanse Josep Borell.

2013 Op 1 juli wordt Kroatië de 28ste lidstaat.

2016 Referendum in het VK waarbij met een nipte meerderheid gekozen wordt voor uittrede uit EU (Brexit).

2020 Op 31.01.2020, ruim drie jaar na het referendum, wordt de fel bediscussieerde Brexit een feit (na 47 jaar lidmaatschap van het VK). Na jarenlange, zeer moeizame onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en het VK bereikt men op de valreep (eind december 2020) een akkoord over de nieuwe (complexe) handelsregels (zie Hoofdstuk ‘Douaneformaliteiten’).

2023 Met de toetreding van Kroatië tot de eurozone (na meerdere nieuwe eurolanden tussen 2002 en 2023) telt de EU nu twintig eurolanden.

Zie Illustratie 4 voor de details over de toetreding tot de EU en de eurozone.

1 Internationale handel

4.2 EU vandaag

Illustratie 4 Landen van de Europese Unie en hun kenmerken

Land –

landencode

België – BE

Duitsland – DE

Frankrijk – FR

Italië – IT

Luxemburg – LU

Nederland – NL

Denemarken – DK

Ierland – IE

Griekenland – GR

Spanje – ES

Portugal – PT

Finland – FI

Oostenrijk – AT

Zweden – SE

Cyprus – CY

Estland – EE

Hongarije – HU

Letland – LV

Litouwen – LT

Malta – MT

Polen – PL

Slowakije – SK

Slovenië – SI

Tsjechië – CZ

Bulgarije – BG

Roemenië – RO

Kroatië – HR

Bron: EU

01.01.1958

01.01.1958

01.01.1958

01.01.1958

01.01.1958

01.01.1958

01.01.1973

01.01.1973

01.01.1981

01.01.1986

01.01.1986 01.01.1995 01.01.1995

01.01.1995

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.05.2004

01.01.2007

01.01.2007

01.07.2013

HUF (Forint)

PLN (Zloty)

CZK (Kroon)

BGN (Lev)

ROL (Leu) EUR

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

EMS-2 (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.2001)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.1999)

Eurozone (01.01.2008)

Eurozone (01.01.2011)

Eurozone (01.01.2014)

Eurozone (01.01.2015)

Eurozone (01.01.2008)

Eurozone (01.01.2009)

Eurozone (01.01.2007)

Eurozone (01.01.2023)

overgang X

2024 (1)

2020 (2)

2022 (1)

2028 (1)

2029 (1)

2029 (2)

2025 (2)

2026 (2)

2027 (2)

2023 (2)

2021 (1)

2019 (2)

2018 (2)

2023 (1)

2026 (1)

2017 (2)

2024 (2)

2028 (2)

2027 (1)

2030 (2)

X X X X overgang overgang X

2025 (1)

2030 (1)

2021 (2)

2022 (2)

2018 (1)

2019 (1)

2020 (1) + Zwitserland (1) jan.-juni Noorwegen (2) juli-dec. IJsland Liechtenstein

4.3 Economische samenwerking in de EU

In het Verdrag van Rome werd bepaald dat de samenwerking tussen de lidstaten via de vorming van een douane-unie en een gemeenschappelijke markt uiteindelijk moet leiden tot een economische unie.

In de jaren zeventig werd duidelijk dat ook monetaire samenwerking tussen de lidstaten noodzakelijk was. In het Verdrag van Maastricht werd vastgelegd dat de Europese samenwerking moet leiden tot de vorming van een Economische en Monetaire Unie (EMU) en het gebruik van een gemeenschappelijke munt: de euro. Wat houdt dit concreet in?

Hoofdstuk

Douane-unie:

– Vrij verkeer van goederen (geen invoerrechten en geen kwantitatieve beperkingen op de wederzijdse handel tussen de leden). Dankzij het handelsverdrag blijft het VK vrij verkeer op de meeste goederen genieten vanaf 01.01.2021.

Gemeenschappelijk buitentarief (GBT): voor goederen ingevoerd uit derde landen passen alle leden dezelfde invoerrechten toe (let wel: dit is niet van toepassing op accijnzen en btw).

Gemeenschappelijke handelspolitiek: alle handelsafspraken met derde landen worden door de douane-unie gemaakt.

Gemeenschappelijke markt:

– Dezelfde kenmerken als de douane-unie, plus:

– Naast vrij verkeer van goederen ook vrij verkeer van diensten en productiefactoren (arbeid en kapitaal).

Economische unie: –

Dezelfde kenmerken als de gemeenschappelijke markt, plus:

– Geharmoniseerd economisch beleid. Bijvoorbeeld: fiscaal beleid, vervoerbeleid, prijsbeleid, energiebeleid, landbouwpolitiek, enzovoort.

Monetaire unie:

– Dezelfde kenmerken als de economische unie, plus:

– Geharmoniseerd monetair beleid (afspraken bijvoorbeeld op het vlak van rente en krediet) en vaste wisselkoersen tussen de munten van de leden. Een gemeenschappelijke munt is niet noodzakelijk, maar is de kroon op het werk van de samenwerking.

4.4 Vrij verkeer van personen – Schengenakkoord

‘Vrij verkeer van personen’ betekent dat er geen controles meer zijn op het personenverkeer aan de binnengrenzen in de EU. Dit wordt geregeld door het Schengenakkoord, dat ondertekend werd door 23 lidstaten plus Noorwegen, Zwitserland, IJsland en Liechtenstein (dus 27 landen). Ierland maakt geen deel uit van het Schengengebied. Bulgarije, Cyprus en Roemenië zitten in een overgangsregeling (zie Illustratie 4).

Als er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid hebben de Schengenlanden recht op tijdelijke ontheffing van het verdrag en mogen ze opnieuw grenscontroles invoeren (gedurende dertig dagen of zo lang de bedreiging duurt). Van dat recht werd gebruik gemaakt door Duitsland tijdens het wereldkampioenschap voetbal 2006 om voetbalhooligans aan de grens te kunnen weren, door Frankrijk in 2011 om de stroom van Tunesische vluchtelingen vanuit Italië te beperken. Naar aanleiding van de Europese migrantencrisis voerden verschillende landen vanaf 2015 opnieuw grenscontroles in om de immense toestroom van vluchtelingen onder controle te houden. Ook in het kader van de COVID-19-pandemie werden in 2020 en 2021 door landen beperkingen opgelegd op het personenverkeer.

Hoofdstuk

4.5 Lid worden van de EU

Landen kunnen lid worden van de EU als ze voldoen aan de vier criteria van Kopenhagen.

Deze zijn:

– Het land heeft stabiele instellingen die een waarborg vormen voor de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor minderheden.

– Het land heeft een goed functionerende markteconomie.

– Het land onderschrijft de diverse politieke, economische en monetaire doelstellingen van de EU.

– Het land past de administratieve structuren aan om een geleidelijke en harmonieuze integratie in de EU mogelijk te maken.

4.6 De voordelen van uitbreiding voor de Europese Unie

– De uitbreiding garandeert stabiliteit in Europa door de landen van Midden- en Oost-Europa toekomstperspectieven te bieden.

– Met de uitbreiding kan de EU haar invloed op belangrijke vraagstukken op wereldvlak vergroten.

– De uitbreiding bevordert de economische groei.

Geleidelijk groeide de EU tot een markt van nu ruim 450 miljoen consumenten (voor de Brexit circa 500 miljoen). Ter vergelijking: in de VS leven 300 miljoen consumenten.

4.7 Toekomstige lidstaten van de EU

Onderhandelingen voor toetreding lopen met de kandidaat-lidstaten Servië, Turkije, Albanië, Noord-Macedonië, Oekraïne en Moldavië. De landen Bosnië-Herzegovina, Kosovo en Georgië zijn potentiële kandidaat-lidstaten. IJsland was een kandidaat-lidstaat, maar trok deze kandidatuur begin 2015 terug in.

De EU onderhoudt nauwe tot zeer nauwe contacten met heel wat andere landen via handelsakkoorden. Zeer belangrijk daarbij zijn de akkoorden met de EFTA (European Free Trade Association – of EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) die bestaat uit Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein. Deze landen willen nauw samenwerken met de EU, maar willen nog niet snel lid worden. Ook met het VK, dat na de Brexit een gewoon derde land geworden is, werd na veel moeite een handelsakkoord afgesloten.

4.8 Beslissingsstructuur in de EU

De Raad van de Europese Unie (Ministerraad) neemt samen met het Europees Parlement de beslissingen. De Raad is samengesteld uit één minister per lidstaat. Normaal is dit de minister van Buitenlandse Zaken. Afhankelijk van het onderwerp dat wordt besproken, kan deze worden vervangen door bijvoorbeeld de minister van Landbouw, de minister van Tewerkstelling of de minister van Financiën.

Elk EU-land kan een aantal stemmen uitbrengen. De verdeling van deze stemmen is gebaseerd op de bevolkingsgrootte en het economisch belang van elk land.

Belangrijke beslissingen worden unaniem (alle landen akkoord) genomen (bv. veiligheid, buitenlandse zaken, belastingen). Voor de meeste andere beslissingen is een gekwalificeerde meerderheid vereist (ongeveer 80 % van de beslissingen). Een voorstel wordt aangenomen als een meerderheid van

Hoofdstuk

landen (minstens 55 %) vóór stemt terwijl die landen minstens 65 % van de EU-bevolking moeten vertegenwoordigen (principe van de dubbele meerderheid).

De Europese Commissie is de motor van de EU en is verantwoordelijk voor het voeren van het gemeenschappelijk beleid. Deze Commissie, met als voorzitter de Duitse Ursula von der Leyen, zorgt voor de uitvoering van de beslissingen die zijn genomen door de Raad. De Commissie telt 27 leden (één per lidstaat) en elke Commissaris is verantwoordelijk voor een beleidsdomein. De Commissieleden moeten onafhankelijk optreden, zowel tegenover de regering van hun land, als tegenover de Raad. De Belg Didier Reynders is de Europese Commissaris voor Justitie.

4.9 Beleidsinstrumenten van de EU

In een individueel land worden wetten gemaakt. De gemeenschappen in België (de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap) leggen hun spelregels vast in decreten.

Het Europees recht bestaat in de eerste plaats uit Verordeningen en Richtlijnen:

Verordeningen hebben een algemene strekking en zijn rechtstreeks bindend in alle lidstaten (deze beslissingen hoeven niet meer goedgekeurd te worden via de nationale parlementen). Voorbeeld: gemeenschappelijke aanpak inzake roamingtarieven.

– Met Richtlijnen wordt een bepaald resultaat beoogd. Elke lidstaat moet, waar nodig, zijn nationale wetgeving aanpassen om het gestelde doel te bereiken. Voorbeeld: kunststoffen voor eenmalig gebruik.

4.10 Supranationaal gezag

Dit houdt in dat voor bepaalde beleidsdomeinen de beslissingen genomen worden door de Europese instellingen en niet langer op het niveau van de lidstaat. Dan overstijgt het Europese beleid dat van de nationale instanties. Dit geldt onder andere voor het landbouwbeleid, het handelsbeleid, het visserijbeleid, het vervoersbeleid, het concurrentiebeleid, het ontwikkelingsbeleid en het asiel- en immigratiebeleid. Het VK had het altijd moeilijk om dit supranationaal gezag te aanvaarden. Ook Hongarije en Polen doen pogingen om op bepaalde domeinen de nationale wetgeving te laten primeren op de Europese.

Hoofdstuk

5 De wereldhandel in cijfers

Illustratie 5 Spreiding van de wereldhandel (2021) (*)

Bron: WTO

(*) Op basis van de classificatie van de belangrijkste exporteurs

(**) FOB-waarde = waarde aan de uitvoergrens (zonder transport- en verzekeringskosten) CIF-waarde = waarde aan de grens van het invoerland (inclusief transport- en verzekeringskosten)

(***) Met inbegrip van een groot deel wederuitvoer (uitvoer inlandse producten 20 miljard voor Hongkong en 208 miljard voor Singapore)

Hoofdstuk

Illustratie 6 Wereldhandel per regio (aandeel in %)

Bron: WTO (*) Gemenebest van Onafhankelijke Staten (= Russische Federatie + 11 andere ex-USSR-staten) – 1973 cijfers USSR (**) VS, Canada en Mexico

Illustratie 7 Spreiding wereldhandel zonder interne EU-handel (2021)

Bron: WTO (*) Enkel externe handel 27 landen EU (zonder handel tussen EU-lidstaten onderling)

Hoofdstuk 1 Internationale handel

Hoofdstuk 1 Internationale handel

6 Internationale handel van België

Illustratie 8 Buitenlandse handel van België (in miljoen euro)

Bron: NBB.Stat (cijfers volgens communautair concept = alle goederenbewegingen die de landsgrenzen overschrijden)

Illustratie 9 Regionale verdeling van de Belgische handel (2021)

Bron: NBB.Stat

Statistieken opgemaakt volgens het nationale concept, vandaar de verschillen met Illustratie 8 (= statistieken volgens communautair concept maar zonder handel tussen niet-ingezetenen).

Hoofdstuk 1 Internationale handel

Illustratie 10 Geografische verdeling van de Belgische handel (2021)

Bron: NBB.Stat

Uitvoer België 2021

1 Internationale handel

Invoer België 2021 Europa

Amerika

Afrika

Andere

Illustratie 11 Belgische buitenlandse handel naar goederengroepen (2021) (*)

1. Levende dieren en producten van het dierenrijk

2. Producten van het plantenrijk

3. Vetten en oliën

4. Voedselindustrie, dranken, tabak

5. Minerale producten

6. Chemische en farmaceutische producten

7. Kunststoffen en rubber

8. Huiden, leder en lederwaren

9. Hout, kurk en vlechtwerk

10. Houtpulp, papier en papierwaren

11. Textiel en textielwaren

12. Schoeisel - hoofddeksels - paraplu’s - kunstbloemen …

13. Steen, cement, glas en keramiek

14. Parels, edele metalen en edelstenen

15. Onedele metalen en werken hiervan

16. Machines en electrotechnisch materieel

17. Vervoermaterieel

18. Optische- & precisie-instrumenten

19. Wapens en munitie

20  Diverse goederen (meubelen, speelgoed e a.)

21. Kunstvoorwerpen

TOTAAL

Bron: NBB.Stat (*) De verdeling in de productgroepen is gebaseerd op de 21 afdelingen van het Tarief van invoerrechten (zie het hoofdstuk Douaneformaliteiten)

Hoofdstuk

Hoofdstuk 1 Internationale handel

Illustratie 12 Wist je dat België in 2021 … (tussen haakjes het aandeel in de wereldexport)

De 1e wereldexporteur was van:

Weefgetouwen (33 %)

Bevroren groenten (18 %)

Zink en zinkproducten (9 %)

(staven of profielen van zink 26 %)

De 2e wereldexporteur was van:

Vlas, ruw of bewerkt (35 %)

Tapijten van vilt (18 %)

Biodiesel & mengsels (14 %)

Wandbekleding van textielstoffen (14 %)

Chocolade e.a. bereidingen die cacao bevatten (11 %)

Vloerbedekking van kunststof (7 %)

De 3e wereldexporteur was van: Bier van mout (12 %)

Getufte tapijten (12 %)

Fotografische films op rollen (11 %)

Farmaceutische producten (10 %)

Gewalste platte producten van roestvrij staal (10 %)

Consumptie-ijs (9 %)

Margarine (9 %)

Geneesmiddelen (8 %)

De 4e wereldexporteur van

Anorganische of minerale kleur- en verfstoffen (10 %)

Geweven tapijten (8 %)

Machines voor oogsten landbouwproducten (7 %)

Draad van koper (7 %)

Brood, gebak, biscuit e.a. bakkerswaren (7 %)

Bron: Agentschap van de Buitenlandse handel en UN – International Trade Statistics ITC (op basis van SITC Nomenclatuur) –www.intracen.org

Oefentraject

Opdracht 1

Als bij een stemming over een voorstel in de EU Duitsland, Frankrijk, Italië, België, Spanje, Nederland, Oostenrijk, Zweden, Malta, Denemarken, Luxemburg, Finland, Ierland en Polen (14 landen van de 27) akkoord gaan, wordt het voorstel dan goedgekeurd? Waarom wel of waarom niet?

Bestudeer aandachtig de voorgaande tabellen en beantwoord de volgende vragen.

Opdracht 2

Bekijk Illustratie 5. Zijn de 10 belangrijkste exportlanden ook de grootste importlanden?

Hoe belangrijk zijn de EU-landen voor de wereldexport?

Wat zijn je belangrijkste vaststellingen over de spreiding van de wereldhandel? Probeer vier conclusies te noteren.

Opdracht 3

Bestudeer Illustratie 6. Wat stel je vast over de positie van Europa in de wereldexport? En waarom is het aandeel van Afrika zo klein, denk je?

Opdracht 4

Bekijk Illustratie 7. Wat zijn je vaststellingen als we de EU als één handelsblok beschouwen, waarbij enkel de handel tussen lidstaten en niet-lidstaten in aanmerking genomen wordt – en we dus de wederzijdse handel tussen de lidstaten buiten beschouwing laten?

Vergelijk dit met je vaststellingen in Opdracht 2.

Opdracht 5

Wat kon je afleiden uit Illustratie 5 voor de positie van België tussen de exporterende landen?

Wat vind je van deze prestatie als je weet dat ons aandeel in de wereldbevolking circa 0,2 % bedraagt en ons land 0,02 % van het wereldoppervlak beslaat?

Wat stel je vast als je kijkt naar de ontwikkeling van de internationale handel van België sinds 1995 en het evenwicht tussen de uitvoer en de invoer in al die jaren (Illustratie 8)?

Opdracht 6

Bekijk de verdeling van de Belgische bevolking volgens gewest op de website van de Nationale Bank (www.nbb.be/nl/statistieken). Vergelijk deze verdeling met de resultaten inzake de buitenlandse handel van elk gewest (Illustratie 9). Bereken de waarde van de uitvoer per hoofd van de bevolking voor elke regio.

Opdracht 7

Wat zijn drie belangrijke vaststellingen na het bestuderen van de gegevens in Illustratie 10?

Opdracht 8

Stel dat je een presentatie moet geven over de samenstelling van de Belgische buitenlandse handel. Hoe zou je, zonder Illustratie 11 te tonen, de belangrijkste gegevens samenvatten in ongeveer tien regels tekst?

Hoofdstuk

Zelfevaluatie

Verklaar:

de begrippen ‘unaniem’ en ‘gekwalificeerde meerderheid’ bij de EU;

– het begrip ‘internationale handel’;

– waarom de internationale handel steeds toeneemt;

– wat bedoeld wordt met een grote concentratie van de wereldhandel bij een beperkt aantal landen;

– de afkortingen: EU, EFTA (EVA), FOB-uitvoer, CIF-invoer;

het begrip ‘supranationaal gezag’;

– het begrip ‘Brexit’.

Zoek op:

waarom de internationale handel de voorbije vijftig jaar zo sterk gegroeid is;

– aan welke voorwaarden landen moeten voldoen om lid te worden van de EU;

wie de belangrijkste medespelers zijn in het wereldhandelsgebeuren en hoe groot hun aandeel in die wereldhandel ongeveer is;

– welke landen de belangrijkste handelspartners van België zijn, en wat hun aandeel in die handel is;

welke uitvoer- en invoerproducten van België de belangrijkste zijn;

– met welke landen de Belgische buitenlandse handel een groot onevenwicht vertoont;

aan welke voorwaarden kandidaat-lidstaten moeten voldoen om te kunnen toetreden tot de EU.

Illustreer:

– dat ons land, hoe klein het ook is, toch behoort bij de groep van belangrijke wereldexporteurs en wereldimporteurs;

waarom het belangrijk is voor een land dat export en import zo goed mogelijk in evenwicht zijn en leg uit hoe het op dat vlak gesteld is met de internationale handel in België; – waarom de beslissingen van de EU, genomen op basis van een gekwalificeerde meerderheid, democratisch zijn;

de verschillen tussen een douane-unie en een economische unie.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
VIVES - Supply Chain Management - Internationale handels- en betalingstechnieken by hogeschoolvives - Issuu