Position Paper

Page 5

1. De Hogeschool Rotterdam in 2007

centraal georganiseerde diensten. Dat schept de ruimte om de benodigde financiële reorganisatie te realiseren en om de huisvesting van de opleidingen te concentreren in een beperkt aantal locaties. In die onderwijslocaties wordt door de jaren heen flink geïnvesteerd. De belangrijkste keuze in die fase is het afstoten van alle vestigingen van de hogeschool buiten Rotterdam, met als uitzondering de PABO in Dordrecht. Het betekent de sluiting van de HTS in Dordrecht en opleidingsplaatsen in Delft, Eindhoven, Vlissingen, Arnhem en Groningen. In 2002 volgt de fusie met de HES-Rotterdam, hierdoor verbreedt en versterkt het profiel van de Hogeschool Rotterdam aanzienlijk. De hogeschool omvat sinds die tijd de belangrijke opleidingen in alle sectoren van het hbo, met uitzondering van het agrarisch onderwijs. Hogeschool Rotterdam is daarmee een van de grootste en toonaangevende hogescholen van het land. Deze laatste fusie vormt aanleiding tot een strategische discussie over de positionering van de hogeschool. Op de vraag: “Wat bindt ons als fusiepartners binnen de nieuwe instelling?” klinkt het eensluidende antwoord: Rotterdam! De keuze voor Rotterdam en haar regio en voor een Rotterdamse aanpak wordt duidelijk gemaakt en staat centraal in het Positionpaper dat in 2002 verschijnt, en dat in 2003 verder is uitgewerkt en geactualiseerd. In de kern gaat het om een keuze voor de regio Rotterdam én voor de Rotterdamse aanpak. De keuze voor Rotterdam vertaalt zich in de concentratie van ons onderwijsaanbod in de stad, met haar diverse populatie van aspirant-studenten en richt ons inhoudelijk op die marktsegmenten die voor die regio van specifiek belang zijn. Die keuze leidt er uiteindelijk toe dat de hogeschool zich richt op acht ‘steden’ en dat stuurt behalve de ontwikkeling van het onderwijsaanbod ook de keuze voor lectoraten.

03 De keuze voor de Rotterdamse aanpak kenmerkt zich door een manier van werken en studeren die omschreven kan worden als innovatief, pragmatisch, gericht op interdisciplinair samenwerken en met een sociale en nuchtere inslag. Daarbij hoort het binnenhalen van de beroepspraktijk in het onderwijs en het teruggeven van resultaten aan de beroepspraktijk: Outside in, Inside out, kortweg aangeduid als OIIO. Resultaatgerichtheid staat centraal: het moet wel wérken. Beide keuzen leiden voor de inrichting van het onderwijs tot het Rotterdams Onderwijsmodel (ROM). Inzet daarvan is om alle opleidingen van de Hogeschool Rotterdam een eenduidige en herkenbare opbouw te geven, die garandeert dat de keuze voor Rotterdam en Rotterdams ook herkenbaar in de curricula is terug te vinden. Het model kent drie lijnen: kennisgestuurd, praktijkgestuurd en studentgestuurd. ¬ De kennisgestuurde lijn legt een stevig fundament van kennis en vaardigheden. ¬ In de praktijkgestuurde lijn leren studenten op een ‘Rotterdamse’ manier vraagstukken uit hun toekomstige beroepspraktijk aan te pakken: echte vraagstukken met echte opdrachtgevers die ook echt op de resultaten van hun werk zitten te wachten. ¬ In de studentgestuurde lijn staat de individuele student centraal: zijn of haar ontwikkeling wordt intensief begeleid (studieloopbaancoaching). Iedere student krijgt in keuzeonderwijs en de minor de ruimte om accenten in het eigen programma aan te brengen. De drie lijnen met een vastgelegde omvang garanderen dat in elke opleiding elke lijn de hoeveelheid aandacht krijgt die noodzakelijk is. Dit is de kern van de lijnen die we in 2003 hebben uitgezet. Hoe heeft dat nu gewerkt?


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.