2 minute read

HET WAS DE OPROEP VAN MIJN LEVEN’

Helpen als brandweerman tussen honderden kilometers verwoesting in Turkije. Met grote kans op nog een aardbeving. Ga er maar aanstaan. Geboren en getogen Alphenaar Corné Verwaaij doet het. In gesprek over zijn roeping, sportiviteit en ervaringen die hij niet meer van zijn netvlies krijgt.

Een helm van de USAR vol vlekjes en butsen ligt bij binnenkomst op de eettafel. Een stille getuige van het heldenwerk dat Corné elke dag doet. Of zoals hij zelf zegt: “Het mooiste beroep ter wereld”. De liefde voor de brandweer zit diep bij de familie Verwaaij.

Advertisement

“Mijn vader was vrijwilliger en mijn broer was brandweerman van beroep. Zij staken mij aan met hun enthousiasme.” Corné slaagde uiteindelijk met vlag en wimpel voor alle tests van de brandweer.

Het bijzondere werk beviel zo goed dat hij nooit meer wegging. Inmiddels werkt Corné al twintig jaar op de kazerne in de Havenstraat. Zelf woont hij vlakbij in Kerk en Zanen. Wel zo handig als je ‘s nachts uit je bed wordt getrommeld voor een dienst. “Ik vind het hier fijn wonen omdat je zo in de polder staat. Ik ga vaak een wat langere afstand hardlopen. Als brandweerman moet ik mijn conditie op peil houden. Als er brand is in een flat in de Diamantstraat, moet ik vliegensvlug naar de tiende etage rennen. De lift neem je dan niet.”

In februari kreeg Corné de oproep van zijn leven: inzet bij de aardbeving in Turkije. Als lid van de USAR vliegt hij de hele wereld over naar rampgebieden.

“De eerste indruk was een drama. Over 200 kilometer was alles ingestort. Het leek wel een oorlogsgebied. We hoorden veel overlevenden onder het puin. Elke persoon die je dan redt is er één.”

Om zoveel mogelijk te kunnen doen, cijfert Corné zich als persoon volledig weg. “Je slaapt elke nacht een paar uurtjes en je eet minder. Je moet het zoekgebied zoveel mogelijk uitbreiden.”

Blijdschap en verdriet liggen tijdens de missie dicht bij elkaar. Zo zal Corné de dankbare blik van een geredde vrouw nooit vergeten, maar er zijn ook de schrijnende gevallen van overlevenden die uiteindelijk toch komen te overlijden. “Het klinkt misschien raar, maar ik sta er redelijk nuchter in. Dat heb je ook wel nodig als brandweerman. Sommige dingen blijven je natuurlijk wel bij, bijvoorbeeld als er kleine kinderen in het spel zijn. Ik ben zeker niet bikkelhard en alle andere jongens van de brandweer ook niet.”

Gelukkig wacht bij thuiskomst een liefdevol gezin. Zijn dochters onthalen hem met een zelfgemaakt bord vol hartjes met de tekst: “Welkom thuis held Corné”. Als brandweerman kan hij niet zonder zijn stabiele thuisfront. “Ik kan mijn ei kwijt thuis. Je wil graag vertellen over je ervaringen. Dan hoef je het niet op te kroppen. Maar ik vertel natuurlijk niet alles. Ik zou mijn werk niet kunnen doen zonder mijn vrouw die thuis alles draaiende houdt. Eigenlijk doe je het vak van brandweerman samen.”

This article is from: