
6 minute read
MEIDEN IN DE TECHNIEK
AANDEEL MEIDEN IN TECHNISCHE OPLEIDINGEN BLIJFT GROEIEN
De één kreeg het met de paplepel ingegoten, de ander baant zelf de weg. Steeds meer stoere meiden die houden van werken met hun handen, laten zich niet afschrikken door het imago van zogenaamde ‘mannenberoepen’.
Advertisement
Van de nieuwste vormgevingsprogramma’s tot een groot aanbod aan elektrisch gereedschap. De afdeling Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) op De Meerwaarde beschikt over alle faciliteiten die een leerling timmeren, metselen, schilderen, infra of interieur nodig heeft. Een afdeling ook waar je steeds meer meisjes ziet, volgens docent Peter Baart. Een recente ontwikkeling, want toen hij op De Meerwaarde bij Bouw begon, zag hij daar alleen jongens. “Terwijl op de creatieve mbo-opleidingen rond de 80 procent vrouw is. Een paar jaar geleden startten we bij BWI daarom met de decoratieve richting ‘Design’. Want meiden zijn net zo goed in timmeren, metselen en schilderen als jongens, maar ze vinden een iets andere insteek van de opdrachten wel leuk. Geen meters maken, maar decoratief schilderen bijvoorbeeld. Dezelfde technieken, maar de opdrachten zijn meer girl-proof.”
WIETEKE PIETERS
Toch waren er ook voor Design al meiden die bewust voor Bouw kozen. Wieteke Pieters bijvoorbeeld, die in de lente van 2016 de mbo niveau-3-opleiding tot interieurbouwer afrondde aan het Hout- en Meubileringscollege in Amsterdam. “Ik wist al jong dat ik deze kant op wilde”, vertelt ze. “In groep zeven verbouwde mijn vader onze zolder. Ik hielp met het hout en plaatmateriaal en vond dat zo leuk dat ik vroeg wat je daar later mee kunt worden. Meubelmaker zei hij. Dus dat werd het. Als ik een doel voor ogen heb, dan ga ik ervoor.”

Eenmaal op het vmbo bleek Wieteke prima op haar plek. “Ik heb er nooit problemen mee gehad dat ik tussen de jongens zat. Ik kon het goed met ze vinden. Wel vond ik het jammer dat ik maar weinig techniekuren had, maar dat was mijn eigen schuld. Had ik maar niet de gemengdtheoretische leerweg moeten kiezen. Je kreeg wel een goed beeld van het vak, dus ik wist zeker dat het HMC wat voor mij zou zijn.”
REBECCA SNEL
Wieteke werd op de voet gevolgd door Rebecca Snel, die inmiddels ook op het HMC in Amsterdam zit. Volgens Peter Baart een stoere meid met twee rechterhanden, die op De Meerwaarde tweede werd in de regionale bouw- en timmerwedstrijden. Inmiddels volgt ze de opleiding Creatief Vakman. Hoewel de naam anders doet vermoeden, zijn slechts 8 van haar 25 klasgenoten mannelijk. “Heel anders dan op De Meerwaarde, waar we met vijf meiden en achttien jongens waren”, vertelt Rebecca. “We waren de eersten die Design konden kiezen. Zelf ben ik echt van werken met hout, liefst massief. Ik vind het leuk als je alle technieken en verbindingen kunt zien zitten. In de toekomst wil ik ook eigen meubels gaan ontwerpen. Mensen hebben trouwens vaak een verkeerd beeld van het meubelmakersvak. Het is geen mannenberoep, er zijn juist veel vrouwelijke ontwerpers en op het mbo heb ik eigenlijk alleen vrouwelijke docenten.”


CARLIJN JANSEN
Net als Rebecca viel ook BWI-leerling Carlijn Jansen in de prijzen tijdens de timmerwedstrijden van ReVaBo Oosterbeek. “Vanuit school werden de beste leerlingen daarheen gestuurd en daar zat ik bij. Ik werd tweede. Thuis zijn we nu aan het verbouwen en daar help ik m’n ouders met slopen en schilderen, maar dat ik goed was in timmeren ontdekte ik pas in de les”, lacht ze. Inmiddels zijn de timmerlessen achter de rug en is het blok metselen aangebroken. “Ook leuk en weer eens wat anders. Dat vind ik het fijne aan Bouw. Je krijgt allemaal verschillende lessen en kunt alles een keer proberen. Ik ben echt van de praktijk. Theorie lukt ook best goed, maar ik vind met mijn handen werken gewoon veel leuker. Of de bouw een mannenwereld is? Bij ons in de klas zitten tien meiden en negen jongens, dus het valt mee. Het kan me ook niks schelen als ik later tussen alleen maar mannen zou werken.”

NINA VAN LAAR
Nina van Laar, die nu in het eerste jaar zit, denkt er precies zo over. “Aan het eind van de tweede moet je een richting kiezen en dan ga ik voor BWI. In die lessen krijg je namelijk van alles: van belettering en schilderen tot houten meubels maken. Dat lijkt me leuk, dat je van alles wat weet en kunt.” Nina heeft haar toekomst duidelijk voor ogen. “Mijn opa doet interieurdesign en ik wil later ook interieurarchitect worden. Je bent dan lekker creatief bezig met kleur, bedenken hoe het eruit moet komen te zien en hoe je het gaat maken. Thuis ben ook altijd aan het klussen, vooral in de zomervakantie. Zelf fotolijstjes maken bijvoorbeeld. We zijn nu mijn kamer aan het vernieuwen en ik ga zelf een nachtkastje maken met een autoband en hout. Op dat idee kwam ik na een zoektocht naar leuke DIY-projecten op internet. Leuk om mee bezig te zijn.” Hoewel Nina nog een jaartje moet wachten voor ze definitief voor BWI kan kiezen, heeft ze er nu al zin in. Of veel andere meisjes dezelfde keuze zullen maken weet ze niet. “Maar dat maakt me ook niet zoveel uit. Ik wil doen wat ik leuk vind. Want anders zou ik me helemaal niet prettig voelen.”
‘VAN OLST WIST HOE JE JONGENS BIJ DE LES HOUDT’
Brandweerman, politie; de meeste mensen gaan iets anders doen dan wat ze als kind wilden worden. Niet Frank van der Vliet. Al jong wist hij zeker dat hij timmerman wilde worden. Dus toen het studiekeuzemoment daar was, koos Frank voor de timmeropleiding op het Christiaan Huygens. “En daar heb ik nooit spijt van gehad.”
Als jongetje stond hij vaak te kijken naar de buurman die timmerman was. “Op zaterdag mocht ik vaak helpen en later ging ik zelfs mee de bouw op”, herinnert Frank zich. Inmiddels is hij zelfstandig ondernemer onder de naam FRANK Bouwbedrijf en rijdt hij in zijn bedrijfsbus door het hele land. Een decennium geleden fietste hij nog dagelijks van Ederveen naar het Christiaan Huygens in Barneveld. “Ik was vaak te laat. Niet per se door de afstand, maar vooral omdat ik veel te graag op bed bleef liggen”, lacht hij. “Als je dan zeven à tien keer te laat was, moest je een vrijdag terug komen. Dat deed ik dan braaf, maar een week later was het weer zo ver.”
Desondanks was zijn schooltijd geen straf. “Het was een goede school. Ik heb er veel geleerd en had het naar mijn zin. Kwam ook nooit in de problemen. We hadden goede leraren die wisten hoe je jongens in de hand houdt. Vooral aan de schilderleraar Van Olst heb ik goede herinneringen. Die had vakkennis en wist hoe hij ons geïnteresseerd kon krijgen. Zo had hij een keer een oude Puch mee die we helemaal uit elkaar hebben gehaald, opnieuw gespoten en weer in elkaar gezet. Dat was één van de leukste lessen, met stip.”
Na het Christiaan Huygens was Frank niet uitgeleerd. “Naast de bouw bleef ik één dag per week naar school gaan. Eerst voor ‘Primair timmeren’, toen ‘Voortgezet timmeren’ en later heb ik de opleiding ‘Assistent uitvoerder’ afgerond. Tot mijn 23ᵉ heb ik zo doorgeleerd. Dat werd bij ons van huis uit ook gestimuleerd en ik heb er nog dagelijks plezier van. Zeker nu ik mijn eigen zaak heb.”
AANNEMER FRANK VAN DER VLIET CHRISTIAAN HUYGENS (2002-2006)

DE MEERWAARDE
| GELOOF IN ELK TALENT | PRAKTISCH ONDERWIJS | PASSENDE BEGELEIDING
