Zalfschaaltje Het zalfschaaltje is in brons gegoten. Het liggende vrouwenfiguurtje houdt met beide handen een schelpvormig schaaltje vast. In het schaaltje wordt met een spatel zalf en kleurstof tot make-up gemengd. Onder de schelp zijn twee pootjes aangebracht om het schaaltje rechtop te laten staan. Het vrouwenfiguurtje (met de haarscheiding in het midden) diende als handvat.
PERSOONLIJKE VERZORGING Fibula De fibula of mantelspeld is gemaakt van brons. Een fibula werkt zoals een veiligheidspeld. De naald haakt achter het uiteinde dat iets omgebogen is. Door het gewicht van de mantel wordt de naald tegen het omgebogen deel getrokken zodat de speld niet kan losschieten.
‘Van alle luxe artikelen die iemand kan betalen is parfum eigenlijk het meest doelloze. Parels en juwelen kun je schenken aan erfgenamen. Prachtige kleren gaan ook lang mee, maar parfum verliest zijn geur zodra je het gebruikt. Een vrouw, gekleed in een prachtige jurk, zal iemand, die ergens druk mee bezig is, niet doen opkijken. Maar gebruikt dezelfde vrouw een heerlijk parfum dan zal die hardwerkende persoon minstens even opkijken. Dat is de kracht van parfum.’ (uit: Plinius, Naturalis Historia (bewerkt). Romeinse vrouwen, maar ook mannen, gebruiken parfum, zalfjes, oliën en schmink om zich mooi te maken. Rode oker geeft blosjes op de wangen en kleurt de lippen rood. Met een pincet worden de wenkbrauwen in model gebracht waarna ze met roet zwart worden gemaakt. Bij bijzondere gelegenheden bestrijken de dames hun gezicht met kalkpoeder of met loodwit (giftig!) omdat een blanke huid in de mode is. In een handspiegeltje bekijken zij het resultaat. Waarschijnlijk hebben vóór de Romeinse tijd ook de inheemse vrouwen zich mooi gemaakt. Maar veel hierover is niet bekend. De Romeinse dichter Martialis (40-100) beschrijft wel het gebruik van ‘spuma Batava’ (Bataafs schuim) door de Bataven. Deze stam gebruikt een soort zeep dat de haren een rode glans geeft. Wel weten we dat vrouwen van welgestelde inheemse families het gebruik van parfum en make-up van de Romeinen hebben overgenomen. In enkele graven zijn parfumflesjes tevoorschijn gekomen. Haarnaalden van been en metaal en fibulae zijn echter vaker in graven teruggevonden.
I N F O R M AT I E
De Romeinse vrouw ziet er graag goed uit. Op muurschilderingen, grafstenen, beelden en munten is te zien hoe de haarmode in de loop van de tijd is veranderd. De meeste getrouwde vrouwen steken hun lange haren op met behulp van linten en met haarnaalden van been of metaal. Jonge meisjes laten hun haar los hangen. De vrouwen dragen sierlijke gewaden die met mantelspelden op hun plaats gehouden worden. Voor welgestelde dames hoort het gebruik van parfum erbij. De Romeinse schrijver Plinius schrijft over parfum:
BLAD 1
ZALFSCHAALTJE
EN FIBULA VOORWERP 6A EN 6B