Link 2016 01

Page 1

Magazine

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine

februari 2016 | nummer 1 | jaargang 18

TOPIC: VAN ETO NAAR CTO MARKETING EEN MUST VOOR MODULARITEIT TTIP-IDEAAL: NUL IMPORTTARIEF, GELIJKE REGELS EN INVESTERINGSBESCHERMING ‘VOORAL INDUSTRIËLE MKB HEEFT BAAT BIJ VERDRAG’

HENK LAGERWEIJ LAGERWEY THEMA SOFTWARE-CENTRIC VERANDERT DE KETEN: NIEUWE BUSINESSMODELLEN EN KRACHTSVERHOUDINGEN

HEEFT NU WEL DE WIND MEE


8 ZLOW GH PHHVW PRGHUQH HQ HIĖ FLúQWH WUHQGV LQ]HWWHQ" 8 ZLOW PDDWZHUN YRRU OLJKW DVVHPEO\ HQ YHUSDNNLQJVV\VWHPHQ" :LM UHLNHQ X QLHXZH SHUVSHFWLHYHQ DDQ WE ARE THE ENGINEERS 2) 352'8&7,9,7<

Dennis van Beers, Directeur Festo BV.

Een uitdaging voor machinebouwers om met innovatieve oplossingen te komen die individuele en veelal extreem lichte producten aankunnen maar daarbij toch universeel zijn in te zetten. Dat gebeurt gelukkig ook al op grote schaal. Ik zie het niet alleen in de hoogwaardige assemblageprocessen in de elektronica-industrie, maar tevens in de medische en laboratoriumwereld, bijvoorbeeld bij het geautomatiseerd nemen van monsters en het uitvoeren van analyses. Onontbeerlijk om snel een beslissing te kunnen nemen zodat een optimale behandeling YRRU HHQ VSHFLą HN ]LHNWHEHHOG NDQ ZRUGHQ EHSDDOG *RHGH oplossingen voor light assembly, goede oplossingen voor innovatieve verpakkingssystemen. Precies dáár ligt een stukje van de toekomst.” Festo BV

Sustainable innovation 6HFXULW\ _ 6LPSOLFLW\ _ (Ią FLHQF\ _ &RPSHWHQF\

015 2518759 www.festo.nl


Magazine

1/16

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

THEMA

16

26

35

SOFTWARE-CENTRIC VERANDERT DE KETEN: NIEUWE BUSINESSMODELLEN EN KRACHTSVERHOUDINGEN Wat betekent de opkomst van smart systemen en het Internet of Things voor de krachtsverhoudingen in de toeleverketen? Welke nieuwe businessmodellen dienen zich aan? Hoe dominant wordt software? En wat is de impact van de cloud: hoe zit het daar met de security en de privacy? Link Magazine maakte een rondje langs de softwarevelden en stak z’n licht op in Duitsland, bakermat van Industrie 4.0.

48

OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

INTERNATIONAAL ZAKENDOEN TTIP-IDEAAL: NUL IMPORTTARIEF, GELIJKE REGELS EN INVESTERINGSBESCHERMING

‘VOORAL INDUSTRIËLE MKB HEEFT BAAT BIJ VERDRAG’ Vermeende chloorkippen ten spijt, alle betrokken onderhandelaars zien graag dat TTIP een feit is voordat president Obama vertrekt. Vanwege het belang voor het (industriële) mkb. En omdat de ‘trans-Atlantische economie’ nu nog omvangrijk genoeg is om de regels voor de wereldeconomie te kunnen bepalen.

HENK LAGERWEIJ (LAGERWEY)

HEEFT NU WEL DE WIND MEE Een eenvoudig, echt Nederlands product. Zo omschrijft directeur Henk Lagerweij de windturbine die zijn bedrijf engineert en bouwt. Voor de productie van enkele onderdelen benut hij de expertise van toeleveranciers, de assemblage gebeurt weer geheel in eigen huis. Met de jongste innovatie – de modulaire stalen molen – gaat het bedrijf de concurrentie met de grootmachten aan.

TOPIC VAN ETO NAAR CTO

CONFIGURE-TO-ORDER GEEN ENGINEERINGFEESTJE EN NOG GEEN STANDAARDRECEPT

MARKETING EEN MUST VOOR MODULARITEIT Smart customization – maatwerk leveren door middel van modulariteit: een product klantspecifiek opbouwen uit slim gedefinieerde standaardmodules – geldt als succesformule voor onze hightech maakindustrie. Want dat helpt efficiënt en effectief de klantvraag te beantwoorden en kan tegelijk bijdragen aan behoud van productie hier. Maar voor modulair werken invoeren is nog geen standaardrecept. Om maximaal profijt te halen, moet de hele supply chain mee.

PROCESVERBETERING

INNOVATIE

28

55

Van tekentafel naar oven Samenwerking met Mat-tech brengt Mapper’s chipmachine weer stap dichter bij markt Uitfasering brandstofmotoren: nog maar negentien jaar te gaan Rijden op waterstof vergt investering auto-industrie en oliemaatschappijen

43 60

BIM als basis voor efficiënter bouwen Na de aannemers volgen de toeleveranciers en installateurs ‘Klanten en monteurs willen niet meer zonder’ ATD Machinery werkt met technisch documentatiepakket van cards PLM Solutions

ZIE VERDER PAGINA 5

februari 2016

3


*/5&3/&50 ' 5)*/(4

'BCSJFLTUSBBU C &. 5JMCVSH 5IF /FUIFSMBOET ] 5FM ] XXX NFSJOPTFSWJDFT DPN


EN VERDER: 7

MARTIN

UIT DE MARKT

25

COLUMN Vijf bedrijfssoftwaretrends: eindgebruiker centraal Bedrijven moeten digitale transformatie doormaken om niet ten onder te gaan

30

INDUSTRIEBELEID Manufacturingplant in afbouw wordt bloeiende manufacturingcampus OMC wil productiefste vierkante kilometer in hightech en life sciences worden

32

PARTNERS Steeds efficiënter samenwerken als levensvoorwaarde Aweta en Oreel streven naar verder verkorten doorlooptijd

46

ONDERZOEK ‘Euv nog beter en sneller maken, daar dragen wij aan bij’ Interview met Joost Frenken, directeur onderzoeksinstituut ARCNL

58

VEILIGHEID De industrie is aan de beurt Hackers lijken op weg naar nieuwe makkelijke slachtoffers van cybercriminaliteit

63

STRATEGIE ‘We zien veel potentieel, we willen groeien’ Ridder Data Systems aan opmars bezig met ERP-software

67

KORT

69

COLUMN Digitale interne markt: toegang tot 500 miljoen mensen Bekend bij nog geen veertig procent van de Nederlandse bedrijven

79

AGENDA

ALLES

In deze Link-uitgave staan een heleboel interessante dingen niet. Zoals over die mechatronica-merger die al een half jaar het Eindhovense in spanning houdt. Ik zou u mijn gemotiveerde, sterke vermoedens kunnen schetsen, maar dat zou speculatie zijn. Ik zou u ook kunnen vertellen over ergernis die er nog leeft bij mensen die ooit een Nederlandse, veelbelovende technologie aanboden bij een grote Nederlandse oem’er, die echter de voorkeur gaf aan een Amerikaanse variant, daarvan spijt kreeg en vervolgens die Nederlandse technologie met zoveel lompheid alsnog probeerde te verwerven dat de deur dichtging. Ik zou u daarover kunnen vertellen, maar publiceren betekent in dit geval zoveel als mijn bron prijsgeven, terwijl die een geheimhoudingsverklaring heeft getekend. Dus dat doen we (nog) maar niet. En ook de naam van de ex-partner van een ondernemer die in deze Link aan het woord komt zult u niet aantreffen. Immers bij de overname is in het contract bedongen dat de ‘partijen geen informatie verstrekken aan de pers’, op straffe van 500 euro direct opeisbare boete per dag. Nu zijn dit allemaal voorbeelden van externe non-communicatie die je natuurlijk in de keten genoeg aantreft. Veel geheimzinnigdoenerij over klanten, leveranciers, marges en ip die misschien niet altijd even rationeel is, maar wel begrijpelijk. Gek genoeg wordt er echter ook intern heel veel onder de pet gehouden. Tenzij het vanwege beursnotering of de Wet openbaarheid van bestuur moet, zal een directeur zijn salaris niet kenbaar maken aan zijn werknemers. Net zomin als de uitvalcijfers van die ene lijn niet aan de operators van alle andere lijnen worden gemeld. Die met de laagste yield zouden zich wel eens voor lul kunnen voelen staan, terwijl die met de hoogste direct op weg gaan naar hun chef, voor opslag. En waarom zou je die ontwerper online en real time zicht geven op de afspraken die inkoop maakt met leveranciers? Dat leidt alleen maar af van zijn eigen werk en voor je het weet gaat ie er zich mee bemoeien. Gaat ie tips geven. Net zoals waarom je niet wil dat salesmensen, met hun kennis van de klant, of productiemensen, met hun kennis van maakbaarheid, inzage hebben in het PDM-systeem en ongevraagd commentaar gaan leveren op de specificaties die je engineers hun smart customized modules willen meegeven. Want dan zouden zij misschien wel helemaal opnieuw aan de slag moeten. Daarom houdt menige directeur en afdelingsmanager ‘zijn’ data bij zich, tot het moment dat hij geschikt acht ze vrij te geven, meestal als er eigenlijk geen weg meer terug is. Dus was het een hele verademing deze week Paul Hörchner van Enginia te horen pleiten voor volledige interne openheid: maak alle data voor iedereen binnen het bedrijf beschikbaar. Kon een manager zich vroeger nog verschuilen achter het – toen steekhoudende – argument dat ‘het gewoon niet kan’, tegenwoordig zijn er de productdatamanagement-apps die iedereen (met een smartphone) kan gebruiken. Net zogoed als er ERP-apps zijn die online actuele businessinformatie geven. Volledige interne transparantie, om optimaal de toegevoegde waarde van de eigen mensen te benutten, is de sleutel tot succes in de huidige netwerksamenleving. Veel managers zien de noodzaak van transparantie en het inzetten van de al bestaande netwerken wel in, maar ze faciliteren die niet. Uit zorg over hun eigen relevantie? MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 18, NUMMER 1, FEBRUARI 2016 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Postbus 101, 2900 AC Capelle a/d IJssel (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) www.linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. B. Draaijer (KLS Netherlands), J.A.L.M. van Erp MSc (Holland High Tech), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA (Bosal), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), prof. dr. ir. J.G.H. Joosten (Dutch Polymer Institute), ir. W. Jouwsma (Bronkhorst HighTech), R.J.C.M. Kok (voormalig president OTB Group), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), ir. Th.J.O. Pehrson (Festo), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr.ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Frencken Europe), prof. dr. L.H.J. Verhoef (TU Eindhoven), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Hans van Eerden, redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Mark Boelhouwer, Jos Cortenraad, Lucy Holl, Fred van Houten, Martien Merks, Dirk Schepers, Wilma Schreiber COVERFOTO Maarten Hartman GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Ten Brink Offset, Meppel

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @martin.vanzaalen #linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 63,50 per jaar ABONNEMENTENADMINISTRATIE EN OFFICEMANAGEMENT Mireille van Ginkel mireille.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 15 april 2016. Het thema van dit nummer is ‘Complexiteit managen’. ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

februari 2016

5


Wereldwijd marktleider

op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing

Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieĂŤn, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieĂŤn: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units. parker.nl


UIT DE MARKT INDUSTRIEDEBAT: IS DE INDUSTRIE KLAAR VOOR SMART INDUSTRY? Zolang er onvoldoende duidelijkheid is over universele dataprotocollen om verschillende equipmentleveranciers met elkaar te laten communiceren, komt Smart Industry nooit van de grond. Die slimme industrie kent fabrieken waarin vrijwel alles vanzelf gaat. De productie vindt volledig onbemand plaats; nieuwe orders – bestaande uit kleine series in tal van variaties – worden door slimme machines afgehandeld, van alle bewerkingen en assemblage tot en met de aflevering bij het distributiecentrum. Ook tussentijdse wijzigingen daarop worden moeiteloos verwerkt. Volgens de fabrikan-

ten van deze equipment is hun slimme technologie klaar om zo te gaan werken. Maar is dat werkelijk zo? Of blijkt het goed laten samenwerken van alle apparatuur voor bewerkingen, controle en intern transport in de praktijk nog één of zelfs twee bruggen te ver? Link Magazine organiseert op 15 maart, tijdens de ESEF/TechniShow in Utrecht, het Industriedebat, in samenwerking met FDP. Met ondernemers die, soms al jaren, worstelen met deze problematiek en hen die er een oplossing(srichting) voor hebben. Deelnemers zijn Sytse Oreel van Oreel, Herman Koning van Lan-

des, Ton Plooy van tbp, Wim Simons van Timmerije, Erik Spikmans van MCB en Carel van Sorgen van 247TailorSteel en fieldlab Smart Bending Factory. Voorafgaande aan het debat zal gespreksleider William Smit van

DBSC Consulting de resultaten presenteren van het onderzoek dat hij voor ABN AMRO uitvoerde naar de effecten van Smart Industry op de processen bij oem’ers. www.esef.nl www.technishow.nl

ALLE FIELDLABS KUNNEN VAN START, MAAR EEN DEEL NOG NIET VOLUIT Alle (tien) Smart Industry-fieldlabs hebben hun financiering zover rond, dat ze van start kunnen – of al zijn. Campione (100% voorspelbaar onderhoud in de chemie) kreeg al in de eerste ronde, september vorig jaar, EFRO-subsidie toegekend. Eind januari heeft ook Smart Bending Factory (kleinere series metaalwerk sneller op de markt en met significant lagere total cost of ownership) te horen gekregen dat de aanvraag in het EFRO-programma OP-Oost is goedgekeurd. Smart Dairy Farming 2.0 (met big data de duurzaamheid van de melkveehouderij verhogen) draaide al, op private financiering en TKI-gelden van TNO. FreshTeq.NL, voorheen Smartfood (geautomatiseerde productie, teelt en distributie van vers fruit en groentes) ging eerder al aan de gang met een startsubsidie van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Voorts lijkt er witte rook voor de fieldlabs van NLR/Fokker en Secure Connected Systems Garden, met Thales als trekker. Het grootste fieldlab, Regions of Smart Factories, is rond, al is het nog wachten op het formele bestuurlijke besluit. Ook het fieldlab UPPS (het met behulp van big data ontwikkelen van radicaal nieuwe productproposities voor de maakindustrie) is van start, compleet met programmamanager, dankzij gelden uit het Click NL-fonds en van de drie TU’s. Zover is het nog niet voor de fieldlabs De Digitale Fabriek,

Multi-materiaal Printen en Flexible Manufacturing. Al zijn ook die – met elk een half miljoen euro uit de TKIpot, EZ-gelden en een bijdrage van TNO – wel van start, nog zonder (Europees) EFRO-geld. ‘Pas eind februari kunnen daarvoor aanvragen worden ingediend om volwaardige programma’s te draaien’, aldus Egbert-Jan Sol, TNO-directielid en directeur van het programmabureau Smart Industry. De fieldlabs maken deel uit van de Smart-Industryagenda. Dit jaar wordt er verder geïnvesteerd

in de agenda-actielijn Randvoorwaarden/ICT, onder meer om juridische modellen te ontwikkelen die vergemakkelijken dat mkb’ers big data aan samenwerkingspartners in een fieldlab beschikbaar stellen. Sol: ‘Nu hebben bijvoorbeeld binnen Smart Dairy Farming 2.0 boeren een probleem met het vrijgeven van hun data, uit vrees dat de grote bedrijven ermee aan de haal gaan. Want bij het verkrijgen van sensordata is bij de huidige jurisprudentie geen sprake van creatieve arbeid en daarmee niet van copyright. Voor de fieldlabs zor-

gen wij dat dat juridische gat wordt gedicht.’ Voorts zal de totstandkoming van een tweede tranche van fieldlabs dit jaar worden gesteund. Sol schat in dat er nog tien tot twintig initiatieven bijkomen. De goedkeuringen en de stand van zaken rond het programma Smart Industry werden bekend gemaakt op het Jaarevenement Smart Industry 2016 begin februari in Apeldoorn. Op dat drukbezochte event werd ook over een volgende tranche van fieldlabs gesproken. www.smartindustry.nl

CIRCULAIRE METAALKETEN BIEDT KANSEN VOOR MKB-METAAL

Hoe begin je praktisch met circulariteit in je eigen bedrijf? Die vraag stond eind vorig jaar centraal tijdens de bijeenkomst ‘Verzilver de kansen van de circulaire metaalketen’ bij Koninklijke Metaalunie. Circulair ondernemen is het antwoord op schaarste aan grondstoffen en bijbehorende prijsstijgingen. Michel Schuurman (MVO-Nederland) schetste een realistisch beeld van een

circulaire economie. ‘De reden om circulair te gaan denken en doen is voor elk bedrijf anders en een mix van argumenten. Dat kan zijn om te innoveren, nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen of duurzamer te zijn.’ Ondernemers verhaalden over hun eerste stappen op het gebied van circulair ondernemen. ‘Het is soms lastig om klanten te overtuigen dat een gereviseerd product net zo goed is als

een nieuw product. Daarom bied ik in alle gevallen dezelfde garantie aan’, zei Ton Hauzer, directeur van UC Technologies uit Zaltbommel. De middag werd afgesloten met een toelichting op het project Circulaire Metaalketen. www.circulairemetaalketen.nl www.metaalunie.nl

februari 2016

7



UIT DE MARKT BIESHEUVEL GROEP: ALLE SEINEN OP GROEN VOOR DOORZETTEN OVERNAMESTRATEGIE ‘Overeten jullie je niet met al die overnames’, luidt de openingsvraag. ‘Nee hoor’, reageert Meino Noordenbos, algemeen directeur van Biesheuvel Groep. ‘Vorige week zat ik in een review van ons moederbedrijf (de Franse IPH Group; Noordenbos is lid van de board, red.). We gingen na waar we staan in de Europese mechanische mro-markt (onderhoud, reparatie en revisie, red.). De conclusie was: niet verslappen met die acquisities, maar juist het tempo erin houden. In onze sector geldt: size matters. Daarom hebben we grote overnames gedaan. Eerder al in Duitsland en Italië, vorig jaar in Polen en Zwitserland. We zijn nu dik door de eerste miljard euro omzet heen en willen graag naar twee miljard. In de hele Europese mechanische mro-markt gaat 144 miljard euro om, waarvan distributie – die we belangrijker zien worden – ongeveer 60 miljard doet. Daarin hebben we anderhalf procent marktaandeel. Daar is nog zó veel te doen; we moeten echt niet verslappen.’ Biesheuvel Groep, IPH’s Nederlandse poot, draagt daar haar steentje aan

bij. Al jaren heeft die de FD Gazellestatus van snelle groeier. In 2009 werd 64 miljoen omzet behaald; in de jaren daarna gestaag toenemend, tot 113 miljoen vorig jaar; bij een mooie, ook groeiende, winstgevendheid. Resultaat van schaken op verschillende borden, weet Meino Noordenbos. Het overnemen van lokale distributeurs is er één van. ‘In 2015 betrof het zes bv’s. Meer dan voorgaande jaren, maar we vinden het nog niet snel genoeg gaan. Om binnen drie kwartier van de klant te zitten, moeten we een aantal regio’s, waaronder het noordoosten en Noord-Holland, nog wat dichter bezetten.’ Overnamekandidaten zijn er goed aanwezig. De kleine industriedealers zitten in de gevarenzone, zegt Noordenbos. ‘Al die artikelstammen, geindividualiseerde prijsstellingen en condities die de grote A-merkfabrikanten hanteren (simpel gezegd: hoe groter de afname, hoe hoger de kortingen, red.) en de professionaliteit die ze eisen; dat is niet meer bij te houden. Daarbij komt e-commerce er stevig aan.’ De trend onder die

A-merken is de distributie uit te besteden, waardoor ze tijd vrijspelen om zich op de grote accounts te concentreren en zich op innovatie te richten. ‘Voor een investerende, professionele distributiepartner biedt dat kansen. Wat ze vragen is kennis, goed omgaan met technische complexiteit. Je moet echt verstand hebben van hun producten, net zo goed zijn als die A-merkfabrikanten zelf. En je moet een bepaalde omzet voor ze halen, anders ben je niet efficiënt en kun je niet mee.’ Biesheuvel Groep pakt die kansen, zegt Meino Noordenbos. Door ‘groter te groeien’ via de weg van overnames én door zich te ontpoppen als ‘multi-specialist’, die klanten niet alleen technische spullen levert, maar ook advies en nieuwe services (als testen & meten) en steeds meer spullen klantspecifiek maakt. Neem de tak tooling, onlangs versterkt door de overname van Komeetstaal in Doetinchem. ‘Dat wordt ons nieuwe tooling competence center, ondersteund door gespecialiseerde vestigingen in Son en Breugel en Gouda.’ Zo zijn/komen er meer specialismen:

EXPORTEREN NAAR CHINA BLIJFT INTERESSANT, MAAR PAS OP JE TELLEN De Chinese economie vertoont haperingen: de groeicijfers van de afgelopen tien jaar zijn (even?) uit beeld. Wat niet wil zeggen dat je er maar beter weg blijft; ook vandaag liggen in China voor westerse bedrijven interessante kansen. Maar pas op, exporteren naar China is gebonden aan strikte regels. Al lang, da’s waar, maar sinds begin 2015 door aangescherpte wet- en regelgeving nog een flinke schep meer. Wie zich daar niet aan houdt, kan voor zeer onaangename verrassingen komen te staan. Edwin ter Burg, regionaal directeur Benelux van MPR China Certification (zijn thuisbasis is Zwolle), kan heel wat voorbeelden noemen van exporterende fabrikanten die zo de mist in gegaan zijn. De crux: ‘Bij veel bedrijven is het simpelweg niet bekend dat het aantal producten waarvoor een zogeheten China Compulsory Certificate (CCC, red.) verplicht is, sinds

1 januari 2015 enorm is uitgebreid. Daardoor is exporteren naar China, direct en ook indirect (doorlevering van producten die aan andere buitenlanden worden geleverd, red.), aanzienlijk complexer geworden.’ Dat geldt voor een waaier van producten, maar vooral in de sectoren automotive (modules en onderdelen) en elektronica. Interieurdelen voor auto’s, zoals middenconsole, dashboard en bekleding, zonder CCC-certificering – of een formele vrijstelling – China in krijgen? No way. De kans is groot dat deze niet door de douane heen komen, met alle gevolgen van dien. En mocht het onverhoopt toch een keer gelukt zijn, dan is dat zeker geen garantie voor een volgende keer.’ De strengere weten regelgeving heeft ook consequenties voor bestaande CCC-certificaathouders, aldus Ter Burg. ‘Die hadden tot 1 januari 2016 de tijd om hun CCC-certificering op orde te bren-

gen. En bedrijven die deze certificering nog niet hebben, doen er verstandig aan dat snel te regelen.’ Want alleen dan kunnen ze kansen die ze in China nog steeds hebben, pakken. www.china-certification.com/nl

Meino Noordenbos: ‘We vinden het nog niet snel genoeg gaan.’ Foto: Bart van Overbeeke

industriële automatisering samen met lineaire aandrijftechniek, met MCA (Varsseveld) en Stamhuis Lineairtechniek (Twello) als drijvende krachten. Dat veroorzaakt een multiplier-effect: ‘Eén specialisme gaat bij de klant binnen en trekt de tweede mee. Goed voor ons en de klant, want ook die heeft moeite om alle mogelijke innovaties te implementeren. Zaak is dat alle Biesheuvel Techniek-branches weten wat we kunnen, elkaar weten te vinden en tijdig de juiste specialisten erbij halen. Daar steken we veel effort in.’ In augustus wordt het nieuwbouwdistributiecentrum in Venlo in gebruik gesteld. ‘We gaan van 5.500 m2 naar 12.000 m2, met een optie voor nog eens 6.000 m2.’ Biesheuvel Groep is lang niet uitgegroeid. Pakt ook België erbij, waar de IPH-groep nog een kleine partij is. Meino Noordenbos: ‘Ook daar gaan we groeien. Alleen al door die integratie gaan we daar stappen maken – door betere condities, een groter assortiment en een betere professionelere ‘multispecialist’ dienstverlening.’ www.biesheuveltechniek.nl www.group-iph.com

Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

februari 2016

9


67% faster development? Experience . www.br-automation.com/mapp

< < < < < <

67% faster machine software development More time for innovations Increased software quality Lower maintenance costs Reduced investment risk Increased machine availability

www.br-automation.com/mapp


UIT DE MARKT MACHINEVEILIGHEID DIE ‘KNELT’ SCHIET DOEL VOORBIJ Industriële bedrijven moeten volgens de wet alle maatregelen nemen die nodig zijn om bedrijfsongevallen te voorkomen. ‘Maar dat betekent niet dat het slim is elke machine of robot achter een hek te zetten’, vertelt Pilzdirecteur Jan Tournois. ‘Want dat zal ten koste gaan van de productiviteit en het job-engagement en daarmee van de winst.’ Volgens hem bepaalt de autonomie die de medewerker ervaart voor een groot deel zijn motivatie. ‘De mate waarin het veiligheidssysteem zijn autonomie beperkt, heeft dus een direct negatief effect op motivatie, betrokkenheid en de wil om verantwoordelijkheid te nemen. Een hek om een robot of machine heeft des te meer impact als de deur naar de machine pas opengaat als het systeem dit toestaat. De operator wordt beschermd door het systeem, maar de robot is de baas. Daar komt bij dat het hek soms het zicht ontneemt, zodat de operator niet goed in staat is de kwaliteit van het proces te bewaken. In de praktijk

blijkt dat medewerkers veiligheidssystemen overbruggen of geheel verwijderen als die de autonomie en de productiviteit tegenwerken.’ Met andere woorden: beveiligen op een wijze die in psychologisch opzicht niet is afgestemd op de applicatie, kan leiden tot risicogedrag, aldus Tournois. Nu is er technologie die medewerkers op een slimmere wijze de veiligheid biedt. Zo zijn er camerasystemen die direct de draaisnelheid of bewegingen van robots of machines bewaken. Nemen die systemen mensen waar binnen een bepaalde afstand tot machine of robot, dan zorgen zij ervoor dat die langzamer werken of tot stilstand komen. Deze intelligente systemen zijn op te bouwen met lichtschermen, scanners en/of veiligheidscamera’s. ‘Een installatie met een directe toegang, die goede controlemogelijkheden biedt, eenvoudig bedienbaar is en betrouwbaar wordt gevonden, zal men ervaren als een gemak voor de taakuitvoering. De

toename van ervaren autonomie en support verhoogt de motivatie en het engagement en dat heeft een positief effect op productiviteit, omzet, winst én veiligheid’, aldus Tournois, verwijzend naar onderzoek van Gallup Q12 binnen 152 Jan Tournois: ‘We moeten toe naar een industrie waarin mens en robot organisaties uit naast elkaar veilig kunnen samenwerken, zonder dat dit ten koste gaat 2008. ‘We moe- van het gevoel van autonomie en betrokkenheid.’ Foto: Pilz ten toe naar een industrie waarin mens en robot stelt Jan Tournois, die zelf ook naast elkaar veilig kunnen samengedragswetenschappelijk promotiewerken, zonder dat dit ten koste gaat onderzoek doet naar de relatie tussen van het gevoel van autonomie en veiligheidssystemen, engagement en betrokkenheid. Waar alleen hekken risicogedrag. staan als het echt niet anders kan’, www.pilz.nl

PRODUCTPARTNERS KENNIS VAN VERSPANEN BRENGT BALLON NAAR RAND VAN DE RUIMTE SRON Netherlands Institute for Space Research ontwikkelt grensverleggende technologie en geavanceerde ruimte-instrumenten. Een actueel voorbeeld is de STO2, een ballon die infrarood-detectoren naar de stratosfeer moet brengen om daar, veertig kilometer van het aardoppervlak, onderzoek te doen naar het ontstaan van sterren en planeten. Hiertoe moet de ballon vanaf iedere willekeurige locatie te lanceren zijn en gedurende langere periodes, minimaal een halfjaar, een stabiel platform zijn voor het doen van metingen. Volgens projectleider Jian-Rong Gao was een van de belangrijkste uitdagingen het afstemmen van de frequentie van de lokale oscillator (een elektronische schakeling waarmee een draaggolf wordt gegenereerd, vergelijkbaar met een zenderfrequentie van een radio-ontvanger) op die van de detectoren. De halfgeleiderlaser (quantum cascade laser) die werd ingezet, functioneert op de

middellange en lange golf en is geschikt voor nauwkeurige, snelle metingen in onder meer de astronomie. Deze nieuwe techniek, door SRON samen met het Massachusetts Institute of Technology (MIT) ontwikkeld, heeft bij een met Sterlingkoeling bereikte werktemperatuur van 50 graden Kelvin (-223 graden Celsius) baat bij de vrieskou op veertig kilometer hoogte. Hoe kouder de detector, hoe nauwkeuriger en verfijnder de meetresultaten. Bevorderlijk daarvoor is ook dat de lucht op die hoogte zo zuiver is. SRON werkte in het project ook intensief samen met de TU Delft. In de cleanroom van het Delftse Kavli Institute of Nanoscience zijn alle toegepaste detectoren gefabriceerd. Eveneens betrokken was STT Products uit Tolbert, dat onder meer nieuwe fijnmechanica en mechatronica ontwikkelde. ‘De mechanische onderdelen van al die componenten moesten uiterst nauwkeurig en betrouwbaar worden vervaardigd’,

De beslissende hangtest voor de ballon op Antarctica. Alles werkte en de missie kreeg groen licht voor lancering in januari. Alleen zou het weer niet meewerken. De missie is doorgeschoven naar eind 2016/begin 2017. Foto: Wouter Laauwen

aldus design engineer Tiddens Pater. ‘Op basis van de mechanische ontwerpspecificaties en -tekeningen hebben wij advies uitgebracht over de in te zetten verspaningstechnieken.’ Jian-Rong Gao zegt dat het project zonder de hulp van STT

Products niet op tijd gereed was gekomen. ‘Dat zij alles correct en op tijd hebben weten te realiseren, was cruciaal voor de inzetbaarheid van de detectoren en de lokale oscillator.’ www.sttproducts.nl, www.sron.nl

februari 2016

11


®

Accelerating the pace of engineering and science

Satellites that tango, using automatically generated code. That’s Model-Based Design. To achieve a breakthrough in two satellites performing DXWRQRPRXV IRUPDWLRQ Á\LQJ and rendezvous, engineers at 2+% 6ZHGHQ DXWRPDWLFDOO\ JHQHUDWHG YHULÀFDWLRQ WHVWV DQG WKH ÀQDO ÁLJKW FRGH IURP V\VWHP PRGHOV 'LVFRYHU 0RGHO %DVHG 'HVLJQ ZLWK MATLAB and Simulink DW PDWKZRUNV QO PEG ®

®

©2014 The MathWorks, Inc.

Image of satellite Tango WUDQVPLWWHG E\ 0DQJR © OHB Sweden


UIT DE MARKT START-UPS EN WETENSCHAPPERS STERK VERTEGENWOORDIGD IN HANNOVER Barack Obama komt persoonlijk, samen met bondskanselier Angela Merkel en – naar verwachting – premier Mark Rutte als voorzitter van de EU, de Hannover Messe 2016 openen, op zondagavond 24 april. Maar ook op maandagmorgen zal de Amerikaanse president op de beursvloer aanwezig zijn, om zich te laten rondleiden langs alle smart industry-innovaties die daar dan staan opgesteld. Langs innovaties uit zijn eigen land – want de VS is dit jaar partnerland van de grootste industriële beurs ter wereld –, maar ook langs die van veel Duitse en ook Nederlandse bedrijven. Intussen staat de teller op 87 Amerikaanse exposanten en ruim 200 uit Nederland van de in totaal ongeveer 5.000 bedrijven uit 100 landen die van 25 tot en met 29 april 2016 hun stand in Hannover zullen opzetten. Aldus Marc Siemering, senior vice president van de beurs tijdens de eerste persconferentie die half januari in Amsterdam plaatsvond. Het is geen toeval dat de Amerikaanse industrie zich dit jaar – na vijf jaar lobbyen van Duitse kant – in Europa, op een ‘klassieke beurs’, wil presenteren aan de wereld en tegelijk wil vernemen wat elders in die wereld aan technologische innovaties te koop is. Als het gaat om digital manufacturing (Amerikaans voor wat bij ons smart indus-

try heet) heeft de Amerikaanse industrie, net als die in Europa en elders in de wereld, nog een aantal stappen te maken. Zie het artikel hierover in decemberuitgave van Link Magazine. Met andere woorden, er wordt gerekend met duizenden bezoekers van over de plas die hier ideeën komen opdoen om hun productieprocessen te digitaliseren. Ze zullen opgaan in de massa van de verwachtte plusminus 200.000 bezoekers, van wie ruim negentig procent een industriële professional met beslisbevoegdheid is en waarvan een verrassend groot deel afkomstig is uit China (dat land levert het grootste contingent buitenlandse bezoekers, met Nederland

op een mooie tweede plaats). Meer specifiek zullen zij veel informatie kunnen opdoen over zaken als predictive maintenance, een van de belangrijkste onderdelen van het hoofdthema ‘Integrated Industry – Discover Solutions’. Ruimte is er ook voor start-ups, op het Start-ups & Innovatieplein waar naar verwachting tientallen Nederlandse technologische starters zich zullen presenteren met hun disruptieve technologie en hopen tot een match te komen met financiers, aldus Hans Meeske van Holland Innovative, die dit initiatief trekt. Nederland zal voorts sterk vertegenwoordigd zijn tijdens de Wissenstag/Knowledge Day op maandag

25 april. De ‘triple helix’ van ondernemers, onderzoekers en overheid zullen daar laten zien hoe Nederland met kennisontwikkeling de basis legt onder de smart industry, vertelde P.C. Kroeger van de Science Guide. Hij maakte ook bekend dat tijdens de beurs een Europese alliantie van bèta- en techniekonderwijsinstellingen zal worden gelanceerd, in aanwezigheid van onderwijsminister Jet Bussemaker. Aan de Nederlandse inbreng op de beurs in april werken een groot aantal partijen samen, zoals topsectoren HTSM en Energie, brancheorganisaties FME, Nevat en Metaalunie en De Ruijter Consultancy. www.hannoverconsultancy.nl, www.hannovermesse.de

LINK CAFÉ OVER ‘BUSINESSMODELLEN VOOR DE FABRIEKEN VAN DE TOEKOMST’ De ‘fabriek van de toekomst’ stelt niet alleen hoge technologische eisen, haar slimme omgeving biedt bij uitstek ook mogelijkheden voor nieuwe businessmodellen. Modellen waarin bedrijven in communities samen ontwikkelen, engineeren, produceren en mogelijk zelfs vercommercialiseren, gebruikmakend van gemeenschappelijke, state-of-the-art faciliteiten. Die toekomst is al terug te vinden in de

modellen van AddLab/Additive Industries (additive manufacturing) en het RAAK-project Fast & Curious (model-based development-software). Over ‘businessmodellen voor de fabrieken van de toekomst’ organiseert Link Magazine samen met Siemens PLM Software op 23 maart in Classic Park in Boxtel een Link Café – in een soort ‘World Café’vorm: in een losse setting discussiëren

groepjes van wisselende samenstelling met elkaar. In vier rondes wordt per tafel telkens een stelling besproken, waarna een volgende groep reageert op de eerdere inbreng. Voor updates zie de Link-site.

www.linkmagazine.nl www.plm.automation.siemens.com www.classicpark.nl/restaurant

FMI: STEEDS MEER SYSTEM SUPPLIER, MEDE DANKZIJ 3D-PRINTING De FMI-bedrijvengroep is al een poosje flink aan het investeren. Zo namen vorig jaar FMI Tooling in Tilburg en FMI Manufacturing in Uden state-of-the-art cleanrooms (170 m2) in gebruik. Die in Uden voldoet aan ISO-klasse 6, die in Tilburg aan klasse 5 – aangevuld met een klasse-7 ‘grijze’ ruimte. ‘We schuiven gaandeweg op in de keten: van parts supplier worden we steeds meer een system supplier die ook componentsamenstellingen en complete modules levert’, verklaart directeur Henk Jansen van werkmaatschappij FMI Instrumed in Schiedam. ‘Die trend zien we in medical, maar ook in de hightech. Op medisch gebied leveren we allengs meer producten compleet,

schoon, gevalideerd en verpakt – rechtstreeks aan de eindklant. In de hightech zien we hetzelfde; waar we voorheen onderdelen aan een system supplier toeleverden, vervullen we nu steeds vaker zelf die rol.’ De kwaliteitsslag met schonere productie (en met ISO 9001-certificering die FMI Machining in navolging van FMI Precision, FMI Manufacturing en FMI Tooling mocht ontvangen) brengt FMI bij een klant als ASML nu ook ‘in de machine’. Het bedrijf leverde al langer tooling (voor hijsen hefwerktuigen), maar gaat binnenkort ook machine parts maken voor de Veldhovense lithografiemachinebouwer. Een ander gebied waarin FMI fors investeert, is 3D-metaalprinten. ‘Met

name in de markt voor medische producten begint die technologie redelijk volwassen te worden. 3Dgeprinte implantaten van titanium, CE-gemarkeerd of FDA-approved (door de Amerikaanse Food and Drug Administration, red.), zien we het laatste jaar in aantallen sterk toenemen. We zijn een kleine drie jaar bezig met ruiken aan 3D-printen; met leren – ook samen met onze klanten – wat wel kan en wat niet. En als partner in AddLab (onderdeel van het technologieprogramma CFT 2.0 van Brainport Industries, red.) maken we ons de technieken eigen. Vanaf nu gaan we daarin versnellen. Sinds 1 oktober hebben we een specialist in dienst om 3D-printen te industrialiseren; die hebben we over-

genomen van het Belgische LayerWise, een wereldspeler in 3Dmetaalprinten voor de medische en hightech sector.’ Het 3D-printen ontwikkelen en daar serieuze business uithalen, heeft binnen FMI topprioriteit. Jansen: ‘In de medische wereld is een grote vraag naar implantaten die je op een andere manier niet kunt maken. Met 3D-printen kun je open structuren creëren die met verspanen niet of nauwelijks mogelijk zijn. Overigens, 3D-metaalprinten is zeker niet goedkoper dan en ook geen vervanger van verspaning; dat zoeken we ook niet. Wel ontstaan er meer mogelijkheden. Dus niet in de plaats van, maar er bovenop.’ www.fmi.nl

februari 2016

13



UIT DE MARKT ‘DATA-TOEGANG VOOR ALLE MEDEWERKERS VERSTERKT CONCURRENTIEPOSITIE’ Met de huidige app-technologie kan iedere medewerker heel veel data overal en altijd inzien. Met name de maakindustriële middenbedrijven zouden daar, veel meer dan ze nu doen, gebruik van moeten maken. Daarmee zouden ze veel kosten besparen en hun concurrentiepositie versterken, stelt Paul Hörchner, algemeen directeur van Enginia, leverancier van 3D-CAD-, CAM-, CAE- en PDM-software, engineering en detacheringsdiensten. Het ingenieursbureau is ontstaan uit de fusie van Hörchner & Hammersma Engineering en Bosch Engineering. ‘Met app-technologie is het heel makkelijk om iedereen, waar ook in het bedrijf, real time op de hoogte te houden van die ene waarheid. Nu zie je dat bijvoorbeeld een engineer tijdens het ontwerpen in een vroeg stadium doorgeeft aan inkoop welke long lead items zijn ontwerp bevat. Maar vervolgens weet hij niet of en wanneer inkoop die items bestelt. Als hij een week later, op basis van

voortschrijdend inzicht, tot een andere oplossing komt waarvoor een net iets ander item nodig is, kan het zomaar gebeuren dat pas bij de productie blijkt dat het verkeerde onderdeel in huis is. Met als gevolg een grote verstoring van de planning, een onderdeel dat zijn waarde verliest en een klant die langer moet wachten. Terwijl er app-gebaseerde PDM-systemen zijn die kunnen zorgen dat altijd iedereen over dezelfde actuele informatie beschikt.’ Dat het management van veel bedrijven die systemen niet implementeert, heeft volgens Hörchner vooral te maken met onwetendheid en een te grote afstand tot het eigen personeel. ‘Zeker mensen in de top met een commerciële of financiële achtergrond hebben vaak te weinig feeling met dat hele ontwikkel- en maakproces. En ze hebben geen inzicht in de impact van de kosten van dit soort communicatieproblemen. Daarnaast speelt dat het management er vaak voor terug-

schrikt iedereen binnen het bedrijf alle data te geven die de machine- en businesssoftware genereert. Dat wil eerst alle processen helemaal geordend en gedefinieerd hebben, afspraken maken over wie wat mag zien en is pas daarna bereid er een informatiesysteem overheen te leggen. Ik zeg: implementeer gewoon die smartphone-technologie, maak daarmee

alle data voor iedereen beschikbaar. Dan zul je zien dat die vanzelf gebruikt gaan worden, dat medewerkers vanzelf van die data de informatie gaan maken die ze kunnen benutten om fouten te voorkomen en sneller en beter te innoveren.’ www.enginia.nl

‘CROWD BOUWT CROWD’ Het Amsterdamse Oneplanetcrowd, gestart in 2012, heeft in een crowdfunding-campagne een miljoen euro opgehaald bij 400 investeerders. Dat geld wordt ingezet voor de verdere professionalisering, internationalisering en groei van het eigen crowdfundingplatform. Directeur Marieke Kamphuis: ‘Wij geloven in het ‘crowd bouwt crowd’-principe. Met crowdfunding haal je naast financiering ook ambassadeurs binnen die op hun beurt weer nieuwe investeer-

ders aantrekken.’ Later kunnen de investeerders hun lening in aandelen Oneplanetcrowd omzetten. Oneplanetcrowd richt zich op duurzame en sociale bedrijven. Uit onderzoek is gebleken dat het financieel rendement op duurzaam en niet-duurzaam belegd geld vergelijkbaar is. Waarbij duurzaam beleggen tevens een positief ‘rendement’ oplevert voor mens en milieu. Lees ook het artikel op pagina 38. www.oneplanetcrowd.nl

Bosch – Connected Solutions

Robert Bosch B.V. | www.bosch.nl

februari 2016

15


INDUSTRIE WORSTELT MET COMPLEXITEIT EN BEHEERSBAARHEID VAN SOFTWAREONTWIKKELING

DOMINANT IN ALLE FASES VAN DE LIFECYCLE

THEMA SOFTWARE-CENTRIC VERANDERT DE KETEN: NIEUWE BUSINESSMODELLEN EN KRACHTSVERHOUDINGEN De bouwers van smart machines of onderdelen daarvan kunnen veel meer met de software die

Softwareontwikkeling is bepaald niet nieuw voor de hightech, maar de door software gedreven innovatie en integratie van functies en systemen verhoogt wel de complexiteit.

ze daarin embedden dan ze nu doen. Bijvoorbeeld de toevloed aan big data benutten voor onderhoudsdoeleinden, beveiliging of marke-

Productontwikkeling wordt meer en meer multidisciplinair en bij business development

ting. Wat betekent die opkomst van smart

komen uiteenlopende aspecten om de hoek kijken, van nieuwe businessmodellen tot

systemen en het Internet of Things voor de

juridisch-ethische vraagstukken. Een rondje langs de softwarevelden.

krachtsverhoudingen in de keten? Welke nieuwe businessmodellen dienen zich aan? Hoe dominant wordt software en wat is de impact

DOOR HANS VAN EERDEN

oftware-intensief zijn hightech systemen al lang, maar de aandacht voor software neemt in de industrie wel toe. Dat zegt Frans Beenker, senior businessmanager bij TNO-ESI. Het TNO-onderdeel voor Embedded Systems Innovation voert onderzoeksprojecten uit met grote oem’ers als ASML, Philips, Océ, Thales en NXP. Die projecten mikken op het ontwikkelen van manieren om hardware en software voor embedded systems te ontwikkelen. De driver voor die toegenomen aandacht is volgens Beenker de voortgaande integratie van capabilities en functies in hightech systemen en systemen-in-systemen. Reinier van Eck, researchmanager bij ESI: ‘Je ziet de complexiteit van software continu groeien. Veel innovatie van producten is tegenwoordig software-gerelateerd, mede omdat software veel makkelijker dan hardware gewijzigd kan worden. Software bepaalt de appli-

S

catie van een systeem en is de integrator van verschillende functies in een systeem of van verschillende systemen.’

van de cloud? Hoe zit het met de security en

VAN DOOS NAAR CONTEXT

Duitsland, bakermat van Industrie 4.0. Een

Beenker wijst ook op de trend in de Nederlandse hightech industrie richting low volume, high mix, high complexity. Bedrijven verkopen geen ‘dozen’, standaardproducten, maar focussen naast functionaliteit steeds meer op de laagste total cost of ownership voor hun klant. Daarvoor gaan ze dichter op de huid van die klant zitten en maken klantspecifieke (software)implementaties. ‘De laatste slag die ze nu maken, is dat ze die klantspecifieke producten meteen in de klantomgeving integreren. De context bij de klant, gedurende de hele lifecycle, moet dus in het ontwerp terugkomen.’ De toenemende software-intensiteit zorgt volgens Beenker ook voor een verschuiving van productontwikkeling van de grotere oem’ers naar de kleinere suppliers. ‘De kop-staartgedachte

steeds groter deel van de r&d-uitgaven gaat er

de privacy? Link Magazine maakte een rondje langs de softwarevelden en stak z’n licht op in

naar software.

volgen ze ook op softwaregebied. Ze gaan strategische relaties aan met gespecialiseerde softwaresuppliers, waar een brok innovatievermogen ligt. Op hun beurt moeten die toeleveranciers in de huid van hun oem’er kruipen. Ze leveren immers geen doosje maar een contextbepaald product. We zien in onze projecten het aantal betrokken partijen toenemen.’ Het antwoord op deze ontwikkelingen ligt volgens Van Eck onder meer in virtuele productontwikkeling, of model-based design, en de

PLM VOOR SOFTWARE De software voor een auto telt tegenwoordig wel 100 miljoen coderegels, zegt Bas Kuper, directeur Benelux van Siemens Industry Software, om te illustreren dat software inderdaad dominant is. Productinnovatie en -differentiatie in de automotive draait voor tachtig procent om software en elektronica. Naast de besturingssoftware voor de auto en andere machines groeit ook de software voor het ontwerpen van die complexe systemen. Dit weerspiegelt zich onder meer in de opkomst van model-based design. Siemens biedt in zijn ontwerpomgeving complete bibliotheken met modellen van (sub)systemen om snel een compleet model op te bouwen. Die modellen kunnen uiteindelijk worden gebruikt om daaruit automatisch de besturing (software) te genereren. Maar eerst kunnen er simulaties mee worden uitgevoerd om het gedrag van die complexe systemen virtueel te testen. Dit bespaart tijd en

16

februari 2016

kosten voor fysieke prototyping. Reden waarom Siemens ruim drie jaar geleden het Belgische LMS overnam, specialist op het gebied van mechatronische simulatie- en testsoftware. Een heel recente overname betreft Polarion, een Zwitserse specialist in Application Lifecycle Management. ALM verzorgt als de software-pendant van PLM (Product Lifecycle Management) het beheer van alle softwarecomponenten en -applicaties gedurende de gehele productlifecycle. Kuper: ‘Bedrijven zijn zich meer dan ooit bewust dat softwaremanagement integraal onderdeel is van hun productontwikkeling. Voor ons was ALM de missing link in ‘system-driven product development’. Zonder die systeemgedreven benadering kunnen grote klanten de complexiteit van hun producten met een toenemende software-inhoud niet meer managen. Je ziet ook dat oem’ers meer en meer richting integrale uitbesteding gaan, waarbij ze naast mechanica en elektronica ook de

software voor een (sub)module bij hun supplier leggen. Met ALM geïntegreerd in PLM wordt dat een heel stuk makkelijker.’ Wat Polarion uniek maakt, volgens consultant Pieter Dejonghe van Siemens PLM Software, is de mogelijkheid om de variabiliteit in software requirements te beheren. ‘De trend is mass customization en dat kun je vaak beter aan de softwarekant dan aan de hardwarekant regelen.’ Voor gereguleerde industrieën als de automotive, aerospace en medische technologie biedt Polarion speciale templates die helpen om ook op softwaregebied aan de regelgeving te voldoen. Polarion zal nog verder worden geïntegreerd in Siemens’ PLM-omgeving Teamcenter. www.polarion.com www.siemens.nl/plm


platformgedachte die hergebruik van specifieke oplossingen mogelijk maakt. Over hergebruik gesproken, innovaties bouwen vaak voort op de bestaande implementatie van een (software)product. Het feit dat hightech systemen al decennialang software-intensief zijn, brengt de uitdaging van legacy met zich mee. ‘In veel geavanceerde hightech systemen zitten duizenden manjaren van softwareontwikkeling. Die gooi je niet zomaar weg, dus bouw je daarop voort. Maar op een gegeven moment wil je verder, naar de stateof-the-art op softwaregebied. Voor hightechsystemen een lastig probleem; we gaan bij ESI een project rond legacy doen.’

AAN HET ROER Software wordt steeds belangrijker bij productontwikkeling, signaleert ook Ron Willems, directeur van Sioux Embedded Systems en Sioux Remote Solutions in Eindhoven, bij z’n klanten. Dat zijn naast de grote oem’ers ook jongere bedrijven als Phenom-World, SoLayTec en Mutracx. ‘In multidisciplinaire projecten gaat typisch de helft van de effort in de software zitten.’ Dat heeft met de aard van de te ontwikkelen systemen te maken, vult systeemarchitect Paul Zenden aan. Cyber-physical systems heten die tegenwoordig in Industrie 4.0: mechanische hardware, sensoren, elektronica, rekeneenheden én software. ‘Je hebt allemaal onderdelen die met elkaar communiceren. Naast de echte functionaliteit moet je in ontwikkeling ook aandacht besteden aan aspecten als usability, veiligheid en betrouwbaarheid. Daar komt steeds grotere nadruk op te liggen, waardoor software dominant wordt. Gevolg is dat Sioux vanuit de software-invalshoek in ontwikkelingstrajecten steeds vaker aan het roer komt te staan’, meldt Willems. ‘De uitdaging is onze kennis en kunde op peil te houden, want de software moet tegenwoordig meer kunnen dan alleen maar die hightech machine aansturen. Het vakgebied technische software is veel breder aan het worden. Wij hebben nu ook mensen met verstand van gebruiksscenario’s, veilige netwerkcommunicatie, cloudoplossingen, big data, enzovoort. We hebben bijvoorbeeld in 2012 LIME (een groep voor industriële wiskunde, red.) van de TU Eindhoven overgenomen. Zij kunnen onder meer bijdragen aan big data analytics.’ Dankzij een andere, recente overname, die van mechatronica-ontwikkelaar CCM, kan Sioux nu complete ontwikkeltrajecten verzorgen. Willems: ‘Die combinaties van software en hardware labellen wij als box build solutions indien deze elektronica-intensief is, en mechatronic solutions als die mechanisch/ mechatronisch intensief is. De kunst is om die oplossingen zoveel mogelijk op te bouwen uit herbruikbare componenten die zowel de hardware als de software bevatten.’

FUNCTIONEEL PROGRAMMEREN In de wereld van de connected devices is het verbinden zelf meestal niet het probleem, weet Zenden. Op het niveau van het technologieprotocol lukt dat wel. ‘De uitgewisselde data vervolgens kunnen verwerken, op het niveau van het applicatieprotocol, daar ligt vaak de uitdaging in productontwikkeling. Hoe verwerk je die grote

Illustratie: Josje van Koppen

• ‘De grote oem’ers volgen de kop-staartgedachte ook op softwaregebied.’ • De combinatie van software, sensoren en Internet of Things maakt nieuwe businessmodellen mogelijk. • ‘Cloud approach is meer gericht op een standaardprocesaanpak, gebruikers moeten zich conformeren.’ • ‘Betrouwbaarheid en beheersbaarheid zijn de grote uitdagingen in softwareontwikkeling.’

hoeveelheden data, hoe doe je dat snel en veilig, hoe regel je de privacy, hoe ga je om met verbindingen die wegvallen?’ Betrouwbaarheid en beheersbaarheid zijn volgens Zenden de grote uitdagingen in softwareontwikkeling. Reden waarom tools voor testen en formele verificatie van software aan belang winnen en er hernieuwde aandacht komt voor een programmeerstijl als functioneel programmeren. ‘Dat vermijdt een aantal aspecten die software zo complex kunnen maken.’

PAY-PER-USE De opkomst van software heeft impact aan de technische kant, zoals verbeterde prestaties door slimmere besturingssoftware, maar ook aan de zakelijke kant. De combinatie van software, sensoren en Internet of Things maakt nieuwe businessmodellen mogelijk, waarbij bijvoorbeeld machines op afstand worden bestuurd en beheerd – niet meer per se door de eindgebruiker, maar door de leverancier of een onafhankelijke dienstverlener. Dan kan ook het eigendom verschuiven. Bekend is de case van kopieerapparaten: de eindgebruiker betaalt niet meer voor het apparaat maar voor verbruik, pay-per-use voor elke gemaakte kopie of print. Ook voor complexere machines, zoals medische apparatuur, komen deze modellen op. Philips Healthcare bijvoorbeeld kent de Medigo pay-per-use service. Die begint met consultancy om de voor de klant beste oplossing voor medische beeldvorming te bepalen (op basis van vergoedingen door zorgverzekeraars, aantallen patiënten en de behoefte aan verschillende typen scans). Philips biedt vervolgens een afrekenmodel op basis van het aantal gemaakte scans en kan ook nog adviseren over workflow-verbetering in de kliniek.

februari 2016

17


VAN HOUTEN BEDRIJVIGE COMPUTERS oen ik in 1969 in Eindhoven wilde gaan studeren, twijfelde ik tussen werktuigbouwkunde en elektrotechniek. Informatica bestond toen jammer genoeg nog niet als studierichting. Het werd werktuigbouwkunde, maar mijn fascinatie voor computers bleef. In het begin vooral de analoge, met de vele kabels en knoppen, en vervolgens de digitale elektronische besturing van draai- en freesbanken. Het programmeren van die besturingen was arbeidsintensief en foutgevoelig. Programmeren is een vak en ik werd dan ook gefascineerd door de colleges van prof. Edsger Dijkstra (Nederlandse informaticapionier, met name op het gebied van gestructureerd programmeren, red.). Later werkten wij aan hogere programmeertalen voor productiemachines (Computer Aided Manufacturing) en automatisering van de werkvoorbereiding (Computer Aided Process Planning). De eerste systemen voor het maken van ontwerptekeningen (Computer Aided Design) waren inmiddels op de markt. CAD/ CAM werd eind jaren zeventig schoorvoetend in de Nederlandse metaalindustrie ingevoerd. Inmiddels was ook bij boekhouding, inkoop, verkoop en planning computerondersteuning ingevoerd. Er ontstond behoefte om die systemen aan elkaar te knopen. De integratie van Product Data Management (later Product Lifecycle Management), Productiebesturing, Shop Floor Control, Material Requirements Planning (later Enterprise Resource Planning) en de informatie-uitwisseling met productiemachines leidde in de jaren tachtig tot de hype van Computer Integrated Manufacturing en Flexible Manufacturing Systems. Achteraf bezien waren deze technologische hoogstandjes, zeker economisch, een brug te ver voor de stand van de techniek in de

T Fred van Houten is hoogleraar ontwerp, productie en management aan de Universiteit Twente. Vanuit zijn expertise op het gebied van Industrie 4.0 en productietechnologie beschouwt hij met een kritische blik telkens een artikel in Link Magazine.

ondernemingen van die tijd. Maar hoe staat het tegenwoordig met de bedrijfsautomatisering? Weliswaar vormen dankzij de wet van Moore reken- en opslagcapaciteit geen probleem meer, maar de meeste bedrijven ervaren het omgaan met hun automatisering niettemin nog steeds als een kwelling. Met name de invoering van een nieuw ERP-systeem leidt tot een hoge mate van stress. Ook erkent men de consoliderende werking van zo’n traject. Men wordt als het ware gevangen in de bestaande wijze van werken. Zelfs met een goede informatiestroomanalyse vooraf lijkt men veel informatie doelloos te moeten inkloppen en anderzijds veel noodzakelijke gegevens niet tijdig en in de juiste vorm beschikbaar te krijgen. Ondertussen neemt de hoeveelheid opgeslagen gegevens exponentieel toe, waardoor de overstap naar een ander systeem praktisch onmogelijk wordt. En nu worden de producten ook nog eens intelligent en vertegenwoordigt de (embedded) software een substantieel deel van de waarde. Hoe gaan we dat managen? Ondertussen gaan de ontwikkeltempo’s alsmaar omhoog en de seriegroottes naar beneden. Misschien hebben we het te ingewikkeld gemaakt. We waren gewaarschuwd! ‘Many companies that have made themselves dependent……. will collapse under the sheer weight of the unmastered complexity of their data processing systems.’ ‘Simplicity is prerequisite for reliability.’ (Edsger Dijkstra, ‘How do we tell truths that might hurt?’, 1975) f.j.a.m.vanhouten@utwente.nl

THEMA SOFTWARE-CENTRIC VERANDERT DE KETEN: NIEUWE BUSINESSMODELLEN EN KRACHTSVERHOUDINGEN ‘FREEMIUM’ BUSINESSMODELLEN Henk Volberda, hoogleraar strategisch management aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit, herkent deze trend in de zorg. ‘De ontwikkeling van bijvoorbeeld scanners gaat zo snel, dat ziekenhuizen kiezen voor slimmere concepten dan aanschaf. Zij zijn immers alleen geïnteresseerd in goede en steeds betere scans. De grote aanbieders als Philips, Siemens en GE kunnen daarop inspelen met een abonnementsstructuur. Zij vervangen regelmatig de machine door een nieuwer model en gebruiken de analyses van de data uit de machine om hun producten te verbeteren en de service voor de klant te organiseren; daar kunnen ze de mooiste marges op behalen.’ De hightech machinebouw kent meer van deze voorbeelden. Volberda spreekt van freemium businessmodellen. ‘Een machine kost dan vrijwel niets meer, de data uit de machine worden veel belangrijker. De fabrikant moet het dan niet meer van de sales van zijn machines hebben, maar van verhuur of lease en datamanagement gericht op het optimaal runnen van die machine. Van het alleen maken van die machine gaan ze naar turnkey opleveren plus services plus onderhoud voor tien jaar.’ Dit model draait om kennis die met behulp van software wordt verkregen. Het zijn dus de knowledge

18

februari 2016

suppliers die hun voordeel moeten kunnen doen met deze ontwikkeling, stelt Volberda. ‘Zij moeten zich het voordeel toe-eigenen dat de data uit hun machines opleveren. Maar mkb’ers durven dat niet altijd bij hun grote klanten op de agenda te zetten. Veel afnemers zullen ook zeggen: jullie gaan dit gewoon voor ons doen.’

IN DE CLOUD Stef Oud, partner Deloitte Consulting en verantwoordelijke voor het Deloitte High Tech Competence Centre, ziet de impact van software en Internet of Things vooral terug in big data en de

Vroeger kon je bijvoorbeeld SAP uitvoerig customizen; elke klant wilde weer andere aanpassingen zoals rapportages, die kon je allemaal in maatwerk leveren. De cloud approach is veel meer gericht op een standaardprocesaanpak; de gebruikers moeten zich maar conformeren aan standaardoplossingen die in de cloud worden aangeboden voor een bepaalde sector. De maatwerkdiscussies kun je daarmee terugschroeven, dus kunnen implementatietrajecten ook veel korter. De standaardoplossingen worden wel verrijkt en upgrades komen dan ook veel vaker, tot wel acht keer per jaar in plaats van eens in de

‘Beveiligen van transacties en masterdata gaat een belangrijke bottleneck worden’ software-applicaties die voor het beheer van al die data nodig zijn, zoals Oracle, SAP, WorkDay en SalesForce.com. ‘Traditioneel werden die applicaties ‘on premise’ bij de klant geïmplementeerd. Nu zie je de opkomst van cloud-oplossingen, die effect hebben op alle betrokken partijen.

twee jaar zoals voorheen. Aan de technologiekant worden die implementaties eenvoudiger, maar het change management wordt lastiger. Je moet als aanbieder de kunst van het nee-zeggen beter beheersen.’ Deze trend biedt kansen aan nieuwe aanbieders die voor niches met specifieke add-


ons komen op bijvoorbeeld SAP of PLM. ‘Als een software-applicatie, zoals PLM, voor een deel de competitieve sterkte van je bedrijf bepaalt, dan wil je geen standaardoplossing, geen eenheidsworst.’

JURIDISCH-ETHISCH Belangrijke vraagstukken in de trend richting de cloud zijn cybersecurity en privacybescherming. ‘Bedrijven worstelen met het bijhouden van ontwikkelingen. Er zijn tegenwoordig enorm veel momenten in bedrijfsprocessen waar je een security breach kunt krijgen. Het beveiligen van transacties en masterdata gaat de komende jaren een belangrijke bottleneck worden.’ Dataeigendom is eveneens een issue. ‘Ik ken een tractorfabrikant die eist dat als een boer een tractor koopt of least, de data die deze machine vergaart eigendom blijven van de fabrikant. De boer mag de data alleen voor z’n eigen werk gebruiken, maar niet commercieel verder exploiteren. Of neem de autoStef Oud: ‘Als een softwareapplicatie, zoals PLM, voor een deel de competimotive met de connected car: wie is tieve sterkte van je bedrijf bepaalt, dan wil je geen standaardoplossing, geen eigenaar van de software in die auto en eenheidsworst.’ Foto: Deloitte van de data die deze oplevert? En wie is bijvoorbeeld verantwoordelijk bij een ongeluk: Software komt steeds meer centraal te staan, de bestuurder/eigenaar of de fabrikant die de maar wordt (in de cloud) wel meer en meer security-software heeft geprogrammeerd, of een ongrijpbaar. combinatie van partijen?’

ONGRIJPBAAR Zo worden ook ook commerciële en juridischethische vraagstukken er niet eenduidiger op.

www.esi.nl www.sioux.eu www.erim.eur.nl/centres/inscope www.deloitte.com

SENSOR SOLUTIONS AND SYSTEMS For all areas of the automation industry As a global player, we stand for comprehensive system expertise, continuous innovation, the highest quality, and the greatest reliability. Balluff means technological variety and first-class service. Our 2450 worldwide employees are working to ensure this.

Systems and Service

Industrial Networking and Connectivity

Industrial Identification

Object Detection

Linear Position Sensing and Measurement

Condition Monitioring and Fluid Sensors

TRANSPARANTIE GEVRAAGD Accessories

Veel burgers hebben niet door wat internet allemaal kan betekenen, in positieve én negatieve zin, en weten niet hoe ze hun rechten moeten beschermen. Reden voor Hedi Wassink en Frans Lepoutre, die beiden lang in de ict-wereld hebben gewerkt, om in 2014 met OnOrOf.net te starten. Inmiddels hebben zij tientallen vertegenwoordigers van uiteenlopende organisaties en bedrijven achter hun initiatief weten te scharen. Het zoeken is nu naar funding om met concrete activiteiten te kunnen starten. Een subsidieaanvraag bij de Europese Unie – ex-eurocommissaris Neelie Kroes wees de weg – werd uiteindelijk afgewezen omdat het vernieuwende initiatief niet in de voorwaarden paste. Met OnOrOf.net willen Wassink c.s. het stakeholdersoverleg organiseren dat ook volgens het Internet Governance Forum broodnodig is om te komen tot een veilig en transparant internet. ‘Wij willen burgers mede richting laten geven aan de ontwikkeling van internet, bijvoorbeeld door universele leveringsvoorwaarden en gebruiksvoorwaarden en publiekseigen keurmerken te initiëren. Overheden en grote bedrijven kunnen dat als een bedreiging zien, maar ze kunnen er niet omheen,

want mensen worden kritischer. Wij zijn niet activistisch, maar willen wel duidelijke antwoorden krijgen, bijvoorbeeld over data die verzameld worden: wanneer en waarvoor worden die gebruikt? Wij vragen transparantie. Bedrijven zijn eerst soms kritisch, maar gaandeweg zien ze in dat het zinvol is wat wij willen en dat zij daar uiteindelijk ook voordeel van hebben.’ OnOrOf.net kan zich ontwikkelen tot een soort ANWB voor het digitale wegennet. ‘We gaan ook met hen praten; zij hebben onderzoek gedaan naar de connected car. Fabrikanten verzamelen allerlei informatie over je auto en rijgedrag, wie past op die informatie?’ De focus van OnOrOf.net ligt op burgers, meldt Hedi Wassink. Ze voorziet dat in een latere fase ook bedrijven en instellingen kunnen aanhaken. Want vragen rond cybersecurity, privacy, eigendom van data, enzovoort, waar burgers mee worstelen, gelden natuurlijk evenzeer voor bedrijven en vooral mkb’ers hebben daar nog geen goed antwoord op.

www.onorof.net

www.balluff.nl

Balluff B.V. Europalaan 6a, 5232 BC ‘s-Hertogenbosch Phone +31-73-6579702

1

6/24/2013 4:12


THEMA SOFTWARE-CENTRIC VERANDERT DE KETEN: NIEUWE BUSINESSMODELLEN EN KRACHTSVERHOUDINGEN

ACAL BFI SCHAKELPUNT TUSSEN IDEEËN EN DRAADLOZE OPLOSSINGEN

KENNIS VAN COMPONENTEN EN HOE ZE TE VERBINDEN The Internet of Things, kortweg IoT, geldt als het toekomstbeeld waarin apparaten via het internet met elkaar verbonden zijn. De mogelijkheden lijken eindeloos. Koelkasten, auto’s, printers, machines, scanners, sensoren, airco’s – alles kan op afstand bestuurd en bediend worden met de smartphone. ‘We zitten middenin een revolutie en beseffen dat amper’, zegt Pieter-Jan Rovers, managing director van Acal BFi in Eindhoven, gespecialiseerd in het bedenken en bouwen van draadloze oplossingen.

DOOR JOS CORTENRAAD

O

nderweg naar huis met de smartphone de verwarming hoger zetten. De koelkast die waarschuwt dat de haring op de houdbaarheidsdatum zit. Draadloos bellen met bluetooth. Internetten via wifi. Het kan allemaal dankzij apparaten die via het internet aan elkaar gekoppeld zijn. ‘Hoezo IoT toekomstbeeld’, vraagt Pieter-Jan Rovers zich hardop af. ‘Het is realiteit. De ontwikkelingen gaan harder dan we zelf willen zien. Elke dag worden er nieuwe ideeën bedacht en in de praktijk gebracht. We kunnen via een app de muziekinstallatie in huis harder zetten, de autoruiten ontdooien, de leverancier volgen die een pakje komt afleveren, een drone

EUROPEES CONCERN Acal BFi Nederland is onderdeel van een Europees concern met 560 medewerkers in de afdelingen distributie/verkoop/ondersteuning en nog eens 5.000 werknemers bij de eigen Europese productiefaciliteiten voor componenten. www.acalbfi.com

20

februari 2016

Pieter-Jan Rovers, managing director van Acal BFi: ‘We zijn ons meer in onze afnemers gaan verdiepen, we hebben de contacten geïntensiveerd.’ Foto: Bart van Overbeeke

besturen, een auto onbemand laten rijden, de software van een freesmachine aanpassen. Moet ik doorgaan? Laatst las ik dat er in 2020 ongeveer vijftig miljard apparaten wereldwijd (een prognose van netwerkspecialist Cisco, red.) uitgerust zullen zijn met een zender die direct contact maakt. Ik weet niet hoe dat bepaald is, maar het verbaast me niets. Er zijn geen grenzen.’

EINDE De managing director van Acal BFi Nederland laat zich even gaan. ‘Bekend met de serie Star Trek uit de jaren zeventig? Waarin mensen en spullen oplosten en op een andere plek werden gematerialiseerd? Science fiction, zeker. Maar er zijn futurologen die zeggen dat het kan. Je downloadt een bestand van laat ons zeggen een fiets, stuurt dat naar een 3D-printer die ter plekke begint te bouwen. Ik sluit het niet uit. En we kun-

nen al organen en implantaten printen. Waar is het einde? Wie het weet mag het zeggen.’ PieterJan Rovers is allesbehalve een futuroloog of dromer, maar hij gelooft wel in de technologische ontwikkelingen die de toekomst nog verder op z’n kop zetten. Daarom is hij binnen het Europese concern Acal BFi, genoteerd aan de effectenbeurs van Londen, een van de hervormers. ‘Van oorsprong zijn we een distributeur van componenten’, legt hij uit. ‘We beleveren vooral apparatenbouwers in verschillende sectoren. Een business met veel concurrentie en prijsdruk. Juist daarom heeft het moederbedrijf een aantal producenten van componenten opgekocht om meer regie te krijgen.’

IN-DESIGN Achterwaartse integratie, inderdaad. ‘Maar het blijft een wereld waarin je alleen overleeft als je


toegevoegde waarde kunt bieden. Een aantal jaren geleden zijn we ons meer in onze afnemers gaan verdiepen, we hebben de contacten geĂŻntensiveerd. We adviseren hen bij de keuze van de elektronische componenten voor specifieke toepassingen. In-design noemen we dat, het ‘pas’ maken van de componenten. Daarmee zijn we binnen de keten een treetje hoger geklommen. We denken mee met de klant en zijn naast distributeur/leverancier ook adviseur. Nu is het tijd voor de volgende stappen.’ Daarmee doelt Pieter-Jan Rovers, al 27 jaar werkzaam bij het bedrijf, op het actief meedenken in de ontwerpfase. ‘Zoals gezegd zijn er duizenden plannen en ideeĂŤn om apparaten te koppelen aan het internet. Dat geldt voor de grote gevestigde ondernemingen, maar ook voor start-ups en kleinere bedrijven. Hier in de regio Eindhoven alleen al zijn in korte tijd tientallen ambitieuze ondernemers neergestreken die zich allemaal richten op de mogelijkheden met het IoT en big data. Zij onderkennen de kansen en willen innovaties op de markt brengen. De centrale vraag is dan: wat is er nodig om de verbinding tot stand te brengen? Hoe doe je dat? Zeker de kleinere bedrijven zoeken daarvoor een externe partij, omdat ze die technische kennis niet in huis hebben. Precies daarin onderscheiden we ons. We verkopen uiteraard nog gewoon componenten, maar onze verkopers met een technische achtergrond ontwikkelen zich tot bedenkers van oplossingen. Het liefst worden ze al in de ontwerpfase ingeschakeld om mee te denken.’

VERBINDEN Acal BFi is niet van plan zelf systemen of apparaten te gaan produceren. ‘We zetten onze kennis van componenten en de manier van verbinden in. Dan kan het gaan om bluetooth, wifi, 4G of 5G. Moeten er grote bestanden verstuurd worden? Of gaat het om de connectie tussen een smartphone en een betaalautomaat? Welk netwerk wil je gebruiken om bestanden te versturen? De bestaande systemen van de providers of de LoRa-netwerken (long-range mobiele IoT-net-

komen met een oplossing ĂŠn we leveren uiteraard de componenten.’ Bij Acal BFi in Eindhoven werken momenteel dertig mensen. Pieter-Jan Rovers verwacht de komende jaren beheerst te groeien. ‘Kansen genoeg, ook hier in Nederland. Ik zie veel toepassingen in de medische hoek. Op afstand gegevens meten en via internet doorsturen naar de arts wint snel terrein. Winkelen zonder kassa is een optie. Tracking & tracing staat nog in de kinderschoenen. We kunnen nu sensoren uitrusten met

‘Wat is er nodig om de verbinding tot stand te brengen?’

werken, red.) die eraan komen? Bedoeld voor energiezuinige, kleine apparaten zoals sensoren die continu gegevens doorseinen. KPN verwacht die eind dit jaar al in de lucht te hebben. Hoeveel bandbreedte is nodig? Belangrijk is ook de energievoorziening. Stel je wilt meetgegevens langs een snelweg verzamelen en versturen. Werk je met accu’s of zonnecellen? Kun je de energie opslaan? Onze mensen bekijken alle aspecten en

een internetkoppeling. Bruikbaar in de landbouw en veeteelt. Een ziek dier in de veestapel wordt meteen gesignaleerd. In de logistiek en het verkeer gaan internetverbonden sensoren een grote rol spelen. Internet of Things, big data – het zijn misschien containerbegrippen, maar de huidige generaties zijn wel getuigen van een geweldige technologische vernieuwing. Een revolutie. Mooi om daar middenin te zitten.’

CREATING MACHINES TOGETHER

MTA is een innovatieve, flexibele en hightech System Integrator gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van complete mechatronische machines en systemen. Onze afdeling New Business onderscheid zich als ontwikkelpartner op het gebied van mechatronica, kennis van nieuwe productietechnieken en kennis op het gebied van dunne films en substraten. Onze afdeling Regular Business onderscheid zich als realisatiepartner in het produceren, assembleren en functioneel testen van machines en systemen binnen een optimale organisatie van kwaliteit, flexibiliteit, innovatiekracht en kostenbeheersing.

Waterbeemd 8 Ĺ” Industrieterrein 8949 Ĺ” 5705 DN Helmond Ĺ” U +31 (0)492 47 49 92 Ĺ” G +31 (0)492 47 45 10 Ĺ” JOGP!N U B OM Ĺ” www.m-t-a.nl

februari 2016

21


THEMA SOFTWARE-CENTRIC VERANDERT DE KETEN: NIEUWE BUSINESSMODELLEN EN KRACHTSVERHOUDINGEN

FESTO ZIET COMMITMENT VOOR REALISATIE INDUSTRIE 4.0 WERELDWIJD STERK TOENEMEN

SOFTWARE NAAR VEERTIG PROCENT VAN R&D-UITGAVEN De ‘factory of the future’ – extreem flexibel/adaptief en superefficiënt – begint vorm te krijgen. ‘De ontwikkeling die wij in Duitsland Industrie 4.0 noemen, accelereert – in WestEuropa, Noord-Amerika, het Verre Oosten’, zegt Eberhard Veit, scheidend ceo van Festo. Software is cruciaal in die fabriek van de toekomst. ‘Vandaag maakt software tien tot twaalf procent van onze r&d-uitgaven uit; er ligt een plan om dat in 2019 tot dertig of

• Festo investeert in de fabriek van de toekomst. • Een van de grote enablers is het Internet of Things. • Als het gaat om software-imago heeft Festo nog veel te winnen.

misschien zelfs veertig procent te verhogen.’ DOOR PIM CAMPMAN

V

eit zei dat eind vorig jaar, tijdens de internationale persconferentie van Festo in de gloednieuwe technology plant in Scharnhausen, vlakbij Stuttgart (D). In die plant (66.000 m2, 1.200 medewerkers, 70 miljoen investering) heeft de mondiale supplier van automatiseringsequipment alles op orde om de factory of the future stap voor stap uit te rollen. ‘In de automatisering van flexibiliteit ligt onze toekomst’, vertelde Claus Jessen, verantwoordelijk voor product supply en binnenkort de opvolger van ceo Veit.

OP DE KOP Op het pers-event draaide alles om één thema: Industrie 4.0. Maar wel in alle facetten. Want die ontwikkeling, in Nederland Smart Industry genoemd, omvat heel veel meer dan alleen de ver-

dergaande digitalisering van productieprocessen of, anders gezegd, de fusie tussen mechatronica, elektronica en software. Volgens Jessen gaat Industrie 4.0 de productiewereld totaal op haar kop zetten. Technologisch, organisatorisch – zowel binnen bedrijven als in supply chains. En ook de rollen van medewerkers gaan drastisch veranderen. ‘Ontwikkelingstrajecten worden door multidisciplinaire teams gedaan, met rechtstreekse lijntjes naar de klant(vraag); en de machineoperator wordt probleemoplosser.’ Voorts gaan totaal nieuwe business- en servicemodellen ontstaan. Veit: ‘Verkoop je die volautomatische melkrobot straks nog voor een bedrag x? Of word je betaald per liter melk? En ga je ook aan het analyseren van de gezondheid van de koe verdienen?’ Die pay-per-use-modellen hebben grote consequenties, voor de oem’er én zijn toeleveranciers en technologiepartners. Hebben die de financiële spankracht om op basis van het succes van het

LEREN VAN DE NATUUR Festo zette ruim tien jaar geleden het Bionic Learning Network op. Daarin ontwikkelen eigen medewerkers en talenten van buiten innovatieve, door de natuur geïnspireerde, producten en concepten. Zoals een bionische olifantenslurf, een ‘soft robotic’ grijp- en handlingrobot; een robothand (‘exoskelet’) die de ‘handigheid’ van een mensenhand aardig benadert – of bionische Festo ontwikkelde in zijn Bionic Learning Network onder meer bionische mieren die samen een zware last kunnen dragen. mieren ter grootte van een vuist die lasten die voor een nieuwe lichtgewicht materialen, energiezelfvoorziening ‘mier’ te zwaar zijn dan maar samen van a naar b brenen veel meer. Het netwerk voert per jaar gemiddeld drie gen. Die ontwikkelprojecten verschaffen Festo –zelf projecten uit. geen robotproducent, maar componentenleverancier voor robots van klanten – nieuwe kennis van motion & www.festo.com/bionik control, machine-interactie/samenwerkingsconcepten,

22

februari 2016

product zeg maar ‘druppelsgewijs’ betaald te worden? Hoe giet je de samenwerking oem’ersupplier, die een meer permanent karakter krijgt, in het vat? En hoe regel je op een faire wijze intellectuele eigendomsrechten? ‘De business- en servicemodellen van hoe je geld kunt verdienen met technologie gaan radicaal veranderen’, weet Eberhard Veit.

NIEUWE DIMENSIE Een van de grote enablers van producten als dat melksysteem – van compleet nieuwe en complexe producten überhaupt – en van ‘produceren 4.0’ is het Internet of Things (kortweg IoT). Claus Jessen: ‘De digitalisering van de productie is al twintig jaar gaande. Maar IoT geeft er een heel nieuwe dimensie aan. Dankzij technologische ontwikkelingen, zoals in sensoring, worden de componenten (lees processtappen, red.) in productielijnen steeds intelligenter; ze zijn adaptief en door nieuwe functies als condition monitoring uiterst betrouwbaar en efficiënt. Het IoT geeft al die componenten hun eigen identiteit (IP-adres, red.). Dus het vermogen om onderling te communiceren, om samenwerkend met elkaar het hele proces vloeiend te laten verlopen en optimaliseren.’ Niet aangestuurd door een centrale regelunit (plc), maar decentraal en zonder tussenkomst van mensen. ‘Vernetzt’, zeggen ze bij Festo. Jessen: ‘Een productielijn die zegt: ik heb een idee om de cycle time van vier tot drieënhalve seconde te reduceren; dat is vandaag onvoorstelbaar. Maar het IoT gaat dat mogelijk maken.’ Dus de productielijn geeft aan waar de bottleneck zit. Vervolgens is het aan mensen om die weg te poetsen. Waarna de lijn de volgende bottleneck opspoort – en het productieproces steeds verder wordt geoptimaliseerd.

PROBLEEMOPLOSSER Die baanbrekende ontwikkeling, waar op veel plaatsen in de wereld keihard aan gewerkt wordt, gaat ervoor zorgen dat produceren in hogelonenlanden weer concurrerend kan. En dat compleet nieuwe, ook complexe, producten relatief simpel zijn te maken. Mede omdat het kleinserieproduc-


Eberhard Veit, scheidend ceo van Festo: ‘De business- en servicemodellen van hoe je geld kunt verdienen met technologie gaan radicaal veranderen.’ Foto’s: Festo

tie mogelijk maakt als ware het massaproductie: de productielijn stelt in een continue flow klantspecifieke producten samen. Superefficiënt in alle opzichten: procesflow, doorlooptijden, energieverbruik, kostenniveau – dat laatste onder meer omdat volautomatische en onbemande processen mogelijk worden. Want de lijn klaart de klus zelfstandig, de operator zit in de rol van probleemoplosser. Om die rol te kunnen spelen, is een cultuurverandering keihard noodzakelijk, meent

Veit. Hij schildert een situatie van permanente educatie, van een leven lang leren. ‘Onze jongeren zitten in die mode van voortdurend veranderen, die groeien op met iPhones, tablet-pc’s, Facebook. Waar het vooral om gaat, is dat ook de eerdere generatie daar in meegaat.’ Daarvoor heeft Festo in Scharnhausen een leerfabriek gebouwd, vertelt plantmanager Stefan Schwerdtle. ‘Onze medewerkers, operators en r&d-medewerkers, worden daar getraind in een realistische setting, volgens nieuwe en aansprekende concepten die Festo Didactic heeft ontwikkeld. Wij denken dat die faciliteit ertoe bijdraagt dat talenten voor ons kiezen: we bieden hun veel mogelijkheden voor persoonlijke groei.’

SOFTWARE-IMAGO Een must in de regio Stuttgart, waar Festo in de ‘war for talent’ moet opboksen tegen bedrijven met wereldfaam, zoals Daimler/Mercedes, Porsche en Bosch. Volgens Veit geldt Festo als een bedrijf waar het goed werken is in mechanica, mechatronica en ook elektronica. Dat blijkt uit de transformaties die het bedrijf de afgelopen decennia succesvol heeft doorgemaakt: van

pneumatische naar ook elektronische motion & control-producten, van componenten naar ook systemen. Steevast in de rol van toeleverancier. Maar als het gaat om software-imago heeft Festo nog veel te winnen, weet Eberhard Veit. ‘Dat software voor ons cruciaal is, wordt op de arbeidsmarkt nog onvoldoende herkend. Daar gaan we aan werken. Vandaag maakt software tien tot twaalf procent van onze r&d-uitgaven uit; er ligt een plan om dat in 2019 tot dertig of misschien zelfs veertig procent te verhogen.’ Serieuze bedragen: Festo pompt ruim zeven procent van zijn omzet (2,45 miljard euro in het afgelopen boekjaar) terug in r&d – plus nog zo’n anderhalf procent in opleiding & training.

DEZELFDE TAAL In het Plattform Industrie 4.0 – het gremium waarin de Duitse industrie, research (bij onze oosterburen veelal publiek gefinancierd), vakbonden en overheid/politiek eendrachtig samen optrekken om obstakels op te ruimen en praktische implementaties (pilots) te stimuleren – speelt Festo een actieve rol, van stuurgroep (Eberhard Veit zit erin) tot allerlei werkgroepen. Zoals de werkgroep die nadenkt over standaardisatie. Op goede gronden, de geschetste fabriek van de toekomst kan immers alleen realiteit worden als alle componenten – afkomstig van Festo en heel veel andere suppliers – dezelfde taal spreken. Dat vereist standaardisatie, op mondiaal niveau. Wat de Hannover Messe 2016 (eind april) op dat vlak gaat opleveren, valt nog te bezien. De focus op Industrie 4.0 is dus alleszins begrijpelijk. Festo voert 36.000 catalogusproducten, plus tienduizenden producten die klantspecifiek worden gemaakt – eenmalig of in series van twee, drie, LEES VERDER OP PAGINA 25

‘SOFTWARECOMPETENTIES SLEUTEL TOT SUCCES BOSCH’ Net als Festo zet ook Bosch (Robert Bosch GmbH) zwaar in op Industrie 4.0. ‘We hebben wereldwijd meer dan honderd projecten lopen’, zei research-chef Michael Bolle afgelopen najaar tijdens de officiële ingebruikname van Bosch’ nieuwe r&d-centrum in Renningen, Baden-Württemberg (D). ‘In alle businesssectoren werken we aan connectiviteitsthema’s, die volledig nieuwe ‘vernetzte’ oplossingen gaan bieden in connected mobility, Industrie 4.0, smart homes en slimme energiesystemen.’ De Duitse technologiefirma vervult twee rollen, die van toeleverancier en van eindfabrikant (oem’er) Aan de suppliers-kant heeft Bosch een sterke troef in handen: mems-sensoren (micro-elektromechanische systemen). Deze minuscule devices krijgen steeds meer functionaliteit, in steeds meer sectoren. Zoals in de automotive (ABS, ESP en straks ook in zelfrijdende auto’s). Bolle: ‘Start-up Bosch Sensortec heeft mems-toepassingen ontwikkeld voor andere sectoren – en met groot succes. In drie van de vier smartphones die vandaag worden verkocht zitten één tot soms wel vijf Bosch Sensortec-sensoren.’ Andere groeisegmenten in de consumentenelektronicasector zijn onder meer tablet-

pc’s, smart watches en augmented reality-brillen. Ook in de medische sfeer rukken de slimme ‘speldenknopjes’ op. Zo kunnen ze, aan de hand van hoe iemand beweegt, in vroegtijdig stadium dementie detecteren. Bosch is wereldmarktleider in mems, heeft er ruim duizend patenten op en produceert ze in zijn chipfabriek in Reutlingen, niet ver van Stuttgart. In de verdere ontwikkeling van mems ligt de focus niet alleen op weer nieuwe functioHet interactief analyseren van grote hoeveelheden informatie (data mining); in het Bosch r&d-centrum in Renningen maakt deze supermonitor het visueel. Foto: Bosch naliteiten, maar ook op reductie van hun energieverbruik. Bosch nu al een softwareonderneming. Competenties in softzet zwaar in op deze en andere trends die onder de ware zien wij als een van de sleutels naar ons succes paraplu van Industrie 4.0 en IoT vallen. R&d-chef Michael in de toekomst.’ Bolle: ‘Wij zijn de enige onderneming die op alle drie niveaus van het IoT actief is: sensoren, software en www.bosch.com service. Met 15.000 software-engineers zijn we in feite

februari 2016

23


PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING COMPONENT MANUFACTURING HIGH LEVEL ASSEMBLY GLOBAL SUPPLY CHAIN MANAGEMENT MOTION CONTROL

SEMICONDUCTOR

HEALTHCARE

ANALYTICAL

WWW.FRENCKENGROUP.COM

GLOBAL HIGH TECH SERVICE PROVIDER.


COLUMN MARTIEN MERKS VIJF BEDRIJFSSOFTWARETRENDS: EINDGEBRUIKER CENTRAAL Martien Merks - Managing director Benelux, Unit4 pp-ontwikkelaars weten het al jaren en nu zullen ook de leveranciers van bedrijfssoftware overstag gaan: de eindgebruiker komt centraal te staan. Of het nu gaat om de optimale gebruikerservaring of het automatiseren van herhalende taken. Het doel: bedrijfssoftware zo vriendelijk, nuttig en relevant mogelijk maken, dat de gebruiker z’n handen vrij heeft om andere taken uit te voeren die écht meerwaarde bieden voor de organisatie. Bedrijven die in 2016 nog willen meetellen, doen er goed aan om de volgende vijf softwaretrends te kennen, te begrijpen en ermee aan de slag te gaan:

A

Trend 1 – Mobile neemt een vlucht Werknemers zijn gewend aan hun smartphone en het gebruiksgemak. Dat willen ze terugzien in hun dagelijks werk. Veelgebruikte functionaliteit van businesssoftware zal daarom als losse app naar mobiele apparaten komen. Daardoor neemt voor de gebruiker het aantal administratieve taken af en diens tevredenheid toe. Trend 2 – Het Internet of Things komt eraan In 2016 zal de hoeveelheid data alleen maar groeien, afkomstig van een massa aan bronnen: mobiele toestellen, wearables, sensoren, voertuigen, domotica, productiemachines. Aangezien dat netwerk van toestellen in evolutie is, zullen ze steeds meer met elkaar in interactie staan. Effectieve bedrijfssoftware verzamelt deze verscheidenheid aan data en zet ze om in relevante informatie voor het verbeteren van het werkproces. Trend 3 - Zelflerende ERP komt op Analyse van al deze data door mensen zal te duur en complex wor-

den. Door slimme analysetools als ‘pattern recognition’ ontstaat eenvoudig informatie die direct toepasbaar is. Slimme software zal de terabytes aan input verwerken en oplossingen suggereren aan hun menselijke ‘meesters’. Deze trend zal in 2016 versnellen. Trend 4 – Snelle vooruitgang in user experience Gebruiksgemak staat voorop; slimmere systemen zorgen voor een vlekkeloze interactie en anticiperen op de wensen en het gedrag van de gebruikers. Werknemers nemen hun eigen, vertrouwde smartphone mee naar het werk. Daardoor staan zij niet alleen steeds meer met elkaar maar ook met hun computers en het web in interactie. Een hoge gebruiksvriendelijkheid maakt de impact van businessapplicaties alleen maar groter; ook de samenwerking tussen teams groeit. Trend 5 – Bredere acceptatie van de cloud Steeds meer dingen opslaan in de cloud, dat begon bij kleine en middelgrote bedrijven. In 2016 zullen ook grote multinationals de overstap wagen, mede dankzij de strengere wetgeving. Maar ook omdat de verhuizing van belangrijke applicaties naar de cloud op termijn voor de meeste organisaties onvermijdelijk is vanwege het complexe beheer en de strengere veiligheidseisen. Dat is in de cloud beter geborgd. Deze vijf trends vormen het hart van de digitale transformatie die bedrijven moet doormaken willen ze niet ten onder gaan. Bedrijven moeten een concurrentievoordeel opbouwen door nieuwe businessmodellen en nieuwe klant- en leveranciersrelaties aan te bieden. De juiste it is hiervoor de sleutel. www.unit4.com

VERVOLG VAN PAGINA 23

soms vier. Steeds meer ‘4i-producten’; de 4 i’s staan, vertelt Eberhard Veit, voor intuïtief, interactief, integraal en internet-ready.

GEEN JOB KILLER Festo investeerde ‘niet zuinig’ in de gloednieuwe technologiefabriek in Scharnhausen. ‘We hebben hier alles geïmplementeerd wat we de voorbije dertig jaar geleerd hebben’, zegt Claus Jessen. Festo produceert er ventielen, ventieleilanden (valve terminals) en elektronica. Slim, op basis van nieuwe flowconcepten, (vol)automatisch waar dat vandaag al kan. Zo kom je er een productielijn tegen die, modulair opgebouwd, in een ononderbroken flow ventiel-cartridges assembleert – één miljoen per jaar. En een robot die, als was het een mens van vlees en bloed, zonder afscherming/hek, samenwerkt met de operator en eentonig, repeterend overneemt. Eberhard Veit: ‘Naast human-machine-interfaces gaan we machine-human-interfaces zien, machines die mensen vertellen hoe te optimaliseren. Wat niet inhoudt dat Industrie 4.0 een job killer is. Zeker niet, het is een job changer.’ Vergeleken met de gang van zaken voorheen, op verschillende locaties in Baden-Württemberg, levert ‘Scharnhausen’ grote winstpunten op. Om er een paar te noemen: zo’n veertig procent energiereductie, een doorlooptijdverkorting (voor een specifieke

Mens-robotsamenwerking is normaal in de fabriek van de toekomst.

ventielfamilie) van 36 dagen begin 2015 tot twaalf nu – bij een verbetering van de leverbetrouwbaarheid van toen 85 tot 97 procent nu, en negentig procent minder transportschade. En zo heeft Festo meer verbeteringen doorgevoerd. Onder meer door de introductie van z’n Handling Guide Online. Die gaat uit van de vraag van de klant: geef in welk ‘probleem’ je wilt oplossen, aan welke voorwaarden de oplossing moet voldoen, wat de randvoorwaarden zijn – en het systeem levert op basis van een 700-tal stan-

daardoplossingsmogelijkheden de beste propositie, inclusief offerte. Wat engineers een hoop zoekwerk bespaart: Festo claimt dat de engineering bij de klant zo tot zeventig procent op tijd en inspanning kan besparen – die ze kunnen besteden aan waar ze voor aangenomen zijn, ontwikkelen.

www.festo.com www.festo.nl

februari 2016

25


INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

TTIP-IDEAAL: NUL IMPORTTARIEF, GELIJKE REGELS EN INVESTERINGSBESCHERMING

‘VOORAL INDUSTRIËLE MKB HEEFT BAAT BIJ VERDRAG’ Vermeende chloorkippen ten spijt, alle betrokken onderhandelaars zien graag dat

HANDELSRELATIE NEDERLAND-VS: WEDERZIJDSE VESTIGINGEN

TTIP een feit is voordat president Obama vertrekt. Vanwege het belang voor het (industriële) mkb. En omdat de ‘transAtlantische economie’ nu nog omvangrijk genoeg is om de regels voor de wereldeconomie te kunnen bepalen.

NEDERLAND IN DE VS

VS IN NEDERLAND

INVESTERINGEN (HISTORISCHE KOSTEN)

274

723

ACTIVA

858

2.043

SALES

266

237

40

34

393

228

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

W

aar het verdrag in de EU veel bekendheid geniet en ook de nodige scepsis ontmoet, heerst er in de VS vooral onverschilligheid over, aldus Tim Bennett. Beide houdingen zijn niet terecht, stelt de director general van de Trans-Atlantic Business Council, die de stem van het bedrijfsleven vertegenwoordigt naar de Amerikaanse en Europese onderhandelaars over het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP). Immers, het handelsverkeer tussen EU en de VS is omvangrijk: in 2014 had die een waarde van ongeveer 700 miljard dollar. Europese bedrijven zijn goed voor zeventig procent van de 2,8 biljoen dollar die tot en met 2013 in de VS zijn geïnvesteerd. Andersom heeft Europa 55 procent van de wereldwijde investeringen van Amerikaanse bedrijven weten aan te trekken sinds 2000. Nederland telt daarin sterk mee: de Amerikaanse investeringen in ons land zijn vier keer groter dan die in de BRIC-landen, andersom zijn Nederlandse bedrijven met ruim 270 miljard dollar de tweede investeerder in de VS, na het Verenigd Koninkrijk maar vóór Duitsland. En wat de VS-Nederlandse handelsbalans betreft: ons land heeft in 2012 voor 26,4 miljard euro aan goederen uit de VS ingevoerd. De export naar dat land bedroeg ongeveer 20 miljard euro. Ten slotte, in 2012 investeerden Amerikaanse bedrijven voor 26,7 miljard dollar in r&d in Europa (waarvan 87 procent in zeven landen, waaronder Nederland), een bedrag goed voor zestig procent van de wereldwijde Amerikaanse r&d-investering in het buitenland. Omgekeerd was dat bijna 37 miljard dollar, ruim drie kwart van de buitenlandse r&d-uitgaven in de VS.

‘ONGEFUNDEERDE ZORG’ Aldus cijfers uit The Transatlantic Economy 2015 van het Center for Transatlantic Relations Johns Hopkins University. Er lijkt derhalve veel te win-

26

februari 2016

TOEGEVOEGDE WAARDE AANTAL MEDEWERKERS (X 1.000) (geschatte gegevens voor 2013; bedragen in miljard dollar)

Bron: The Transatlantic Economy 2015, Center for Transatlantic Relations Johns Hopkins University

nen bij een verdrag dat importtarieven omlaagbrengt, allerlei regelgeving aan weerszijden van de Atlantische oceaan standaardiseert en harmoniseert, maar ook zorgt voor een gelijkwaardige behandeling van investeerders. ‘Het wordt tijd dat beide zijden onderkennen dat niet alleen de eigen regelgeving zaligmakend is. De auto-industrie bijvoorbeeld heeft er nu veel last van dat zaken als bumpers, koplampen en ruitenwissers vanwege verschillen in de veiligheidsregels in de VS anders ontworpen moeten worden dan in de EU. Terwijl automobilisten ervaren dat er met de veiligheid van beide ontwerpen echt niets mis is. Tegelijk is er in Europa veel bezorgdheid over het gebrek aan transparantie tijdens het onderhandelingsproces, terwijl het toch de meest open vrijhandelsonderhandelingen zijn die ik ooit heb meegemaakt. En er is daar veel ongefundeerde zorg over bijvoorbeeld de voedselveiligheid’, aldus Bennett. Clayton Yeutter, voormalig US Trade Representative, verzucht daarom de onderhandelingen toch vooral in stilte te voeren. ‘Sinds het in werking treden van het NAFTA-verdrag tussen de VS, Canada en Mexico is de handel tussen die drie landen verviervoudigd. Alle reden zoveel mogelijk de vaart erin te houden en te zorgen dat de onderhandelaars nog in 2016, voordat president Obama het Witte Huis verlaat, tot een definitief

akkoord te komen. Want anders zijn we zo jaren verder. Dat vergt een verandering in de te risicoaverse Europese opstelling.’ Waarvoor hij bijval krijgt van Bill Moeller. De directeur Europa en Noord-Afrika van de US Trade Representative onderstreept de noodzaak vaart te maken. ‘TTIP is bedoeld als een open platform dat samen met TPP (het Trans-Pacific Partnership, waaronder twaalf landen rond de Pacific afgelopen najaar hun handtekening zetten, red.) de opmaat moet gaan vormen naar een wereldomspannend handelsverdrag. De trans-Atlantische economie van de EU en de VS is nu nog goed voor ruim een derde van het wereldwijde bnp. Daardoor zijn we nóg in de positie de regels van het handelsverkeer te bepalen, met onze normen voor onder meer maatschappelijk verantwoord ondernemen en omgang met andermans ip. Maar door de groei van de opkomende economieën neemt onze economische sterkte relatief af, zodat we straks niet meer in de positie zijn die regels te bepalen’, verwacht hij.

MKB Dat komt bovenop de voordelen die met name het mkb zal ervaren als straks bijvoorbeeld het testen van machines en apparaten volgens één, transatlantisch geaccepteerde normering kan gebeuren. ‘Dat scheelt veel kostbaar dubbel werk’,


stelt Moeller. ‘Van de twintig miljoen EU-mkb’ers exporteren er maar 500.000 en andersom zijn die verhoudingen vergelijkbaar. Hier ligt dus een enorm potentieel.’ Daarnaast zal het naar zijn verwachting een impuls geven aan de investeringsbereidheid, als dankzij TTIP Nederlandse mkb-investeerders in de VS op eenzelfde behandeling door de overheid kunnen rekenen als Amerikaanse bedrijven. ‘Het wordt hoog tijd voor één investor-to-state dispute settlementstandaard.’ Naar verwachting van ook de Nederlandse overheid zullen vooral de mkb-bedrijven er baat bij hebben als het verdrag wordt gesloten. Meer dan de grote multinationals, aldus een ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken die de onderhandelingen op de voet volgt. Die beschikken over de specialisten die ook zonder TTIP wel raad weten met alle hinderlijke regelgeving en kunnen de investeringen daarin over grotere aantallen producten verrekenen. Zo zijn er regels betreffende machineveiligheid die anders zijn dan in de VS. Daar komt bij dat voor de EU één set veiligheidsregels geldt, voor de VS gelden er meerdere, afhankelijk van de regio waarmee zaken wordt gedaan. Onderwerp van de huidige onderhandelingen is te bezien waar er sprake is van zinvolle verschillen – omdat de veiligheidsomstandigheden ter plaatse bijvoorbeeld anders zijn – en waar ze gewoonweg historisch gegroeid zijn, maar zonder problemen geüniformeerd of wederzijds erkend kunnen worden. Voorts is het de intentie van de onderhandelaars om het ontstaan van nieuwe, ongelijke regelgeving te voor-

‘HARMONISERING ZOU MOOI ZIJN’ Hembrug exporteert draaimachines naar de VS. Directeur Robert Nefkens stelt dat de invoerrechten van 4,25 procent op zijn machines voor de klant niet echt een probleem zijn. ‘Lastig is wel dat de elektrificatie in de VS anders is dan in de EU, want dat betekent dat we andere elektromotoren moeten inbouwen om de machine in de VS geaccepteerd te krijgen.’ Claymount, dat medische technologie fabriceert, heeft te maken met meerdere certificeringsinstanties – in Japan met de JIT, in Europa met de CE en in de VS met de FDA – die elk hun eigen eisen stellen. ‘Het zou mooi zijn als de certificering geharmoniseerd zou worden. Maar voor investeringsbescherming heb ik niet het idee dat je

komen. Dus wordt er gewerkt aan het creëren van een platform waarop toekomstige regels onderwerp van afstemming kunnen zijn. Tevens is het de bedoeling dat regels waarmee een mkb-ondernemer aan gene zijde van de Atlantische oceaan te maken krijgt, heel toegankelijk worden gepresenteerd, bijvoorbeeld via één transparante website, aldus de ambtenaar.

in de VS verkeerd zit. Overeenkomsten worden hier grondig in contracten vastgelegd. Daardoor kun je je ip goed beschermen’, aldus Jan Willem Overman, directeur van de vestiging Chicago. Van de technologischindustriële bedrijven in Nederland verwacht bijna zeventig procent voordeel te behalen uit een te sluiten handelsverdrag, zo blijkt uit FME-onderzoek van afgelopen najaar.

www.hembrug.com www.claymount.com www.fme.nl/nl/ttip

naar, de importheffingen zoveel mogelijk terug te brengen tot nul procent. In dit stadium van de onderhandelingen geldt dat wat de EU betreft voor 97 procent van de producten. Ook binnen het ministerie leeft de wens – en de verwachting – dat de onderhandelingen eind dit jaar kunnen worden afgerond, net voordat president Obama begin 2017 aftreedt.

NUL PROCENT Tegelijk wordt dus gewerkt aan het (verder) verlagen van de importheffingen. Want bij geringe marges kan een heffing van het huidige, wederzijdse, gemiddelde van drie à vier procent al een drempel zijn. De intentie is, zo stelt de ambte-

Brilliance in engineering

www.transatlanticbusiness.org/policy/ttip www.transatlanticrelations.org www.trade.gov/ttip www.rijksoverheid.nl www.ec.europa.eu

Maak een sprong in het diepe… Samen met ons!

BKL is een kwalitatief hoogwaardige onderneming dat specialistische machines (o.a. hijs- en hefgereedschappen en testequipment) ontwikkelt voor gerenommeerde OEM-ers in diverse sectoren. Dankzij de combinatie van uitstekende productiefaciliteiten en de ervaring en creativiteit van vijftig professionals bouwen we deze specialistische machines zelf. Onze kennis excelleert in:

EXPERTS IN SAFETY

i Engineering

i Inspection

i Production

i Services

EXPERTS IN SAFETY BKL inspecteert en keurt “tooling’. Daarnaast ontwikkelt en levert het bedrijf uitgekiende hijs- en hefwerktuigen (IIA verklaring, CE) en assembleert deze op locatie in Nuenen.

Collse Heide 1 | 5674 VM Nuenen | The Netherlands T: +31 (0)40 2951444 | info@bkl.nl | www.bkl.nl

Mechatronic and mechanical solutions Inspection maintenance and repair Hoisting - & lifting tools, special machinery

www.wjadvocaten.nl

anders | durven | denken

februari 2016

27


INNOVATIE

SAMENWERKING MET MAT-TECH BRENGT MAPPER’S CHIPMACHINE WEER STAP DICHTER BIJ MARKT

VAN TEKENTAFEL NAAR OVEN Een cruciaal onderdeel van de lithografiemachine van Mapper werd gloeiend heet. De Delftse technici moesten terug naar de tekentafel. De nieuwe oplossing bleek uiteindelijk, dankzij Mat-tech, gelukkig ook maakbaar. Daarmee heeft de chipproductiemachinefabrikant zo’n beetje alle fundamentele problemen opgelost en gaat de engineeringfase in.

worden gecreëerd; de elektrode binnenin is goed voor 20 kilovolt. Die wordt warm, wat nog versterkt wordt doordat lang niet alle elektronen door de collimator heen gaan, maar binnenin heen en weer blijven stuiteren. Binnen één uur liep de temperatuur op tot boven 900 graden Celsius; zó heet dat onderdelen smolten’, verhaalt Mook. Na lang zoeken concludeerden de Mapper-technici dat ze terug naar de tekentafel moesten: het ontwerp van de warmteafvoer moest anders. ‘In eerste instantie hadden we het idee dat de collimator voldoende kon worden gekoeld door uitstraling naar een behuizing waar koud water doorheen stroomt. Maar dat bleek niet te functioneren. We moesten met geleiding werken’, aldus Mook. Dat betekende dat de ophanging van de collimator in de behuizing – drie koperen bladveren – vervangen moest worden door iets anders, zonder de stabiliteit van het systeem in gevaar te brengen. ‘We hadden juist gekozen voor drie bladveren omdat je dan de benodigde stabiliteit krijgt; om dezelfde reden wankelt een tafel met drie poten nooit. We moesten dus naar een stabiele ophanging die wel de warmte geleidt, maar niet de elektronen’, schetst Mook’s collega, account support manager Hans Kersting.

HOE TE MAKEN?

Uit eerdere ervaringen wisten account support manager Hans Kersting (links) en designleader Willem Mook van Mapper dat Mat-tech uit Son in staat is aluminiumoxide aan koper te solderen: ‘We hebben het probleem uitgelegd, waarop zij zeiden: ‘Dat komt wel goed.’’ Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

E

r staat al een bètamachine voor testwerk bij research & technologie-instituut Leti in Grenoble. Maar echt geld verdienen met de resultaten van jarenlang ontwikkelen en investeren, dat moet nog beginnen. Eind dit jaar of begin 2017 denkt Mapper de eerste commerciële maskerloze elektronenbundellithografiemachine voor de productie van chips op de markt te brengen. Want de afgelopen jaren heeft het Delftse bedrijf tal van ‘fundamentele problemen’ kunnen oplossen. Zo was het vastzetten van de wafers lastig: vacuüm in een vacuümomgeving gaat niet werken. Evenmin haalbaar was een elektrostatische oplossing in een machine waarin met elektronen afbeeldingen van heel fijne chipstructuren op silicium worden aangebracht. De oplossing werd gevonden in waterclampen, dat de capillaire werking van vloeistof benut. Ander hei-

28

februari 2016

kel punt was lange tijd het tijdens de assemblage voorkomen van contaminatie van de 13.000 (!) lenzen, nodig om de elektronenbundels goed te richten. De oplossing: dat montagewerk verrichten in een overdrukkast. Daardoor steeg de yield van vijftig naar negentig procent.

900 GRADEN CELSIUS Weer een ander fundamenteel probleem was de warmteafvoer in de collimator (elektronenbronlens). Dat deel van de machine creëert de grote, primaire, homogene elektronenbundel. Vervolgens wordt deze opgedeeld in 13.000 kleinere bundels (beams), die door de lenzen gefocust worden en op de wafer belanden. Dat warmteprobleem kwam op het bord van designleader Willem Mook. ‘De collimator zorgt ervoor dat de 13.000 bundels parallel op de wafer worden gericht. Om die verdeling tot stand te brengen, moet er in die lens een stevig spanningsveld

Na een lang iteratief ontwerpproces kwam een ophanging uit de bus waarin de drie bladveren vervangen zijn door drie combinaties van aluminiumoxideplaatjes en koperen gatscharnieren. ‘De gatscharnieren zorgen voor de stabiliteit, het koper voor de warmtegeleiding en het aluminiumoxide geeft wel de warmte maar niet de elektronen door’, aldus Mook. Vervolgens was de vraag: hoe ga je ’t maken? Uit eerdere ervaringen wisten de Mapper-mensen dat Mat-tech uit Son in staat is aluminiumoxide aan koper te solderen, met hun kennis en capaciteit van hardsolderen in een oven bij hoge temperaturen. Kersting: ‘We hebben het probleem uitgelegd, waarop zij zeiden: ‘Dat komt wel goed.’’ Dat lukte, maar niet zonder slag of stoot, verhaalt Erik Brom, technical commercial director van Mat-tech Development & Testing, het onderdeel dat onderzoek doet naar optimalisatie van soldeerprocessen en de gevonden oplossingen desgevraagd uitvoerig test. ‘Een proces ontwikkelen dat leidt tot een ophanging met voldoende warmteoverdracht, maar zonder elektrische geleiding is niet eenvoudig. Daar komt bij dat aluminiumoxide bij verhitting relatief weinig uitzet, terwijl koper juist een heel hoge uitzettings-


coëfficiënt heeft. Dat telde des te meer omdat het contactvlak tussen beide materialen betrekkelijk groot was. Bij die hoge temperaturen zouden er gemakkelijk haarscheurtjes kunnen ontstaan waardoor toch elektriciteit kan weglekken.’

AANPASSEN Het hele procesontwikkeltraject bij Mat-tech duurde enkele maanden, waarin de werktuigbouwkundige, materiaalkundige en chemische experts uit Son regelmatig overleg hadden met de Mapper-engineers. Het eerste prototype dat

steeds met onze kennis van de mechanica van de ophanging en hun kennis van het soldeerproces en materiaaleigenschappen tot deeloplossingen zijn gekomen’, blikt Willem Mook terug. Nu dit warmteafvoerprobleem is opgelost, is hij designleader-af en moet hij op zoek naar andere uitdagingen binnen Mapper. Die zijn er ongetwijfeld nog genoeg, al zijn ze vanaf nu wel van een andere aard, maakt Hans Kersting duidelijk. ‘De ontwerpfase is nu wel zo’n beetje afgerond. Alle fundamen-

‘De ontwerpfase is nu wel zo’n beetje afgerond; alle fundamentele problemen zijn opgelost’ De collimator, bron van het warmteafvoerprobleem. Illustratie: Mapper

Mat-tech opleverde, voldeed nog niet volledig. ‘Er bleek toch nog sprake van een zeer geringe elektrische geleiding. Daarop hebben we het soldeerproces aangepast. In onze oven heerst een vacuüm. Door op cruciale momenten in het proces de samenstelling en druk van de altijd aanwezige restgassen te veranderen, kregen we wel het gewenste resultaat. Tegelijk hebben we ook ons kwaliteitscontrolesysteem aangepast, zodat het meten van die geleiding daar nu onderdeel van uitmaakt’, verklaart Erik Brom. ‘Het was een heel incrementeel proces waarin we

tele problemen zijn opgelost en we hebben een werkende machine met een commercieel interessante kwaliteit en capaciteit. We gaan nu de engineeringfase in om de puntjes op de i te zetten.’

TERUGVERDIENEN Dan ligt het voor de hand voor de productie van de ophanging weer bij Mat-tech aan te kloppen? Erik Brom: ‘Voor ontwikkelingswerk waarvan we later de productie mogen doen, hanteren wij gereduceerde tarieven. We hebben in dit geval ook de ip van het soldeerproces mogen houden,

zodat we die kennis ook voor andere toepassingen kunnen gebruiken. Daarnaast gaan we er vanuit dat we een deel van onze ontwikkelingskosten straks in de productie kunnen terugverdienen. Het zal bij Mapper altijd om relatief kleine series gaan – één machine bevat zes ophangingen – en ook daarvoor zijn wij, met ons bedrijfsdeel Mat-tech Production, uitstekend ingericht.’ www.mapperlithography.com www.mat-tech.com

www.acalbf i.com/nl/IoT

Expert wireless and sensor solutions to meet your IoT design challenges Ë Technology expertise and integration Ë Product recommendations and technical support

INTERNET of

THINGS

Ë Custom designs and solutions Call us today to discuss your IoT requirements

Contact: Tel: +31 (0) 4 0250 7400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl

consult. design. integrate.

februari 2016

29


INDUSTRIEBELEID

OMC WIL PRODUCTIEFSTE VIERKANTE KILOMETER IN HIGHTECH EN LIFE SCIENCES WORDEN

MANUFACTURINGPLANT IN AFBOUW WORDT BLOEIENDE MANUFACTURINGCAMPUS Massaproductie is grotendeels uit West-Europa verdwenen. Niet uit Turnhout (B), waar Philips Lighting nog altijd miljoenen gasontladingslampen maakt. Nóg, want ook die plant wordt afgebouwd. Om te voorkomen dat allerlei (nieuwe) spelers straks de kennis ontberen om hoogwaardig geautomatiseerd grote volumes te draaien, is de Open Manufacturing Campus opgericht. De eerste huurders zetten hier hun lijnen op, gebruikmakend van elkaars kennis en technologie en die van de grote buurman.

meters van de High Tech Campus Eindhoven (HTCE) en – nog in oprichting – de Brainport Industrie Campus (BIC)? Corthout stelt de vraag over de plek van het OMC zelf. ‘De HTCE is in mijn ogen een voorbeeld van hoe je een open campus moet opzetten, met The Strip en zijn restaurants, cafés en conferentie- en vergaderruimtes. Daar is de kans groot dat je in de rij voor de koffieautomaat, een probleem besprekend met je collega, aangesproken wordt door iemand achter je die zoiets eerder bij de hand heeft gehad. Het is er niet goedkoop, maar dat daar toch al 140 bedrijven gevestigd zijn, zegt genoeg. De HTCE is er echter voor bedrijven die zich bezighouden met het traject van research & ontwikkeling tot en met het prototype. Hier in Turnhout willen we er zijn voor bedrijven die het traject vanaf het prototype oppakken. Bedrijven die willen opschalen door het productieproces te innoveren en vervolgens te gaan produceren. Dan kun je het best hier zitten.’

MASSAPRODUCTIE

OMC-directeur Marc Corthout: ‘Grote volumes op een zeer hoogwaardig geautomatiseerde wijze produceren. Wil je leren hoe je dat doet, dan moet je met je bedrijf hier zitten.’ Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

W

ie het terrein in het Belgische Turnhout oprijdt, waant zich in Best of Eindhoven, of bij welke naoorlogse Philips-plant dan ook. Een plant van Philips Lighting, in geleidelijke afbouw. Niet kwijnend: de gasontladingslampen die hier worden geproduceerd voor onder meer straat-, winkel- en stadionverlichting, projectoren en beamers genereren nog altijd winst. Nu nog wordt de helft van alle nieuwe straatverlichting uitgerust met de lampen uit deze Vlaamse stad, dertig kilometer ten zuidwesten van Eindhoven. Veel bestaande installaties zullen nog zeker twintig jaar van nieuwe lampen voorzien moeten worden. Het aantal lumen per watt is nu nog min of meer gelijk aan die van de moderne led, maar die technologie, waarmee ook allerlei kleuren

30

februari 2016

gemaakt kunnen worden en die steeds goedkoper wordt, zal de leidende rol gaan overnemen. Over tien, vijftien jaar zal de productie in Turnhout stoppen, verwacht Marc Corthout. ‘Dan zou het mooi zijn als er voor de duizend mensen die hier nu nog hun brood verdienen, nieuwe werkgelegenheid is op dit terrein.’ Daartoe heeft de triplehelix Philips, regio-ontwikkelaar SPK (Strategische Projectenorganisatie Kempen) en lokale hogeschool Thomas More vier jaar geleden het initiatief genomen tot oprichting van een ‘vereniging zonder winstoogmerk’ (in Nederland: stichting) die de Open Manufacturing Campus (OMC) moet gaan realiseren. Oud-Philips-man Corthout kreeg als directeur de leiding over het traject.

POSITIONERING Een bedrijvencampus op enkele tientallen kilo-

‘Dit is een van de weinige plekken in Noordwest-Europa waar nog hightech massaproductie wordt gedaan. Die kennis is in Eindhoven en omstreken niet meer aanwezig. Daar draait het om high mix, low volume, high complexity. Hier maakt Philips jaarlijks nog tientallen miljoenen lampen. Hier gaat het om producten die in een groot volume op een zeer hoogwaardig geautomatiseerde wijze worden geproduceerd. Als je wilt leren hoe je dat doet, dan moet je met je bedrijf hier zitten. En de Brainport Industries Campus die in de planning zit, is ook complementair. Die zal zich weliswaar ook richten op de productie, maar dan wel die van veel lagere volumes, kleinere series. Ik heb daar vaak met John Blankendaal (directeur Brainport Industries, red.) over gesproken’, aldus de geboren Belg, die 25 jaar in het Eindhovense gewerkt heeft.

VEEL LAGERE VIERKANTEMETERPRIJS De complementariteit met de HTCE komt tot uitdrukking in de vierkantemeterprijs van de OMC. ‘Een fractie van die in Eindhoven. Dat moet ook wel in een productieomgeving als deze’, weet Corthout. Daarvoor krijgt de huurder vanzelfsprekend verschillende plekken voor informele ontmoetingen met medewerkers van andere huurders, worden voor kennismaking en kennisuitwisseling met regelmaat conferenties georganiseerd en zijn de bijzondere test- en productie-


equipment van het Philips-bedrijf beschikbaar, inclusief de operationele kennis. Denk daarbij aan een 3D ct-scanner, scanning elektronenmicroscoop en diverse lasers. ‘Nee, het is hier geen MiPlaza (dat ondersteunt op de HTCE hightech bedrijven en kennisinstituten bij hun innovaties met een aanbod van geavanceerde innovatieservices, deskundigheid en hightech faciliteiten, red.). Hier geen exotische r&d-apparatuur, want dat zouden de huurders dan moeten terugverdienen. Maar wel waardevolle apparatuur waarmee mkb’ers snel hun maakproblemen kunnen ontrafelen en oplossen.’ Na de lancering van OMC in 2014 zijn met een paar miljoen euro aan Europees geld (EFRO) twee panden omgeturnd tot verzamelgebouwen. Die zijn zo ingericht dat huurders binnen een dag, simpelweg door de wanden te verplaatsen, hun kantoor- of productieruimte kunnen aanpassen aan de actuele behoefte. In maart vorig jaar zijn de plusminus tienduizend vierkante meters op de markt gekomen en inmiddels zijn de eerste acht huurders binnen. Daaronder Luxexcel, een Nederlandse start-up die met eigen 3D-printtechnologie grote volumes (led-)lenzen en brillenglazen wil gaan produceren. En LeclanchĂŠ, een Zwitserse onderneming die batterijen en batterijmanagementoplossingen ontwikkelt en bouwt voor onder meer stadsbussen en tijdelijke opslag van windturbinestroom. Een derde is Peira, een spin-out van de grote farmaceut Johnson & Johnson, die Corthout niet toevallig noemt.

NANOTECH EN LIFE SCIENCES ‘We zitten hier niet alleen midden in dĂŠ Silicon Valley, in de driehoek Eindhoven-Leuven-Aken waar heel veel nanoelektronica-topkennis is geconcentreerd en Imec op ASML-machines de nieuwste siliciumprocessen ontwikkelt voor de grote De Open Manufacturing Campus in Turnhout. Foto: OMC chipbedrijven. Nee, dit is ook een gebied waar heel veel life science is samengebald. MANUFACTURINGCAMPUS Johnson & Johnson zit met een vestiging met Marc Corthout richt zich, als bouwer van een vijfduizend man in Beerse, een voorstad van ecosysteem van massaproducerende bedrijven, Turnhout. En ook Biocartis, een spin-out van dus bij voorkeur op het snijvlak van nanotech en Philips, overgenomen door de Vlaming Rudi life sciences. ‘Breng mensen met elkaar in contact, Pauwels, bouwt hier z’n apparaten. Daarmee kun want ze kunnen altijd van elkaar leren. Ik breng je heel snel dna-onderzoek doen, bijvoorbeeld partijen samen, dat is mijn rol.’ Inmiddels werken om aanleg voor of aanwezigheid van kanker vast er zo’n honderd mensen binnen de diverse OMCte stellen. Dit is dus ook de regio waar nanotech bedrijven. Doel is, voordat Philips rond 2020 de en life sciences samenkomen. De wegwerp miniproductie stopt, van de manufacturingplant een labo’s, in de vorm van cartridges van Biocartis, is bloeiende manufacturingcampus te hebben het soort massaproductie dat we hier op termijn gemaakt die werk biedt aan achthonderd zouden willen uitvoeren. Peira zit hier al, juist om mensen. voor de productie van hun laboratoriumproducten gebruik te kunnen maken van de technologie van buurman Philips.’ openmanufacturingcampus.com

3B EB O 8FC2VPU F F D PNNFS D F W PPS QM B B U XFS L .FU 3B EB O 8FC2VPU F L VOOFO VX L M B OU FO POM J OF PòFS U FT HFOFS FS FO FO CFT U FM M J OHFO QM B B U T FO W PPS QM B B U XFS L D PNQPOFOU FO %PPS FFOW PVEJ H % FO % $"% EB U B FO FFO T U VL M J K T U U F VQM PB EFO XPS EFO EF L PT U FO W PPS NB U FS J B B M FO CFXFS L J OHT U J K EFO W PPS T OJ K EFO FO L B OU FO OB VXL FVS J H CFS FL FOE #J OOFO FOL FM F NJ OVU FO POU W B OHU VX L M B OU FFO HFEFU B J M M FFS EF PòFS U F W J B EF F NB J M PG PQ IFU QPS U B B M XB B S OB EF CFT U FM M J OH NFU FFO HFQM B B U T U L B O XPS EFO "M M F $"% EB U B T U VL M J K T U FO S PVU J OH [ J K O EJ S FD U CFT D IJ L CB B S CJ OOFO VX & 31 FO $"% $". T Z T U FFN 1S PCFFS IFU [ FM G XXX S B EB O OM XFCRVPU F

$"% $". $POOFD U FE februari 2016

31


PARTNERS

AWETA EN OREEL STREVEN NAAR VERDER VERKORTEN DOORLOOPTIJD

STEEDS EFFICIËNTER SAMENWERKEN ALS LEVENSVOORWAARDE In het streven naar een zo lean mogelijk productieproces legt Aweta, fabrikant van groente- en fruitsorteermachines, de lat hoog voor zijn toeleveranciers. ‘100 procent kwaliteit, op tijd leveren en nakomen wat je belooft, goede service en prijs.’ Een van de preferred suppliers is Oreel, voor maar liefst 400 tot 1.600 onderdelen per sorteermachine.

niseren en de doorlooptijd kort houden. Voor de nabewerking maken we gebruik van vaste partners’, stelt directeur Sytse Oreel. Oreel telt momenteel negentig medewerkers, die gezamenlijk een omzet van vijftien miljoen euro realiseren.

COMMITMENT

Van links naar rechts August Heij en Peter Vermaat van Aweta en Sytse Oreel: ‘Onze strategie is een zo compleet mogelijke toelevering.’ Foto: Sam Rentmeester

DOOR WILMA SCHREIBER

D

e samenwerking met Oreel dateert van 2010, als gevolg van een strategiewijziging bij Aweta in Nootdorp. ‘In het kader van lean manufacturing hadden wij besloten onze groente- en fruitsorteermachines niet langer zelf te bouwen, maar onderdelen in te kopen en in onze fabriek te assembleren. Voor het plaatwerk kwamen we uit bij Oreel. Uitbesteding was voor ons een belangrijke kostenbesparing met het oog op de economische crisis die toen heerste’, verklaart purchasing & logistics manager

32

februari 2016

Peter Vermaat. Na assemblage worden de sorteermachines getest, gedemonteerd en vervolgens de hele wereld over getransporteerd. Die koerswijziging zorgde er ook voor dat Aweta anders naar zijn toeleveranciers ging kijken in termen van verwachtingen en eisen voor het in de juiste kwaliteit, op tijd en in de juiste aantallen leveren van onderdelen. Oreel (uit Hallum) paste naadloos in dat plaatje. ‘Onze strategie is een zo compleet mogelijke toelevering, we willen een one-stop shop zijn voor onze klanten, met kleine tot grote machines voor plaat- en constructiewerk. Zo kunnen we alles snel in eigen huis orga-

Bij de nieuwe werkwijze is heldere communicatie cruciaal. ‘Dat was misschien wel de grootste uitdaging’, blikt Vermaat terug. ‘Destijds was prijs leidend, door de jaren heen is de focus steeds meer op kwaliteit komen te liggen. We willen leveranciers die dat snappen, die performen en dat vasthouden. Die onderlinge afhankelijkheid betekent ook dat je als leverancier en producent bij elkaar moet passen en een gezamenlijke toekomst moet willen nastreven.’ Commitment is het sleutelwoord, aldus August Heij, operations director bij Aweta. ‘Fouten worden overal gemaakt; hoe je ermee omgaat, maakt het verschil. Als je dat goed doet, kom je gezamenlijk tot verdere verbetering.’ Om de uitdaging concreet te maken, schetst Heij de planning. ‘We werken met een taktplanning, waarbij we in tien dagen een machine in elkaar zetten. Als er in die tijd een probleem ontstaat op de werkvloer, moet de leverancier snappen waar we staan in het proces. Dat vergt een kortetermijnoplossing en vervolgens kijken we tijdens de maandelijkse evaluatie hoe we dit probleem voor de langere termijn kunnen oplossen.’ Voor Oreel betekent werken met een takttijd: elke twee dagen ‘start’ een nieuwe machine, elke twee dagen moet het Friese bedrijf dus een bestelling op maat aan machineonderdelen leveren. ‘We hebben vijftien dagen voor de productie, inclusief wat we uit-


besteden. Twee derde van de onderdelen moeten we namelijk laten poedercoaten of verzinken’, zegt Sytse Oreel. ‘Dat vergt een efficiënte samenwerking met onze partners.’

CONFIGURE-TO-ORDER Om het orderproces te versnellen, automatiseerde Oreel de orderinvoer. ‘We hebben nu alles binnen een uur klaar voor de werkvoorbereiding. Ook daar is het proces geautomatiseerd, wat betekent dat de order binnen een halve dag gereed is voor productie’, meldt Sytse Oreel. ‘Verder proberen

voorbeeld met gelaste frames, nu met samengebouwde frames. Uiteindelijk willen we van engineer-to-order komen tot configure-to-order en zo nog een logistieke slag maken’, verklaart Peter Vermaat. Dat met deze inrichting van de leverketen de impact van een machinestoring bij de leverancier groot is, behoeft geen betoog. ‘Meestal is het probleem wel binnen een dag opgelost, maar met zo’n strakke levertijd is dat niet meer in te halen. Daarom werken we met machines van de allerhoogste kwaliteit en streven we naar het aller-

‘Op dit moment geldt voor al onze leveranciers dat de prestaties onder het noodzakelijke niveau liggen’

© 2015 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. Siemens and the Siemens logo are registered trademarks of Siemens AG. All other trademarks, registered trademarks or service marks belong to their respective holders.

we de doorlooptijd nog verder te verkorten, onder meer de in- en omsteltijden zo veel mogelijk te beperken.’ Met een uitgebreid machinepark van vier lasersnijders voor plaat en één voor profiel en twaalf kantbanken van verschillende perskracht en lengte zet Oreel in op kleine series (high mix, low volume). Afhankelijk van de grootte van de sorteermachine, gaat het om 400 tot 1.600 onderdelen die Oreel gesorteerd aanlevert, zodat Aweta ze logistiek zo makkelijk mogelijk kan verwerken. ‘We proberen zo veel mogelijk modulair te werken. Voorheen werkten we bij-

hoogste serviceniveau’, zegt Sytse Oreel. August Heij hamert in dat licht weer op communicatie. ‘Als wij weten wat op dat moment mogelijk of onmogelijk is, kunnen we daarop inspelen, bijvoorbeeld door een andere machine in de productie naar voren te halen.’

VERDERE AUTOMATISERING Aweta legt de lat hoog. ‘Op dit moment geldt voor al onze leveranciers dat de prestaties onder het niveau liggen van wat wij noodzakelijk achten. En dan heb ik het over 100 procent kwaliteit,

op tijd leveren en nakomen wat je belooft, goede service en prijs’, stelt Peter Vermaat. ‘We zijn gestopt met het controleren van de inkomende goederenstromen. We willen blind kunnen vertrouwen op onze leveranciers. Dat betekent dat onze kpi’s scherp zijn en dat we veel commitment verwachten.’ In het kader van continuous improvement is tevens het eerdergenoemde maandelijkse onderling overleg van belang. ‘Er is weleens een onderdeel niet goed, dan gaan we om tafel om te zien hoe we dat kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld door een tekening van ons te wijzigen of de werkwijze aan te passen.’ Half januari vond een eerste test plaats met verdere automatisering van het orderproces, waardoor de pakbonnen niet langer handmatig hoeven te worden ingevoerd. ‘Dat biedt ons real time inzicht in de geleverde onderdelen per project. En binnenkort gaan we testen hoe we zoveel mogelijk zonder verpakkingen kunnen werken’, aldus August Heij. ‘We willen de doorlooptijd steeds verder verkorten. Je komt dan steeds nieuwe problemen tegen, die we samen proberen op te lossen. Systemen op elkaar afstemmen – smart industry – is hard werken, maar het loont.’ En dan niet alleen omdat het verspilling (tijd en geld) tegengaat. ‘Sneller leveren tegen lagere kosten betekent dat we beter kunnen concurreren op de wereldmarkt, waar prijzen regelmatig onder druk staan.’

www.aweta.com www.oreel.nl

Realize potential. Siemens PLM Software: Industry solutions for smart innovation.

In a world of smart products, where markets vanish in a single innovation, how do you compete? Forward-thinking companies are “digitalizing” their entire innovation process, from development through production to utilization.

Our Smart Innovation Portfolio helps optimize your digital enterprise so you’re equipped to initiate and respond to disruptive innovation. And you can realize what matters most in your industry. siemens.com/plm/vision

Realize innovation.


MAAK PRODUCTIE EN PLANNING

FUTURE-PROOF Innovatieve ICT oplossingen op basis van Microsoft Dynamics AX:

HOOFDKANTOOR

KANTOOR DEVENTER

CONTACTGEGEVENS

Noorderpoort 21

Zutphenseweg 29 d3

+31 (0)88 - 424 28 28

5916 PJ Venlo

7418 AH Deventer

info@pulse.nl

www.pulse.nl


Link Magazine besteedt van nature veel aandacht aan innovatieve starters en de initiatieven om hun een versnelling te geven. Nu geconcentreerd in het katern FLINK. Een naam die natuurlijk aanhaakt bij die van dit magazine, maar bovenal duidt op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen? FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen.

Met Lagerwey’s jongste innovatie – de modulaire stalen molen – wil directeur Henk Lagerweij de internationale concurrentie aangaan. Foto: Maarten Hartman

IN FLINK: 38 ‘Superieure’ crowdfunding – ‘ook voor het gevestigde mkb’ – bereikt de Nederlandse industrie 41 KORT • Spin-outs en spin-offs in da house • Nieuwe medische 3D-toepassingen • Xpozer bestormt met partner Amerika • Snelle bacteriedetectie op groeispoor • Softwaremaker Solar Monkey naar de markt

WINDTURBINES STEEDS BELANGRIJKER VOOR ENERGIEVOORZIENING

LAGERWEY HEEFT NU WEL DE WIND MEE Een eenvoudig, echt Nederlands product. Zo omschrijft directeur Henk Lagerweij de windturbine die zijn bedrijf engineert en bouwt. Voor de productie van enkele onderdelen benut hij de expertise van toeleveranciers, de assemblage gebeurt weer geheel in eigen huis. Met de jongste innovatie – de modulaire stalen molen – gaat het bedrijf de concurrentie met de grootmachten aan. DOOR WILMA SCHREIBER

SOUNDENERGY WINT YOUNG ORGANISATIE TECHNOLOGY AWARD DEBAT: ‘SLIMME

VERBINDT MENS, MACHINE, METHODE EN MARKT’ 1 STUKS, 0 WASTE, 100% MENS

Start-up SoundEnergy heeft de Young Technology Award 2015 gewonnen. De contest, voor de achtste keer gehouden, wil innovaties door jonge Nederlandse technologiebedrijven stimuleren en aan een breed publiek presenteren. Verder biedt die bedoelde bedrijven een podium om van elkaar te kunnen leren en contacten te leggen. SoundEnergy heeft een duurzaam apparaat ontwikkeld om gebouwen te koelen, met hulp van een warmtepomp die heet water betrekt van vacuümbuiscollectoren op het dak. De jury noemt de technologie – nog in de kinderschoenen – veelbelovend, bijzonder en maatschappelijk relevant. De award is een initiatief van Powered by Twente Innovation Events, PPM Oost, Twente Branding, Rabobank Enschede-Haaksbergen, Leap, EY en Kennispark Twente.

D YTA 2015-winnaar SoundEnergy ging december vorig jaar met zowel de hoofdprijs als de publieksprijs naar huis. Foto: Eric Brinkhorst

www.soundenergy.info www.youngtechnologyaward.nl

e oliecrisis in 1979 was voor Henk Lagerweij aanleiding om windturbines op land te gaan bouwen, maar de energieprijzen daalden al snel weer. In 2006 begon hij opnieuw te engineeren, waarna een lang proces volgde van uitontwikkeling. ‘Een molen moet voldoende draaiuren maken, wil je de kwaliteit kunnen garanderen. En we wilden ons product laten certificeren. Intussen zijn we gegaan van een 2 MW mast van 80 meter naar een 2,5 MW mast van 130 meter. En ook de wieken zijn groter geworden, 100 in plaats van 80 meter. Dat is bijna vijftig procent toename, want je moet kijken naar de oppervlakte van de cirkel die ze bestrijken.’

LEES VERDER OP PAGINA 37

februari 2016

35


Techniek die beweegt In veel dingen waar u dagelijks mee in aanraking komt, zorgen producten van de Schaeffler Groep voor beweging. Van naaldlagers in de versnellingsbak of het complete koppelingsysteem van uw auto tot superprecisielagers voor de Airbus – topkwaliteit, betrouwbaar en milieuvriendelijk. Met de drie merken INA, FAG en LuK en ons toonaangevende aanbod op het gebied van service en advies, staan we klaar voor onze klanten. Techniek die beweegt. Voor een dynamische en leefbare wereld van morgen. www.schaeffler.nl


VERVOLG VAN PAGINA 35

WINDTURBINES STEEDS BELANGRIJKER VOOR ENERGIEVOORZIENING

LAGERWEY HEEFT NU WEL DE WIND MEE Lagerwey is een volledig initiërend bedrijf: van het ontwerp tot het zelf bouwen van de meeste elementen, waaronder de generator, en de gehele samenbouw in het machinehuis gebeurt alles in een eigen werkplaats in Wekerom. Min of meer gedwongen door de financiële crisis: toen een verkochte licentie niet leidde tot de verwachte royalties, werd besloten grote windturbines voor de Europese markt te gaan bouwen. De direct drive – een langzaam lopende veelpolige generator direct aan de as van de turbine – is een onderscheidend kenmerk. ‘We wilden een eenvoudig product maken, ook vanwege problemen met tandwielkasten in het verleden. Omdat we langjarige service boven op de paal geven, moet dat betrouwbaar zijn.’

ALLE VRIJHEID Ook de mast is geheel eigen ontwerp, sterker nog: geheel eigen nieuw ontwerp: de modulaire stalen toren. Deze bestaat uit platen van 12 bij 3 meter – een afmeting die in een container op een standaardvrachtwagen te vervoeren is, wat flink scheelt in de transportkosten. ‘We hebben tevens een afzetsysteem ontwikkeld, waardoor de vrachtwagen de platen makkelijk kan lossen op de bouwplaats, daar komt geen kraan meer

platen kun je afbreken, elders opnieuw opbouwen of omsmelten. ‘De restwaarde van onze molens loont de moeite. Dit in tegenstelling tot betonnen masten waar je aan het einde van de levensduur kosten moet maken bij het afbreken. Dankzij de logistieke pluspunten en het hergebruik is de hele wereld mijn klant.’ Tot slot wordt ook de besturing en elektronica in huis geëngineerd en gebouwd. Lagerwey telt circa 100 medewerkers.

NIEUW PLATFORM De overige onderdelen koopt Lagerwey bij uiteenlopende toeleveranciers, zo’n vijftig in totaal, met wie het bedrijf nauwe contacten onderhoudt. De mal voor de kunststofkap en ook de kap zelf worden vervaardigd op specificatie van Lagerwey. ‘Nu zijn dat nog drie delen, straks worden dat er zes, want om ze goed te kunnen vervoeren, moeten ze steeds kleiner worden.’ Hetzelfde geldt voor

als je zo’n vijftig windturbines per jaar maakt, loont het om te investeren in een wiekenfabriek.’ Dit jaar stond de teller bij het bedrijf op 25 stuks, voor 2016 schaalt het op naar veertig. Mochten die aantallen verder groeien, dan komt er toch niet direct een eigen fabriek. ‘Voor het zelf produceren zouden we ons eerst de techniek eigen moeten maken. Dus zullen we in eerste instantie ervoor kiezen meer invloed uit te oefenen op de wieken van de leverancier. Dat wij meer de mal en de vorm kunnen bepalen op basis van onze knowhow en zo de kwaliteit en eigen identiteit van ons product verder kunnen verbeteren.’ Momenteel is er sprake van een platform met windturbines van 80, 90 en 100 meter wiekdiameter. Eind vorig jaar sleepte het bedrijf een miljoenenorder in de wacht voor het leveren van windturbines voor twee windparken in Finland. En het eind is nog niet in zicht; dankzij de eenvoud van het ontwerp en het logistieke voordeel van de mast kan Lagerwey concurreren met de grootmachten. ‘Waar we als kleine speler duurder uit zijn qua materiaal, winnen we terug op logistiek. De markt vraagt naar groter, daarom werken we nu aan een windturbinefamilie met wieken tot 160 meter en 4 MW. Dat stelt klanten in staat de goede wiek te zoeken die past bij hun windgebied.’

Lagerwey’s jongste innovatie op weg naar installatie in Finland. De modulaire stalen toren is opgebouwd uit platen van 12 bij 3 meter die met speciale bouten aan elkaar worden bevestigd. Foto’s: Lagerwey

aan te pas.’ De innovatie had een praktische reden: hoe groter de molen, hoe groter ook het logistieke probleem, omdat bij molens boven de 100 meter de diameter zo groot is dat vrachtwagen en mast niet meer onder een viaduct door kunnen. ‘We innoveren op een onderdeel waarvan iedereen dacht: daar valt niets meer aan te innoveren’, lacht Lagerweij. ‘Nu we de ringen pas ter plekke hoeven te maken, hebben we alle vrijheid qua diameter en hoogte en kunnen we voldoen aan de marktvraag naar windturbines van 160 meter.’ De innovatie is gepatenteerd; Lagerwey overweegt deze in licentie uit te geven. Een tweede overweging is duurzaamheid: stalen

de gietstukken voor het machinehuis die worden geproduceerd bij het Spaanse Olazabal. ‘Als je ontwerpt, ga je naar iemand toe die het kan produceren. Je vraagt bijvoorbeeld: als ik het zo teken, is het dan nog te gieten? Of de gieter zegt: als je het nu zo doet, is het makkelijker uit de mal te krijgen. Het inzetten van de expertise van je toeleveranciers, daar wordt je engineering alleen maar beter van. En soms kan het dan de helft goedkoper.’ De wieken zijn een coproduct en betrekt Lagerwey bij de grote Deense wiekenfabrikant LM Wind Power, om een andere reden. ‘Het is een zeer arbeidsintensief proces, die moet je in serie maken. Pas

Lagerweij ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. ‘Windturbines worden meer en meer onderdeel van de energievoorziening. Ze staan doorgaans op plekken waar ruimte genoeg is. We zouden aan energieopslag kunnen gaan doen, accu’s plaatsen om de overcapaciteit op te slaan. Niet direct zelf, het zou een coproduct kunnen zijn. Als je dan zorgt voor goede netwerkaansluitingen, kost het relatief weinig en kun je klanten een goede energielevering garanderen.’ www.lagerweywind.nl

februari 2016

37


‘SUPERIEURE’ CROWDFUNDING BEREIKT DE NEDERLANDSE INDUSTRIE

‘OOK VOOR HET GEVESTIGDE MKB DAT INNOVATIE WIL FINANCIEREN’ De inner crowd is streng, maar weet heel veel van de markt, het product en de ondernemer van een start-up die geld nodig heeft. Als die stakeholders investeren, kan de ‘echte’ crowd veilig volgen. In navolging van de VS ontpopt crowdfunding zich ook in Nederland als een – nu nog kleine – snelgroeiende financieringsbron. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

I

n de VS, waar het zelf verantwoordelijkheid dragen veel vanzelfsprekender is, geldt crowdfunding al langer als een belangrijke financieringsbron voor ondernemers. Uit ABN Amroonderzoek van een paar jaar geleden blijkt dat de banken daar traditioneel een ondergeschikte rol vervullen als geldschieter; 75 procent van de benodigde financiering komt er uit eigen middelen of alternatieve bronnen, terwijl dat in Nederland precies andersom is. Maar, geeft Rogier van Kralingen van financieringsplatform Symbid aan, sinds de financiële crisis zijn ook in ons land de banken geleidelijk naar de achtergrond verdwenen. Deels door de strengere regelgeving en de daaruit voortvloeiende terughoudendheid, deels doordat ze steeds minder zichtbaar zijn in het straatbeeld. Dat laatste heeft natuurlijk alles te maken met de digitalisering van de bankdiensten. Tegelijk zit crowdfunding in de lift, wat – niet toevallig – mede is terug te voeren op diezelfde digitalisering.

OOK VOOR DE INDUSTRIE Via het internet zorgt een platform als Symbid bovenal voor ‘bereikbaarheid’. ‘Dat is het sleutelbegrip hier’, aldus Van Kralingen tijdens het interview in een kroeg hartje Amsterdam. Een ad-hoc

locatie illustratief voor het type online-onderneming dat Symbid is (weinig overhead, betrekkelijk weinig mensen op de loonlijst) en dat – nog steeds – een groot deel van diens clientèle uitmaakt. ‘Op zich logisch. Voor bedrijven die een app ontwikkelen en online willen vermarkten, is het heel vanzelfsprekend hun financiering ook online te regelen. Maar dit is een Rogier van Kralingen, Symbid: ‘De crowd is heel streng en weet heel goed het kaf van het koren te scheiden.’ Foto: Com-magz superieur model, ook voor het mkb in de maakindustrie. Niet alleen voor sociaal bewogen ondernemers als werk halen. En zo maken ze hun concurrent in Boyan Slat van Ocean Cleanup, maar evengoed China ook niet wijzer.’ voor een doorsnee commercieel bedrijf dat al twintig jaar bestaat en een product- of procesONLINE ÉN OFFLINE innovatie wil financieren. Zelfs overheden stapDat ‘superieure’ model van Symbid is gericht op pen al over naar deze vorm van financiering.’ De verwerven van financiering met zowel equity Symbid-site toont een waslijst aan bedrijven die (geld in ruil voor aandelen) als leningen. De hun target reeds hebben gehaald of onderweg ondernemer in kwestie die daarvoor in aanmerzijn. Wat opvalt is dat het om relatief kleine king wil komen, ondergaat allereerst een perbedragen gaat, variërend van 50.000 euro tot een soonlijke check, om zeker te stellen dat hij er niet half miljoen. ‘Dit zijn de starters. De tweedemet de inleg vandoor gaat. Vervolgens start een fasefinanciering faciliteren wij ook, in een beproces dat niet zo bijster vernieuwend klinkt. ‘Het sloten online-omgeving waar alleen een selecte geheim van een goede crowdfundingcampagne is groep toegang toe heeft. Sommige ondernemers je persoonlijke, sociale en zakelijke omgeving, je kunnen dan al voldoende geld uit het eigen netstakeholders, te overtuigen – van je product, je

3D-PRINTEN CROWDFUNDEN Een van de via Symbid gefunde bedrijven is Mundo 3D, dat in 2014 van start ging met het 3D-printen van metalen tandtechnische componenten en nu ook de fijnmechanische en metaalindustrie wil gaan bedienen. Het bedrijf uit Kootwijkerbroek beschikt over één EOS-printer en heeft die traditioneel gefinancierd. ‘Uit eigen middelen, met geld van een coöperatie hier uit de buurt en met een bijdrage van participatiemaatschappij PPM Oost’, vertelt Jeroen Meeuwissen van Mundo 3D. ‘Maar al gauw merkten we dat we voor het werkkapitaal, voor het financieren van de salesactiviteiten en het aanbetalen van een

38

februari 2016

tweede printer, extra geld nodig hadden. Daarvoor hebben we voor crowdfunding via het Symbid-platform gekozen.’ Om later verdere groei met leningen mogelijk te maken, door nu het eigen vermogen te versterken, kozen de oprichters voor funding in ruil voor aandelen, tot een maximum van vijftien procent, oftewel 300.000 euro. Medeoprichter Henk Anema verhaalt: ‘Eerst hebben we een beroep gedaan op ons netwerk, de inner crowd; zo haalden we binnen zeven dagen twee ton op. Daarna hebben we de echte crowd ook toegang gegeven en binnen twee dagen hadden we onze target gehaald. Nog

wekenlang belden er mensen die ook wilden inleggen.’ Die moesten ze op dat moment teleurstellen, maar Anema en Meeuwissen hopen in de toekomst alsnog een beroep op hen te kunnen doen. Want om het groeipad te kunnen blijven volgen, zal er de komende jaren al gauw een miljoen euro aan financiering nodig zijn, zo schatten zij in. Hoe dan ook, het streven is om in maart de tweede printer te installeren.

www.mundo-3d.nl


gemakkelijk LASERGESNEDEN BUIS & PLAAT ONLINE snijden is eenvoudig, Kwaliteit & betrouwbaarheid een kunst.

met gouden ketting en zwaar Rotterdams accent. Inmiddels is hij rijk geworden door te investeren in ondernemingen die processen verbeteren in zijn haven. Want die kent hij door en door.’

VERDUBBELING

CROWDFUNDING IN NL VERDUBBELT JAARLIJKS 140

120

BEDRAG (MILJOEN EURO)

cijfers en jou als ondernemer. Dat is niet veranderd. En je presentatie online én offline moet je goed voor elkaar hebben. Als je dat weet te bereiken, zie je in de eerste dagen na de opening van de campagne het ingelegde bedrag snel groeien. Logisch, want iedereen die dan inlegt is al langere tijd op de hoogte van de plannen. Gemiddeld komt dertig procent uit de directe, persoonlijke omgeving van de ondernemer. Voor investeerders die wat meer op afstand staan, is dat hét signaal ook te gaan inleggen. Want als jouw persoonlijke stakeholders – je potentiële klanten en toeleveranciers, maar ook je oud-collega’s – er vertrouwen in hebben, zullen anderen ook instappen. Samen beschikken die stakeholders over heel veel kennis van de markt waarop je je begeeft. Die kennis reikt veel verder dan die van banken. Niet toevallig zijn het dan ook vaak juist banken die in tweede instantie aanhaken.’ Gelijk hebben ze, maakt Van Kralingen duidelijk, want het uitvalpercentage onder de bedrijven die het halen is laag. ‘Ongeveer zestig procent van de ondernemingen die op ons platform komen, haalt de financieringsdoelstelling. We draaien nu vijf jaar en van alle bedrijven die we in die periode aan geld hebben geholpen bestaat nu nog 95 procent, terwijl dat in zijn algemeenheid slechts zo’n twintig procent is. En op de leningen via Symbid worden rendementen van tussen de vijf en acht procent gehaald. Logisch die hoge scores, want de crowd is heel streng en weet heel goed het kaf van het koren te scheiden. Onlangs kwam ik een voormalige havenarbeider tegen, compleet

100

In 2014, toen Symbid nog puur 80 een aandelenplatform was, werd er voor 3,5 miljoen euro gecrowdfund, over 2015 was dat 60 ruim vijf miljoen. Met de lancering afgelopen maart van The 40 Funding Platform, een samenwerking met verschillende mkbfinanciers, kan de onderneming 20 nu verschillende soorten financiering aanbieden en is er in 2015 voor om en nabij de 500 2012 2013 2014 2015 miljoen euro financiering gefaBron: Douw&Koren, ‘Crowdfunding in Nederland 2015’ ciliteerd. Het bedrijf zelf is van start kunnen gaan dankzij een succesvolle crowdfundingronde. Zo bewijst de miljoen euro afgelopen jaar, aldus onderzoeksbuonderneming het superieure van het eigen reau Douw&Koren. Desalniettemin is deze vorm model, aldus Rogier van Kralingen, director of van kredietverstrekking nog klein. Ter vergelijbranding strategy van het in Rotterdam, Italië en king: de banken hadden vorig jaar 135 miljard Duitsland gevestigde bedrijf. Beursgenoteerd in euro uitstaan bij het Nederlandse mkb. de VS. ‘Want we willen snel, internationaal doorgroeien.’ Dat kan als de Nederlandse trend van crowdfunding wordt gevolgd (zie de infograwww.symbid.nl phic), met jaarlijks een verdubbeling naar 128 www.douwenkoren.nl

februari 2016

39



KORT SPIN-OUTS EN SPIN-OFFS IN DA HOUSE

De nieuwe productiemachine van Lightmotif.

Het blijft de hamvraag voor de Nederlandse hightech industrie. Hoe brengen we een technologische innovatie succesvol naar de markt? Philips is dan wel het industriële succesverhaal van de vorige eeuw, vaak werden er vraagtekens gezet bij de marketing van het Eindhovense concern. The House of Technology, technologiepartner voor die industrie, wijdde er eind vorig jaar een mini-symposium aan onder de titel ‘Spin-outs en Spin-offs: Technologie op eigen benen’. Als technologie niet (meer) past binnen de strategie van een bedrijf of als ze de onderzoeksfase bij een universiteit is ontgroeid, wordt het tijd om op eigen benen te gaan staan. Toevallig of niet, van de drie bedrijven die hun verhaal deden, hadden er twee een Philipsachtergrond.

SEECUBIC Ooit was Philips groot in televisies, nu leeft Eindhovens intellectueel eigendom voort in SeeCubic, dat displaytechnologie (Ultra-D genaamd) ontwikkelt voor 3D-perceptie zonder hulpmiddelen zoals een stereobrilletje. Niet letterlijk een spin-out, want de betreffende Philips-afdeling was al opgeheven voor Walther Roelen, de huidige ceo, en compagnons in 2011 van start gingen. SeeCubic produceert geen 3D-televisies of andere 3D-displays maar verzorgt r&d en

industrialisatie van de technologie voor oem’ers.

LIGHTMOTIF Ook Lightmotif, spin-off van de Universiteit Twente, begon op die toer: proces- en applicatieontwikkeling, voor nauwkeurige 3D-bewerking (boren, snijden, textureren van (gekromde) oppervlakken, enzovoort) met ultrakortepulslasers. In tegenstelling tot klassieke start-ups die de eerste jaren alleen maar geld ‘verbranden’ met het uitontwikkelen van hun innovatie, had Lightmotif al vroeg inkomsten door betalende klanten, aangevuld met subsidies en andere publieke bijdragen. Ceo Max Groenendijk wist daardoor tot nu toe investeerders buiten de deur te houden. Gevolg is wel dat de groei heel geleidelijk is; er zijn nu vier medewerkers. Inmiddels is er een productiemachine ontwikkeld en hoopt Lightmotif modulaire standaardmachines te gaan verkopen.

SAPIENS/MEDTRONICS Stormachtiger verloopt de ontwikkeling van de technologie voor breinmodulatie, gerichte stimulatie van hersengebiedjes die geassocieerd zijn met bepaalde functies of aandoeningen. Ruim tien jaar geleden ging Philips met deze technologie aan de slag omdat het goed zou passen bij eigen sterktes zoals miniaturisatie, (medi-

sche) beeldvormingstechnieken en signaalbewerking. Bovendien waren de marktvooruitzichten goed en was er wereldwijd slechts één aanbieder actief, Medtronic. In 2009 wendde Philips Healthcare de strategische steven echter weer en werd de ontwikkeling gestopt. Externe partijen waren geinteresseerd, maar vonden het nog te vroeg om in te stappen, dus besloten drie Philips-mensen om er een start-up voor op te zetten. Ze wisten investeerders te interesseren en richtten voorjaar 2011 Sapiens Steering Brain Stimulation op. Onder druk van de venture capitalists (‘Je moet hun continu progress tonen’, aldus directeur productontwikkeling Hubert Martens) verliep de doorontwikkeling

van de technologie, met eind 2012 de eerste testen in patiënten, succesvol. Daardoor kwam Medtronic weer in beeld als geïnteresseerde partij. Augustus 2014 resulteerde dit in de overname van Sapiens, dat nu als Medtronic Eindhoven Design Center door het leven gaat. Succesfactoren volgens Martens: het team, het vermogen snel keuzes te maken en de focus op differentiators (‘onze eerste pitch voor investeerders telde 75 slides, daar zat nog totaal geen focus in’). Onder de vleugels van het grote Medtronic is het razende ontwikkeltempo intussen genormaliseerd, maar de slagkracht richting internationale markt sterk vergroot. Er is leven na Philips, werd eens te meer bevestigd tijdens het minisymposium in een voormalige Philips-locatie op Strijp-S in Eindhoven.

www.thehouseoftechnology.nl www.seecubic.com www.lightmotif.nl www.medtronic.nl/about-medtronic/ medtronic-netherlands/index.htm

NIEUWE MEDISCHE 3D-TOEPASSINGEN Atum 3D (Tilburg) en Xilloc (SittardGeleen) hebben nieuwe 3D-printtoepassingen voor tandartsen en chirurgen ontwikkeld. Atum 3D ontwierp een 3D-printer waarmee tandartsen boormallen kunnen maken. Die zorgen dat de tandarts in de juiste richting en tot de juiste diepte boort, waardoor dentale implantaten nauwXilloc maakt onder meer patiëntspecifieke implantaten. Foto: Xilloc keuriger te plaatsen zijn. Xilloc ontwikkelde een prototype van een zaagmal Xilloc doen sinds 2015 in het project Advanced Dutch Additive Manufacvoor chirurgisch gebruik. Die helpt turing (ADAM) samen onderzoek de chirurg om precies daar te zagen naar andere materialen en toepassinwaar dat vooraf gepland is, wat gen, zoals implantaten. resulteert in een snellere en nauwwww.atum3d.com, www.xilloc.com keurigere operatie. Atum 3D en

februari 2016

41


KORT SNELLE BACTERIEDETECTIE OP GROEISPOOR Onder meer in ziekenhuizen vormen bacteriën een groot risico. Door een verminderde weerstand zijn patiënten vaak extra vatbaar voor infecties. Detact Diagnostics in Delfzijl heeft een methode ontwikkeld die de aanwezigheid van bacteriën vrijwel onmiddellijk detecteert (bij de bestaande technieken duurt dat soms

twee dagen). De tijd is nu rijp om de (internationale) markt op te gaan. Eigen middelen en financiering van ontwikkelingsmaatschappij NOM en de Economic Board Groningen (EBG) maken dat mogelijk. De techniek is ook interessant voor andere sectoren, zoals de voedselindustrie. www.detactdiagnostics.com

SOFTWAREMAKER SOLAR MONKEY NAAR DE MARKT Solar Monkey heeft van de ZuidHollandse ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter en een anonieme investeerder 200.000 euro ontvangen om de stap naar de markt te maken. De start-up uit het incubatieprogramma van YES!Delft levert geavanceerde software en services aan installateurs van zonnepanelen

42

februari 2016

om een zonnepaneelsysteem te ontwerpen en hiervan exact de opbrengst te berekenen. Deze berekende opbrengst wordt voor de consument gegarandeerd via het garantiefonds Stichting Zonnegarant; dat biedt hem zekerheid over de investering. www.solarmonkey.nl

XPOZER BESTORMT MET PARTNER AMERIKA De Nederlandse start-up Xpozer heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Bay Photo (Silicon Valley), een grote fotoprintaanbieder voor met name (semi-)professionele fotografen. Samen gaan zij de in Delft ontwikkelde opspantechniek voor fotovergrotingen op de Amerikaanse markt brengen. Het eerste Xpozer-prototype werd in 2007 ontwikkeld door Clemens van Os en Ivan van de Veld, die een oplossing zochten voor een scherpe fotovergroting als moederdagcadeau.

Dat werd Xpozer: een bijzondere combinatie van fotofolie voor haarscherpe afdrukken en een span- en ophangsysteem. www.bayphoto.com/wall-displays/ xpozer www.xpozer.com


PROCESVERBETERING

NA AANNEMERS GAAN TOELEVERANCIERS EN INSTALLATEURS BOUW INFORMATIE MODEL GEBRUIKEN

BIM: BASIS VOOR EFFICIËNTER BOUWEN Het gebruik in de bouwsector van een Bouw Informatie Model, ook wel Bouwwerk Informatie Management (BIM), groeit spectaculair. Een digitale omgeving waarin partijen in het bouwproces informatie delen, moet voor minder faalkosten, snellere oplevering en hogere kwaliteit zorgen. DOOR JOS CORTENRAAD

ien, vijftien jaar geleden was BIM nog een vaag begrip in de Nederlandse bouwwereld. ‘Een fenomeen waar bouwers bepaald niet warm voor liepen,’ weet Arjen Adriaanse, hoogleraar bouwprocesintegratie & ict aan de Universiteit Twente. ‘Nu is dat wel even anders. De grote bouwondernemingen hebben het voortouw genomen en in hun kielzog gaan de kleinere mee. En steeds meer opdrachtgevers schrijven het gebruik van BIM voor. BIM-managers zijn geen uitzondering meer, er zijn BIMcongressen waar 500 geïnteresseerden komen opdagen. Bouwbedrijven, maar ook opdrachtgevers, ingenieursbureaus, onderaannemers, leveranciers en softwarepartijen. Door BIM is ict en informatiemanagement nadrukkelijk op de agenda van de Nederlandse bouw- en infrasector komen te staan en wordt een flinke inhaalslag gemaakt. Een prima ontwikkeling en een voorwaarde om een rol te spelen in de internationale concurrentiestrijd.’

T

DIGITALISERINGSSLAG ‘Een digitaliseringsslag was en is hoognodig,’ zegt Adriaanse, specialist in de invoering en toepassing van de BIM-filosofie in de bouw- en infrasector. ‘Het innovatieve vermogen van die sector is relatief laag. Dat komt mede door fragmentatie; bouwprocessen bestaan uit verschillende fasen: programmeren, ontwerpen, realiseren, beheren & onderhouden. Met heel veel betrokken partijen: opdrachtgevers, architecten, ingenieursbureaus, aannemers, installateurs en toeleveranciers. Die na oplevering van een ziekenhuis, brug of kantoorgebouw ieder huns weegs gaan – einde samenwerking. Door de versnippering is er een groot gebrek aan kennis- en informatie-uitwisseling. Opdrachten worden over de muur gegooid, expertise blijft onbenut. Gevolg: faalkosten, vertraging, inefficiëntie en verlies aan concurrentiekracht.’ De deeltijd-hoogleraar, bij Arcadis Noord-Europa verantwoordelijk voor ontwikkeling en implementatie van BIM, ziet de bouwsector als een archipel van eilandjes die sterker met elkaar

verbonden moeten worden. ‘Digitale informatie speelt hier een belangrijke rol. Een BIM-model vormt in principe een digitaal platform voor informatie-uitwisseling en samenwerking. Bouwwerkgegevens zijn voor alle partijen beschikbaar. Liefst worden toeleveranciers al tijdens de ontwerpfase betrokken. Gedurende het bouwproces kan elke partij kritisch meekijken en kennis inbrengen en wordt zo nodig bijgestuurd. Dat voorkomt fouten en kennis wordt beter benut.’ Structurele veranderingen zijn noodzakelijk om de fragmentatie te verminderen. Voorbeelden zijn ketensamenwerking en werken met integrale contracten. ‘Opdrachtgevers leggen steeds meer verantwoordelijkheid bij de aannemer. Integrale contracten met daarin ontwerp, realisatie én beheer & onderhoud voor 25 jaar komen frequenter voor. Optimalisatie wordt noodzaak, ook om de onderhoudskosten in de hand te houden. Dan heb je als bouwer je toeleveranciers en adviseurs hard nodig.’

• ‘Ict en BIM zijn belangrijke aanjagers van innovatie.’ • ‘Structurele veranderingen zijn noodzakelijk om de fragmentatie te verminderen.’ • ‘Dit vergt een cultuuromslag die nog lang niet voltooid is.’

CULTUUROMSLAG Het besef dat werken met BIM belangrijk is, landt snel. Werkte in 2010 nog maar twintig procent van de grotere aannemers ermee, vorig jaar was dat bijna tachtig procent, blijkt uit onderzoek van ABN AMRO. En toch, ‘niet elke partij ziet de toegevoegde waarde’, zegt Arjen Adriaanse. ‘En BIM biedt niet voor elke partij evenveel voordeel. De ene partij moet ook meer investeren dan de andere. Elke partij maakt haar eigen afweging. Positieve verwachtingen volstaan niet; ze willen concrete resultaten zien voordat ze er geld in steken. Installateurs en toeleveranciers zijn terughoudender dan de bouwers, met een BIM-penetratie ruim onder veertig procent. Om BIM goed te kunnen toepassen, moet de organisatie van de bouwsector structureel veranderen. Dat vergt een cultuuromslag die nog lang niet voltooid is. Wel verwacht ik dat andere, meer geïntegreerde samenwerkingsvormen steeds meer gaan doorbreken. Ict en BIM zijn daarbij belangrijke aanjagers van innovatie. Grote bouwers maken die slag en geven meer en meer de voorkeur aan toeleveranciers die werken met BIM. En steeds meer opdrachtgevers beginnen het voor te schrijven.

Arjen Adriaanse, hoogleraar bouwprocesintegratie & ict: ‘Een digitaliseringsslag was en is hoognodig.’ Foto: Joop Gijsbers

Maar we zijn er nog lang niet.’ Adriaanse ziet de snelle technologische ontwikkelingen en digitalisering als katalysatoren voor het gebruik van BIM en vernieuwing. Hij wijst op het belang van informatiestromen combineren. ‘Sensoren bijvoorbeeld die aangeven wanneer het tijd is voor onderhoud. Meetgegevens zijn te combineren met 3D-modellen. En op termijn kan, door de BIM-gegevens van allerlei bouw- en infraprojecten samen te voegen, een digitale maquette van een gebied ontstaat. ProRail en Rijkswaterstaat zijn hiermee bezig in het kader van de weg- en railinfrastructuur. BIM-informatie is niet meer weg te denken als aanjager van vernieuwing; nu is het zaak om door te pakken.’ LEES VERDER OP PAGINA 45

februari 2016

43


<ĂŶƐĞŶ ďĞŶƵƩĞŶ ŝƐ ŶŝĞƚ ǀĂŶnjĞůĨƐƉƌĞŬĞŶĚ /W> ĚǀŝĞƐ ďǀ ,ŝŐŚ dĞĐŚ ĂŵƉƵƐ ϵ ϱϲϱϲ ŝŶĚŚŽǀĞŶ

<ĂŶƐĞŶ ŬƵŶŶĞŶ ďĞŶƵƩĞŶ ǀƌĂĂŐƚ ŽŶĚĞƌŶĞŵĞƌƐĐŚĂƉ ĞŶ ĞĞŶ ŽƌŐĂŶŝƐĂƟĞ ĚŝĞ ƐŶĞů ŬĂŶ ƌĞĂŐĞƌĞŶ ĚŽŽƌ ŇĞdžŝďĞůĞ͕ ůĞĂŶ ƉƌŽĐĞƐƐĞŶ ĞŶ ƐůŝŵŵĞ ĂƵƚŽŵĂƟƐĞƌŝŶŐ͘

DŽĞƚ Ƶ ŬĂŶƐĞŶ ǀŽŽƌďŝũ ůĂƚĞŶ ŐĂĂŶ͍ EĞĞŵ ĚĂŶ ĞĞŶƐ ĐŽŶƚĂĐƚ ŽƉ ŵĞƚ IPL͘ IPL ƌĞĂůŝƐĞĞƌƚ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐĞŶ ĚŝĞ ŽƉ ŬŽƌƚĞ ƚĞƌŵŝũŶ ƌĞƐƵůƚĂƚĞŶ ŽƉůĞǀĞƌĞŶ͘ ŽĚĂƚ Ƶ ŐĞĞŶ ŬĂŶƐ ŚŽĞŌ ƚĞ ŵŝƐƐĞŶ͙​͙ IPL ŚĞůƉƚ Ƶ ĚĞ ũƵŝƐƚĞ ŬĞƵnjĞƐ ƚĞ ŵĂŬĞŶ͘ tĞ ŝĚĞŶƟĮĐĞƌĞŶ ŵŽŐĞůŝũŬŚĞĚĞŶ ĞŶ ǀŽĞƌĞŶ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐĞŶ ŝŶ ǁĞƌŬƉƌŽĐĞƐƐĞŶ ĚŽŽƌ͘ KŽŬ ŚĞůƉĞŶ ǁĞ ďŝũ ĚĞ ƐĞůĞĐƟĞ͕ ŝŵƉůĞŵĞŶƚĂƟĞ ĞŶ ŽƉƟŵĂůŝƐĂƟĞ ǀĂŶ ďĞĚƌŝũĨƐƐŽŌǁĂƌĞ͘

IPL ŝƐ ŽŶĂĬĂŶŬĞůŝũŬ͘ hǁ ďĞůĂŶŐ ƐƚĂĂƚ ĚƵƐ ĂůƟũĚ ǀŽŽƌŽƉ͘

lt u a a h r e Wanne ialist bij? spec n e e r e

WŽƐƚďƵƐ ϳϳϱ ϱϲϬϬ d ŝŶĚŚŽǀĞŶ d нϯϭ ;ϬͿϰϬ ϳϱϬ ϱϱ ϵϬ ŽĸĐĞΛŝƉů͘Ŷů ǁǁǁ͘ŝƉů͘Ŷů


VERVOLG VAN PAGINA 43

KETENINTEGRATIE Ook Frans Nieman, manager bij BIM-adviesbureau Itannex, ziet een snelle adaptie van BIM. ‘Bij Itannex hebben we ons volledig toegelegd op het ondersteunen van bedrijven die ermee (willen) werken. Voor dit jaar verwachten we dertig procent te groeien. Eerst zagen we de grote bouwers en installateurs BIM invoeren, nu volgen de kleinere bedrijven en de toeleveranciers. Steeds meer ondernemingen beseffen dat ze faalkosten kunnen reduceren door beter te communiceren en kennis te delen. Wij streven om van ketensamenwerking te evolueren naar ketenintegratie.’ Geld is zeker een trigger. Volgens onderzoeken belopen de faalkosten op bouwprojecten in Nederland elf procent. ‘Een tamelijk optimistische inschatting, vrees ik, maar nog altijd vele miljarden euro’s die feitelijk gewoon verbrand worden. Met BIM is daar flink in te verbeteren. Elke partij profiteert, inclusief de opdrachtgever.’ Het gaat echter niet vanzelf. ‘De sector is conservatief, de bereidheid om te investeren is er niet altijd. Grote ondernemingen hebben de afgelopen jaren wel anticyclisch geïnvesteerd in systemen én mensen. Maar ik begrijp best dat voor veel bedrijven overleven eerste prioriteit was. Nu is er meer investeringsbereidheid, al wordt nog beknibbeld op de opleidingen. En dáár zit vaak net het probleem. De BIMsoftware in combinatie met 3D-programma’s van Autodesk installeren is makkelijk. Het gaat erom hoe de mensen ermee omgaan. De traditionele tekenaar wordt cru gezegd overbodig. Vaak wordt dan een engineer aan de kant gezet en de tekenaar met 3D-software BIM-model met een weergave van opgescheept. de loop van kabels en leidingen in Terwijl BIMeen utiliteitsproject.

programma’s en -processen meer competenties op hbo-niveau vereisen. BIM een plek geven in je bedrijf vergt competente mensen en veranderbereidheid in alle lagen van de organisatie.’

UNIFORME STANDAARD Frans Nieman: ‘We zien steeds vaker dat opdrachtgevers bij aanbestedingen potentiële toeleveranciers uittesten op hun beheersing van BIM. Bedrijven die er ervaringen mee opgedaan hebben, zijn enthousiast, willen vaak méér. Koppeling met logistiek en beheer & onderhoud bijvoorbeeld. Bij BIM gaat het in eerste instantie niet Frans Nieman, manager bij BIM-adviesbureau Itannex: ‘‘Bimmen’ draait om samenwerking en informatie-uitwisseling op basis van open standaarden en individuele afspraken.’ Foto: Itannex altijd om eigen gewin. Zeker toeleveranciers leveren informatie en 3D-bibliotheken die het ven is Heijmans al een jaar of zeven actief met totale ontwerp- en bouwproces beter maken en BIM. Bij de diverse bedrijfsonderdelen werken versnellen. Uiteindelijk profiteren ze daar zelf ook zo’n veertig medewerkers fulltime aan verdere van. Ze staan commercieel sterker en kunnen implementatie. BIM is een integraal onderdeel rekenen op vervolgopdrachten. Niet elke ondervan de bedrijfsvoering geworden, zegt Sophie nemer ziet dat meteen.’ ‘Bimmen’ draait om Pfeiffer, BIM-manager bij Heijmans Infra. ‘We samenwerking en informatie-uitwisseling op zitten midden in een verdiepingsslag, een culbasis van open standaarden en individuele tuurverandering. We willen één standaard afspraken, zegt de Itannex-manager. ‘De eerste gebruiken voor de hele organisatie. Dat vergt grote stappen zijn gezet; we zien in de bouw nogal wat van de mensen. Ze volgen opleidingen vaker bouwteams met al die disciplines erin. en raken er stilaan van overtuigd dat we met BIM Maar er is nog een lange weg te gaan. Amper één uiteindelijk efficiënter en concurrerender kunnen derde van de fabrikanten en toeleveranciers is werken. Samenwerking en zo vroeg mogelijk ermee bezig. Te weinig.’ informatie uitwisselen, daar draait BIM om. Niet alleen de installateurs moeten mee met de Daarmee kunnen we processen optimaliseren.’ ontwikkelingen, ook de fabrikanten voelen de Toeleveranciers moeten erin mee. Pfeiffer: ‘Met al druk. Zegt Frans Spijkers, marketingdirecteur van veel ketenpartners ‘bimmen’ we succesvol. Wij Legrand Nederland, producent van onder meer selecteren daar ook op. Minder ervaren partners railkokersystemen, datanetwerken, kabeldraagkunnen zich optrekken aan integrale projecten. systemen en verdeelinrichtingen. ‘De installateurs Er zijn legio voorbeelden dat samenwerking en verlangen van fabrikanten een uniforme standigitale informatie-uitwisseling resultaten opledaard, met parameters waarmee ze 3D-productvert. In een 3D-model zie je veel meer dan in 2D. informatie op softwareplatforms kunnen uitZo kwamen we er bij het ontwerpen van een weg wisselen. Die komt eraan: ETIM RT. Uiteindelijk achter dat er in de bermen onvoldoende ruimte zal dat de uitwisselbaarheid van BIM-ontwerpen was voor maaimachines. Toch handig als je dat bevorderen en bijdragen aan verlaging van de ziet voordat de weg er ligt. Plan je de plek van faalkosten in de bouw. Ik verwacht overigens dat kabels, buizen en leidingen samen met de parthet nog jaren zal duren voordat BIM in de hele ners, dan kun je complicaties bij bijvoorbeeld bouwkolom gemeengoed is.’ Directe winst voor onderhoud voorkomen. Veiligheid, ook een de fabrikant levert dat niet op, ook voor Legrand factor. Door informatie te koppelen zie je sneller niet. ‘Voor ons is het een investering. De toeknelpunten en kun je daarop anticiperen.’ Sophie gevoegde waarde van de fabrikant ligt op lange Pfeiffer is ervan overtuigd dat BIM uiteindelijk termijn niet in het aanleveren van 3D-objecten, breed wordt gebruikt. ‘Opdrachtgevers stellen het maar in het actief inzetten van expertise en vaker als voorwaarde.’ kennis in het model. Zo ontzorgen we klanten en dragen we ons steentje bij aan faalkostenreductie.’ www.utwente.nl

COMPLICATIES VOORBLIJVEN Net als de andere grote Nederlandse bouwbedrij-

www.itannex.com www.heijmans.nl www.legrand.nl

februari 2016

45


ONDERZOEK

JOOST FRENKEN, DIRECTEUR ONDERZOEKSINSTITUUT ARCNL

‘EUV NOG BETER EN SNELLER MAKEN, DAAR DRAGEN WIJ AAN BIJ’ Voor het bijbenen van de Wet van Moore is ook fundamenteel onderzoek nodig. ASML maakt daarvoor dankbaar gebruik van de diensten van ARCNL, het onderzoeksinstituut dat de chipmachinebouwer zelf mee heeft opgericht en ook financiert. Directeur Joost Frenken doet een boekje open over het onderzoek, althans voor zover ASML dat inmiddels heeft beschermd of als niet-strategisch gekwalificeerd.

deel van het onderzoek. Zo bestuderen drie onderzoeksgroepen het microscopische gedrag van tindruppeltjes die worden beschoten met laserlicht teneinde het extreem kortgolvige euvlicht te produceren. Frenken legt uit: ‘Daarbij vallen de tinatomen heel korte tijd uiteen in negatief geladen elektronen en positief geladen ionen. Als die weer bijeenkomen, dan produceert deze plasma-hoedanigheid het euv-licht. Wij onderzoeken nu wat er precies met die tindruppel gebeurt op het moment dat die laserstraal ’m raakt. Zo blijkt een deel van de druppel een kort moment te veranderen in plasma dat aandrukt tegen het tindeel dat daardoor zo plat als een pannenkoek wordt. Dat krijgt een groter oppervlak, absorbeert meer laserlicht en er is minder vermogen nodig om ook de rest in plasma om te zetten. Wij ontrafelen dit proces en onderzoeken onder meer hoe de effectiviteit van een pre-laserpuls kan worden vergroot.’

FRAGIEL Ook doet ARCNL onderzoek aan de ‘lensloze microscoop’. Daarmee is de positie van de wafer in de waferhandler mogelijk beter en sneller vast te stellen. ‘Voor het produceren van chips wordt een wafer tientallen keren belicht en elke keer moet die op exact dezelfde plek worden teruggeplaatst, minimaal twee nanometer nauwkeurig. Daarvoor staan markeerpunten op de wafer. Wij ontwikkelen nieuwe vormen van microscopie, met euv-licht en zonder lenzen, die dat nog beter Joost Frenken’s ARCNL trekt jonge wetenschappers van over de hele wereld: ‘Allemaal mensen met een goed cv én een goed plan. Onze werkgroepleiders brengen vanuit elders opgebouwde expertise een eigen onderzoeksonderwerp in, van belang voor ASML.’ Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

K

ort voor het interview in het Financieele Dagblad een artikel getiteld ‘Op de plaats rust’, over de voordelen van het niet meer kunnen bijbenen van de Wet van Moore. Volgens professor Joost Frenken een onzinnige veronderstelling. ‘Al sinds de jaren tachtig hoor ik dat beweren, maar nog steeds volgen we dat tempo.’ Met ‘we’ doelt hij onder andere op het bedrijf waar zijn onderzoeksinstituut, ARCNL, het bestaan aan dankt: ASML. De technologie waarmee ASML de voor ‘Moore’ noodzakelijke verdere verkleining van de chipstructuren mogelijk denkt te maken, is extreme ultraviolet-lithografie (euv). Ofschoon ARCNL niet staat voor ASML Research Center Nederland, maar voor Advanced Research Center for NanoLithography, is het onderzoeksprogramma vrijwel volledig gericht op euv. ‘Niet om de tech-

46

februari 2016

nologie marktgeschikt te maken. Over die sloot is ASML allang gesprongen. Op een congres, jongstleden najaar, hoorde ik Intel enthousiast rapporteren over de euv-machines van ASML. Het is nu een kwestie van verdergaan, op jacht naar doorbraken om het allemaal nog beter en sneller te maken. Daar dragen wij aan bij.’

‘Ook verlenging levensduur van de spiegels is een uitdaging – problemen kennen we hier niet’

PRE-PULS Het onderzoek dat ARCNL op het Science Park in Amsterdam uitvoert, is ‘fundamenteel van aard, maar met een grotere kans op praktische toepassing dan het fundamentele onderzoek aan universiteiten.’ Want het moet natuurlijk wel bij ASML’s onderzoeksagenda passen. Betaalt dat 35 procent van de kosten – de rest komt van de publiek gefinancierde Universiteit van Amsterdam (UvA), Vrije Universiteit (VU) en de wetenschappelijke onderzoeksorganisatie NWO – , het Veldhovense bedrijf ‘inspireert’ wel het leeuwen-

en sneller kunnen.’ Een derde voorbeeld is het onderzoek dat zich richt op het gladder maken van de spiegels, zodat er minder euv-licht bij het weerkaatsen verloren gaat: ‘Dat licht is heel fragiel. Stuur het door een glazen lens en er blijft niets van over. Daarom werkt ASML met spiegels – en dan nog gaat per weerkaatsing dertig procent verloren. Na tien spiegels is minder dan drie


procent van het licht over. Dus is het van belang dat de laagjes waarmee die spiegels bedekt zijn, overal exact dezelfde dikte hebben, circa drie nanometer.’ Ook het verlengen van de levensduur van de spiegels is, aldus Frenken, ‘een uitdaging – problemen kennen we hier niet.’

NIET ALLEEN VOOR ASML Zijn innovatieve resultaten legt ARCNL voor aan ASML, dat vervolgens beslist of het interessant genoeg is voor eigen vervolgonderzoek – en er eventueel patent op te vestigen. ‘Wij leveren natuurlijk geen kant-en-klare resultaten. Aan die lensloze microscoop moet ASML, dat er patent op heeft genomen, nog jarenlang ontwikkelen voordat die commercieel toepasbaar is. Voor al het onderzoek waarover ik kan praten – en waarover wij publiceren – geldt dat ASML het beschermd heeft of als niet-strategisch heeft gekwalificeerd.’ Dat ASML in ruil voor 35 procent van de kosten van ARCNL recht heeft op honderd procent van de resultaten, is volgens Frenken niet vreemd: ‘ASML betaalt extra voor elk van de van ons afgenomen resultaten. Bovendien kent ons onderzoek ook andere toepassingen. Het onderzoek aan atomen lijkt sterk op wat ik eerder aan de Universiteit Leiden deed. Alleen is de context – de euv-spiegels – een andere. Ook al heeft ASML de eerste rechten, dat wil niet zeggen dat de fundamentele inzichten die we opdoen niet tevens voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. Zo is staalproducent Tata Steel betrokken; ook die heeft, om een steeds hogere kwaliteit te kunnen

leveren, baat bij meer kennis van het produceren van zo glad mogelijke oppervlakken. En de methodologie achter de lensloze microscoop wordt ook benut in fundamenteel biologisch onderzoek aan de VU.’

AANTREKKINGSKRACHT

Foto (links) van de ARCNL-plasmabron voor extreem-ultraviolet licht waarbij een zeer intense laserpuls een indium-tin microdruppel raakt. Twee zwart-wit foto’s (midden en rechts) laten vanuit verschillende kijkhoeken zien hoe de microdruppel expandeert. Foto: Dmitry Kurilovich, Oscar Versolato, ARCNL

Die combinatie van fundamenteel onderzoek en perspectief op toepassing binnen ASML maakt ARCNL uniek, aldus Frenken. Volgens hem een van de redenen dat jonge onderzoekers graag in zijn instituut willen werken. Na ruim een jaar werven staat de teller op 66 personeelsleden. ‘Dat kan vandaag of morgen alweer achterhaald zijn.’ Eind dit jaar wil hij het voorlopige einddoel, honderd medewerkers, hebben bereikt. De populatie bestaat voor twee derde uit onderzoekers, negentig procent afkomstig uit het buitenland – onder meer China, India en de VS. ‘Allemaal mensen met een goed cv én een goed plan. Onze werkgroepleiders brengen vanuit elders opgebouwde expertise een eigen onderzoeksonderwerp in, van belang voor ASML. Want wij gaan ze hier niet precies vertellen wat ze

moeten doen. Ze moeten immers wel in hun sterkte kunnen werken.’

TOELEVERANCIERS Overigens benut ARCNL niet alleen de input van ASML en eigen medewerkers, maar ook die van onderzoeksgroepen bij universiteiten en onderzoeksinstellingen en andere bedrijven, zoals toeleveranciers van ASML: ‘We starten binnenkort de samenwerking met een grote toeleverancier, en VDL ETG gaat mogelijk dit jaar een rol spelen bij een ander project.’

www.arcnl.nl

INTELLLIGENT A INTELLIGENT AFSCHAKELEN FSCHAKELEN MET M ET MICO M NIEUW!

Met NEC Cla ss toelatin 2 g

MICO MICO de intelligente stroombewaking voor 24 V DC circuits

MICO HIGHLIGHTS M ICO be waakt sstromen tromen en sc hakelt MICO bewaakt schakelt bij een ffout out per sstr troomkring af stroomkring 990% 0 % vvoormelding oormelding om omsststoringen toringen ttee voorkomen voorkomen Eenvoudig Eenvoudig sstoringen toringen vinden oplossen en oplos sen VVoor oor 2, 4 ooff 8 stroomkringen str stroomkringen murrelektronik.nl

februari 2016

47


VOOR INVOEREN CONFIGURE-TO-ORDER BESTAAT NOG GEEN STANDAARDRECEPT

TOPIC

MARKETING EEN MUST VOOR MODULARITEIT

VAN ETO NAAR CTO

Smart customization – maatwerk leveren door middel van modulariteit: een product klantspecifiek opbouwen uit slim gedefinieerde standaardmodules – geldt als succesformule voor de Nederlandse hightech maakindustrie. Want dat helpt efficiënt en effectief de klantvraag te beantwoorden en kan tegelijk bijdragen aan behoud van productie in ons land. Maar voor modulair werken invoeren is nog geen standaardrecept. Zoveel werd duidelijk tijdens een sessie vorige maand bij Festo in Delft, georganiseerd door de

• ‘Onderschat wordt hoe modulariteit invoeren ingrijpt op het hele bedrijfsproces.’ • ‘Technisch kan bijna alles, het moeilijkste is de mensen mee te krijgen.’ • ‘Probleem is de toegevoegde waarde goed aan de klant te ‘verkopen’.’

TU Eindhoven en Link Magazine. DOOR HANS VAN EERDEN

H

et belang van modulariteit wordt breed onderkend. Voor het effectief bedienen van de klantvraag, maar ook voor het efficiënt organiseren van de modulaire productie, waardoor die in Nederland kan blijven of zelfs terugkeren. ‘Wie zich aanpast aan de trend van ‘massa-individualisering’ is de winnaar’, stelt Dennis van Beers, ceo van Festo Nederland. De Duitse multinational Festo, leverancier van automatiseringstechnologie, investeert volop in Industrie 4.0 – Van Beers legt de link met het thema ‘maatwerk door modulariteit’. De volgens de principes van Industrie 4.0 (of Smart Industry) ingerichte ‘fabriek van de toekomst’ biedt immers het genetwerkte, adaptieve en lerende productiesysteem dat bij uitstek die modulair opgebouwde producten kan voortbrengen. ‘Onderschat wordt echter hoe de invoering van modulariteit ingrijpt op het hele bedrijfsproces.’ Het blijkt inderdaad moeilijk om die modulaire werkwijze in de praktijk te brengen, ook (of juist) bij grote oem’ers. Deze observatie komt van Ed Nijssen, hoogleraar Technology Marketing in de TU/e-afdeling Innovation, Technology Entrepreneurship & Marketing. Recent nog sprak hij zo’n bedrijf in de Brainport-regio. Wat bleek? De catalogus blijft maar uitdijen met nieuwe producten (en modules), onder druk van zowel r&d (nieuwe technologische mogelijkheden) als marketing (nieuwe markt- en klantvragen). Van standaardisatie en een productopbouw met een beperkt aantal varianten is nog geen sprake.

MENSEN MEEKRIJGEN Nijssen doet met zijn groep onderzoek naar de invoering van modulariteit door industriële bedrijven en de uitdagingen die zij daarbij ervaren. Maren Vos is bijna halverwege haar (vierjarige) promotieonderzoek en kan al interessante resultaten presenteren. Klanten willen steeds

48

februari 2016

Maren Vos: ‘De functies die de klantervaringen bepalen en informatie over de klant moeten terugkoppelen, zijn niet goed ontwikkeld of niet aangesloten op modulariteit.’ Foto’s: Sam Rentmeester

minder componenten hebben maar steeds meer complete oplossingen: customized, snel geleverd, met simpele en goedkope transacties eromheen. Bedrijven kunnen de snel veranderende klantvraag echter niet bijhouden met hun klassieke engineer-to-order-aanpak. Ze beseffen in groten getale dat modulariteit een oplossing kan bieden. In eerste instantie vanuit efficiency-oogpunt: de productie optimaliseren, kosten reduceren, levertijden verkorten. Uiteindelijk vanwege het strategische voordeel dat het hun kan opleveren: flexibel voldoen aan de klantvraag, de mogelijkheden van Smart Industry benutten, et cetera. Maar hoe gaat dat nu in de praktijk? Vos bevroeg dertig Nederlandse managers en consultants die betrokken zijn bij strategie en modulariteit. Hun belangrijkste boodschap: ‘Technisch gezien kunnen we bijna alles, het moeilijkste is om de mensen mee te krijgen.’ Waarbij ‘mensen’ slaat op alle

geledingen, van managers en medewerkers (r&d, engineering, operatie, inkoop, verkoop) tot klanten en leveranciers. Bij iedereen kunnen belemmeringen liggen, in de kennis en competenties maar ook in de motivatie. Vos waarschuwt industriële bedrijven er wel voor niet te makkelijk de parallel tussen b2c en b2b te trekken. De strikte modulariteit van b2c-producten, denk aan de (configure-to-order samengestelde) computers van Dell, werkt niet voor complexe industriële systemen. Die vergen vrijwel altijd wel een zekere mate van echte klantspecificiteit, engineer-toorder ontworpen.

VW OF F1? Collega Alex Alblas doet onderzoek naar het effect van marketing bij het ontwikkelen van de productplatforms die als basis dienen voor modulair opgebouwde producten of zelfs pro-


Y

Onze m arketin g-, sale en serv siceafde lingen werken te wein ig sam met on en ze eng ineerin gen r&d-a fdeling en.

ductfamilies. ‘Waar ligt de balans tussen standaardcatalogusproducten en individuele klantoplossingen? Voor welke mate van customization moet je kiezen? Weinig specifieke engineering, Y zoals bij een Volkswagen, de ten willen Onze klan of juist heel veel, zoals over ie at rm fo data/in n. voor de Formule 1? Dit is m niet dele het systee een strategische keuze die kennis van zowel de markt als de technologie vraagt. Als je niet oppast, krijg je een wildgroei aan klantspecifieke producY Wij heb ten, om zoveel mogelijk ben ge en vertrou wen in verschillende klanten te onze leveran ciers. kunnen bedienen. Of ontwikkel je, in een overY matige zucht naar stanWerken eling Y eafd op proje r ic e v v r o ctbasis Y Y daardisatie, ongevraagde e se maakt matie Onz modula tie infor n risatie ze organisa Onze ve e lt on In e m p m oeilijk. te p rkopers standaardfunctionaliteit. s o y k s d voelen n eman e zich be beheert ni ten e perkt in en d klan Voor je het weet ben je binn hun tportfolio. vrijheid rug e het produc t t om te ve nie met een puur technische rkopen tie. . nisa orga exercitie bezig en verlies je de markt uit het oog. Een greep uit de veertig uitdagingen. Bron: TU/e Het gevolg, in alle gevallen, stijgende kosten.’ De uitdaging, aldus Alblas, is die optimale balans willen scoren. Je moet dus met die cultuurveranFesto in Delft. Een kleine vijftig vertegenwoorditussen standaard- en klantspecifieke oplossingen dering beginnen, klinkt het in de groepen, anders gers van de Nederlandse hightech maakindustrie te vinden. De beste maatregel om dat te bereiken wordt modulair werken geen succes bij je menbrainstormen groepsgewijs over de belemmerin– zo blijkt statistisch significant uit zijn ondersen. En benoem een trekker die iedereen kan gen en uitdagingen bij het invoeren van moduzoek – is marketeers bij de implementatie van een meenemen in het proces. Maar dat proces is wel lariteit. Aan de hand van uitdagingen die voortproductplatform te betrekken. Als de marketeer langdurig en taai, dus moet je meteen concreet komen uit onderzoek van Vos komen ze tot een (technische) kennis van het productplatform aan de slag gaan in een pilot. Zo kun je gaandeclustering en prioritering van thema’s. Aansluiten krijgt en op zijn beurt de ontwerper (vaak een weg leren en met succesverhalen mensen overop de markt en de klant scoort uiteraard hoog, systeemarchitect) voorziet van marktkennis, dan tuigen, een belangrijk onderdeel van het cluster maar ook cultuur is een bepalende factor, zo verbetert dat de performance van het platform. ‘kennis’. Lukt dat, dan moet je de nieuwe werkblijkt. Veel bedrijven kennen een lange historie wijze in de organisatie inbedden en dat vraagt van engineer-to-order. Ze willen alles kunnen aandacht voor het cluster ‘proces’. De eerste reden maken, omdat het technisch kan en techneuten BRAINSTORM daar op kicken, en ze willen alles kunnen verOm hun bevindingen te toetsen, organiseren de kopen, omdat de klant het vraagt en verkopers TU/e-onderzoekers samen met Link een sessie bij LEES VERDER OP PAGINA 51

ROLVERDELING NOG NIET COMPLEET Eric-Jan Dekker is er bij in Delft. Hij is directeur van de Amsterdamse system developer Post en Dekker, die zich toelegt op het ontwikkelen van flexibele, slimme en innovatieve productfamilies. Een specialist dus in modulariteit en smart customization. Dekker herkent de discussies in de groepen. Bijvoorbeeld over de prioriteiten: moet je nou eerst met visie en strategie aan de slag of eerst maar eens kennis verwerven van de markt en de klant en van het modulair werken? Of toch eerst de interne cultuur veranderen? Belangrijke vragen, maar Dekker pleit ervoor om ook gewoon aan de slag te gaan met modulair werken. ‘Zet de eerste stappen, ga van elkaar leren en best practices delen.’ Want er is inderdaad nog geen standaardrecept voor modulair werken, vindt ook Dekker. ‘Er is geen algemeen bekende roadmap voor smart customization. Veel bedrijven hebben nog niet goed in de gaten in welke volgorde ze acties moeten ondernemen. Wij hebben wel een aantal

varianten liggen, waarin veel ervaring is verwerkt; die zijn we verder aan het ontwikkelen.’ Dekker heeft zelf ook een initiatief genomen om het debat te stimuleren, onder de noemer fieldlab Smart customization. ‘Bedrijven zitten met koudwatervrees en veel vragen. Soms gaan ze te rade bij collega’s die op succesverhalen kunnen bogen, maar die hebben het wel erg druk met alle bezoekers. Dan ligt het voor de hand om in een fieldlab de krachten te bundelen, voorlopers en volgers bijeen, en concreet met smart customization aan de slag te gaan. Bij voorkeur in korte trajecten, mini-projectjes, waarin bedrijven van elkaar leren, uiteraard met zicht op het einddoel. Laat ze dingen ontwerpen, bouwen en testen. Zo kunnen ze ervaringen uitwisselen, snel successen boeken en intern draagvlak creëren.’ Het blijft voorlopig taaie materie, heeft Dekker inmiddels ervaren. ‘We wilden benoemen hoe je het proces kunt versnellen, bijvoorbeeld met een praktische methode om van user specs naar slimme

modules te komen. Een eerste discussie daarover kwam nog niet echt van de grond.’ De sessie in Delft roept bij Dekker de vraag op of bedrijven al wel de juiste mensen aan boord hebben voor modulair werken. ‘Alex Alblas liet mooi zien dat de marketeer en systeemarchitect met elkaar moeten gaan praten, dat hun rollen belangrijk zijn voor het succes. Ben ik het helemaal mee eens, al zou ik in plaats van de marketeer eerder de productmanager noemen. Die heeft toch meer technische bagage om te kunnen communiceren met die systeemarchitect, of zoals wij ’m noemen, de senior engineer smart customization. Het probleem is, veel bedrijven kennen die rollen van productmanager en systeemarchitect nog niet.’

www.postendekker.nl

februari 2016

49


FMI MORE ADDED VALUE, MAXIMUM INVOLVEMENT

FMI biedt simpelweg meerwaarde aan haar -high tech- klanten. Uw wensen vertalen wij in turn key oplossingen: van engineering tot assemblage. Door onze ervaring met complexe verspaning en exotische materialen, zijn wij in staat om u gewoon tailormade de beste oplossing te bieden. De diverse vestigingen met ieder hun eigen kerncompetenties maken de stap van prototype naar serieproductie klein. FMI, uw partner voor grote modules, tooling en componenten, met toleranties in het mu-bereik.

Met betrokken vakmanschap bundelt FMI de krachten om met ruim 150 medewerkers u als projectpartner van dienst te zijn. Wij ontwikkelen en produceren voor diverse markten waaronder space, olie en gas, medical en high tech industrie. Gecertificeerd zijn wij conform: ISO 9001-2008, ISO 13485 en FDA geregistreerd. Voor meer informatie kijk op: www.fmi.nl

bel: 0164-213600

of stuur een e-mail naar: info@fmi.nl


VERVOLGONDERZOEK In haar promotietraject richt Maren Vos vervolgonderzoek onder meer op het aansluiten van sales op modulariteit, het vertalen van de klantwens, innovatie en samenwerking binnen de keten, en het koppelen van technische data en markt/klantdata. Bedrijven kunnen zich nog aanmelden. Voordelen van deelname: mogelijkheid om bedrijfsprocessen te verbeteren, toegang tot alle onderzoeksresultaten en een toegespitst adviesrapport. m.a.vos@tue.nl

‘VERKOPEN’

Alex Alblas: ‘De uitdaging is het vinden van een optimale balans tussen standaard- en klantspecifieke oplossingen.’

VERVOLG VAN PAGINA 49

om modulair te gaan werken is vaak immers efficiencyverbetering; dan moet je dat nieuwe proces wel meteen efficiënt gaan inrichten. Tegelijk is het thema ‘financiën’ nooit ver weg, want zowel intern als richting klant moet je de businesscase kunnen maken dat die heel nieuwe werkwijze

kostenreductie en andere (strategische) voordelen oplevert. Precies daar ligt het probleem, formuleert een van de groepen: de toegevoegde waarde van modulariteit goed aan de klant kunnen ‘verkopen’ en daarbij verder kijken dan alleen maar die kostenreductie. In omgekeerde richting is er evenzeer een probleem, namelijk de customer requirements goed vertalen naar het productplatform.

Dat laatste onderschrijft Maren Vos: ‘De functies die de klantervaringen bepalen en informatie over de klant moeten terugkoppelen, zijn niet goed ontwikkeld of niet aangesloten op modulariteit.’ Het brengt haar tot de aanbeveling om marketing, sales en service beter te laten aansluiten op modulariteit. En ze laat r&d en engineering niet buiten schot: ‘Maak keuzes; alleen maar engineer-to-order werken is geen keuzes durven maken – en dat kan in de huidige markt vaak niet meer.’ Kortom, er ligt voor bedrijven in de Nederlandse maakindustrie nog een mooie uitdaging in het – zowel intern als extern – ‘verkopen’ van modulariteit.

februari 2016

51


MTA WIL HELE SUPPLY CHAIN OP SPOOR VAN CONFIGURE-TO-ORDER TE ZETTEN

CTO IS GEEN ENGINEERINGFEESTJE Configure-to-order (cto), system supplier MTA heeft daar ‘zeer positieve’ ervaringen mee opgedaan. En deelt die met ketenpartners. ‘Om maximaal profijt te halen, moet de hele supply chain daarin mee’, verklaart algemeen directeur Patrick Geerts. ‘Als first tier, bij wie oem’ers een steeds groter stuk van de ketenregie neerleggen, past ons een proactieve rol om daar stappen in te maken.’

John Willems, salesmanager bij MTA: ‘Het begint aan de voorkant, bij sales. Daar moet je donders goed weten wat de markt, de klant vraagt.’ Foto: Vincent Knoops

DOOR PIM CAMPMAN

ind vorig jaar was MTA in Helmond gastheer van de ‘CTO Awareness Dag’. Wat is cto? Wat schiet je ermee op? En wat komt er allemaal bij kijken om dat te implementeren? Deze vragen stonden die (mid)dag centraal. Zo’n twaalf oem’ers uit de Brainport-regio, relaties van MTA, kwamen erop af. Jeroen Vos, managing director van Asintik, stuurde de geanimeerde bijeenkomst aan. Zijn bureau, gevestigd in Groningen – ‘met een tweede kantoor in Eindhoven zijn we bezig’ – ondersteunt ondernemers om te groeien. ‘Onze competentie is configure-toorder. Die voegen we toe aan het ontwerpteam van onze klant. Geen team met alleen engineers, maar met ook mensen van sales, inkoop, produc-

E 52

februari 2016

tie, logistiek, kortom de hele keten. Samen met zo’n multidisciplinair team – of beter, als tijdelijk teamlid – stellen we ontwerpen van een productplatform en supply chain samen.’ Tijdens zo’n exercitie, bij een gezamenlijke klant/oem’er, leerden Asintik en MTA elkaar kennen – en dat klikte. Vos: ‘We hebben dezelfde filosofie en zijn complementair aan elkaar. MTA is in zijn rol van system supplier sterk in ontwikkeling/engineering en productie, wij zitten in het traject ervoor.’ Uit die relatie ontstond het idee om samen een CTO Awareness Day op touw te zetten.

SMEERMIDDEL Als die middag één ding duidelijk werd, dan is het dat je een organisatie niet even snel, op ’n achternamiddag, ‘cto-compliant’ maakt. En, ja dat

TOPIC VAN ETO NAAR CTO

ook, dat de machinebouw in Brainport – die inzet op high mix, low volume, high complexity – daar veel baat bij kan hebben. Vos: ‘Veel doen projecten die toch geheel of grotendeels klantspecifiek zijn, ieder volgend project wéér. Want iedere klant heeft andere wensen en eisen. Dat triggert om je af te vragen: hoe kunnen we nou intern de zaak beheersbaar krijgen en toch de gewenste diversiteit aan klanten bieden? Dat zet ze op het spoor van cto, ook wel smart customization of modulair ontwerpen genoemd.’ Patrick Geerts van MTA: ‘Cto is het smeermiddel dat je in staat stelt om aan de voorkant customized systemen aan je klanten te verkopen, terwijl je het aan de achterkant dusdanig georganiseerd hebt dat je toch nog steeds de voordelen hebt van kleinschalig seriematig produceren en een korte leadtime. Dus met zo min mogelijk verstoringen in je processen, zonder dat de kosten en doorlooptijden torenhoog oplopen – en je in nog een nieuw pand, nog meer personeel en equipment moet investeren. Want onze klanten eisen juist dat we hun functionele modules steeds sneller en goedkoper ontwikkelen en leveren. De kunst is om méér te doen met wat je hebt – niet door maar harder en harder te werken, want dat houdt een keer op, maar door slimmer, efficiënter te werken.’

ONTKOPPELPUNT Cto maakt dat in principe mogelijk. In principe, want bij het goed implementeren komt heel wat kijken. Geerts: ‘Je zult van een project- naar een procesorganisatie moeten. Je gaat onderscheid maken tussen standaardfunctionaliteit en product- en/of klantspecifieke functionaliteit. Waarbij je je heel goed moet afvragen waar het ontkoppelpunt ligt: welk deel van het systeem dat de klant vraagt is standaard en welk deel specifiek voor hem? Wat vóór het ontkoppelpunt ligt, kun je seriematig maken en logistiek perfect inrichten, zodat je orders aan je second tiers en dieper de supply chain in voorspelbaar zijn en daar beter in te plannen, waardoor je kostenefficiënt blijft en de leverbetrouwbaarheid beter is. En voor wat na het ontkoppelpunt ligt, configureer je zeg maar


optionele kits – klant- en productspecifieke opties/configuraties waaruit de klant kan kiezen.’ Maar welke opties configureer je, bied je klanten aan? Daar komen die multidisciplinaire ontwerpteams om de hoek kijken. Of, zoals tijdens de CTO Awareness Dag regelmatig werd beklemtoond: cto is geen engineering-feestje; alle disciplines in de organisatie en de supply chain hebben daar een rol in te spelen. John Willems, salesmanager bij MTA: ‘Dat begint aan de voorkant, bij sales. Daar moet je donders goed weten wat de markt, de klant vraagt; hoe het zit met de diversiteit in die vraag. Die inventarisatie moet je heel goed doen, niet één keer maar steeds weer. Pas dan kun je je zaakjes zo inrichten dat je engineering- en productietechnisch de snelheid erin houdt en kostenefficiënt blijft.’ Waar Patrick Geerts aan toevoegt dat sales alle opties en de consequenties ervan door en door moet kennen en, aan de hand van een matrix (productconfigurator, red.), met klanten moet bespreken. ‘Zo van: op deze optie zit tien weken levertijd, op die tien dagen; aan jou de keuze.’

HANDEN OP ELKAAR Die manier van werken vraagt om een nieuw organisatorisch model en een andere mindset binnen de organisatie, sterker: de hele supply chain. Willems: ‘Het is zaak dat de oem’er de hele keten meekrijgt. Dat begint aan z’n eigen voordeur. Zijn sales moet zich heel goed realiseren wat de eindgebruiker per se wil en niet per se hoeft –

en wat de supply chain kan behappen en wat niet, binnen de vereiste levertijd en kosten.’ Veel moet op de schop: engineering moet anders – minder solitair – gaan werken, de rol van sales verandert, productie mengt zich in maakbaarheidskwesties. En ook de partijen dieper de supply chain in moeten hun werkwijze wellicht aanpassen. Fascinerend, maar met de nodige obstakels. Geerts: ‘Op boardniveau worden de voordelen van cto

acht tot tien dagen.’ De omloopsnelheid neemt enorm toe, wat de basis is voor groei.’

PROACTIEF Met die CTO Awareness Dag levert MTA een kleine, maar waardevolle bijdrage om die mindset in de hele supply chain tussen de oren te krijgen. Patrick Geerts: ‘Veel oem’ers krijgen dat alleen niet voor elkaar, als ze er al mee bezig zijn.

‘Ook partijen dieper de supply chain in moeten hun werkwijze wellicht aanpassen’

meestal snel begrepen, krijgen we de handen op elkaar, de voordelen in kosten en leadtime-reductie zijn soms enorm. Maar dat in de operationele organisatie aan de man brengen heeft meer voetjes in de aarde. Begrijpelijk, dit betekent nogal wat – is niet iets wat je er zomaar even tussendoor fietst. Maar uiteindelijk praat je wel over een aanpak/werkmethode die gaat zorgen dat de oem’er en zijn suppliers concurrerend blijven, toekomst hebben en kunnen groeien.’ MTA heeft dat in een aantal projecten ervaren: ‘Voor bepaalde systemen hebben we met cto de levertijd weten te verlagen van acht tot tien weken naar

We zien daar nog steeds vaak een projectmatige manier van werken – en dan verlies je het op kosten en doorlooptijden. Met dit event hebben wij de handschoen opgepakt. Dat past in de rol die oem’ers ons, als first tier, steeds meer toebedelen: meer verantwoordelijkheden, meer regie over hoe de supply chain acteert – dus, zeggen wij, proactief zijn. Met als doel dat we daar hier in Brainport allemaal beter van worden.’

www.m-t-a.nl www.asintik.com

februari 2016

53


Langdurige precisie. De hoogwaardige medische techniek vereist stabiele resultaten in het productieproces. Daarop zijn de Hermle-machines uitstekend ingesteld.

Hermle bewerkingscentra zijn duurzame meesters van de microprecisie. In vijf assen worden tot 2500 kilogram zware werkstukken bewerkt – met een nauwkeurigheid van slechts enkele micrometers. Voor perfecte resultaten.

Technishow in Utrecht 15. -18. maart 2016

www.hermle-nederland.nl Hermle Nederland B.V. · Venloseweg 70d · 5961 JD Horst · Nederland · Telefoon 077-3961761


INNOVATIE

RIJDEN OP WATERSTOF VERGT INVESTERING AUTO-INDUSTRIE EN OLIEMAATSCHAPPIJEN

UITFASERING BRANDSTOFMOTOREN: NOG MAAR NEGENTIEN JAAR TE GAAN De omschakeling naar rijden op waterstof maakt nieuwe businessmodellen mogelijk en biedt de Nederlandse industrie veel kansen. Ondanks de wenkende perspectieven zijn er nog wel de nodige technologische (en politieke) hobbels te nemen, zo leert een rondje langs experts. Intussen geeft China flink gas. De Europese energiesector en automotive moeten dus wel doorpakken.

• ‘Dankzij waterstofcel zie ik auto’s een hele sprong maken.’ • ‘China voorop in elektrisch rijden – batterijen én brandstofcellen.’ • ‘Alleen kansrijk als het breed wordt opgepakt, liefst Europees.’ • ‘Bij rijden op waterstof blijven de pompstationhouders in beeld.’

‘De komende vijf jaar staan 12.000 laadstations en 4,8 miljoen laadpunten gepland om de voorziene vijf miljoen batterij-elektrische auto’s te kunnen bedienen. De overheid subsidieert die ontwikkeling zwaar en zet in eerste instantie in op goedkope voertuigen met 350-barsystemen. Wij zoeken dan ook naar Chinese partners om onze technologie verder te brengen.’

ENERGIEDRAGERS

In de auto van de TU Eindhoven wordt mierenzuur omgezet in waterstof voor een brandstofcel. Foto: Bart van Overbeeke

DOOR WILMA SCHREIBER

an Piet van der Meer van de Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA) weet het zeker: rijden op waterstof heeft de toekomst. ‘Kijk naar de afspraken in het Energieakkoord en van de klimaattop. Vanaf 2035 moeten alle verkochte auto’s nulemissie zijn of kunnen zijn, dus batterij- of brandstofcel-elektrisch. Dat is nodig om in 2050 de afgesproken zestig procent CO2-reductie te realiseren. We hebben dus nog negentien jaar om alle brandstofmotoren uit te faseren. Alleen heeft de industrie, bij de huidige zeer betrouwbare technologie en lage olieprijs, geen enkele reden om te veranderen. Dus moet de overheid de regie op zich nemen.’ Ook Dick de Jongste, mede-eigenaar/ceo van Teesing Industrial Systems in China, stelt dat niemand wil betalen voor schone energie. ‘Er is alleen belangstelling als er subsidie op zit. We zitten nu in de fase tussen hemel en aarde. Mensen

J

moeten nog veel geld neertellen voor een waterstofauto. Anderzijds zijn alle autofabrikanten ermee bezig en zijn er al enkele commerciële voertuigen beschikbaar. En er komt steeds meer aandacht voor de benodigde technologie en infrastructuur. Toch heeft rijden op waterstof alleen kans van slagen als dit breed wordt opgepakt, liefst Europees.’ Van der Meer beaamt dit. ‘In feite staat alles klaar, nu moeten de autoindustrie en de oliemaatschappijen gaan investeren.’ De doelstelling in het Actieplan van het Energieakkoord luidt: twintig tankstations en 2.000 auto’s in 2020. Inmiddels is er een gecertificeerde standaard en veilige technologie, waarbij is gekozen voor waterstof op 700 bar voor personenauto’s en 350 bar voor vrachtwagens en bussen. Teesing Group ontwikkelde samen met de Tongji Universiteit in Shanghai een technologie om efficiënt waterstofauto’s te vullen met 700 bar waterstof. De Jongste stelt dat China vooroploopt in elektrisch rijden – batterijen én brandstofcellen.

Nul emissie is niet het enige voordeel van rijden op waterstof. ‘Het is geluidloos, je trekt op als een lier en verbruikt nog maar de helft van de energie vergeleken met de energiezuinigste auto’s nu. En met elektronica kun je de auto zo comfortabel maken als je wilt. Wat dat betreft zie ik auto’s een hele sprong maken’, zegt Van der Meer van NWBA. ‘Daarbij moet Europa in mijn ogen op termijn streven naar energieonafhankelijkheid. Per dag importeren we nu voor één miljard euro aan olie en gas; een aardig budget om nieuwe waterstoftechnologie in te voeren.’ Carlo van de Weijer, director strategic area Smart Mobility aan de TU Eindhoven (TU/e), wijst op deels terechte kritiek uit de VS op rijden op waterstof. ‘Het kost door dubbele omzetting drie keer zo veel energie als rijden op batterijen, het systeem van Tesla. Voor de langere termijn hoeft dat geen probleem te zijn, vanwege de verwachting dat elektrische energie bijna gratis zal worden. Verder worden batterijen momenteel snel goedkoper, maar dat kan op termijn ook gebeuren met brandstofcellen. Rijden op waterstof is alleen een alternatief voor de lange afstand en voor zwaardere voertuigen, zoals vrachtwagens, schepen en vliegtuigen die niet makkelijk op batterijen zullen gaan rijden. Daar heb je energiedragers voor nodig.’ Vandaar dat de TU/e inzet op het ‘knutselen’ aan alternatieve moleculen om groene energie op te slaan. ‘We kijken met name LEES VERDER OP PAGINA 57

februari 2016

55


De TruLaser Robot 5020 Flexibel ingericht. De machine wordt volgens uw eisen uit gestandaardiseerde modulen optimaal ingericht. Daarbij is de machine altijd perfect afgestemd op de gewenste applicatie: laserlassen, lasercladden, scannerlassen en lasersnijden. De korte stel- en programmeertijden zijn slechts enkele voorbeelden van deze gebruikersvriendelijke installatie. De machine verdient zich uiterst snel terug en kan naar wens enkelstuks of serieproductie vervaardigen. www.nl.trumpf.com


VERVOLG VAN PAGINA 55

naar mierenzuur en methaan, die makkelijker zijn op te slaan dan waterstof.’ Afgelopen najaar ontvingen TU/e-studenten 50.000 euro van technologiestichting STW om een auto te bouwen die rijdt op mierenzuur, dat in de auto wordt omgevormd naar waterstof voor een brandstofcel. Collega-studenten van de Universiteit Twente doen als Green Team Twente mee aan de Ecomarathon van Shell met een zelfgebouwde waterstofauto. Hiervoor heeft het team vorig jaar samen met het Duitse Zentrum für Brennstoffzellentechnik een waterstofcel ontwikkeld. De auto komt uit in de urban concept class, wat betekent dat ie zo realistisch mogelijk de stadsauto van de toekomst moet verbeelden. Kristel de Groot, hoofd externe betrekkingen Green Team Twente: ‘Er zitten dus spiegels op, ruitenwissers, een claxon. Om de zuinigheid te meten, rijd je acht rondjes en moet je na elke ronde volledig tot stilstand komen en weer optrekken. Verder moet je binnen de tijdslimiet binnenkomen. Vervolgens wordt gekeken welke auto het minste brandstof heeft verbruikt.’ De waterstofcel is speciaal voor het Green Team Twente ontwikkeld. ‘Het hoefde voor ons doel geen krachtige cel te zijn, het gaat vooral om zuinigheid en efficiëntie’, aldus De Groot, die de indruk heeft dat waterstof voor Shell interessanter is dan elektrisch. ‘Bij elektrisch rijden laden mensen toch vooral hun auto thuis op, terwijl bij rijden op waterstof de pompstationhouders in beeld blijven.’

VRAAGBUNDELING Volgens Ad van Wijk, bijzonder hoogleraar Future Energy Systems aan de faculteit Werktuigbouwkunde van de TU Delft, geven de voordelen van rijden op waterstof toch de doorslag. ‘Allereerst de actieradius. Met vijf kilo waterstof kan een auto vijfhonderd kilometer rijden; daar heb

De zelfgebouwde waterstofauto waarmee het Green Team Twente in 2016 meedoet aan de Eco-marathon van Shell. Foto: Green Team Twente

je 400-500 kilo aan batterij voor nodig. Daar komt bij dat je in twee tot drie minuten je tank volgooit, net als bij benzine of diesel. Opladen duurt zes tot acht uur en bij de snellader van Tesla ben je minimaal dertig minuten kwijt om weer driehonderd kilometer verder te kunnen. En tot slot kun je in geval van waterstof gebruikmaken van de bestaande infrastructuur, kwestie van een pomp bijplaatsen. Als je overal laadstations wilt neerzetten, zul je fors moeten investeren in zwaardere elektriciteitskabels.’ In ons land rijden momenteel zeven Hyundai waterstofauto’s, dit jaar worden dat er zestien. De bestuurders zijn afhankelijk van twee tankstations, in Rhoon en Helmond. ‘Dan zie je dat Nederland geen autoproducerend land is. In Duitsland, economisch voor een derde afhankelijk van de auto-industrie, trekken Mercedes en BMW samen op met Shell en Total om een tankinfrastructuur te bouwen’, vertelt Van der Meer van NWBA. ‘Ons voorstel is dan ook: doe aan vraagbundeling. Als een pomphouder zeker weet dat hij 100-150 klanten heeft, is de investering exploitabel te krijgen.’ Ook de waterstofproductie moet nog vergroend worden. Momenteel is Nederland de grootste producent van Europa, vooral vanwege Rotterdam, waar raffinaderijen waterstof gebruiken om fossiele brandstoffen te zuiveren. ‘Dat gebeurt met aardgasgestookte installaties, zowel energetisch als financieel een effectieve methode. In de toekomst moet overgeschakeld worden naar wind- en zonne-energie’, zegt Van der Meer. Dat is precies het werkterrein van Van Wijk. ‘Winden zonne-energie kun je door middel van elektrolyse omzetten in waterstof. Bijvoorbeeld de overschotten die je niet kwijt kunt aan het net. Maar je kunt ook denken aan grote drijvende windturbines ver op zee, vanwaar de geproduceerde waterstof per schip naar land wordt getransporteerd. Hierover hebben we contact met een aantal offshorebedrijven. Verder heeft IJsland veel waterkracht. De overtollige energie laten ze nu weglekken, maar die zou je ook kunnen gebruiken om voor nul cent waterstof te produceren.’

GROEIPOTENTIEEL Teesing ontwikkelde in samenwerking met internationale partners een eigen vulsysteem voor waterstof. Foto: Teesing

De omschakeling naar rijden op waterstof biedt de Nederlandse industrie veel kansen, stelt Jan

Piet van der Meer. ‘Alle bedrijvigheid rond auto’s, zoals bouwers van installaties, tankstations, vrachtwagens en generatoren, kan vol aan de bak. Via het Nationaal Waterstofplatform zijn we bezig alle ketens aan elkaar te krijgen voor een zo efficiënt mogelijke aanpak. Er zijn nog hobbels te nemen en dat moeten we samen doen.’ Borit, in het Belgische Geel, is een van de bedrijven die als componentenmaker profiteert van de opmars van de brandstofcel. ‘Voor de komende vijf jaar verwachten we meer dan honderd procent groei in deze markt en ook de markt voor elektrolyseapparaten kent een hoog groeipotentieel’, zegt industrial projectmanager Leo Oelbrandt, die wijst op de vele samenwerkingsverbanden tussen autofabrikanten, de aanstaande introducties van commerciële waterstofauto’s en andere toepassingen zoals de elektriciteitsvoorziening van huizen. Ook Ad van Wijk noemt de brandstofcel als energieleverancier voor de eigen woning. ‘Als je auto’s uitrust met tien kilo waterstof, levert dat 250 kWh op; genoeg om een hele woonwijk één dag van stroom te voorzien. De huidige elektriciteitscentrales leveren in totaal 20.000 MW. Als je nagaat dat we jaarlijks 400.000 nieuwe auto’s aanschaffen die gezamenlijk goed zijn voor 40.000 MW, dan zijn die elektriciteitscentrales straks overbodig.’ Van Wijk’s verwachting is dat de transport- en energiesector steeds nauwer verweven raken. ‘Dat Eneco een autoleasebedrijf wordt, zeg maar. Dat leidt tot heel andere businessmodellen, helemaal als die auto’s ook nog eens zelfrijdend worden.’ Ook voor Dick de Jongste is de waterstofeconomie een lonkend vergezicht. ‘Nu is bij schone opwekking de opslag van overcapaciteit nog een probleem. Slagen we erin die langer te bewaren en waterstof in plaats van aardgas door de pijpen te laten stromen, dan is brede toepassing in industrie en huishoudens mogelijk.’

www.nwba.nl www.teesing.nl www.tue.nl/smartmobility www.greenteamtwente.nl www.thegreenvillage.org www.borit.be

februari 2016

57


VEILIGHEID

HACKERS LIJKEN OP WEG NAAR NIEUWE MAKKELIJKE SLACHTOFFERS VAN CYBERCRIMINALITEIT

DE INDUSTRIE IS AAN DE BEURT Hackers hebben de grote vruchten tussen het laaghangend fruit, in casu de banken en verzekeraars, inmiddels geplukt. Die hebben zich vervolgens een stuk beter beveiligd. Dus gaat de hacker, net als ‘gewone’ inbrekers, op zoek naar nieuwe wegen van de minste weerstand, naar waar het meest te halen is. En dan komen ze onder meer uit bij de industrie. Marcel van Oirschot van Fox-IT luidt de noodklok. En met hem vele anderen, zoals het ministerie van Veiligheid en Justitie, het NCSC en ABN AMRO.

• Uit onderzoek blijkt dat acht van de tien industriële bedrijven al zijn gehackt. • ‘Kennis van de gevaren is in die sector nog heel basic.’ • ‘Machinebouwers hebben nauwelijks geld over voor een ervaren ict’er.’ • ‘Een virusscanner en een goede back-up zijn echt niet voldoende.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

ls je bij Fox-IT in Delft naar binnen wilt, moet je je eerst identificeren bij de slagboom, dan aanbellen bij een camerabewaakte deur en daarna melden bij een receptionist die om je paspoort vraagt. En wil je een foto maken, dan staat er direct een beveiliger naast je, om poolshoogte te nemen. Een bedrijf gespecialiseerd in cybersecurity moet toch vooral bevreesd zijn voor inbraken via de glasvezelkabel en niet via de voordeur? ‘Window dressing? Je laat je niet knippen door een kapper met lang en vet haar; dat effect speelt natuurlijk mee. Maar wij zijn als ABDO-bedrijf (Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten, red.) gecertificeerd door de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, red.), en die legt ons deze maatregelen op’, verklaart commercieel directeur Marcel van Oirschot. En de AIVD stelt die eisen omdat Fox-IT onder meer apparatuur levert voor het versleutelen van data voor de overheid. ‘Ook leveren wij die klant onze DataDiode, die ervoor zorgt dat gegevens alleen van a naar b gestuurd kunnen worden. Kan de ontvanger niet terugpraten, dan kan van daar ook geen informatie worden opgehaald door onbevoegde derden’, legt hij uit.

A

Marcel van Oirschot: ‘Inbraken kunnen de slachtoffers niet alleen hun voorsprong kosten, maar ook forse reputatieschade berokkenen.’ Foto: Com-magz

STAAN ER DIGITALE ACHTERDEUREN OPEN?

LUIE HACKER Aandrijftechnologiebedrijf Lenze heeft recent geïnventariseerd of er ‘digitale achterdeuren’ openstaan. ‘Wij investeren fors in cybersecurity en hebben daarvoor wereldwijd ruim vijftig medewerkers rondlopen’, vertelt Marc Vissers. ‘Maar nog niet iedereen in de keten is zich voldoende van de gevaren bewust, merken we. Als onze eindklanten de veiligheid niet op orde hebben, kunnen wij alsnog een probleem krijgen.’ Want voor het onderhouden van de Lenze-modules in productiemachines belt het bedrijf in, net als om storingen te verhelpen en software-updates uit te voeren. ‘Als die eindklant zijn

58

februari 2016

deel van de communicatie niet goed beveiligd heeft, kunnen we tijdens dat inbellen gehackt worden. Met bijvoorbeeld als risico dat een hacker de machinebesturing overneemt.’ Om zulke situaties te voorkomen, werkt Lenze samen met machinebouwers en eindklanten aan het opstellen, implementeren en voortdurend updaten van protocollen. ‘Daarin staat onder meer welke medewerkers welke vrijgave krijgen. Zelf laten wij daarvoor onze mensen screenen.’ www.lenze.com

Die Datadiode wordt ook ingezet voor de beveiliging van data voor de besturing van olie-, gasen elektriciteitsleidingen. Maar in de industrie wordt, voor de communicatiebeveiliging binnen en tussen plants en de diverse schakels in de toeleverketen – van machine naar machine en van mens tot mens – dergelijke technologie nog nauwelijks toegepast, geeft Van Oirschot aan. Terwijl dat voor de hacker een steeds interessantere markt wordt. ‘Een hacker is lui. Net als de inbreker kiest die voor het huis van de buren als hij denkt daar makkelijker binnen te komen en meer te kunnen halen. Dus begon hij met zijn inbreek-


De nieuwe Wet bescherming persoonsgegevens, op 1 januari 2016 ingegaan, kan grote gevolgen hebben voor het mkb. Pijnpunt is de ‘meldplicht datalekken’, de verplichting om een ernstig datalek, waarbij persoonsgegevens zijn verloren of gestolen, direct te melden bij het College Bescherming Persoonsgegevens. De nieuwe wet zegt dat ondernemers moeten aantonen dat ze niet nalatig zijn geweest. Wie ernstig blundert, of verzuimt om een datalek te melden, kan rekenen op maximaal 820.000 euro boete, of tien procent van de jaaromzet. De eindverantwoordelijke voor gevoelige data is ook eindverantwoordelijk voor de beveiliging daarvan, stelt die wet. Dat legt een nieuwe uitdaging bij kleine bedrijven waar de it-kennis vaak gering is. Omdat

voor een ondernemer niet te doorgronden is of de partijen waarmee hij samenwerkt de juiste maatregelen getroffen hebben, raadt Marcel van Oirschot aan minimaal een ‘bewerkersovereenkomst’ op te stellen. Dat is een wettelijk verplicht document voor ondernemers die het verwerken van persoonsgegevens aan een andere partij willen uitbesteden. Het biedt de mogelijkheid om partijen vooraf verantwoordelijk te stellen bij mogelijke nalatigheid. Alternatief is een ‘it-audit’ (een robuustheidstest) te laten uitvoeren. ‘Dat behoort tot onze service. Het biedt geen garantie dat de it veilig genoeg is, maar brengt wel de risico’s in kaart.’ www.rijksoverheid.nl

STEVIGE GROEI WERELDWIJDE CYBERSECURITY-MARKT 100

95 MLD OMZET IN MILJARDEN EURO

werk bij de banken. Die zijn zich daarop veel beter gaan beveiligen. Waarna de verzekeraars aan de beurt waren, want ook daar gaan grote bedragen om. Inmiddels is het ook daar steeds lastiger om binnen te komen, dus gaat hij op zoek naar andere sectoren waar veel te halen valt. Zoals de internetwinkels, vooral aan de leverancierskant. Om honderd iPhones op een ander adres te laten bezorgen of de betaling naar een ander rekeningnummer te leiden.’ Het volgende slachtoffer in de rij is, naar Van Oirschot’s overtuiging, de industrie met al haar ERP-portals en online productie- en verpakkingslijnen. ‘Maar de kennis van dat gevaar is daar nog heel basic. Uit onderzoek van Deloitte blijkt dat acht van de tien industriële bedrijven al zijn gehackt, maar vaak merken die daar niets van. Uit ander onderzoek, van het NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum, red.), komt naar voren dat hackers pas als ze gemiddeld tweehonderd dagen binnen zijn, worden gedetecteerd (met technologie als Fox-IT in huis heeft, red.). Of doordat hackers zoveel ‘herrie’ maken dat de ict’ers het wel móeten merken. Bijvoorbeeld omdat ze geconfronteerd worden met een spamaanval of gebeld worden door de internetprovider die de grote stroom gekopieerde data die het bedrijf uitgaat begint op te vallen. Vaak wordt bewust op de ene plek veel herrie gemaakt, zodat die ene ict’er waar een bedrijf over beschikt te druk is om de cyberinbraak op een andere plek te kunnen voorkomen.’

WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS: GROTE GEVOLGEN VOOR DE KETEN

80

60

73 MLD

9,5% GROEI GEMIDDELD PER JAAR

40

IP VERHANDELEN Van Oirschot verwijst regelmatig naar allerhande onderzoek, om te voorkomen dat het idee ontstaat dat hij onrust zaait ten faveure van de eigen business, terwijl daar geen aanleiding voor zou zijn. ‘Tal van onderzoeken (zie kader ‘Andere onderzoeken’, red.) tonen aan dat na de banken en de verzekeraars nu de retail, logistieke bedrijven en hightech-industrie aan de beurt zijn. En ook blijkt dat bijvoorbeeld machinebouwers nauwelijks geld over hebben voor een ervaren ict’er. Met als gevolg dat de inbraken bij hun klanten plaatsvinden via onder meer de remote maintenance-verbindingen met hun installed base.’ In de industrie gaat het de hackers erom geldstromen om te buigen, maar ook om ip te vergaren en verhandelen. Dat laatste gebeurt op een tweede internet, wel ‘darkweb’ genoemd. ‘Wie die naam verzonnen heeft, weet ik niet, maar daar wordt van alles verhandeld. Via een speciale browser die je anonimiteit borgt – de Tor-browser bijvoorbeeld – krijg je toegang tot marktplaatsen waar voor een paar dollar emailadressenlijsten verkocht worden en, voor hogere bedragen, wapens, medicijnen en drugs – en ook gedetailleerde databases, compleet met rekeningnummers en natuurlijk ip. Want dat kan een concurrent jaren ontwikkeling schelen. Inbraken kunnen de slachtoffers hun voorsprong kosten, maar ook forse reputatieschade berokkenen.’ Van Oirschot onderscheidt drie categorieën: hobbyhackers – die vooral irritant zijn –, professionele hackers en overheden. ‘Die laatste groep huurt dikwijls de tweede in. Nee, dat zijn niet zozeer de West-Europese overheden, maar wel de Ameri-

20

2015

2018

Bron: Gartner, Markets and Markets (bewerking door ABN AMRO)

kaanse, uit hun behoefte aan controle. En de Russische en Chinese. China steeds als slecht voorbeeld opvoeren, dat lijkt gemakkelijk. Maar wij vinden vaak logfiles die gesteld zijn in Chinese tekens; dan is het onwaarschijnlijk dat er een westerse hacker bezig is geweest.’ Zijn dringende advies aan de managers van Nederlandse industriële bedrijven met een vestiging in China: ‘Koppel die los van de vestigingen hier of investeer in de beveiliging. Nee, een virusscanner installeren en een goede back-up zijn echt niet voldoende. En ga je op zakenreis naar China, gebruik dan een andere laptop en hang die – weer thuis – nooit aan het bedrijfsnetwerk.’

FORSE GROEI Ter onderbouwing van zijn betoog geeft Marcel van Oirschot een lijst van onderzoeksrapporten mee (zie kader). Intussen groeit Fox-IT fors. Precieze getallen kan hij niet noemen – sinds de overname in november door het Britse NCC mogen de cijfers alleen nog via dit multinationale, beursgenoteerde internetbeveiligingsbedrijf naar buiten. Wel mag hij kwijt dat de Delftse onderneming sinds de start in 1999 elk jaar ‘met double digit percentages’ is gegroeid. Inmiddels

staan 225 mensen op de loonlijst, onder wie veel ethical hackers. ‘Natuurlijk zit er wel een gewezen hobbyhacker tussen, maar iedereen die hier werkt is gescreend door de AIVD. Nee, we betalen hier normale salarissen. Zie het als een roeping, zoals anderen kiezen voor het beroep van onderwijzer of verpleger.’ www.fox-it.com

ANDERE ONDERZOEKEN In een recent rapport pleit ABN AMRO voor openheid over cybercrime-aanvallen: ‘Dan kunnen nieuwe typen cybercrime-software snel gesignaleerd en onderzocht worden. Delen van informatie en kennis verbetert de cybersecurity in het hele bedrijfsleven.’ Zie voorts de site van Link voor een overzicht van relevante onderzoeken en publicaties. insights.abnamro.nl/tag/cybercrime www.linkmagazine.nl

februari 2016

59


PROCESVERBETERING

ATD MACHINERY WERKT MET TECHNISCH DOCUMENTATIEPAKKET VAN CARDS PLM SOLUTIONS

‘KLANTEN EN MONTEURS WILLEN NIET MEER ZONDER’ De Brabantse Kempen is een belangrijk centrum van de sigarenindustrie. Royal Agio Cigars in Duizel zet jaarlijks wereldwijd maar liefst 750 miljoen sigaren weg. En ATD Machinery, de vroegere Agio Technische Dienst, is ’s werelds grootste ontwikkelaar en bouwer van sigarenproductiemachines. In 2015, twee jaar na de verzelfstandiging, verhuisde ATD naar een volledig nieuw, eigen pand in Hapert. En het investeert fors in automatisering. Zo implementeerde ATD samen met cards PLM Solutions uit Best een customized versie van technisch documentatiepakket Cortona3D RapidAuthor. ‘Onze klanten en monteurs zijn er erg enthousiast over.’

Paul Bax bij een sigarenproductiemachine in opbouw: ‘Wij combineren ruim 45 jaar kennis van machinebouw met meer dan 110 jaar ervaring in sigarenproductie.’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR PIM CAMPMAN

A

TD Machinery heeft het ‘lekker druk’, vertelt salesengineer Paul Bax in de nieuwbouw op het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert. ‘We hebben ruim zestig medewerkers in vaste dienst, en daarnaast momenteel verschillende inleenkrachten. Dat is veel voor deze branche.’ Het bedrijf combineert, zoals hij het uitdrukt, ‘ruim 45 jaar ervaring in machinebouw met meer dan 110 jaar ervaring in sigaren-

60

februari 2016

productie (bij Agio Cigars, red)’. ATD levert een complete range machines voor iedere stap van het sigarenproductieproces, van tabakstansmachines tot en met complete verpakkings-/ boxfinishing-lijnen. Die worden allemaal in eigen huis ontwikkeld en gebouwd, vertelt Paul Bax. ‘Als totaalleverancier zijn wij voor onze klanten een one-stop shop.’

VOORSPRONG ATD Machinery is door de jaren heen sterk

gegroeid, met engineering/productontwikkeling als een drijvende kracht. ‘We zijn een innovatief bedrijf, dat ieder jaar weer nieuwe ontwikkelingen op de markt brengt. En al onze innovaties worden uitvoerig getest in onze eigen ‘testtuin’ (Bax doelt op Agio Cigars, red.). Samen met een grote flexibiliteit in organisatie en producten, en niet te vergeten de innige relatie met onze klanten, geeft ons dat een voorsprong op de concurrentie’, vertelt de salesengineer. De meest recente innovatie is de stickerlijn ALM2 TPD2, die in hoog tempo zeven waarschuwingsstickers en een banderol aanbrengt op sigarendoosjes. Die innovatiekracht vertaalt zich in een sterke marktpositie. ‘We zijn wereldwijd marktleider binnen onze niche, met MiddenAmerika, Europa en Azië als grote afzetgebieden. Naast heel veel kleine klanten hebben we ook heel grote. Met trots mag ATD alle grote namen in de sigaren- en sigarettenindustrie tot zijn klantenkring rekenen.’ Naast de hoofdvestiging op het Kempisch Bedrijvenpark heeft ATD Machinery sinds vorig jaar een revisiewerkplaats in de Dominicaanse Republiek, ATD Dominicana. ‘Machines van soms dertig, veertig jaar oud worden daar volledig gereviseerd en aangepast naar de laatste stand der techniek, waarna ze als nieuw terugkeren naar de klant.’ De nieuwbouwmachines worden in Hapert ontwikkeld en geassembleerd. Paul Bax: ‘Onze engineers en monteurs beschikken over een schat aan ervaring en knowhow. Monteurs die de machines hebben gebouwd, doen ook de installaties bij de klanten; zij kennen de machines immers als geen ander. Het over de wereld reizen hoort inmiddels tot de standaardwerkzaamheden van deze collega’s.’ Het merendeel van de machineonderdelen koopt ATD Machinery in bij leveranciers in de regio. Onderdelen waar unieke of heel specifieke kennis in zit, produceert ATD zelf in zijn eigen verspanende afdeling.

FLINKE ‘WIN’ Om de bedrijfsprocessen efficiënter en sneller te laten verlopen, heeft ATD Machinery de voorbije jaren flink in softwareondersteuning geïnvesteerd, met Siemens als ‘hofleverancier’. Zo


werkt de afdeling mechanical engineering met het 3D-CAD-pakket Solid Edge ST7, en electrical engineering met TIA Portal 13. Vorig jaar ging het nieuwe ERP-systeem (Microsoft Dynamics NAV) live. Nog een majeure verbetering is het technische documentatiepakket Cortona3D RapidAuthor. Hiervoor nam ATD cards PLM Solutions in de arm. De specialty partner voor ict-oplossingen van Siemens PLM Software in de Benelux implementeerde onder meer de ‘native importer’. Bjorn Hoeven, business application specialist bij cards PLM Solutions, legt uit: ‘Daarmee kun je 3D-data over machines en machineonderdelen die in Solid Edge beschikbaar is, direct en moeiteloos op een website zetten. Hierdoor kunnen klanten die data overal in de wereld online raadplegen – in 3D, waarbij je elk onderdeel kunt draaien en erop kunt inzoomen om het tot op detailniveau te bekijken.’ Naast het beschikbaar maken van informatie voor klanten, heeft cards PLM Solutions ATD Machinery ook geholpen om de (3D-)data die bij de montage heel goed van pas komt, op de werkvloer beschikbaar te maken. ‘Dit biedt’, aldus Hoeven, ‘een flinke ‘win’ in productietijd.’

ENTHOUSIAST Paul Bax beaamt dat volmondig. ‘Onze monteurs zijn erg enthousiast. Niet één machine wordt nog zonder die applicatie gemonteerd. We stuurden al wel 3D-modellen de werkplaats in, maar daar zaten geen stuklijsten of productietekeningen bij. Nu wel; zonder bij engineering te hoeven aan-

kloppen, kunnen de monteurs op artikelnummer zoeken, van elk onderdeel de beschrijving, het aantal en de productietekening ophalen en de machines in 3D bekijken. Waarbij ook zij tot op onderdeelniveau kunnen in- en uitzoomen, enzovoorts. Het werkt zó goed dat de monteurs niet meer zonder willen.’ Voor de klanten geldt het-

juiste informatie/documentatie beschikbaar. Daardoor zijn de hard-copy onderdelenboeken – in 2D en vaak lastig leesbaar – overbodig geworden. Verder is een groot winstpunt dat fouten, zoals het bestellen van verkeerde onderdelen, worden voorkomen. Het proces levert tijdwinst op, voor de klant en ook voor ons; in de zoek-

‘Het proces levert tijdwinst op, voor de klant en ook voor ons’

zelfde. ‘We hebben de oplossing van cards PLM Solutions gebruikt om een 3D-interactief portal te maken. Klanten die daar via onze website op inloggen, kunnen bij al hun machinegegevens: handleidingen, technische documentatie en de totale machine in een 3D-interactief model. Ze kunnen hun eigen machines tot op onderdeel niveau ‘uitkleden’ en zien waar een specifiek onderdeel zich in de machine bevindt, hoe het gemonteerd is en met welke bevestigingsmaterialen, wat het artikelnummer is – en zelfs kunnen ze direct een offerte aanvragen.’

tocht naar de oplossing voor zijn probleem heeft de klant de ondersteuning van ATD veel minder vaak nodig – dat kan hij of zij nu zelf.’ Binnenkort gaat met de hulp van cards PLM Solutions ook een Spaanstalige versie van de klantenportal live, voor de werkplaats in de Dominicaanse Republiek. ‘Dat wij, als relatief kleine oem’er, werken met een pakket dat ook Boeing, ASML en DAF gebruiken, zegt denk ik genoeg.’

TIJDWINST De voordelen zijn dus groot, voor zowel de klant als ATD Machinery. Paul Bax: ‘Je hebt snel de

www.atdmachinery.com www.cardsplmsolutions.nl

Creating new business for OEM with Bridging Technology.

februari 2016

61


Multi-Specialist voor maakindustrie en industrieel onderhoud

Biesheuvel Techniek met haar Business Units levert een compleet assortiment Industrial Supplies en Industrial Up-Time Services om het productieproces optimaal te laten functioneren. Industriële- en Onderhoudsklanten uit alle sectoren vertrouwen op Biesheuvel Techniek voor: Aandrijftechniek, Mechatronica, Lineairtechniek, Pneumatiek, Flow & Sealing, Tooling & Verspaning, Gereedschappen, Safety en andere Mechanische MRO productgroepen. Het is voor u van belang om het door u gemaakte product tegen een concurrerende prijs te produceren. Specialistisch advies is daarbij uitermate van belang. Onze Business Units hebben ieder een eigen specialisme waarin zij u kunnen adviseren.

Biesheuvel Groep B.V. Science Park Eindhoven 5047 5692 EB Son en Breugel Tel. 0800-1477 info@biesheuveltechniek.nl www.biesheuveltechniek.nl

Stamhuis LINEAIRTECHNIEK

• Industriële automatisering & Aandrijftechniek

• Lineairtechniek

• Tools, Tooling & Meettechniek

• Elektrische & Mechanische aandrijvingen

• Reparatie, Assemblage en Pneumatiek Services

• Safety, Hygiëne en Aanmeetservices


STRATEGIE

RIDDER DATA SYSTEMS AAN OPMARS BEZIG MET ERP-SOFTWARE RIDDER IQ

‘WE ZIEN VEEL POTENTIEEL, WE WILLEN GROEIEN’ Het gaat Ridder Data Systems in Harderwijk voor de wind, zeker sinds de introductie van het flexibele ERP-pakket Ridder iQ. Het buitenland lonkt, klanten uit allerlei branches melden zich, ook grotere bedrijven hebben interesse. Maar niet gevreesd, Ridder blijft zich onverminderd focussen op zijn klanten van het eerste uur: de kleinere en middelgrote bedrijven in de maakindustrie.

Gino Keijzer (links) en Kasper van Kekem: ‘Investeren in de wensen van grotere klanten komt ook de kleinere ten goede.’ Foto Maarten Hartman

DOOR LUCY HOLL

ino Keijzer is sinds een half jaar algemeen directeur van Ridder Data Systems. Hij volgde Henri Nugteren op, ruim 35 jaar de drijvende kracht achter het familiebedrijf. Nugteren legt zich nu meer toe op de Ridder Groep. Naast Ridder Data Systems vallen onder die holding ook bedrijven voor tuinbouwtechniek en tuinbouwautomatisering. Nugteren begon ooit met de ontwikkeling van software omdat hij geen geschikt ERP-pakket kon vinden voor de eigen productiebedrijven. Inmiddels telt Ridder Data Systems bijna honderd medewerkers en zo’n 800 klanten. Binnen de metaalsector is Ridder marktleider met zijn ERP-software. De snelle groei luidt een nieuw tijdperk in. En dat vraagt ook om een andere manier van managen. Er is nu een vierkoppige directie: twee directieleden met jarenlange ervaring bij Ridder en twee die vers bloed inbrengen. ‘Nieuwkomer’ Gino

G

Keijzer kwam naar Harderwijk vanuit Parijs, waar hij bij softwaregigant Unit4 verantwoordelijk was voor de Franse markt. ‘Ik heb ‘ja’ gezegd tegen Ridder, omdat ik het bijzonder vind om te werken voor een sterk familiebedrijf dat marktleider is in een tak van sport die ik nog niet ken. En ik ben zeer gecharmeerd van het product Ridder iQ.’

GROTERE KLANTEN Ridder iQ is van scratch af aan zelf ontwikkeld. Het bedrijf stak er miljoenen in. ‘Ridder R8, het pakket dat we hiervoor leverden, is een mooi systeem. Maar Ridder iQ steekt daar wat betreft flexibiliteit, functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid met kop en schouders bovenuit. De mogelijkheden voor integratie met andere systemen zijn enorm’, zegt Kasper van Kekem, achttien jaar werkzaam bij Ridder en sinds 1 januari commercieel directeur. ‘Hiermee lopen we een heel eind voor op onze concurrenten.’ De kinder-

ziektes zijn eruit, het product slaat aan, we hebben veel klanten overgezet van Ridder R8 op Ridder iQ. Ridder R8 is enkel Nederlandstalig, Ridder iQ is er in Nederlands, Engels, Duits en Frans; dat geeft mogelijkheden om ook internationaal te gaan uitbreiden. In eerste instantie wil Ridder Data Systems de thuismarkt Nederland nog intensiever gaan bedienen. Daarnaast gaat het bedrijf ook in België, waar nu al zo’n tien procent van de klanten zit, de markt sterker bewerken. Keijzer: ‘We hebben een marktaandeel in de metaalsector van ruim twintig procent en dat aandeel is met name hoog bij kleinere klanten tot vijftig medewerkers.’ Ridder wil meer grotere klanten bedienen, zoals nu al klant Bosman International in Aalsmeer, leverancier van systemen voor de glastuinbouw, waar 120 users met Ridder iQ werken. Grotere klanten stellen andere eisen. Ridder Data Systems LEES VERDER OP PAGINA 65

februari 2016

63


Meilink is specialist in het verpakken en vervoeren van industriële kapitaalgoederen. Wij beheersen de hele keten, van het ontwerp van de verpakking tot en met de aflevering van de goederen. Daarbij hebben we de omvang, de deskundigheid en de slagkracht om op elk onderdeel van de keten te zorgen voor maximale stabiliteit in alle opzichten. Wij waken over de waarde van uw kostbare goederen. Dat bedoelen we met ‘Securing Value’.

Het producten- en dienstaanbod van Meilink omspant de totale keten, van het ontwerp van de verpakking tot en met de aflevering van de goederen. Daarbij onderscheiden wij een zevental ketenoplossingen; specifieke expertisegebieden waarop we de markt van dienst zijn als waardevolle sparringpartner. Met deze combinatie van ‘Meilink Chain Solutions’ – die zowel afzonderlijk als gecombineerd kunnen worden ingezet – bieden wij een unieke propositie die past bij onze toonaangevende marktpositie.

Meilink Borculo B.V. Kamerlingh Onnesstraat 1 • 7271 AZ BORCULO 0545-253525 • borculo@meilink.eu

Meilink Schijndel B.V. Van Leeuwenhoekweg 35 • 5482 TK SCHIJNDEL 073-5442060 • schijndel@meilink.eu

Meilink Boxmeer B.V. Industriestraat 1 • 5831 AH BOXMEER 0485-561756 • boxmeer@meilink.eu

Varekamp Project Services B.V. Parkstraat 6 • 3016 BD Rotterdam 010-4367717 • exp@vpservices.nl

Meilink Edam B.V. Ambachtstraat 13 • 1135 GG EDAM 0299-682040 • edam@meilink.eu

IPS Technology Boschdijk 760 • 5624 CL Eindhoven 040-2647 200 • info@ips-technology.com

Meilink Raamsdonksveer B.V. Zalmweg 31 • 4941 VX RAAMSDONKSVEER 0162-574674 • raamsdonksveer@meilink.eu


VERVOLG VAN PAGINA 63

heeft met het oog op de expansie onder meer een module projectmanagement, projectplanning en business intelligence ontwikkeld. Ook mobiele applicaties voor het ontsluiten en bijhouden van data hebben alle aandacht, onder meer via de nieuwe Ridder iQ Service Remote-app. ‘Het managen van complexe projecten is bij grote klanten natuurlijk aan de orde van de dag. Investeren in die wensen van grotere klanten komt ook de kleinere ten goede’, zegt Van Kekem.

EVOLUTIE, GEEN OMMEZWAAI Ridder koestert zijn bestaande klanten, en ook de cultuur van het familiebedrijf wordt bewaakt. ‘We zijn niet uit op een complete ommezwaai. Dit is meer een logische evolutie’, aldus Keijzer. ‘Er zijn genoeg voorbeelden van grote familiebedrijven – neem Van der Leegte (VDL, red.) of Bavaria – die hun cultuur, werkwijze en manier van omgaan met klanten hebben weten vast te houden, ondanks de groei. Er zijn ook familiebedrijven die dat niet lukt. De eerste categorie is doorgaans vele malen succesvoller.’ Meer en grotere klanten vragen een andere aanpak qua implementatie, ze vergen andere consultancyvaardigheden. Ridder schrijft een blauwdruk voor ieder implementatietraject om zo effectief en snel mogelijk te kunnen implementeren. Maar wel op de Ridder-manier. ‘Onze klanten zijn no-nonsense ondernemers. Die zitten niet te wachten op standaard-ict’ers. We staan voor een pragmatische aanpak. Onze

NIEUW PARTNERSCHAP MET UNIT4 Afgelopen november sloten Unit4 en Ridder Data Systems een partnerovereenkomst. Het gaat om het dealerschap van Ridder voor de financieel-administratieve software Multivers van Unit4. Wie Ridder iQ gebruikt, kan zo op een compleet geïntegreerde manier schakelen tussen het logistieke en het financiële proces. Dat geeft nog meer inzicht in de bedrijfsvoering. Het wordt eenvoudig om alles wat nodig is vanuit de financiële administratie in het productieproces binnen de Ridder-software te zien, te controleren en te gebruiken. De samenwerking met Ridder Data Systems past in de nieuwe partnerstrategie van Unit4, aldus Martien Merks, sinds 1 oktober algemeen directeur Benelux bij Unit4. Hij ziet voordelen voor alle partijen. ‘De ERP-applicatie van Ridder richt zich op de maakindustrie. Zowel klantorder- als voorraadordergestuurde productiebedrijven kunnen met Ridder IQ hun productieproces verwerken. Door de samenwerking kan Ridder nu een totaalpakket aanbieden van het produceren van materialen tot het administreren in euro’s. En Unit4 betreedt zo een nieu-

aan behaalde synergie of snellere productontwikkeling, zegt hij. ‘Met een overname van een softwarebedrijf halen we wellicht klanten in een nieuwe branche binnen. Maar veel belangrijker is of de visie en het kwaliteitsniveau van de over-

‘Het proces levert tijdwinst op, voor de klant en ook voor ons’

consultants spreken de taal van de klant. Dat houden we vast.’ De groei zal autonoom verlopen, niet via acquisities. Keijzer kent weinig voorbeelden van succesvolle acquisities in de softwarewereld, afgemeten

namekandidaat met die van ons overeenkomen. We hebben nog niets concreets op het oog.’ Klanten uit andere klantordergestuurde sectoren, zoals de houtindustrie, kunststofindustrie, elektronica en scheepsbouw, tonen nu al zelf

we markt. De klanten van Ridder kunnen gebruikmaken van onze expertise op het gebied van de financiële software.’ De klanten krijgen, dankzij de directe koppeling tussen de beide systemen, extra gebruiksgemak. Unit4 en Ridder kunnen aan bestaande klanten van Ridder nu een geïntegreerde administratieve applicatie bieden waar dit voorheen op basis van ex- en import van gegevens ging. Ridder is het aanspreekpunt en verzorgt de directe integratie tussen de systemen en helpt mee om klanten de overstap naar Unit4 Multivers te laten maken. ‘Door deze twee producten samen goed in de markt te zetten, heeft de klant meteen veel baat van de integratie’, benadrukt ook commercieel directeur Kasper van Kekem van Ridder. UNIT4 en Ridder Data Systems werken overigens al jaren samen, bijvoorbeeld waar het gaat om de business intelligence-oplossingen QlikView en QlikSense.

www.unit4.com

actief interesse en dus komt die verbreding qua branches er toch wel.

CONNECTIVITY Ridder zet ook vol in op connectivity. De klant verwacht dat alles aan alles gekoppeld is en op elke plek te raadplegen. Het ERP-pakket Ridder iQ moet kunnen communiceren met financiële software, maar ook met de software die bijvoorbeeld de lasersnijmachine of productierobot aanstuurt. Van Kekem: ‘Daarom willen wij het koppelen van alle mogelijke data rondom de productie en het productieproces nog veel meer gaan faciliteren. Bij die connectivity heb je het natuurlijk ook over data uit de supply chain. Mensen verwachten steeds meer dat de informatie actief en op maat naar hen toe komt.’

www.ridder.nl

UNIT4 INTEGREERT COMMUNICATIEPLATFORM SLACK IN ERP-SYSTEEM BUSINESS WORLD Unit4 heeft het zakelijke communicatieplatform Slack geïntegreerd in zijn ERP-oplossing Unit4 Business World. Daardoor verlopen de communicatiestromen – via onder meer e-mail, sms en sociale media – tussen de personen die aan een project werken overzichtelijk en georganiseerd. En omdat die stromen automatisch in het ERP-systeem worden opgeslagen, gaat er minder kennis verloren, c.q. kan kennis uit het ene project eenvoudig in het andere worden hergebruikt. Medewerkers binnen een project hoeven niet meer afzonderlijk met elkaar te e-mailen. En teams kunnen in diverse kanalen

binnen een paar seconden gesprekken starten en organiseren, bijvoorbeeld over een specifiek project, onderwerp, team of klant. Dit verhoogt de productiviteit en efficiëntie. Deze integratie past in de visie van Unit4 op het ‘zelfsturende ERP’. Oftewel: applicaties leren van het gedrag van de gebruiker en leveren zakelijke inzichten. Hierdoor kunnen teams beter samenwerken en sneller reageren op kansen. ‘Slack groeit uit tot een populaire samenwerkingstool voor het bedrijfsleven, omdat het simpel te gebruiken is en veelgebruikte applicaties als Dropbox en Twitter met elkaar verbindt’, zegt

Martien Merks, managing director Benelux bij Unit4. ‘Het vervangt zakelijke e-mail nog niet meteen, maar is een krachtig alternatief voor het e-mailverkeer binnen teams. Zij kunnen binnen enkele tellen een samenwerking met elkaar starten, in een open of gesloten groep en per project of initiatief. Het onderstreept onze mensgerichte benadering van ERP.’ Het communicatieplatform Slack en de ERP-oplossing Unit4 Business World zijn beide vanaf pc en mobiele apparaten te gebruiken.

februari 2016

65


Met de inz et van van RapidAuthor RapidAuthor inzet vverbeter erbeter je het technisch publicatie pr oces en: proces

van het Verlaag Verlaag de kosten kosten van technisch publicatie pr proces. oces. Herbr uik vvan an niet alleen Herbruik ontw erp- en engineering data maar ontwerpook de ggerelateerde erelateerde delen vvan an tec hnische publicaties. technische publicaties. Verhoog Verhoog de omzet omzet op reserve reser ve onderdelen. complete, up-to-date Heb je een complete, voor al je onderdelen cataloguss voor producten? Is de catalogus interactief en gekoppeld gekoppeld aan je ebshop? Bestaat het bestel proces webshop? w an de gewenste gewenste uit het selecteren vvan onderdelen in een 3D-plaatje plus druk een dr uk op de bestelknop? Verkor t de ontwikkeltijden van Verkort ontwikkeltijden van technische publicaties. Star Startt met de tec technische hnische publicatie bij de eerste vversie ersie van van het 3D-model. van je h g de kwaliteit Verhoo Verhoog kwaliteit van technische publicaties. Werk met dezelfde data da als de Werk ontw erpers en engineers in plaats ontwerpers vvan an afg eleide documenten. Met afgeleide templates ggeeft eeft je alle technische technische publicaties hetzelfde uiterlijk. Controleer Controleer of technische publicaties beg repen worden. worden. begrepen van je technische technische publicaties Maak van trainingsmateriaal. RapidAuthor samen met Als je RapidAuthor gebr uikt Teamcenter e Siemens Teamcenter gebruikt dan: =LMQ GH YRRUGHOHQ YDQ 6LHPHQV =LMQ GH YRRUGHOHQ YDQ 6LHPHQV T eamcenter ook vvan an toepassing toepassing op Teamcenter RapidA Author: onder andere naming RapidAuthor: versiebeheer en rrules, ules, workflows, workfflows, versiebeheer cchange hange notification. .XQ MH GH WHFKQLVFKH SXEOLFDWLH .XQ MH GH WHFKQLVFKH SXEOLFDWLH processen aanpassen aan de ontw erp en engineering procesen. ontwerp =LMQ DOOH ZLM]LJLQJHQ LQ RQWZHUS HQ =LMQ DOOH ZLM]LJLQJHQ LQ RQWZHUS HQ engineering data direct zic htbaar in zichtbaar RapidA Author. RapidAuthor. 6OD MH DOOH WHFKQLVFKH SXEOLFDWLH GDWD 6OD MH DOOH WHFKQLVFKH SXEOLFDWLH GDWD ns T Teamcenter eamcenter. centraal op in Siemens Teamcenter.

Cortona3D RapidAuthor voor technische publicaties Gebruik de 3D-modellen van je producten producten en en maak interactieve interactieve technische technische gebruiken publicaties die je klanten echt echt gebruiken

Wanneer ann ben je vvoor Wanneer oor het laatst ggaan aan zitten om een handleiding of technische technische publicatie compleet nders kan. Technische Tec echnische echt door te lezen? De meeste mensen doen dat alleen als het ec ht niet anders T publicaties zijn vvolgens olgens veel slecht geschreven, geschrevven, incompleet of bevatten veel mensen saai, onduidelijk, slecht bevatten fouten. wordt eel geld geld uitgegeven maken van vverbeter erbetert Er w ordt vveel uitgegevven aan het maken van technische technische publicaties. publicaties. Ondanks dat verbetert .OODQWHQ GGH UHSXWDWLH PDDU PRQGMHVPDDW 5DSLG$XWKRU PDDNW WHFKQLVFKH SXEOLFDWLHV YLVXHHO .ODQWHQ H UHSXWDWLH PDDU PRQGMHVPDDW 5DSLG$XWKRU PDDNW WHFKQLVFKH SXEOLFDWLHV YLVXHHO . hoeven kijken en omdat je 3D-modellen omzet in 3D-animaties hoev en minder te lezen en kunnen meer kijk 2D-plaatjes.. Een extra voordeel ver vertaalkosten. en/of 2D-plaatjes voordeel is dat minder tekst ook leidt tot lagere lagere vertaalkosten. “RapidAuthor mogelijk snel te publiceren idAuthor heeft het voor ATD mo ogelijk gelijjk gemaakt om 3D onderdelen catalogussen cataloogussen g gussen pubblicer licerren en up to “R apidAuthor maken. om snel en simpel onderdelen te zoeken en. Dit geeft onze onzzee klant de mogelijkheid moogelijkheid g offfferrtes aan te date te mak gelijkheid zoeken en offertes waardoor proces aardoor het pr roces vragen, w oces sneller en accurater verloopt.” Paul Machinery B.V. .V V. P aul Bax, Sales Engineer ATD ATD Mac hinery B RapidAuthor software uthor is een softw are pakket pakket dat jouw 3D-modellen, zoals NX, SolidEdge SolidEdge en RapidA SolidWorks, interactieve Works, ggebruikt vee 2D en 3D publicaties te maken SolidW maken zoals onderdelen ebr uikt om interactiev werk ens Teamcenter Teamcenter gebruikt gebr uikt catalogussen, w erk instructies, instr ucties, procedures en trainingen. trainingen. Als je Siemens RapidAuthor worden kan RapidA uthor ggeïntegreerd eïntegreerd w orden zodat er directe toegang toegang is tot ontwerpontwerp- en engineering data. opgericht cards PLM Solutions is opg ericht in 1999. Met twee twee kantoren (hoofdkantoor in Best en vestiging vestiging levver ert, installeert in Genk, België) en 37 ggemotiveerde emotiveerde medewerkers, medewerkers, levert, installeert en ondersteunt cards PLM ert tevens tevvens Solutions de implementatie vvan an PLM oplossingen. oplossingen. De organisatie organisatie levert ens project levvver management M/CAE, CTO/ETO, O,, Tech Tech manag ement en consultancy diensten op het ggebied ebied van van CAD/CAM/CAE, CTO/ETO Pub,, Sim Simulatie ulatie en PLM oplossingen oplossingen in 21 landen en bij meer dan 400 klanten. Pub onderscheidt flexibel en met een hoge cards PLM Solutions ondersc heidt zich zich in de markt door flexibel hoge kenniswaarde kenniswaarde belangrijke in te zetten op 4 belang rijke trends in de maakindustrie middels haar producten, oplossingen oplossingen en sterkee toename van diensten. Deze 4 trends zijn: een sterk van de complexiteit van van producten, de toenemende globalisatie vvan an de het zaken zaken doen, toename op het gebied gebied van van internationale internationale wetwetregelgeving van verder reduceren r en reg elgeving en het immer verder van de time-to-market. time-to-market. From great, from great great to Best! F rom good good to great,

T. +31-(0)499-371990 +31F. +31-(0)499-372690 cards BV | De De Maas Maas 22a | 5684 PL Best Best | T. | F. cards PLM Solutions Solutions BV T. +32-(0)8 + vba | H orizonlaan 36 | B-3600 G enk | T. cards Horizonlaan Genk 968 06 58 cards PLM Solutions Solutions bbvba info@cardsplmsolutions.com |www w.cardsplmsolutions.com info@cardsplmsolutions.com |www.cardsplmsolutions.com


KORT KMWE KAAPT JSF-ORDER WEG VAN WERELDWIJDE CONCURRENTEN KMWE/DutchAero gaat het Amerikaanse Pratt & Whitney complexe verspaande onderdelen voor de motor van het gevechtsvliegtuig F-35 Lightning II leveren. Het contract heeft een looptijd van tien jaar en een totale waarde van circa twintig miljoen dollar. Begin januari ondertekenden Cliff Stone, director business development and international programs van Pratt & Whitney Military Engines, en Edward Voncken, ceo van KMWE Groep, het contract bij DutchAero in Eindhoven. Voncken sluit niet uit dat er meer opdrachten voor de F135-motor van Pratt & Whitney volgen. De F-35 Lighning II is de vijfde generatie van de ‘joint strike fighter’ (JSF). Nederland heeft voor dat gevechtsvliegtuig van Lockheed gekozen ter vervanging van de F-16 vloot. De keuze viel op KMWE/DutchAero na een strenge selectie onder een groot aantal toonaangevende suppliers uit de hele wereld. Volgens Cliff Stone kwam het Eindhovense bedrijf daaruit als ‘meest waardevolle leverancier’ voor – op dit moment – zeven verschillende motoronderdelen. Die worden deels gemaakt uit titanium en het nog beduidend har-

dere metaal inconel. ‘KMWE/ DutchAero did an excellent job. Zij gaan een belangrijke rol spelen in onze global supply chain voor de F135-motor. En ook gaan ze ons helpen om de kosten van de motor gaandeweg verder te verlagen.’ Edward Voncken: ‘Onze strategie is kwalitatief hoogwaardige producten te leveren tegen concurrerende prijzen door toepassing van onze lean productiefilosofie. Onze bijdrage aan de F135-motor stelt ons in staat om onze aerospace-productietechnieken en -mogelijkheden verder te ontwikkelen.’ Volgens de KMWE-ceo zal de opdracht van Pratt & Whitney tot groei van banen leiden. Hoeveel, dat kon hij nog niet zeggen. DutchAero – spin-out van Philips en bijna twee jaar geleden door KMWE overgenomen – is sinds 1965 actief in de militaire en civiele vliegtuigonderdelenbouw. Onder de klanten grote namen als Airbus, Boeing, General Electric, Rolls-Royce en het Franse Snecma. KMWE (550 medewerkers) maakt voor die sector met name structuurdelen en complexe samenstellingen voor vliegtuigen en vliegtuigmotoren. Het machinepark omvat de nieuwste generatie vol-

Ondertekening van het contract door Cliff Stone van Pratt & Whitney (links) en Edward Voncken. Foto: KMWE

automatische productiecellen voor complexe verspaning, een one-stop shop voor complexe plaatwerksamenstellingen voor motoren, een afdeling thermisch spuiten en een materiaalkundig laboratorium. KMWE/DutchAero bewandelt stilaan ook steeds vaker de weg van additive manufacturing (3D-printen). Volgens Voncken kreeg KMWE

bij het binnenhalen van de order van Pratt & Whitney goede steun van Maxime Verhagen, oud-minister van Buitenlandse Zaken. Die zet zich als bijzonder vertegenwoordiger van de defensie-industrie in voor het naar ons land halen van defensieopdrachten. www.kmwe.com

MCB ZET IN OP VERLAGING KETENKOSTEN MCB, leverancier van (roestvrij)staal en non-ferromaterialen, heeft een aantal initiatieven genomen om de kosten in de keten te verlagen. Zo is het bestelproces aangepakt. Salesdirecteur Erik Spikmans: ‘Voorheen deden klanten hun bestelling per fax, die wij overtypten in ons systeem, waarna een bevestiging werd teruggestuurd die de klant moest opnemen in zijn systeem. Tijdrovend en foutgevoelig. Voor al onze klanten met een bepaald aantal orderregels – met Bemet, Ridder, MKG of Isah als ERP-leverancier – hebben we via EDI hun ERP-systeem aan het onze gekoppeld. Ze hoeven alleen nog de artikelnummers en aantallen in te voeren. Eind dit jaar denken we tien procent van onze klanten gekoppeld te hebben.’ Ook voor klanten met andere ERP-pakketten is er een koppelingsoplossing. Voor de klanten die goede forecastinformatie kunnen verstrekken, veel-

al grote oem’ers of daarvoor werkzaam, biedt MCB vendor managed inventory. ‘Op basis van actuele forecasts en de bestelhistorie van de klant hebben wij een database opgebouwd die ons inzicht geeft in het toekomstig bestelgedrag. Zo kunnen wij ervoor zorgen dat hij altijd over voldoende voorraad beschikt, hetzij bij ons, hetzij in eigen huis. Daardoor is er minder voorraad in de keten nodig.’ Daarnaast startte vorig jaar de MCB-campus, gericht op het uitbreiden van de metaalkennis in Nederland. ‘Daar bieden we geïnteresseerden, klanten en medewerkers de mogelijkheid om metaalopleidingen op diverse niveaus te volgen, zowel online, klassikaal als in-house. Voor dit jaar staat er nog een vierde initiatief op de agenda: een webshop waar klanten op elk moment van de dag online materialen kunnen bestellen. Daarnaast kunnen bestaande klanten gebruik maken

van een klantenportaal. Zij kunnen daar inloggen en inzage krijgen in hun bestelhistorie, status van een bestelling, certificaten van oorsprong downloaden en – op termijn – via een track & trace-module zien waar

hun bestelling in de pijplijn zit’, aldus Erik Spikmans. MCB uit Valkenswaard was best logistics supplier-finalist in de DISCA’15 van Link Magazine. www.mcb.nl

KORT De Wiltec Groep in Uden, totaalleverancier voor de industrie, is founder geworden van het locale initiatief AANtWERK. Dat maakt zich sterk voor de ‘p’ van people in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het motto is: ‘We zijn samen verantwoordelijk voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.’ Inmiddels hebben zich 25 werkgevers bij het platform – initiatief van IBN, Weener XL en WSD – aangesloten. www.wiltec.nl

KORT CSi, producent van palletiseer- en transportequipment, heeft een verkoop- en servicekantoor geopend in de VS (Chalfont, Pennsylvania). Het bedrijf uit Raamsdonksveer denkt daarmee zijn activiteiten aldaar te kunnen uitbreiden. De systemen voor Noord-Amerika worden gemaakt in Mexico of in CSi’s productiebedrijf in Roemenië. Voor turnkey-systemen – inclusief additionele equipment, zoals agv’s, stretch wrappers en printers, zal CSi nauw samenwerken met lokale partners. www.csiportal.com

februari 2016

67


ADVERTORIAL

Next Level, dat een onderdeel uitmaakt van Smart Industry, is een gevleugeld begrip aan het worden. De titel is afkomstig van de Duitse benaming Industrie 4.0 en werd voor het eerst in 2011 door de Duitse nationale overheid geïntroduceerd, als naam van een overheidsstrategie die de verdere ontwikkeling van de high technology sector in Duitsland wilde stimuleren - via een grootschalige digitalisering van productie-processen. UITGANGSPUNTEN Wie de vruchten van de nieuwe technologische mogelijkheden (enthousiastelingen spreken zelfs van een nieuwe technologische revolutie) wil benutten, die doet er goed aan om zijn specifieke mogelijkheden voor procesoptimalisatie, automatisering en digitaal aangestuurde processen te onderzoeken. Het brede uitgangspunt is dat door het digitaal verbinden van machines en productiesystemen nieuwe, intelligente netwerken ontstaan die de complete waardeketen kunnen omvatten en optimaliseren. We kennen inmiddels voorbeelden van machines die de kans op storingen kunnen voorspellen en automatisch onderhoudsprocessen in gang zetten en van zichzelf organiserende logistieke systemen die snel reageren op onverwachte productiefluctuaties.

IN DE PRAKTIJK Volgens Theo Gerritzen, Product Manager Kastsystemen bij Rittal, worden in de huidige Nederlandse praktijk van arbeidsintensieve maakbedrijven veel innovatiekansen onvoldoende benut. Gerritzen: “De Nederlandse maakindustrie wordt geconfronteerd met uitstromende expertise en groeiende concurrentie uit lagelonenlanden. Toch nemen veel ondernemers uit bijvoorbeeld de machine- en paneelbouwsector nog steeds een afwachtende houding in. Zij stellen nieuwe investeringen in procesautomatisering uit terwijl het tijd is om nu snel een weloverwogen keuze te maken. De technische mogelijkheden om processen te optimaliseren zijn beschikbaar, maar je moet wel bereid zijn om eerst kritisch naar je eigen werkprocessen te kijken en vervolgens in je eigen toekomst te investeren. Want de wereld staat niet stil en de concurrentie is groot.”

HET BELANG VAN COMPATIBILITEIT Op de weg naar de Next Level for industry draait alles om informatie, communicatie en optimalisatie. De kwaliteit van de communicatie tussen softwareprogramma’s, machines en mensen is even bepalend voor de effectiviteit van productieprocessen als de kwaliteit van de informatie waarmee de processen worden aangestuurd. Wie zijn engineering-, paneelbouw- en mechanische bewerkingstechnieken wil optimaliseren, die heeft daarom in de eerste plaats een softwareplatform nodig dat alle nodige informatie, functionaliteit en flexibiliteit voor de aansturing van de bewerkingsprocessen biedt. Volgens Ernest Kappers, Product Marketing Manager bij EPLAN, is bovenal een goed en gedetailleerd onderliggend databeheer noodzakelijk. Kappers: “Van alle onderdelen moeten alle gegevens in de onderliggende database beschikbaar zijn: de 3D-modellen van kasten en onderdelen, de afmetingen en aansluitingen van componenten, de beschikbare inbouwruimte, de positionering van alle aansluitpunten en boorpatronen. Leveranciers en fabrikanten van componenten leveren

Ernest Kapper (Product Marketing Manager bij EPLAN) en Theo Gerritzen (Product Manager Kastsystemen bij Rittal)

steeds meer gedetailleerde informatie in een uniform formaat aan. Dit is de basis voor een goed gefundeerde onderliggende database. Wanneer al deze data eenmalig is vastgelegd kan deze in elke procesfase direct worden ingezet. Voor vloeiende, betrouwbare en schaalbare bewerkingsprocessen dient het systeem dus zowel ‘technisch waterdicht’ als flexibel (compatibel én modulair uit te breiden) zijn. Kies je voor de combinatie van Eplan engineering software, Rittal systeemproducten, Rittal’s bewerkingsservice en/of bewerkingsmachines, dan ben je van deze modulaire compatibiliteit verzekerd.”

VOORDELEN Wat betekent het om de stap naar optimale bewerkingsprocessen te zetten? Volgens de experts van Rittal en Eplan zijn de voordelen legio: “Ten eerste gaat je productiecapaciteit omhoog omdat medewerkers gelijktijdig andere taken kunnen uitvoeren als de machines hun werk doen. Ten tweede dalen de faalkosten omdat de feitelijke bewerkingsprocessen pas plaatsvinden als alles in de virtuele omgeving is gesimuleerd en gecontroleerd. Dat betekent minder materiaal- en tijdverlies als gevolg van corrigerende werkzaamheden gedurende het proces. Ten derde ben je als assemblagebedrijf minder afhankelijk van de vak-expertise van medewerkers, die in steeds mindere mate aanwezig is omdat de oudere vakmensen uitstromen.

YOUR NEXT LEVEL De toekomst van de Nederlandse maakindustrie ziet er volgens Gerritzen en Kappers rooskleuriger uit dan menigeen denkt. Gerritzen: “Belangrijk is dat de bedrijven weer ondernemingszin durven tonen en in hun toekomst investeren. We zien een toenemende vraag naar maatwerkproducten die tegen lage kosten van de flexibele (massa) productie moeten worden aangeschaft. De daarvoor benodigde automatiseringsoplossingen worden voortdurend verbeterd, onder andere met innovaties als zelfoptimalisatie, zelf-configuratie, zelf-diagnose, probleemherkenning en intelligente ondersteuning van medewerkers bij het beoefenen van hun steeds complexere vakgebied. Laten we vooral ook de kennis en ervaring van de medewerkers blijven gebruiken in deze optimalisatieslagen.”

EPLAN Software & Services B.V. Website: www.eplan.nl www.nextlevel4industry.nl/ Contact: sales@eplan.nl 0316-591770


COLUMN MARK BOELHOUWER DIGITALE INTERNE MARKT: TOEGANG TOT 500 MILJOEN MENSEN! Mark Boelhouwer - Ceo Ricoh Nederland nnovatief digitaal bedrijf – een Europese organisatie is niet de eerste associatie. Het complexe Europese stelstel van regel- en wetgeving voor bedrijven remt innovatie. Zaken als geo-blocking (gebruikers blokkeren op basis van hun geografische locatie, red.), auteursrechten en omslachtige btw-regels maken het voor Europese ondernemingen lastig om efficiënt en succesvol de (grensoverschrijdende) digitaliseringsslag te maken. Gelukkig lijkt het einde van deze remmende factoren in zicht met de introductie van de digitale interne markt in Europa. Bedrijven zullen hun processen snel moeten aanpassen om de stap over de grens succesvol te zetten, want per 1 januari 2017 is het zover.

I

Uit recent onderzoek in opdracht van Ricoh onder 1.360 beslissers bij bedrijven in zestien EU-landen blijkt dat de meeste ondernemingen (65 procent) van plan zijn hun activiteiten de komende vijf jaar uit te breiden naar andere Europese landen. De digitale interne markt, een essentieel onderdeel van de Digitale Agenda van de EU, zal hier naar verwachting een belangrijke positieve bijdrage aan leveren. De standaardisering van regelgeving leidt tot eerlijkere concurrentieverhoudingen. De digitale interne markt zorgt ervoor dat dezelfde inhoud, producten en diensten in de hele EU beschikbaar zijn voor dezelfde prijs. Wanneer apps en downloads hetzelfde kosten, van Griekenland tot Ierland, kan dit een enorme stimulans betekenen voor de grensoverschrijdende e-commerce.

De digitale interne markt draagt naar verwachting 415 miljard euro bij aan de Europese economie. Wanneer bedrijven er in één keer 500 miljoen nieuwe consumenten bij krijgen, kan dat alleen maar positief zijn. Van de ondervraagde Nederlandse bedrijven verwacht 62 procent een stijging van het aantal klanten en 46 procent een aanzienlijke verbetering van de interne efficiëntie. Deze ongetwijfeld grootste wijziging in de Europese regelgeving van de laatste jaren vergt wel dat bedrijven hun processen stroomlijnen, digitaliseren en standaardiseren. Ten eerste moeten ze hun huidige processen voor grensoverschrijdende activiteiten onder de loep nemen, voor meer inzicht in hun positie in de veranderende omgeving. Vervolgens kunnen ze de focus verleggen naar betere werkwijzen voor meer efficiency in een grotere, meertalige markt. Essentieel is het standaardiseren van systemen om kostenbesparingen te realiseren en de productiviteit te vergroten. Nu elk Europees bedrijf digitaal miljoenen nieuwe klanten kan bereiken, kan de volgende digitale gigant net zo goed een start-up zijn uit Parijs, Berlijn of Londen als uit San Francisco of Beijing. Ik juich minder regeldruk en de komst van Silicon Europe enthousiast toe. Echter, uit het Ricoh-onderzoek blijkt dat ruim de helft van de ondervraagde bedrijven bekend is met de introductie van de digitale interne markt, maar nog geen veertig procent van de Nederlandse. Hier moet dus nog een forse bewustwordingsstap worden gezet. www.ricoh.nl

KORT ZIE-2016: ‘PLACE TO BE’ VOOR HIGHTECH ZUID-HOLLAND Ook in Zuid-Holland is de hightech sector ervan doordrongen: om in de wereld het verschil te maken is samenwerken een must. Het ZIEevent, dat voor de vierde keer op de rol staat – dit jaar op 22 maart, in de aula van de TU Delft – biedt daarvoor een mooi platform. Met een seminar, beurs en innovatiemarkt en deze keer ook advisering over ondernemerschap. En als afsluiting een hapje en een drankje, want dat netwerkt zo lekker. Maar zonder gekheid: voor hightech ondernemers en managers, ondernemende bestuurders, tech-investeerders, (hoog)leraren en studenten in mechatronica, optica, elektronica en aanverwante disciplines is er die (mid)dag veel op te steken. Cor Heijwegen van Hittech zal vertellen over de activiteiten van Holland Instrumentation, de organisator van het event – Heijwegen is voorzitter. Lezingen zijn er van Christoph Keller (Universiteit Leiden, over

de nieuwste ontwikkelingen in astronomie), Frans van der Helm (TU Delft, robotica) en Koen Dittrich (Erasmus Universiteit Rotterdam, innovatie). Vervolgens komen drie ondernemers aan het woord: over het starten (Richard Bosboom, HackerOne), uitbouwen (Richard van der Linde, Lacquey) en vernieuwen (Alexander van der Lely, Lely Industries) van hun onderneming. De beurs is zo opgezet dat die ook als wervingsmarkt kan dienen. Want behalve nieuwe en bestaande klanten en relaties kunnen de standhouders daar ook afstudeerders en promovendi van de regionale technische opleidingen ontmoeten. Een noviteit op de 2016-editie van het event is de gratis coaching (van ongeveer een half uur) die het Metropolitan Startup Lab van Yes!Delft en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag aanbieden aan bezoekers met een technisch idee die overwegen een onderneming te starten. De toegang

tot ZIE-2016 is gratis, met dank aan de provincie Zuid-Holland en Holland High Tech, bijdragen van TU

Delft en InnovationQuarter – en de sponsoren Topic en Festo. www.hollandinstrumentation.nl

MARKTEN GAAN EN KOMEN VOOR KULICKE & SOFFA Door de voortschrijdende miniaturisering zitten er in moderne elektronica als smartphones geen printplaatjes meer, maar packages. Piepkleine elektronische functies als gps, tuner of geheugen opgebouwd uit een of meerdere flipchips, dies en tientallen passieve componenten. Assembléon, recent overgenomen door het Singaporese Kulicke & Soffa, is van oudsher sterk in het nauwkeurig en snel bestücken van printplaten. Maar dat betekent absoluut niet dat het Eindhovense bedrijf nu out of business is, beklemtoont directeur Jeroen de Groot. ‘Onze

apparatuur is zo nauwkeurig dat klanten daarmee ook die packages kunnen samenstellen, met een meer dan concurrerende snelheid van 140.000 componentjes per uur. Daarnaast hebben tal van industriële sectoren – zoals automotive, defensie en aerospace – nog altijd behoefte aan hoogwaardige surface mount technology voor de productie van hoge kwaliteit pcb’s in kleine series. Onze machines in dat segment blinken uit in flexibiliteit. Daar komt bij dat er nieuwe markten zijn ontstaan, ‰ LEES VERDER OP PAGINA 73

februari 2016

69


/

GELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de toegevoegde waarde van leveranties en investeringen in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

BUSSENBOUW

Megaorder voor elektrische VDL-bussen Noord-Brabant gaat de komende tien jaar over op zero-emissie openbaar vervoer, Eindhoven wil al in 2020 volledig elektrisch zijn. Voor fase 1 levert VDL Bus & Coach eind 2016 een veertigtal elektrische bussen aan ov-maatschappij Hermes.

De TU Eindhoven, Fontys, Eindhoven Airport, Stichting Zet en Storeplay werken mee aan de verdere vormgeving van de ontwikkelconcessie Zuidoost-Brabant, een van de meest vooruitstrevende in Europa. www.vdlbuscoach.com

SCHEEPSBOUW

Damen levert Marokko eerste sleepboot Damen Shipyards heeft een Damen Stan Tug 2208 geleverd aan de Marokkaanse Marine. Het betreft de eerste sleepboot in de Marokkaanse marinevloot. De ‘tug’ wordt ingezet voor sleep- en aanmeerklussen, brandbestrijding en olievervuilings-

controles. Eerder leverde Damen een Stan Pontoon Water Barge die gebieden die te kampen hebben met droogte gaat voorzien van water. Meer orders van de Marokkaanse marine zijn in de maak. www.damen.com

OFFSHORE

Ampelmann scoort Braziliaanse order Ampelmann, wereldleider in offshore personentransferoplossingen die (golf)bewegingen van vier meter en zelfs hoger compenseren, heeft voor het eerst een order uit Brazilië

binnengehaald. Het E-Type Ampelmann-systeem wordt ingezet voor schip-naar-schip transfers in onderhoudsprojecten aan offshoreplatforms. Recent leverde het Delftse

bedrijf systemen voor soortgelijke projecten in de Noordzee, Australië,

de Golf van Mexico en Afrika. www.ampelmann.nl

STALLENBOUW

Vijfde Rondeel-stal geopend in Vaassen In Vaassen werd medio januari de vijfde Rondeel® legkippenstal geopend. In deze stallen, die Vencomatic Group uit Eersel samen met Wageningen UR en de Dierenbescherming heeft ontwikkeld, staat alles in het teken van dierenwelzijn en milieuvriendelijkheid. De ruime,

ronde stallen met verschillende zones waarin de legkippen zich vrij kunnen bewegen – in Amsterdam, Barneveld, Ewijk, Wintelre en nu dus ook Vaassen – zijn onbeperkt toegankelijk voor het publiek. www.rondeeleieren.nl

ENERGIE

KSB: miljoenenorder energiecentrales Egypte KSB Nederland (Zwanenburg) gaat voor drie nieuw te bouwen energiecentrales in Egypte tweehonderd pompen leveren. Het betreft voedings-, condensaat-, koelwater- en procespompen. KSB levert die aan een Duitse bouwer van energie-

centrales. Die bouwt het Egyptische elektriciteitsnet uit met combicentrales die de restwarmte van gasturbines weer nuttig inzetten. De eerste pompen worden eind 2016 geleverd. www.ksb.nl

ENGINEERING

Groeiend Altran in groter pand Altran (outsourced r&d en hightech engineeringadvies) is verhuisd

naar een groter en modern pand op bedrijventerrein De Hurk in Eind-

De Industrie zoekt naar oplossingen. En deze zijn op één plek te vinden. HANNOVER MESSE

.0 strie 4 r Indu ie in ac t d an me er ge n lossin 100 op nnover! Ha live in

E r v aa

25 t/m 29 april 2016 ▪ Hannover ▪ Germany hannovermesse.com

Get new technology first

Hannover Consultancy B.V. · Tel. +31 184 69 30 50 · info@hf-netherlands.com · Twitter:@HCnederland

70

februari 2016


hoven. Door de overname van TASS in 2014 en Nspyre begin 2015 is Altran in Nederland gegroeid tot 1.000 medewerkers. Ook het Altran

InnovationLAB, nu nog in Best, verhuist naar het nieuwe kantoorgebouw. www.altran.nl

ZUIVELINDUSTRIE

Danone bouwt nieuwe babymelkfabriek in Cuijk Danone investeert 240 miljoen euro in de bouw van een nieuwe fabriek in het Brabantse Cuijk voor de divisie Danone Nutricia Early Life Nutrition. Vanaf eind 2017 worden daar babyvoedingsproducten van merken als Nutrilon en Aptamil

geproduceerd. In de afgelopen drie jaar verdubbelde Danone de productiecapaciteit van zijn Europese fabrieken. Ook de capaciteit in Cuijk zal verdubbelen. De fabriek zal voor meer dan tachtig landen produceren. www.danone.nl

MEDISCHE TECHNOLOGIE

Robotscanner met 3D-röntgen van Siemens Siemens Healthcare heeft een röntgensysteem met robottechnologie gelanceerd, een noviteit in de medische diagnostiek. De Multitom Rax (Robotic Advanced X-Ray) is, naast conventionele 2D-röntgenopnamen, ook voor doorlichting, angiografie en 3D-beeldvorming in te zetten. Daardoor wordt het moge-

lijk om met één enkel systeem in één ruimte de meest uiteenlopende röntgenbeelden te maken. Twee robotarmen bepalen daarbij de juiste positie. Dat leidt tot betere en minder pijnlijke procedures voor patiënten en tot een betere en efficiëntere workflow in ziekenhuizen. www.siemens.com

De tijd dat innovatie vooral binnen de muren van het bedrijf plaatsvond is voorbij. Veel innovaties zijn het product van samenwerking tussen meerdere partijen. Samenwerken klinkt echter makkelijker dan het is. Vaak gaat het mis, bijvoorbeeld omdat een helder businessmodel ontbreekt waar álle partijen van SURÀWHUHQ 2I RPGDW SDUWLMHQ KHW QLHW HHQV ZRUGHQ RYHU GH XLW GH samenwerking voortkomende intellectuele eigendomsrechten. Het loont daarom om in een vroegtijdig stadium een jurist te betrekken bij de opzet van strategische samenwerking. Iemand PHW HHQ VFKHUS RRJ YRRU GH EDODQV WXVVHQ KRRIG]DNHQ HQ details. Benieuwd wat The Law Factor voor u kan betekenen?

Kijk op www.thelawIDFWRU QO YRRU PHHU LQIRUPDWLH

februari 2016

71


FACTS MAAK KENNIS MET TMC EN Aantal medewerkers 800 - 900 Locaties Eindhoven Utrecht Chemelot – Geleen Zaventem – België Rennes – Frankrijk Rome, Milaan, Turijn – Italië info@tmc.nl +31 (0)40 239 22 60 www.tmc.nl TMC Group zet hoogopgeleide professionals binnen technische omgevingen in. TMC onderscheidt zich door het leveren van schaarse competenties die nodig zijn voor de ontwikkeling van complexe producten en projecten. De focus ligt op projecten die van cruciaal belang zijn voor onze opdrachtgevers. Daarnaast draagt TMC bij aan de projectcontinuïteit en flexibiliteit bij onze opdrachtgevers en zijn wij in staat hen continu te voor zien van strategische kennis. TMC werkt voor opdrachtgevers gespecialiseerd onder andere in High-Tech, R&D, Life Sciences & Healthcare, Chemical- & Process Industry en Automotive.

HET WERKONDERNEMERSCHAP OP DE ESEF! Zelfstandig ondernemen én een vast dienstverband. Die twee gaan niet samen? Juist wel! TMC bewijst al jaren dat de combinatie geweldige resultaten oplevert. Als geen ander weet TMC de juiste specialisten aan zich te binden met het Werkondernemerschapsmodel, het model dat een vast dienstverband en ondernemen samenbrengt. Van dinsdag 15 tot en met vrijdag 18 maart staat TMC op de ESEF, in de Jaarbeurs, Utrecht. Een mooie kans om kennis te maken met een inspirerend bedrijf en een revolutionair businessmodel. Een belangrijke pijler van TMC’s succes is het werken met cellen. De cellen zijn bijna als een bedrijf binnen het bedrijf. De Werkondernemers van TMC ontmoeten er vakgenoten en bespreken het beleid: waar liggen de marktmogelijkheden, hoe loopt de interne organisatie, hoe kunnen ze elkaar inspireren om nóg hogere kwaliteit te leveren. Op de ESEF is TMC met twee cellen vertegenwoordigd: TMC New Product Introduction en TMC Manufacturing Support.

Wat doet TMC New Product Introduction? Het is belangrijker dan ooit om er op tijd bij te zijn met je product. Dat is precies waar de

kracht ligt van TMC New Product Introduction. De werkondernemers van TMC NPI richten zich op de fase tussen R&D en Productie. Het belangrijkste doel? De Time to Market verkorten, zonder iets af te doen aan de kwaliteit. TMC NPI kijkt kritisch, met een frisse blik, naar de Reliability, Availability, Manufacturability en Sustainability van een product of een proces. Omdat een optimale voorbereiding geen luxe is, maar een absolute must.

Wat doet TMC Manufacturing Support? TMC Manufacturing Support richt zich op de verbetering van bestaande productieprocessen. De Werkondernemers helpen klanten om net die ene extra stap te zetten, de stap die het verschil kan maken. De hulp van TMC Manufacturing Support kan leiden tot een aanzienlijke reductie van de kosten, een structurele verbetering van de omzet, of de reductie van verspilling in het proces. Om maar een paar voorbeelden te noemen. TMC Manufacturing Support is veelzijdig en heeft zich al in allerlei terreinen bewezen: in de technologische industrie, maar ook in voeding en gezondheidszorg. Samen met de klanten bouwt TMC Manufacturing Support aan een waardevolle toekomst.

Bezoek ons! Standnummer 1. A021

PEOPLE DRIVE TECHNOLOGY


KORT PERSONALIA

NI TREND WATCH 2016: DE EXPLOSIE VAN DATA National Instruments (NI) publiceerde eind vorig jaar z’n jaarlijkse trend-onderzoek. NI ontwikkelt en levert hard- en software voor test-, meet- en besturingssystemen, waaronder het Internet of Things (IoT). De NI Trend Watch 2016 focust op de opkomst van het IoT en de daarmee samenhangende ‘explosie van data’. Voor mobiele communicatie moet de nieuwe 5G-standaard uitkomst brengen. NI-equipment kan gebruikt worden in de huidige prototypingfase waarin 5G verkeert. Voor het IoT zijn eveneens nieuwe (netwerk)standaarden nodig, die zaken regelen als bandbreedte (capaciteit), security, interoperabiliteit en synchronisatie. NI voorziet een ‘big bang’ aan smart devices, allemaal voorzien van sensoren en software. Die devices moeten worden getest; dat valt niet meer te behappen met testsystemen die specifiek voor een device worden ontwikkeld. Er is behoefte aan meer generieke syste-

fulltime programmamanager Smart Industry bij de Zuid-Hollandse ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter. Het afgelopen jaar combineerde hij die functie met zijn baan bij TNO. Hij blijft secretaris van Holland Instrumentation. NI Trend Watch 2016 Insights Today. Innovations Tomorrow.

B 5500B 50B E O NE TE CONNECTED CON C DEV CES DEVICES

020 2020 Y2 BY

OT IO IIOT WA E SOFTWARE S SO A ATA DAT OG DATA A LO BIG ANALOG BI

TE TEST T 5G

men voor het testen van een breed scala aan devices. De oplossing ligt, als zo vaak, in software. Over software gesproken, engineeringsoftware gaat meer en meer op consumentensoftware lijken wat betreft gebruikersgemak en -ervaring. NI spreekt van een consumerization van software. www.ni.com/trend-watch

Alexander de Bas van Site Tec HDD

Anticiperend op het terugtreden, eind 2016, van president-directeur WIm van der Leegte zijn per 1 januari z’n kinderen, van links naar rechts, Pieter (inkoopcoördinatie), Jennifer (financiën en personeel & organisatie) en Willem van der Leegte (algemene zaken) tot de hoofddirectie van VDL Groep toegetreden.

INDUSTRIEEL VERPAKKER MEILINK NEEMT BELANG IN IPS TECHNOLOGY hoogopgeleide medewerkers een kleinere speler, maar eveneens met een sterke marktpositie in het ontwerpen van verpakkingen en handling-tooling, voor de hightech en semicon maakindustrie. IPS heeft een eigen testcentrum en cleanroomverpakkingscentrum, Innovar. Door de deelname – die overigens niet uit de lucht komt vallen; de twee werken al geruime tijd samen – kan Meilink zijn klanten nog slimmere en efficiëntere integrale logistieke oplossingen bieden, aldus dga/ceo Peter Rikken. Tegelijkertijd kan IPS Technology het complete producten- en dienstenscala van de Meilink-bedrijven beter benutten en heeft het via Deufol, de Duitse joint venturepartner van Meilink, toegang tot een wereldwijd netwerk en geavanceerde softwaretoepassingen. Deufol is Duits marktleider in verpakkingsdiensten met wereldwijd ruim negentig vestigingen en circa 300

Equipment en ex-bestuurslid van Metaalunie is benoemd tot erelid van die belangenorganisatie. Willem Lageweg neemt komende

zomer afscheid als directeur van MVO Nederland. Christophe Haugen wordt executive

Henny van Doorne is benoemd tot

vice president voor strategy & operations en lid van het bestuur (‘executive leadership’) van Unit4.

algemeen en technisch directeur van Irmato Group.

Alexander Stamhuis is teruggetre-

Kees de Schipper is Theo Koster

opgevolgd als directeur van Nevat. Koster blijft actief voor de FME als teamleider van onder meer de brancheverenigingen VNMI, FMIB en FPT-VIMAG. Piet Mosterd is bij machinebouwer

Waardevolle industriële producten gedurende hun transport optimaal beschermen; daar is Meilink in Borculo steengoed in. Het bedrijf – 350 fte’s, zes vestigingen in Nederland, zestig miljoen euro omzet in 2014 – mag vrijwel alle belangrijke ondernemingen uit de Nederlandse exporterende maakindustrie tot zijn klanten rekenen. En ook vele kleinere, soms ‘exotische’. Zo bedacht Meilink de slimme transportverpakking voor de racewagen van Solar Team Twente, die in oktober vorig jaar fraai tweede werd in de Bridgestone World Solar Challenge in Australië. De Gelderse specialist in industriële verpakkingen ontwerpt en produceert niet alleen, hij helpt zijn klanten ook met opslag (warehousing) en transport – Meilink ‘Chain Solutions’ heet het complete aanbod. Vorige maand nam Meilink een belang in branchegenoot IPS Technology in Eindhoven. Met vijftig

Anton Duisterwinkel is benoemd tot

AWL teruggetreden als algemeen directeur. Medeaandeelhouder Brand van ’t Hof, voorheen technisch directeur, is zijn opvolger. Mosterd is benoemd tot lid van de raad van advies van One of A Kind Technologies.

den als directeur van Stamhuis Lineairtechniek, sinds vorig jaar onderdeel van Biesheuvel Techniek. Bastiaan Freie is hem opgevolgd als operationeel manager; die functie vervult hij ook bij Biesheuvel-onderdelen MCA en Molenberg. Octrooigemachtigde Harm van der Heijden is benoemd tot partner van NLO. Bij Metatronics is eind vorig jaar Willem Hofland aangesteld als sales director. Co-founder Pepijn Herman

is teruggetreden maar blijft voorlopig als innovatief adviseur betrokken.

miljoen euro omzet in 2014. ‘IPS en Meilink vullen elkaars producten- en dienstenpakket vrijwel naadloos aan’, aldus Peter Rikken. Peter Geerts, eigenaar van IPS, voegt hieraan toe: ‘Wij kunnen onze ambitie om met IPS in Nederland marktleider te wor-

den nu versneld waarmaken. Bovendien kunnen we onze diensten nu ook wereldwijd aan de hele hightech supply chain aanbieden.’ www.meilink.eu www.ipstechnology.com

‰ VERVOLG VAN PAGINA 69

singen bij de klant. ‘Onze apparatuur moet klantspecifiek worden gemaakt, nauwkeurig afgestemd op het precieze productieproces. Dan is het een uitkomst als je daarmee reeds vertrouwd bent.’ Voorts telt de complementaire klantenbasis: heeft K&S een grote schare Aziatische klanten, Assembléon kent een grote installed base in Europa en de VS. ‘Wij zijn nu bezig de salesorganisaties volledig te integreren om dat complete portfolio adequaat te kunnen aanbieden.’ Onder één naam: Kulicke & Soffa. www.kns.com

waaronder die van IoT-sensoren en actuatoren – en van leds; ook verlichting is tegenwoordig elektronica die met onze machines geproduceerd kan worden.’ Door de overname door Kulicke & Soffa is het pick & place-platform van Assembléon nu onderdeel van een veel breder portfolio, waarvan ook machines voor het inpakken van chips in een behuizing en het verbinden van de componenten deel uitmaken. Voorts heeft K&S veel kennis van de toepas-

februari 2016

73


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

MACHINE- EN INSTALLATIEBOUW

OVERNAMES

Veenstra Group neemt Delta Controls over

INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

Stork in Amerikaanse handen Stork wordt overgenomen door de Amerikaanse industriële dienstverlener Fluor. Door het samengaan van Stork (diensten voor olie-, gas-, chemie- en energiesector) en Fluor ontstaat een bedrijf met een jaar-

omzet van 2,1 miljard euro en 19.000 werknemers. De overname heeft geen gevolgen voor de Storkwerknemers in Nederland en moet in de eerste helft van 2016 worden afgerond. www.stork.com

Veenstra Group (machine- en componentenbouw, onderhoud/revisie en services) heeft Delta Controls overgenomen. De vestigingen van Delta Controls, in Emmen en Spijkenisse, blijven zelfstandig en onder dezelfde naam opereren binnen de Veenstra Group. Delta Con-

trols is actief in levering, service, onderhoud en modificaties van afsluiters, actuatoren en bijbehorende controlesystemen. Veenstra Group heeft verder vestigingen in Coevorden en Farmsum. www.veenstragroup.nl

LUCHTVAARTINDUSTRIE STAALINDUSTRIE

Sita koopt Delftse pionier Type22

Elcee Group neemt LKL Staal over Elcee Group heeft door de overname van LKL Staal zijn poot giet& smeedwerk verder versterkt. LKL Staal, 75 medewerkers, heeft

vestigingen in Uden en China. De overname past in Elcee’s groeistrategie. www.elcee.nl

SITA, aanbieder van communicatie- en it-oplossingen voor de luchtvaart, heeft het Delftse bedrijf Type22 overgenomen. Type22 ontwikkelt self-service oplossingen

voor inchecken en bagageafgifte (Scan&Fly en Drop&Fly). Alle medewerkers van Type22 blijven in Delft gevestigd. www.type22.aero, www.sita.aero

METAALBEWERKING

BOUW

G.S.M. neemt HoH Precisie Slijpbewerking over

Dieseko Group neemt Woltman Piling Equipment over

Gereedschappen- en Apparatenfabriek G.S.M. uit Haaksbergen heeft HoH Precisie Slijpbewerking uit Winterswijk overgenomen. Ex-eigenaar Gerard Heuker of Hoek blijft nog drie jaar bij G.S.M.

Dieseko Group, producent van hydraulische trilblokken en aggregaten voor de funderingsindustrie, heeft Woltman Piling Equipment in Giessenburg overgenomen. Woltman produceert funderingsmachi-

werken. De productiefaciliteiten van HoH sluiten nauw aan bij de mogelijkheden van G.S.M. voor (cnc-)slijpen en precisie (gehard) cnc-draaien en -frezen. www.gsm-bv.nl

nes. De overname past naadloos in het beleid van Dieseko om als marktleider aan funderingsaannemers een totaalpakket te kunnen bieden. www.diesekogroup.com, www.woltmanbv.com

E NGINE E RING YOU R FUTURE www.viro.nl

74

februari 2016


ICT

ADDITIVE MANUFACTURING

Dutchict Industrial onder vlag van HPS Industrial

Airbus-dochter eerste bèta-klant 3D-printer AI

HPS Industrial (industriële computers en rack servers) en Dutchict Industrial, leverancier van industriele ict-maatwerkoplossingen zoals geassembleerde systemen, losse componenten en randapparatuur,

gaan samen verder onder de naam HPS Industrial. Dat versterkt hiermee zijn positie als system integrator van industriële computeroplossingen en maatwerk. www.hpsindustrial.nl

BEVESTIGINGSMATERIALEN

Select Fasteners over naar Indutrade Benelux PECO Select Fasteners in Bergschenhoek, specialist in bevestigingsoplossingen, heeft zich aangesloten bij Indutrade Benelux. De bevestigingsproducten (onder meer bouten) van PECO vinden hun weg in (dak)constructies, zoals die van het Wembley-stadion in Londen en, in Rotterdam, het Centraal Station

en de Markthal. PECO werkt binnen Indutrade Benelux intensief samen met Douwes International, eveneens specialist in bevestigingsmaterialen. Later dit jaar trekken beide bedrijven in een gemeenschappelijk pand in Pijnacker. www.indutradebenelux.com

industriële klanten in robotica, machinebouw, automotive en medische technologie. Het bedrijf gaat Additive Industries helpen bij het verder ontwikkelen van de MetalFAB1 en toepassingen daarvoor. www.additiveindustries.com

LIGHTING

Philips en SAP maken Buenos Aires ‘smart’ Philips’ CityTouch straatverlichtingssysteem wordt gekoppeld aan het HANA softwareplatform van SAP. Daarop komt informatie uit allerlei sensoren samen. In Buenos Aires voeren Philips en SAP hun eerste gezamenlijke project uit. De

Argentijnse hoofdstad gaat via het SAP HANA-platform 700.000 objecten beheren, waaronder bruggen, bushaltes, gebouwen, parken en straatverlichting. www.sap.com/netherlands www.philips.com

ELEKTROTECHNIEK

ALLIANTIES

Euchner en Van Egmond werken nauwer samen

HIGHTECH SAMENWERKING

Resato versterkt Innovatiecluster Drachten Resato International, winnaar van de Erasmus Innovatie Award 2015, is toegetreden tot het Innovatiecluster Drachten. Technologie-

Airbus APWorks heeft een MetalFAB1, het industriële 3D-metaalprintsysteem van Additive Industries, besteld en is daarmee de eerste bèta-klant voor de Eindhovense start-up. Airbus APWorks levert 3D-geprinte onderdelen voor de lucht- en ruimtevaart en

bedrijf Resato (Roden, tachtig medewerkers) ontwikkelt en fabriceert hogedrukcomponenten en -systemen. www.icdrachten.nl

Sensorspecialist Euchner heeft industrieel automatiseerder/elektrogroothandel Van Egmond de status van ‘selected partner’ verstrekt. Dat houdt in dat de medewerkers van Van Egmond worden getraind

in en up-to-date gehouden over producten en oplossingen, onder meer op het vlak van machineveiligheid. www.euchner.nl www.vanegmond.nl

Metatronics Torenallee 42-54 5617 BD Eindhoven Tel 040-7870910 www.metatronics.nl

Ontdek of uw organisatie klaar is voor het Internet of Things! Ontvang uw persoonlijk IoT Readiness rapport Internet of Things biedt talloze mogelijkheden voor nieuwe producten, diensten en business modellen. In hoeverre is uw bedrijf er klaar voor? Doe de IoT Readiness Scan en ontvang kosteloos een uitgebreid gepersonaliseerd rapport over de IoT status van uw bedrijf.

Doe de IoT Readiness Scan op www.metatronics.nl/iot-readiness-scan

februari 2016

75



KORT ‘WIN-WIN-WIN’-STRATEGIE ANTERYON OPTICAL SOLUTIONS BETAALT ZICH UIT High mix, high complexity – absoluut. Maar low volume? ‘Lang niet altijd. Bij ons gaat het van enkele tientallen tot 100.000 stuks. In zowel de producten als de aantallen zit een enorme mix’, zegt Ruben Tibben, managing director van Anteryon Optical Solutions in Eindhoven. De spin-out van Philips (2006) is een niche-speler in innovatieve microoptische producten als lenzen, lasers en glascomponenten. ‘In 2011 zijn we verticaal gaan integreren; sindsdien produceren we naast componenten steeds meer complexe subassemblages. Zoals complete scanners die objecten detecteren en een digitale encoder die oogchirurgen bij het laseren inzetten.’ Producten die het bedrijf bouwt en ontwikkelt, samen met de klant. ‘Wij zijn als ontwikkelpartner een katalysator voor het innovatieproces van de klant. Ons businessmodel is dat we het geld verdienen met productie. De ontwikkeling doen we tegen ver-

goeding van de kosten – mét het commitment dat als we dat goed doen, wij gaan produceren. Dat creeert een bepaalde afhankelijkheid van elkaar. Als de klant succes heeft, hebben wij succes’, vertelt Tibben. ‘In wat wij oppakken moet echt een optische uitdaging zitten, dus niet alleen een mechanische of elektronische. Vanuit een optisch vraagstuk ontwikkelen we een oplossing en definiëren we de componenten, die we vaak zelf maken. Daar komen heel veel unieke dingen uit die onze klanten (als ASML, Sick, Hilti en Leica, red.) onderscheidend en succesvol maken in de markt. We voegen dus een enorme waarde toe – voor de klant én de klant-van-deklant. In onze missie staat dat we een ‘win-win-win’ willen creëren voor de klant, de klant-van-de-klant en onszelf.’ Die toegevoegde waarde, geënt op een sterke engineering (een derde van de honderd medewerkers), ver-

klaart waarom Anteryon Optical Solutions in Nederland kan (massa)produceren. Tibben: ‘In mindere jaren hebben wij onze kern intact gehouden en zijn wij onze engineeringscapaciteiten beter gaan inzetten. Sindsdien hebben we een hele

omslag gemaakt. Dat betaalt zich nu uit. We draaien nu ongeveer drie keer zoveel projecten als destijds en vele leveren productie op. We draaien een mooie winst en groeien jaarlijks.’ www.anteryon.com

AWARDS Refitech Composites uit Waalwijk

ontving eind vorig jaar tijdens de vakbeurs Engineering Materials in Gorinchem de Composiet Award 2015 voor een uit carbonfiber vervaardigde high-speed pick & place robotarm.

Machinefabriek Boessenkool, PillenGroup, Romias en Exner Ingenieursbureau zijn genomineerd

voor de Made in Holland Award 2016. De uitreiking is half maart in Utrecht, tijdens de vakbeurzen ESEF en TechniShow in de Jaarbeurs.

One2Born, Ioniqa en LEA hebben

elk een Herman Wijffels Innovatieprijs 2015 gewonnen voor respectievelijk een nabroedhouder, een pet-recycletechniek en een zorgrobot.

A

TROTS OP DE WINST Wij zijn bijzonder trots op het winnen van de Dutch Industrial Suppliers Award 2015 – categorie Best Logistics Supplier. Van de 174 genomineerde ondernemingen zijn wij als beste naar voren gekomen en dat is voor ons een bewijs dat wij als toeleverancier van hoog nauwkeurige, mechanische onderdelen op de goede weg zijn. De jury duidt ons als een ‘een zeer flexibel bedrijf dat te allen tijde gefocust is op de opdracht van de klant’, als een onderneming die ‘op vrijwel alle variabelen van de logistieke performance honderd procent scoort’ en dat een multidisciplinair team weet samen te stellen ‘dat uitstekend samenwerkt met het team van de klant’. Met name in die kwaliteiten heeft Mevo de afgelopen jaren geïnvesteerd en dan is er niets mooiers als onze klanten juist die zo uitgesproken positief weten te waarderen. De prijs is voor al onze medewerkers niet alleen een groot compliment voor het werk dat ze hebben geleverd, het is ook een enorme stimulans om het de komende jaren nog beter te doen. Daartoe blijven we investeren, in onze mensen, maar ook in onze machines. Zo hebben we recentelijk een horizontale freesbank met palletmagazijn besteld die medio 2016 wordt afgeleverd en die bij zal dragen aan de verdere verhoging van onze kwaliteit, snelheid en leverbetrouwbaarheid. Wij danken al onze klanten hartelijk voor het enorme compliment dat ze ons met deze prijs hebben gegeven en verheugen ons op verdere samenwerking.

Frans Verhaegh, Managing Director Mevo Precision Technology

Mevo Precision Technology is gespecialiseerd in het produceren van fijnmechanische onderdelen en samengestelde producten voor de hightech industrie. De technisch hoogwaardige onderdelen die Mevo maakt worden gebruikt in onder andere meet- en regelinstrumenten, optische instrumenten, speciale machinebouw, automobielindustrie en de medische branche. Het succes van Mevo wordt voor een groot deel bepaald door de vakkennis, betrokkenheid en inzet van de werknemers waarvan er veertig werkzaam zijn in Ruurlo en vijftig in de vestiging in Slowakije.

Spoorstraat 9 7261 AE Ruurlo T 0573 – 451945

Frans Verhaegh, Managing Director Mevo Precision Technology

E info@mevo.nl

februari 2016

77


DE MAAKBAARHEID VAN MORGEN.

15-18 MAART 2016 JAARBEURS, UTRECHT

DE VAKBEURS GERICHT OP TOELEVEREN, UITBESTEDEN, PRODUCTONTWIKKELING EN ENGINEERING. MELD U GRATIS AAN: WWW.ESEF.NL @BeursESEF.nl


AGENDA 20-21 APRIL 2016 23-27 FEBRUARI 2016 METAV 2016 (VAKBEURS) - DÜSSELDORF (D) Internationale vakbeurs met de nieuwste ontwikkelingen en trends in de metaalbewerkingstechnologie in alle denkbare takken van industrie. Zie: www.metav.de

1-3 MAART 2016 RAPIDPRO (EXPOSITIE EN CONFERENTIE) VELDHOVEN Zesde editie van event met ruim honderd exposanten en diverse internationale sprekers over het snel ontwikkelen van producten, prototyping en (lowvolume) productie. Zie: www.rapidpro.nl

1-3 MAART 2016

A

VIRTUAL (R)EVOLUTION EVENT - VELDHOVEN Derde editie van event met lezingen, expositie en demonstraties over virtual en augmented reality. Mikrocentrum organiseert samen met Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij en Fontys. Zie: www.virtual-revolution.nl

10 MAART 2016 MOTION & DRIVES (EVENT) - HILVARENBEEK Eerste editie van event (geen beurs)

waar kennisinstellingen en bedrijfsleven elkaar informeren over nieuwe trends en ontwikkelingen. FEDA en Mikrocentrum organiseren gezamenlijk. Zie: www.mikrocentrum.nl

15-18 MAART 2016 ESEF + TECHNISHOW + INDUSTRIEDEBAT (BEURS EN CONFERENTIES) - UTRECHT Tweejaarlijkse vakbeurs voor toeleveren, uitbesteden, productontwikkeling en engineering. Met de laatste technologische ontwikkelingen en toeleveringsstrategieën in de maakindustrie. Inclusief TechniShow, beurs voor productietechniek. Link Magazine organiseert, op 15 maart, tijdens de ESEF het Industriedebat over de vraag ‘Is de industrie klaar voor Smart Industry?’. Zie: www.esef.nl, www.technishow.nl

23 MAART 2016 LINK CAFÉ - BOXTEL In samenwerking met Siemens PLM Software organiseert Link Magazine een Link Café over ‘businessmodellen voor de fabrieken van de toekomst’. Zie: www.linkmagazine.nl

MATERIALS 2016 (VAKBEURS EN CONGRES) VELDHOVEN Expositie en congres (42 lezingen) over het kiezen, ontwerpen, toepassen en (na)bewerken van (nieuwe) materialen. Zie: www.materials.nl

7-8 JUNI 2016

METALEKTRODAG 2016 - ROTTERDAM Event met presentaties van bij A+O aangesloten bedrijven, lezingen en workshops. Zie: www.ao-metalektro.nl

IOT EVENT (CONFERENTIE EN EXPOSITIE) EINDHOVEN Vijfde editie van event over de laatste ontwikkelingen op het gebied van het Internet of Things en big data. Zie: iotevent.eu

12 APRIL 2016

4-5 OKTOBER 2016

3D FOODPRINTING CONFERENCE - VENLO Tweede editie van netwerk-event voor design- en engineeringprofessionals in de 3D-printing- en foodindustrie. Zie: 3dfoodprintingconference.com

DSPE CONFERENCE SINT MICHIELSGESTEL Derde editie van dit event van de Dutch Society for Precision Engineering (DSPE). Zie: www.dspe-conference.nl

24 MAART 2016

17 MAART 2016

12-14 APRIL 2016

HEALTH VALLEY EVENT - NIJMEGEN Ontmoetingsplaats voor health-innovaties, met deze keer focus op het belang van cross-overs. Met sprekers, workshops, matchmaking, een investorslounge, een beursvloer en natuurlijk volop mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Zie: www.health-valley.nl/event

EMPACK /LABEL&PRINT (VAKBEURS EN CONFERENTIE) - UTRECHT Nieuw event voor de verpakkingssector; opvolger van Empack. Met focus op biobased verpakken, webretailverpakkingen, intralogistiek en printing van verpakkingen. Zie: www.easyfairs.com/packaging

4-7 OKTOBER 2016 INDUSTRIAL PROCESSING / WORLD OF TECHNOLOGY & SCIENCE (BEURS EN CONFERENTIE) - UTRECHT Twee beurzen, op dezelfde dagen in dezelfde hallen. Gezamenlijk initiatief van Machevo & Bulk, FEDA en FHI. Zie: wots.nl

INNOVATIE HEINEKEN EN CORTEXON ZORGT VOOR ‘BIER-REVOLUTIE’ Een revolutie in de bierwereld. Zo betitelt bierbrouwer Heineken zijn nieuwe tapsysteem Brewlock dat wereldwijd uitgerold wordt. Niet alleen de CO2-flessen worden overbodig, ook de stalen fusten zijn verleden tijd. Cortexon werd door Heineken benaderd om in een gezamenlijk projectteam de compressor module te ontwikkelen en levert daarmee een essentiële bijdrage aan dit innovatieve tapsysteem. ‘Brewlock is een baanbrekende innovatie in het vertappen van bier,’ zegt John van der Vliet, Supply Development Manager bij Heineken International. ‘Het garandeert een hogere kwaliteit. In het systeem is de koolzuurfles vervangen door een compressor module die voor een constante druk zorgt (ontwikkeld door Cortexon, red.). Geen gedoe meer dus met te hoge of te lage druk, geen aantapverlies meer en de smaak wordt niet meer beïnvloed door te veel of te weinig CO2 of mixgas. De samenwerking met Cortexon heeft geleid tot een prachtig innovatief product.’

greerd is in een verrijdbaar systeem. ‘Heineken blijft voortdurend innoveren met dit tapsysteem en Cortexon faciliteert hierbij,’ aldus Marcel van de Sande, Business Unit Manager bij Cortexon.

DOOR(ONTWIKKELING) Het tapsysteem van Heineken moet internationaal te gebruiken zijn en voldoen aan stringente specificaties met betrekking tot gewicht, formaat, kosten, etc. Het moet bovendien bestand zijn tegen temperatuurwisselingen en uiteenlopende weersomstandigheden. Complex is ook dat het systeem wereldwijd met verschillen in netspanning moet kunnen omgaan. Inmiddels maken al veel horecazaken en bars in de Verenigde Staten en andere internationale markten gebruik van Heineken’s nieuwe tapsysteem. Naast de basisuitvoering is er ook al een compacte versie beschikbaar. Daarnaast is er een variant ontwikkeld waarbij de compressor module geïnte-

Cortexon is sterk in klantspecifieke projecten en werkt nauw samen met grote multinationals, waaronder Heineken, ASML, NXP en Philips, aan innovatieve projecten. Eisenhowerweg 12 5466 AC Veghel Tel + 31 413 31 11 18 Fax + 31 413 31 11 12 info@cortexon.com www.cortexon.com

februari 2016

79


Maakbedrijven renderen met Isah Business So ware Isah Business Software vormt de spil van alle bedrijfsprocessen en biedt volledig inzicht en overzicht. De so ware is toegespitst op de maakindustrie en wordt wereldwijd in vele branches toegepast. Wij investeren continu in Research & Development om vandaag, maar ook over 10 jaar te voldoen aan de wensen en eisen van het maakbedrijf. Daarbij hebben we een duidelijk

Kennismaken? Kijk op isah.nl of bel 088 4724 000

doel voor ogen: het maakbedrijf beter laten renderen. Dat is de inzet van onze mensen, organisatie en business so ware.

DE NUMMER

SOFTWARE VOOR DE MAAKINDUSTRIE.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.