link Magazine 2022, #03

Page 1

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS juni 2022 | nummer 3 | jaargang 24

DE RISICO’S VAN (TE) GROTE KLANTAFHANKELIJKHEID DE SEMICON VOLGEN ZONDER DE REST UIT HET OOG TE VERLIEZEN VANENBURG FLEXIBILISEERT ERP ‘VOLLEDIG GEÏNTEGREERDE ERP GAAT HET LASTIG KRIJGEN’

THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN SOFTWARE- EN HARDWARE-ENGINEERS?

LEO MEIJER (TRYMAX):

‘VROEGER DEDEN WE ALLES WAT DE KLANT WILDE, NU STANDAARDISEREN WE STERK’


Progress in emotion

Bezoek ons in Utrecht

27-30 SEPTEMBER


#3/22 12 THEMA DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

32

HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWAREEN DE HARDWAREENGINEERS? Software heeft in de machine- en apparatenbouw enorm aan belang toegenomen. Nu valt software gemakkelijk aan te passen en is dat bij hardware een stuk lastiger. Maar betekent dat automatisch dat de software-engineers zich moeten conformeren aan het werk van hun hardwarecollega’s? Hoe zorg je dat ze elkaar versterken?

44 IT-DIENSTVERLENING VANENBURG SPEELT IN OP OMSLAG IN DENKEN GROTE LEVERANCIERS

‘VOLLEDIG GEÏNTEGREERDE ERP GAAT HET LASTIG KRIJGEN’ ERP-systemen zijn groot en log geworden doordat er in de loop der jaren steeds weer nieuwe features aan zijn toegevoegd, aldus Hans Don van Vanenburg. Terwijl de informatiebehoefte in de industrie steeds sneller verandert. Ga werken met apps die extra functionaliteit bieden.

49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over In Ovo, ontwikkelaar van Ella. Ella is een machine die razendsnel eieren screent en zo tijdig het geslacht bepaalt.

62

BEDRIJFSPROFIEL TRYMAX-CEO LEO MEIJER

‘VROEGER DEDEN WE ALLES WAT DE KLANT WILDE, NU STANDAARDISEREN WE STERK’ Trymax, producent van machines voor de semiconductorindustrie, maakt een ware groeispurt door. Dat vraagt veel aanpassingsvermogen. De stagnaties in de supplychain vormen de grootste bottleneck. Door intern slim te plannen, vindt het bedrijf vervolgens wel passende oplossingen voor de continuïteit van zijn productie.

IT-DIENSTVERLENING

DGA PLATFORM DE RISICO’S VAN (TE) GROTE KLANTAFHANKELIJKHEID

31

Met nieuw Asset Performance Platform wil Lenze het de klant ‘zo makkelijk mogelijk maken’ ‘Wij kunnen dat het best, want wij hebben de domeinkennis’

69

Samenwerken binnen dezelfde softwareomgeving vergroot efficiëntie ‘‘Plat slaan’ engineeringsinformatie niet nodig, aldus EPLAN

DE SEMICON VOLGEN ZONDER DE REST UIT HET OOG TE VERLIEZEN Over drie jaar verwacht verpakkingsexpert Meilink de omzet uit de semiconsector ruimschoots verdubbeld te hebben vergeleken met nu. Maar moet een bedrijf zo afhankelijk willen zijn van één marktsegment, in dit geval klant ASML en de bijbehorende supplychain? Een flink dilemma, klonk het tijdens een bezoek van het DGA Platform aan Meilink in Schijndel.

PRODUCTIE-OPTIMALISATIE

34

Gerben Hilboldt over zijn eerste jaar als roerganger bij NieuweWeme ‘Komt die serie van tien er toch niet, dan moet er afgerekend worden’

72

Procesdenken en standaardisering essentieel voor smart manufacturing Vanenburg-rondetafeldiscussie: ‘We willen geen kilo’s verkopen, maar oplossingen’

ZIE VERDER PAGINA 5

juni 2022

3



EN VERDER:

6 36

UIT DE MARKT

38

PRODUCTONTWIKKELING ProCleanroom speelt in op behoefte aan cleanroom-capaciteit ‘Een dynamische supplychain vergt breed anticiperen’

40

ROBOTISERING Omarm ketenintegratie en robotiseer ‘In de bouw werken partijen vaak niet écht samen’

42

MONITORING Schaeffler: van lagerfabrikant tot dienstverlener Met een focus op levensduurverlenging

56

SPELEN Eerste Link Magazine Annual Golf Tournament

58

PROCESVERBETERING Kantrobotcellen LVD helpen De Cromvoirtse bij verdere groei Zo komt robot ook bij kleinste serie tot z’n recht

60

PROCESOPTIMALISATIE NEVAT-debat over onderbenutting machinecapaciteit

61

COLUMN Directie, loop niet weg voor uw IT-verantwoordelijkheid

66

PROFIEL Na 34 jaar verlaat Piet Tak B&R ‘De lastigste klanten zijn steeds mijn beste, trouwste klanten gebleken’

76

STRATEGIE Jubilerend Timmerije zet in op duurzame oplossingen in kunststof ‘Concullega’s wachten af, wij pakken de lead’

79

DIGITALISERING Kuyer spint garen bij investeringen in IT ‘Optrekken met concullega’s kost niet per definitie rendement’

81

COLUMN De energietransitie kan niet zonder een digitale transformatie

82

DUURZAAMHEID Hydrogen Valley krijgt invulling met project WAviatER Werken aan waterstoftechnologie

84

PARTNERSCHAP Millux zet expertise in voor Cooll Cooll Inside voor de warmtepomp

87

UIT DE MARKT (Vervolg)

PROCESVERBETERING Slimme software vermindert fout- en storingsgevoeligheid VIA Techniek en Metal Work ontwikkelen samen machine met een vijf keer hogere output.

DIE VRAAG DIE WE NIET MEER MARTIN ZOUDEN MOETEN STELLEN ‘We willen geen kilo’s verkopen, maar oplossingen’, stelt een van de deelnemers aan de rondetafeldiscussie over smart manufacturing (waarvan verslag in deze uitgave). Je zou denken dat het richten op oplossingen zo onderhand allang gemeengoed is in de industrie. Missies op bedrijfswebsites hebben in elk geval vaak wat weg van wat Missen – toen het verkiezen van hen nog door de woke-beugel kon – als hun levenswens formuleerden: bijdragen aan een mooiere wereld. In interviews met ondernemers komt zo’n soort, bijna charitatieve bedrijfsdoelstelling altijd ter sprake. Maar, vaak tegen het eind van een gesprek, komt de ware aard boven en leggen ze hun groeidoel op tafel. Ongetwijfeld worden daar ook medewerkers mee opgezadeld, en dat is spijtig. Mensen (lees: medewerkers) doen het liefst iets goeds, en dat graag in één keer. Met andere woorden: het zit al ingebakken in hun aard iets first time right te doen en met dat iets iemand (lees: de klant) zo blij mogelijk te maken. Het zit niet in hun aard om bewust fouten te maken, expres extra tijd ervoor te nemen (tenzij ze op een voetbalveld op voorsprong staan) of iets tot stand te brengen waar niemand op zit te wachten. Ook niet in die medewerker die – zo op het oog – leeft van weekend naar weekend en het werk beschouwt als vervelende, tijdrovende barrière daartussenin. Dat impliceert dat het managen van mensen makkelijk is: intrinsiek gemotiveerd zijn ze al, je hoeft alleen nog de juiste voorwaarden te scheppen. Zorg dat ze over de benodigde competenties, equipment, materialen en tijd beschikken, leg uit waar het voor nodig is en het kán eigenlijk niet mis gaan. Alleen moet die manager dan niet over groei- en winsttargets beginnen. Hij (genderneutraal bedoeld) doet dat graag. Logisch want het bedrijf laten groeien, dat is zijn opdracht. Daartoe is hij intrinsiek gemotiveerd: zo efficiënt en effectief mogelijk de groei realiseren waar de facto zijn belangrijkste klant – de investeerder – blij van wordt. Zo’n doelstelling sluit echter op geen enkele manier aan bij die innerlijke drive van de medewerker. Het leidt alleen maar af van waartoe die intrinsiek gedreven is: zo effectief en efficiënt mogelijk iets tot stand te brengen waar de échte klant blij van wordt. Nu sprak ik voor deze uitgave met de oprichter van We Fabricate. Een jong, klein bedrijf (7,5 miljoen euro omzet) met reeds een heuse, mature holdingstructuur met elf (!) BV’s. Want hij wil niet de fout maken die veel ondernemers wel hebben gemaakt. Die hebben eerst in één entiteit een mêlee aan activiteiten en producten ondergebracht. Om vervolgens te gaan groeien en daarna te verzanden in een bureaucratie waaraan alleen nog valt te ontworstelen door een kernactiviteit aan te wijzen en de rest buiten de deur te zetten, in aparte BV’s. We Fabricate heeft dat van kiet af aan gedaan. Met als driver: de medewerkers in een kleinschalige setting zicht laten houden op waar ze het voor doen: de klant blij maken. Want dat maakt die medewerkers blij. Jammer was alleen dat ook hij toch kwam op zijn groeidoelstelling. Nu ben ik kwijt of hij er nu zelf over begon, of ik. Ik geef mede namens collega’s toe: journalisten vragen er graag naar. ‘Waar wil je over twee of vijf jaar staan?’ ‘Hoe groot wil je dan zijn?’ ‘Hoeveel meer mensen wil je dan op de loonlijst hebben en hoeveel hoger moet de omzet zijn?’ Zo’n dissonante vraag zouden we eigenlijk niet meer moeten stellen. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 24, NUMMER 3, JUNI 2022 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 77,00 exclusief BTW per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), P. Berting (Huisman), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ir. M.H. Hendrikse (HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), S. Kleijngeld (Inther Group), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech),

VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 16 september. Het thema van dit nummer is: ‘De arbeidsmarktkrapte: een zorg, maar het biedt ook kansen’

HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen AEINDREDACTIE Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jan Broeks, Hans van Eerden, CArno van den Haak, Marcel van Oirshot, Marjolein de Wit-Blok en Riejanne Wolswinkel. COVERFOTO Mohanad Ataya GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

ISSN 1568 - 1378

juni 2022

5


UIT DE MARKT DISCA’22: ‘WIE ZIJN NU JE ÉCHTE PARTNERS?’ NOMINEER! distributie van parts, als met ‘Wie zijn nu je échte partners?’ Dat • Voor de Best Knowledge Supplier het uitstekend op orde hebis dit jaar het thema van de Dutch Award kunnen toeleveranciers Industrial Suppliers & Customer (DISCA)-awards van Link Magazine. De huidige tijd kenmerkt zich door grote sourcingsproblemen, met vaak verstrekkende gevolgen: van grote onduidelijkheid over de prijsstelling en levertijden tot en met afnameverplichtingen en het – onbedoeld – vergroten van het aantal suppliers. Juist nu wordt duidelijk wie je echte ketenpartners zijn. Wie je zo goed mogelijk en tijdig informeert over levertijden en -prijzen of ervoor open staat je mee te laten kijken naar het ontwerp, zodat je samen kunt zoeken naar alternatieven. Wie zijn uiterste best voor je doet om – links- of rechtsom – een oplossing te vinden zodat je toch kunt uitleveren aan je klant. Wie netjes afneemt en op tijd betaalt, ook al heeft hij je materiaal nu niet direct nodig. Nomineer nu die echte partner – een leverancier of een klant – voor een van de drie DISCA-awards:

worden genomineerd met eigen r&d (inclusief engineering) in Nederland. In deze categorie vallen de bedrijven die, dankzij hun ontwikkel- en engineeringsinspanningen, uitblinken in het toevoegen van waarde aan het eindproduct van de klant. Deze suppliers dragen er door kennis toe te voegen substantieel aan bij dat met het eindproduct meer geld wordt verdiend en/of de kosten ervan lager worden. De prijs voor de Best Process & Parts Supplier is speciaal voor leveranciers ingesteld die, geconfronteerd met vaak (extreem) grote sourcingsproblemen toch (min of meer) op tijd, tegen de afgesproken prijs weten te leveren. Die weten te presteren, ondanks de grote logistieke problemen en de sterk gestegen transportkosten. Deze award is dus voor de leverancier die zich onderscheidt met zowel betrouwbare productie en

ben van zijn bedrijfsprocessen. Voor de Best Customer Award kunnen Nederlandse industriële uitbesteders op oem- of first tier supplierniveau worden genomineerd, met eigen r&d/engineering die productie en/of ontwikkeling/engineering uitbesteden. In deze categorie vallen bedrijven die hun toeleveranciers door transparantie, heldere communicatie en het nakomen van afspraken in staat stellen zo veel mogelijk toegevoegde waarde te leveren en zo de waarde van het eindproduct te verhogen en/of de kosten ervan te verlagen. Alle nominaties worden anoniem verwerkt. Het nomineren van het eigen bedrijf of zuster-/moederbedrijf is niet mogelijk. Alle bedrijven die door meer dan één klant of leverancier worden genomineerd, gaan door naar de tweede ronde.

DUTCH INDUSTRIAL AND CUSTOMER AWARDS 2022

Daarin volgt een kort assessment. Vervolgens bepaalt een jury wie doorgaan naar de finale en worden de winnaars gekozen. Die finale is tijdens een feestelijke bijeenkomst op donderdagmiddag en -avond 24 november (aanmelden kan al via DISCA@ linkmagazine.nl). Link Magazine organiseert de DISCA jaarlijks in samenwerking met ING en ISAH Business Software. Nomineren kan via het nominatieformulier op www.linkmagazine.nl, door te mailen naar disca@linkmagazine.nl of te bellen met 010 451 5510.

NOG EVEN, EN DE MACHINES VAN Q-FIN KALIBREREN OOK ZELF Het liefst zien ze bij Q-Fin in Bergeijk dat de eigen machines – bedoeld voor het ontbramen, afronden en finishen van metalen plaatdelen – volledig autonoom werken. Met voor de operator enkel een druk op de knop, waarna de machine geheel zelfstandig alles uitvoert. Zover is het weliswaar nog niet, maar nieuwe stappen zijn er de afgelopen tijd wel degelijk gezet. Neem allereerst de volautomatische kalibratie van de borstels, door de machine zelfstandig uitgevoerd. Q-Fin legt er momenteel de laatste hand aan, vertelt directeur Anton Bax. Waarbij zijn bedrijf voor de lancering mikt op TechniShow 2022, eind augustus en begin september in Jaarbeurs Utrecht. ‘Het event wordt de livegang van de nieuwe kalibratiefunctie, die de klant extra zekerheid biedt. Doordat de machine zelf de slijtage van de borstels ijkt, blijft het resultaat van de output altijd gelijk.’ Q-Fin steekt de eigen ambitie niet onder stoelen of banken. Het bedrijf wil in 2025 tot de top 3 van Europese producenten van ontbraam-

6

juni 2022

machines behoren. Een doelstelling waarvoor het nog altijd op koers ligt, vertelt Bax. ‘Er staan wereldwijd inmiddels 1.120 Q-Fin-machines in het veld, waarvan veruit het merendeel in Nederland en Duitsland. De ontwikkelingen gaan hard, met meer dan 50 procent groei per jaar.’ Om aan die groei te blijven voldoen, hebben ze zich in Bergeijk twee innovaties per jaar opgelegd. Dus werd de afgelopen tijd gewerkt aan nog een andere ontwikkeling, gericht op de software die de bewerkingsstations in de machine aanstuurt. Het proces is verder geautomatiseerd, vertelt Bax, en start met de barcode op een productiebon. ‘Door het scannen van de barcode door de operator stelt de machine zichzelf in, waarna het daaraan gekoppelde programma ervoor zorgt dat alle stations de juiste bewerking uitvoeren.’ Q-Fin doet de softwareontwikkeling in eigen huis waarbij het zich in eerste instantie heeft gericht op een full-options-versie van de eigen ontbraam- en finishmachine F1200 XL,

Foto: Q-Fin

die vier stations omvat. Bax: ‘We gaan deze full-options-versie presenteren tijdens TechniShow, maar kunnen deze functionaliteiten toepassen op elke automatische Q-Fin-machine. Zelfs op afstand inloggen en meekijken bij de klant – mocht daar behoefte aan zijn – behoort tot de mogelijkheden.’ Door het proces verder te automatiseren, brengt Q-Fin de foutmarge door menselijk handelen omlaag. Bovendien, doordat er minder manuele handelingen nodig zijn, is dat volgens Bax juist in deze tijd van fikse personeelstekorten een pre.

‘Daarnaast pakt deze softwareontwikkeling kostenefficiënt uit. Laat een machine alle benodigde handelingen volautomatisch uitvoeren, en de kosten per uur vallen lager uit dan wanneer je daar een persoon voor inzet.’ Klaar met ontwikkelen zijn ze in Bergeijk dan ook nog niet, vertelt Bax. ‘Verloopt straks ook het beladen en ontladen van de plaatdelen volautomatisch, dan draagt dat alleen maar verder bij aan de autonomie en terugverdientijd van de ontbraammachine.’ www.q-fin.nl


MET SOFTWARE VALT EEN WERELD TE WINNEN, MAAR DENK ER VOORAF GOED OVER NA Bij veel bedrijven in de maakindustrie (en elders) wordt pas laat in het mechanisch ontwerpproces nagedacht over de mogelijkheden van software. Te laat, in de ogen van Matthieu Bemelmans van VinciTech in Eindhoven. ‘Doorgaans is het mechanisch concretiseren van de machine het uitgangspunt en ligt er al een design piece, voordat er bijvoorbeeld gekeken wordt welke eisen op timing gehaald moeten worden of welke robotbewegingen ‘Software wordt eerder gezien als de slagroom op het precies nodig zijn, en of ontwerp achteraf in plaats van de pijler eronder’, stelt Matthieu Bemelmans. Foto: VinciTech dat wel kan op softwarevlak. Of een bedrijf kiest voor vision en wil er op het twijfel over of het gaat werken. laatste moment nog een systeem bij. Nieuwe software is dan de new kid Dan ontbreekt ineens fysiek de on the block, die met enige argwaan ruimte om de camera op een meter wordt bekeken. En het wordt nog afstand te plaatsen’, schetst hij. Nog spannender als er ook nog slimme een veelvoorkomende valkuil: denalgoritmen, machine learning of een ken vanuit het middel en niet vanuit serverarchitectuur bij komen. Dat is het doel. ‘Onze klanten zijn meestal nieuw en die innovaties zetten door.’ zelf innovatief in hun eigen markt, Een gemiste kans, aangezien er met hebben er al goed over nagedacht en software een wereld te winnen is. een richting bepaald. Soms schaffen Bijvoorbeeld door met een slimme ze alvast een robot aan, zonder te robotaansturing een productielijn kijken of het ook anders kan.’ 10 tot 20 procent sneller te laten Bemelmans is projectleider en algolopen of een systeem zichzelf op ritmespecialist bij VinciTech, dat basis van receptuur of sensoriek werd opgericht door zijn vader Léon anders te laten instellen, zodat je er Bemelmans (voormalig oprichterminder werk aan hebt en flexibel directeur Beltech). De zeven medekunt produceren. ‘In alle gevallen werkers van het bedrijf bieden highmoet je daar van tevoren over tech oplossingen op het vlak van nadenken. Want software bepaalt de robotica, vision, motion automatikracht van het ontwerp, die moet je on, precisiemetingen en software volledig uitbuiten.’ Daarom spart interfacing naar andere systemen VinciTech op voorhand met klanten in productielijnen voor de maakover welke technologische compoindustrie, food, de metaal- en kunstnenten nodig zijn om de gewenste stofindustrie en de logistiek. Het performance te realiseren. ‘En betreft vaak klantspecifieke oplosmocht er een missing link zijn, singen, met de focus op modularibijvoorbeeld een algoritme dat niet teit van het systeem, om complexigoed werkt, dan zijn we in staat een teit en hoge kosten te vermijden. nieuw algoritme te bedenken en te Bemelmans toont begrip voor het implementeren in de software’, zegt feit dat software eerder wordt gezien hij. ‘Wat dat betreft staan we technoals ‘de slagroom op het ontwerp logisch nooit met de rug tegen de achteraf, in plaats van de pijler eronmuur. We luisteren, stellen alle der’. ‘Het gaat natuurlijk steeds om mogelijke vragen, dragen alternatiebetrouwbaarheid en uptime. Ervave oplossingen aan en komen met ren machinebouwers die al dertig een concept voor het systeem – en jaar een bepaald mechanisch conuiteindelijk tot een betere oplossing.’ cept inzetten, hebben geen enkele www.vincitech.nl

IO-LINK WIJ SPREKEN UW TAAL.

DUURZAME RELATIE

De juiste partner voor uw IO-Link projecten. Zijn het uw eerste stappen in digitalisering? Of wilt u een universeel installatiesysteem of future-proof IIoT concept?

Let’s connect!  murr.codes/35021

juni 2022

7



UIT DE MARKT AALBERTS GEEFT VOOR VERGROTEN DUURZAAMHEID KEY SUPPLIERS SCHOT VOOR DE BOEG De EU legt met European Regulation 2020/852 ‘grote’ bedrijven op in hun jaarverslag te rapporteren wat zij gedurende dat jaar hebben gedaan om hun impact op klimaatverandering te verkleinen (Annex 1 van de richtlijn) en welke maatregelen ze hebben genomen om de eigen bedrijfsactiviteiten te beschermen tegen de effecten van klimaatveranderingen, als hevige stormen en wateroverlast (Annex 2). De richtlijn benoemt expliciet over welke activiteiten precies gerapporteerd moet worden. Voor het industriële concern Aalberts betreft dat onder andere de activiteiten hydronic flow control en integrated piping systems, vertelt Anne-Lize van Dusseldorp, director sustainable entrepreneurship van de beursgenoteerde onderneming. ‘Voor die activiteiten hebben we gekeken in hoeverre deze zorgen voor energiebesparing en hygiënische distributie van water, waarmee ze bijdragen aan klimaatmitigatie en het behalen van de doelen van de SDGs (Sustainable Development Goals van de VN, red.). Voor producten die binnen die activiteiten vallen hebben we life cycle assessments uitgevoerd. We zijn in detail nagegaan hoeveel materiaal voor een product gebruikt wordt en hoeveel CO2 bij de productie en het transport ervan vrijkomt. Voorbeeld: we hebben een vuil- en luchtafscheider ontwikkeld die als onderdeel van een verwarmingssysteem zorgt voor energiebesparing en daarmee een veel lagere CO2-emissie. Die verlaging tonen we aan de

hand van publieke en wetenschappelijk bronnen aan.’ Ook in hoeverre producten circulair te maken zijn wordt in die assessment meegenomen, vervolgt ze. ‘Circulariteit gaat een steeds grotere rol spelen. De r&d-afdelingen van onze businessunits gaan na hoe producten anders kunnen worden ontworpen, zodat de materialen die erin verwerkt worden zoveel mogelijk bewaard blijven en opnieuw gebruikt kunnen worden.’ Naast de scope 1 en scope 2 CO2emissies van Aalberts zelf, wordt een groot deel van de CO2-emissies van de activiteiten van Aalberts veroorzaakt door zijn toeleveranciers: de scope 3-emissies. Daarbij gaat het niet alleen om effecten op het klimaat, maar ook om het respecteren van mensenrechten. ‘Wij laten daarom onze key suppliers – dat zijn er honderden – een supplier code of conduct ondertekenen waarmee zij verklaren dat ze maatregelen nemen op het gebied van energie-efficiëntie, materiaalgebruik en mensenrechten. Wij hebben onszelf in onze Net Zero Carbon Roadmap 2050 ten doel gesteld om in 2050 CO2 neutraal te zijn.’ De grootste scope 3-impact van de supply base gaat uit van de leveranciers van grondstoffen als staal, aluminium, koper en een scala aan kunststoffen. ‘Wij auditen onze key suppliers met regelmaat en dan nemen we de onderwerpen uit de supplier code of conduct mee. De mate waarin ze gedigitaliseerd zijn is op zich geen voorwaarde, maar het maakt het goed en controleerbaar rapporteren natuurlijk wel een heel

stuk makkelijker’, geeft Van Dusseldorp de toeleveranciers een schot voor de boeg. In het jaarverslag 2021 meldt Aalberts dat de SDG-impact van de onderneming vorig jaar toenam tot 66 procent van de omzet, wat inhoudt dat dat Anne-Lize van Dusseldorp. Foto: Aalberts percentage van de omzet bijdraagt aan het behalen van de Sustai- 8 procent. De helft daarvan is elektrinable Development Goals, zeventien citeitsverbruik, bijna een derde is VN-doelen om van de wereld een afkomstig uit duurzame bronnen. betere plek te maken in 2030. Het Het waterverbruik is slechts met bedrijf heeft zich verbonden aan het 1 procent omlaag gegaan het afgelobehalen van 70 procent in 2026. De pen jaar. Om die verlaging te versnelCO2-emissies van de activiteiten is len wordt geïnvesteerd in veel waterbesparingprojecten. sinds 2018 gedaald met 23 procent, www.aalberts.com het energieverbruik sindsdien met

Waag de sprong… kom verder…

Samen met ons!

Coppens over communicatie via SCSN: “Je kúnt simpelweg niet achterblijven in deze digitaliseringsslag”. Kijk op de achterpagina

Maak het met Isah. www.wjadvocaten.nl

1

30-05-2022 14:41

anders | durven | denken

juni 2022

9


BOSCH REXROTH ACADEMY Ben jij er klaar voor om jouw technische kennis een boost te geven? Loop altijd voorop met trainingen van de Bosch Rexroth Academy. Bekijk de ctrlX DRIVE en ctrlX CORE training op de website.

www.boschrexroth.nl/training


UIT DE MARKT FOCUS OP GOEDE BORGING DATA BRENGT PRODUCT-PASPOORT-START-UP CIRCULARISE OP STOOM In 2016 zijn twee jonge, Nederlandse ondernemers – Mesbah Sabur en Jordi de Vos – gestart met Circularise, een softwareplatform waarop ketenpartijen in detail en goed beveiligd kunnen registreren wat de specificaties zijn van hun producten en materialen – als batterijen, plastics, metalen en chemicaliën – met als doel die zo veel mogelijk te kunnen hergebruiken, het liefst op hetzelfde R-ladderniveau. De onderneming uit Den Haag heeft inmiddels 60 à Phil Brown. Foto: Com-magz 70 betalende klanten voor samen met een aantal certificeringshet digitale productpaspoort, vertelt instanties als TÜV en Breeam die de vice-president business developingevoerde data vergelijken met de ment & strategy Phil Brown. data in de ERP-, PLM- en andere Partijen als Nestle, Black & Decker, systemen van de gebruiker.’ DOMO en Porsche, plus andere Porsche draait een aantal projecten waarvan hij de namen vanwege om vertrouwd te raken met het getekende nda’s niet mag prijsgeven. Circularise-platform, met als doel ‘Dat aantal lijkt misschien vrij laag, de circulariteit van de eigen business maar dit betreft dus niet het aantal en die van zijn toeleveranciers te gebruikers. De betalende partijen vergroten. Daarbij wordt ook de zijn de grondstoffenfabrikanten scope3-impact meegenomen, dus helemaal aan het begin van de toeook de footprint van het materiaal leverketen en de oem’ers en brand gebruikt door toeleveranciers heleowners helemaal aan het andere maal aan het andere eind van de eind. Typisch grote bedrijven. DaarPorsche supplychain, maakt Brown tussenin zitten, als het om bijvoorduidelijk. ‘Het is verbazingwekkend’, beeld Porsche gaat, duizenden zo heeft hij ondervonden, ‘hoe weispuitgieters, metaalbewerkers en nig zicht ondernemingen hebben op modulebouwers. Die betalen niet hun toeleverketen of markt. Maar voor ons platform, maar gebruiken die transparantie is wel nodig om het wel.’ Inmiddels staat het aantal circulariteit goed op gang te krijgen. gebruikers, schat Brown, op meer Een grote plasticfabrikant zal alleen dan 200. investeren in een nieuw recyclaat als Daarmee heeft het platform nog hij duidelijkheid heeft over markt geen significante impact op het en dus zijn return on investment. hergebruik van materialen door de Ja, iedereen wil graag transparantie, industrie. Maar, met de rugwind van maar aarzelt zelf zijn data te delen. de steeds stringentere regelgeving Daarom hebben we Zero Knowledge om de footprint van de industrie te Proof ontwikkeld: als je een vraag verlagen – als de EU-Green Deal en stelt aan het systeem over de samende Duitse Supply Chain Act – heeft stelling van een product, krijg je het Circularise forse groeimogelijkheantwoord zonder de onderliggende den. Belangrijk in de propositie is data en namen van de leveranciers.’ dat de data die de ketenpartijen aan De gebruikte blockchaintechnologie het platform toevertrouwen goed is nog wel heel energie-intensief, geborgd en betrouwbaar zijn en erkent Brown. ‘Maar Ethereum blijven. ‘Daarom gebruiken we de werkt aan een nieuwe technologie blockchaintechnologie Ethereum, die 98 procent energiezuiniger zodat altijd te achterhalen valt wie zal zijn.’ wanneer welke data heeft ingevoerd www.circularise.com of gewijzigd. Voorts werken we

IO-LINK WIJ SPREKEN UW TAAL.

TE TEAM TEA R DRE D DREAMT DREAM DREA IO-Link masters, hubs en converter

Het Murrelektronik IO-Link systeem spreekt de taal van uw sensoren. Of het nu gaat om digitale, analoge of IO-Link signalen. Uiterst flexibel en daarom de beste keuze. Multifunctionele IO-Link master modules Compleet plug & play systeem Perfect voor IIOT applicaties

Let’s connect!  murr.codes/35021

juni 2022

11


OVER ONTWIKKELMETHODIEK, TAAKVERDELING EN DIGITAL TWIN IN MULTIDISCIPLINAIRE PROJECTEN

TEGENPOLEN OF TWEE RECHTERHANDEN? Leven hardware en software nog langs elkaar heen of heeft software zich al een volwaardige plek verworven in mechatronica, de combinatie van mechanica, elektronica, regeltechniek en software? Link Magazine sprak met een wetenschapper over hardware en software als elkaar aanvullende rechterhanden en met hightech bedrijven over taakverdeling en samenwerking tussen de disciplines. Komt er een overkoepelende way of working en kan de digital twin een brug slaan? DOOR HANS VAN EERDEN

M

ichiel Tempelaar, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam, doet binnen Amsterdam Business School onderzoek naar strategie. Hij richt zich op ‘ambidexteriteit’, letterlijk het hebben van twee rechterhanden. ‘Het geeft aan dat iets of iemand in twee dingen even goed is. Denk aan een voetballer die ‘tweebenig’ is en daar baat bij heeft voor zijn handelingssnelheid. Het is een belangrijk concept en roept bij mensen uit de praktijk altijd herkenning op. Het heeft te maken met de bestendigheid, de levenskracht, van een bedrijf, dat bijvoorbeeld in de huidige context succesvol is en tegelijk ook toekomstbestendig. Of niet alleen in zijn oorspronkelijke markt succesvol is, maar ook in een markt die wat meer van de kern af ligt. Of neem het leren van nieuwe technologieën, dat impact kan hebben op het bestaande technologiedomein, bijvoorbeeld door de lifecycle ervan te verlengen. Uit onderzoek komt namelijk overtuigend bewijs dat organisaties die de twee componenten niet alleen naast elkaar laten staan maar ook met elkaar verbinden, een langer leven is beschoren en dat ze een hogere en consistentere performance vertonen.’ Dat lijkt strijdig met de trend van specialisatie en uitbesteden van non-core activiteiten, maar wat Tempelaar betreft blijft er ook dan ruimte voor de dynamiek van sterktes die elkaar ontmoeten en versterken – binnen zo’n specialisme van een bedrijf of in een innovatieecosysteem tussen bedrijven.

STUG EN FLEXIBEL Tempelaar hanteert ambidexteriteit als een containerbegrip en past het ook toe op de situatie waarin twee uiteenlopende disciplines, zoals hardware en software, binnen één organisatie samenleven. ‘Er zit natuurlijk een verschil in focus. Hardware heeft bijvoorbeeld een langere investeringshorizon, terwijl je bij software je doelen tussentijds makkelijker kunt bijstellen. Hardware is dan het ‘stuggere’ onderdeel van de organisatie, software het flexibelere. Wil je over die disciplines heen innoveren, dan zul je het stugge deel moeten samenbrengen met het

12

juni 2022

flexibele. Dat vergt een soort metaorganisatie, bijvoorbeeld met crossfunctionele teams en medewerkers die circuleren tussen verschillende afdelingen of specifiek een verbindende functie hebben.’

TEGENGESTELDE KRACHTEN Belangrijk in Tempelaars analyse is ook het begrippenpaar exploitatie-exploratie, gekoppeld aan de korte versus de lange termijn. Exploitatie is nodig om nu resultaat te behalen, financieel en/of maatschappelijk, maar ook om middelen vrij te maken voor exploratie, of innovatie, om in de toekomst succesvol te blijven. Ze hebben elkaar dus nodig – ambidexteriteit is gevraagd – maar kunnen elkaar ook in de weg zitten: de hectiek en de efficiency-mindset die bij exploitatie komen kijken versus de vrijheid en creativiteit die exploratie vereist. Om hier kruisbesmetting te voorkomen, worden de twee – traditioneel – in verschillende organisatieonderdelen ondergebracht. ‘We spreken dan van structurele ambidexteriteit. Een postmodern concept is contextuele ambidexteriteit; je laat tegengestelde krachten binnen één afdeling samenwerken en de medewerkers maken telkens weer de afweging of er een exploitatieve of een exploratieve focus is gewenst. De rol van het management is hier belangrijk, voor het creëren van een context waarin tegengestelde krachten samenkomen: de eigen discipline, ondersteuning, vertrouwen en stretch. Stretch wil zeggen dat er ruimte is om op zoek te gaan naar nieuwe kennis en om zaken buiten de gebaande paden te verkennen. Als er vertrouwen is, kunnen hardware- en software-engineers samenkomen en preconcepties over elkaar aan de kant schuiven om de zaak van een andere kant te bekijken. Zeker voor een kleine organisatie kan dit interessant zijn, want het maakt snel schakelen mogelijk.’

‘KLEINE’ RADAR, ‘SCHOON’ SIGNAAL Robin Radar Systems in Den Haag, in 2010 uit TNO voortgekomen, ontwikkelt radaroplossingen voor het detecteren van kleine objecten, zoals vogels en drones. Het technologiebedrijf bedient drie internationale markten: windenergie, luchtvaart en defence & security. In de eerste twee

THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS? Software heeft in de machine- en apparatenbouw enorm aan belang toegenomen. Niets werkt meer zonder. Nu valt software gemakkelijk aan te passen en is dat bij hardware een stuk lastiger. Maar betekent dat automatisch dat de software-engineers zich moeten conformeren aan het werk van hun hardwarecollega’s? Hoe zorg je dat ze elkaar versterken? Hoe voorkom je dat mechanici of elektronica-engineers iets bedenken wat softwarematig niet te besturen valt? Of dat die robotarm ineens niet meer kan doen wat nodig is omdat er – zonder terugkoppeling – nog éven aan de software gesleuteld is? Hoe zorgt een bedrijf dat het werkelijk ‘tweehandig’ wordt? Zijn daar (software-)tools voor? En, geldt dat spanningsveld alleen tussen hard- en software, of zijn er veel meer interdisciplinaire bruggen te slaan?

• ‘Je laat tegengestelde krachten samenwerken

en de medewerkers maken telkens weer de afweging of er een exploitatieve of een exploratieve focus is gewenst’ • ‘Goed definiëren waar de knip ligt, is stap één. Vervolgens, stap twee, moet je heel goed synchroniseren.’ • ‘Bij grotere projecten zetten we vaak een systeemarchitect in, die over de disciplines heen kan kijken.’ • ‘We zitten nu op een kantelpunt waar agile/ scrum bij ons een formele status krijgt.’

groeit Robin inmiddels uit tot system integrator, maar de focus blijft liggen op technologieleiderschap. Grote technologische uitdaging is het voorkomen van ruis in de radarbeelden, vertelt r&d-directeur Gerben Pakkert. ‘Met onze radar kijken we naar heel kleine dingen die normaliter in de ruis van de radar wegvallen. De kleinste verstoringen, zoals regen, bewegende boomblaadjes of stoorsignalen in de radarcomponenten, kunnen er dan al voor zorgen dat je de propellers van een drone of een kleine vogel niet meer ziet. We moeten dus zorgen voor een ‘schoon’ signaal, met een hoge signaal-ruisverhouding. Daarbij gaat het er niet zozeer om hoever we kunnen kijken, als wel hoe goed de dekking is. Een sterke radar kan nog steeds niet achter een gebouw kijken. Wij werken daarom


meer in een genetwerkte set-up en met mobiele, human portable systemen, om met meerdere radars een gebied goed af te dekken.’

HARDWARE MAG NIEUWE SOFTWARE EISEN De fysieke radar, de hardware, is zeker geen commodity, benadrukt Pakkert, maar software is wel in de lead voor innovatie. Want Robin onderscheidt zich met de software voor beeldbewerking en -classificatie voor het herkennen van vogels en drones. Overigens rekent hij – grenzen vervagen – de embedded software voor de besturing juist tot de hardware. ‘Wij leggen de knip bij het ruwe beeld dat uit de radar komt. Die doet al wat preprocessing en daarna gaat het beeld naar software voor de echte beeldbewerking.’ Dat vergt in ontwikkeling natuurlijk de nodige afstemming. Pakkert: ‘Goed definiëren waar de knip ligt, is stap één. Vervolgens, stap twee, moet je heel goed synchroniseren: bij een nieuwe ontwikkeling steeds kijken of die backward compatible is met welke versie van de hardware en van de software. Het managen van versies is extreem belangrijk. Hardware beweegt het langzaamst (qua nieuwe versies, red.), dus die moet future proof zijn. Nieuwe software moet altijd kunnen draaien op bestaande hardware, terwijl nieuwe hardware wel een nieuwe softwareversie mag vereisen. Dit bepaalt ons testbeleid; we moeten oude versies van de hardware beschikbaar houden om daarop nieuwe softwareversies te kunnen testen.’

Als technologiebedrijf heeft Robin een relatief grote r&d-organisatie: van de 75 medewerkers zitten er ruim twintig in r&d, 50/50 verdeeld over een software- en een hardwareteam. Beide disciplines volgen in ontwikkeling hun eigen, bekende methodiek: voor hardware stage-gate en voor software agile/scrum. Bij stage-gate verloopt de ontwikkeling in goed gedefinieerde fases (stages) met telkens een beslispunt aan het eind (gate). Bij agile/scrum werken multidisciplinaire teams in korte sprints aan een ontwikkeling, om daarna te evalueren, bij te sturen en de volgende sprint aan te gaan. De indeling in een softwareen een hardwareteam dateert van de reorganisatie die Pakkert eind vorig jaar doorvoerde. ‘Ik had een indeling naar conceptuele ontwikkeling, hardware en software door elkaar heen, tegenover meer detailgerichte engineering. Aanleiding voor de aanpassing was het ritme in ontwikkeling. Onze softwaremensen hadden behoefte aan versnelling, om te kunnen werken in een ritme van sprints van drie weken. Terwijl het radarteam maximaal één of twee releases per jaar heeft van een nieuw productontwerp. Die behoefte lag zover uit elkaar dat het lastig te managen was, met ontwikkelmijlpalen die volledig los van elkaar stonden. Ook de cultuur verschilde: softwareontwikkelaars zijn van karakter anders dan radarmensen. Wel heb ik de r&d-mensen op kantoor bewust op dezelfde plek als voorheen laten zitten, door elkaar heen. Dit om de integratie te bevorderen en muurvorming tegen te gaan.’

KRUISBESTUIVING BEVORDEREN Er is veel te zeggen voor zo’n scheiding, reageert onderzoeker Tempelaar. ‘Want je kunt mensen

Illustratie: Josje van Koppen

SOFTWARE WILDE SNELLER

gerichter aansturen als je gespecialiseerde afdelingen hebt. Het gaat wel ten koste van de overkoepelende wendbaarheid en het aanpassingsvermogen, en je loopt het risico dat je subculturen creëert en barrières opwerpt tussen afdelingen.’ Mensen door elkaar heen laten zitten, kan dan inderdaad een goed idee zijn, vindt hij. ‘De informele contacten tussen medewerkers zijn minstens zo belangrijk als, zo niet belangrijker dan, de formele hiërarchie en functie-indeling. In een projectgeoriënteerde organisatie bijvoorbeeld heb je formeel tijdelijke samenwerkingsverbanden, maar informeel blijven relaties bestaan. Als de hardware- en software-afdeling in dezelfde ruimte werken, blijven de informele contacten bestaan. Die kunnen zorgen voor kruisbestuiving (zoals afstemming en uitwisseling van ontwerp-ideeën, red.), terwijl er tussen de formeel verschillende afdelingen geen kruisbesmetting (wrijving vanwege de verschillen in ontwikkeltempo, red.) meer is.’ Tot nu toe is Pakkert enthousiast over de nieuwe structuur van de r&d-organisatie. ‘Het regelen van versie-afstemming en het bepalen van de grens tussen de twee teams blijft uitdagend. Maar

ik zie wel dat, zeker in het softwareteam, de capaciteitsplanning en voorspelbaarheid van wat we de komende periode gaan doen, zijn verbeterd. Er is ook meer focus op wat moet worden opgeleverd, de klantbehoefte dus. In het radarteam zie ik wat meer fundamentele verbetering in de aanpak van r&d. Parallel hieraan moeten we het productmanagement en product ownership nog versterken, voor die betere klantfocus, zeker in het softwareteam, terwijl we bij de radarontwikkeling toch meer technology push zien.’ Over ambidexteriteit gesproken. ‘De klant vraagt niet om radar maar om informatie. De productmanager moet zorgen voor technology pull bij de klant, maar die weet niet wat hij over vijf jaar wil. Daarom zullen de langetermijnontwikkelingen in de hardware technology push blijven. Die balans is best spannend: er komen veel vragen uit de markt, maar we moeten ook ons technologieleiderschap behouden en daarvoor ook werken aan de fundamentelere ontwikkelingen die over vijf jaar een game changer zijn.’

LEES VERDER OP PAGINA 14

juni 2022

13


THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS? VERVOLG VAN PAGINA 13

OVER DE DISCIPLINES HEEN KIJKEN Interactie, formeel en informeel, tussen de disciplines – van elektronica-hardware tot embedded software – is ook cruciaal voor de ontwikkeling van complexe regelsystemen bij 3T. Aldus technology manager Bert van den Berg, verantwoordelijk voor nieuwe technologieën, roadmapping en interne kennisspreiding. 3T ontwikkelt en produceert klantspecifieke elektronica en embedded systemen voor markten als hightech machinebouw, medische technologie en defence & security. Het bedrijf (100 medewerkers) heeft vestigingen in Enschede en Eindhoven, en is sinds vorig najaar onderdeel van Kendrion. In complexe regelsystemen zijn de oplossingen voor actuatoraansturing en data-acquisitie vaak kritisch in hun timing van acties, verklaart Van den Berg. ‘Het design van de elektronica en embedded software is dan altijd een optimum tussen kosten, stroomverbruik (efficiëntie) en functioneel gedrag. Voor optimalisatie, inclusief de keuze van elektronicacomponenten, is interactie tussen de disciplines echt nodig, om te zorgen dat wel het gewenste timinggedrag wordt behaald. Naast hard- en software werken we ook met fpga-technologie (high-performance programmeerbare logica, red.) en LabVIEW (grafische programmeeromgeving voor meet- en regeltechniek, red.). En bij klanten hebben we vaak ook met mechanica te maken.’ Reden waarom 3T interactie tussen de disciplines actief bevordert. ‘Wij vinden het belangrijk dat onze mensen over de grenzen heen kunnen kijken. Onze hardwareengineers hebben recent nog deelgenomen aan een programmeertraining, terwijl nagenoeg alle software-engineers bij 3T een elektrotechniekachtergrond hebben. Voor interne kennisspreiding werken wij met competence officers die regelmatig overleg hebben en 3T-brede presentaties geven. Bij grotere projecten zetten we vaak een systeemarchitect in, die goed over de disciplines heen kan kijken en over en weer kan communiceren. Die architect komt meestal uit de hardwarediscipline (elektronica), die vaak de basis van ons systeem vormt van waaruit de link met enerzijds de mechanica en anderzijds de software het makkelijkst is te leggen.’

INTERFACING EN INTEGRATIE Succes begint bij een goede voorbereiding en dus wordt bij 3T het vastleggen van afspraken tussen de disciplines steeds belangrijker. ‘Al bij de projectstart bespreken we samen de requirements en maken een verdeling over de disciplines: waar kunnen we welke requirement het beste oplossen, in hardware, software of in een fpga die als programmeerbare hardware wordt gezien? Dat is naast een functionele ook een kosten-batenafweging, voor de hardwarecomponenten en de benodigde ontwikkelinspanningen.’ Uiteraard komt daarbij de interfacing aan de orde, tussen de disciplines en tussen de embedded software die 3T ontwikkelt en de applicatiesoftware die de klant meestal voor z’n rekening neemt. Overigens is er op hardwaregebied wel steeds meer integra-

14

juni 2022

tie van technieken. Zo kan in een system-on-chipoplossing een fpga worden geïntegreerd, die zelf weer meerdere processorblokken kan bevatten die afzonderlijk worden geprogrammeerd. ‘Nieuwe geïntegreerde oplossingen bieden meer mogelijkheden om timingproblemen op te lossen. Dat er steeds meer wordt geïntegreerd, betekent niet dat we minder disciplines nodig hebben. De elektronica wordt steeds kleiner en compacter, maar er zit voor alle disciplines nog heel veel werk in. De hoeveelheid werk per vierkante centimeter neemt alleen maar toe.’

MODEL-DRIVEN DESIGN Een belangrijke impuls voor de samenwerking tussen disciplines komt van model-driven design, signaleert Van den Berg. ‘Een software-engineer, elektronicus of mechanicus kan een model van het te ontwerpen (deel)systeem maken om het gedrag ervan te simuleren en code voor de besturing te genereren. Een stap verder is een systeemmodel waarin verschillende disciplines samenkomen. De submodellen kunnen worden gemaakt door experts in de betreffende disciplines en – omdat iedereen dezelfde ‘taal’ spreekt – eenvoudig worden samengevoegd tot een systeemmodel. Zo kunnen engineers uit de verschillende takken van sport, aan de hand van dit

‘NIEUWE GEÏNTEGREERDE OPLOSSINGEN BIEDEN MEER MOGELIJKHEDEN OM TIMINGPROBLEMEN OP TE LOSSEN’

model, makkelijker met elkaar overleggen en de uitkomst daarvan vertalen naar hun eigen discipline. Deze experts kunnen onze eigen engineers zijn, maar soms ook een (kennis)toeleverancier of de eindklant. Op deze manier kunnen we het gat tussen bijvoorbeeld software en de mechanische discipline, die we zelf niet in huis hebben, behoorlijk dichten. Omgekeerd maakt het gebruik van standaardhardware, zoals de ‘ingrediënten’ die we bij 3T hebben ontwikkeld, het makkelijker om de brug naar software te slaan. De software-engineer hoeft dan niet meer alles van de hardware te weten, maar kan die wel functioneel bij zijn ontwerp van de software betrekken; zo kan hij veel meer als architect optreden. Het model kan ook worden gebruikt voor de interfacing tussen disciplines.’

TIME-BOXED Bij Demcon speelt de hardware-softwarediscussie vooral binnen Demcon advanced mechatronics. Met ruim 500 medewerkers en locaties in Best, Delft, Enschede en Maastricht is dat verreweg het

grootste bedrijf binnen de Demcon group (1.000 medewerkers). Het legt zich toe op mechatronica, de combinatie van mechanica, elektronica, regeltechniek en software. Van oudsher was de positie van software wat ondergeschoven, ook bij Demcon, zegt Sjaak Maalman, teamleider software in Best. ‘Het wordt beter, maar we zijn vooral dienstig aan de mechatronica. We hebben ook software-only projecten, maar de grote projecten zijn toch wel mechatronica. Vroeger werd software er meestal te laat bij-getrokken. Nu gebeurt dat wel eerder en dat is goed, want veel dingen kunnen wij oplossen in software.’ In Link Magazine sprak David Rijlaarsdam, businessunitmanager artificial intelligence bij Demcon, al eerder over de uitdaging om agile softwareontwikkeling in te passen in het klassieke stage-gate ontwikkeltraject van mechatronische projecten. Een aantal grote software/AI-gedreven projecten is al helemaal agile/scrum uitgevoerd, vertelt hij nu. ‘We zijn zelfs echt time-boxed gaan werken, waarbij we met de klant hadden afgesproken dat we elke week iets zouden opleveren, maar niet wat precies. Iedere week opnieuw besloten we wat dat iets was en dat ging heel goed. Andere projecten hebben we deels op basis van agile/ scrum uitgevoerd, vooral omdat de requirements vooraf nog niet goed bekend waren. We zitten nu op een kantelpunt waar agile/scrum bij ons een formele status krijgt en we met coaches en een competentiegroep voor deze methodiek gaan werken. Bij projecten die software- of AI-gedreven zijn, is het logisch om hiervoor te kiezen.’

ROLLEN EN BRUGGEN Voor de grote mechatronicaprojecten, waarin ook hardware een belangrijke rol speelt, onderzoekt Demcon een mix van stage-gate en agile/scrum in de ontwikkelmethodiek. ‘Daarbij moet wel telkens een eindpunt zijn gedefinieerd in termen van mijlpalen. Ik weet dat dit vloeken is voor agile/ scrum-puristen, maar qua risicobeheersing en testen is dat nodig. We zijn hierin nog lerend’, benadrukt Rijlaarsdam. ‘We voeren nu de discussie hoe we onze traditionele way of working, waarin we het bekende V-model (van concept en specificatie via ontwerp en realisatie tot validatie, red.) volgen, kunnen combineren met de agile werkwijze. Liefst leggen we aan het begin van elk project vast welke werkwijze er het beste bij past. Hoe verhouden de agile/scrum-rollen – van de scrum master die het ontwikkelproces bewaakt en de product owner – zich tot de rollen die we al kennen, zoals die van de mechatronic system engineer, of systeemarchitect?’ Kan die system engineer ook de rol van product owner pakken, vraagt Rijlaarsdam zich af, daarmee de figuur aanwijzend die – samen met de projectmanager – de brug tussen hardware en software zou kunnen slaan. ‘Daar ligt bij ons de zwaarste discussie.’


DIGITAL TWIN NOG NIET VOLWASSEN En het denken gaat alweer verder. Maalman: ‘We zoeken naar manieren om ook hardwareontwikkeling scrumachtig aan te pakken.’ Want kan het klassieke beeld van trage hardware- en snelle softwareontwikkeling niet kantelen omdat hardware steeds meer virtueel wordt ontwikkeld en getest? Dat zou immers veel sneller kunnen werken dan fysieke prototyping. De digital twin komt dan voorzichtig in beeld. ‘Daar werken we nog niet veel mee. Natuurlijk maken we in Matlab/Simulink (data analytics en model-based design, red.) een model van ons ontwerp om er een regeling voor te ontwerpen en software op te testen. Maar van een echte digital twin is pas sprake als je het gehele systeem virtueel beschikbaar hebt en alles van een complexe machine goed kunt modelleren. Dat lukt al wel voor de regelaar maar nog niet voor het complete fysische gedrag.’ Een deel daarvan zit natuurlijk al wel in die regelaar verwerkt, merkt Rijlaarsdam op, en expliciete modellering van de fysica gaat soms ook al best ver. ‘Zoals bij onze beademingssystemen, waar de fysica van slangen en luchtstromingen letterlijk in de digital twin zit. Wat ik bij ons juist nog niet vaak zie, is dat we een digital twin maken om de software snel en efficiënt vroeg in het ontwikkeltraject te kunnen testen. Misschien zou dat wel gebeuren als we alle tijd en geld van de wereld hadden (om zo’n digital twin te bouwen, red.).’ Grote oem’ers vragen ook nog niet om een complete digital twin. Voor hun com-

Bij Demcon loopt nu de discussie hoe het z’n traditionele way of working (Wow), aan de rechterzijde van dit schema, kan combineren met de agile werkwijze links.

plexe machines is de inspanning nog te groot, verklaart Maalman. ‘Wel moeten we nu soms achteraf een digital twin bouwen, voor het onderhoud. Dat is om te zorgen dat machines geen stilstand hebben als je software-updates uitvoert, doordat je de nieuwe software eerst op de digital twin test. Dit staat nog wel in de kinderschoenen.’

AI-algoritmes. Dat slaat niet zozeer een brug tussen hard- en software, maar verschuift veel meer de balans van hard- naar software, door de opkomst van AI. Mede daarom zit binnen Demcon de grootste groei in software-engineering, zo smokkelt Rijlaarsdam nog even de grote arbeidsmarktuitdaging het interview binnen. ‘We zoeken heel veel software-engineers.’

SYNTHETISCHE DATA De meeste business hier haalt Demcon nu uit een speciale vorm van digital twinning die het als losse service aanbiedt. Het betreft het genereren van synthetische data van sensorsystemen, bijvoorbeeld camerabeelden, voor het trainen van

• www.abs.uva.nl • www.robinradar.com • www.3t.nl • www.demcon.com/mechatronics

leading in robotics and vision

CONSULTANCY

RESEARCH

PRE-ENGINEERING

ENGINEERING

MANUFACTURING

ASSEMBLY

TESTING

COMMISSIONING

SERVICE

VISION

ROBOTICS

juni 2022

15


Human connections We know that quality, reliability, and trust are of paramount importance in medical technology. Our precision drive systems are not only used in surgical robots, respirators, and insulin pumps, but also in implantable systems. Together, we always find a solution. medical.maxongroup.nl

Precision Drive Systems


THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS?

ECOSTRUXURE AUTOMATION VAN SCHNEIDER BIEDT NEXT GENERATION ENGINEERING

AUTOMATISEREN: ONTWIKKELEN IN IT, VERTALEN NAAR OT John Coppens, marketingmanager industrie Nederland en België bij Schneider Electric, heeft al veel marktintroducties gedaan, maar hij noemt het opmerkelijk hoe soepel de lancering van het nieuwe EcoStruxure Automation Expert gaat. Klanten zitten erop te wachten, merkt hij. Schneider Electric is wereldwijd specialist in digitale energiemanagement- en automatiseringsoplossingen voor industrie, datacentra en gebouwen. EcoStruxure Automation Expert ondersteunt engineers om de stap te maken van industriële naar universele automatisering. Dit maakt automatisering uiteindelijk steeds meer hardwareonafhankelijk. DOOR LUCY HOLL

H

et idee van EcoStruxure Automation Expert is in twee zinnen uit te leggen: engineers ontwerpen in een IT-omgeving. Vervolgens wordt die software vertaald in OT, besturingssoftware, om de productieomgeving aan te sturen. Coppens: ‘Het is even wennen, het is een andere automatiseringsfilosofie, maar die software centric manier van denken en werken levert veel op. Het gaat sneller, is flexibeler, maakt hergebruik mogelijk en vergroot de interoperabiliteit van systemen.’ Het complete concept is niet meer gebaseerd op de verouderde IEC 61131-norm, de IEC-standaard voor aansturing van plc’s, maar op IEC 61499. In de hardware, de machines, kunnen uiteindelijk veel kleinere softwareprogramma’s draaien die gegenereerd zijn in een pc-omgeving. Er hoeft dus niet meer plc voor plc geprogrammeerd te worden. Elk onderdeel dat dezelfde functie heeft, krijgt hetzelfde blok software. Bovendien gaat het bij het programmeren niet alleen meer om de plc’s, maar ook om de frequentieregelaars en andere onderdelen. ‘De engineer benadert het meer vanuit de IT dan vanuit pure OT’, zegt Coppens. ‘Op die manier wordt hij aanvankelijk ook niet beperkt door de

hardware waarvoor de software uiteindelijk bedoeld is: de mogelijkheden worden bepaald door de softwareomgeving en vervolgens vertaald naar de OT-kant om specifieke processen aan te sturen. Het is een manier om je hardware soepeler en sneller operationeel te krijgen, en in een later stadium zo nodig ook aan te passen. Het is next generation engineering.’

LOW VALUE ERUIT Momenteel wordt EcoStruxure Automation Expert bij klanten wereldwijd geïntroduceerd. Het gaat vooral ook om grote (eind)klanten, die enorm veel uren moeten steken in vaak repeterend engineeringwerk. Zij hebben te maken met complexe architecturen met veel verschillende hardware van uiteenlopende fabrikanten. Daarom tonen ze zich zeer geïnteresseerd in een andere manier van werken, waarbij ze een overmaat aan low value engineering kunnen schrappen. ‘Het idee van een virtuele plc in een pc-omgeving is niet nieuw natuurlijk. De mogelijkheden zijn er, maar we willen met de lancering van ons platform het voortouw nemen, zodat klanten – waaronder veel machinebouwers en system integrators – het ook echt gaan doen. EcoStruxure Automation Expert is een echte enabler voor verdergaande digitalisering.’

MINDER AFHANKELIJK

IOT-ARCHITECTUUR ECOSTRUXURE Schneider Electric zit ook zelf in een transitie om meer en meer waarde voor zijn klanten toe te voegen vanuit de softwarekant. Het introduceerde de eigen, open IoTarchitectuur EcoStruxure, waarin allerlei applicaties en toepassingen gehangen kunnen worden die het leven van de machinebouwer makkelijker maken. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld sensoren, schakelaars en frequentieregelaars op afstand beheren en daarmee machines en processen onderhouden en besturen. Dit genereert een scala aan data voor verdere optimalisatie.

• www.se.com/nl

Schneider Electric heeft wereldwijd opererende teams die continu aan innovatieve oplossingen werken, aan de hand van wat ze proeven in de markt. De basis voor EcoStruxure Automation Expert is vooral gelegd door medewerkers in het Franse Carros, waar de multinational zijn programmable automation controllers ontwikkelt, en in India waar veel softwareontwikkeling gebeurt. Vanuit Nederland wordt stevig meegedacht. ‘We hebben nauwe banden met onze expertisecentra in de wereld, want in ons land zitten grote, innovatieve machinebouwers en system integrators, bij wie we allerlei signalen oppikken. Zo merken we dat veel klanten zich oriënteren op een nieuw automatiseringsplatform en minder afhankelijk willen worden van

John Coppens: ‘Klanten herkennen de problematiek van die huidige kloof tussen OT en IT sterk, ze willen daar iets mee.’ Foto: Schneider Electric

hardware van een beperkt aantal leveranciers.’ Dat heeft volgens Coppens diverse redenen. Productieomgevingen worden steeds complexer. En bovendien ervaren bedrijven sinds de coronapandemie steeds weer tekorten in de toeleverketen, waardoor ze naar andere wegen zoeken om hun klanten toch te kunnen bedienen. Schneider Electric predikt al langer open softwarestandaarden en hardwareonafhankelijkheid. Nog niet alle hardware is erop afgestemd, maar het gaat wel steeds meer die kant op.

GROTE SCHAALVOORDELEN EcoStruxure Automation Expert kan in de bestaande softwareomgeving van een organisatie geïntegreerd worden. Schneider Electric biedt eerst training om met de andere manier van werken bekend te raken en draait een pilot samen met de klant. Vervolgens wordt bekeken hoe de software geïmplementeerd kan worden voor toekomstige projecten. ‘Als ik hierover vertel, merk ik dat klanten direct al komen met technische vragen. Ze herkennen de problematiek van die huidige kloof tussen OT en IT sterk, ze willen daar iets mee. Bedrijven met meerdere operaties over de wereld bijvoorbeeld zien in dat ze grote schaalvoordelen kunnen bereiken door een meer uniforme wijze van automatiseren.’ Op dinsdag 20 en woensdag 21 september organiseert Schneider Electric voor zijn klanten een Innovatie Summit, in het Inspyrium in Cuijk. Ook dan komt EcoStruxure Automation Expert uitgebreid aan bod.

juni 2022

17


THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS?

NTS-SYSTEEM ARCHITECTEN VERBAAN EN NIEUWLANDS SLAAN BRUGGEN TUSSEN ALLE DISCIPLINES

DE KLOOF ZIT ’M IN DE DETAILS Uitgangspunt van het gesprek is de themavraag: ‘Hoe slaan we de brug tussen softwareen hardware-engineers?’ Eenmaal aan tafel bij Kees Verbaan en Erik Nieuwlands, beiden systeemarchitecten bij first tier contract manufacturer NTS-Group in Eindhoven, maken ze meteen duidelijk dat ze dit niet de juiste vraag vinden. ‘We hebben het er in onze voorbespreking gisteren nog over gehad: over welke kloof moet die brug dan komen?’ Vervolgens blijken er genoeg bruggen geslagen te moeten worden. Niet zozeer tussen de hardware- en de software-engineers, maar tussen álle disciplines. EVOLUTIONAIR OF REVOLUTIONAIR?

Erik Nieuwlands: ‘Als je door je oogharen naar een machine kijkt, is die in de basis steeds hetzelfde: er moet iets in en er moet iets anders uitkomen.’ Foto’s: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

W

erktuigbouwer Verbaan, opgeleid aan de TU Eindhoven, heeft zich toegelegd op precisie mechanica. Hij ziet zichzelf als een ‘mechatronicaman zonder diepgaande kennis van de software’. ‘Ik gebruik het volop, maar ik heb nog nooit een regel applicatiesoftware geschreven.’ Anders ligt dat voor zijn collega Erik Nieuwlands. Ook hij studeerde aan de TU/e, maar dan elektronica waarna hij aan de Open Universiteit de master Computersystemen behaalde. ‘Software schrijven doe ik nu niet meer, maar heb ik wel volop gedaan.’ Twee medewerkers van wie dus de één veel meer een hardware-achtergrond heeft en de ander veel meer software-bagage. Die zouden de kloof die hen scheidt toch moeten zien. Maar dan moet die er natuurlijk wel zijn...

18

juni 2022

Onderling ervaren ze hem in elk geval niet. Waarbij ze meteen wel aantekenen dat het niet vaak voorkomt dat ze samen in hetzelfde project acteren: meerdere systeemarchitecten op één klus komt alleen voor als die zeer omvangrijk is. De projectteams die ze aansturen bestaan echter wel uit mensen van uiteenlopende disciplines die elk hun werk goed op dat van de andere teamleden moeten afstemmen. Een uitdaging, maar in welke mate hangt af van het type project. Verbaan onderscheidt in dat verband evolutionaire en revolutionaire projecten. In het eerste geval moet er een module geëngineerd en gebouwd worden bestemd voor een mature machine van een grote oem’er, die stapje voor stapje wordt doorontwikkeld. In het tweede gaat het om een compleet nieuwe machine, een one-off waarvan de klant alleen nog maar de functionaliteit heeft vastgelegd. ‘De oem’er besteedt bijvoorbeeld een mechatronische module aan ons uit die een bepaalde beweging met een bepaalde nauwkeurigheid moet maken. Wij verzorgen dan soms ook een gedeelte van de software. Echter, de bovenliggende applicatiesoftware die onze module koppelt aan al die andere en zorgt voor de besturing van het grotere geheel, daar hebben wij geen zicht op. Daarin zit de core-technologie van de klant, en die geeft hij niet aan ons prijs. In die situatie is er veel minder sprake van multidisciplinair engineeren dan wanneer we voor een klant een special moeten ontwikkelen. Dan hebben we op basis van de eerste gesprekken met de klant wel een idee wat de machine of de module moet doen, maar qua hard- en software starten we met een blanco vel. Dan komt het er veel meer op aan dat we alle disciplines goed laten samenwerken.’

SNEL EEN EERSTE CONCEPT In die one-off-situatie is dat blanco vel overigens al snel behoorlijk vol geschreven. Nieuwlands:

‘Als je door je oogharen naar een machine kijkt, is die in de basis steeds hetzelfde: er moet iets in en er moet iets anders uitkomen.’ Na de eerste klantgesprekken komt het er dan ook op aan de kennis en ervaring van de diverse disciplines te bundelen en te condenseren in een eerste, digitaal concept van de oplossing. Bij NTS gebruiken ze daarvoor NTS Studio, een digitaal platform waarmee veel technische uitdagingen snel zijn te definiëren en conceptueel zijn op te lossen. ‘In veel machines’, duidt Verbaan, ‘moet massa worden verplaatst. Daartoe moeten er assen en motoren kunnen worden gekalibreerd en getest, moeten er kleppen en sensoren kunnen worden ingesteld en uitgelezen, moeten data over de flow kunnen worden gelogd en moet het grotere geheel worden bestuurd. Op hoog abstractieniveau ziet elke one-off er min of meer hetzelfde uit.’ Dat maakt het multidisciplinair samenwerken in die eerste fase relatief gemakkelijk. Temeer daar NTS Studio ook een graphical user interface (GUI) genereert: daarmee kan de klant snel een softwarematig bedieningspaneel worden voorgelegd dat hem een concreet beeld geeft van de bedachte oplossing. De echte uitdaging van multidisciplinair werken wacht zodra de klant die GUI heeft goedgekeurd en de detailengineering start. Is in die fase de software-engineer niet veel sneller dan zijn hardware-collega waardoor ze per definitie uit de pas lopen?

PROBLEMEN ACHTERHALEN ‘Alle hardware-specificaties zijn heel goed te borgen in een CAD-file’, duidt Nieuwlands. ‘Die data dienen ook als nauwkeurige besturing voor de bewerkingsmachines waarmee de metaaldelen gefreesd, gesneden en gedraaid worden. Toch komt het regelmatig voor dat het geheel, geassembleerd uit die delen, niet meer werkt, ook al is er binnen alle toleranties gewerkt. Of het prototype werkt goed, net als nummer 1 en 2, maar nummer 3 niet meer. Achterhalen waar het probleem zit, vergt dan een tijdrovende multidisciplinaire inspanning. En als er ook nog koopdelen in zitten, ben je zo weken verder.’ ‘Maar de problemen kunnen ook ontstaan’, weet Verbaan uit ervaring, ‘door de interactie tussen hard- en software. Een ingekochte, hoge resolutie camera bijvoorbeeld kan aan alle specificaties voldoen, maar ingebouwd toch niet goed werken. In zo’n camera worden per opname veel controles en acties uitgevoerd en dat moet bij een zeer hoge snelheid gebeuren. De camera’s die wij benutten zijn vaak klantspecifieke configuraties. Zie dan maar eens te achterhalen waar het probleem zit: in de optica, in de fpga (field-


programmable gate array, red.), in de besturingssoftware? Daar kunnen maanden overheen gaan.’

TUSSEN ÁLLE DISCIPLINES En dan komt de oplossing – zo blijkt – toch steeds weer door een goede interactie. Maar niet zozeer alleen tussen de hardware- en de softwareengineers, maar tussen álle disciplines, maken de twee systeemarchitecten duidelijk. ‘Ja, software is gemakkelijk en snel aan te passen. Klopt. Maar

disciplinair samenwerken’, aldus Verbaan. Dan werkt het het beste als de mensen in dat multidisciplinaire team in staat zijn over de grenzen van hun eigen werkterrein heen te kijken, duidt Nieuwlands: ‘Als je mechanici hebt die, als ze overwegen een wijziging door te voeren, ook oog hebben voor de implicaties daarvan voor hun softwarecollega. Of als je softwaremensen hebt die, omdat ze de elektronica snappen, begrijpen op welke wijze ze hun programmatuur het beste kunnen aanpassen.’

‘ALS SYSTEEMARCHITECT WEET JE HEEL GOED WELKE DISCIPLINES JE BIJEEN MOET BRENGEN OM TOT EEN GOED RESULTAAT TE KOMEN’

dan wordt er in de besturing iets kleins aangepast, maar valt er elders iets om, werkt bepaalde mechanica, elektronica of optica niet meer naar behoren. Als dat dan niet direct gesignaleerd wordt, kan het even duren voordat dat verband met die softwarewijziging gelegd wordt. Om het probleem te achterhalen en vervolgens op te lossen, komt het aan op heel goed multi-

VEELZIJDIG

Kees Verbaan: ‘De camera’s die wij benutten ‘Werk je bij een oem’er zijn vaak klantspecifieke configuraties. aan een grote, complexe Zie dan maar eens te achterhalen waar machine, dan kun je als het probleem zit: in de optica, in de fpga, software-engineer heel in de besturingssoftware?’ goed functioneren door je helemaal op jouw softwaremodule te concentreren. Dan heb je feitelijk zijn eigen werk, zonder veel afleiding, kunnen we geen inzicht nodig in het grohier goed gebruiken’, vult Nieuwlands aan. ‘Als tere geheel waaraan je werkt. systeemarchitect weet je heel goed wat je in huis Maar dat is hier anders. Hier word je altijd hebt en welke combinaties van disciplines en betrokken bij het eindproduct. Bij die machine karakters je bijeen moet brengen om tot een goed of module. Hier zie je goed wat jouw bijdrage is resultaat te komen. Ja, voor ons vak heb je niet aan het grotere geheel’, zo promoot Verbaan het alleen brede technische kennis nodig, maar ook werken bij NTS. Met reden: ‘Wij hebben hier mensenkennis.’ veelzijdige engineers nodig en juist die zijn heel moeilijk te vinden.’ ‘Maar ook het type dat zich graag alleen richt op www.nts-group.nl

Uw ERP systemen verrijken

Op zoek naar een shop oor-

Een ERP systeem bouwen dat

met (mobiele) apps die

of warehouse management

wél past als een jas, en wat u

innovatie mogelijk maken en

oplossing die grip geeft op uw

helpt zich te onderscheiden van

versnellen?

processen?

uw concurrentie?

Vanenburg - uw gids naar Industry 4.0!

www.vanenburg.com

juni 2022

19


THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS?

HGG VOEGT IN HET ONTWERP DE MECHANICA AAN DE SOFTWARE TOE

‘WANT SOFTWAREMENSEN KUN JE MECHANISCH SCHOLEN, ANDERSOM IS LASTIGER’ HGG is van oudsher machinebouwer die machines levert voor het 3D-profileren van onder meer vierkante en ronde buizen, bolle bodems en andere profielen. Deze machines worden veelal gecombineerd met een robot. Omdat de rol van software tijdens het ontwerpproces steeds belangrijker wordt, heeft technisch directeur Jack Kistemaker het liefst procesengineers in zijn team die ook in staat zijn software te schrijven. Hiervoor heeft hij de ruimte dankzij de robotleverancier Stäubli die de codes van de besturingssoftware vrijgeeft voor eigen bewerking. DOOR MARJOLEIN DE WIT- BLOK

3

D-profileren is een geautomatiseerd proces waarbij driedimensionale vormen aan metalen buizen, balken en andere profielen worden gesneden. Deze snedes worden gemaakt als voorbereiding op het lassen van verschillende delen. Zo dragen deze vormen bij aan een nauwkeurige geometrische fit: een voorwaarde voor het realiseren van sterke lasverbindingen. De snedes worden in de meeste gevallen uitgevoerd door een plasma- of autogeen snijkop op een robotarm. Deze robotarm wordt aangestuurd vanuit een CAD-CAM file waarbij in de software extra lasspecificaties zijn op te nemen. Bijvoor-

beeld over krimp die ontstaat wanneer een metaal een traject van verhitten en weer afkoelen doorloopt of over de vooropening wat betekent dat plaatdelen vóór het lassen iets uit elkaar liggen. Door een combinatie van lasermeetsystemen en slimme mechanische machinebouw kan het profileringsproces ook vervormingen in het materiaal compenseren; zoals in gebogen balken of vervormde buizen. Jack Kistemaker, technisch directeur en medeeigenaar van HGG: ‘De voorbereidingen in de ontwerp- en detailleringfase leiden uiteindelijk tot het meest optimale snijproces en hiermee tot onderdelen die naadloos op elkaar passen en de beste voorwaarden scheppen voor een betrouwbare las. Dat is belangrijk voor tijdsduur en

• Machines van HGG worden veelal gecombineerd

met een robot. • Zoals het bedrijf eerder besloot het mechanisch

ontwerp zelf te realiseren, ontwikkelt het zich nu eveneens binnen het domein van de besturingssoftware. • ‘Echte proces engineers zijn hard nodig.’ • ‘Gelukkig zet robotleverancier Stäubli zijn systeem open voor onze engineers.’ • ‘Waarom zou je dan als leverancier de boel krampachtig gesloten houden?’

kosten, want die wegen zwaar binnen onder meer de scheepsbouw, bedrijven die leidingwerk maken voor de procesindustrie, constructiebedrijven en offshore toepassingen.’

COMPLEXE SOFTWARE HGG bouwt al sinds jaar en dag de machines voor 3D-profileren. Het bedrijf produceert ze voor klanten en gebruikt ze zelf voor het leveren van zijn snijdiensten aan derden. Door er zelf mee te werken, weten de medewerkers als geen

OPENHEID BRENGT HGG EN STÄUBLI VERDER Het Zwitserse bedrijf Stäubli startte 130 jaar geleden in de textielindustrie met het aansturen van weefgetouwen. Inmiddels heeft het bedrijf vier divisies waarvan de divisie Robotica in 1982 is opgericht. Binnen deze divisie levert het bedrijf verschillende soorten robots; van zes-assige uitvoeringen tot cobots en AGV’s. Laurent Mattheys is robotics division manager van Stäubli Benelux: ‘Veel robotproducenten en -leveranciers werken met gesloten systemen. De besturing is een black box en aanvullende functionaliteiten kosten afnemers extra geld. Wij hebben gelukkig een andere visie. De standaard robots omvatten voor de meeste toepassingen voldoende bouwstenen in de bibliotheek om een werkende toepassing te realiseren. Maar niet voor alles. Dat betekent dat we voor bepaalde klanten nieuwe functies ontwikkelen terwijl een klant als HGG dit zelf doet. Gebaseerd op alle kennis en ervaring die zij hebben op het vlak van 3D-profilering. Voor dit type bedrijven is het een groot voordeel dat onze besturingen open zijn en dat zij gebruik kunnen maken van een open programmeertaal en een volledig toegankelijke bibliotheek. En uiteindelijk voor ons ook. Wij zijn immers niet in staat om als Stäubli de software voor

20

juni 2022

3D-profileren te schrijven. Als zij dan zelf niet in de besturing kunnen, houdt het voor ons ook op en kunnen we geen robot leveren.’ Mattheys heeft er geen enkel probleem mee klanten toegang te geven tot de codes. Integendeel. ‘Een robot koop je niet om de software maar om de functionaliteit, de snelheid of de nauwkeurigheid. Waarom zou je dan als leverancier de boel krampachtig gesloten houden? Dit openstellen wordt overigens in de toekomst alleen maar belangrijker omdat de aandacht zich steeds meer richt op remote, eenvoudige configuratie en programmering in combinatie met de mogelijkheid tot het bouwen van een digital twin en simulatie. Bovendien kan de klant uit de robot altijd data destilleren die van belang zijn voor bijvoorbeeld voorspellend onderhoud of de optimalisatie van processen. Wat dat betreft zijn we blij met een klant als HGG die zelf het initiatief neemt en eigen software ontwikkelt voor onze robots. We gebruiken het vaker als voorbeeld om aan te geven wat er met onze robots allemaal mogelijk is. Een typische win-win.’

• www.staubli.com

Foto: Stäubli


HGG in Wieringerwerf is van oudsher machinebouwer die machines levert voor het 3D-profileren. Foto: HGG

ander wat er met de machines mogelijk is en waar verbeterpotentieel zit. Kistemaker stelt dat 3D-profileren vooral door de ontwikkelingen in de (besturings)software steeds nauwkeuriger en beter is uit te voeren. ‘Dit impliceert dat tijdens het ontwikkelproces de rol van de software engineers steeds belangrijker wordt, terwijl het klassieke werktuigbouwkundige ontwerp nauwelijks nog wordt aangepast. Binnen HGG levert dit weinig problemen op. We zijn van oudsher een bedrijf dat veel samenwerkt met andere partijen. In vroeger tijden maakten we zelf een schets en besteedden het mechanisch ontwerp uit aan een extern ontwerpbureau dat op basis van onze specs een detailontwerp maakte. De echte functionaliteit brachten wij er vervolgens zelf in middels software.’

OPLEIDEN IN BEIDE Wat Kistemaker betreft zou er binnen relevante opleidingen wat meer aandacht mogen zijn voor het opleiden van mensen die vertrouwd raken met beide disciplines. ‘Er wordt nog te veel los opgeleid in de W- en E-richting. En dat terwijl de echte proces engineers zo hard nodig zijn en er ook bij de studenten zelf de behoefte bestaat aan ‘iets er tussenin’.’ Omdat je deze mensen dus niet eenvoudig klaargestoomd vanuit de schoolbanken binnenkrijgt, moet je ze zelf verder opleiden, benadrukt Kistemaker. Hij gelooft in persoonlijk leiderschap. ‘Je moet als leidinggevende in staat zijn je mensen te motiveren en te enthousiasmeren. Dat doe je onder meer door ze vrij te laten en complimenten te geven voor alles wat goed gaat. Ze mogen trots zijn op wat ze doen en als je die erkenning

Voor ons is dat geen werkbare situatie aangezien we veel klantspecifieke machines bouwen waarbij de wensen ons geen andere keuze laten dan de besturingssoftware van de robot aan te passen. Eenvoudig omdat 3D-profileren nu eenmaal geen bewerking is die standaard in een functiebibliotheek te vinden is.’

STÄUBLI DENKT MEE ‘Gelukkig hebben wij een toeleverancier van onze robotarmen – Stäubli – die dit geen enkel probleem vindt en zijn systeem openzet voor onze engineers. Deze hebben vervolgens de mogelijkheid om bijvoorbeeld met onze laserapparatuur de robot te kalibreren zoals wij dit zelf willen.’ Dat is volgens hem typisch een proces dat niet tot de bagage van Stäubli behoort: het is logisch dat zij dit niet als standaard bouwsteen in hun soft-

BETERE AANPAK ‘Toen we als bedrijf groeiden, hebben we besloten het mechanische ontwerp eveneens binnen onze eigen muren te halen. Ook omdat we niet altijd tevreden waren over de geleverde kwaliteit en we zaken soms anders wilden invullen. Inmiddels hebben we een r&d-afdeling met 25 medewerkers. Zeven van hen zijn verantwoordelijk voor het mechanisch ontwerp terwijl de anderen – het grootste deel dus – zich bezighouden met de elektrotechnische zaken en besturingssoftware.’ Voor het laatste zet HGG overigens het liefst een proces engineer in. Volgens Kistemaker zijn dit vaak de mensen met een helikopterview die het overzicht over het totale snijproces hebben en in staat zijn dit te vertalen in de juiste software. ‘Daarmee acteren we duidelijk anders dan onze concullega’s waar juist vaak de mechanisch ontwerper een proces engineer is. Hij is dan degene die het mechanisch ontwerp maakt waar de software vervolgens aan toegevoegd wordt. Mijn ervaring is dat onze aanpak beter werkt omdat je softwaremensen wel werktuigbouwkundig gezien kunt opleiden terwijl dat andersom lastiger is. In elk geval heeft deze aanpak geleid tot een hecht team waarin de mensen het samen doen.’

‘TIJDENS HET ONTWIKKELPROCES WORDT DE ROL VAN DE SOFTWARE ENGINEERS STEEDS BELANGRIJKER’ kunt geven, stimuleert dit alleen maar om zo door te gaan. Op naar het volgende succes. Bij sollicitanten letten we wat dat betreft ook meer op de persoon dan op de opleidingen. Hij of zij moet vooral in staat zijn in teamverband te werken en open staan om gezamenlijk de juiste technische oplossing te vinden.’

HEFT IN EIGEN HAND Zoals het bedrijf eerder besloot het mechanisch ontwerp binnen de eigen muren te realiseren, ontwikkelt het zich eveneens in rap tempo binnen het domein van de besturingssoftware. ‘Bij veel leveranciers van robotarmen loop je dan tegen de onmogelijkheid aan om te kunnen wijzigen in de besturing. Veelal is dit geheim en mag je eenvoudig niet aan de machinecode komen.

ware aanbieden. ‘Doordat we de beschikking krijgen over hun codes, kunnen we dit zelf realiseren en bovendien ook op afstand inloggen bij de klant wanneer er problemen zijn. Last but not least levert het ons een concurrentievoordeel op wanneer wij onze eigen software kunnen ontwikkelen die niet standaard beschikbaar is.’ Stäubli gaat volgens Kistemaker nog verder en ondersteunt maximaal door bijvoorbeeld mee te kijken en te denken in de ontwikkeling. ‘Een heel fijne samenwerking die past binnen het open karakter dat wij zelf ook naar buiten willen uitdragen. Kennis delen onderling levert veel meer op dan alles angstvallig voor jezelf houden. Samenwerken, daar draait het om.’

• www.hgg-group.com juni 2022

21


j i s r c p a t l s c o u k latie + + stuklijstbeheer a a i l p r e l anning t a m + r r aadbehe o o v + e + werkorder r s Denk je aan de maakindustrie? Dan denk je Exact Online. +

Digitaliseer je kantoor, werkvloer, operationele processen en productieketen en laat data voor je werken. Hierdoor krijg je unieke inzichten, verhoog je jouw efficiëntie en realiseer je groei met optimale marges.

De voordelen van onze slimme software: + + + + +

Stuur het gehele productieproces vanuit 1 systeem Van planning tot facturatie inclusief boekhouden Optimaliseer voorraadniveaus met MRP Leverbetrouwbaarheid met sprongen omhoog Ondersteunt meer dan 40 wetgevingen en talen

Ontdek alle andere voordelen van onze software op exact.nl/productie


THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS?

MEDEWERKERS BOSCH REXROTH OVER SAMENWERKEN AAN AANDRIJFTECHNIEK VAN DE TOEKOMST

‘WE KIJKEN MINDER NAAR SPECIFIEKE OPLEIDING, MEER OF MENSEN IN DE GROEP PASSEN’ Bosch Rexroth in Boxtel is in de loop der jaren uitgegroeid van componentleverancier naar een bedrijf dat complete aandrijf- en besturingssystemen ontwikkelt, bouwt en inbedrijf stelt. Vooral in het engineeringproces is de samenwerking tussen de verschillende disciplines van cruciaal belang. Zeker nu de focus steeds zwaarder komt te liggen op het softwaredeel van de oplossing; vooral binnen factory automation. Gelukkig weten de engineers in Boxtel uit ervaring hoe belangrijk de kennis van collega’s is: zij zien samenwerken als een must. Deze coöperatieve houding heeft onder meer geleid tot het open en op apps gebaseerde ctrlX Automationplatform. DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK

M

et de overname van Large Projects van Bosch Rexroth door de Van Halteren Groep, officieel per 1 juni van dit jaar, verandert er voor de medewerkers zelf niet zo heel veel. Het bedrijf blijft als aandrijfspecialist gewoon actief in het leveren van componenten tot aan complete engineering to order-aandrijfsystemen. Alleen de langlopende, risicovolle projecten – waarin bijvoorbeeld ook beton- en staalwerk wordt meegenomen – vallen weg. Dit creëert voor de medewerkers extra ruimte om zich te concentreren op de levering van totaaloplossingen voor industriële, maritieme en mobiele vraagstukken. Ze maken daarbij gebruik van kennis en producten uit het programma hydrauliek, factory automation en mobile application.

• ‘Afgelopen decennia zijn we steeds meer

• • •

gegroeid als leverancier van systemen waarin de combinatie hard- en software steeds belangrijker wordt.’ ‘Wij werken met application engineers die allemaal kennis hebben in een bepaalde richting.’ ‘Wij starten bij projecten vooral met het denken in functionaliteit en niet vanuit de techniek.’ ‘Onze application engineers proberen in eerste instantie te achterhalen waar de klantbehoeften liggen.’ ‘Met het platform zijn we voorbereid op de toekomst van de aandrijf- en besturingstechniek.’

HARDWARE WAS LEADING, MAAR NU NIET MEER Manager Inside Sales & Technical support Ruben van Os: ‘De afgelopen decennia zijn we steeds meer gegroeid als leverancier van complete systemen waarin de combinatie hard- en software steeds belangrijker wordt. Bij de conventionele hydraulische Ruben van Os is manager Inside Sales & Technical support. Hij werkt inmiddels veertien jaar bij Bosch Rexroth en is opgeklommen tot leidinggevende van aandrijvingen was dit minder diverse afdelingen waarin application engineers samenwerken; ieder met zijn gangbaar, maar wanneer je naar factory automation kijkt, dan zie eigen specialisme. Foto’s: Bosch Rexroth je hoe deze disciplines elkaar versterken.’ Binnen Bosch Rexroth is inmiddels al geen harde dan het ontwikkelen en bouwen van een nieuwe scheiding meer tussen hard- en software engimachine. Onze application engineers zijn hier neers. ‘Wij werken met zogeheten application gelukkig goed van doordrongen.’ engineers die allemaal kennis hebben ontwikkeld in een bepaalde richting. Bijvoorbeeld hydrauDENKEN VANUIT FUNCTIONALITEIT liek, factory automation, mobiele elektronica, De goede samenwerking tussen de application regeltechniek of veiligheid. Daarbij maken zij engineers is al langer geleden bewust gestimugebruik van de software die binnen onze busileerd. En met succes. ‘Wij starten bij projecten nessunits of fabrieken wordt ontwikkeld en vooral met het denken in functionaliteit en niet ontwikkelen ze ook applicatiespecifieke software. vanuit de techniek’, benadrukt Van Os. ‘Eigenlijk Afhankelijk van de opdracht werken de verschilbeginnen we dus met de architectuur van de aanlende application engineers samen om tot de drijving en kiezen we pas later in het ontwerpgewenste oplossing te komen. Echt een must, proces voor de meest geschikte technieken: bijomdat het totaal aan producten en vakgebieden voorbeeld hydraulisch of elektrisch. Hiermee te groot is om door één persoon te worden voorkomen we dat we starten vanuit een hydraubeheerst.’ lische of juist elektrische gedachte en er pas later Application engineer Yvonne Voorrips vult aan: achter komen dat het beter anders had gekund.’ ‘Het samenwerken tussen verschillende discipliDenken in functionaliteiten levert ook voordelen nes wordt alleen maar belangrijker omdat softop bij de keuze van componenten, weet hij. ‘Door ware leading wordt ten opzichte van de hardware. eerst het softwareontwerp te maken, kunnen we Nieuwe ontwikkelingen? Nieuwe functionaliteit in bepaalde gevallen soms zodanig slim de comnodig? Een update van de software maakt dit mogelijk en is als oplossing vele malen goedkoper LEES VERDER OP PAGINA 25

juni 2022

23


CONTROL

24

juni 2022

MEASURE

PURIFY

FILTRATE


moeten helder aan de klant kunnen uitleggen wat de toegevoegde ponenten kiezen dat het totale ontwerp goedwaarde daarvan is om hem de koper of efficiënter wordt. Bijvoorbeeld omdat prijs te laten begrijpen.’ we door een slimme opbouw met goedkopere De engineers bij Bosch Rexroth standaard-elementen het gewenste veiligheidsmerken gelukkig dat klanten zich niveau kunnen bereiken zonder de noodzaak er langzaam van bewust worden speciale, duurdere veiligheidsuitvoeringen in te dat de hardware niet meer heilig zetten. Kortom: het parallel ontwerpen van de is. Het acceptatieniveau dat softhard- en software en gebruik maken van de ware hiermee óók een prijs heeft, kennis en ervaring van de verschillende engineers groeit hoewel het niet altijd duidedie betrokken zijn bij het ontwerp levert uitlijk is welke meerwaarde het opeindelijk gewoon de beste oplossing.’ levert. Groepsleider application engineering Ronald Manders legt uit: ‘We krijgen soms de vraag: ‘DOEN JULLIE IETS MET IOT?’ “Doen jullie iets met Internet of ‘Richting klant is het door deze ontwikkelingen Things?” Klanten weten dat dit soms lastiger om uit te leggen hoe een bepaalde ergens voordelen moet opleveren, kostprijs is opgebouwd’, stelt Voorrips. ‘Bij hardmaar waar en hoe? Dat is lastiger te definiëren. Op basis van onze kennis en ervaring proberen Yvonne Voorrips heeft een achtergrond in factory automation en is application engineer met de focus op elektrische aandrijf- en besturingstechniek. Zij onze application was onder meer betrokken bij de ontwikkeling van besturingsplatform ctrlX engineers dan in Automation. eerste instantie te achterhalen waar de engineers nu uit een optimale mix van ervaren behoeften liggen. Ze ontwikkelen mensen en starters die vanuit hun eigen discipliop basis van deze kennis vervolgens ne werken aan totaaloplossingen.’ een geschikte oplossing. Daarbij is het altijd goed om al in een vroeg stadium aan de klant aan te geven VERTALING NAAR EIGEN PRODUCT welke mogelijkheden er beschikbaar zijn zodanig warecomponenten is het vrij eenvoudig: hiervan Dat dit werkt, blijkt onder meer uit het feit dat dat we daar vanaf het begin al rekening mee staat de prijs in de catalogus en is er geen speld Bosch Rexroth met een multidisciplinaire groep kunnen houden. En dan gaat het dus over monitussen te krijgen. Wanneer je systemen gaat boueen uniform en hardware-onafhankelijk bestutoring, onderhoud, functionaliteit enzovoorts.’ wen met een bepaalde functionaliteit, dan ligt de ringsplatform ontwikkelde onder de naam ctrlX prijs niet alleen in de componenten, maar veel Automation. Dit platform bestaat uit diverse meer in de slimme opbouw en dito aansturing. componenten zoals servo-aandrijvingen, motoBRUGGEN SLAAN Daarvan is veel lastiger de waarde te bepalen ren en Human Machine Interfaces. Het hart van Maar hóe is het Bosch Rexroth gelukt om deze omdat de ontwikkelingstijd ook veel langer is. We het systeem is de ctrlX Core: een realtime linux disciplines zodanig te laten samenwerken dat er controller waarop apps zijn te installeren om de inderdaad een synergie ontjuiste functionaliteit te creëren. Apps uit de openstaat wat een concurrentiebare app stores óf zelf ontwikkeld met behulp voordeel oplevert voor zichzelf van de software development kit en in iedere en de klanten? Van Os: ‘In feite gewenste taal. Met het bijbehorende softwaredoor de verschillende mensen pakket ctrlX Works zijn software en apps te testen op één afdeling onder één vermet een virtuele controller. Dit maakt het mogeantwoordelijkheid te plaatsen lijk om de software al grotendeels te ontwikkelen en in projecten te laten ontnog voordat de hardware aanwezig is. dekken dat ze elkaar nodig Voorrips: ‘Met dit platform zijn we voorbereid op hebben. Dat helpt enorm om de toekomst van de aandrijf- en besturingstechde mindset te veranderen. niek waarin niet alleen de verschillende applicaDoor mensen fysiek bij elkaar tion engineers samenwerken maar ook ketente zetten, leren ze van elkaar, partners onderling. Dat dit nu al zijn vruchten dragen zij kennis over en zijn afwerpt, blijkt uit het feit dat we opeens worden de diverse application engigevonden door geheel andere bedrijven dan neers op een natuurlijke voorheen. Bedrijven die ons CtrlX Automationmanier naar elkaar toe platform voor eigen toepassingen willen gebruigegroeid.’ Manders vult aan: ken en hiervoor zelf hun apps willen schrijven.’ ‘Het gaat natuurlijk ook over ‘Door deze ontwikkelingen zijn we uiteindelijk opleiden. Tegenwoordig kijken nog beter in staat om voor onze eigen klanten te we wat minder naar de speci‘engineeren to order’ en optimalisaties door te fieke technische opleiding, voeren’, aldus Manders. Productondersteunende maar meer of mensen in de software is bijvoorbeeld ook te gebruiken om met groep passen, flexibel genoeg toerental geregelde aandrijvingen efficiëntere zijn om samen te werken en systemen te ontwerpen waarmee de eindgebruiook interesse hebben om zich ker energie en geld kan besparen. De laagste total te verdiepen in nieuwe vakRonald Manders is groepsleider application engineering van groepen binnen het bedrijf die zich bezighouden met hydrauliek, factory automation en mobiel. cost of ownership, want ook daar draait het gebieden. Op deze manier Zijn eigen achtergrond ligt in de hydraulische aandrijftechniek. uiteindelijk om.’ bestaat onze huidige groep VERVOLG VAN PAGINA 23

‘WE WORDEN OPEENS GEVONDEN DOOR GEHEEL ANDERE BEDRIJVEN DAN VOORHEEN’

juni 2022

25


THEMA HOE SLAAN WE DE BRUG TUSSEN DE SOFTWARE- EN DE HARDWARE-ENGINEERS?

DISCIPLINES SIOUX TECHNOLOGIES EN MASÉVON WERKEN MET MODELGEDREVEN SOFTWAREONTWIKKELING BETER SAMEN

SUPERMODELLEN BRENGEN RUST, SNELHEID EN ZEKERHEID Als software in een mechatronisch project meteen met de andere disciplines om tafel wil, moet het met hen kunnen communiceren. Softwarecode is voor die collega-disciplines – mechanica, elektronica en regeltechniek – een black box, dus zal het op een hoger abstractieniveau moeten gebeuren. Modelgedreven softwareontwikkeling, of MDD (model-driven development), biedt uitkomst. Sioux Technologies heeft daarvoor zelf tools gebouwd en blijft die in klantprojecten doorontwikkelen, zoals recent met Masévon. ‘We hebben nog nooit zo snel een machine opgebouwd.’

Valentijn Scheifes, lead engineer software bij Masévon: ‘Je kunt nog zo’n mooie tool ontwikkelen, het is de samenwerking die het sterk maakt.’ Foto: Masévon

DOOR HANS VAN EERDEN

D

e samenwerking met hightech system supplier Masévon resulteerde voor technologiebedrijf Sioux in het grootste project met MDD in de machinebouw tot dusver. Het gaat om een revolutionair ontwerp voor de farma-industrie, vertelt lead engineer software Valentijn Scheifes van Masévon. ‘De eerste machine is inmiddels uitgeleverd. In vier weken hebben we die kunnen opbouwen en het gehele proces getest. Dat had nog sneller gekund, vond ik, maar bij Masévon had nog nooit een nieuwe machine in zo’n korte tijd op de vloer gestaan.’

TOESTANDEN Omdat bestaande tools in machinebouwprojecten niet voldeden, ontwikkelde Sioux zelf MDDtools, zegt softwarearchitect Robert Hendriksen. ‘Daarmee hebben we de afgelopen jaren in pro-

26

juni 2022

jecten ervaring opgedaan die leidde tot uitbreidingen, waardoor de tools beter zijn geworden.’ Het begon met Supermodels, een platform waarop gebruikers verschillende ontwikkeltalen kunnen inzetten om een model te maken van het te ontwerpen systeem. Verschillende ontwikkeldisciplines kunnen in abstracte termen over dat model met elkaar communiceren, bijvoorbeeld voor reviews. Simulatoren zijn in het platform geïntegreerd om het modelgedrag te bestuderen en op basis daarvan het ontwerp te verbeteren. Tot slot kan vanuit het model de softwarecode voor de systeembesturing worden gegenereerd. Het doet denken aan de digital twin, maar Hendriksen plaatst daar een kanttekening bij. ‘De simulator helpt de softwareontwikkeling onafhankelijker te worden van de integratie (met de hardware, red.). Sommigen zien dit als digital twin, maar ik probeer de term te vermijden omdat dit voor anderen de digitale representatie van een machine betekent (in de cloud). En dat is iets ander dan de simulatie.’ Een centraal MDD-concept is de state machine: een modelbeschrijving in termen van toestanden, overgangen tussen die toestanden en inputs die zo’n overgang triggeren. Denk aan een deur die open of dicht kan staan en een druk op een interfaceknop die het signaal geeft dat de deur moeten worden geopend of juist gesloten. Of neem een pick & place-robot die drie toestanden kent: oppakken, neerleggen en de beweging van de robotarm tussen deze twee toestanden. De fysica van die bewegingstoestand is niet eenvoudig te beschrijven en kent een complex motion-profiel. Daarvoor is een geavanceerd model nodig. Supermodels kan dat aan de state machine toevoegen. Maar de basis blijft het ‘simpele’ toestandsmodel. Scheifes: ‘Iedereen snapt stategedrag: iets staat aan of uit, je moet op een knop drukken om naar een andere state te gaan – dat kunnen we reviewen met de stakeholders uit andere disciplines. Voor de farma-machine bijvoorbeeld hebben we alle piping & instrumentation getekend, met kleppen, drukvaten, enzovoort. Het gedrag daarvan in het model hebben we samen met onze procestechnologen gere-

• Het begon met Supermodels, een platform

waarop gebruikers ontwikkeltalen kunnen inzetten om een model te maken van het systeem. • Verschillende ontwikkeldisciplines kunnen in abstracte termen over dat model met elkaar communiceren. • En er is Holodeck om de mechanica in 3D te visualiseren en weer te geven wat er fysisch gebeurt. • ‘Je convergeert veel sneller naar een correct ontwerp.’

viewd. Na hun akkoord werd dat ook het gedrag dat we nu, na finetuning, op de fysieke machine zien.’

INZICHTELIJK, JUIST VOOR SOFTWAREMENSEN De kracht van Sioux’ aanpak van MDD ligt in de visualisatie, aldus Hendriksen. ‘Iedereen snapt de state machine door te kijken naar de plaatjes die je in Supermodels van het model maakt. De modelsimulaties leverden echter vooral getallen op. Simulatie van flow en druk kunnen we visualiseren met kleurtjes, maar bij motion hadden we nog geen oplossing voor de bewegende mechanica. Daarvoor hebben we Holodeck ontwikkeld, om de mechanica in 3D te visualiseren en weer te geven wat er fysisch gebeurt. Veel mensen zien dat hele 3D als een gimmick, maar het is enorm inzichtelijk, juist voor softwaremensen. Die kregen van de mechanicus tot nu toe alleen statische plaatjes: ze moesten heel goed hun best doen om die te snappen. Als je het machine-ontwerp al in 3D ziet en niet hoeft te wachten op de fysieke machine om ’m te zien bewegen, is dat enorm waardevol voor softwareontwikkeling.’ Maar ook voor de mechanica-ontwikkeling, vult Scheifes aan. ‘Je kunt er fouten in het mechanische model mee ontdekken voordat de betreffende onderdelen zijn besteld.’ Hendriksen: ‘Zo kun je veel tijd en geld besparen. Visualisatie geeft je die multidisciplinaire feedbackloop al heel vroeg in het proces.’

SLECHTWEERGEDRAG Pluspunt van MDD is dat ook ‘slechtweergedrag’ kan worden gemodelleerd, vervolgt Hendriksen. ‘Enerzijds kun je met de state machine goed inzichtelijk maken wat er gebeurt als het ontwerp niet goed werkt en anderzijds kun je slechtweergedrag goed testen omdat je een simulator hebt.


Het is altijd veel goedkoper om dingen in een simulator stuk te laten gaan dan in een echte machine. Vaak is het slechtweergedrag onderbelicht; de klant vertelt wat een machine moet doen, maar niet hoe die kan falen. Daar moet het ontwikkelproces op worden aangepast, door bijvoorbeeld een FMEA (failure mode and effects analysis, red.) te doen en de uitkomsten te testen. Supermodels biedt daarvoor de simulator.’ Als die zo goed is dat de besturingssoftware geen verschil meer ziet tussen gesimuleerde en fysieke hardware, is de software niet meer afhankelijk van die fysieke hardware, verklaart Hendriksen.

nadat de machine al was verscheept. Met MDD hoeft dat niet meer, want dan kun je eerder testen.’ Ook in de ontwikkelfase levert MDD, inclusief simulatie, winst op, volgens Scheifes. ‘Vooral omdat je ontwerp meer first time right is, doordat je er continu andere disciplines bij kunt betrekken. Als je bijvoorbeeld merkt dat ergens nog een sensor tussen moet, kun je dat met elektrisch overleggen. Of als een bepaalde verhouding mechanisch niet goed is, koppel je dat meteen terug. Het geeft meer rust op de ontwikkelafdeling. Je convergeert veel sneller naar een correct ontwerp.’ Hendriksen: ‘De kwaliteit van je software is hoger wanneer je die met de hardware gaat integreren. Je kunt heel snel aan het echte probleem beginnen, namelijk de fysica werkend krijgen. Op papier heb je iets bedacht en de eerste keer dat je het bij elkaar brengt, wil je niet meer met softwareproblemen hoeven te worstelen. Natuurlijk zijn die er nog wel, maar dankzij de reviews en simulaties veel minder dan voorheen.’ Door de logging met de visuele modellen te combineren, zijn ze ook nog eens sneller te traceren, vult Scheifes aan.

ook – bij wijze van spreken – de documentatie, benoemt Scheifes nog als voordeel. ‘Met MDD genereer je documentatie voor de code zoals die echt in de machine zit. Vroeger zat je met screenshots de documentatie in Word bijeen te plakken, maar die kon alweer verouderd zijn als je collega intussen het state-gedrag had veranderd.’

CULTUUROMSLAG NODIG

IETS MINDER ONZEKER

Inzet van MDD-tools vergt multidisciplinair werken en daarvoor is bij Masévon nog wel een cultuuromslag nodig, aldus Scheifes. Dat vindt Hendriksen wat te bescheiden. ‘Jullie hebben al megastappen gezet.’ Scheifes: ‘Maar ik kijk altijd naar wat Masévon nog meer wil. Niet alleen de machine met MDD goed aan de praat krijgen, maar ook meerwaarde leveren. Bijvoorbeeld data uit de machine halen voor analyse, om te kunnen vertellen wanneer onderhoud nodig is. Of die data in je model afspelen bij een probleem in het veld, om de oorzaak te traceren.’ Hendriksen: ‘Dit raakt natuurlijk aan de digital twin. Het loggen van alle signalen en state-veranderingen zit bij ons nu standaard in de machine-architectuur.’ Uit de machine komen nu niet alleen data, maar

Hendriksen hoopt de komende jaren nog veel samen te werken met Masévon. ‘Zij zijn nu onze grootste Supermodels-ambassadeur. Wat ze goed hebben gedaan, is domeinspecialisten betrekken bij het ontwikkelproces voor de software.’ Scheifes: ‘Wij zitten nog in de start-upfase met MDD en komen nog wel dingen tegen, maar door onze goede connectie met Sioux worden die snel opgepakt. Je kunt nog zo’n mooie tool ontwikkelen, de samenwerking maakt het sterk. Onze mensen werken er enthousiast mee en we hebben nog tal van ideeën voor MDD om op te pakken. Op termijn willen we als Masévon meerwaarde bieden door dingen aan de tool toe te voegen waar ook Sioux wat aan heeft.’ Een belangrijk MDD-feature dat Sioux nog wil toevoegen is model checking, meldt Hendriksen. ‘Niet alleen om simpele zaken zoals deadlocks in de software te ontdekken, maar ook om de werking van ingewikkelde componenten met hun interfaces te checken. Zo kunnen we in de software nog meer fouten op dat hogere abstractieniveau vinden.’ Die optie spreekt Scheifes aan. ‘Als je de mogelijkheid hebt om ook software die al is uitgeleverd te checken, hoef je niet meer, zoals vroeger, bang te zijn om daar wijzigingen in aan te brengen omdat je niet wist wat er dan zou gebeuren. Dit maakt het leven van softwareengineers iets minder onzeker.’

‘MECHANISCH WAS VOORHEEN DE HOOFDMOOT, DAAR MOEST ELEKTRISCH BIJ EN O JA, ER MOEST OOK NOG EEN STUKJE SOFTWARE TEGENAAN’ ‘Vroeger zat je naast de machine de software in te kloppen om die te testen. Je moest dus wachten tot de hardware er was. Dit hoeft nu niet meer en dat levert allerlei voordelen op. Zo heb je de issues met software-integratie al opgelost voordat je naar de hardware gaat.’ Scheifes: ‘Masévon werkte voorheen heel conventioneel: mechanisch was de hoofdmoot, daar moest elektrisch bij en o ja, er moest ook nog een stukje software tegenaan. We gooien dat nu om naar een proces waarin we parallel ontwikkelen en software vanaf de start is betrokken.’

SNELLER CONVERGEREN Winst is dat de eerste machine in kortere tijd op de vloer bij Masévon staat, omdat er dankzij MDD bij de opbouw van de machine minder software-issues zijn. Dat tikt aan omdat in Masévons build-to-spec-tak veel machines one-of-akind zijn, of in ieder geval klantspecifiek, en dus op de vloer nog in ontwikkeling zijn. Hendriksen: ‘Voorheen ging de machine soms al naar de klant, binnen de contracttermijn, terwijl de software nog niet af was. Dan moest die nog worden getest

Robert Hendriksen, software-architect bij Sioux: ‘Visualisatie geeft je al heel vroeg in het ontwikkelproces een multidisciplinaire feedbackloop.’ Foto: Sioux

• www.masevon.com • www.sioux.eu • supermodels.dev Holodeck met een 3D-animatie van bewegende mechanica. Illustratie: Sioux

juni 2022

27


­


2 4

INDUSTRIE IN CIJFERS 1 7 6 0 MEER INTERDISCIPLINARITEIT,

MEER ACADEMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT

Een chord diagram toont de mate waarin verschillende onderzoeksgebieden affiniteit hebben met elkaar.

85 9 3

De hedendaagse uitdagingen in de wereld vereisen een veelzijdige en geïntegreerde aanpak. Onderzoek wijst uit dat een interdisciplinaire aanpak van zowel academische als toegepaste onderzoeksvragen meer impact heeft: de academische uitkomsten worden meer geciteerd en de toegepaste leiden vaker tot maatschappelijk betekenisvolle

innovatie. Het resultaat van een meervoudige regressieanalyse (n = 2.560) laat zien dat het integreren van inzichten van een discipline met die van één andere discipline de impact van dat onderzoek met 20 procent vergroot. www.nature.com/articles/ s41599-019-0352-4#Fig2

De scatterplot toont het verband tussen onderzoeksimpact en interdisciplinariteit. De ononderbroken lijn representeert het lineaire verband.

Bron: Humanities and Social Sciences Communications, ISSN 2662-9992 (online), Nature 2019

juni 2022

29


FRENCKEN IS ‘EMBEDDED’ IN

TOP 10 HIGH-TECH COMPANIES WORLDWIDE

PRECISION COMPONENT MANUFACTURING

PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING

HIGH LEVEL ASSEMBLY

LET’S CREATE SUCCESSFUL SOLUTIONS TOGETHER Frencken is the connector in the high-tech chain: for semiconductor, analytical equipment and medical technology that make a real difference to the quality of our lives. Add more value to your product development, manufacturing operations and business processes with Frencken as your partner. www.frenckengroup.com www.frencken.nl

Your career starts here...

leading at the edge of technology


IT-DIENSTVERLENING

MET NIEUW ASSET PERFORMANCE PLATFORM WIL LENZE HET DE KLANT ‘ZO MAKKELIJK MOGELIJK MAKEN’

‘WIJ KUNNEN DAT HET BEST, WANT WIJ HEBBEN DE DOMEINKENNIS’ Lenze is in de 75 jaar van haar bestaan altijd gefocust geweest op het zo goed mogelijk faciliteren van de machinebouwer. In die driekwart eeuw is software in dat businessmodel een steeds belangrijkere rol gaan spelen. ‘Want kleine en middelgrote machinebouwers hebben over het algemeen geen IT-afdeling om die tools zelf te ontwikkelen’, duidt Klaas Nebuhr, die als hoofd Digitalisering leiding geeft aan de ontwikkeling van deze klantrelevante IT. Nieuw is het Asset Performance Platform dat tijdens de afgelopen Hannover Messe officieel op de markt is gebracht. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

H

et Asset Performance Platform is een cloud-based portal via welke de machinebouwer zijn installed base kan koppelen aan zijn eigen servicesystemen. Als er een fout optreedt, kan de machine nu zelf automatisch een ticketmelding aanmaken en zo de servicemonteur vroegtijdig waarschuwen. In de melding wordt aangegeven om welk onderdeel het gaat en wat ermee aan de hand is. Het platform is fabrikantneutraal, zodat niet alleen Lenze-producten hoeven te worden gebruikt.

TIJD BESPAREN ‘Welke component is geïnstalleerd? Is de documentatie up-to-date? Wat is dan het serienummer? En om welke foutmelding gaat het precies? Het kost onderhoudsmensen van de eindgebruiker of van de machinebouwer nu vaak veel tijd om te achterhalen waar het probleem precies zit. Vervolgens moeten zij op zoek naar de juiste leverancier van het onderdeel dat kapot is en vervangen moet worden’, weet Nebuhr uit de praktijk. ‘Met het Asset Performance Platform krijgt de machinebouwer in een vroeg stadium doorgegeven welk probleem er is. Als het bijvoorbeeld een frequentieregelaar betreft, is met een sensor uit de spanning van de aandrijfband af te leiden dat de regelaar aan vervanging toe is. De communicatie hierover kan van de machine in het veld naar een servicemedewerker van de machinebouwer, maar ook van machine naar machine, zodat bijvoorbeeld inkoop- en werkorder automatisch gegenereerd worden.’

INSPELEN OP CTO Met het platform speelt de aandrijfspecialist in op de trend naar configure-to-order, waarmee de machinebouwer zijn klant op maat kan bedienen met een klantspecifieke, flexibele configuratie, opgebouwd uit min of meer gestandaardiseerde modules. Deze trend brengt wel met zich mee dat in die installed base geen machine meer hetzelfde is en een goed beheer ervan dus steeds zwaarder

weegt om adequate service te kunnen bieden, zo maakt Nebuhr duidelijk. Voorts stelt het platform de machinebouwer in de gelegenheid de band met zijn klanten te verstevigen, aldus Nebuhr. ‘Voorheen kon het voorkomen dat zijn verkoper bij een klant langsging die dan juist problemen had met de machine waar die verkoper niets van wist. Dankzij het platform kan hij altijd goed geïnformeerd over de status van de machines naar de klant afreizen.’ Daarnaast maakt het platform predictive selling mogelijk, zegt Nebuhr: ‘Spare parts kosten de eindgebruiker geld. Hij kan zijn voorraad daarvan verlagen als signalen over storingen aan onderdelen via het platform eerder terechtkomen bij de machinebouwer, zodat die just-in-time vervangende onderdelen naar de klant kan sturen.’

Hoofd Digitalisering Klaas Nebuhr is afkomstig van Lenze-dochter Encoway, een leverancier van CPQ (Configure Price Quote)-software. Een jaar geleden stapte hij over naar de hoofddirectie van Lenze in het Duitse Hameln. Daar geeft hij leiding aan de divisie Digital Portfolio. Foto: Das gute Portrait

VENDOR-NEUTRAAL Het Asset Performance Platform is dus vendorneutraal: ook andere fabrikanten kunnen hun componenten eraan toevoegen. Behalve Lenze heeft SICK dat reeds gedaan. Die kunnen het platform ook gebruiken om die producten te traceren die bijvoorbeeld vaak op een bepaalde manier gebruikt worden, waardoor ze eerder in hun levenscyclus falen. ‘Ja, het platform zou ook kunnen bijdragen aan het reëngineeren, van producten 2.0. Maar het is primair ontwikkeld voor het optimaliseren van service aan de klant.’

TERUGHOUDEND Het platform vergt dat er koppelingen gelegd worden met de machines en ook de ERP-systemen moeten online verbonden worden. Mkb’ers zijn wat terughoudender in het leggen van

(cloud)verbindingen tussen hun machines en de machinebouwers. En in zijn algemeenheid zijn ze voorzichtig met investeren in het digitaliseren van hun processen. Lenze heeft digitalisering al sinds het begin van de eeuw in de strategie opgenomen, maar veel kleine en middelgrote machinebouwers hebben nog altijd niet die sense of urgency, constateert Nebuhr, die wereldwijd zijn contacten heeft. ‘Dat is in West-Europa niet veel anders dan in de VS. Ook daar vinden ondernemers nog altijd dat asset performance management een taak is van mensen, niet iets wat ze aan een platform kunnen overlaten. Maar om ook op termijn concurrerend te blijven, zullen ze smart industry moeten adopteren. Wij helpen ze daarbij. Wij kunnen dat ook het best want, anders dan grote cloudproviders als Google en Salesforce, hebben wij de domeinkennis.’

• www.lenze.com juni 2022

31


IT-DIENSTVERLENING

SOFTWARE VANENBURG FLEXIBILISEERT ERP EN SPEELT IN OP OMSLAG IN DENKEN GROTE LEVERANCIERS

‘VOLLEDIG GEÏNTEGREERDE ERP GAAT HET LASTIG KRIJGEN’ ‘Veel bestaande ERP-systemen hebben een nogal monolithische structuur’, trapt Hans Don af. ‘Ze zijn groot en log geworden doordat er in de loop der jaren steeds weer nieuwe features aan zijn toegevoegd. Als daar ook nog eens het nodige klantspecifieke maatwerk bij is komen kijken, is het voor de leverancier van het pakket lastig – en dus kostbaar – er nieuwe functionaliteiten aan toe te voegen waar de gebruiker om vraagt.’ Terwijl de informatiebehoefte in de industrie steeds sneller verandert. ‘Te snel dus voor het ERP-systeem om bij te benen. Onze software maakt een einde aan die inflexibiliteit’, aldus de cto van IT-bedrijf Vanenburg, die ook wijst op een belangrijke ontwikkeling: het ontstaan van IT-ecosystemen.

leverancier van medische analyseapparatuur behoefte aan software waarin onderhoudsmonteurs via hun handheld exact kunnen vastleggen dat zij alle stappen hebben gezet om de apparatuur geheel volgens specificatie te laten werken. Dat laten inbouwen in een bestaand, groot ERP-systeem is lastig. Wij hebben voor Sanquin Bloedvoorziening nieuwe content, een nieuwe app ontwikkeld waarmee al die gebruikerspecifieke data kunnen worden verwerkt, zonder dat daarvoor het ERP-systeem hoefde te worden aangepast.’ Om dat voor elkaar te krijgen, ontkoppelt Vanenburg eerst de functionaliteiten van het systeem die de werking van de app in de weg kunnen zitten. De app komt vervolgens als het ware boven op het ERP en is daarmee verbonden via het Google Cloud-platform waarop Vanenburg zijn applicaties realiseert. ‘Wij zijn partner van Google Cloud.’

PROCESSEN AANPASSEN? Ook op de industriële werkvloer – in de ERP-wereld alom geduid met shopfloor – verandert de behoefte aan welke data verwerkt moeten worden, maar zijn bestaande ERP-systemen daarop niet of nauwelijks aanpasbaar. ‘Natuurlijk zou de gebruiker zijn processen kunnen aanpassen aan de IT. Maar ook dat is ingrijpend. En het kan goed zijn dat een bedrijf juist concurrentievoordeel haalt uit een bepaalde volgorde van werken. Bijvoorbeeld uit een interne logistiek die het mogelijk ‘Ik voorzie dat de kleinere leveranciers van nog volledig geïntegreerde ERP-systemen een lastige toekomst tegemoet gaan’, aldus Hans Don, cto van IT-bedrijf Vanenburg, gevestigd op het landgoed van Kasteel Vanenburg in Putten. Foto: Com-magz maakt componenten direct aan de lijn toe te leveren, waardoor tussenvoorraden niet meer nodig zijn. Of met een doordacht algoritme waarmee heel snel een DOOR MARTIN VAN ZAALEN slimme mensen bij r&d of productie. Die boucalculatie te doen is, zodat het bedrijf – sneller wen dan in bijvoorbeeld Excel een eigen oplossing. Een spreadsheet die zij en een enkele collega dan de concurrentie – een offerte kan uitdoen, anenburg in het Veluwse Putten is in kennen en doorgronden. Echter, deze niet-geïntewaardoor het veel extra werk binnenhaalt.’ 2009 voortgekomen uit Cordys, de greerde shadow IT biedt de rest van de organiOok het toevoegen van kunstmatige intelligentie onderneming die gestart werd als versatie geen informatie en verliest haar waarde volg op de befaamde Baan Company. om de planning op de werkvloer te optimaliseren zodra de betrokken medewerkers vertrekken.’ Jan Baan (76) is als bestuursvoorzitter nog op of beter in te spelen op ontwikkelingen in de afstand betrokken bij de dagelijkse gang van markt, kan heel waardevol zijn, vervolgt Don. zaken. De focus van Vanenburg ligt op het bieden ‘Zo wilde onze klant Valeo, leverancier van onder NIEUWE DATA, ZELFDE ERP van software die juist een antwoord biedt op het andere autocomponenten, met AI achterhalen Daarom ontwikkelt Vanenburg apps die die extra probleem van inflexibiliteit in bestaande ERPwelke factoren van invloed zijn op het kapotfunctionaliteit bieden en wél geïntegreerd zijn in systemen. ‘Nu wordt dat vaak opgeknapt door gaan van die onderdelen. Het kan heel lastig zijn de bestaande ERP. Don illustreert: ‘Stel je hebt als

V 32

juni 2022


het ERP-systeem daarop aan te passen. Voor Valeo hebben wij een app gebouwd waarmee zij eerder en gerichter kunnen inspelen op die faalfactoren. Aan de hand van AI-informatie uit de app kunnen zij nu het product doorontwikkelen dan wel eerder of anders gaan sourcen.’

AGILE WERKWIJZE Met de apps van Vanenburg kunnen bestaande ERP-systemen dus gemoderniseerd worden. Ook is het mogelijk verschillende ERP-systemen te integreren, zoals vaak relevant is na overname van een onderneming met een ERP-systeem van een andere leverancier. Het vermijden van – bijna altijd moeizame – trajecten voor het implementeren van compleet nieuwe ERP-systemen is een belangrijk voordeel van de apps. Het vertrouwde ERP blijft immers bestaan, er worden slechts applicaties aan toegevoegd. ‘Daarbij werken wij op een agile manier. We kunnen op basis van de requirements van de klant snel prototypes bouwen, waarmee hij vlot een goede indruk krijgt van wat hij precies kan verwachten. Daarop kan de klant zijn feedback geven, waarna wij een korte ontwikkelsprint trekken. Het resultaat daarvan koppelen we weer terug. Stel dat onze app de zelfontwikkelde spreadsheet moet vervangen van

ESG-COMPLIANCY: INTERESSANT, MAAR LASTIG Een van de vragen die – onherroepelijk – vanuit de markt op de IT-wereld afkomen, is naar IT waarmee de ESG-compliancy kan worden aangetoond: of je als bedrijf voldoet aan de (Europese) environmental, social & governance-criteria. De Green Deal van de EU gaat industriële bedrijven de komende jaren dwingen bij te houden hoeveel CO2-uitstoot of grondstoffenverbruik gepaard is gegaan met de producten die ze op de markt hebben gebracht. En dan gaat het niet alleen om de eigen uitstoot en het eigen verbruik, maar ook om dat van toeleveranciers. Vanenburg zou daarvoor nieuwe applicaties kunnen ontwikkelen waarmee precies die CO2-data kunnen worden vrijgegeven die een ketenpartner nodig heeft. Ook zal er vraag komen naar ERP dat circulaire businessmodellen ondersteunt en de

nen draaien. Daarmee speelt het bedrijf ook in op een belangrijke ontwikkeling in de IT-markt: het ontstaan van IT-ecosystemen. Don legt uit: ‘Grote ERP-leveranciers als SAP hebben een enorme omslag in denken gemaakt. Ze nemen afscheid van de grote, allesomvattende geïnte-

administratie van retourstromen faciliteert. ‘Concrete vragen vanuit de industrie heb ik nog niet gezien, maar dit is hoe dan ook een heel interessante ontwikkeling’, aldus Hans Don. ‘En ook een lastige’, weet hij uit ervaring, juist omdat het om informatie uit de supplychain gaat. ‘Elk bedrijf wil transparantie van zijn klanten en leveranciers, maar is terughoudend wanneer het zelf data moet vrijgeven. En hoe ga je informatie borgen, zodat de gebruiker zeker weet dat die correct is? Blockchaintechnologie kan hierbij ondersteunen, maar lost lang niet alle uitdagingen op. En vergt veel rekenkracht en is daarom niet erg duurzaam...’

• www.vanenburg.com het nog makkelijker voor een bedrijf mee te bewegen met de ontwikkelingen in de markt, zonder dat het een compleet nieuw ERP-systeem moet implementeren of tegen hoge kosten het bestaande systeem moet laten aanpassen.’

MINDER VENDOR LOCK-IN

‘DIE FLEXIBILITEIT, VRIJHEID EN SNELHEID OM ERP AAN JOUW BEHOEFTEN AAN TE PASSEN, SPREEKT DE MARKT AAN’

die twee productiemedewerkers. Op deze manier krijgen zij alle ruimte mee te ontwikkelen aan die app, zodat die ook van hen wordt. Wij zetten de betrokken medewerkers van de klant in de lead.’

CORE-SYSTEEM Vanenburg ontwikkelt zijn applicaties – klantspecifieke en gestandaardiseerde, eigen apps – daarbij zo dat ze op uiteenlopende platformen kun-

greerde systemen. Met SAP HANA heeft SAP een modern core-systeem op de markt gebracht waar allerlei klantspecifieke applicaties zoals die door ons ontwikkeld worden gemakkelijk aan toegevoegd kunnen worden. Een open ecosysteem waaraan wij, gebruikmakend van REST API – een technische integratiemethode – gemakkelijk nieuwe content kunnen toevoegen, verbonden aan die SAP-core via Google Cloud. Dit maakt

Don constateert dat ook andere grote IT-leveranciers bezig zijn een open ecosysteem te creëren, waaraan derden als Vanenburg voor hun klanten gemakkelijk apps voor nieuwe content kunnen toevoegen. ‘Dat maakt bedrijven minder afhankelijk van hun IT-leverancier. Er is minder sprake van vendor lock-in. Natuurlijk moet de gebruiker nog steeds een licentievergoeding betalen voor het gebruik van de core en de SAP-data daarin. Maar verder heeft hij de vrijheid te kiezen voor een appbouwer die snel en goed die content kan creëren waarmee hij uit de ERP-data de gewenste informatie kan genereren. Die flexibiliteit, vrijheid en snelheid om ERP aan jouw behoeften aan te passen, spreekt de markt aan. Ik voorzie dan ook dat de kleinere leveranciers van nog volledig geïntegreerde ERP-systemen, vaak ingericht op de behoefte in specifieke sectoren, een lastige toekomst tegemoet gaan. Zelf switchen naar een open core vergt veel tijd en geld.’

Uw ontwikkelpartner voor elektronica en embedded systemen Toelevering | Co-Development | Innovatie & Support 3T B.V. | Institutenweg 1, 7521 PH, Enschede +31 (0)53 433 66 33 | www.3t.nl | info@3t.nl

juni 2022

33


PRODUCTIE-OPTIMALISATIE

GERBEN HILBOLDT OVER ZIJN EERSTE JAAR ALS ROERGANGER BIJ NIEUWEWEME

‘KOMT DIE SERIE VAN TIEN ER TOCH NIET, DAN MOET ER AFGEREKEND WORDEN’ Hij denkt even na. ‘Ja, we hebben het afgelopen jaar ‘nee’ moeten verkopen aan klanten, een paar keer. Een enkeling was verbaasd, waarom het niet meer kon zoals voorheen. Maar de rest was begripvol, snapte wel dat je geen werk kunt verrichten waarvoor je niet betaald wordt.’ Dat ‘nee’-verkopen lijkt niet ten koste gegaan te zijn van de omzet, misschien heeft het zelfs bijgedragen aan de (forse) stijging ervan. Want sinds Gerben Hilboldt vorig jaar zomer het roer van de NieuweWeme Groep overnam, is die omzet met 45 procent gestegen. Een gesprek over de reorganisatie, ‘stoelendans’ en verhuizing, en over zijn stijl van leidinggeven.

twintig zou volgen, waarover de engineeringskosten dan zouden kunnen worden terugverdiend. De klus werd aangenomen, maar als die serie niet kwam, werd het verlies gewoon genomen. Nu beginnen we anders.’ Nu is expliciet de vraag: is het voor een proto of een serie? ‘Nee, we gaan niet per definitie voor de grote series. Ook proto- of enkelstuksklanten die ons relevante kennis opleveren, kunnen voor ons van strategisch belang zijn. We kijken daarbij natuurlijk naar de workload, of we het goed aankunnen en of het past bij onze competenties. Op basis van de specs maken we een eerste inschatting van de kostprijs. Als de klant daar niet van schrikt, gaan we verder. Als hij ons veel detailinformatie kan geven, kunnen we komen tot een fixed price, anders gaan we aan de slag op basis van nacalculatie. Alles leggen we vast in een contract. Komt die serie er toch niet, dan wordt er op basis van het contract afgerekend voor de engineeringskosten. Veel meer duidelijkheid dus.’

STRAKKE SCHEIDING

Gerben Hilboldt op de nieuwe productievloer in Hengelo. ‘Zodra de Bill of Material definitief is, de supply helemaal geregeld is, en alle werkinstructies zijn uitgekristalliseerd, gaat het werk voor Laadpalen en Groot Assemblage naar hier. Hier wordt dus niets meer geëngineerd.’ Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

N

atuurlijk is de groei deels terug te voeren op de markt, met name die voor duurzame-energiesystemen is booming. Maar met volledige duidelijkheid over wat ze van je mogen verwachten en hoe je dat gaat realiseren – waaraan ze de zekerheid ontlenen dat je kunt waarmaken wat je belooft –, daar bind je ook klanten mee. En dan vooral de klant die zelf ook heel gestructureerd, professioneel werkt.’ En – niet toevallig – zijn dat ook de klanten die goed zijn voor relatief veel omzet, die de grotere series willen neerleggen bij NieuweWeme en daarvoor een langdurig partnerschap willen aangaan. De afspraak met Hilboldt vindt plaats in de kantine van het gebouw van The Green Box op

34

juni 2022

het voormalig Eaton-terrein in Hengelo (Ov), waar de fabrikant van energiebeheersystemen niet uit vertrekt maar wel gestaag aan het afbouwen is. De vrijkomende ruimte – twee forse hallen van elk 10.000 vierkante meter – is dit voorjaar geleidelijk aan vol gezet met onderhanden werk en verwerkingsmachines die vanuit de hoofdvestiging van NieuweWeme zijn overgeheveld. Op 1 juli moet een deel van de verhuizing klaar zijn, als onderdeel van de herstructurering en groei van NieuweWeme.

VEEL MEER DUIDELIJKHEID ‘Voorheen was het zo’, memoreert Hilboldt, ‘dat een klant binnenkwam met een idee, uitgewerkt in functionele specificaties. Zijn vraag aan ons was het prototype te engineeren en te bouwen, met de belofte dat erna nog een serie van tien of

Organisatorisch is dat inmiddels vertaald naar een strakke scheiding tussen enerzijds engineering en proto- en 0-serieproductie, en anderzijds de serieproductie. Fysiek krijgt die indeling momenteel zijn beslag door het verkassen van de serieproductie van twee van de vier businessunits: Paneelbouw en Manufacturing & Assembly blijven in Oldenzaal, Laadpalen en Grote Assemblage verhuizen naar Hengelo. De engineering en productie van alle proto’s en 0-series blijven dus in Oldenzaal. ‘Zodat de mensen die nauw moeten samenwerken om de functionaliteit en de maakbaarheid te optimaliseren dicht bij elkaar zitten en zo makkelijk communiceren. Maar zodra de Bill of Material definitief is, de supply helemaal geregeld is, en alle werkinstructies zijn uitgekristalliseerd, gaat het werk aan de grote series voor Laadpalen en Groot Assemblage naar Hengelo. Die twee businessunits vragen veruit de meeste ruimte. Hier wordt dus niets meer geëngineerd. Kwam het in het verleden nog wel eens voor dat een component tijdens de productie obsoleet bleek en er alsnog gereëngineerd moest worden: dat doen we nu dus niet meer.’ Wat in deze tijd van supplytekorten wel tussenvoorraden vergt. ‘We streven naar just in time toegeleverd krijgen, maar dat is nu lastig.’

MODULAIRE AANPAK BLIJFT Wat recht overeind blijft van het ‘oude’ NieuweWeme, is de modulaire aanpak. ‘Het vermogen om complexe functionele specificaties terug te


brengen naar handzame modules en submodules die goed zijn onder te brengen in een zeecontainer zoals we bijvoorbeeld met energieopslagsystemen doen – daarvoor alle lof. Ook met die kwaliteit scheppen we duidelijkheid. We doen het

‘MIJN ERVARING IS DAT DEGENEN DIE INGRIJPEN ALS HET ECHT NODIG IS, VANZELF BOVEN KOMEN DRIJVEN’ op onze manier zodat we het passend krijgen, want alleen dan kunnen we rendabel in serie bouwen en wordt het voor de klant een goed te vermarkten product.’

IN HUN KRACHT ZETTEN De nieuwe, lean organisatiestructuur is op papier dus een feit en de fysieke verplaatsing van mensen en middelen van Oldenzaal naar Hengelo eind deze maand voltooid. Qua bedrijfscultuur is er nog wel een slag te slaan, weet Hilboldt die een eigen stijl van leidinggeven heeft. ‘Ik delegeer. Je hoeft niet bij mij te komen voor toestemming voor het kopen van een tangetje of een schroevendraaier. Ik laat het mensen in hun business-

unitteam graag zoveel mogelijk samen uitzoeken. Mijn ervaring is dat degenen die ingrijpen als het echt nodig is, vanzelf boven komen drijven. Dat zijn de teamleiders die je nodig hebt. De productiemensen die gemakkelijk met hun engineeringscollega’s afstemmen om de maakbaarheid te verbeteren, komen op de productie van de proto’s en de 0-series. Die het meer in hun DNA hebben gestaag door te kunnen werken, gaan aan de slag met de grote series. Door mensen in hun kracht te zetten, vergroot je niet alleen het werkplezier, maar ook nog eens je capaciteit.’

PERSONEELSBESTAND OPGESCHROEFD En dat is van wezenlijk belang gezien de grote vraag vanuit de markt, met name naar de energiesystemen die NieuweWeme produceert. Onder de klanten zijn de bedrijven van Koolen Industries (die plusminus 20 procent van de omzet uitmaken), maar ook grote Amerikaanse bedrijven als Plug Power dat recent elf forse waterstofproductiesystemen besteld heeft. Om daarin te voorzien heeft zich dus inmiddels een ware ‘stoelendans’ voltrokken bij NieuweWeme, maar is ook het personeelsbestand opgeschroefd van 110 medewerkers een jaar terug naar 160 nu. Tegelijk zitten die grote vraag en snelle groei die indaling van de bedrijfscultuur van het nieuwe NieuweWeme wel enigszins in de weg, erkent Hilboldt: ‘De businessunit Grote Assemblage deed vorig jaar 4 miljoen euro omzet. Dit jaar ligt er werk voor 17 miljoen. Die druk maakt het soms heel verleidelijk terug te grijpen op oude gewoontes.’

SNEL GROEIEN, MET NAME IN MARKT ENERGIETRANSITIE Ben Nieuwe Weme heeft de NieuweWeme Groep in Oldenzaal opgericht en uitgebouwd tot een industrieel maakbedrijf met circa 20 miljoen euro omzet. Vorig jaar nam klant Koolen Industries de onderneming over en kwam Gerben Hilboldt aan het roer. Hij wordt geacht in vijf jaar de groeisprong te maken naar 100 miljoen euro omzet, waarbij diens verleden in de strak georganiseerde automobielindustrie hem goed van pas komt. De belangrijkste markt is die waarin ook de bedrijven van Koolen actief zijn: systemen voor de energietransitie. Zo heeft NieuweWeme voor Proton Ventures speciale ammoniakcontainers gebouwd en voor Battolyser een containerized systeem, waarin elektriciteit wordt omgezet in waterstof, en vice versa. Voor SmartGrid (een Koolen-bedrijf waar Hilboldt ook leiding aan geeft) zijn de Energy Storage Containers, Energy Racks en Energy Trailers geïndustrialiseerd en gebouwd. Voorts legt NieuweWeme zich toe op de engineering, productie, paneelbouw, assemblage en installatie voor uiteenlopende markten. Van zorg en onkruidbestrijding (onder de handelsnaam HOAF) tot waterzuivering en afvalverwerking.

• www.koolenindustries.com • www.nieuweweme.nl

juni 2022

35


PROCESVERBETERING

SLIMME SOFTWARE VERMINDERT FOUT- EN STORINGSGEVOELIGHEID EN BEHOEFTE AAN ‘HANDJES’

MAATWERK VAN A TOT Z De klik zit ’m in de gedeelde klant- en servicegerichtheid. VIA Techniek, specialist in besturing, software engineering en machinebouw, en Metal Work, een wereldwijd vertegenwoordigde leverancier van pneumatische componenten, werkten nauw samen aan een opdracht voor een klant in de maakindustrie. Resultaat: een nieuwe, geautomatiseerde machine met een vijf keer hogere output dan de huidige versie.

DOOR WILMA SCHREIBER

V

IA Techniek in Kootwijkerbroek is een jong bedrijf met ruim tien medewerkers, dat zich toelegt op klantspecifieke oplossingen voor uiteenlopende branches. Daarvoor doet het bedrijf alles in eigen huis: hardware engineering, software engineering, mechanische engineering plus het bouwen en assembleren van de machines. De rode draad is steeds: besturing en software engineering, en altijd maatwerk. ‘Momenteel krijgen we extreem veel aanvragen om een productieproces of machine te automatiseren. Automatisering scheelt handjes, belangrijk, want die zijn momenteel schaars. Dus die automatiseringsoplossing wordt snel gezocht, dat is een goede markt’, zegt Johan van Veldhuizen, directeur-eigenaar van

‘IK GA OOK RUSTIG NAMENS VIA TECHNIEK NAAR HUN KLANT, EN WAT NODIG IS REGELEN WE DIRECT’

VIA Techniek, dat hij 3,5 jaar geleden oprichtte. Voor de pneumatiek kwam hij via Riwema in Wekerom, dealer voor het Italiaanse familiebedrijf Metal Work, in contact met de verkoopvestiging voor de Benelux in Ede. ‘Ik wil mijn klanten duidelijkheid bieden over de onderdelen die ik gebruik en waar ik achter sta. Metal Work behoort tot de top, heeft heel goed spul en zit bij

36

juni 2022

Marco Kasteel (links), salesmanager bij Metal Work, adviseerde Johan van Veldhuizen (VIA Techniek) over de optimale pneumatiek voor een nieuwe machine, die VIA Techniek ontwikkelde voor hun klant. Foto’s: Hans Malestein

mij om de hoek, dus de lijntjes zijn kort. Componentkeuze en advies gebeuren rechtstreeks.’

PRODUCTIE IN EUROPA Metal Work, dat al 55 jaar bestaat, is wereldwijd vertegenwoordigd en telt 1.300 medewerkers. Het bedrijf levert componenten aan de verpakkingswereld, automotive, agrarische sector, de staalindustrie, trailerbouw en de machinebouw. ‘85 procent van alle producten produceren we zelf in Europa. In de huidige tijd een aardig voordeel vanwege de oplopende levertijden. Dat wij onze zendingen op tijd binnenkrijgen, legt ons geen windeieren’, stelt Marco Kasteel, salesmanager bij Metal Work. De vestiging in Ede heeft 23 mensen in dienst en kan bogen op, naar eigen zeggen, de grootste voorraad pneumatiek in Nederland, waaronder cilinders met een slaglengte tot 1.500 millimeter. Ook is er een trainingscentrum voor klanten en dealers. Daarnaast heeft Metal Work nog een verkoopkantoor in Vilvoorde (B).

derde machines staan, waar wij al wel eens wat storings- en onderhoudswerkzaamheden aan hadden gedaan. De vraag was of ik ideeën had om de productie te versnellen en zo de productiecapaciteit te verhogen’, vertelt Van Veldhuizen. ‘De huidige leverancier had niet precies wat zij wilden hebben en zat ook ver weg.’ In de bestaande machines worden rolluiken op maat gezaagd en in elkaar gezet. Hiervoor legt een operator zes meter lange lamellen op een tafel in de machine, voert een nummer in met informatie over het aantal en type lamellen en de lengte. Vervolgens wordt het juiste type lamel één voor één door de machine ingevoerd, waarna de lamellen worden afgezaagd en doorgevoerd. Tegelijkertijd wordt ook een nokje toegevoegd, zodat de lamellen niet meer van elkaar afschuiven. ‘Om dit handmatige productieproces te automatiseren, hebben we samen met de klant de eisen en specificaties besproken, om te zien of we daar een machine voor konden ontwikkelen. Daarbij combineren we wat er al is in de markt is met nieuw ontwikkelde onderdelen tot één werkend geheel.’

80 PROCENT PNEUMATIEK CAPACITEIT VERHOGEN De wegen van VIA Techniek en Metal Work kruisten elkaar bij een grote opdracht voor een klantspecifieke machine in de maakindustrie waar veel pneumatiek in zit. ‘Ze hadden verou-

VIA Techniek ging aan de slag en bedacht en bouwde vanaf nul een nieuwe machine inclusief besturingstechniek en mechanische engineering, die niet één maar vijf lamellen tegelijk verwerkt. Samen met Metal Work werd gekeken naar de


mogelijke pneumatische oplossingen. ‘Wij adviseren over de beste keuze voor de diverse componenten, kijkend naar de snelheden, krachten en inbouwmaten’, zegt Kasteel. ‘Al met al bevat de nieuwe machine zo’n veertig cilinders, met rolletjes die de druk bepalen. In totaal bestaat 80 procent van de aandrijving uit pneumatiek.’ Vanwege de lengte en grootte van de machine werd gekozen voor drie ventieleilanden met meerdere ventielen die de cilinders aansturen. ‘Als je al die beweegbare delen voorziet van aparte kabels, gaan die steeds mee heen en weer en is de kans op slijtage groot. Voor die ventieleilanden hoef je maar twee kabels te trekken’, verklaart Van Veldhuizen.

SLIMMIGHEDEN De nieuwe machine zorgt niet alleen voor een hogere productiecapaciteit, maar werd ook op een aantal punten geautomatiseerd. Zo zorgt een automatisch magazijn ervoor dat standaard één soort lamel wordt gepakt en worden lamellen automatisch opgerold in plaats van via een as. ‘Verder hebben we ook een aantal slimmigheden ingevoegd. Bij 40 lamellen kun je bijvoorbeeld steeds 5 stuks invoeren, maar soms heb je er 56 of 43 nodig. Ook dan pakt de machine er netjes 1 of 3, zodat hij toch goed uitkomt. Daarnaast weet hij ook precies welke units hij moet ponsen voor bevestiging van het eindkapje van de lamellen. En aan het eind krijgt de operator een melding als deze een reststuk moet verwijderen’, zegt Van Veldhuizen. ‘Voor dit alles hoeft de operator alleen maar een barcode in te scannen en de

machine voert de opdracht uit. Dat is minder fout- en storingsgevoelig. Daarnaast monitoren wij de machine op afstand.’

PREVENTIEVE CONTROLE De eerste gesprekken bij de klant vonden plaats in de zomer van 2020, ruim een jaar later werd de nieuwe geautomatiseerde machine geplaatst en inmiddels is deze na een halfjaar testen en inbedrijfstelling begin 2022 echt productie gaan draaien. In al die tijd deed zich slechts één serieus Invoerunit met variabele druk. pneumatisch probleem voor. ‘De lamellen worden gezaagd en door een bandcilinder verplaatst, die met de open kant mogelijk. Ik ga ook rustig namens VIA Techniek naar boven staat. Daardoor kwam er slijpsel van naar hun klant, zeg tegen Johan wat er nodig is het kunststof op de bandcilinder terecht’, vertelt en dat regelen we direct. Dat is wat klanten graag Kasteel. ‘Dit hebben we opgelost door er borstels hebben’, schetst Kasteel. ‘In dit project is het op te zetten, die voorkomen dat het slijpsel bij vertrouwen in elkaar versterkt, we weten nog cilinder komt.’ Van Veldhuizen vult aan: ‘Bij het meer wat we aan elkaar hebben.’ Van Veldhuizen onderhoud komende zomer controleren we de onderschrijft dit. ‘Snel oplossen is overigens geen cilinder voor de zekerheid preventief, dan weten snelle fix, wel wat extra advies om bijvoorbeeld we meteen de status. En als er geen slijpsel zichtpreventief een zwaardere cilinder erin zetten om baar is, is de oplossing met de borstels de juiste.’ problemen in de toekomst te voorkomen. Dit project bevestigt dat Metal Work de juiste partij is waar we mee verder kunnen komen. Binnenkort VERTROUWEN VERSTERKT volgt een nog grotere machine met een robot en Die klantgerichte instelling is een belangrijke er zit nog wel meer in de pen.’ overeenkomst tussen beide bedrijven en zorgt voor een klik. ‘Metal Work is enorm van de service en de kennis, we willen dicht bij de klant www.viatechniek.nl staan. Als er een probleem is, reageren we zo snel www.metalwork.nl

• •

www.variass.nl

juni 2022

37


PRODUCTONTWIKKELING

PROCLEANROOM SPEELT IN OP GROTE BEHOEFTE AAN SNELLE UITBREIDING CLEANROOMCAPACITEIT

‘EEN DYNAMISCHE SUPPLYCHAIN VERGT BREED ANTICIPEREN’ Snel aan de slag in een (extra) cleanroom? Met de langere doorlooptijden van nu kan dat een behoorlijke uitdaging zijn. Vandaar dat ze er bij full-service provider ProCleanroom in Valkenswaard op inspelen. Het portfolio is uitgebreid met de CleanShell®: een compact, low-entry instapmodel, gemaakt van flexibel materiaal en daardoor geschikt voor een snelle installatie op locatie. Zie de oplossing als een innovatie voor cleanliness, zo stellen ze bij ProCleanroom. De verwachtingen zijn in elk geval hoog gespannen. Ook van het nieuwe, nog te bouwen pand in Eersel, waar het bedrijf in 2023 naartoe verhuist.

DOOR JAN BROEKS

H

et kwam ze bij ProCleanroom goed uit, dat het pand van de buren een tijdje geleden vrijkwam. Want om met z’n allen in het eigen gebouw te blijven, werd intussen wat al te krap. Dus verkasten meerdere medewerkers naar het naastgelegen pand. Weliswaar tijdelijk, zo vertelt directeureigenaar Niels Ferguson, al was de uitbreiding volgens hem hard nodig. ‘We hebben de afgelopen vijf jaar een groei van 20 tot 40 procent gerealiseerd – per jaar. Om die groei te blijven faciliteren, laten we een nieuw pand bouwen, op bedrijventerrein Meerheide III in Eersel. We verhuizen in de eerste helft van komend jaar.’

BREED AANBOD Ferguson ziet uit naar de verhuizing en vertelt er graag meer over. Maar eerst iets over de huidige markt. Met de supplychain van nu is die aan behoorlijk wat dynamiek onderhevig, zo merken ze ook bij ProCleanroom. Het bedrijf ontwikkelt, produceert en installeert cleanrooms en flowkasten, en heeft zoals zoveel organisaties te maken met uitdagingen qua beschikbaarheid van materialen. Dus wat te doen als een klant binnen korte tijd snel wil opschalen met een of meer cleanrooms? Volgens Ferguson komt het er meer dan ooit op aan daar goed op te anticiperen. ‘En dat doen we met een inmiddels breed aanbod. Daardoor hoeven we een bedrijf niet te adviseren vanuit één specifieke oplossing, maar spelen we in plaats daarvan in op de klantbehoefte. Zo kunnen we een bedrijf helpen met een oplossing die alsnog relatief snel beschikbaar is.’

KLAAR IN WEKEN Neem VDL ETG in Almelo, dat snel nieuwe cleanroomcapaciteit nodig had voor ASML-gerelateerde processen. Het bedrijf had weliswaar al

38

juni 2022

de nodige vaste cleanrooms, op basis van een paneelsysteem met complexe luchtbehandeling. Maar of het daar nu weer voor moest gaan? Daarvoor bleek de tijd simpelweg niet toereikend. ‘Dus zijn we voor VDL ETG Het plaatsen van de CleanShell kan in een halve dag. ‘Dat maakt deze cleanroom erg flexibel. En daardoor aantrekkelijk voor bedrijven die laagdrempelig aan de slag willen tot een andere oplosén kunnen met een compacte en pragmatische oplossing’, aldus Niels Ferguson. sing gekomen en staan Foto’s: ProCleanroom er in Almelo nu meerdere grote softwall cleanrooms, die samen meer dan 1.600 vierkante SNELLE (DE)MONTAGE meter beslaan. De cleanrooms voldoen volledig Dat snelle opschalen speelde ook bij Faes Packaaan de benodigde eisen voor reinheid en bieden ging Solutions, dat in het eigen pand in Reusel al dankzij de modulaire opzet meer flexibiliteit dan een cleanroom liet installeren door ProCleanwanneer VDL ETG voor een vaste opstelling had room. Toch had deze verpakkingsproducent naast die modulaire hardwall uitvoering alsnog behoefte aan een tweede, flexibele cleanroomoplossing. Waardoor Faes nu als eerste klant beschikt over de CleanShell: een cleanroom die, eenmaal opgebouwd, oogt als een tent, waarbij de benodigde luchtstroom wordt gegenereerd door fan-filterunits met daarin H14 HEPA (High Efficiency Particulate Air)-filters. Het plaatsen van de CleanShell kan in een halve dag, vertelt Ferguson, en het demonteren verloopt nog sneller. ‘Dat maakt deze cleanroom erg flexibel. En daardoor aantrekkelijk voor bedrijven die laagdrempelig aan de slag willen én kunnen met een compacte en pragmatische oplossing voor een cleanroom, of er alleen één nodig hebben voor korte, servicegerichte toepassingen.’

‘WE GAAN NIET UIT VAN ÉÉN SPECIFIEKE OPLOSSING, MAAR SPELEN IN OP DE KLANTBEHOEFTE’

gekozen.’ Was VDL ETG voor deze oppervlakte voor een vaste opstelling gegaan, dan was volgens Ferguson de realisatie ervan opgelopen tot minstens een half jaar. ‘Nu was dit project klaar binnen tien tot twaalf weken.’

MODULAIRE SAMENSTELLING De investering in een CleanShell is volgens Ferguson zo’n anderhalf keer lager dan die in een modulaire softwall cleanroom met dezelfde afmetingen. En hoe zit het met de levertijd? ‘Dan


kan de klant uitgaan van twee tot vier weken, afhankelijk van de configuratie, afmeting en aantallen. We hebben de gebruikte materialen zorgvuldig geselecteerd, zodat de CleanShell voldoet aan de hoge eisen De CleanShell voldoet aan de hoge eisen voor cleanliness en brandveiligheid. voor cleanliness en brandveiligheid. Klanten kunnen er hun activiEersel, waar ProCleanroom straks veel ruimer teiten in uitvoeren tot ISO-klasse 6, waarmee behuisd is dan nu in Valkenswaard. In het nieuwe de oplossing geschikt is voor ASML grade 4 en pand komt een customer experience center. Dat ASML grade 2 surface cleanliness-processen.’ naast de werkplaats, het magazijn en niet in de De CleanShell is modulair samen te stellen en laatste plaats de nieuwe werkplekken, waar Ferdaardoor beschikbaar in afmetingen van 10 tot guson veel waarde aan hecht. ‘Mensen moeten bij maximaal zo’n 50 vierkante meter. ‘Uiteraard kan ons prettig kunnen werken. Dat spreekt wellicht de klant meerdere shells naast elkaar plaatsen.’ voor zich, maar vind ik echt van belang. We willen een goede werkgever zijn, en ons ook op dat vlak onderscheiden en als zodanig profileren.’ CUSTOMER EXPERIENCE CENTER De CleanShell blijkt als pakket zo compact, dat ProCleanroom deze straks kan aanbieden in de DUURZAAM GROEIEN eigen webshop van accessoires en consumables. Denk dus aan lichte, transparante kantoorMaar eerst wacht het bedrijf de verhuizing naar ruimtes. Aan ruime zithoeken en alle benodigde

faciliteiten. Daarnaast wordt het pand gasloos, komen er tal van zonnepanelen op het dak en zorgen het vele glas en de witte wandpanelen voor eenzelfde uitstraling als de eigen cleanroomoplossingen. Bovenal wordt de nieuwbouw de plek waar ProCleanroom de komende jaren verder wil groeien, na een verblijf van ruim zeven jaar in Valkenswaard. De nieuwe locatie maakt het volgens Ferguson mogelijk om het team uit te breiden tot 30 à 35 medewerkers en de omzet te laten toenemen richting de 15 miljoen euro. ‘We kunnen er op elk vlak vooruit.’

• www.procleanroom.com

Onze innovaties vormen de toekomst In een wereld zonder raketten, had de mens nooit voet gezet op de maan. Zonder microscoop, hadden we van DNA nog nooit gehoord. Aan elke mijlpaal gaat een ontdekking vooraf. Maar complexe technieken ontstaan niet zomaar. Ze zijn het resultaat van een samenspel tussen kennis, techniek en creativiteit. Juist op dit snijvlak opereren wij. NTS is gespecialiseerd in het ontwikkelen, maken en assembleren van (opto)-mechatronische systemen, mechanische modules en kritische componenten. Onze expertises? Precisie en wendbaarheid. Waar kom je jouw werk straks tegen? In de modernste technologieën! Je smartphone opent met gezichtsherkenning, precies zo’n snufje waaraan jij hebt meegewerkt. Op je telefoon lees je over nieuwe innovaties in de gezondheidszorg, weer een veld waarin jij opereert. Werk jij mee aan de mijlpaal van morgen?

Onze (opto-)mechatronische systemen en mechanische modules dragen bij aan toekomstige technologieën

nts-group.nl/careers

juni 2022

39


ROBOTISERING

SPECIALISTEN: OMARM KETENINTEGRATIE EN ROBOTISEER ALS ANTWOORD OP WONINGNOOD

‘IN DE BOUW WERKEN PARTIJEN VAAK NIET ÉCHT SAMEN’ Robotisering biedt een oplossing voor de uitdagingen in de bouwsector (zie het artikel in Link Magazine van februari). In dit vervolgartikel doen diverse experts een beroep op de keten om verder te integreren. In hun ogen een noodzakelijke stap om robotisering in de bouw naar een hoger plan te tillen. Met robots kan veel gebouwd worden, maar daarvoor moeten wel eerst muren worden afgebroken.

• ‘Dankzij robots kunnen we efficiënter,

duurzamer en veiliger werken.’ • ‘Het probleem is dat investeringen niet goed

terug te rekenen zijn.’ • ‘Angst voor concurrentie is vaak de spelbreker.’ • ‘We moeten de hele keten meenemen.’ • ‘Met goede data worden we samen sneller

werkende oplossing hebt, beter.’ ben ik geïnteresseerd.” Dus wie durft de stap te zetten cirkel om die drie stappen heen. En dat is volgens om te inveshem ook precies waarom grote innovaties in de teren? Aannebouw ingewikkeld zijn. ‘Angst voor concurrentie mers werken is vaak de spelbreker: angst om dingen uit hanop projectbasis, den te geven, zoals je bouwtekening, je exacte ze moeten hun prijs of werkwijze, om toegevoegde waarde te projecten exact verliezen. Maar als we echt vaart willen maken en uitrekenen en de krapte op de arbeidsmarkt en de grote kunnen nooit woningnood het hoofd willen bieden, moet er de ontwikkeleiderschap getoond worden.’ In dit geval beteling van zo’n kent leiderschap volgens Kok visie en echte wil robot wegom samen te werken. ‘Zonder dat wordt het schrijven.’ Het ingewikkeld. En daar ligt vooralsnog een grote De rijdende grondrobot kan worden ingezet voor uiteenlopende toepassingen op de bouwplaats. Foto: Avular klassieke kipgemiste kans.’ Dubbelman beaamt dat: ‘We moeeiprobleem. Als ten de hele keten meenemen. Dus de architect, de oplossing er is, dan willen we wel, maar anders ingenieur, aannemer en toeleveranciers. Als ook DOOR RIEJANNE WOLSWINKEL wachten we tot iemand anders de oplossing zij robotisering omarmen en bereid zijn hun levert. Ook Dubbelman, sales engineer bij ABB werkwijze hierop aan te passen, gaan we echt obots zijn de toekomst. Daar bestaat Robotics, ziet dat. ‘Het probleem is dat investemeters maken.’ absoluut geen twijfel over bij Martijn ringen niet goed terug te rekenen zijn. Wat is je Dubbelman (ABB Robotics), Loek ROI? Vroeger keek je hoeveel mensen er voor je Jongen (Avular Building Imagination) PLEIDOOI VOOR PREFAB werkten, wat de kosten waren en hoe je dat kon en Paul Kok (IJssel Technologie). Jongen, die bij Dubbelman ziet tegelijkertijd dat ‘we al best goed terugverdienen in zo’n 2,5 jaar. Maar de opdracht het Eindhovense Avular verantwoordelijk is voor op dreef zijn in automatisering’. En dat is volgens om voor 2030 1 miljoen huizen te strategy & business development, geeft graag een bouwen? Die ROI is niet op de ouderaantal voorbeelden: ‘Industriële robots maken de wetse manier te calculeren, vooral ook wereld mooier en kunnen de bouwsector erg helomdat de mensen – de handjes – voor pen, bijvoorbeeld door onveilig of zwaar werk dit werk er gewoon niet zijn.’ over te nemen en de huizenbouw te versnellen. Robots maken geen fouten. Daarmee voorkomen we verspilling van tijd en materiaal. Dankzij ANGST VOOR CONCURRENTEN robots kunnen we dus efficiënter, duurzamer en De tweede uitdaging bij robotisering veiliger werken. Vaak hoor je: robots pikken zit in de gebrekkige ketenintegratie in banen in. Dat is niet zo, want specifieke taken de bouwsector. ‘In de bouw werken blijven altijd vakmanschap.’ partijen vaak niet écht samen’, ziet Kok. Hij is commercieel directeur bij IJssel, dat onder meer productielijnen WIE INVESTEERT? en fabrieksinrichtingen realiseert waar Twee uitdagingen vertragen de robotisering. De automatisering en robotisering aan te eerste vergt een antwoord op de vraag wie er pas komen. In het beproefde IJsselinvesteert in de ontwikkeling, zegt Jongen. ‘Bij model van het bedrijf begint alles een beurs in de RAI stonden zo’n tien bedrijven Martijn Dubbelman (ABB Robotics): ‘We moeten de met standaardiseren, om vervolgens die lijnmarkeringen aanbrengen op wegen. Toen hele keten meenemen. Dus de architect, ingenieur, ruimte te hebben voor verbeteren en ik polste hoe we daar kunnen robotiseren, zei aannemer en toeleveranciers.’ Foto: ABB innoveren. Maar, zegt Kok, de meeste een machinebouwer: “Mijn klant moet er om beperkingen zitten in de leiderschapsvragen.” En de aannemer zegt: “Pas als je een

R

40

juni 2022


hem ook hard nodig voor het oplossen van de woningnood, net als prefab produceren. Op dat vlak mag de bouwsector zich er meer van bewust worden dat gebruikerswensen veranderen, vindt hij. ‘We moeten af van het idee dat iedere steen door een vakman gelegd wordt. De nieuwe generatie huizengebruikers is gewend om swipend een auto te kopen, een proefrit vooraf is misschien niet eens meer nodig. Zij vinden het prima dat onderdelen prefab zijn gefabriceerd. Natuurlijk zal er ook altijd nog een high end woningwens blijven en dus klantspecifiek gebouwd worden. Maar automatiseren en prefab is dé oplossing voor het gros van de woningnood.’ Geen duur, tijdrovend hand- en maatwerk meer dus. Dat betekent echter niet dat iedereen in eenzelfde huis komt te wonen, voegt Dubbelman toe. ‘Er is volop keuzevrijheid in kleur en vorm dankzij parametrische ontwerpmethoden, zoals ook de automotive-industrie die toepast.’ Standaardisatie hoeft geen eenheidsworst op te leveren, weet ook Kok. ‘Als je respect hebt voor ieders expertise en vasthoudt aan het gemeenschappelijke doel van ketenintegratie, kun je veel bedrijven zelfs beter in hun kracht zetten.’

wat BIM en het parametrisch ontwerp vereisen. We ontwikkelen de tooling die nodig is en maken deze gebruiksklaar. Wachten tot alles uitgekauwd is, is de deadlock in de automatiseringsslag. Ons doel is aan te tonen dat robotisering niet iets is van morgen, maar dat het vandaag kan werken.’ Dubbelman is kortom vrij optimistisch: ‘Ik verwacht in de bouw een industriële revolutie.’

SNEL OPSCHALEN MOGELIJK Ook Jongen ziet veel in prefab. ‘Hoe meer er prefab gemaakt wordt, hoe beter robots kunnen worden ingezet.’ De expertise van Avular ligt bij mobiele robots. ‘Wij zorgen ervoor dat robots goederen of werktuigen verplaatsen, rijdend of vliegend. Hiervoor hebben we alles in huis: van software en control tot electrical en mechanical engineering’, zegt hij. ‘Voor robots is het noodzakelijk dat een tekening heel precies is. Architecten maken vaak meer

VOLOP POTENTIE Er gebeurt al veel op het terrein van robotisering, vervolgt Dubbelman. ABB begon al in de jaren ’70 met robotisering van de automotive-industrie. De laatste jaren heeft het bedrijf flink aan de weg getimmerd met 3D-printen en nu zet het ook in op robots in constructie. ‘Inmiddels zijn er al eerste successen met deze robots in de prefabbouw. We beschikken over kennis, ervaring, hardware en slimme software. We zien verschillen, maar ook overeenkomsten tussen de technische vraagstukken van automotive en de bouw. Een groot deel van de vraag kunnen we nu al invullen met onze standaardoplossingen. Er is volop potentie voor prefab en huizenbouw met componenten.’ Wat hem betreft hoeft er dus niet gewacht te worden op nieuwe standaarden. ‘Een robot koop je om een functie uit te voeren. Als je de positie van die functie – zoals schroeven, spijkeren, zagen en boren – via data kunt communiceren met de robot, zal deze gewoon uitvoeren

ne zet. Deze kit bestaat uit modulaire bouwsteentjes zoals sensoren, rekenkracht, software en de aansturing van motoren en andere elektrisch aangedreven onderdelen’, vertelt hij. ‘Daarnaast bieden wij twee robotplatforms, voor rijden en vliegen. Daarmee kunnen we veel makkelijker en sneller een goed prototype maken. Voldoet de werking aan de wensen, dan kunnen we eenvoudig opschalen.’ Avular werkt het liefst met zo veel mogelijk partners, zegt Jongen. ‘Wij zijn op zoek naar partijen die met ons dit avontuur willen aangaan. Wij brengen de robotica-expertise in. Onze partner moet alles weten van de bouw, zodat de robots zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen van de eindklant.’

‘IK VERWACHT IN DE BOUW EEN INDUSTRIËLE REVOLUTIE’

visuele tekeningen, maar er moet ook in staan hoe dik een paal is, zodat onze rijdende robot er precies omheen kan. Als alles precies volgens de specificaties en de tekening wordt gemaakt, kun je snel opschalen.’ Een voorbeeld? ‘In de bouw gaat veel tijd zitten in gaten boren. Bijvoorbeeld voor installaties aan het plafond. Daar bestaan al robots voor (zoals Dubbelman aangeeft, red.). Het zou voor ons een relatief kleine stap zijn om in een complete ruimte alle gaten te boren met een robot. Precies zoals je het op de tekening hebt bedacht. Het is maar een van de vele dingen die op een bouwplaats moeten gebeuren. Geweldig als daar geen mens meer aan te pas hoeft te komen.’

PARTNERS GEZOCHT

Loek Jongen (Avular): ‘Hoe meer er prefab gemaakt wordt, hoe beter robots kunnen worden ingezet.’ Foto: Avular

Paul Kok: ‘Als we echt vaart willen maken, moet er leiderschap getoond worden.’ Foto: IJssel

Opschalen in robotisering kan en is dus hard nodig vanwege de woningnood. Momenteel wordt er voor 93 miljoen euro in robots geïnvesteerd; dat zal volgens onderzoek van ABN AMRO stijgen naar ruim 300 miljoen zijn in 2030. Jongen legt uit hoe Avular werkt aan mogelijkheden voor snelle opschaling. Het bedrijf maakt zowel de hardware als de software. ‘Vaak ontwikkelen we nieuwe robots of maken we bestaande machines verder autonoom. Wij bieden een autonomiekit die de klant op zijn machi-

DATA ZIJN GOUD ‘De grootste verandering is misschien wel dat data leidend moeten worden’, stelt Kok tot slot. ‘Data van het ontwerp, van het productieproces. Standaardiseer data en knoop systemen aan elkaar. Stel dat in BIM alle data van architect, installateur en bouwbedrijf of fabriek verzameld worden, dan kun je flink versnellen. Want als een architect een paal wil verplaatsen en hij ziet direct de gevolgen voor productiedoorlooptijd, kostprijs en esthetiek, kan hij heel snel keuzes maken.’ Het helpt wanneer in het ontwerp al details bekend zijn en wordt nagedacht over de keten en life cycle: of een huis goed maakbaar en makkelijk te onderhouden is. Het maakt de bouw kostenefficiënter – op dit moment gaat twee derde van de kosten op aan arbeid en een derde aan materiaal. Toeleveranciers kunnen just-in-time leveren, er ontstaat minder afval. Kok: ‘Data zijn goud. Je moet ervoor zorgen dat analisten conclusies uit data kunnen trekken. Daarmee kun je mensen in beweging krijgen. Met goede data worden we samen sneller beter.’

• www.ijssel.com • www.avular.com • www.abb.com juni 2022

41


MONITORING

SCHAEFFLER: VAN LAGERFABRIKANT TOT DIENSTVERLENER

MET EEN FOCUS OP LEVENSDUURVERLENGING Ontwikkelingen op het vlak van data verzamelen en analyseren maken het steeds beter mogelijk om onderhoud te voorspellen. Schaeffler ontwikkelde in dit kader de Schaeffler Lifetime Solutions: een reeks industriële onderhoudsproducten, -diensten en -oplossingen die onderhoudsmedewerkers ondersteunen tijdens de gehele levensduur van een machine. Met de draadloze trillingsensoren OPTIME is bijvoorbeeld een mesh-netwerk te vormen waarmee complete fabriekshallen zijn te monitoren. reguliere onderhoudsplanning. Fischer: ‘Over het onderhoud op dat moment hebben wij inmiddels ook alle kennis opgebouwd. Soms is een lager gewoon oud en heeft hij veel draaiuren gemaakt. Vervangen is dan de beste optie. In andere gevallen kunnen we uit lagertrillingen herleiden dat bijvoorbeeld het smeerbeheer niet optimaal is, een De OPTIME-sensor geeft een waarschuwingssignaal wanneer trillingen te veel afwijken. Dit signaal kan bestaan uit een berichtje of e-mail en is in alle gevallen te zien in de bijbehorende machine niet goed is app. Illustraties: Schaeffler uitgelijnd of een verkeerde lagerkeus is gemaakt. Kortom: door het meten van trillingen DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK en deze met kennis van zaken te analyseren, kunnen wij het benodigde onderhoud relatief chaeffler is van oudsher producent betrouwbaar voorspellen.’ van onder andere INA- en FAG-lagers. Anno 2022 is het bedrijf met 170 locaties vertegenwoordigd in vijftig landen REALTIME TRILLINGSNIVEAU – in Nederland is een vestiging in Barneveld – en Als een van de eerste bedrijven ontwikkelde heeft in de loop der jaren veel kennis en ervaring Schaeffler een product om deze trillingen te opgedaan over de levensduur, betrouwbaarheid, meten: de SmartCheck. Dit is een relatief simpele smering en het onderhoud van lagers. Dennis trillingsensor die op een lager, pomp, ventilator Fischer, coördinator Schaeffler Lifetime Soluof motor wordt geplaatst en bekabeld. Via een tions: ‘Deze kennis en ervaring kunnen wij steeds LED geeft het element realtime weer of het beter inzetten om onverwachte en dus ongeplande machinestilstand te voorkomen. Een belangrijk deel van deze stilstand wordt namelijk veroorzaakt door lagerfalen. Alles wat je kunt doen om aankomend lagerfalen te detecteren, is derhalve de moeite waard.’

S

draadloze dataoverdracht en slimme analysesoftware ontwikkelde Schaeffler vervolgens een meer geavanceerde uitvoering van de trillingopnemer, de OPTIME. Dit component onderscheidt zich in eerste instantie door het feit dat hij draadloos is. Hiermee vervalt de bekabeling en is het eenvoudiger om veel sensoren te plaatsen op alle mogelijke kritische punten.

NETWERK HERSTELT VANZELF Fischer: ‘Daarnaast zijn de componenten niet alleen in staat om te meten, maar ook om data draadloos te verzenden, en data van andere sensoren te ontvangen en door te sturen. Dit biedt de mogelijkheid een zogeheten mesh-netwerk op te zetten. Centraal in zo’n netwerk staat een gateway die de gegevens van maximaal 70 sensoren kan ontvangen.’ De sensoren zijn niet allemaal direct aangesloten op de gateway zelf, maar zijn opgenomen in een netwerk. De onderlinge verbindingen tussen de groene, driehoekige sensoren zijn draadloos. Het grote voordeel van zo’n netwerk is dat sensoren die kapot of overbelast zijn en hiermee ‘uitvallen’, geen noemenswaardige problemen veroorzaken voor de sensoren die hiermee verbonden zijn. Deze zoeken automatisch naar andere sensoren in de buurt om hun data af te geven waarmee het netwerk zich als het ware automatisch herstelt. ‘Je hoeft nu geen bekabelde sensoren meer af te lopen om te kijken waar de LEDs mogelijk oranje of rood kleuren, maar ontvangt op een centraal punt de data en mogelijke waarschuwingen. Hiervoor hebben wij een aparte cloudomgeving ingericht waar alle data van al onze klanten volledig veilig zijn opgeslagen en uit te lezen.’

APP KLANTSPECIFIEK Wat er vervolgens met de data wordt gedaan, is volledig afhankelijk van de klant. Enerzijds is deze continue stroom aan data bij uitstek geschikt voor het automatisch genereren van een waarschuwingssignaal wanneer trillingen teveel afwijken. Dit signaal kan bestaan uit een berichtje of e-mail en is in alle gevallen te zien in de bijbehorende app. Fischer: ‘Voorafgaand aan de lancering van deze app is een gedegen ontwikkelingstraject doorlopen. Hiermee is de app zeer gebruikersvriendelijk en biedt bovendien mogelijkheden voor klantspecifiek instellingen. Zo kun je bepaalde sensoren tot favoriet benoemen wat betekent dat deze altijd bovenaan de lijst staan

TRILLINGEN METEN

‘ALLES WAT JE KUNT DOEN OM AANKOMEND LAGERFALEN TE DETECTEREN, IS DERHALVE DE MOEITE WAARD’

Een bekende en effectieve manier om lagerfalen te voorspellen, is het meten van trillingen. Trillingen in een lager of andere component zijn een van de vroegste voorbodes voor falen. Wanneer een verhoogd geluidsniveau of warmteontwikkeling merkbaar is, bevindt het lager zich al een stuk dichter bij falen en is er dus veel minder tijd om het benodigde onderhoud op te nemen in de

trillingsniveau in orde is (groen), uit de pas loopt (oranje) of aanleiding geeft om direct maatregelen te nemen (rood). Op basis van ontwikkelingen op het gebied van onder andere miniaturisering, opslagcapaciteit,

42

juni 2022


wanneer je de app opent. Of zij nu groen, oranje of rood zijn. Hiermee heb je in één oogopslag de meest kritische waarden direct inzichtelijk.’

TRENDANALYSE Anderzijds zijn de data – mits deze lang genoeg worden opgeslagen – te gebruiken voor trendanalyse. Trillingen in een lager of andere component zijn een van de vroegste voorbodes voor falen. Zo is bijvoorbeeld onderhoud in een vroeg stadium te voorspellen en zijn installaties en processen hetzelfde lager wat uiteraard ook weer leidt tot eventueel te optimaliseren. Fischer: ‘Hiervoor is lagere investeringen, aldus Fischer. het wel noodzakelijk dat je voldoende kennis hebt van de materie. Alleen dan kun je de trillinTOEKOMSTIGE OPLOSSINGEN gen zodanig analyseren dat je de juiste conclusies Doordat de markt steeds beter begrijpt welke trekt. Het is een van de vele zaken waarmee wij voordelen condition monitoring kan opleveren, klanten steeds vaker ondersteunen. Het onderneemt het aantal gebruikers van trillingsensoren streept onze reis van productleverancier naar gestaag toe. En nog voordat dit vol op stoom is, breed dienstverlener. Een dienstverlener die zich werkt Schaeffler alweer aan nieuwe, aanvullende richt op het maximaliseren van de levensduur oplossingen. Fischer: ‘Met het opbouwen van een van lagers – en daarmee machines en installaties mesh-netwerk via de OPTIME heb je eigenlijk – bij onze klanten.’ Dit leidt niet alleen tot mineen theoretisch oneindig aantal mogelijkheden der (onverwachte) stilstand met bijbehorende gecreëerd om ook andere sensoren uit te lezen en de gegevens door te sturen.’ kosten, minder downtime en langere onderhoudsEen eerste stap heeft Schaeffler gezet met de intervallen, maar ook tot een langer gebruik van

De sensoren zijn niet allemaal direct aangesloten op de gateway zelf, maar zijn opgenomen in een netwerk.

OPTIME C1; een automatisch smeersysteem dat op een batterij werkt en draadloos communiceert over de werking en de inhoud. ‘Ook hier levert automatische monitoring een grote bijdrage aan het verlagen van de onderhoudsbehoefte en -kosten en het verhogen van de uptime. Zeker bij locaties waar een controle niet eenvoudig is uit te voeren, leert de praktijk dat deze punten nog wel eens worden overgeslagen. Door te monitoren weet je zeker dat je er alleen naartoe hoeft te gaan als dit ook echt nodig is en mis je niets dat belangrijk is.’

• www.schaeffler.nl

Enhancing reliability. Driving flexibility. Simplifying integration. RocketLinx® Ethernet Switches

For more information, visit

pepperl-fuchs.com/pr-rocketlinx

Full-featured Ethernet switches for strong cyber security and maximum performance

Combination of Gigabit speed RJ45 copper ports and SFP fiber ports in a single device enables flexible adaption to individual networking applications

Designed for reliability: network redundancy, rugged metal housings and extended temperature ranges

juni 2022

43


DGA PLATFORM

LEDEN VAN DGA PLATFORM PRATEN BIJ MEILINK OVER DE RISICO’S VAN (TE) GROTE KLANTAFHANKELIJKHEID

‘WE MOETEN HIER IETS MEE, WILLEN WE HET ENE SEGMENT VOLGEN EN HET ANDERE NIET UIT HET OOG VERLIEZEN’ Over drie jaar verwacht verpakkingsexpert Meilink de omzet uit de semiconsector ruimschoots verdubbeld te hebben vergeleken met nu. Dat klinkt goed. Maar moet een bedrijf zo afhankelijk willen zijn van één marktsegment, in dit geval klant ASML en de bijbehorende supplychain? Wegen de voordelen op korte termijn op tegen de risico’s op (middel)lange termijn? Dat is een flink dilemma, klonk het tijdens een recent bezoek van het DGA Platform van Link Magazine aan de locatie van Meilink in Schijndel. ‘Ik zou jullie andere klanten maar eens rap gaan vragen wat zij hiervan vinden’, luidde hun advies aan dga Peter Rikken en managing director Dennis Groesbeek. DOOR LUCY HOLL

M

eilink is specialist in het ontwerpen en vervaardigen van bestendige verpakkingen en het vakkundig verpakken, hightech reinigen en vervoeren van industriële kapitaalgoederen voor alle mogelijke sectoren. Langzaam maar zeker begint zich echter een tweedeling af te tekenen: tussen de klanten uit de semicon en de andere klanten in de maakindustrie. In 2021 was de semicon (dat wil zeggen ASML zelf, maar ook de uitgebreide supplychain daaromheen – denk aan Trumpf, Zeiss, KLA, en VDL) goed voor circa een derde van de totale jaaromzet van 84 miljoen euro. In 2025, wanneer de omzet waarschijnlijk naar 120 miljoen euro gegroeid zal zijn, komt de helft uit de semicon. Oftewel: alle klantgroepen van

Meilink laten groei zien, maar de semicon neemt wel heel sterk toe. Rikken: ‘Die gaat een flinke portie aandacht van ons vragen.’ De omzet komt natuurlijk deels hoger uit doordat de grondstofprijzen zo sterk stijgen en de verpakkingen duurder worden. Maar het wordt zeker ook veroorzaakt door veel meer volume en veel meer complexiteit. ‘Alles in de semicon wordt ingewikkelder: de onderdelen, de modules, de machines, en dus ook de verpakkingen.’

HOGE DREMPEL En dan te weten dat Meilink een jaar of wat geleden bijna niks voor semicon deed. Nu is het bedrijf de nummer 2 verpakker van de semiconketen. Dat komt onder meer doordat Meilink het Eindhovense Innovar Cleaning Control heeft overgenomen, expert op het gebied van het reini-

• ‘De semicon gaat een flinke portie aandacht van

ons vragen.’ • ‘We willen ook onze eigen waarde beschermen,

door een goede marge op onze activiteiten.’ • ‘We willen meegaan met de groei van de

complete keten.’ • ‘Ik snap helemaal dat andere klanten denken

geen prioriteit meer te hebben in het geweld van de semicon.’ • ‘We gaan twee andere marktsegmenten eveneens verstevigen, echt voor het evenwicht.’

gen, kwalificeren en cleanroom verpakken van hightech producten. Rikken: ‘En simpelweg ook omdat ASML ons gericht als toeleverancier binnenhaalde.’ De barrier of entry voor nieuwe verpakkingstoetreders is over het algemeen erg hoog vanwege de gestelde eisen en bijbehorende controles. ‘We hebben nu de grote eer om tot de top-200 toeleveranciers van ASML te behoren. Dat betekent ook dat hier een paar keer per week mensen van hen rondlopen om te overleggen en te kijken wat we doen. En eens per maand komen hun auditors over de vloer.’ Meilink is als een van de weinige geautoriseerd om verpakkingen voor de semicon te ontwerpen en moet heel precies standaarden volgen als er iets in opdracht van ASML of diens toeleveranciers wordt verpakt. Zo komt een module van een system supplier als VDL ETG in een verpakking met een ASML-sticker erop.

WAARDE BESCHERMEN

Managing director Dennis Groesbeek: 'We hebben de afgelopen tijd ook veel nagedacht over onze why: wat is ons bestaansrecht, wat doen we in welke markten?’ Foto's: Com-magz

44

juni 2022

Door al die checks brengt de semicon een verhoudingsgewijs grote management- en coördinatielast met zich mee. ‘Ik hoorde een keer iemand zeggen: “Als ASML met vijf man langs komt, staan wij met zes man klaar”’, zegt Dennis Groesbeek. Meilink zit in een belangrijke fase, benadrukt hij. ‘De semicon explodeert bij ons qua omzet. En de rest van de maakindustrie is net zo goed booming, zij het in een iets ander tempo. We moeten hier iets mee, willen we het ene segment volgen en het andere niet uit het oog verliezen. Dat is een grote uitdaging. We hebben de afgelopen tijd daarom ook veel nagedacht over onze why: wat is ons bestaansrecht, wat doen we in welke markten?’ Meilinks missie is helder: de waarde van klanten beschermen. De klant moet zijn producten – of


Illustratie: Tom van Dun

het nu kleine kisten zijn of enorme modules of machines – op tijd, onbeschadigd en op maat getransporteerd krijgen. De waarde zit niet alleen in het product dat vervoerd wordt, maar ook in het proces: als de logistiek niet soepel verloopt, kan dat een klant veel schade opleveren omdat hij bijvoorbeeld niet verder kan met zijn productie of installatie. ‘Andersom willen we ook onze eigen waarde beschermen, door te zorgen voor een goede marge op onze activiteiten.’ Een steeds hogere omzet is mooi, maar het moet wel winstgevende omzet zijn.

onderzoek: wat betekent de omzetgroei in de semicon voor het bedrijf qua ruimte, mensen (‘Verpakken van kapitaalgoederen is per definitie heel veel handwerk’), volumes, en qua financieringsbehoefte... Die analyse moet voor de zomer klaar zijn, zodat helder op papier staat hoe de groei optimaal te handlen is. Meilink is perfect gepositioneerd voor de semiconsector, benadrukt Groesbeek. ‘Het is een heel interessante business. De marge op de omzet in de semicon ligt hoger dan bij het merendeel van onze overige business. We willen heel graag mee-

‘HET IS HEEL GAAF OM ZO IN DE TOP VAN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE MEE TE MOGEN RENNEN’

PERFECT GEPOSITIONEERD Maar hoe weet je nu of die omzetprognoses voor 2025 een beetje hout snijden, komt de vraag van de deelnemers van het DGA Platform. Meilink doet continu marktanalyses, zegt Groesbeek. En zo’n klant als ASML heeft natuurlijk zijn red tables, forecasts die het bekend maakt in de supplychain. ‘Als zij roepen dat ze x procent meer machines gaan produceren, kunnen wij onze rekensommen maken. Dan weten we precies wat er uit de keten naar ons toe komt aan opdrachten.’ Momenteel is Meilink bezig met een grondig

gaan met de groei van de complete keten. Toen ik hier begon vroeg ASML nog wel eens hoe afhankelijk we van hen waren en hadden ze ideeën over hoeveel procent van de omzet maximaal uit de semicon mocht komen. Nu zeggen ze bij wijze van spreken: “Hebben jullie nog andere klanten dan?”’

TARIEVEN OMHOOG Een machinebouwer, een mkb’er, uit de zaal reageert: ‘Wij hadden ook de keuze om meer voor ASML te gaan doen. Maar dat had ongelooflijk meer druk op onze organisatie en overhead

gelegd. Het zou ertoe leiden dat onze uurtarieven gingen stijgen, waardoor we weer keuzes hadden moeten maken of we andere marktsegmenten nog wel hadden kunnen beleveren. En stel dat onze tarieven overall omhoog gingen omdat we voor de semiconsector meer kosten moesten maken: dan zouden andere klanten die sector bij wijze van spreken gaan supporten en er ongewenst aan meebetalen.’ En als die andere klanten helemaal zouden vertrekken omdat het ze te duur werd, zou dat de problemen alleen maar groter maken. Indirect levert de machinebouwer nu af en toe wat aan ASML, direct voldoet hij niet aan alle eisen en dat is het streven ook niet. Iemand anders in het gezelschap haakt erop in: ‘Wij zijn ooit van plaatwerker veranderd omdat hij heel sterk voor de semicon ging werken. De uurtarieven van hem pasten echt niet meer in onze strategie. Het was niet leuk meer.’ Weer een ander zegt afscheid genomen te hebben van zijn lasser aan wie hij lange tijd werk uitbesteedde maar die – jaren geleden al – ineens 75 euro per uur ging rekenen. ‘Dat kon ik op mijn beurt echt niet aan mijn klanten verkocht krijgen.’

BUSINESS BESCHERMEN Waarom differentieer je niet in je uurtarieven, is de suggestie van een deelnemer aan Rikken en Groesbeek. Al is dat administratief misschien wel een heel complex verhaal. Of nog rigoureuzer: koppel de opdrachten vanuit de semicon en de overige maakindustrie compleet los van elkaar. Splits het juridisch, maak er desnoods twee apar-

LEES VERDER OP PAGINA 47

juni 2022

45


We pioneer motion

’s Werelds eerste echt intelligente smeerpatroon Turn complexity into simplicity met Schaeffler Lifetime Solutions De nieuwe OPTIME C1 combineert de voordelen van de automatische smeerpatroon C1 met onze bekroonde OPTIME-technologie. De OPTIME-app vereenvoudigt het onderhoud van uw machines. Alle lagerpunten worden automatisch gesmeerd en gecontroleerd. Naast vereenvoudigde smering heeft Schaeffler Lifetime Solutions ook de juiste oplossingen en diensten voor het bewaken en monteren van uw lagers en machines. Keep your machines rolling.

www.schaeffler.nl/en/optime-c1


VERVOLG VAN PAGINA 45

te bedrijven van. Met aparte bv’s of – iets minder heftig – aparte locaties ben je ook veel beter ingedekt tegen een dip in de semicon. Bescherm je oude business. Waak ervoor dat de ene poot niet ten onder gaat als het in de andere poot weer eens slecht gaat. Een andere deelnemer: ‘Twintig jaar geleden hebben we ook een enorme dip gehad in de halfgeleiderbusiness. Het was ongekend hoeveel partijen er toen omgevallen zijn in de regio. De komende vijf jaar zit je ongetwijfeld gebeiteld, maar wat als er een keer de klad komt in die semicon…’ Nou ja, de situatie is nu wel anders dan destijds natuurlijk, reageert iemand. ‘De geopolitieke spanningen zorgen voor een enorme push om hier in Europa de volledige semiconketen op te tuigen. Er zullen ongetwijfeld vele miljarden geïnvesteerd worden, met alle omzet voor toeleveranciers van dien. Als je goed gestekkerd bent, kun je daar heel sterk op aanhaken. Wees voorlopig niet bang voor welke dip dan ook.’

IDEEËN Wat vinden jullie andere klanten uit de maakindustrie eigenlijk van deze situatie, krijgen Rikken en Groesbeek van Meilink de vraag toegeworpen. ‘Dat weet ik niet, we vragen het niet en ze zeggen er niets over. Dat we voor de semicon werken, draagt natuurlijk sterk bij aan onze geloofwaardigheid. Dan doen we kennelijk iets heel goed’, reageert Rikken. Dat kan wel zo zijn, maar andere klanten kunnen er zonder dat je het in de gaten hebt wel degelijk hun eigen ideeën over hebben. ‘Ik heb het eens bij een leverancier van ons nagevraagd’, vertelt iemand. ‘Hij liet me hun cleanroom zien. “Oké, deze hebben jullie dus voor jullie semiconwerk.

EVENWICHT ‘De groeicijfers van Meilink kun je zo één-op-één op onze situatie leggen’, klinkt het aan tafel. ‘Wij groeien net zo hard en hebben daar goede gesprekken over met ASML, ook wat wij de komende jaren zouden willen doen en nodig hebben. Bovendien hebben we voor onszelf al besloten dat we twee andere marktsegmenten eveneens gaan verstevigen, echt voor het evenwicht.’ Nog een ervaring uit de zaal: ‘Wij deden tot voor kort nauwelijks iets voor de semiconsector en gaan nu ineens naar tientallen miljoenen omzet. We zetten er speciale faciliteiten voor neer. ASML investeert niet mee, we krijgen geen commitment qua omzet, maar daar hebben we ook niet om gevraagd. Als ik kijk hoe professioneel ASML acteert, daar neem ik mijn petje voor af. Hoe we geholpen worden en wat voor stappen wij hebben kunnen nemen daardoor....’

RAZENDTROTS De deelnemers houden niet op met hun tips. Nog iets om over na te denken en keuzes op te baseren: worden de Meilink-medewerkers blij van hun werk voor ASML en consorten? Een leuke vraag. ‘Joy and pride heet dat, je kunt het met zijn allen heel zwaar hebben omdat je veeleisende klanten moet bedienen, maar tegelijkertijd ook razendtrots zijn dat je het samen voor elkaar bokst. Het is heel gaaf om zo in de top van de Nederlandse industrie mee te mogen rennen.’ Dat beaamt iedereen. Maar moet het allemaal op dezelfde werkvloer? Moet een simpele pallet door dezelfde handen gemaakt worden als de meest ingewikkelde verpakking voor de semicon... Dat gaat ongetwijfeld wringen. Vorm dan wellicht dedicated teams: één voor de semicon en aanverwante, uiterst veeleisende sectoren, en één voor de machinebouw. Waarin vakmensen met specifieke competenties zitten. Aan elk team kan een eigen prijskaartje gehangen worden. ‘Huur een pand verderop en zet de mensen met dat andere DNA daar neer. Prima als ze elkaar treffen in de kantine, maar laat ze zich voor de rest niet te veel met elkaar bemoeien.’ Probleem is wel wie met wie in welk team terechtkomt. Splitsing gaat pijn doen. ‘Ik wil ook mee met dat andere team’, kunnen medewerkers gaan zitten mokken.

SPLITSING GAAT PIJN DOEN: ‘IK WIL OOK MEE MET DAT ANDERE TEAM’, KUNNEN MEDEWERKERS GAAN ZITTEN MOKKEN.

Welk deel van jullie omzet komt eigenlijk daaruit? Hoe belangrijk is dat voor jullie? En hoe vallen wij in jullie plaatje?”, zei ik. Al die hypermoderne cleanrooms moeten wel betaald worden. Dan ga ik toch denken van: “Hé toeleverancier, voor mij heb je die cleanroomfaciliteiten echt niet nodig.”’ Misschien is het toch wel handig om het er eens expliciet met wat opdrachtgevers over te hebben. ‘Ik snap helemaal dat andere klanten kunnen gaan denken dat ze geen prioriteit meer hebben in het geweld van de semicon.’

Dga Peter Rikken: 'Dat we voor de semicon werken, draagt natuurlijk sterk bij aan onze geloofwaardigheid. Dan doen we kennelijk iets heel goed.’

GOEDE BANEN Rikken en Groesbeek denken komende maanden samen met hun Meilink-collega’s verder na hoe ze de verwachte omzetstijging in goede banen gaan leiden. Het DGA Platform steekt ze nog een hart onder de riem: de situatie is zoals die is, omarm het en denk in meerdere scenario’s. Zoek misschien juist nog meer klanten à la ASML waar je je kwaliteiten en kennis ook kwijt kunt. Het is allemaal niet makkelijk, maar op de keper beschouwd: wie wil er nu niet voor de semicon werken? ‘Ze zijn héél slim bij ASML, ze stellen scherpe vragen en dagen jullie continu uit. Dat is toch fantastisch. De Meilink-organisatie wordt met de dag beter.’

• www.meilink.eu DGA PLATFORM Binnen het DGA Platform wil Link Magazine ondernemers, veelal directeur-grootaandeelhouders, uit de maakindustrie een podium bieden voor strategische reflectie en het uitwisselen van ervaringen, ideeën en oplossingen. Link doet er verslag van – zonder deelnemers expliciet te citeren, om hun vrijmoedig te laten praten over geslaagde en minder geslaagde projecten en initiatieven. Deelnemers komen onder meer van Boon Edam, Niverplast, Sanders Machinebouw, NieuweWeme, Van Dam Machine, Tembo Group, Masévon Group, Q-Fin, Eqraft en HGG. Dit keer trad Meilink in Schijndel op als gastheer, en werd eerst ook een bedrijfsbezoek gebracht aan de cleanrooms van Innovar Cleaning Control, onderdeel van Meilink.

juni 2022

47


Cables and connectors Embedded computing Fibre optics Frequency control

IoT and Wireless Magnetics Photonics and Imaging Power

RF Semiconductors Sensors Test and Measurement

Consult. Design. Integrate. Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl

www.acalbf i.com/nl

Loods Business BV adviseert en begeleidt MKB-bedrijven en uitvoerende overheidsorganisaties om beter te presteren. Onze kracht is onze ervaring. Bij Loods Business BV werken professionals die daadwerkelijk aan het roer hebben gestaan en de compliciteit van lastige management vraagstukken kennen. Wij communiceren met alle lagen in organisaties en zijn daadkrachtig in advies en uitvoering. Onze kennis is divers: van sales tot service en van idee tot eindproduct.

L LOODS LOOD LOO O Bu Business Busines Busine Busin Busi Bus your executive management partner

lean consultancy | interim management | lean & leadership training www.loodsbusiness.nl | info@loodsbusiness.nl


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK: 52 - We Fabricate wil de Google van de fabriek worden - SOLiTHOR haalt 10 miljoen euro op voor disruptieve batterij 54 Intellistore: kubus voor opslag en orderpickingprocessen

Wouter Bruins: ‘Met één van onze machines kan een broederij 5 miljoen hennen per jaar produceren, zonder dat er 5 miljoen hanen worden gedood.’ Foto’s: In Ovo

IN OVO KAN NA INVESTERINGSRONDE DE MARKT OP MET EI-SCREENER ELLA

NOG EVEN, EN KOMEN ER ALLEEN NOG HENNETJES UIT HET EI Wereldwijd worden er jaarlijks zo’n 6,5 miljard pasgeboren haantjes geruimd. De reden: haantjes leggen nu eenmaal geen eieren en zijn dus bedrijfseconomisch niet interessant. Dat moet anders, zo vonden Wouter Bruins en Wil Stutterheim al in 2011. Nog tijdens hun studie aan de Universiteit Leiden gingen beide compagnons aan de slag. In 2013 richtten ze hun bedrijf In Ovo op en kwamen tot Ella: een machine die razendsnel eieren screent en zo tijdig het geslacht bepaalt. Een recente investeringsronde leverde 34 miljoen euro op. En zorgt ervoor dat In Ovo verder kan, onder andere met het omzetten van de volledige Zwitserse pluimveesector. DOOR JAN BROEKS

D

at er veel vraag is, is volgens Wouter Bruins een understatement: de hoeveelheid aanvragen vanuit de pluimveesector ontploft. En dat terwijl ze

daar bij In Ovo, hoe graag het Leidense bedrijf het ook zou willen, nu bij lange na niet aan kunnen voldoen. Dus wordt er met Demcon – technologiepartner en mede-investeerder van In Ovo – gewerkt aan een productiefaciliteit en wordt het eigen team flink uitgebreid. Telt dat nu zo’n der-

tig mensen, tegen het einde van dit jaar moeten dat er twee keer zoveel zijn. En dat verspreid over alle disciplines, van techneuten en engineers tot een campaigner en salesmensen. ‘Dat laatste is nieuw voor ons’, vertelt Bruins. ‘We zijn start-up af, gaan ineens onze machines verkopen.’

ZOEKTOCHT KLAAR Een bedrijf in transitie dus en In Ovo is volgens Bruins toe aan de volgende stap. ‘Onze zoektocht is klaar, we weten nu heel goed wat we willen.’ Kort gezegd is dat ervoor zorgen dat er alleen nog hennetjes uit het ei komen. Klinkt simpel, zegt Bruins, maar er is nog een lange weg te gaan. Alleen al gezien de omvang: wereldwijd worden jaarlijks nog altijd zo’n 6,5 miljard haantjes LEES VERDER OP PAGINA 50

juni 2022

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

geruimd, en alleen al in Nederland zo’n 45 miljoen. Ook de pluimveesector zelf ziet het graag anders, benadrukt Bruins. En toont daarom veel interesse in oplossingen die nagaan of er een hen of haan uit het ei komt. Dat kan bijvoorbeeld met lichttechnologie, vertelt Bruins, maar ook zoals In Ovo dat doet met Ella: een machine van zo’n 25 meter lang, met een volautomatisch proces en na ruim tien jaar onderzoek en ontwikkeling klaar voor een snelle en nauwkeurige screening van eieren bij broederijen.

EVEN PRIKKEN EN WEER DICHT Ella prikt heel snel een gaatje in een ei, neemt wat vloeistof af en maakt het ei direct erna weer dicht. Vervolgens screent de machine binnen een seconde de afgenomen vloeistof en bepaalt zo het geslacht van het toekomstige kuiken. Is het een hen, dan wordt het ei uitgebroed. Gaat het om

een haan, dan verlaat het ei voortijdig het broedproces. En dat laatste scheelt enorm, omdat er gemiddeld evenveel mannetjes als vrouwtjes uitkomen. Bruins: ‘Met één van onze machines kan een broederij 5 miljoen hennen per jaar produceren, zonder dat er 5 miljoen hanen worden gedood. Daardoor kunnen broederijen hun proces diervriendelijk en Het omzetten van bijvoorbeeld de gehele Zwitserse pluimveesector naar de technologie van In Ovo: het kan volgens mede-eigenaar Wouter Bruins voor het hele land met twee exemplaren efficiënt inrichten. De van In Ovo’s screeningsmachine Ella. eieren waar anders haantjes uit zouden komen, worden een ingrediënt voor diervoeder, bovenbroederij in Duitsland. Beide zijn exemplaren van dien kunnen broederijen meer gaan verdienen de vierde versie van de machine, die volgens omdat de eieren in het schap diervriendelijker Bruins zeker nog niet perfect is. ‘Maar dat hoeft zijn geproduceerd en dus meer waard zijn.’ ook niet. We willen nu de markt op, zoeken early adopters die de machine met ons willen finetunen.’ En dat op basis van een ‘intieme klantEARLY ADOPTERS GEZOCHT relatie’, zoals Bruins het omschrijft. De construcMomenteel zijn er twee Ella’s actief. De ene staat tie Product-as-a-Service (PaaS) helpt daarbij. De bij een Nederlandse broederij, de andere bij een

‘PAAS VRAAGT OM DE BEST MOGELIJKE MACHINE’ In Ovo haalde begin dit jaar met een investeringsronde 34 miljoen euro op. Een aanzienlijk deel daarvan betreft een financiering door ABN AMRO, dat volgens Wouter Bruins, mede-eigenaar van In Ovo, ‘veruit het beste aanbod had van alle banken die we hebben aangeschreven’. ‘Er was al snel een goede klik, ook qua duurzaamheidsdoelstellingen.’ Zo bleek ABN AMRO net van start te zijn gegaan met een eigen PaaS-desk. ‘Dat sloot perfect aan bij hoe wij onze machine in de markt wilden gaan zetten.’ Bij Product-as-a-Service (PaaS) blijft de fabrikant eigenaar van het eigen product. De producent neemt de service, het beheer en onderhoud voor eigen rekening, waardoor alles is gericht op een zo lang mogelijke levenscyclus van de machine. Bij het streven naar een circulaire economie biedt het concept dan ook een waardevol alternatief, stelt Rob van Willigen, new business manager PaaS bij ABN AMRO. ‘PaaS daagt de producent uit om de best mogelijke machine te ontwikkelen. En daar zo duurzaam mogelijk mee om te gaan, wat bijdraagt aan het hergebruik van primaire grondstoffen.’ Concept met een eigen dynamiek Los van het duurzame aspect: hoe kan een bank het PaaS-concept goed onderbouwd financieren? Bij een ‘PaaS-bedrijf’ komt de opbrengst in kleine delen binnen, terwijl de financiering vooraf moet plaatsvinden. Bovendien is de vermogensverhouding doorgaans minder goed dan bij een bedrijf dat al jaren een lineair verdienmodel heeft. Ook heeft een PaaS-bedrijf een langere balans, doordat producten die anders zouden worden verkocht nu op de balans blijven. Wellicht stond In Ovo’s Ella er in eerste instantie dan ook niet al te best op, vertelt Van Willigen. ‘Toch bleek al gauw dat de machine zich snel gaat terugverdienen, doordat hij juist

50

juni 2022

voor broederijen zo besparend is. De prognoses zijn erg goed. Waar we bij andere oplossingen uitkomen op een terugverdientijd van vijf tot acht jaar, ligt dat voor In Ovo een stuk lager. Samen met onze afdeling Asset Based Finance zijn we tot een mooie financieringsoplossing gekomen.’ Zicht op de modellen van straks Noem het een kwestie van vooruit- in plaats van terugkijken, stelt Pierre Berntsen, specialist voor de agrarische sector bij ABN AMRO en degene die Rob van Willigen: ‘PaaS daagt de Pierre Berntsen: ‘Willen we ons het eerste contact met In Ovo verzorgproducent uit om de best mogelijke voedselsysteem verduurzamen, dan de. ‘Financieren gebeurt – zeker in de machine te ontwikkelen.’ moeten we als consument allemaal landbouw – vaak voor een periode tot Foto’s: ABN AMRO wat mee betalen.’ wel twintig jaar. Dus komt het er voor ons als bank op aan te weten welke sten, waarbij volgens Van Willigen veel afhing van de trends van nu de levensvatbare modellen van straks contracten tussen In Ovo en de broederijen. ‘We hebblijken te zijn.’ Naast alle lof voor In Ovo – ‘Zij zijn hier al ben die contracten grondig gecheckt, het gaat per slot meer dan tien jaar mee bezig’ – benadrukt Berntsen dat van rekening om vermogen van spaarders. Banken buiten de duurzaamheidsaspecten ook het verdienmodel kijken traditioneel naar in het verleden behaalde resulmoet kloppen. ‘Dan is het goed te beseffen dat het ei taten, en moeten over hun modellen verantwoording in het schap straks iets duurder wordt. In ons voedselafleggen aan toezichthouders. Dat maakt het financiesysteem zijn alleen de economische kosten doorgevoerd, ren van dit soort innovaties lastig.’ de maatschappelijke kosten vind je er niet in terug. Willen Dat voor In Ovo dan toch alle seinen op groen gingen, we ons voedselsysteem verduurzamen, dan moeten we doet Berntsen en Van Willigen deugd. Berntsen: ‘We als consument allemaal wat mee betalen.’ hebben met ABN AMRO drie pijlers voor duurzaamheid bij onze klanten: klimaat, een circulaire economie en Financieren op cashflow sociale impact. In Ovo valt binnen alle drie, en dan PaaS vraagt ook van een bank een omslag in denken, is het fijn dat we het bedrijf zo breed kunnen onderstelt Berntsen: In Ovo verkoopt geen machine, maar een steunen.’ dienst. En dan meer specifiek het testen van eieren, waarbij ABN AMRO niet op assets maar juist op cashwww.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights flow financiert. En daarmee dus op toekomstige inkom-


machine blijft eigendom van de producent en de broederij betaalt voor een afgesproken termijn voor elke test. Zo wordt Ella een lifecycle product, vertelt Bruins, en dat bespaart een klant een initiële investering van miljoenen euro’s. ‘In plaats daarvan zetten we de machine laagdrempelig in. En nemen wij het beheer en onderhoud voor onze rekening.’

PROJECT VOOR HEEL ZWITSERLAND Met de huidige ontwikkelingen in binnen- en buitenland hebben ze bij In Ovo wel een beeld van waar de machines een plek kunnen krijgen.

Italië wordt er druk over gesproken. En in Zwitserland schreven de pluimveesector, retailers en dierenwelzijnsorganisaties vorig jaar samen een tender uit, om de komende vijf jaar landelijk over te stappen. In Ovo deed mee en won, zodat Bruins kan spreken van het eerste ‘dream project’. ‘We kunnen voor heel Zwitserland toe met twee machines. Dat lijkt weinig, maar heeft alles te maken met de hoge output. Bovendien gaat het om meer dan leveren alleen. De diagnostiek, de logistiek: er worden twee volledig nieuwe broederijen om onze machines heen gebouwd.’

sneller gaat.’ En dat na die start in 2011, waarin Bruins en Stutterheim vooral maar gewoon aan de slag gingen. ‘We hebben veel in de auto gezeten, op weg naar mensen uit de sector. Al die gesprekken, al die oriëntatiemomenten: het was een intensieve tijd, maar ik zou het zo weer doen. Want ook toen wisten we al dat we iets naar boven haalden. Dat er iets speelde, waar we nog altijd met z’n allen vanaf moeten. Dat gevoel van toen: het klopt.’

• www.inovo.nl

JAARLIJKS 1 MILJARD TESTEN

‘WE KUNNEN VOOR HEEL ZWITSERLAND TOE MET TWEE MACHINES’

Allereerst Duitsland, waar sinds begin dit jaar een verbod geldt op het massaal ruimen van pasgeboren haantjes. Frankrijk komt volgend jaar met zo’n verbod, en in Nederland, Spanje en

Bij In Ovo hebben ze een duidelijke stip op de horizon. Bruins: ‘Jaarlijks zijn 13 miljard testen nodig om het probleem van het massaal ruimen wereldwijd op te lossen. Daarvan willen wij er 1 miljard voor onze rekening nemen. Dat klinkt ver weg, maar is dichterbij dan je denkt. Voor de komende periode zetten we een vliegwiel in gang, dat sneller en

Bruins: ‘Voor de komende periode zetten we een vliegwiel in gang, dat sneller en sneller gaat.’

juni 2022

51


KORT WE FABRICATE: ‘WIJ WILLEN DE GOOGLE VAN DE FABRIEK WORDEN’ ‘We kunnen het beter vanaf de start meteen optimaal organiseren, dan dat we dat na tien jaar alsnog moeten doen.’ Aldus Martijn van de Ven, medeoprichter van We Fabricate, een bedrijf met vijftig mensen op de loonlijst dat vorig jaar, in het tweede jaar van het bestaan, een groei heeft meegemaakt van 500 procent. Die schaal in zo’n kort tijdbestek bereiken is natuurlijk heel bijzonder. Nog aparter is dat We Fabricate onderdeel is van holding waarin (nu al) 11 BV’s ressorteren, deels ‘maak-BV’s’, deels BV’s die een eigen product ontwikkelen en vermarkten. ‘We hebben vanaf de start gekozen voor deze cellenstructuur. Elke activiteit brengen we onder in een aparte entiteit met elk een eigen winst- en verliesrekening. Dat maakt het makkelijker om de prestaties ervan te analyseren en waar nodig bij te sturen. Maar het zorgt ook voor ondernemerschap in alle geledingen van de organisatie. In een kleine, gerichte BV is het veel duidelijker voor alle werknemers met welk doel ze zo hard met elkaar aan het werk zijn.’ Een verpersoonlijking van ruimte geven aan ondernemerschap is Arno van der Heijden, ook bij het gesprek aanwezig. Nog maar een paar weken in dienst, maar vanwege zijn brede ervaring bij Prodrive Technologies – waar hij hoofd operations en hoofd inkoop & logistiek was en zich ook met commerciële zaken en de automatisering heeft bemoeid – meteen

52

juni 2022

op het verder stroomlijnen van We Fabricate gezet. En ook in het gesprek krijgt hij de ruimte: ‘In een grote organisatie waarin tal van processen vanuit de top aangestuurd worden’, vult hij aan, ‘zijn veel procedurele detailafspraken nodig en ontstaat al snel een weinig flexibele bureaucratie, een technocratische cultuur die ver van de behoeften van klanten en medewerkers afstaat. Wij willen snel groeien (dit jaar naar eigen verwachting wederom met 500 procent, naar een omzet van 15 miljoen euro, red.), maar dan wel met een organisatiestructuur die ondernemend en flexibel blijft.’ Aan het hoofd van die maakcellen staat We Fabricate. Een assemblageBV die klanten manufacturing as a service biedt. Spuitgietactiviteiten zijn ondergebracht in Molded, de BV waarmee Van de Ven in 2020 van start ging. Voorts is er Re Volved, waarin ‘alle denkbare’ metaalbewerkingstechnologieën een plek hebben. Ook is er nog een aparte onderneming, We Solve, waarin de engineering plaatsvindt. Van de Ven: ‘Deze cellenstructuur maakt het ook makkelijker snel te groeien. We willen de komende jaren elders in Europa en wereldwijd eigen vestigingen openen die een kopie zijn van de BV’s hier in Brabant. Op die manier hebben we net een vestiging in China kunnen openen.’ Ambitieus: ‘Wij willen zo de Google van de fabriek worden. Is Google de grootste van de wereld

Foto’s: We Fabricate

in informatievoorziening, wij willen een van de grootsten worden in de maakvoorziening.’ Maar dit is nog maar de maakkant van de We Fabricate-holding. Die werkt namelijk niet alleen in opdracht van derden, maar ook voor enkele eigen BV’s – productcellen – die eigen producten ontwikkelen en naar de markt brengen. Zo wordt binnen We Heat een puur elektrische dan wel hybride warmtepomp uitontwikkeld. ‘De Tesla onder de warmtepompen’, promoot Van de Ven. ‘Concurrerende warmtepompen zijn allemaal ontwikkeld op basis van bestaande kennis van centrale-verwarmingssystemen. Wij hebben zonder die ballast het probleem op een geheel andere manier kunnen benaderen en zijn tot een revolutionaire techniek gekomen.’ ‘Er zijn inmiddels’, formuleert Van der Heijden de actuele stand van zaken, ‘een paar prototypes geproduceerd die we binnenkort naar TÜV sturen voor certificering. Vervolgens zijn er dan nog een aantal iteratieslagen nodig om de pomp efficiënter produceerbaar te maken. Daarna kan die de markt op.’ Andere product-BV’s zijn We Automate, We Charge en We Refill, een oem’er van een systeem om kunststofverpakkingen na te vullen. De eerste 35 We Refill-apparaten gaan nu naar Mexico om daar bij Walmart-supermarkten geïnstalleerd en beproefd te worden. ‘Mexico,

want dat land loopt voorop met regelgeving om het kunststofverbruik terug te dringen. Maar we zijn inmiddels ook in gesprek met Carrefour, Jumbo en Albert Heijn’, licht Van der Heijden toe. Dat al die cellen kunnen verworden tot ‘los zand’, daarvoor is Van de Ven niet bevreesd: ‘Dit bedrijf is gebaseerd op een duidelijke ondernemersvisie die we zo goed mogelijk uitdragen. En dat we slagen in onze opzet, dat we goed verticaal geïntegreerd zijn bewijst ons succes.’ Wat onderstreept wordt met de multinationale klanten die en passant genoemd worden, waaronder ook ASML en Apple. ‘Omdat we het design for manufacturing en alle maakprocessen in huis hebben kunnen we snel kwaliteit leveren. Daarmee onderscheiden we ons. We zijn een jong bedrijf, maar we komen onze afspraken na en weten zo ook grote beursgenoteerde klanten aan ons te binden.’ Van de Ven weet zich daarbij geruggesteund door kapitaalkrachtige geldschieters. ‘Negen van de tien snelgroeiende start-ups gaan kapot aan een tekort aan groeikapitaal. Ons zal dat niet overkomen.’ We Fabricate is gevestigd in Best en binnenkort ook in Duizel waar het voormalig hoofdkantoor van Royal Agio Cigars in juli in gebruik kan worden genomen. www.wefabricate.com


SPIN-OFF SOLITHOR HAALT 10 MILJOEN EURO OP VOOR DISRUPTIEVE BATTERIJ Onderzoeks- en innovatiehub imec – partner in EnergyVille, op energievlak een Europese r&d-innovatiehub van topniveau – heeft medio mei de nieuwe spin-off SOLiTHOR gelanceerd. SOLiTHOR gaat een innovatieve technologie voor lithiumvastestof-batterijen ontwikkelen, produceren en commercialiseren. De nieuwe technologie voorziet in de behoefte aan meer autonomie, betere performance, langere levensduur en hogere veiligheid. De huidige generatie batterijen worstelt met deze problemen en dat zet een rem op de verdere elektrificatie van de transportsector. SOLiTHOR haalde 10 miljoen euro seed capital op in een investeringsronde geleid door imec.xpand en ondersteund door LRM, Nuhma and FPIM. De batterijen die momenteel gebruikt worden in elektrische voertuigen werken op basis van een vloeibaar elektrolyt om ionen tussen de anode en kathode te verplaatsen. Vastestof-batterijen, waarin het vloeibare elektrolyt vervangen wordt door een vaste stof, beloven klassieke

batterijsystemen te overtreffen op het vlak van energiedichtheid, laadsnelheid, en gewicht of volume. Imec heeft afgelopen tien jaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van een disruptieve technologie voor vastestof-batterijen die tot betere prestaties leidt. Bovendien worden componenten gebruikt die het productieproces meer compatibel maakt met de assemblagelijnen voor klassieke LithiumDe basis van de SOLiTHOR-technologie is ontwikkeld door imec in de laboratoria van EnergyVille in Genk. Foto: imec ion-batterijen. ‘SOLiTHOR’s technotechnologie verhoogt de energiedenlogie is gebaseerd op doorbraken in aan Europa’s strategische positionesiteit, laadsnelheid en de veiligheid. zowel de chemie als de componenring en onafhankelijkheid in de enerten: het nanocomposietmateriaal dat Tegelijkertijd is het veel eenvoudiger giesector. ‘Het bedrijf heeft ook een als basis dient voor het vaste elektro- te produceren dan andere vastestofpositieve impact op onze economie batterijen. We zijn overtuigd van het lyt en de nieuwe nano-anode ontdoor de verwachte vestiging van enorme potentieel van deze technowikkelde, demonstreerde en patenproductieactiviteiten in Vlaanderen’, logie voor de maatschappij: het teerde imec binnen de laboratoria aldus Olivier Rousseaux, directeur reduceert onze koolstof-voetafdruk van EnergyVille’, aldus Huw Hampventuring bij imec. door verdere elektrificatie van ons son-Jones, oprichter en ceo van www.solithor.com transport.’ SOLiTHOR wil bijdragen SOLiTHOR. ‘Onze revolutionaire www.imec.be

d. tan s e nz 60. o op B0 ns 03. o ek nd zo , sta e B l3 Ha

247TAILORSTEEL.COM Op maat gesneden metalen platen, buizen en kantdelen online line Topkwaliteit voor een eerlijke prijs

24/7 online bestellen via uw assistent: Sophia®

Betrouwbare levering binnen 48 uur

Flexibele aantallen vanaf 1 stuk

Registreer snel en bespaar kosten en tijd!

WWW.247TAILORSTEEL.COM

juni 2022

53


INTELLISTORE: KUBUS VOOR OPSLAG EN ORDERPICKINGPROCESSEN

‘VERDOZING? HIERMEE BREIDEN BEDRIJVEN UIT BÍNNEN HUN MAGAZIJN’ De markt van e-commerce groeit en groeit. Dat noopt de aanbieders van al die B2Cproducten uit te breiden. Maar hoe doe je dat, in een tijd waarin bouwkosten de pan uitrijzen? En bovendien, hoe houden al die orderpickers in het warehouse de alsmaar groeiende klantvraag bij? Tijd voor een alternatief, zo vond Oscar van Buijtene, eigenaar van OBS Groep. Dus is daar nu zijn Intellistore, een systeem dat kratten, producten en rijdende robots bundelt. Het resultaat: alle processen op een veel kleiner oppervlak – en dat bovendien geautomatiseerd. ‘Dit is de tijd om het systeem uit te rollen.’

van die nieuwe dingen? Gewoon, opletten wat er in de markt gebeurt, zegt Van Buijtene. Weten wat speelt en daarop anticiperen. En dan een potlood en papier erbij pakken, eerst wat schetsen en daarna steeds concreter uittekenen. Zo ook een tijdje geleden, tijdens een vakantie. Van Buijtene toont een digitale versie van de tekening die hij toen maakte. Met daarop de installatie die nu hier, in de productiehal van OBS Groep in Zoetermeer, als testopstelling is gerealiseerd.

DOOR JAN BROEKS

A

an ideeën geen gebrek, vertelt Oscar van Buijtene. Staat het ene project nog maar net in de steigers, is hij alweer aan het broeden op iets nieuws. Al die

plannen noteert hij in een boek. ‘Maar wat daarin staat, houd ik zolang mogelijk voor me. Ik wil mijn medewerkers nu niet storen. Laten we ons eerst focussen op een nieuw product, en dat volwassen maken.’ Maar toch, hoe gaat dat bedenken

SYSTEEM VOOR FULFILMENT CENTERS Intellistore, zo heet het opslag- en orderpickingsysteem. Ontwikkeld voor de logistiek, en dan meer specifiek voor de fulfilment centers die de logistiek voor webshops verzorgen. Nog hooguit

‘FOCUS; DOE ALLEEN WAAR JE ÉCHT GOED IN BENT’ OBS Groep omvat zeven bedrijven. Bestaan OBS Techniek, 247 Watersnijden, machinebouwer OWM en CNC Verspanen al langer, later kwam daar 247 Lasersnijden bij. Onlangs startte Artomations, gericht op softwareprogrammering en -engineering, en nu volgt dus ook Intellistore. OBS Groep groeit flink: in 2020 was de omzet 7,5 miljoen euro, vorig jaar 16 miljoen euro. Voor 2022 gaat eigenaar Oscar van Buijtene uit van 25 miljoen euro. ‘Dat bedrag hebben we tussentijds naar boven bij moeten stellen. Het gaat binnen onze groep met elk bedrijf even hard.’ Neem bijvoorbeeld 247 Lasersnijden, dat in 2020 in Pijnacker met onder andere een 24/7 webportal startte met een volledig digitale fabriek. Had het bedrijf vorig jaar drie kantbanken en twee lasersnijders, nu zijn dat er respectievelijk vier en drie. Een vierde lasersnijder en twee extra kantbanken zijn in bestelling.

Vallen en opstaan Wie het zo leest, zou denken dat de ontwikkeling van OBS Groep er een is van louter succes. Het tegendeel is waar, aldus Van Buijtene. Zijn ondernemersverhaal is er eerder een van vallen en opstaan, waarbij hij veel, heel veel zelf heeft moeten leren. ‘Ik heb het ondernemen niet van huis uit meegekregen. Mijn vader was brandweerman, mijn moeder werkte in de zorg. Via een eerste bijbaantje ben ik naar de slagersvakschool gegaan, waarna ik cateraar wilde worden en zo in een strandtent kwam te werken. Daar kwam ik in contact met een duikinstructeur, die ik mee ben gaan helpen.

54

juni 2022

Krap een jaar later werd ik zelfstandig duikinstructeur. Prachtig om te doen, maar fysiek ook zwaar. Dus ben ik bij een loonbedrijf aan de slag gegaan en later als zelfstandige het constructiewerk ingerold.’

Lostrekken van bedrijven OBS Constructie was het bedrijf waarmee Van Buijtene een paar jaar aan de weg timmerde. Totdat het rond 2013 slecht ging in de offshore en tuinbouw, exact de twee sectoren waarop hij zich vooral richtte. ‘Ik kwam tot het besef dat we met het constructiebedrijf te veel allround waren. Dat we er in de afgelopen jaren te veel zaken bij waren gaan doen, wat ons juist zo kwetsbaar had gemaakt. Ik zag in dat ik activiteiten los van elkaar moest zetten, ze minder met elkaar moest verweven en ze zo onafhankelijker moest positioneren.’ Wat volgde was een reorganisatieplan – ‘Geschreven in één weekend’ – voor meerdere, losse bedrijven. Dat werkte, al kon de groei van de nieuwe onderdelen een faillissement van OBS Constructie uiteindelijk niet voorkomen. ‘Pijnlijk, maar ook leerzaam. Ik heb geleerd hoe belangrijk het is te focussen, hoezeer je ervoor moet waken binnen hetzelfde bedrijf niet te veel van alles te doen. Doe alleen dat waar je echt goed in bent.’

‘Claim alle url’s’ De focus op specialismen omschrijft Van Buijtene als zijn redding. En wat ook heeft meegespeeld: de kracht van online. ‘Ik heb in 2017 mijn verspaningsfabriek verkocht aan mijn personeel. Dat wilde de naam CNC Verspanen

niet hebben, dus heb ik de url cncverspanen.nl behouden en ben ik onder dezelfde naam een handelsonderneming begonnen. Dat heeft goed uitgepakt: de klant bestelt online en wij zetten de opdracht uit bij de juiste toeleverancier. Nu is onze omzet met vier man personeel vijf keer zo hoog als destijds toen we met z’n negenen waren.’ En of alle klanten nou alleen via die ene url bij CNC Verspanen uitkomen? ‘Dat lijkt me niet’, zo klinkt het, gevolgd door een veelzeggende glimlach. ‘Mocht je het als ondernemer nog niet hebben gedaan: claim alle voor jou relevante url’s, dus ook die van concurrerende sites die je later in de weg kunnen zitten.’

Durven delen en geven Misschien was Van Buijtene de afgelopen jaren soms wat te naïef, zo zegt hij, en was hij op sommige momenten te goed van vertrouwen, al ziet hij samenwerken toch ook als de sleutel van succesvol ondernemen. ‘Durven delen en geven is cruciaal. Bovendien, welk ondernemersverhaal kent enkel en alleen een stijgende lijn? Juist die mindere tijden hebben de groep gebracht tot waar we nu staan.’ Samengevat komt dat neer op in totaal ruim 125 teamleden – inclusief zzp’ers en flexwerkers –, 1.700 jaarlijkse opdrachtgevers wereldwijd en projecten in momenteel 26 landen. Ja, het gaat de groep voor de wind, stelt Van Buijtene, om dat dan zelf meteen te relativeren. ‘Te makkelijk is ook maar vervelend. Er zijn nog wel wat dingen te doen. En mogen die dan toch tegenvallen? Ach, hoe zwaarder het wordt, hoe beter ik daar blijkbaar mee omga.’


Oscar van Buijtene bij Intellistore, zoals het nieuwe opslag- en orderpickingsysteem van de OBS Groep heet. Vooraan het werkstation, waarin de kratten één voor één langskomen en waarop de operator via een scherm kan zien welke en hoeveel producten hij moet hebben. ‘Het systeem brengt met automatisering ook de foutmarge omlaag.’ Foto: Sam Rentmeester

een maand of twee, dan gaat de installatie vanuit hier naar het nabijgelegen Bleiswijk. Daar krijgt het systeem z’n plek in het distributiecentrum van de Houweling Group, dat gespecialiseerd in persoonlijke beschermingsmiddelen. Daarmee staat de eerste Intellistore daadwerkelijk in het veld. Van Buijtene kijkt ernaar uit. ‘We zijn hiermee voor de handling in magazijnen écht op de goede weg.’ Kort gezegd bundelt en buffert de Intellistore de processen die mensen in een magazijn uitvoeren. Het systeem brengt de kratten, die anders in stellingen zouden staan, samen in een compact blok, met daarin de kratten in twintig lagen. Bovenop bevindt zich een netwerk aan rails, waarover meerdere autonome voertuigen rijden. Elk van die robots kan voor- en zijwaarts rijden en daarmee elk krat – met daarin één of meerdere typen producten – naar boven halen. Zijn de kratten verzameld in de ‘bufferrobot’, dan brengt de pickerrobot de juiste krat naar de liften, waarna de kratten beneden uitkomen bij een werkstation. Eenmaal in dat station, toont een scherm de operator welke en hoeveel producten hij uit de krat moet halen. Waarna de krat weer naar boven gaat, en daar beveiligd en stofvrij wordt opgeslagen door het systeem.

DRIE, VIER KEER ZOVEEL PICKS De installatie hier in Zoetermeer omvat 1.008 kratten. Maar dat is de basisuitvoering, zo be-nadrukt Van Buijtene: het systeem heeft een modulaire opzet, voor zowel het aantal kratten als werkstations. Dat is vergelijkbaar met soort-

gelijke logistieke oplossingen, al starten die volgens Van Buijtene in de basis met 5.000 kratten. ‘Dat maakt de Intellistore ook geschikt voor kleinere ruimtes, en toegankelijker voor ondernemingen die starten met een geautomatiseerd warehousing systeem. Logistiek wordt zo voor

listore de mechanica voor zijn rekening neemt, terwijl het onlangs opgerichte Artomations dat doet voor de plc-besturing. Voor de besturing van het warehouse control system werkt Van Buijtene samen met automatiseerder Ortec, dat betrokken blijft bij de doorontwikkeling van

‘HET FAILLISSEMENT WAS PIJNLIJK, MAAR OOK LEERZAAM. IK HEB GELEERD HOE BELANGRIJK HET IS TE FOCUSSEN’

meer bedrijven bereikbaar.’ Ten opzichte van warehousing met stellingen en orderpicking moet het systeem zo’n 75 procent aan ruimte besparen. ‘Het gaat vaak over de verdozing, met al die grote warehouses langs de snelweg. Met de Intellistore kunnen bedrijven uitbreiden binnen hun warehouses. Daarnaast zorgt het systeem voor drie, vier keer zoveel picks dan een orderpicker normaal per uur doet, en verlaagt automatisering ook de foutmarge. ‘

het systeem. ‘We blijven binnen de groep zelf onze techniek bouwen, waardoor het product in zo kort mogelijke tijd volwassen wordt.’ Gaat het met Intellistore voor nu om een eerste klant in Nederland: als het aan Van Buijtene ligt komen er in de nabije toekomst ook installaties in andere Europese landen. ‘Dit is de tijd om het uit te rollen. De wereld van nu stelt logistieke bedrijven voor enorme uitdagingen. En daarvoor bieden wij met de Intellistore een goede oplossing.’

VOORTDUREND RE-ENGINEEREN Intellistore wordt een aparte BV binnen OBS Groep, dat inmiddels zes andere bedrijven omvat (zie kader). Eén daarvan is OWM, dat voor Intel-

• www.intellistore.nl • www.obsgroep.nl juni 2022

55


EERSTE LINK MAGAZINE ANNUAL GOLF TOURNAMENT

‘ALS MIJN BAL NÉT NIET WAS DOORGEROLD HADDEN WIJ ’M GEHAD’ ‘Hij heeft ons een birdie bezorgd!’ Jason Kant (LM Systems) roept het meteen als de journalist van Link zich bij zijn flight voegt. ‘Hij’ blijkt Henry Over (Q-Sys). Die heeft enige holes eerder op de golfbaan in Best een put gemaakt over een afstand van 14 meter. Dat is voor elk mens een mooie prestatie, maar voor Over, die het moet stellen met de hoogst mogelijke handicap (hcp 54), is het werkelijk fenomenaal. ‘Beginnersgeluk’ is dan de voor de hand liggende conclusie maar, legt Jan Rook (AGAR) uit: ‘Zonder techniek sla je niets. Als je net begint, verwacht echter niemand wat van je. Dan ben je het meest ontspannen en dat is wel een heel belangrijke factor.’ Maar een top-flight is dit niet, wordt wat later duidelijk als het grootste deel van zestien andere flights al aan het bier in de zon op het terras zit. Dat heeft zijn reden, legt de marshall van Best Golf uit: ‘Hoe meer slagen je nodig hebt, hoe langer het duurt. Maar, ze hebben ook veel plezier. Dat haalt het tempo er ook uit.’

56

juni 2022

De spelers die hij vanaf een afstandje in de peiling houdt, zijn de deelnemers aan het eerste Link Magazine Annual Golf Tournament dat begin juni is gehouden in Best. 68 Man (en een enkele vrouw, Femke van der Horst, Balans Group, hcp 24) verdeeld over 17 flights van vier personen nemen in een uurtje of vier à vijf de achttien holes. Als we Edward Voncken (KMWE, 36) treffen, staat hij met zijn gezelschap in de bosjes, in golftermen de rough. ‘We zijn tot nog toe vooral op zoek geweest naar onze ballen’, vertelt hij met een grijns op het bezwete gezicht. Maar omdat je bij het golf bij het kwijtraken van je eigen bal nu eenmaal altijd die van een ander vindt, zit niemand zonder en kan er dus geslagen worden. De groepjes, zo maakt Edwin Leenders (VDL ETG, hcp 40) desgevraagd duidelijk, zijn niet at random samengesteld. Zelf is hij inkoper, de andere drie zijn (potentiële) toeleveranciers. Maar over zaken gaat het tijdens het spelen niet veel. ‘Dat komt straks wel.’ Tijdens de borrel en het diner na afloop die volop worden benut om te netwerken.


Enthousiast worden werkervaringen, businesskaartjes of – als die vergeten zijn – 06-nummers uitgewisseld. ‘Volgende week bel ik je.’ In een competitieve wereld als de industrie kan het wedstrijdelement niet ontbreken, dus benut Link-uitgever Mireille van Ginkel het diner ook om de winnaars uit te roepen. In flink wat categorieën. De leary hole 14 (de beste score op die hole na de afslag) is voor flight 5 met Pieter de Ruijter (Link, 9,5), Bas Post (Sonneveld Group, +1,5!), Dennis Hardenbol (Back9Golf, 7,3) en Wouter Kothuis (ABS, 25,7). ‘Als mijn bal nét niet over heuveltje was doorgerold hadden wij ’m gehad’, kan Ron Willems (Sioux, 23) kan niet nalaten op te merken. De wedstrijd is gewonnen door flight 4, met John van Ginkel (Link, 22), Frank Mulder (AAE, 23), Ronald van Weelderen (Gejoma, 54) en Gerlof van der Haak (Lely, 36,1), een overwinning die door de vier met woest gejuich wordt ontvangen. Het Link Magazine Annual Golf Tournament 2022 op 2 juni op de baan van Best Golf is mede mogelijk gemaakt door Fellowmind, LM Systems en SMC. De deelnemers kijken al uit naar de volgende editie (op 1 juni 2023) van het toernooi, zo valt aan het eind van de avond aan alle tafels horen: ‘Ik heb écht een fantastische dag gehad!’ Kijk voor een nadere uitleg van het golfspel op www.bestgolf.nl of www.golf.nl Foto: Vincent Knoops. Op www.linkmagazine.nl staan nog meer foto’s.

juni 2022

57


PROCESVERBETERING

KANTROBOTCELLEN LVD HELPEN DE CROMVOIRTSE BIJ VERDERE GROEI MET EVENVEEL MENSEN

ZO KOMT ROBOT OOK BIJ KLEINSTE SERIE TOT Z’N RECHT Ze hadden bij metaalbewerkingsbedrijf De Cromvoirtse in Oisterwijk heus al wel gedacht aan de inzet van robots bij het kantproces. Maar goed, die programmeertijden: met de vele uiteenlopende, kleine series waren die veel te lang. Hoe anders wordt het naar verwachting dan nu, met twee LVD-kantrobotcellen erbij. Dit vooral door de software van LVD, die de programmeertijd van de robots van uren terugbrengt tot minuten.

Dyna-Cell en Ulti-Form, zo heten de twee robotcellen die hier naast elkaar staan opgesteld. Beide installaties omvatten een kantpers en een robot, en zijn door machineproducent LVD ontwikkeld om het kantproces bij een bedrijf sneller dan ooit te laten verlopen. Het blijkt nog net iets te vroeg om de Ulti-Form – bedoeld voor stukken tot 25 kilogram met een omvang van 120 bij 80 centimeter – in actie te zien. Maar z’n kleine broertje Dyna-Cell is operationeel sinds februari, en die in gang zetten kan wel. Dus pakt even later de robotarm van de unit een klein metalen plaatje van een stapel, om dat naar de kantbank te brengen en daar telkens te positioneren voor de juiste bewerking. Van den Hurk en Verschuuren kijken tevreden naar het proces. En met hen ook Mathijs Wijn, salesmanager van LVD. ‘Klanten moeten hun robots nog steeds veel teachen, wat tijd kost. Maar met deze robot zijn we verder, wat alles te maken heeft met onze software. Die zorgt ervoor dat de robot telkens in korte tijd doet wat-ie moet doen.’

Ronnie van den Hurk (links) en Janwillem Verschuuren (midden) van De Cromvoirtse met Mathijs Wijn van LVD bij de Ulti-Form. Tijdens het interview werd de laatste hand gelegd aan de unit. Foto: Angeline Swinkels

DOOR JAN BROEKS

G

oed, uiteindelijk staat kwaliteit voorop, stelt Janwillem Verschuuren. Maar dan die efficiency: die komt er hier bij De Cromvoirtse vlak achteraan. Het bedrijf ging naar eigen zeggen als eerste Nederlandse metaalbewerker aan de slag met een online klantportal, voert digitalisering door waar het kan en is, zoals mededirecteur Verschuuren het omschrijft, ‘niet bang om te investeren in innovatie’. Snelheid is nu eenmaal een groot goed bij het bedrijf, dat vanuit de vestigingen in het Brabantse Oisterwijk en het Limburgse Nuth series met

58

juni 2022

kleine aantallen levert. Hier geen repeterende orders, maar in plaats daarvan producten van uiteenlopende metalen in allerlei formaten en bewerkingen. Het is aan De Cromvoirtse om te staan voor de beschikbaarheid van op maat gemaakte materialen, stelt Verschuurens compagnon Ronnie van den Hurk. ‘Dus zetten we daar op in, zodat onze klanten zich zo goed mogelijk kunnen richten op de ontwikkeling van hun machines.’

TEACHEN IS GEWEEST Hoe die drang naar efficiency uitpakt, blijkt bij een bezoek aan de productievloer in Oisterwijk.

KANTEN IN TWINTIG MINUTEN

Het is volgens Van den Hurk dan ook vooral het onzichtbare deel dat De Cromvoirtse deed besluiten tot de investering in de twee LVD-units. ‘Dankzij de software gaat de programmeertijd terug tot tien minuten, waarna het instellen van de robotcel nog tien minuten kost. Daardoor zijn we telkens na zo’n twintig minuten aan het kanten. Met onze diverse, kleine series vanaf twintig stuks scheelt dat enorm.’ Bovendien, zo benadrukt Van den Hurk, gelden die tijden alleen voor de Ulti-Form. ‘Met de Dyna-Cell zijn we nóg sneller. En dat na een zoektocht waarbij we al langer de mogelijkheden van robots bij het kanten hebben onderzocht. Tot voor kort gingen we telkens uit van zo’n twee tot


drie uur aan programmeertijd, gebaseerd op ervaringen van andere bedrijven. Maar dat zijn dan vooral oem’ers, die grotere series en repeterend werk hebben. Voor hen is zo’n lange programmeertijd minder relevant – maar voor ons wel.’

CONTROLEREN EN CORRIGEREN Er zijn volgens Verschuuren nog heel wat bedrijven waar de medewerker bij de bank het bewerkingsprogramma maakt. ‘Wij hebben echter al vanaf onze eerste kantbank gekozen voor buiten de productievloer programmeren, zelfs voor het simpelste hoeklijntje. Daardoor kunnen we onze

hadden hier eind mei onze open dag, waarbij opviel met hoeveel enthousiasme onze mensen over hun werk spraken. Ik verwacht dat deze twee robotcellen daar verder aan bijdragen: onze medewerkers worden operators, waarbij er meer van hen wordt verwacht. Het werk wordt uitdagender. Bovendien helpt verdere automatisering ons om met hetzelfde aantal mensen toch te groeien. Dat is in deze tijd van personeelstekort een absolute pre.’ Tijdens diezelfde open dag zag Wijn dat de Dyna-Cell nagenoeg foutloos draaide. ‘Zie je die groene lamp?’, zo vraagt hij, wijzend naar de bovenkant van het hek om de unit. ‘Staat die op groen, dan weet de operator dat het proces optimaal verloopt. En dat de software als het ware groen licht heeft gegeven voor het kanten.’

‘ONZE SERIE IS VANAF HET EERSTE PRODUCT GOED’

kantbanken vooral slagen laten maken en richten onze mensen zich hoofdzakelijk op controleren en corrigeren.’ Gesproken over die medewerkers, hoe valt deze verdere automatisering bij hen? ‘Ze vinden het maar wat interessant’, vertelt Van den Hurk. ‘We

Expertise – Passion – Automation

FIRST TIME RIGHT

Met de Dyna-Cell krijgt De Cromvoirtse zo’n 40 procent van het assortiment afgedekt, terwijl dit met de grote Ulti-Form neerkomt op ongeveer 70 procent. ‘In totaal hebben we nu zeven kantbanken’, vertelt Van den Hurk, ‘waarmee we voor nu een goede mix hebben.’ Op voorwaarde dat de Ulti-Form voldoende capaciteit kan draaien, gaan Van den Hurk en Verschuuren voor die unit uit

van een terugverdientijd van drie tot vier jaar. Die van de kleinere Dyna-Cell wordt – gezien de lagere investering – waarschijnlijk een stuk korter. ‘Met de software van LVD kunnen we uitgaan van first time right’, vertelt Verschuuren. ‘Dat maakt deze software onderscheidend, onze serie is vanaf het eerste product goed. Waardoor de klant niets op voorraad hoeft te maken en wegblijft van halffabricaten of dure opslag.’

SOFTWARE GEEFT ZEKERHEID Het komt erop neer, stelt Van den Hurk, dat met machines zoals die van LVD de keten steeds sterker wordt. ‘En daarvan profiteert iedereen. We kunnen inmiddels vanuit een 3D-file direct een robot- en kantprogramma maken. CAD-apparatuur wordt steeds beter, versterkt daarmee de communicatie in de keten en verlaagt ook het risico op fouten. En geeft de software aan dat iets gemaakt kan worden, dan weten we nu: het kan ook echt.’ Die zekerheid komt volgens Wijn niet zozeer tot stand door als LVD alleen maar te leveren. ‘Een project als dit is het resultaat van een goede samenwerking. Engineers van De Cromvoirtse schakelen rechtstreeks met die van ons. Van een project zoals hier in Oisterwijk leren wij net zo goed. Die feedback is erg waardevol en helpt ons bij de inzet van nieuwe LVD-machines.’

• www.decromvoirtse.nl • www.lvdgroup.com

Uw kennispartner in persluchtkwaliteit Bent u actief in de voedingssector? Kent u de kwaliteit van uw perslucht? Zuivere perslucht is essentieel om de voedselveiligheid van uw producten voor de consument te garanderen. In pneumatische toepassingen is het filtreren en regelen van perslucht noodzakelijk om optimale én veilige resultaten te bereiken. Perslucht die onvoldoende is gezuiverd van vuildeeltjes beschadigt machines en systemen en tast de productkwaliteit aan. SMC is ook uw kennispartner als het gaat om persluchtkwaliteit. Wij kunnen een risicoanalyse of kwaliteitsmeting van uw persluchtinstallatie uitvoeren conform ISO8573-1:2010. Wilt u meer weten? Scan de QR-code.

www.smc.nl

juni 2022

59


PROCESOPTIMALISATIE

NEVAT-DEBAT: LAAG PERCENTAGE ‘TOUCH TIME’ INDICATOR VOOR FLINKE ONDERBENUTTING MACHINECAPACITEIT

PROCESSEN INRICHTEN ALS ESTAFETTES VERGT DIGITALISERING De machines in productiebedrijven zijn vaak veel sneller dan de rest van de bedrijfsprocessen. Om de capaciteit van de equipment beter te benutten moet de planning van alle activiteiten veel beter. Dat kan, maar dat vergt een digitaliseringsslag. Om mkb-toeleveranciers die te laten slaan, is onderwijs nodig. Aldus in het kort de conclusie die getrokken kon worden uit het virtuele debat ‘Touch Time: Toegevoegde waarde verhogen binnen je productieproces’ van NEVAT eind mei.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

U

it onderzoek van brancheorganisatie NEVAT onder haar leden blijkt dat de touch time slechts 2,6 procent is. Dit wil dus zeggen dat de equipment van deze toeleveranciers in de machine- en apparatenbouw voor slechts dat percentage van de volledige doorlooptijd daadwerkelijk werkt aan een product en de waarde ervan vermeerdert. ‘Dat wil natuurlijk niet zeggen’, verduidelijkt Edwin Dekker, NEVAT-programmamanager en een van de panelleden, ‘dat het productieproces voor 97,4 procent stilstaat. Want er is veelal ook handmatig werk nodig dat niet in die touch time is meegenomen. Maar het is wel een goede indicator voor de mate waarin je de machinecapaciteit benut en je je processen efficiënt en effectief hebt ingericht. Het geeft zicht op de hoeveelheid wachttijd in je processen en de kostbare tussenvoorraden die dat met zich meebrengt. En het maakt ook duidelijk dat er meer geautomatiseerd moet worden, omdat de data daaruit dan een completer beeld kunnen geven van de kwaliteit van je processen.’

VEEL OVERCAPACITEIT Deze uitkomsten stonden centraal in de digitale sessie die NEVAT eind mei organiseerde vanuit het gebouw van ERP-leverancier ECI Software Solutions in Leusden. Panellid en Trumpf Nederland-directeur Menko Eisma van metaalmachinefabrikant Trumpf concludeert uit het touch time-percentage dat er onder de NEVAT-leden sprake is van een flinke overcapaciteit aan machines, oftewel onderbenutting ervan. ‘De machine is vaak vele malen sneller dan dat de rest van het

60

juni 2022

Foto: NEVAT

bedrijf aankan. Het percentage kan alleen stijgen als de capaciteit van rest van de bedrijfsprocessen omhoog gaat. Dat kan alleen door verdere automatisering.’ Het valt Edwin Dekker op dat 60 procent van de 140 deelnemers aan de meeting geen idee had van de mate waarin zij hun machinecapaciteit benutten. ‘Heel veel bedrijven zijn niet bezig met het verzamelen van dit soort informatie om op basis daarvan de onderneming aan te sturen. Ze laten zich leiden door de waan van de dag.’

BETER PLANNEN VERGT DIGITALISERING De boodschap aan de leden is dan ook: automatiseer en digitaliseer want zo genereer je data uit je processen waarmee die beter te monitoren en te sturen zijn. De sessie wordt dan ook niet toevallig vanuit het ECI-pand georganiseerd. Want het koppelen van ERP aan de OT op de werkvloer zorgt voor nog veel meer zicht op waar de verspillingen zitten in de interne processen en hoe die processen het meest optimaal gepland kunnen worden, aldus commercieel directeur Jasper de Vreugt van ECI. ‘Processen moeten als estafettes worden ingericht waarin na de ene productiestap de volgende meteen van start gaat. Dat scheelt dure tussenvoorraden. Die optimalisatie vergt ook ketenintegratie. Want als je lean wilt werken, kan dat alleen met een goede on demand-planning. Als je weet wat de output van de fabriek moet zijn, kun je dat terugrekenen naar de werkvloer.’ Die planning vraagt digitalisering, met inzet van ERP. ‘Met de data die deze digitalisering oplevert, kun je tussenvoorraden en

andere verspilling verlagen en de doorlooptijden verkorten.’ Eisma: ‘Er is echt potentieel om te verbeteren. Maar daar is wel onderwijs bij nodig. Digitalisering kan niet zonder de benodigde kennis om de nieuwe softwarepakketten goed te kunnen benutten.’

MASTERCLASS Onder andere om het besef te vergroten van het belang van automatisering en digitalisering, is NEVAT recent de samenwerking aangegaan met Saxion Hogeschool, ook in het debat aanwezig in de persoon van hoofddocent Technische Bedrijfskunde Koos Slagter. Saxion biedt de masterclass Technology Roadmapping. De eerste editie heeft reeds plaatsgevonden, na de zomer volgen er nog twee. De masterclass maakt onderdeel uit van het programma van het expertisecentrum voor de metaalverwerkende industrie dat NEVAT en Saxion eind vorig jaar hebben opgericht. Een initiatief afkomstig van bedrijven uit de sector: ze zien uitdagingen die het individueel belang overstijgen. Het centrum ontwikkelt pragmatische activiteiten, waarmee bedrijven én de sector een sterkere concurrentiepositie krijgen. Wie belangstelling heeft voor de masterclass Technology Roadmapping kan zich melden bij Edwin Dekker van NEVAT (edwin.dekker@fme.nl).

• www.nevat.nl • www.saxion.nl


MARCEL Marcel van Oirschot is adviseur bij Hunt & Hackett in Den Haag, experts in cybersecurity. Foto: Erik van der Burgt

www.huntandhackett.com

DIRECTIE, LOOP NIET WEG VOOR UW IT-VERANTWOORDELIJKHEID De coronatijd heeft onder meer duidelijk gemaakt dat ‘het bedrijfsleven’ tegenwoordig bestaat uit een wirwar van aan elkaar gekoppelde ondernemingen en samenwerkingsverbanden. Er is geen bedrijf meer dat van het begin tot het einde alles zelf doet; samenwerken in diverse ketens is de norm. Dit heeft de industrie natuurlijk heel veel voordelen geboden, maar op het digitale front worden de risico’s vaak pijnlijk zichtbaar. Digitalisering heeft de afgelopen decennia een vogelvlucht genomen. Waar in het begin van de jaren negentig email nog nauwelijks gebruikt werd, bestoken we elkaar er nu de hele dag mee. De structureel toegenomen digitalisering heeft er ondertussen voor gezorgd dat we hiervan voor 100 procent afhankelijk van zijn. Zonder, of met een verstoorde, digitale infrastructuur kan een bedrijf niet meer functioneren. Er is geen contact met klanten en toeleveranciers, geen productie, geen orderverwerking en zelf geen interne communicatie. Onze afhankelijkheid is zo groot geworden dat er ook geen plan B meer beschikbaar is. Orders doorgeven via de telefoon, terug naar de typemachine? Totaal kansloos gezien de volumes en snelheid die tegenwoordig gevraagd worden. Arbeidskrachten zijn een steeds schaarser goed geworden. Maar voor IT’ers geldt dat in nog veel sterkere mate. Deels komt dat doordat ze vaak behoorlijk ondergewaardeerd worden. Dat is ook hun eigen schuld: ze praten in doorsnee

Digital Innovation Park Ontdek interessante automatiseringstrends en de nieuwste innovaties voor Industrie 4.0 en het IIoT met nieuws, webinars, white papers en meer.

in een taal die weinig mensen begrijpen. Maar gezien de digitale afhankelijkheid zouden ze meer aandacht verdienen. En dan heb ik het hier niet over de hippe designers van allerlei apps. Nee, ik wil hier een lans breken voor de mensen die de digitale infrastructuur van een bedrijf overeind moeten houden. Weet u dat er op veel plaatsen nog Windows 2003 in de lucht is? Na een acquisitie moeten zij veel extra werk verrichten om twee IT-omgevingen goed te integreren. Het zijn ook deze IT’ers die hun uiterste best moeten doen om alle applicaties die hun bedrijf gebruikt – vaak meer dan 500 – up-to-date beveiligd te houden tegen cybercriminelen. Zij zijn het die iedere dag worden bestookt met digitale aanvalsgolven. Parallel daaraan moeten zij dertig jaar historie migreren en transformeren. In het geval van een datalek of cyberincident staan zij in de frontlinie en kijkt iedereen naar hen. Hoe heeft het zo kunnen gebeuren? Wat is er eigenlijk gebeurd? Hoe snel kunnen we weer opstarten?! De algehele bedrijfsvoering en risicoacceptatie zijn en blijven primair een verantwoordelijkheid van een directieteam of raad van bestuur, ook in geval van een cyberincident. Dit kan en mag niet bij de hardwerkende IT’ers worden belegd. Ga met ze in gesprek en probeer elkaar te begrijpen.

ERVAAR MEER

www.turck.nl/dip

juni 2022

61


Leo Meijer (links) en Ludo Vandenberk: ‘Het is een interessante fase om van een klein naar een middelgroot bedrijf te groeien.’ Foto’s: Mohanad Ataya

BEDRIJFSPROFIEL

DIRECTIELEDEN-MEDEAANDEELHOUDERS LEO MEIJER EN LUDO VANDENBERK OVER ONSTUITBARE OPMARS VAN TRYMAX

‘VROEGER DEDEN WE ALLES WAT DE KLANT WILDE, NU STANDAARDISEREN WE STERK’

62

juni 2022


DOOR LUCY HOLL

Tijdens de Grand Opening van de nieuwe locatie van Trymax Semiconductor Equipment sprak ASML-manager Service Lab Jan Pieter Kuijten mooie woorden over de samenwerking. Burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen hield een toespraak en benadrukte blij te zijn dat het bedrijf besloten heeft in Nijmegen te blijven. Trymax, producent van machines voor de semiconductorindustrie, maakt een ware groeispurt door. De markt groeit ongekend en dat vraagt veel aanpassingsvermogen. Ceo Leo Meijer: ‘De stagnaties in de supplychain vormen de grootste bottleneck. Het belangrijkste is dat we geleverd krijgen. Door intern slim te plannen, kunnen wij vervolgens passende oplossingen vinden voor de continuïteit van onze productie.

T

rymax ontwikkelde en produceerde tot voor kort in een pand in de buurt van de Nijmeegse Novio Tech Campus, waar bijvoorbeeld ook bedrijven als NXP, Ampleon en Nexperia en het Chip Integration Technology Center gehuisvest zijn. Door ruimtegebrek en de hoge toekomstverwachtingen verhuisde de onderneming naar een gebouw hemelsbreed zo’n 5 kilometer verderop, waar de productieruimte, de cleanroom en de researchruimte meer dan verdubbeld zijn in oppervlakte. Op een beeldscherm in de blinkende ontvangsthal is te zien waar Trymax vertegenwoordigd is in de wereld. Nijmegen vormt de thuisbasis. In China en Italië heeft de onderneming een eigen kantoor voor sales en service. In andere Aziatische landen en de Verenigde Staten werkt het vooral met agenten.

• ‘In landen als Japan en Taiwan zit nog een hoop groeipotentie.’ • ‘We bieden een slim proces, inclusief de juiste support.’ • ‘Copy exact is vooral in de automotivesector een harde eis.’ • ‘We willen klanten overtuigen met onze kwaliteit, stabiliteit en flexibiliteit.’ • ‘De grootste uitdaging is of we alles kunnen produceren en op tijd kunnen leveren.’

Klanten willen erop kunnen vertrouwen dat alles goed op de rit staat en komen regelmatig voor audits naar Nijmegen. Meijer: ‘Ze willen de zekerheid dat we de machines altijd exact op dezelfde manier bouwen, dat alles in het productieproces traceerbaar is en dat we klachten op de juiste manier afhandelen. Copy exact is vooral in de automotivesector een harde eis. We willen ons kwaliteitsdenken naar een nog hoger niveau tillen. We starten met interne audits, de besluitvormingslijnen moeten nog beter vastgelegd worden.’

CONFIDENTIEEL EN OPEN COMPLETE PROCES Het bedrijf ontwikkelde de laatste tien jaar een uitgebreid productportfolio voor de halfgeleiderindustrie, de eigen NEO-lijn. Het gaat om op plasmatechnologie gebaseerde machines voor onder meer het verwijderen van lichtgevoelige lakken, het etsen van uiteenlopende materialen en oppervlaktebehandelingen. In 2021 produceerde Trymax ruim 75 systemen en voor dit jaar zal het zeker om meer dan 100 machines gaan. Ludo Vandenberk, executive vice president: ‘Al onze klanten zijn gigantisch aan het uitbreiden. Overal in de wereld zit groei. We zijn nu nog vooral in Europa en China actief, omdat alleen hier al een zeer grote vraag vandaan komt. In de VS valt nog veel te ontginnen en in landen als Japan en Taiwan zit nog een hoop groeipotentie.’ Het is niet alleen de technologie van de machine die klanten als vliegen op de stroop op het Nijmeegse bedrijf doet afkomen. Het gaat om het complete proces dat Trymax levert, aldus Vandenberk. ‘We bieden een slim proces, inclusief de juiste support. We denken continu mee met de klanten, en zoeken naar nog betere oplossingen.’ Trymax signaleerde bijvoorbeeld dat bepaalde lagen toch lastig te verwijderen waren. Twee jaar geleden introduceerde het daarvoor de Trymax UV Curing-technologie. Meijer: ‘De UV Curing-machines maken lagen als het ware robuuster, zodat ze daarna makkelijker te behandelen zijn.’ In Europa was de techniek al wel bekend en is er ook vervangingsvraag; in Azië zijn fabrikanten nog veel minder thuis in deze processtap.

Het bedrijf is continu gericht op innovatie en heeft een roadmap. Op welke ontwikkelingen wil het – al dan niet samen met klanten of met partners – inzetten? Welke nieuwe marktsegmenten liggen in het verschiet, waar kan het portfolio verder verruimd worden? Dat alles bepaalt de groei voor de komende drie tot vijf jaar. ‘Onze roadmap is deels geënt op de huidige markt en deels daarbuiten’, zegt Vandenberk. ‘Wat ligt in ons bereik, waar kunnen we onze kennis nog verder inzetten binnen de industrie? Neem het segment van de solid state drives, waarin bedrijven als Seagate Technology actief zijn. Dat is ook interessant voor ons.’ Trymax heeft een sterk platform ontwikkeld, waaraan verschillende processen te koppelen zijn om zo compleet nieuwe markten te bedienen, benadrukt Meijer. ‘We zijn steeds in gesprek met key customers: hoe gaan zij verder ontwikkelen komende jaren, wat verwachten zij van ons? We horen bijvoorbeeld dat ze nog snellere machines willen, of machines die een ander type laag kunnen verwijderen, of dat ze met andere substraten willen gaan werken die onze NEO-machines ook moeten kunnen handlen. Natuurlijk, die informatie is heel confidentieel. We hebben NDA’s, non-disclosure agreements, ondertekend, zodat we dit vrij en open kunnen bespreken met onze klanten. Op basis van openheid en vertrouwen houden we hen aan boord.’ In een vorig interview noemde Leo Meijer Trymax een fast follower, dat schuift steeds meer op richting technology leadership. ‘We zijn daarin sterk gegroeid met onze eigen r&d en roadmap. We steken in op wat klanten ons vragen en hebben veel eigen ideeën.’

GOED OP DE RIT

HOGE OGEN

Destijds begon Trymax als service- en onderhoudsbedrijf van Matrixmachines (zie kader). Het levert sinds een jaar of vier uitsluitend nog eigen producten, die dus een prima acceptatie in de markt hebben gekregen. Het oude Matrix-verhaal is nu compleet op de achtergrond geraakt. Er is inmiddels een omvangrijke installed base wereldwijd van zo’n 350 NEOmachines. Meijer: ‘De machines die we uitleveren, worden gemiddeld groter, complexer en daarmee ook duurder.’ Klanten zijn grote spelers als NXP, Roche, STMicroelectronics, Infineon, Bosch en Qualcomm. Vandenberk: ‘We leveren veel aan chipproducenten in de automotive-, power electronics-, MEMS- en sensormarkt. In al die markten zijn grote chiptekorten.’ Met de groei van Trymax is er ook een aparte kwaliteitsafdeling gekomen.

In Europa ondervindt Trymax weinig concurrentie in de markten waar het bedrijf al aanwezig is. De banden met de klanten zijn heel stevig. In Azië en op andere continenten waar de markt nog veel meer veroverd moet worden, is die concurrentie er deels wel bij de processen van Trymax. Meijer: ‘Dat vraagt scherpe analyses: wie zijn de concurrenten, hoe goed zijn ze, kunnen wij het beter en hoeveel beter dan? We willen klanten overtuigen met onze kwaliteit, stabiliteit en flexibiliteit.’ Trymax scoort reeds hoge ogen met de onderhoudsvriendelijkheid van de machines. Ze worden vaak 24/7 gebruikt, de kosten die daarmee gemoeid LEES VERDER OP PAGINA 65

juni 2022

63


HIGHLY REGARDED SUPPLIER OF

Systems, modules and high-end parts

• High-Tech • Industry • Implants and Medical instruments We design, produce and assemble complete integrated systems, mechanical modules, mechatronical modules and high-end parts for a wide range of industries.

More added value Maximum involvement

www.fmi.nl www.werkenbijfmi.nl


VERVOLG VAN PAGINA 35

zijn, zijn desondanks relatief laag. De machines staan weinig stil, aldus Meijer. Trymax krijgt veel data binnen van geïnstalleerde machines. De meeste klanten delen hun informatie zonder problemen. Dat geeft veel inzicht in de prestaties, zoals de uptime en de mean time between failures. Dat zijn typisch de kpi’s waar een klant naar kijkt en waar de machinebouwer op beoordeeld wordt. Vandenberk: ‘Als de targets niet gehaald worden, willen klanten dat we ingrijpen. Als ze wel gehaald worden, willen klanten weten wat we kunnen doen om het verder te verbeteren.’

MODULARISERING

Ludo Vandenberk: ‘Als de targets

niet gehaald worden, willen klanten De groei vergt veel. Vandenberk en dat we ingrijpen. Als ze wel gehaald Meijer zien dat de wereld de afgeworden, willen klanten weten wat lopen twee jaar complexer is geworwe kunnen doen om het verder te den. ‘We komen uit een pandemie verbeteren.’ die de complete supplychain enorm verstoord heeft. En nu heeft Europa te maken met een oorlog.’ De problemen zijn bekend: grote logistieke verstoringen, materiaalschaarste, prijsverhogingen van werkelijk alles. Meijer: ‘We hebben een uitstekend gevulde orderportefeuille. De grootste uitdaging is of we alles kunnen produceren en op tijd kunnen leveren.’ Een ander aspect is om de nieuwe medewerkers up to speed te krijgen. ‘Natuurlijk nemen we mensen aan met een bepaald opleidingsniveau. Maar dat wil niet zeggen dat ze meteen vanaf dag één mee kunnen. Onze snelle groei zet het inwerk- en opleidingstraject onder druk. Toen we kleiner waren, liepen mensen een jaar mee en leerden de producten van a tot z kennen.’ Die tijd is er nu niet meer. Daarom is de productie opnieuw ingericht en veel meer seriematig dan op projectbasis opgezet. Mensen doen steeds weer een nieuw stuk assemblage en leren zo stap voor stap. ‘We bouwen natuurlijk nog steeds klantspecifieke machines, maar vroeger deden we alles wat de klant wilde, dat was toen onze kracht. Als je 25 machines VAN MATRIX NAAR TRYMAX per jaar aflevert, is dat echter heel wat anders dan wanneer dat er 100 zijn. We standaardiseren Oprichter Leo Meijer begon ooit als equipsterk. Machinespecifieke zaken ment engineer bij Philips Semiconductors, voegen we in een later stadium waar hij verantwoordelijk was voor de toe.’ Trymax wil toe naar een installed base process equipment in de verhouding van 70-30, met 30 fabriek. Op een dag maakte hij de overprocent speciale klantfeatures. stap van Philips naar de Amerikaanse chipEen logische stap voor een groeimachinebouwer Matrix Integrated Systems end bedrijf, aldus het tweetal. en werd senior field service engineer op Standaardisatie helpt ook in het de locatie Leuven. In 2003 nam Axcelis inkoopproces. Technologies Matrix over, maar de legacy

werd niet meer ondersteund. Meijer besloot om onder de naam Trymax de service- en onderhoudsactiviteiten voort te zetten. Dat bood echter weinig toekomst en Trymax ontwikkelde de compleet eigen productlijn NEO voor de fabricage van geïntegreerde schakelingen in de halfgeleiderindustrie. Inmiddels zijn er platformtypen voor wafers tot 8 inch (200 mm) en voor wafers tot 12 inch (300 mm).

• www.trymax-semiconductor.com

Leo Meijer: ‘We zijn sterk gegroeid met onze eigen r&d. We steken in op wat klanten ons vragen en hebben veel eigen ideeën.’

weken. Dat gebeurt. Doen we niets, dan leidt dat tot een productiestop en gaat er ondanks het volle orderboek geen machine de deur uit.’ Trymax praat veel met leveranciers: wat doen we om het vlot te trekken, kunnen we elkaar helpen? ‘Maar het vergt veel, heel veel inspanning.’

ORGANISCH De groei creëert tevens een grote financieringsbehoefte. Trymax heeft NIBC als investeerder aan boord. Met de huisbankier zijn goede afspraken gemaakt over het werkkapitaal. Het is altijd prettiger groei te financieren dan verlies, zegt Vandenberk. Het is een interessante fase om van een klein naar een middelgroot bedrijf te groeien, stellen beiden. Meijer: ‘Het vergt een wezenlijk andere aanpak dan drie, vier jaar geleden. Rollen en functies veranderen, ik stuur nu veel meer op de hoofdlijnen natuurlijk. We hebben extra geïn-

‘MET OPENHEID EN VERTROUWEN HOUDEN WE KLANTEN AAN BOORD’

ONVOORSPELBAARHEID Tegelijkertijd zijn die organisatorische zaken binnenshuis goed op te lossen. De supplychain blijft de grootste bottleneck. Meijer: ‘De onvoorspelbaarheid van de markt is het lastigst. Je gaat vrijdags naar huis en denkt dat alles op orde is. Je komt ’s maandags terug en de levertijd van een bepaald onderdeel is ineens acht maanden in plaats van drie

vesteerd op managementniveau. In het begin ben je geneigd om de organisatie aan de operationele kant te laten groeien, de laatste twee jaar ligt de nadruk ook op het versterken van het management.’ Op dit moment zijn er elf vacatures voor productiemensen, engineers, inkopers en – ter versterking van het r&d-team – een cto. Verdere groei in het aantal machines per jaar zal geen navenante stijging in het aantal medewerkers betekenen dankzij verdere procesoptimalisatie. ‘We hadden een bepaald beeld voor ogen met ons bedrijf, maar hadden nooit kunnen bedenken dat we nu hier zouden staan’, aldus Meijer. ‘Tegelijkertijd zijn we steeds organisch gegroeid, op eigen kracht. Het bedrijf groeit, wij groeien mee. Stilstaan is allang geen optie meer.’

juni 2022

65


PROFIEL

NA 34 JAAR VERLAAT PIET TAK B&R EN BLIKT TERUG EN VOORUIT

‘DE LASTIGSTE KLANTEN ZIJN STEEDS MIJN BESTE, TROUWSTE KLANTEN GEBLEKEN’ Inmiddels heeft hij zijn laatste werkdag bij B&R achter de rug, maar netjes in pak wacht Piet Tak zijn bezoek op. Het gesprek vindt plaats in de grote vergaderkamer, want zijn kantoor is intussen overgenomen door zijn opvolger, Bas Michielsen. Na het opsouperen van een overschot aan vakantiedagen gaat Tak volgende maand met pensioen, na ruim veertig jaar als manager in de Nederlandse industrie te hebben rondgelopen. Een interview over soms lastige maar trouwe klanten, over de voortdurende worsteling met standaardisatie, de groeisprong die digitalisering meebracht en over de ‘rebelsheid’ waarmee onze industrie zich internationaal onderscheidt.

• ‘Als ik in onze technologie een goede oplossing

zag voor een klant, liet ik niet gauw los.’ • ‘Ik heb altijd gezorgd dat ik het totaalplaatje

in beeld kreeg.’ • ‘B&R heeft zich steeds juist in nichemarkten

onderscheiden.’ • ‘De machinebouw is een belangrijke motor

van onze industrie geworden.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

ONDERNEMINGSPLAN

P

iet Tak weet het allemaal nog in detail te vertellen. Van zijn oom Kees kreeg hij voor zijn eerste communie als cadeau ‘iets plats en vierkants’. Uitgepakt bleek het een multiplex plankje met daarop bevestigd enkele fittinkjes, schakelaartjes en een belletje. En van die oom, werkzaam bij Philips, kreeg hij nog een paar cadeautjes: een batterij, een paar lampjes en wat kabeltjes. Nog diezelfde avond knutselde de 6-jarige Piet op zijn bed net zo lang tot hij het lampje met het schakelaartje aan en uit kon doen. Dat was het moment waarop bij hem de vonk voor elektrotechniek oversloeg. Maar hij had ook een moeder met wortels in het kruideniersvak en een vader die een eigen supermarkt runde. Het was dus geen toeval dat hij al vroeg in zijn carrière in een commerciële functie belandde bij een technisch bedrijf: eerst als productmanager bij Ingenieursbureau Hartogs en een paar jaar later als salesengineer bij Gould Modicon.

B&R B&R is een industrieel automatiseringsbedrijf met het hoofdkantoor in Oostenrijk en vestigingen over de hele wereld. In 2017 werd B&R een businessunit van de ABB Group. ‘B&R combineert state-of-the-art technologie met geavanceerde engineering om klanten in vrijwel elke industrie te voorzien van complete oplossingen voor machine- en fabrieksautomatisering, motion control, HMI en geïntegreerde veiligheidstechnologie’, aldus de onderneming. ‘Met industriële IoT-communicatiestandaarden zoals OPC UA, POWERLINK en openSAFETY alsook met de Automation Studio-softwareontwikkelomgeving herdefinieert B&R voortdurend de toekomst van automatiseringsengineering.’

• www.br-automation.com 66

juni 2022

Bij Hartogs kwam hij voor het eerst in aanraking met de besturingstechnologie van B&R. Tak wilde al snel serieus werk maken van klantsupport voor de producten, maar kreeg er bij Hartogs de ruimte niet voor. In 1988 ontmoette hij op de Hannover Messe Erwin Bernecker, met Josef Rainer de oprichter van B&R. Die bleek wel in voor een eigen vestiging in Nederland. Tijdens een eerste bezoek aan het hoofdkantoor in Oostenrijk kreeg Tak het verzoek een ondernemingsplan te schrijven. ‘32 pagina’s vol aannames over de Nederlandse markt.’ Maar het werd enthousiast ontvangen en dus tekende Tak in juli 1988 zijn contract als Geschäftsführer van B&R Nederland, wat na een aanvraag van een Belgische klant al gauw werd omgedoopt tot B&R Benelux.

GEDULD EN VASTHOUDENDHEID In het gesprek met Tak komen tal van onderwerpen aan bod, waaronder de commerciële kant van zijn loopbaan. De les die hij daaruit meegeeft, duidt hij met het woord ‘klantgerichtheid’. Daarvoor is bovenal – zo stelt hij – geduld en vasthoudendheid gevraagd. ‘Klanten kunnen soms heel lastig zijn. Dan zijn ze ontevreden omdat iets niet werkt, vaak omdat de eigen mensen iets hebben nagelaten. Ik heb daar nooit moeite mee gehad en legde graag uit hoe het zat. Desnoods reed ik er drie keer voor langs. En als ik in onze technologie een goede oplossing zag voor een klant, liet ik niet gauw los. Zo heb ik een inkoper keer op keer gebeld, maar steeds, zodra ik over onze plc begon, gooide hij de hoorn erop, want zij waren ‘al verder, gebruikten een pc voor de besturing’. Tot hij me toch de gelegenheid gaf een keer langs te komen om hem en zijn mensen uit te leggen dat onze plc dankzij een 8 bit brede I/O-bus en parallelprocessoren allang óók geschikt was voor de besturing van aandrijftechnologie. Sindsdien is hij klant. De lastigste klanten, waarvoor ik het meest mijn best heb

moeten doen om ze binnen te halen, zijn steeds mijn beste, trouwste klanten gebleken.’

WERKELIJKE INTERESSE Klantgerichtheid vergt bovendien, vervolgt hij, ‘werkelijke interesse in de klant’. ‘Ik heb altijd gezorgd dat ik het totaalplaatje in beeld kreeg. Dan zie je bijvoorbeeld dat een oplossing die nu voor de klant werkt dat binnen twee jaar niet meer zal doen.’ Zijn eerste, grote machinebouwklant was ODME van Ron Kok en Lambert Dielissen. ‘ODME maakte machines voor de productie van cd’s en dvd’s waarvan het digitale format steeds weer veranderde. Om zijn klant tegemoet te komen, nam Kok al snel de modulaire opzet over die hij bij ASML had gezien, zodat die slechts één module hoefde te vervangen om de machine weer up-to-date te maken. Het ging om drie of vier min of meer gestandaardiseerde modules die hij door vier kleinere machinebouwers liet toeleveren. Maar die hadden elk hun eigen besturingstechnologie. Door daarin goed met hem mee te denken, kregen wij de rol ervoor te zorgen dat die vier leveranciers díe technologie toepasten waarvoor ODME gemakkelijk de software kon schrijven voor de besturing van het geheel.’

VOORTDURENDE WORSTELING In Taks betoog komen de begrippen standaardisering en digitalisering vaker terug, zij het in een andere context. Pogingen tot standaardisering van softwareontwikkeling, zo concludeert hij terugblikkend op de afgelopen decennia, resulteerden in de industrie in een voortdurende worsteling. Voor data- en besturingscommunicatie geldt gelukkig nu alom het open protocol OPC UA (Open Platform Communications Unified Architecture) als standaard, aldus Tak. Maar voor het ontwikkelen van besturingssoftware is dat nog altijd niet het geval. Of dat voor de klant nadelig is, daar is hij nog niet uit. ‘Met één ontwikkelomgeving kun je plc’s


programmeren waarmee 80 procent van de machines uitstekend functioneert. Maar de overige 20 procent heeft het nakijken. B&R heeft zich steeds juist in die nichemarkten onderscheiden met oplossingen voor vaak complexe machines waarvoor communicatie met externe systemen erg belangrijk is.’ Meer standaardisering zou wel voordelen hebben voor de sourcende klant, weet Tak. ‘De huidige supply-problemen dwingen veel machinebouwers tot nadenken over second sourcing. Maar het is de vraag of ze die stappen naar een tweede merk ook echt gaan zetten. Naast elkaar twee verschillende Slim inspelen op de mogelijkheden van digitalisering leverde B&R, ook in Nederland, de grootste omzetgroei op in de 34 jaar die Piet Tak heeft meebeleefd. softwareplatformen ‘We konden de klant veel completer bedienen en de omzet verdubbelde.’ Foto: Com-magz onder de knie krijgen en toepassen vergt een grote investering.’ alleen vanuit de plc kon. Dus zijn wij naast slimWellicht dat de voorzichtige trend naar servitime plc’s ook eigen servo-aandrijvingen gaan ontPIET TAK zation de standaardisering versnelt, vervolgt hij. wikkelen en produceren. En met onze ontwikkel‘De eindgebruiker koopt dan slechts productiesoftware Automation Studio was het mogelijk capaciteit en zal het worst wezen wat voor techzowel de aandrijftechnologie als de besturing Piet Tak begon zijn loopbaan in 1978 als electrical nologie er onder de behuizing zit. De machinevan de hele machine te programmeren. De bijengineer bij Jongenelen Elektrotechniek in Roosenbouwer blijft eigenaar, hoeft voor de technologie behorende aandrijftechnologie zijn we natuurlijk daal. Na functies bij Elauma, BARFO en Nolte trad hij geen rekening meer te houden met een voorook gaan leveren. Zo konden we de klant veel in 1982 in dienst van Ingenieursbureau Hartogs, als schrijvende klant en kan voor al zijn machines completer bedienen en verdubbelde de omzet.’ productmanager. Vervolgens werkt hij een jaar als dezelfde besturingsprogrammatuur gebruiken. salesengineer voor Gould Modicon om in 1988 de Servitization bezorgt de machinebouwer echter VRUCHTBARE BODEM verantwoordelijkheid te krijgen voor het opstarten en wel de nodige financieringsproblemen, dus zo Piet Tak kreeg in 1988 van B&R 200.000 gulden runnen van de Nederlandse vestiging van B&R in hard zal dat niet gaan’, verwacht hij. en de opdracht een geschikt pand en eerste Breda. Zijn schoolloopbaan verliep wat grillig: van medewerkers te zoeken. Inmiddels telt het bedrijf havo naar mavo, van hts naar mts om, eenmaal aan in Nederland twintig mensen plus negen in COMPLETER BEDIENEN het werk, via negen jaar avondstudie toch hbo-diploBelgië. Die groei kon niet alleen worden gerealiDe voordelen van digitalisering in de aandrijfma’s in de elektro- en computertechniek te behalen. seerd door de combinatie van klantgerichtheid en techniek zijn voor hem evidenter. Niet voor niets innovatieve technologie, maar ook omdat die in heeft het B&R, ook in Nederland, de grootste Nederland in vruchtbare bodem viel. ‘In 1995’, zo omzetgroei opgeleverd in de 34 jaar die Piet Tak enorme succes als het wel lukt. Met ASML als het heeft Tak voorafgaand aan het interview opgeheeft meebeleefd. Ofschoon er in eerste instantie grote voorbeeld. Hun succes straalt af op de zocht, ‘werd 6,4 procent van de gehele Nederlandse machinebouw. Onze rol is omzet van de Nederlandse dan zo goed mogelijk mee te denken met die industrie behaald door de machicreatieve machinebouwer, mee vooruit te kijken nebouw. In 2021 was dat gestegen naar de komende tien jaar.’ naar 17,2 procent. De machineMaar vanaf nu dus zonder Piet Tak. Op het bouw is een belangrijke motor van moment van het interview, begin mei, heeft Bas onze industrie geworden.’ Michielsen, zeven jaar geleden als sales engineer bij B&R in Breda begonnen, inmiddels het roer CREATIVITEIT EN LEF overgenomen. Tak geniet dan net van zijn stuwEn dat heeft veel te maken met meer aan vakantiedagen, waarna hij op 14 juli ‘onze Nederlandse rebelsheid’. officieel B&R verlaat. ‘We gaan nu eerst met ‘Duitsers zijn goed in het steeds vakantie naar Italië. Daarna? Er wordt al aan mij verder perfectioneren van bestaangetrokken voor bestuursfuncties in het verenijuist een dreiging van leek uit te gaan, verhaalt de processen, wij hebben de creativiteit en het lef gingsleven. Niks betaalds, alles vrijwillig. En ik hij. ‘De leveranciers van aandrijftechnologie konom technologische uitdagingen vanuit een comheb een zolder en een garage vol gereedschappen den door de digitalisering hun servo-regelaars en pleet ander gezichtspunt te benaderen, om buiten en materialen waar ik graag mee aan de slag ga. frequentieomvormers programmeerbaar maken de lijntjes te kleuren. Vaak leidt dat tot niets, Ik blijf een techneut.’ en daarmee ook I/O-besturen, iets wat daarvoor maar dat wordt dan gecompenseerd door dat

‘HET IS NOG DE VRAAG OF MACHINEBOUWERS OVERSTAPPEN OP SECOND SOURCING’

juni 2022

67


Meer tijd besparen in uw branche? Ontdek dé nieuwe standaard in onderhoudsgemak: ROFLEX® SH en de ROTEX® ZS-DKM-SH

ROFLEX® SH

ROTEX® ZS-DKM-SH

Bespaar 7 minuten tijd per montage met onze nieuwe koppelingen Alle specificaties vindt u op ktr.com/nl of bel voor meer informatie 074 255 3680.

KOM NAAR ONS DAN ZIT JE GOED.

ENGINEERING. LASERPARTS. SAMENSTELLEN. FINISHING. MONTAGE.

68

juni 2022

BAX METAAL Elskensakker 17 | Bergeijk T +31(0)497 555 393 info@baxmetaal.nl


PROCESOPTIMALISATIE

SAMENWERKEN BINNEN DEZELFDE SOFTWAREOMGEVING VERGROOT EFFICIËNTIE

‘PLAT SLAAN’ ENGINEERINGSINFORMATIE NIET NODIG Digitalisering heeft binnen veel bedrijven de volle aandacht. Bij het communiceren van gedigitaliseerde informatie tussen afdelingen of bedrijven onderling, gaat het echter nog vaak mis. Informatie wordt ‘plat geslagen’ in (bijvoorbeeld) een pdf, waardoor de volgende partij veel werk heeft om het document om te zetten naar bruikbare data voor haar eigen systeem. Met kans op fouten en informatieverlies. Als ontwikkelaar van engineeringsoftware en serviceoplossingen ondersteunt EPLAN in Zevenaar haar klanten om deze barrières te slechten. DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK

D

e focus van EPLAN is efficiënt engineeren op het gebied van elektrotechniek, automatisering en mechatronica. Hiervoor ontwikkelt het bedrijf al sinds jaar en dag engineeringsoftware en serviceoplossingen. Daarnaast adviseert EPLAN klanten over het gebruik ervan en over hoe de voordelen zijn op te schalen bij toepassing in de volledige keten. Roger Scholtes, managing director bij EPLAN Software & Services: ‘De keten kan daarbij bestaan uit verschillende bedrijven die zich bezighouden met hun eigen corebusiness en overige zaken uitbesteden. Andere bedrijven doen aan verticale ketenintegratie en houden zo veel mogelijk alles in eigen hand. Daar beslaat de keten dan de verschillende afdelingen die met elkaar samenwerken. Voor beide typen bedrijven geldt dezelfde problematiek én oplossing.’

ECOSYSTEEM Bedrijven die zich vooral richten op hun corebusiness, werken in een ecosysteem van industriële automatisering dat alle partijen omvat die een bijdrage leveren aan het eindproduct. Bijvoorbeeld een machine of complete lijn. Dit start bij de fabrikanten van componenten en loopt via de paneelbouwer en systeem integrator of

• Als digitaliseringsproces en informatieoverdracht

zijn gestroomlijnd, profiteren alle schakels. • Functioneel ontwerpen staat steeds meer in

de belangstelling. • ‘Door kennis te borgen in software, kunnen

ook minder ervaren krachten informatie voor engineering genereren.’ • ‘Het is belangrijk mensen mee te nemen in de voordelen van integratie.’ • ‘In alle gevallen betreft de aanpak het beheersbaar maken van informatie- en artikelstromen.’

machinebouwer tot aan de uiteindelijke gebruiker. Scholtes: ‘Al deze partijen leveren hun eigen product(en) aan de volgende schakel in de keten, waarbij de overdracht van bijbehorende data en informatie steeds vaker digitaal plaatsvindt. De praktijk leert dat dit niet altijd even efficiënt gebeurt, omdat bedrijven met verschillende softwarepakketten werken of niet van elkaar weten dat ze dezelfde software gebruiken. Hierdoor slaan zij hun informatie vaak ‘plat’ in een pdf en zijn bij het versturen ervan de achterliggende data voor de volgende gebruiker verdwenen. Het is geen uitzondering dat die vervolgens de gegevens handmatig in zijn eigen systeem moet invoeren om verder te kunnen. Een arbeidsintensieve en bovendien foutgevoelige klus.’

Roger Scholtes: ‘In alle gevallen betreft de aanpak het beheersbaar maken van informatie- en artikelstromen. Dit impliceert direct dat EPLAN geen eilandoplossing kan zijn in een bedrijfsproces.’ Foto’s: EPLAN

MINDER KWETSBAAR De oplossing is zowel eenvoudig als complex: gebruik dezelfde of compatibele software zodat data en informatie door de hele keten – liefst in het oorspronkelijke format – zijn over te dragen. Accountmanager Richard van Aalten: ‘EPLAN dekt zo’n 70 procent van de engineeringmarkt voor elektrotechniek en mechatronica. In die zin is het dus allemaal niet zo moeilijk en zal een belangrijk deel van de bedrijven al gebruik maken van EPLAN. Alleen: ze weten het vaak niet van elkaar. Bedrijven die deze software nog niet gebruiken, kunnen overwegen dit alsnog te doen om zo een waardevollere partner te worden in de keten.’ Het complexe deel van de oplossing betreft het samenbrengen van bedrijven en hen bewust te maken van het optimalisatiepotentieel van digitaliseren binnen dezelfde softwareomgeving. Scholtes: ‘Daarom faciliteren wij hierin, wat vaak waardevolle, intensieve gesprekken oplevert. Die hebben als doel afspraken te maken

over de uniformiteit van data genereren en overdragen. De beste resultaten zijn te behalen wanneer bedrijven elkaar onderling een kijkje in de keuken gunnen. Dat biedt hun een beeld van de kok, zijn recepten en ingrediënten.’ Wanneer een hele keten inderdaad zover komt dat het volledige digitaliseringsproces en de informatieoverdracht zijn gestroomlijnd, profiteren alle schakels. Naast een efficiëntere manier van werken met een lagere kans op fouten maakt het bedrijven minder kwetsbaar. Van Aalten: ‘Door samen te werken met verschillende leveranciers van eenzelfde product, kunnen bedrijven sowieso de beste partij uitkiezen voor een specifieke opdracht, maar ook terugvallen op een ander bedrijf wanneer de vaste partner leveringsproblemen heeft. Daarnaast kun je eventueel opschalen wanneer je meer nodig hebt dan een enkele leverancier in een bepaald tijdsbestek kan leveren.’ LEES VERDER OP PAGINA 71

juni 2022

69



VERVOLG VAN PAGINA 69

ZELFDE OMGEVING EEN MUST Bovendien is het tegenwoordig bijna een must om samen te werken in dezelfde softwareomgeving. Dat heeft te maken met de manier waarop steeds meer bedrijven hun machines en besturingen ontwikkelen. Waar voorheen de opbouw van het tekenpakket gebaseerd was op de wijze waarop het paneel wordt gebouwd, staat het zogeheten functioneel ontwerpen steeds meer in de belangstelling. Hierbij worden de functies afzonderlijk van elkaar ontworpen, waarna een besturing met de betreffende bouwblokken modulair wordt opgebouwd. Dit geeft een betere aansluiting bij de overige disciplines en leidt tot een efficiëntere totale engineering. Ook biedt het een prima basis voor configure-to-order (cto). In de praktijk gebeurt de aansturing van de afdeling paneelbouw niet meer op basis van complete schema’s, maar digitaal met bedradingslijsten en numerical control-data voor mechanische bewerkingen van de panelen. Confectionering van de bedrading is vervolgens zowel in huis te doen maar ook uit te besteden. Alle data zijn daarbij afkomstig uit de digital twin; het in de keten verrijkte 3D-model voor de validatie van het ontwerp. Dat levert tevens de data voor de navolgende processtappen (mechanische bewerking, draadconfectionering, montage, draadroutering). De laatste schakel in de keten – de eindgebruiker – profiteert van deze aanpak voor onder andere

voorbeeld de informatie van verkoop te worden platgeslagen, voordat deze doorgaat naar engineering. En dat terwijl verkoop een aantal afspraken al eenvoudig zodanig kan digitaliseren dat de ontwerpafdeling hier direct mee aan de slag kan. ‘Dat laatste is een niet te onderschatten aandachtspunt. De praktijk leert dat kennis vaak vooral Richard van Aalten: ‘Door samen te werken met verschillende leveranciers van eenzelfde product, aanwezig is in kunnen bedrijven sowieso de beste partij uitkiezen voor een specifieke opdracht, maar ook terugde hoofden van vallen op een ander bedrijf wanneer de vaste partner leveringsproblemen heeft.’ medewerkers. Nu goed geschoold technisch personeel schaars is, raak je als bedrijf grootste stappen zijn te maken door samen te steeds meer afhankelijk van die paar ervaren werken met kennispartners zoals EPLAN, alle mensen. Een onnodig risico. Door deze kennis te betrokken toeleveranciers en de klanten. Gezaborgen in de software, krijgen bedrijven ook de menlijk wordt de waardeketen onder de loep mogelijkheid om minder ervaren schoolverlaters genomen, worden verbeterpunten geanalyseerd of zelfs mensen van een uitzendbureau in te zeten gerichte maatregelen genomen om deze ten. Die genereren de benodigde informatie voor verbeteringen door te voeren. de engineeringafdeling dan door bepaalde proce‘In alle gevallen betreft de aanpak het beheersbaar maken van informatie- en artikelstromen. Dit impliceert direct dat EPLAN geen eilandoplossing kan zijn in een bedrijfsproces. De focus ligt op integratie met de ontwikkeling van hard- en software, CPQ-configurator (configure, price and quote, red.), ERP, PDM, productie/ paneelbouw enzovoorts’, vertelt Scholtes. ‘Daarbij maakt het dan niet uit of je de knip maakt tussen bedrijven onderling of tussen afdelingen. Samenwerken met EPLAN biedt onze klanten dures te doorlopen, waarbij ze relevante parabovendien het voordeel dat zij advies krijgen van meters eenvoudig invullen’, aldus Scholtes. ‘Dit mensen die door de jaren heen bij een groot maakt een bedrijf minder kwetsbaar, minder aantal bedrijven best practices hebben verzameld. afhankelijk van persoonsgebonden competenties Zij zijn dus als geen ander in staat hiaten snel op en hiermee concurrerender. Ook is het niet nodig te sporen en in te vullen.’ om steeds hetzelfde wiel opnieuw uit te vinden.’ Bij bedrijven die verticaal integreren, doet IN DE CLOUD EPLAN vooral integratieprojecten waarbij naast Tot slot wijzen beiden op de rol van de cloud in de technische ook de menselijke kant een uitdade digitalisering van data en het stroomlijnen ging vormt. ‘Mensen willen wel veranderen, maar van industriële automatisering. ‘De cloud biedt niet veranderd worden’, weet Van Aalten. ‘Het is de mogelijkheid om alle data op één plek te verdus echt belangrijk dat je hen meeneemt in de zamelen en van daaruit te werken. Dit betekent voordelen van zo’n dat iedere partij altijd dezelfde data gebruikt, de integratietraject, laatste versie van de software en dat er sprake is zodat zij zich bewust van data pull in plaats van data push. Omdat worden van de mogedeze cloud beheerd wordt door EPLAN en lijkheden. Voor henMicrosoft, zijn gebruikers ervan verzekerd dat zelf – bijvoorbeeld hun data optimaal zijn beveiligd tegen iedere meer tijd om écht te vorm van cybercriminaliteit’, aldus Scholtes en engineeren – maar Van Aalten. ‘Dagelijks krijgen we nieuwe aanook voor het bedrijf meldingen voor de EPLAN-cloud. Dat geeft aan en de klant.’ dat het vertrouwen onder de gebruikers snel groeit. Een goede ontwikkeling om digitalisering naar een hoger niveau te tillen.’ GEEN EILAND-

DE BESTE RESULTATEN ZIJN TE BEHALEN WANNEER BEDRIJVEN ELKAAR ONDERLING EEN KIJKJE IN DE KEUKEN GUNNEN zijn onderhoud. Bij storingen hoeven monteurs niet meer in mappen boordevol tekeningen te zoeken, maar kunnen ze via digitale schema’s en 3D-kastlay-outs veel sneller achterhalen waar de fout zit.

ALLES IN EIGEN BEHEER Bij bedrijven die liever alles in eigen beheer doen, is de data-uitwisseling zeer vergelijkbaar. Met als belangrijkste verschil dat data niet worden uitgewisseld tussen verschillende bedrijven maar tussen de diverse afdelingen. Ook hier blijkt bij-

OPLOSSING Digitalisering biedt significante voordelen voor de samenwerking in de waardeketen.

Voor beide typen bedrijven geldt dat de

• www.eplan.nl juni 2022

71


SMART MANUFACTURING

PROCESDENKEN EN STANDAARDISERING ESSENTIEEL VOOR SMART MANUFACTURING

‘WE WILLEN GEEN KILO’S VERKOPEN, MAAR OPLOSSINGEN’ In een snel veranderende wereld is smart manufacturing een belangrijke enabler: de juiste toepassing van technologie in processen in combinatie met de juiste mensen helpen productiekosten te verlagen en doorlooptijden te verkorten. Daarnaast kunnen bedrijven dankzij IoT en AI nieuwe diensten aanbieden. Samen met de juiste partnerships in de keten en interne ontzuiling versterkt dit het competitief vermogen. Tijdens een rondetafel eind mei gaven zeven ondernemers van maakbedrijven een inkijkje in hun ervaringen en lessen, op uitnodiging van IT-dienstverlener Vanenburg en Link Magazine, in het stijlvolle decor van Kasteel De Vanenburg in Putten. DOOR WILMA SCHREIBER

D

ie competitiviteit is ook wat Melanie van Beek, verantwoordelijk voor innovation & design bij trailerfabrikant Broshuis, voor ogen heeft. Bij dit bedrijf verzorgen 500 medewerkers alle productiestappen – van engineering tot het snijden en zetten, lassen, conserveren en afmonteren – op de 100.000 vierkante meter grote productielocatie in Kampen. ‘De markt vraagt – indirect – of wij naar Oost-Europa gaan om te produceren, omdat dat goedkoper zou zijn. Maar in mijn ogen kunnen we met een modulair engineeringmodel – snel maakbaar en beter produceerbaar met robots –, ook in Nederland produceren en een goede markt houden’, zegt ze. ‘Een organisatie die hard groeit, organiseer je echter niet zomaar. Daar vraagt om een professionaliseringsslag.’

FLINKE TRANSITIE GEMAAKT Selmers in Beverwijk, een mechatronische machinebouwer met 70 medewerkers die internationaal actief is in de markt van oppervlaktebehandeling en -validatie en handling van nu nog voornamelijk stalen buizen, heeft al een flinke transitie doorgemaakt qua organisatie en automatisering. ‘Als eerste stap hebben we de gehele engineeringsafdeling hervormd, met samen-

‘Door engineeringkennis in blokken te vangen, is deze ook te hergebruiken en kan Broshuis snel schalen’, vertelt Melanie van Beek, verantwoordelijk voor innovation & design bij de trailerfabrikant.

72

juni 2022

werking als key driver. Nu gaan we die samenwerking ook aan in de keten’, schetst operationeel manager Rob Schouten. ‘Door engineers te laten optrekken met leveranciers, worden ze zich bewust van de mogelijkheden en creëren ze nieuwe dingen. Daardoor zit engineering nu structureel onder budget, is de inbedrijfstellingstijd gehalveerd en zijn we er zelfs in geslaagd de productiekosten voor een conveyer op gelijk niveau te krijgen als bij uitbesteding in Polen.’ In coronatijd is binnen Selmers een digital twin ontwikkeld, waarmee de equipment functioneel getest kan worden, wat de risico’s bij inbedrijfstelling flink verlaagt. ‘Laatst hebben we voor een implementatie onsite in de VS gewoon alles toegestuurd en heeft de klant de installatie gedaan. Na een download door ons kon hij produceren.’

3.000 OFFERTES PER DAG 247TailorSteel in Varsseveld heeft de afgelopen tijd de vruchten geplukt van de online portal Sophia, waar klanten tekeningen kunnen laten analyseren op maakbaarheid en meteen een kostprijs ontvangen. ‘We genereren ongeveer 3.000 offertes per dag, waar heel veel data uit voortkomen. Met artificiële intelligentie trekken we daar de parameters voor de machines uit, zodat we deze nog efficiënter kunnen aansturen. Het helpt ons tevens de orderintake te voorspellen en daarmee de inkoop bij de leveranciers’, zegt ceo Carl Berlo. ‘En als je weet wat je op de laser krijgt, kun je ook uitrekenen hoeveel je uit een plaat kunt halen en op die manier materiaal besparen. Dat hele proces verloopt geheel automatisch, er komt geen mens meer aan te pas. Zo kun je een ongekende schaalgrootte bereiken.’

TRANSFORMATIE Machinebouwer Tembo Group in Kampen, een

• ‘We kunnen met een modulair engineeringmodel ook in Nederland produceren en een goede markt houden.’ • ‘Door engineers te laten optrekken met leveranciers, worden ze zich bewust van de mogelijkheden en creëren ze nieuwe dingen.’ • ‘We houden altijd een component engineer-toorder, maar op het vlak van configure-to-order kunnen we ons nog verder ontwikkelen.’ • ‘Machinebouw is niet de kern, het gaat om waarde creëren voor mens en planeet.’ • ‘Door je ERP generiek te laten en ERPextensies toe te voegen, kun je deze processen optimaal ondersteunen.’

112 jaar oud familiebedrijf dat is uitgegroeid tot een wereldwijde bedrijvengroep met ruim 1.200 medewerkers, richt zich op de papier-, wasmiddel- en tabaksmarkt. Het bedrijf zit midden in een transformatie richting duurzaamheid, met als doel machines te ontwerpen voor alternatieve producten, waarbij plastic wordt vervangen door papier. ‘Machinebouw is niet de kern, het gaat om waarde creëren voor mens en planeet. Dankzij onze kennis van filtertechnologie en handling van papier hebben we de sprong naar papier gemaakt. Zo zijn we binnen anderhalf jaar uitgegroeid tot de grootste producent van papieren rietjes’, aldus Biba Visnjicki, global head of digitalisation bij Tembo Group. ‘Nu gaat het om verdere optimalisatie om onze sterke positie te behouden.’

TOPPRIORITEIT Momenteel werkt Tembo daarom hard aan het optimaliseren van de digital backbone. Een flinke uitdaging, gezien het internationale karakter van de onderneming met achttien bedrijven in zes landen. ‘Vanwege de onafhankelijke marktbenadering van onze verschillende oem-bedrijven in het verleden, hebben we meerdere digitale systemen, databases, protocollen en culturen geërfd. Dat vreet efficiëntie en focus, en creëert een onwerkbare situatie voor onze service- en onderhoudsteams wereldwijd, die meer dan 2.000 machines beheren. Onze topprioriteit is dan ook om processen, functies en protocollen te definiëren en een standaard raamwerk voor de hele groep vast te stellen, zodat we beter kunnen sturen’, aldus Visnjicki. ‘Je kunt de beste chauffeur ter wereld zijn, maar als je auto het niet doet – lees: je digitale informatiestructuur niet op orde is – kom je niet van A naar B.’ Edward Hofman, vice president global digitalization & transforma-


tion bij VMI, onderschrijft dat producten uniek kunnen zijn, maar processen al veel minder. ‘Veel interne processen zouden volgens de best practices uitgevoerd kunnen worden. We streven ernaar maatwerk hierop zo veel mogelijk de deur uit te doen.’

MEER DATAGEDREVEN CULTUUR VMI, met het hoofdkantoor in Epe, ontwikkelt, produceert, verkoopt en installeert hightech machines voor autobandenbouw, voor het reinigen van blikjes direct na productie ervan en voor de farmaceutische en persoonlijke verzorgingsindustrie. Het bedrijf heeft 900 medewerkers in Epe en 1.600 wereldwijd. ‘Verdere digitalisering van onze producten helpt de klant en biedt ook mogelijkheden voor het virtueel ontwikkelen van producten, en onderMet de klok mee: Huibert de Vries (Vanenburg, op de rug gezien), Melanie van Beek (Broshuis), Carl Berlo (247TailorSteel), Rob Schouten (Selmers), John van Ginkel (Link Magazine), Edward Hofman (VMI), Biba Visnjicki (Tembo Group), Theo Rosendal steunt de groeimarkt van onze service(Terberg Benschop), Wilma Schreiber (Link Magazine) en Michel van Buren (gespreksleider). Foto’s: Hans Malestein activiteiten’, zegt hij. ‘Daarnaast digitaliseren wij als organisatie onze processen ook steeds verder. De combinatie van verdergaande Terberg Group met wereldwijd meer dan 3.200 Mensen meenemen in die transformatie is net zo groei en het vinden van de juiste mensen vormt medewerkers. Integratie van leveranciers in het belangrijk als de IT-technologie zelf.’ een grote uitdaging, we moeten dus slimmer eigen proces ziet hij als grootste uitdaging. ‘De gaan werken. En ons IT-landschap op een niveau traditionele klant-leverancierbenadering werkt PARTNERSHIPS brengen dat we dit alles aankunnen.’ De combiniet meer voor ons tijdens disrupties zoals de Theo Rosendal is operationeel directeur bij Ternatie mens-digitalisering noemt hij ‘spannend’. coronacrisis. Momenteel remt een betrouwbare berg Benschop, fabrikant van industriële voertui‘Onze medewerkers moeten hun werkwijze aansupplychain ons meer dan het tekort aan techgen voor haven en distributie. Terberg Benschop passen aan de verdere digitalisering en er zal een telt circa 400 medewerkers in Nederland en meer datagedreven cultuur moeten ontstaan. maakt deel uit van het familiebedrijf Royal LEES VERDER OP PAGINA 74

juni 2022

73


VERVOLG VAN PAGINA 73

nisch personeel. Daarom proberen we met leveranciers, van groot tot klein, tot partnerships te komen.’ Rosendal weet nog niet wat Terberg over vijf jaar zal maken. ‘Niemand kan ons vertellen welk aandeel voertuigen straks elektrisch of met waterstof wordt aangedreven. We willen de boot niet missen en investeren in beide opties. Twee jaar geleden hebben we forse stappen gezet in modulariteit, daarin hebben we ook de aandrijving meegenomen. Door over te stappen van gelaste naar geschroefde constructies zijn we bijvoorbeeld 80 procent van de chassisvarianten kwijtgeraakt’, zegt hij. Om personeel sneller te kunnen inwerken, mikt Terberg op het vergroten van arbeidsdeling, door korte tacttijden en kleinere werkpakketten. ‘Verder denken we aan een digital twin, waar we ook de werkinstructies uit kunnen halen. Zo ver zijn we echter nog niet.’ Service en aftersales zijn één van de USP’s van Terberg. ‘Via Terberg Connect en ons distributeursnetwerk halen we veel data uit onze eigen vloot. Dit vormt voor de toekomst een belangrijke basis voor predictive maintenance en TaaS (Transport as a Service)-oplossingen.’

HERGEBRUIK ENGINEERING Smart manufacturing kan helpen de talentenpool te vergroten, meent Van Beek. ‘Daarom investeren we enkele miljoenen om ons huidige productgamma opnieuw op te tekenen. Door vervolgens intelligentie aan het verrijkte model te hangen, maken we de productiestappen zichtbaar. Dan is virtual reality of Google Glass niet ver meer en kun je ook de bakker die wil lassen binnenhalen.’ Door engineeringkennis in blokken te vangen, is deze ook te hergebruiken en kan Broshuis snel schalen. ‘De specials die we maken, zijn nooit helemaal hetzelfde, dus je moet altijd wel wat aanpassen. Maar dat kost minder inspanning, waardoor het productportfolio vele malen groter wordt, met minder elementen. En doordat we een module veel vaker gebruiken, is ook de verbetering en doorontwikkeling van het product vele malen groter.’

len of stoffen te gaan gebruiken. ‘Dan praat je over een conceptueel andere machine. Omdat het productportfolio van de toekomst onzeker is, pakken wij een andere rol en focussen op onze technologische kennis’, vertelt Visnjicki. ‘Klanten als Henkel, Tetra Pak en Philip ‘Eerst de basis op orde, anders kun Morris kiezen voor strateje niet doorbouwen naar nieuwere gische partners. Daarvoor smart-manufacturing concepten’, moeten wij het smart factoaldus Edward Hofman, vice ry-concept induiken, onze president global digitalization & veiligheids- en communitransformation bij VMI. catieprotocollen inrichten en nieuwe expertise opdoen in processen en materialen.’ Voor die transformatie wil Tembo meer gaan DURVEN VERTRAGEN denken als dirigent. ‘We maken virtuele modellen Ook Selmers heeft alle disciplines aan één tafel met alle soorten materialen die in aanraking geschaard, om samen na te denken over de beste kunnen komen met onze machine, om machines oplossing voor de klant. ‘Die oplossing staat hiervoor te optimaliseren. Binnen die proactieve voorop en het proces is leidend. Het moeilijkste is aanpak gaan we ook onze supplychain beoordeom oudere medewerkers daarin mee te krijgen. len op innovatie.’ De salesmensen denken nog vaak in “Ik heb een machine verkocht” in plaats van “Ik heb een procesoplossing nodig voor...” Maar dat vragen naar KETENSAMENWERKING requirements begint te komen. Daardoor kunnen Gespreksleider Michel van Buren (oprichterwe beter aansluiten bij de klantwensen’, vertelt eigenaar van BLMC, specialist in supply chain

‘JE KUNT DE BESTE CHAUFFEUR TER WERELD ZIJN, MAAR ALS JE AUTO HET NIET DOET KOM JE NIET VAN A NAAR B’

consultancy en interim-management, tevens auteur van het boek ‘Regisseer de keten’) vraagt deelnemers naar het belang van interne en ketensamenwerking. Hofman (VMI): ‘Het belangrijkste is om als organisatie wendbaar te zijn, dicht bij klanten, leveranciers en andere partners te staan. Zonder samenwerking kun je niet inspelen TOEKOMST ONZEKER op veranderingen. En ook intern moet je muurBij Tembo Group is elke machine anders en kan tjes afbreken en mensen bij elkaar zetten. Als bovendien de lifecycle van producten relatief kort projectorganisatie houden we altijd een compozijn als een opdrachtgever besluit andere materianent engineer-to-order, maar op het vlak van configure-to-order kunnen we ons nog verder ontwikkelen.’ Van Beek (Broshuis) denkt er hetzelfde over. ‘In geval van materiaaltekorten kunnen wij productielijnen niet stilzetten. We moeten heel snel kunnen reageren om ‘Met slimme apps kun je inpluggen onze klanten toch te op bestaande ERP-software en data ontsluiten’, zegt Huibert de bedienen binnen de juiste Vries, senior vice president tijdspanne. Daar vergt marketing & business development goede partnerships, bij Vanenburg. maar ook een wendbare organisatie.’

74

juni 2022

Schouten. Herkenbaar punt voor Berlo: ‘247TailorSteel heeft zo’n 40.000 klanten per jaar. Dan moet je keuzes maken en intimiteit opbouwen met je voornaamste klanten, om te achterhalen waar zij behoefte aan hebben’, zegt hij. ‘Daarom leren onze salesmensen zich niet druk te maken over het commerciële deel maar te proberen het applicatiedeel goed in te schatten. We willen geen kilo’s verkopen, maar oplossingen. De combinatie van mensen en digitale mogelijkheden heeft onze omzet en winstgevendheid verdubbeld.’

EERST DE BASIS OP ORDE Gastheer Huibert de Vries, senior vice president marketing & business development bij Vanenburg, weet uit ervaring dat organisaties steeds wendbaarder willen worden. Maar hij verbaast zich erover dat hij aan tafel nog niet heeft horen zeggen dat IT een belemmerende factor is. Het geheim blijkt een gedegen basis, standaardiseren én denken in processen. Schouten: ‘Wij hebben vanuit de IT-gedachte eerst de hele OT-structuur opnieuw opgezet, samen met een externe partner. Daarna volgde een ERP-implementatie conform dezelfde structuur, zodat alle systemen op elkaar afgestemd zijn. Als die basis klopt, kun je die verder invullen met meer IT of externe partijen.’ Dat


is ook de ervaring van Berlo. ‘Ons ERP-systeem dateert uit 2015, toen we 150 mensen in dienst hadden. Eind dit jaar zijn dat er 1.400. Ook omzet, aantal fabrieken en aantal klanten zijn veranderd. Dus hebben we eerst het ERP geüpdatet. Je kunt wel vijftig dingen tegelijk willen veranderen, maar soms moet je durven vertragen.’ Hofman sluit zich bij hem aan. ‘Eerst de basis op orde, anders kun je niet doorbouwen naar nieuwere smart manufacturing-concepten.’

GEEN ERP-BIG BANG NODIG De Vries stelt dat bedrijven zich niet meteen een grote upgrade van hun ERP-software (‘big bang’) op de hals hoeven halen. ‘Door je ERP generiek te laten en ERP-extensies toe te voegen, kun je deze processen optimaal ondersteunen. Met slimme apps kun je inpluggen op bestaande ERP-software en data ontsluiten. Zo kun je je ERP-systeem heel agile verrijken en nieuwe functionaliteit op het gebied van big data en machine learning toevoegen om je bedrijf en producten slimmer te maken. Dat is een krachtige manier om op korte termijn stappen te zetten in smart manufacturing’, zegt hij. ‘Hiervoor gebruiken we bouwblokken en bewezen oplossingen van Google Cloud en Thinkwise, om de kosten laag te houden. Dat biedt onze klanten de kans met nieuwe businessmodellen de markt op te gaan.’ (zie ook het interview met Hans Don, cto Vanenburg, op pagina 32)

OVER VIJF JAAR Ter afsluiting vraagt Van Buren waar de deel-

nemers over vijf jaar denken te staan qua volwassenheid in smart manufacturing. Rosendal: ‘Dan ‘Door engineers te laten samenhebben we ons productiewerken met leveranciers, worden ze proces als exportmodel zich bewust van de mogelijkheden neergezet. In Maleisië heben creëren ze nieuwe dingen’, stelt Rob Schouten, operationeel ben we dit al gekopieerd directeur bij Selmers. met een deel van de ITinfrastructuur, maar nog niet met dezelfde mate van integratie en productievariatie als in Nederland. Dat moet over vijf jaar wel mogelijk zijn.’ Hofman: ‘Dan staat er een datagedreven organisatie, hebben we een modulair product, supplychain vertoont dan meer standaardisatie, draaien we meer omzet met dezelfde mensen en we kunnen door efficiëntie en integratie meerdeis er een goede samenwerking met externe orgare markten bedienen. En de eerste smart factory nisaties.’ Van Beek: ‘Tegen die tijd hebben we het in de sector zijn, zou de kroon op het succes zijn. complete productgamma opnieuw opgetekend en Je mag dromen!’ verrijkt met relevante data. En maken hierdoor meer omzet met dezelfde vierkante meters en hetzelfde aantal mensen.’ Berlo: ‘Dan hebben we qua omzet misschien de 1 miljard aangetikt, hebben we nieuwe klanten aangetrokken en is www.vanenburg.com Sophia verbeterd. En is er een schaalmodelfawww.tembo.eu briek, die we op elke aantrekkelijke plek kunnen www.broshuis.com neerzetten.’ Schouten: ‘Ons mechatronisch www.selmers.com engineeringconcept is dan geoptimaliseerd door www.247tailorsteel.com middel van data. Servitization is verder ontwikwww.vmi-group.com keld en we bieden een productielijn die op outwww.terbergspecialvehicles.com put wordt afgerekend.’ Visnjicki: ‘Onze interne www.blmc.nl

• • • • • • • •

WELKE TANDWIELKAST IS IDEAAL VOOR AGV?

SCAN DE QR CODE EN BEK K DEZE

EN ANDERE VIDEO’S

move forward WWW.APEXDYNA.NL | +31 (0)492 509 995

SPELINGSARME TANDWIELKASTEN, TANDHEUGELS EN RONDSELS juni 2022

75


STRATEGIE

JUBILEREND TIMMERIJE ZET IN OP DUURZAME, TOEKOMSTBESTENDIGE OPLOSSINGEN IN KUNSTSTOF

‘CONCULLEGA’S WACHTEN AF, WIJ PAKKEN DE LEAD’ Het 90-jarige Timmerije wil zo veel mogelijk toegevoegde waarde leveren. Een drive die al in de genen van de oprichter zat. Vandaag de dag betekent het dat het kunststoffenbedrijf circulaire producten gaat ontwikkelen en die zo duurzaam mogelijk gaat produceren. Lag voorheen de focus op alleen de gebruiksfase van plastic producten, nu wordt rekening gehouden met de complete life cycle ervan. Een ambitie die is uitgekristalliseerd in een nieuw motto: future-proof solutions. Want er is alleen perspectief met een toekomstbestendig businessmodel.

• ‘Uitontwikkelde producten zijn voor ons teveel

een cost game.’ • ‘Met werken voor de automotive onderscheiden

we ons naar klanten in andere markten.’ • ‘De laatste tien jaar ligt onze sector onder een

vergrootglas.’ • Timmerije wil in het verhogen van duurzaamheid

een modelrol vervullen. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

T

immerije is gevestigd in Noordijk, een buurtschap vlak bij Neede, ingebed in het groene landschap op de grens van Twente en de Achterhoek. Bij het wegrijden na het interview met directeur Hans Kolnaar en sales & marketing manager Frank Bruins voert een zacht briesje een lege plastic zak vlak voor de auto langs. Zo pal na het gesprek trekt die zak toch wat meer de aandacht. Nee, zo’n stuk single-use plastic, dat misschien via rivieren straks in zee belandt, in de plastic soep daar, is typisch géén product van Timmerije, weet de interviewer nu.

LANGE HISTORIE Timmerije produceert kunststoffen durables, producten bestemd voor langdurig, veelvuldig gebruik. Klantspecifieke producten ook, die vaak een plek krijgen in een B2B-product en waarvan de series zelden groter zijn dan enkele honderdduizenden, zo hebben de twee managers met hun verhaal duidelijk gemaakt. En dat businessmodel heeft een lange historie, bijna net zo lang als de geschiedenis van de onderneming die dit jaar

haar 90-jarig bestaan viert. ‘De wens om vroeg in de ontwikkeling van een product betrokken te worden door de oem’er, zodat zo veel mogelijk toegevoegde waarde kan worden geleverd, dat zit in het DNA van dit bedrijf. Dat zat in de genen van oprichter Hendrik Timmerije en zijn zoons Jan en Ahrend. Die hebben de onderneming daartoe omgevormd tot een spuitgietbedrijf ’, weet Kolnaar uit de overlevering.

SLIJTVAST BUSINESSMODEL Die oprichter startte in 1932 zijn onderneming als elektrische smederij. Na de oorlog richtte hij zich op het bouwen van machines. In 1952 ging hij zich toeleggen op het centrifugaal gieten van nylon voor de productie van slijtvaste lagers. Die waren bestemd voor de weefgetouwen van de textielindustrie, in die tijd de motor van de regionale economie. De switch naar kunststof was een succesvolle. In 1956 werd daarom de eerste – zelf ontwikkelde – spuitgietmachine in gebruik genomen, niet veel later vervangen door veel betere machines van het gespecialiseerde Oostenrijkse Engel, nog altijd een van de machineleveranciers van Timmerije. De expertise in metaalbewerking werd nog een tijdlang benut voor het produceren

DUURZAMER PRODUCEREN Duurzame, toekomstbestenJaar 2012 = 100 2012 100 dige productie betekent 2013 98,67618 voor Timmerije ook dat de 2014 95,01214 energiebehoefte per kilo2015 85,78704 2016 83,80364 gram product moet dalen en 2017 85,25607 dat een toenemend deel van 2018 83,30143 2019 80,12704 die energie hernieuwbaar is. 2020 77,07899 Dit door te investeren in 2021 76,09983 energiezuinige spuitgiet50 60 70 80 90 100 machines en randapparatuur, Energieverbruik/kW per kg product (2021=100) in zonnepanelen en door de fabriek te digitaliseren, waardoor het complete proces beter is te sturen, wat leidt tot minder afval en uitval. Tabel en grafiek geven aan met welk percentage Timmerije het energieverbruik per kilogram product sinds 2012 gereduceerd heeft. Bron: Timmerije

76

juni 2022

• ‘Voor elke toepassing hebben we meerdere,

toekomstbestendige oplossingen.’

van de benodigde matrijzen. Die kwaliteit, gevoegd bij de vormvrijheid die het spuitgieten van kunststof nu eenmaal biedt, maakte het mogelijk ook precisieonderdelen uit kunststof te vervaardigen zoals tandwielen. Zo ontstond het businessmodel dat nog altijd recht overeind staat in Noordijk.

DETAILSPECIFICATIES ‘Wij maken geen bakjes voor het verpakken van levensmiddelen of kratten voor het vervoer van goederen. Dergelijke uitontwikkelde producten moeten in series van miljoenen geproduceerd worden, waarvoor je spuitgietmachines volcontinu moet hebben draaien. Die producten passen niet bij ons’, duidt Bruins. ‘Dat wordt ons teveel een cost game. Daar zijn wij niet op ingericht. Wij onderscheiden ons juist door flexibel te zijn’, verduidelijkt Kolnaar. ‘Wij kiezen onze klanten. Dat zijn bedrijven die bij ons komen met een functioneel ontwerp. Want dat geeft ons de ruimte aan de slag te gaan met de engineering van de detailspecificaties, zodat het product precies die vorm en kwaliteit krijgt die de klant nodig heeft. Onze klanten zijn vaak oem’ers. Gevestigde ondernemingen, maar ook starters als Swapfiets. Voor hun e-bikes zijn wij onder meer bezig met de covers voor de accu en de elektromotor. Om te zorgen dat die degelijk zijn, maar ook goed gedemonteerd kunnen worden en dat het materiaal hergebruikt kan worden. Tevens organiseren we de retourstroom. Zo ontzorgen we Swapfiets en dat geeft hun de ruimte zich helemaal te richten op het uitrollen van hun businessmodel van fietsabonnementen, inmiddels over verschillende Europese landen.’

ONDERSCHEIDENDE ONDERDELEN In één markt werkt Timmerije niet voor de oem’er, maar treedt het als second tier supplier op: de automotive. ‘Ja, de personenautobouw is bij uitstek een zeer kostengedreven markt’,


bevestigt Kolnaar. ‘De marges van eerstelijnsleveranciers zijn heel dun. Daarom werken wij alleen voor de truckwereld. En dan niet voor de leveranciers van componenten die onder de motorkap of in de carrosserie verdwijnen. Momenteel maken wij bijvoorbeeld onderdelen voor het cabine-interieur. Daarmee kan de fabrikant zich onderscheiden en die mogen dus net wat meer kosten’, aldus de managing director. Waarop hij even wegloopt om meteen terug te komen met een samengesteld product, grotendeels uitgevoerd in modieuze grijze kunststof. ‘Met deze bedladder op die manier uitgevouwen’, demonstreert hij, ‘klimt de chauffeur zijn bed in. Voorheen werd deze in metaal uitgevoerd. Maar de klant wilde een lichtere uitvoering die er wel heel goed uit moest zien. Daar zijn we mee aan de slag gegaan en samen met de oem’er tot dit ontwerp gekomen. Net zo degelijk, maar bijna de helft lichter.’ ‘Dit is dus een product waarvoor wij veel toegevoegde waarde kunnen leveren’, vult Bruins aan. ‘Geproduceerd in een betrekke- ‘Voorheen gingen we bij elk onderdeel uitsluitend voor de best geschikte kunststof voor de gebruiksfase van de life cycle. Nu kijken we naar de eisen die de complete life cycle stelt’, duidt Hans Kolnaar, rechts op de foto. Links Frank Bruins. Foto: Com-magz lijk kleine serie, zodat we onze productiecapaciteit flexibel houden. Dan werken we Het recyclaat dat we er nu voor gebruiken, is net graag voor de automotive. Temeer daar we ons samenleving nog louter positief stond tegenover iets minder stijf, maar door wat verstevigingen in met dit werk onderscheiden naar klanten in plastic. Dat sentiment veranderde na 2000, toen de 3D-vorm te engineeren, heeft die dop nu andere markten. Werken voor de automotive de gevolgen van de plastic soep in zee langzaadezelfde kwaliteit.’ vergt dat we ISO IATF 16949-gecertificeerd zijn. maan duidelijk werden en de ergernis over het Een hogere kwaliteitsstandaard voor het verzwerfafval toenam. ‘De laatste tien jaar ligt onze werken van kunststof bestaat er niet. Dit biedt sector onder een vergrootglas. Die plastic soep en RECYCLAATPRODUCTIE onze klanten in andere sectoren veel zekerheid.’ dat zwerfafval bestaan voor het grootste deel uit Dat recyclaat koopt Timmerije in, maar produkorteduurtoepassingen zoals single-use verpakceert het deels ook zelf, vertelt Bruins. ‘Voor klankingsmateriaal, dat wij dus juist níet maken. ten als Swapfiets gaan wij dus de retourstromen MARKTGEDREVEN Maar het raakt wel de beeldvorming, ook van organiseren, vermalen de plastics en laten de Al decennia staat Timmerije dus voor het leveren onze onderneming.’ flakes door een partner upgraden tot recyclaat van zo veel mogelijk toegevoegde waarde. En het van hoge kwaliteit.’ Direct naast het bedrijfsterbedrijf heeft de ambitie die waarde steeds verder rein ligt de net gemaaide akker met olifantsgras te vergroten. Sinds geruime tijd verzorgt het voor LAGERE FOOTPRINT waaruit de vezels worden geproduceerd waarmee de klant ook de assemblage. Daartoe heeft het Precies daarom wil de spuitgieter in het verhogen biologisch afbreekbare kunststoffen gemaakt – inhouse – als partner Fijnder (de voormalige van duurzaamheid een modelrol vervullen. kunnen worden. ‘Materiaal van zetmeel en Sociale Dienst Oost-Achterhoek) en werkt het Een ambitie die Timmerije heeft vertaald in een olifantsgras. Nee, daar kun je geen vloeistoffen in samen met de Enschedese DCW (Deze Combinieuw motto: future-proof solutions. ‘Nee, deze bewaren, maar wel hele mooie andere producten natie Werkt, red.), bedrijven die mensen met een bedladder is nog niet circulair ontworpen, maar mee maken’, illustreert Kolnaar door een paar afstand tot de arbeidsmarkt inzetten. dat willen we wel steeds meer gaan doen. We hebschalen op tafel te leggen. ‘Zo hebben we voor Nog meer waarde wil Timmerije gaan leveren ben daarvoor ook een industrieel ontwerper in elke toepassing meerdere, toekomstbestendige door de klant te ontzorgen bij het verduurzamen dienst die juist daarop engineert. Die zo ontwerpt oplossingen.’ dat onderdelen langer meegaan, goed zijn te repareren en aan het COMPLIANT eind van hun life cycle De toekomst ziet Hans Kolnaar positief tegemoet. gemakkelijk uiteen ‘Ik ben ervan overtuigd dat over tien jaar de techzijn te nemen in ondernologie beschikbaar is om die plastic soep in zee delen gemaakt van op te ruimen. Daarnaast zijn er tal van mechaniéén polymeer, dat sche en chemische technieken voorhanden voor daardoor goed kan de productie van hoogwaardige materialen uit worden hergebruikt. kunststofafval. Niet voor niets investeren de grote van diens producten. Kolnaar constateert dat Belangrijk, want de CO2-footprint van recyclaat kunststofproducenten in Europa in het geheel veel collega-kunststofbedrijven passief wachten is veel lager dan die van virgin granulaat.’ niet meer in capaciteit voor de productie van tot hun klant het initiatief tot verduurzaming ‘Voorheen gingen we bij elk onderdeel uitsluitend virgin materiaal, maar des te meer in faciliteiten neemt. Timmerije wil zelf de lead pakken, voor de best geschikte kunststof conform de eisen voor recycling. De vraag naar kunststof zal de marktgedreven. in de gebruiksfase van de life cycle. Nu kijken we komende jaren alleen maar toenemen. Als de naar de eisen die de complete lifecycle stelt, dus keten circulair wordt ingericht, kan dat heel goed ook of het kunststof goed herbruikbaar is. Recencompliant met de klimaatdoelstellingen voor BEELDVORMING telijk’, illustreert Kolnaar, ‘hebben we een dop 2030 en 2050.’ Terugblikkend op de ruim dertig jaar die hij al voor een ventilatietoestel ontworpen. Voorheen werkzaam is in de kunststofwereld, vat Kolnaar werd die gemaakt van een virgin polypropyleen. de jaren 90 samen als een tijdperk waarin de www.timmerije.nl

‘DE VRAAG NAAR KUNSTSTOF ZAL ALLEEN MAAR TOENEMEN’

juni 2022

77


‘ BUILDING THE FUTURE’ Wist je dat 1/3 van de CO 2-uitstoot van een gebouw wordt veroorzaakt door de bouw, het onderhoud en de sloop? De andere 2/3 komt voort uit het gebruik van het gebouw. Je kunt je bedrijfsvoering dus nog zo energiezuinig of zelfs energieneutraal maken, voor een neutrale carbon footprint zul je meer moeten doen.

Energieneutrale én CO2-neutrale gebouwen

Laten we beginnen met stap 1: de bouw. Circulair bouwen is bij uitstek de manier om de CO 2-uitstoot van een gebouw terug te brengen. Door hergebruik van materialen én door alternatieven te gebruiken zoals biobased materialen. Zo’n alternatief is hout. Hout is hernieuwbaar, want het groeit in een relatief korte tijd weer aan. Bovendien neemt hout tijdens het groeiproces CO 2 uit de lucht. Verwerken we het hout vervolgens tot bouwmateriaal dan blijft de CO 2 in het gebouw opgeslagen. Dit kan de CO 2-uitstoot van een gebouw drastisch verminderen. En de sloop dan? Daar doen we niet aan. Door modulair te bouwen houden we rekening met de demontage van het gebouw aan het einde van de levensduur. Ook een belangrijk aspect van circulair bouwen. Je ziet regelmatig dat bijvoorbeeld kantoren gesloopt worden voordat ze ‘op’ zijn. Ze voldoen niet meer aan de wensen van de gebruikers of aan de huidige veiligheidseisen. Een modulair gebouw daarentegen kun je na verloop van tijd relatief eenvoudig weer demonteren. En de losse elementen kunnen vervolgens gebruikt worden voor een nieuw gebouw. Let op, de CO 2 zit daar dan nog steeds in opgeslagen. Dan houden we het onderhoud nog over. Door gebruik te maken van duurzame, onderhoudsarme materialen en slimme sensoren die het gebruik van een gebouw meten, beperken we het onderhoud tot een minimum. Niet meer onderhouden of schoonmaken ‘omdat dat nou eenmaal zo gepland’ stond, maar omdat het feitelijk nodig is. Zo beperk je de Total Costs of Ownership. Dát is de toekomst en daar bouwen wij aan: energieneutrale én CO 2-neutrale gebouwen.

Job Kuijpers, Commercieel Manager 06 - 82 06 05 18

j.kuijpers@bhv.jajo.com www.woodybuildingconcepts.nl


DIGITALISERING

KUYER SPINT GAREN BIJ INVESTERINGEN IN IT EN HEEFT TIPS VOOR COLLEGA-BEDRIJVEN

‘OPTREKKEN MET CONCULLEGA’S KOST NIET PER DEFINITIE RENDEMENT’ In de ruim vijftig jaar sinds de oprichting van Kuyer Metaal groeide het uit tot een high-end metaalbewerkingsbedrijf (met inmiddels tachtig medewerkers). AVB Groep van de familie Aalten nam Kuyer vijf jaar geleden over. Arnoud Aalten en Willem Ligtermoet vormen nu de directie. Ze bedachten dat het bedrijf in Nijkerk wat zijn IT-systemen betreft een flinke inhaalslag moest maken. Dat is gebeurd: anno 2022 behoort Kuyer tot de koplopers in digitalisering in het industriële mkb. relatie met Exact en die cloudoplossing paste ons helemaal.’

VAN START TOT FINISH Alleen met ERP komt een productiebedrijf er niet. Om grote stappen in digitalisering te kunnen zetten, wilde Kuyer een compleet platform met ook die andere genoemde oplossingen. ‘Het gaat juist om de mogelijkheid alle systemen met elkaar te laten samenwerken’, zegt Pieter Hamans, senior commercial productmanager bij Exact. Kuyer wil toegroeien naar een digitale fabriek. Ligtermoet: ‘We stomen ons bedrijf klaar voor de toekomst. Ons grote doel is de organisatie van start tot finish goed Medewerkers van Kuyer kunnen precies zien welke opdracht waar in de productielijn zit en wat eraan komt. Foto: still uit bedrijfsfilm Kuyer onder controle te krijgen: van het eerste klantcontact tot aan de factuur en de service daarna. Hiertoe willen DOOR LUCY HOLL wisseling en externe samenwerking. En Trumpf we alle processen beheersen en continu gegevens Nederland implementeerde TruTops Boost voor kunnen uitwisselen om zo de bezettingsgraad in aansturing van de laser- en buigmachines. Alles en paar jaar geleden draaide er nog een de fabriek te optimaliseren.’ Die data-uitwisseling bij elkaar een wereld van verschil. sterk verouderd ERP-systeem bij Kuyer. geldt intern en uiteindelijk ook in de complete Nu werken de medewerkers met een toeleverketen. cloudgebaseerd ERP-systeem van ITAANDACHT dienstverlener Exact. PLM Xpert werd in de arm Kuyer levert metalen delen (in kleine, middelgenomen voor de implementatie van het PDM grote en grote series) en complete machines. WEERBARSTIG (productdatamanagement)-systeem PRO.FILE Driekwart van de klanten zit in Nederland, maar Kuyer, Exact, PLM Xpert en Trumpf gingen plus PROOM, het platform voor documentuiter is ook export naar Duitsland en België. De samen aan de slag. Zo’n gecombineerde implemedewerkers lasersnijden, lassen, zetten, verspamentatie is arbeidsintensief. De softwareleverannen en assembleren, waarbij het veelal gaat om ciers moesten samenwerken om de systemen op maatwerk en complexe bewerkingen. Het scala elkaar af te stemmen. Hamans: ‘Waar PLM Xpert aan producten en productieprocessen vraagt om wellicht gewend is aan een bepaald bestandsfor• ‘Al die gegevens maken ook veel meer klantoptimale digitale aansturing. En daar was duidemat, hanteren wij een ander format, dus dat groepgericht beleid mogelijk.’ lijk te weinig aandacht aan besteed in de laatste vraagt veel overleg. Het vermogen om project• ‘Met ons vorige IT-systeem hadden we die jaren, zag ook Willem Ligtermoet toen hij in matig samen te werken, is heel belangrijk. Tijdens ingewikkelde machinebouw minder goed 2018 bij Kuyer begon. Er moest eerst maar eens verkooppraatjes wordt vaak gezegd van “Geen aangekund.’ een nieuw ERP-systeem komen. Dat werd Exact punt, dat koppelen we even”. De realiteit is iets • ‘Medewerkers ervaren die bredere kijk op de Online Productie Professional. Ligtermoet was weerbarstiger, dus zo’n traject duurt altijd langer processen als prettig.’ vanuit eerdere functies bekend met Exact. Sterker dan je hoopt. Maar dan is het ook extra bevredi• ‘Over een jaar of vijf zijn automatische nog, hij was één van de pilotdeelnemers voordat gend als het goed werkt.’ koppelingen met klanten en toeleveranciers Exact met het pakket op de markt kwam. LigterPartijen moeten goed voor ogen hebben welke vast heel normaal.’ moet: ‘We hebben natuurlijk ook naar andere systemen gekeken. Maar we hadden een prima LEES VERDER OP PAGINA 80

E

juni 2022

79


VERVOLG VAN PAGINA 79

kant ze op willen. ‘En het is zaak de omgeving mee te krijgen’, zegt Ligtermoet. ‘Medewerkers hebben hun vertrouwde manier van doen. Hoe kun je hen bewegen om die los te laten? Dat is soms lastig. Maar als het eenmaal loopt en mensen zien dat er iets goeds voor de oude werkwijze in de plaats komt, staan ze er wel voor open.’ Het is ook leuk om zoiets met zijn allen mee te maken. ‘Soms zit je ineens in een stroomversnelling, een andere keer gaat het weer wat trager dan je zou willen.’ Hamans: ‘Exact ondersteunt en adviseert bij de implementatie. Opvallend bij Kuyer is hoeveel medewerkers ook zelf hebben gedaan. Als er kennis in huis is over het inrichten van de systemen, is dat prachtig natuurlijk. Dan kunnen mensen het veel beter zelf sturen en bepalen.’

toeleverancier van metaalproducten ook veel meer een machinebouwer is geworden de afgelopen tijd. Er gaan complexere producten de deur uit, die ook een complexere aansturing in de engineering en productie vergen. Digitalisering maakt ook dat beter mogelijk, wil hij maar zeggen. ‘De complexiteit van een samengesteld product zoals een machine is vele malen hoger dan die van een onderdeel of halffabricaat’, reageert Ligtermoet. ‘Die ingewikkelde machinebouw hadden we met ons vorige IT-systeem minder goed aangekund.’

ÉÉN WERKELIJKHEID

Vinden de medewerkers de digitalisering en automatisering ook een Willem Ligtermoet: ‘Ons grote doel is de organisatie van start tot finish goed verrijking van hun werk, vraagt NIEUWE INZICHTEN onder controle te krijgen.’ Foto: Kuyer Hamans. ‘Wordt het werk er aanDe digitaliseringsslag levert een scala aan data op trekkelijker van?’ Ligtermoet vindt waar veel uit te leren valt. ‘Het is me opgevallen lijsten zijn overzichtelijk: we weten beter wat we van wel. De frezer of draaier van voorheen wordt dat Kuyer nu anders naar klanten kijkt’, zegt aan grondstoffen en bewerkingen kwijt zijn.’ nu steeds meer een CNC-operator. Machines Hamans. ‘Wie zijn nu eigenlijk de beste klanten nemen taken over, al zal het handwerk nooit en welke zijn in feite helemaal niet zo winstgehelemaal verdwijnen en blijft een hoop vakkennis vend als gedacht? Al die gegevens zijn uit de KETENSAMENWERKING nodig. ‘Mensen krijgen gevarieerder en boeiender systemen te halen, zodat er ook veel meer per Het is lastig te zeggen of Kuyer al helemaal is klantgroep beleid gevoerd kan worden.’ waar het zijn wil. De invoering van de nieuwe Ligtermoet beaamt dat: ‘We voeren uiteenlopenIT-systemen is wat vertraagd en verstoord geraakt de analyses uit en kijken zowel naar onze debiteudoor corona. Wie nieuwe IT implementeert en ren als crediteuren. Dat geeft nieuwe inzichten vervolgens nog verder wil optimaliseren, is überdie soms haaks staan op hoe we het tot nog toe haupt een tijd bezig. ‘Ik vind het niet vreemd dat beleefd hebben. Klanten die hier al jaren komen, daar drie tot vijf jaar voor staat’, aldus Ligtervan wie je dacht dat ze bijna onmisbaar waren, moet. blijken dat toch niet altijd per se te zijn. Soms Waar nu nog druk aan gewerkt wordt bij Kuyer, is zijn de marges niet goed of kosten orders vermeer digitale ketensamenwerking, zegt Hamans. houdingsgewijs erg veel energie. We hebben die ‘Over een jaar of vijf vindt iedereen het vast heel klanten nog steeds, maar zijn met sommigen wel normaal, maar nu zijn automatische koppelingen werk. Techniek was altijd al dynamisch, maar we het gesprek aangegaan om de manier van werken met klanten en toeleveranciers nog geen gemeenzitten nu helemaal in een mooie periode.’ te verbeteren.’ Een betere samenwerking leidt tot Overal op de werkvloer staan schermen om goed. We zijn eerst vooral bezig aan de inkoopeen beter rendement. ‘Daar varen zowel de klankant van Kuyer.’ In de toekomst kan er zomaar orders en instructies te bekijken, tekeningen op te ten als wij wel bij.’ roepen, zaken te registreren. Mensen kunnen preautomatisch een heel proces van inkoop, planHamans merkt verder op dat Kuyer van een ning en productie op gang komen als er een cies zien welke opdracht waar in de productielijn klantorder binnen is. Prijslijsten, offertes, tekezit en wat eraan komt. Ligtermoet: ningen, productbeschrijvingen zijn alle nog veel ‘Een operator zegt altijd een beetje gekscherend van “Geef mij maar verder te digitaliseren. een tekening en wat materiaal en ik vermaak me wel”. Dat is ook zo. GEWOON BEGINNEN Maar die bredere kijk op de proKuyer geldt nu als koploper in digitalisering. ‘Dat cessen ervaren medewerkers nu is op zich natuurlijk niet ons streven. Het gaat ook als prettig, ze voelen zich meer om het optimaliseren van onze bedrijfsprocessen. betrokken bij de producten. Ik vind het een erg interessante materie, ook met Productieleiders en operators het oog op de vergrijzing en het personeelstekort kijken samen wat er speelt, mensen in de maakindustrie. Hoe meer je processen met denken in een eerder stadium elkaar kunt laten communiceren, hoe efficiënter mee.’ Nu er veel minder met er gewerkt kan worden.’ papieren werkbonnen of tekeninHeeft hij nog tips voor collega-bedrijven in de gen gewerkt wordt, zijn verandemetaal? ‘Gewoon doen, gewoon beginnen met ringen ook eenvoudiger door te digitalisering. Meer openheid van zaken geven in voeren. Er is maar één werkelijkde keten is misschien lastig. We zitten het liefst heid, overal is de juiste, actuele een beetje over onze data gebogen. Terwijl je met informatie voorhanden. elkaar meer kunt bereiken. Als je optrekt met je De output van de fabriek is zo ook collega-concurrenten, kost dat niet per definitie hoger geworden, zegt Ligtermoet. rendement. Optimale samenwerking levert ‘De productie verloopt soepeler en alleen maar meer op.’ we morsen veel minder aan de Pieter Hamans: ‘Tijdens verkooppraatjes wordt vaak gezegd van “Geen punt, voorkant. Voorcalculaties zijn veel www.kuyer.nl dat koppelen we even”. De realiteit is iets weerbarstiger, dus zo’n traject duurt betrouwbaarder. Meerdaagse stukwww.exact.com altijd langer dan je hoopt.’ Foto: Exact

‘WE MORSEN MINDER AAN DE VOORKANT’

• •

80

juni 2022


ARNO Arno van den Haak is global head Worldwide Business Development Energy bij Amazon Web Services.

www.aws.amazon.com

DE ENERGIETRANSITIE KAN NIET ZONDER EEN DIGITALE TRANSFORMATIE De energiesector heeft een keerpunt bereikt. De energietransitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen zorgt voor een geheel nieuw, gedecentraliseerd en veel complexer ecosysteem. Zo vraagt de opkomst van verspreide energiebronnen, zoals windmolen- of zonneparken, erom dat bedrijven hun activiteiten anders insteken om in te spelen op de directe vraag van de consument. De data-explosie wordt gedreven door verschillende factoren binnen dit snelle nieuwe ecosysteem, waaronder de inzet van meer industrial internet of things (IIoT)-apparaten, de behoefte aan meer connectiviteit en de integratie van nieuwe, niet-traditionele gegevensbronnen. Ondanks investeringen door de jaren heen in IT-infrastructuur, apparatuur en operationele technologie verlopen veel processen nog handmatig, losgekoppeld en inefficiënt. Het gevolg is dat gegevens vaak in silo’s worden opgeslagen. Het is lastig gegevens met partners te delen en technische simulaties nemen veel tijd in beslag. Het uitvoeren van risicobeoordelingen, inspecties van de integriteit van activa en het traceren van veiligheidsincidenten kunnen kostbaar en tijdrovend zijn. Wij verwachten dat de hoeveelheid data de komende jaren met ten minste een factor 100 toeneemt. Databeheer uit verschillende bronnen, met een nieuwe inhoud – zoals het sentiment van de klant en realtime weersintegratie – verandert de toekomst van de energiesector. Het vermogen om grote hoeveelheden data veilig te

verzamelen, op te slaan en te analyseren, vereist nauwkeurige en efficiënte systemen. Daarvoor zijn geavanceerde data-analysetools nodig. Veel van het succes van de invoering van dit soort technologie hangt af van de mentaliteit van de betrokkenen. Het vraagt om management dat duidelijke en inspirerende doelen stelt – in plaats van de veranderingen ‘organisch’ te laten verlopen. Ondersteuning door middel van training helpt om teams en afzonderlijke medewerkers mee te nemen in die digitale transformatie. Daarbij moeten digitale initiatieven niet louter als bedrijfskosten gezien worden. Deze IT-investeringen kunnen een veel breder effect hebben op operationele processen, bijvoorbeeld resulteren in een betere samenwerking met derden, betere zichtbaarheid van de ketens en een minimale productie-uitvaltijd. Leiders in de energiesector hebben nu de kans om hun bedrijven krachtiger en flexibeler te maken. Doelstellingen zoals energiediversificatie, het gebruik van duurzame hulpbronnen en een netto-nul-uitstoot zijn alleen realiseerbaar met technologie. Door de digitale transformatie kunnen data benut worden om sneller betere zakelijke beslissingen te nemen. Nauwkeurigere informatie, krachtige analyses en prognoses op basis van feiten dragen bij aan een betere bedrijfsvoering en een betere klantervaring.

Confed groeit en dus investeren wij in onze klanten en in onze toekomst. Door forse uitbreiding van onze SMT-capaciteit in 2022 kunnen wij aan de sterk stijgende vraag op EMS-gebied blijven voldoen. Efficiënter, meer capaciteit en traceable tot op componentniveau. Dit is waar onze one stop service ook Vind ons op www.con in de toekomst voor staat. fed.eu of bel 033-4541340 Engineering en ontwikkeling

Kabelassemblage, kabelconfectie en

Protoshop

paneelassemblage

PCB assemblage

Inkoop en logistiek

Modulebouw

Life cycle management

Seriematige assemblage

juni 2022

81


DUURZAAMHEID

HYDROGEN VALLEY KRIJGT CONCRETE INVULLING MET PROJECT WAVIATER

WERKEN AAN ROBUUSTERE, BETROUWBAARDERE EN GOEDKOPERE WATERSTOFTECHNOLOGIE Oktober 2023 moet een nieuw te ontwikkelen schaalbare en duurzame elektrolyser groene waterstof produceren als emissieloze energiedrager voor lichte vliegtuigen, drones en grondmaterieel. Groningen Airport Eelde is het toneel van het nieuwe WAviatER-project voor deze innovatieve waterstoftechnologie. Het sluit naadloos aan bij de ambities van Noord-Nederland om uit te groeien tot een belangrijk centrum op dit punt, Hydrogen Valley. Demcon treedt op als penvoerder en verder brengt ook een aantal mkb’ers uit de regio hun expertise in. BETROUWBAARHEID BEWIJZEN

Hendrik Wijnja (Douna Machinery): ‘Straks willen we service verlenen op die installaties en moeten daarom diep in de ontwikkeling van stacks zitten.’ Foto: Daniel Wenzel

De nieuw te ontwikkelen elektrolyser zal dan ook geen dure metalen bevatten. ‘Die worden momenteel alleen nog maar duurder. Als je technisch complexe systeem niet zonder deze metalen kan, heb je een zwaktepunt ingebouwd’, aldus Hermans, die aangeeft dat de elektrolyser straks ook in serie gemaakt moet kunnen worden. ‘Hoe meer je er van maakt, hoe goedkoper ze worden. Dat is ook noodzakelijk als je later wilt opschalen, anders wordt de kilo waterstof te duur.’ De kunst is dus een elektrolyser te ontwikkelen die robuust, betrouwbaar en goedkoper is. Een hogere efficiëntie is van later zorg. ‘Dan praat je over nieuwe technologieën, andere materialen met meer functionaliteiten. We moeten een efficiëntie hebben die hoog genoeg is, maar het zal niet de hoogste zijn. Dat is een vervolgstap. Eerst moet de elektrolyser zijn betrouwbaarheid gaan bewijzen in het veld, zodanig dat investeerders er vertrouwen in hebben.’

KLEINE PROCESINSTALLATIE DOOR WILMA SCHREIBER

D

e productie van groene waterstof door middel van een elektrolyser die groene elektriciteit gebruikt om water te splitsen in waterstof en zuurstof, is momenteel op kleine schaal nog niet concurrerend met de grootschalige, op aardgas gebaseerde productie van ‘grijze’ waterstof. Voor decentrale toepassingen is daarom behoefte aan kleine tot middelgrote elektrolysers die groene waterstof produceren tegen acceptabele kosten. ‘Elektrolysers zijn in feite kleine chemische fabrieken, duur en met een lange afschrijvingstijd. Wij komen uit de apparatenbouw, met als intrinsiek kenmerk om goedkoper te ontwerpen, en lichter en handiger te construeren door bijvoorbeeld functies te combineren’, schetst Toon Hermans, managing director van Demcon Energy Systems in Enschede, dat zich vooral richt op het hart van de elektrolyser, de zogeheten stack, waar de elektrolysereactie plaatsvindt.

82

juni 2022

Zusterbedrijf Demcon Industrial Systems in Groningen ontwikkelt samen met JB Besturings-

techniek in Oosterwolde de besturing, waarbij de laatste zijn expertise inbrengt van flexibele en intelligente automatiserings- en meetsystemen voor het op afstand aansturen, bewaken en monitoren van de elektrolysers. ‘Wij doen sowieso de hardware en voor een belangrijk deel ook de software, maar wellicht pakken we dat laatste samen met Demcon op. Dat zal gaandeweg het traject blijken’, zegt Jan Bos, directeur JB Besturingstechniek, die enthousiast is over het project. ‘We zijn altijd op zoek naar nieuwe business. We zijn voor circa 70 procent actief in de speciaalbouw en 30 procent in de procesinstallaties. En daar past dit project goed bij, een elektrolyser is in feite een kleine procesinstallatie. Ik verwacht dan ook veel van het project richting de toekomst.’ Een uitdaging is het wel. ‘Voor ons is het helemaal nieuw, ik heb geen idee wat we tegen gaan komen. Daar is het ook een subsidietraject voor: gewoon maar gaan en waar je onderweg tegen aanloopt tegen die tijd zien op te lossen.’

NIEUWE TECHNIEKEN NOODZAKELIJK Douna Machinery in Leeuwarden en REDstack in Sneek nemen de productie van de stacks en elektrolysers voor hun rekening. ‘Voor de toekomst van de organisatie is het van groot belang om te innoveren’, vertelt technisch directeur Hendrik Wijnja van Douna Machinery, dat al ruim 35 ervaring heeft in de gasindustrie. ‘Wat zijn interessante nieuwe wegen gezien onze kennis en kunde? En welke nieuwe productietechnologieën gaan de komende decennia een rol van betekenis spelen? In Hydrogen Valley gaan we waterstof maken, opslaan, transporteren en gebruiken. Voor al deze zaken zijn nieuwe tech-

PROJECT WAVIATER WAviatER (Waterstoftechnologie voor de Aviation sector en Energie-toepassingen op Regionaal niveau) ontving begin maart 2022 een subsidie van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Binnen dit project gaat een Noord-Nederlands consortium groene waterstoftechnologie ontwikkelen. Het consortium onder leiding van Demcon bestaat verder uit Douna Machinery Leeuwarden, JB Besturingstechniek, REDstack, Groningen Airport Eelde, New Energy Coalition en Rijksuniversiteit Groningen, ondersteund door TNO en VONK. Het totale budget bedraagt 3,5 miljoen euro, waarvan de projectpartners zelf meer dan de helft inbrengen. Oktober 2023 moet er op Groningen Airport Eelde een draaiende installatie staan.

Uitgewerkt 3D-model ter demonstratie van een alkaline elektrolyser. Beeld: Douna Machinery


nieken nodig.’ Reden voor Douna Machinery om zich te verdiepen in de stack-ontwikkeling. ‘Straks willen we service verlenen op die installaties en moeten daarom net als Demcon diep in de ontwikkeling van stacks zitten. Wellicht dat we ook componenten voor de stacks gaan leveren of deze op termijn gerobotiseerd kunnen gaan produceren’, schetst Wijnja, die het detecteren van eventuele lekkage van de vluchtige en geurloze waterstof als grootste uitdaging ziet. ‘Een sensor moet precies op de plek van het lek zitten om de waterstof te kunnen detecteren. Je kunt wel een odorant of kleurtje toevoegen, maar als je waterstof gaat gebruiken voor een brandstofcel in een auto, kan zo’n stofje weer voor technische problemen zorgen. Je kunt dan werken met een zuiveraar, maar dat maakt het extra ingewikkeld.’

GEMECHANISEERD OF GEROBOTISEERD De bijdrage van REDstack ligt op het vlak van de productietechnologie. ‘Om straks de elektrolyser te kunnen assembleren, kijken we nu over de schouder van Demcon mee naar het ontwerp en hoe het eruit gaat zien. Deze wordt namelijk in dezelfde fabriek geassembleerd als onze eigen elektrolyser voor ontzouting van brak water en productie van Blue Energy. Ook die bevat membranen en elektrodes en met onze kennis op dit vlak willen we Demcon ondersteunen bij de ontwikkeling’, aldus Pieter Hack, bestuursvoorzitter van REDstack en managing director van zusterbedrijf Pure Water Group. ‘Daarnaast willen we ervoor zorgen dat als er straks niet één, twee of

BOTTLENECK Elektrolysers zijn daarnaast ook een middel om het overbelaste stroomnet te ontlasten. ‘Momenteel is er een tekort aan groene stroom, ook al zijn er partijen die willen investeren in zonnevelden en windmolens. Ze krijgen alleen geen aansluiting en kunnen hun stroom niet kwijt aan het net. Straks kun je die parken rechtstreeks aan elektrolysers hangen, die geen stroom produceren maar waterstof. Dus heb je geen probleem meer met het net’, verklaart Hermans. ‘Wel zullen we daarvoor serieuze vermogens moeten installeren. Zodra er een markt komt voor waterstof, zal er volop geïnvesteerd gaan worden in zonnevelden, windmolens en elektrolysers om die groene waterstof te produceren. De bottleneck momenteel is dat vraag en aanbod gelijktijdig ontwikkeld moeten worden. Een afnemer wil een betrouwbare aanvoer van groene waterstof en de producent zoekt vaste afnemers voor zijn kilo’s waterstof. De markt ontwikkelt zich nu via vele pilots.’

KORTE DEADLINE Momenteel is het consortium bezig het product te definiëren om tot een prototype te komen. ‘We hebben te maken met een strakke deadline, waarvoor nog allerlei zaken ontwikkeld moeten worden. Daarna kunnen we het prototype demonstreren, klanten uitnodigen en hopelijk gezamenlijk het project verder oppakken’, zegt Wijnja. ‘De oorlog in Oekraïne vergroot de interesse om een elektrolyser te bestellen. Zelf denken

‘HET IS VOOR NEDERLAND VERSTANDIG ERVOOR TE ZORGEN DAT WE DE ENERGIEVOORZIENING IN EIGEN HAND HEBBEN’

drie maar tientallen gebouwd gaan worden, dit op een gemechaniseerde of gerobotiseerde manier kan, met meerdere werkstations in serie.’

ENERGIE VEILIGSTELLEN Hoewel er in Nederland en binnen Europa veel concurrentie is, noemt Toon Hermans het project in Noord-Nederland heel belangrijk om de energievoorziening veilig te stellen. ‘Natuurlijk loop je de kans het wiel opnieuw uit te vinden, maar dat is met alles zo. Kijk naar de ontwikkeling van de coronavaccins, waar ook vele partijen bij betrokken waren. De vaccins werden overal gemaakt en sommige landen hielden ze uiteindelijk voor zichzelf. Dat risico loop je eveneens met elektrolysers, die in grote hoeveelheden nodig zullen zijn’, zegt hij. ‘Dus is het voor Nederland verstandig ervoor te zorgen dat we de energievoorziening in eigen hand hebben. Dat neemt niet weg dat we waar mogelijk zullen samenwerken en ook kijken of we kunnen aanhaken bij Europese programma’s rond waterstof.’

Pieter Hack (REDstack): ‘We willen ervoor zorgen dat als er straks tientallen gebouwd gaan worden, dit op een gemechaniseerde of gerobotiseerde manier kan.’ Foto: Gerard-Jan Vlekke

energie leveren, waar het streven 10 GW is’, zegt hij. ‘Het is het beruchte kip-eiverhaal: degenen die groene stroom willen, zijn geïnteresseerd in de elektrolysers, maar investeerders willen eerst weten of er markt voor is.’ Daarnaast ziet Hack nog een aandachtspunt. ‘Voor het maken van waterstof heb je ultrazuiver water nodig, dat staat nog niet hoog genoeg op de agenda. Voor de 1-5 MW-installaties die het consortium beoogt, is dat geen probleem, maar als je straks 4.000 MWinstallaties wilt neerzetten in Groningen en daarvoor leidingwater wilt gebruiken, zit heel Groningen zonder drinkwater. Die bewustwording is pas onlangs ontstaan, maar hetzelfde geldt voor veel andere locaties.’

BREDERE TOEPASSING

KIP-EIVERHAAL

Het WAviatER-project moet uitmonden in een volledig systeem voor productie, distributie en gebruik van waterstof, wat past in het streven van Groningen Airport Eelde om zich te ontwikkelen tot een energiehub van regionale betekenis. In 2030 wil het als Hydrogen Valley Airport de duurzaamste luchthaven zijn op het gebied van groene waterstof. Uiteindelijk moet de elektrolyser een bredere toepassing dan de luchtvaart krijgen, hoewel er momenteel binnen het consortium nog geen concrete plannen bestaan voor samenwerking na oktober 2023. Hermans: ‘In eerste instantie focussen we op het realiseren van dit project. Na ontwikkeling van het eigenlijke product ligt het natuurlijk wel voor de hand om met dezelfde partners de elektrolyser door te ontwikkelen. Je hebt elkaar leren kennen, kennis en kunde ontwikkeld en geïnvesteerd in de relaties. Dan ontstaat er een ecosysteem, wat ook de gedachte is van de subsidieverleners.’

Ook Hack ziet marktkansen voor de middenschaal elektrolysers waar het consortium op mikt en rekent erop dat die markt er uiteindelijk komt. ‘Iedereen praat erover, maar het wachten is op de financiering en de eerste projecten. Op dit moment staan in heel West-Europa slechts een paar elektrolysers, die nog geen 100 MW aan

• www.demcon.com • www.jbbesturingstechniek.nl • www.douna.nl • www.redstack.nl

we er ook over na. Want de levertijd van zonnepanelen is nu twee jaar, tegen die tijd hebben wij die elektrolyser hopelijk ook gereed.’ Regelgeving is zijn ogen nog een belangrijk aandachtspunt. ‘Je kunt niet zomaar overal een elektrolyser neerzetten. Lokale overheden die regelgeving nu aan het smeden zijn, zouden dit versneld moeten doen, desnoods vanuit Brussel. Anders worden de verzekeringspremies zo hoog dat niemand zo’n elektrolyser afneemt.’ Om de veiligheid van geplaatste elektrolysers te garanderen, worden intelligente sensoren voor lekkagedetectie van waterstof toegepast, een specialisme van Douna.

juni 2022

83


PARTNERSCHAP

MILLUX ZET LASEXPERTISE IN VOOR COMPLEET NIEUW SOORT WARMTEPOMP VAN COOLL

COOLL INSIDE VOOR DE WARMTEPOMP Rumoer in de media half mei als het kabinet aankondigt dat de hybride warmtepomp vanaf 2026 de standaard wordt voor woningverwarming. Wie zijn cv wil vervangen, moet overstappen naar zo’n pomp, of meteen een volledig elektrische warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet. Maar wie moet dat allemaal installeren, wie gaat dat betalen en komt er dan zo’n grote, lawaaiige doos in de tuin of op het balkon te staan?, klinkt het. Cooll Sustainable Energy Solutions uit Enschede werkt al jaren aan een zuinige opvolger voor de HR-ketel, de SuperHybrid. Partner Millux uit Wijchen tekent voor het zeer complexe laswerk in de adsorptiecompressor. De marktintroductie is aanstaande. En die doos buiten is helemaal niet nodig. DOOR LUCY HOLL

E

en jaar of dertien geleden begon Cooll vanuit Universiteit Twente in opdracht van ESA met de ontwikkeling van een trillingsvrije koeler voor -270 graden Celsius op basis van adsorptietechnologie. Vervolgens ontstond het idee om woningen te gaan koelen via zonnecollectoren. ‘Na een eerste haalbaarheidsstudie bedachten we dat een nieuw bedrijf, een nieuwe technologie en een compleet nieuwe markt een heel lastige combinatie zou worden’, zegt ceo en medeoprichter Stefan van

HOE WERKT DE SUPERHYBRID? Fabrikanten kunnen de SuperHybrid van Cooll inbouwen in hun systeem en daarmee één-op-één de HR-gasketel in bestaande woningen vervangen. Er is geen losse buitenunit nodig. De warmtepomp wordt aangedreven door gas of waterstof en onttrekt warmte aan de buitenlucht: zo wordt 30 tot 50 procent gas bespaard en de CO2-uitstoot met dezelfde percentages verminderd. In de SuperHybrid vindt compressie van het koudemiddel plaats met een door warmte aangedreven adsorptiecompressor. Deze compressor bestaat uit twee drukvaten met hoogwaardige actieve kool die cyclisch worden verwarmd en afgekoeld in steeds een minuut of tien. Het koudemiddel wordt tijdens de verwarming van een drukvat uit het adsorptiemateriaal geperst, gaat naar de hogedrukzijde van de warmtepomp, condenseert en geeft zijn warmte af. De druk wordt verlaagd, het koudemiddel verdampt weer, neemt energie op uit de koude omgeving, en stroomt weer naar het andere drukvat enzovoort.

84

juni 2022

Uffelen. ‘Met onze technologie kunnen we zowel verwarmen als koelen. Stefan van Uffelen: ‘Met onze technologie kunnen we zowel verwarmen als koelen. Dus focussen we Dus focussen we nu allereerst op vervanging van de HR-ketel.’ Foto: Cooll nu allereerst op enorm veel tijd en geld. Het is ook een lange reis vervanging van de HR-ketel.’ geworden, stellen Van Uffelen en Burger. Wat hun en hun collega’s deed doorgaan, is het vertrouTUSSENSTAP wen dat hun technologie kan werken en flink kan Nederland telt bijna 8 miljoen woningen, verantbijdragen aan de maatschappelijke verduurzawoordelijk voor 19 procent van de totale CO2mingsopgave. uitstoot die voor twee derde afkomstig is uit Van Uffelen: ‘In het lab kwamen we om de zoveel ruimteverwarming en warm tapwater. Ons land jaar een TRL-niveau (Technology Readiness Level, is de afgelopen decennia al massaal overgestapt red.) hoger, met op elk niveau weer andere uitdaop HR-ketels, maar gelet op de duurzaamheidsgingen. Eerst bouwden we een werkend systeem doeleinden is een volgende stap hard nodig. De om het principe aan te tonen. Vervolgens VR-ketel uit de jaren 90 zat op 89 procent enermoesten we de gewenste temperaturen en het getisch rendement, de HR-ketel haalt (door vermogen omhoog zien te brengen en de absogebruik van condensatiewarmte in de rookgaslute betrouwbaarheid bewijzen. Nu moet alles sen) 107 procent. ‘Wij gaan met onze Superqua productieproces en supplychain kloppen en Hybrid naar 150 procent of hoger. Weer een veel moet de productie uiteindelijk sterk opgeschaald grotere stap’, aldus cto en medeoprichter Johankunnen worden. We hebben al een paar honderd nes Burger van Cooll. Het is een illusie te vercompressoren, het hart van de SuperHybrid, wachten dat iedereen ineens van een gasgestookte gemaakt, steeds weer nieuwe versies, ook om ketel naar een volledig elektrische warmtepomp voor te leggen bij keuringsinstanties en voor overstapt, vooral in bestaande woningen. Een pilots met warmtepompen bij woonhuizen.’ hybride versie is daarom een goede tussenstap, aldus Cooll. Bovendien wordt gewerkt aan een acceptabele marktprijs.

LANGE REIS Zo’n nieuwe technologie voor huisverwarming ontwikkelen kost wel vijftien jaar, kreeg Cooll destijds van ketelfabrikanten als Remeha en Nefit te horen. Die zagen meteen de grote potentie van de ideeën van Cooll, met als kanttekening dat het lastig zou worden een compleet nieuw product te ontwikkelen. Fabrikanten zijn vaak huiverig dit soort ontwikkelingen zelf op te pakken, het kost

OPEN EN TRANSPARANT Toeleverancier Millux, expert in ultraprecisielassen, is er al een jaar of tien bij betrokken. De adsorptiecompressoren van het SuperHybridsysteem worden gevuld met hoogwaardige actieve kool waarin steeds druk opgebouwd wordt en weer afneemt (zie kader). Zo’n compressor bestaat uit vele kleine buizen gelast aan een


header plate. ‘De eerste versies hebben we gesolh deerd’, zegt Van Uffelen. ‘Maar dat is niks bij opschaling. We willen werken met partners en technologieën die massaproductie mogelijk maken.’ Solderen veroorzaakt bovendien veel te veel warmte, dat kan niet als de buizen al gevuld zijn. ‘Dit vraagt echt hoogwaardig laswerk dat niet ieder bedrijf kan. We zochten een partij met veel ervaring, plus interesse om samen verder te ontwikkelen.’ Ook dat werd een heel traject: de eerste gelaste versie functioneerde een aantal weken, een volgende ging in stressproeven het equivalent van een paar winters mee, nu zit de compressor op de volledige levensduur (tien tot vijftien jaar). Millux en Cooll hebben er samen open en trans-

‘WE WILLEN WERKEN MET PARTNERS EN TECHNOLOGIEËN DIE MASSAPRODUCTIE MOGELIJK MAKEN’ parant aan ontwikkeld, zeggen Van Uffelen en Burger. Millux-directeur Eric Hezemans: ‘We zaten met vele vragen. Welk materiaal laat welk gedrag zien tijdens het lassen en wat gebeurt er

tijdens het stollen, hoe langzaam of snel moet dat gaan? Komen er geen microcracks in?’ Zo’n traject ga je met elkaar aan zonder grote zekerheid of het gaat lukken en welke hoeveelheden uiteindelijk geleverd kunnen worden. ‘Dit zijn uitdagende opdrachten zonder ‘Zwitserlevengevoel’. Voor ons is het het belangrijkste dat er een serieuze businesscase achter de vraag van een klant schuilt. Natuurlijk gaat het vele malen tegenzitten, maar je steunt elkaar door dik en dun.’

DIEPTE-INVESTERING Millux groeit zeer snel, niet in de laatste plaats door klant ASML. Maar het wil andere marktsegmenten niet uit het oog verliezen. ‘De laatste vier jaar is onze omzet verdubbeld, de komende vijf jaar willen we weer verdubbelen, waarbij we fors investeren ten behoeve van onze klanten. Als het aan ASML ligt, moet de groei nog sneller dan snel. We willen op meerdere pijlers bouwen. In onze beginjaren was het vooral pionieren met lasertechnologie en deden we erg veel verschillende projecten. Nu kiezen we gericht. Een klant als Cooll in de duurzaamheidsmarkt hoort daar ook bij.’ Cooll wil op zijn beurt graag werken met een bedrijf als Millux dat duidelijk diepteinvesteringen doet in zijn klanten, zegt Van Uffelen. Cooll heeft zijn toeleveranciers hard nodig. ‘We doen relatief veel zelf: de assemblage van de

Eric Hezemans: ‘Voor ons is het het belangrijkste dat er een serieuze businesscase achter de vraag van een klant schuilt.’ Foto: Millux

compressoren en de productie van de actieve kool in de pijpenbundels. De tooling en machining doen we samen met partners. In de nabije toekomst zullen toeleveranciers meer en meer submodules aanleveren.’

CRUCIALE FASE In Nederland alleen al ligt een markt van vele duizenden ketels per jaar in het verschiet, voor LEES VERDER OP PAGINA 86

juni 2022

85


VERVOLG VAN PAGINA 85

bestaande en nieuwe woningen. Burger: ‘Er wordt veel gesproken over hybride warmtepompen. Maar dat is vaak best oude technologie waarmee fabrikanten nu aan het LEGO-en zijn. Wij hebben onze bouwblokken echt vanaf nul ontwikkeld. Je kunt op een gegeven moment niet méér energie halen uit brandstof, dus moet je op een compleet andere manier de cyclus aandrijven.’

Burger trekt de vergelijking met Intel Inside: wat Cooll aan ketelfabrikanten wil gaan leveren, is een soort Cooll Inside: een platform van cruciale onderdelen waaromheen fabrikanten hun eigen product kunnen bouwen, afgestemd op specifieke markten en landen. ‘Dit is een cruciale fase: we willen ze op korte termijn een product presenteren, ze willen graag instappen in een opportunity, niet in een probleem.’

SIGNIFICANTE BIJDRAGE

ULTRAPRECISIELASWERK Millux in Wijchen is specialist in ultraprecisiebewerkingen met lasertechnologie, met name voor sectoren als de semicon, medical en analytical. Ruim dertig jaar geleden gestart onder de naam Reith Laser als jobber voor laserbewerkingen, is het bedrijf meer dan ooit kennispartner geworden voor zijn klanten en last, boort, snijdt, microfreest en graveert het alles van 250 micron of kleiner. Millux is onderdeel van Muon Group, een groep bedrijven met elk hun eigen technologieën voor precisiebewerkingen: Millux (laserbewerking), Veco (elektroformeren), Atul Sugar Screens (filtratietechnologie), Tecan (fotochemisch etsen) en LouwersHanique (componenten van technisch glas en keramiek). Grote klant van Millux is onder meer ASML.

• www.millux.nl

Gaat de SuperHybrid de markt op zijn kop zetten? De drie heren zijn even stil. ‘We zijn heel bescheiden maar dat is wel de intentie’, reageert Van Uffelen. De markt is enorm in beweging. Wat gaat er gebeuren met gas: eerst was er de negatieve associatie met Groningen, nu met Rusland. Hoe snel gaat de energietransitie? Burger: ‘Fabrikanten zien zich als leveranciers van verwarmingsoplossingen: als de politiek besluit dat er Johannes Burger: ‘Er wordt veel gesproken over hybride warmteheel snel helemáál geëlektrificeerd moet pompen. Maar dat is vaak best oude technologie waarmee fabrikanten nu aan het LEGO-en zijn.’ Foto: Cooll worden, komen ze met die oplossingen. Wij gaan ervan uit dat wij aan de verbranStel dat wij onze technologie gaan leveren aan de dingskant, waarmee je met gas warmte maakt, tien grote ketelfabrikanten op de wereld. Dan een belangrijke rol kunnen spelen in de heb je het over miljoenen exemplaren. Het kost overgangsfase.’ misschien nog jaren, maar als iedereen ons De SuperHybrid werkt zuinig op gas en kan nieuwe technologieplatform gaat gebruiken...’ bovendien op termijn omgebouwd worden voor Toeleverancier Millux kan de borst natmaken. waterstof. Van Uffelen: ‘We willen een significante bijdrage leveren aan het klimaatprobleem en een betaalbare oplossing voor de gewone man. www.cooll.eu

Doen we altijd wat ons gevraagd wordt? Nee, niet altijd. Het is onze missie om complexe zaken eenvoudig te maken. Technologische kennis en expertise vormen de basis om onze klanten écht verder te helpen. Vanuit multidisciplinaire teams, die we allemaal onder één dak hebben, en samen met onze klanten en leveranciers weten wij innovatieve toekomstbestendige oplossingen te creëren. Doen wij altijd wat ons gevraagd wordt? We doen wat er bedoeld wordt. Wat we doen overstijgt afdelingen en branches, scan de QR-code en ontdek wie wij zijn!

86

juni 2022


UIT DE MARKT ELBERS (VSE): ‘HET SUCCES DANK IK AAN MIJN MENSEN. IK GEEF ALLEEN MAAR LEIDING’ Ronald Elbers had een goede, vaste baan bij Omron Electronics, een job waarin hij installateurs en system integrators ondersteunde bij industriële automatiseringsprojecten. Toch trok hij op 19 mei 1997 de stoute schoenen aan. Hij zette zijn handtekening onder een contract waardoor hij voor 1 gulden een meerderheidsaandeel verwierf in NH van Schelven Elektrotechniek. Een installateur en onderhoudsbedrijf van krachtstroom- en telecommunicatiekabels, van besturing voor een grondboorsysteem, van scheepsen van huisinstallaties. Maar ook een BV die er financieel bepaald niet sterk voorstond. Er was een schuld bij de bank en de belastingdienst. Bij leveranciers en klanten moest het vertrouwen herwonnen worden. Maar Elbers slaagde daar snel in. Onder de nieuwe naam VSE (Veelzijdig, Snel en Eenvoudig) Industrial Automation stelde hij een businessplan op. Daarin legde hij de focus op industriële automatisering, een terrein waarop hij door zijn tijd bij Omron een expert geworden was. Al gauw was de bank weer aan boord, gingen belangrijke leveranciers akkoord met een betalingstermijn van 90 dagen en leverden ze de materialen zodat klanten bediend konden gaan worden. Voorts hielp dat hij zelf een paar maanden afzag

van salaris en dat de vier medewerkers die nog in dienst waren zich leergierig betoonden en zich de ins en outs van industriële automatisering snel eigen wisten te maken. ‘Het eerste jaar was heel spannend, maar door hard te werken wisten we snel klanten voor ons te winnen’, blikt Elbers terug. Een deel van de energie van enkele medewerkers ging zitten in het zich eigen maken van motion-control technologie, door studie en ‘het gewoon te doen’. Elbers scherpte de strategie verder aan door op dat gebied te focussen. Een logische keuze omdat motion control het mogelijk maakte in puur mechanische machines de zware aandrijfassen te vervangen door lichtgewicht servomotoren. Minder massa dus wat de klant energiekosten scheelde en hogere machinesnelheden mogelijk maakte. Ook werden de omsteltijden naar een ander product er een stuk korter door omdat het aanpassen van de parameters nog slechts een kwestie van programmeren werd. ‘Of dat een goede strategie is gebleken? Nu ja, we zijn sinds 1997 gegroeid van vier naar 45 man. Maar als was vastgehouden aan het doen van installatiewerk in woningen, waren dat er misschien wel 150 geweest. Wie zal het zeggen’, duidt Elbers laconiek.

Inmiddels is het 25 jaar verder. Dat werd jubileum 19 mei met een aangeklede borrel gevierd, met het huidige personeel én alle oud-medewerkers. Incluis Nico van Schelven, de vorige eigenaar die na de overname nog drie jaar aanbleef om te helpen van de onderneming alsnog een succes te maken. In voorRonald Elbers. Foto: VSE bereiding op de feestavond (waarinstallateur naar hardware engineer, bij ook de nieuwbouw in Schoonnaar operationeel manager. Het hoven die middenin coronatijd succes van dit bedrijf is te danken gereed kwam werd ingewijd) heeft Elbers nog eens wat oude personeels- aan de mensen die er werken. Ik geef er alleen maar leiding aan.’ foto’s bekeken. Nogal wat medewerVSE Industrial Automation is gekers werken al lang – een enkele als specialiseerd in het automatiseren sinds 1997 – voor VSE. ‘Of ik menen optimaliseren van processen, sen weet te binden? Ik geniet ervan integreert daartoe mechanica, elekals ik iemand de kans geef te groeien tronica en software en doet dat voor en hij pakt die kans. Ik kijk waarin klanten in sectoren als de industrie, hij uitblinkt en faciliteer dat met food, bouw en infra. Over twee jaar opleidingen. Ervaren mensen koppel komt er alweer een ander groot ik aan nieuwkomers. Een van die jubileum aan want dan bestaat VSE foto’s was van iemand die als stagiair 50 jaar. is gekomen en hier het hele traject www.vse.nl heeft doorlopen, van monteur en

NEDERLANDSE EN DUITSE ONDERNEMING LANCEREN FIETS VAN PLASTIC AFVAL Het concept van de kunststof fiets zonder roest, onderhoud en smeermiddelen maakt duurzame mobiliteit in de stad mogelijk. De Duitse bondskanselier Olaf Scholz, vergezeld door de Portugese premier António Costa, bezocht op de eerste dag van de Hannover Messe de stand van kunststofspecialist igus. Centraal tijdens het gesprek stond de igus-bike, een innovatief concept voor duurzame stedelijke mobiliteit. igus presenteerde op de beurs een wereldprimeur: het concept van een robuuste fiets die bijna volledig uit kunststof bestaat – van het frame tot de lagers en de tandriem. Een groot deel van de hiervoor benodigde grondstoffen kan worden gedekt door recycling van kunststofafval. Tijdens de rondgang op ’s werelds

grootste industriële beurs voor automatisering en Industrie 4.0 presenteerde igus-ceo Frank Blase de innovatieve fiets. ‘We denken groot en beginnen nu klein. Met onze droom van een volledig plastic fiets is er een kans om de fietsindustrie voor de lange termijn te veranderen.’ Het igus-bike-platform biedt de wereldwijde fietsindustrie de kans om een heel ander soort fiets te bouwen, op vele locaties over de hele wereld. Een van de partners is de Nijkerkse start-up MTRL, die reeds met succes 400 fietsen met kunststof frames en wielen op de Nederlandse wegen heeft gezet en die tegen het einde van het jaar start met de productie en verkoop van een volwassen igus-fiets en een kindermodel.

De marktintroductie in Duitsland vindt begin 2023 plaats. Verdere varianten, bijvoorDe duurzame fiets. Foto: igus beeld als e-bike, staan ook op de planning. In de toekomst zal de fiets zowel in een versie van nieuwe kunststof als in een versie van 100 procent gerecycled materiaal verkrijgbaar zijn. MTRL plant wereldwijd lokale productielocaties in de buurt van stortplaatsen voor plastic. Blase: ‘De wereld verandert snel. Wij willen deze verande-

ring vormgeven met innovatieve ideeën. Als plastic, zoals bij de igusbike, een waardevolle en duurzame grondstof wordt, dan kan de manier waarop we met plastic omgaan ook op veel andere gebieden positief veranderen.’ www.mtrl.bike www.igus.bike

juni 2022

87


© De helm is geprogrammeerd en geproduceerd door DAISHIN

Op zoek naar een CAM-oplossing? ®

Ontdek de voordelen van hyperMILL en schakel over op de beste CAM-software voor al uw 2.5D-, 3D-, 5-assige, frees-draai-, HSC- en HPC-bewerkingen.

www.openmind-tech.com


UIT DE MARKT ‘HYBRIDE WERKEN IS NIET ENG’ Het gezelschap dat medio april op uitnodiging van MercuriUrval in Vught bijeenkwam, bestond vrijwel uitsluitend uit ‘witte mannen in de leeftijd 45 tot 50 jaar’. Managers van industriële bedrijven die waren afgekomen op het thema van de avond: ‘Innovatie in het tijdperk van het hybride werken’. Al snel werd duidelijk dat hybride werken alom als een probleem wordt gezien, want het is slecht voor het innovatievermogen van een onderneming. Innovaties ontstaan immers door persoonlijk met elkaar in gesprek te kunnen gaan. Juist die persoonlijke interacties leidt tot nieuwe inzichten en ideeën die niet ontstaan als de medewerkers thuis zitten, enkel en alleen met elkaar verbonden langs de digitale wegen van Teams en Zoom, zo viel te beluisteren. Onderzoek van EPO laat zien dat dat echter niet voor de industrie in het algemeen geldt: het aantal patentaanvragen is vorig jaar, ondanks alle lockdowns, juist toegenomen, ook in Nederland. Het businessmodel van Mercuri

Urval drijft in belangrijke mate op het vinden en werven van (top)managers, onder meer voor de industrie. Die doelgroep bezette een groot deel van de stoelen tijdens de avond. Een aantal van hen huldigde ideeën die gebaseerd zijn op ‘old school’-leiderschap, met veel behoefte aan controle, constateerde Rik Zuidmeer, managing director Mercuri Urval Nederland en een van de inleiders. ‘Er heerst een te eng beeld van het hybride werken. Dat is meer dan thuiswerken en vergaderen via Teams. Hybride werken houdt in dat mensen de gelegenheid krijgen daar en dan te werken wanneer dat voor hen en voor de kwaliteit van hun werk het beste uitkomt. Waarom zou je vrouwen en mannen die graag zelf de kinderen van school willen halen niet in de gelegenheid stellen een deel van hun werk ’s avonds thuis te doen? Ja, de wereld is veranderd, maar verandert niet meer terug. De nieuwe workforce wil niet vijf dagen per week op kantoor zitten. Die wil flexibiliteit. Dat vraagt van een leider dat hij

Rik Zuidmeer. Foto: MercuriUrval

stuurt op output en op basis van vertrouwen. En dat kan ook makkelijk: uit onderzoek van het CPB blijkt dat door het thuiswerken in de coronatijd de productiviteit juist is toegenomen.’ Tijdens de avond kwam aan de orde hoeveel uur per week een r&d-medewerker nu echt bezig is met innoveren. ‘Ik schat dat dat niet veel meer dan 10 procent van de tijd is. Waarom zou je mensen dan niet de ruimte geven alleen daarvoor een halve dag per week naar kantoor te komen,

voor die persoonlijke ontmoetingen met collega’s? En zelf dat is misschien niet meer nodig als technieken als virtual reality het de r&d’er straks mogelijk maken om thuis achter zijn pc het product waaraan hij werkt digitaal beet te pakken en te bespreken.’ Dat soort technieken maakt het wellicht ook voor de collega’s van productie mogelijk om hybride te gaan werken. ‘Roep niet direct – old school – dat dat niet kan, maar ga na of virtual of augmented reality of wat dan ook niet tóch mogelijkheden biedt. Zodat je ook díe medewerkers de flexibiliteit kan bieden die ze willen.’ Ook zonder controle van bovenaf doen mensen veel liever een taak goed dan dat ze zich er vanaf maken. Zuidmeer: ‘Wij willen leidinggevenden helpen adaptief te worden, hun stijl van managen aan te passen aan de behoeften van de moderne workforce. Te laten zien dat het hybride werken niet eng is, maar dat het juist leuk en interessant is die reis als leidinggevende mee te maken.’ www.mercuriurval.com

MERCEDES LAAT DEALERS SPARE PARTS 3D-PRINTEN EN BORGT MARGE MET WIBU Eind mei heeft de Mercedes-Benz Group een overeenkomst gesloten met Wibu-Systems voor het gebruik van de licentiesoftware CodeMeter. Mercedes wil de software specifiek gaan gebruiken voor de betrouwbare registratie van het aantal malen dat een autodealer een bepaald spare part 3D-print, vertelt Wibu-security expert Rüdiger Kügler. ‘Daimler wil toe naar een situatie waarin ze dealers geen onderdelen meer sturen, maar die alleen nog voorzien van

een fysieke USB-sleutel met daarop de digitale tekening van het onderdeel. De dealer steekt die sleutel in zijn printer, die herkent de tekening en gaat printen. Onze software legt vast hoe vaak een dealer het onderdeel print en zorgt dat die teldata goed versleuteld worden zodat Mercedes en de dealer erop kunnen vertrouwen dat die data correct zijn. Mercedes hoeft nu geen onderdelen meer te produceren en op te sturen, maar behoudt de marge die het

VOLVO TRUCKS START ZELF MET ASSEMBLAGE ACCU’S Volvo Trucks gaat van start met zijn allereerste assemblagefabriek voor accu's. Die is gevestigd in het Belgische Gent en moet zorgen voor de toelevering van kant-en-klare batterijen voor de zwaardere, heavyduty e-vrachtwagens van Volvo Trucks. Als de opstart volgens plan verloopt, gaat de serieproductie in het derde kwartaal dit jaar van start. En dit in principe klimaatneutraal,

aangezien de fabriek zelf wordt aangedreven door 100 procent hernieuwbare energie. Met de start van de assemblagefabriek wil Volvo Trucks de doorlooptijden voor klanten verkorten, waarmee het bedrijf inspringt op de snelle ontwikkeling van laadnetwerken en verbeteringen in accutechnologie. www.volvotrucks.nl

genereert met spare parts.’ De CodeMetersoftware wordt gebruikt voor het licenseren van uiteenlopende producten. De versie die Mercedes gaat gebruiken, is aangepast voor het 3Dprinten van spare parts, maar is gebaseerd op softDe USB-sleutel met daarop de digitale tekening van een onderdeel. ware die al zo’n twintig jaar gele- Foto: Com-magz den is ontwikkeld voor Agfa. Agfa wilde kunnen bijTechnologies, de derde partij in dit houden hoeveel fotokopieën er door samenwerkingsproject. ‘Mercedes is klanten gemaakt werden. Wibu zet onze eerste klant voor deze pay per zijn producten tegen abonnementsuse-software voor dit doeleinde. vergoeding in de markt. De overeen- We verwachten de komende jaren komst met Mercedes is echter gebameer overeenkomsten te sluiten. seerd op het pay per use-model dat 3D-printing in kunststof of metaal Wibu vorig jaar introduceerde. biedt een goede kwaliteit en het De USB-key kan door dealers voorscheelt transport en andere logistieke alsnog alleen gebruikt worden op handelingen.’ 3D-printers van het Chinese Farsoon www.wibu.com

juni 2022

89


Kom meer te weten over de ďĞǀĞƐƟŐŝŶŐƐŵŝĚĚĞůĞŶ ĚŝĞ ũĞ ďĞƐƚĞůƚ͘ :ĞǀĞŬĂ͕ Ă ŽƐƐĂƌĚ ĐŽŵƉĂŶLJ͕ ŝŶƚƌŽĚƵĐĞĞƌƚ͗

Assembly Technology Experts ĞŶ ŶŝĞƵǁĞ ƐƚĂƉ ŝŶ ;ĐŽͿĞŶŐŝŶĞĞƌŝŶŐ͘ KŶnjĞ ĞdžƉĞƌƚƐ ŚĞůƉĞŶ ĞŶ ŽŶĚĞƌƐƚĞƵŶĞŶ ũĞ ďŝũ ŚĞƚ ǀŝŶĚĞŶ ǀĂŶ ŚĞƚ ďĞƐƚĞ ĠŶ ũƵŝƐƚĞ ďĞǀĞƐƟŐŝŶŐƐŵŝĚĚĞů ǀŽŽƌ ũŽƵǁ ƉƌŽĚƵĐƚ͘ sŽůĚŽĞƚ ĞĞŶ ƐƚĂŶĚĂĂƌĚ ďĞǀĞƐƟŐŝŶŐƐŵŝĚĚĞů ŶŝĞƚ ĞŶ ďĞŶ ũĞ njŽĞŬ ŶĂĂƌ ĞĞŶ ŽƉůŽƐƐŝŶŐ ŽƉ ŵĂĂƚ͍ EĞĞŵ ŶƵ ǀƌŝũďůŝũǀĞŶĚ ĐŽŶƚĂĐƚ ŵĞƚ ŽŶƐ ŽƉ͊

SCAN ME

www.jeveka.com

Als specialist in aandrijven en positioneren leveren wij hoogwaardige componenten, diensten en complete oplossingen voor de apparaat- en machinebouw in de Benelux. Uw applicatiewensen staan hierbij centraal.


UIT DE MARKT FESTO’S PNEUMATISCHE COBOT: ‘EFFICIËNT EN FLEXIBEL ALS EEN GUMMIBEERTJE’ Op de Hannover Messe was hij voor het eerst live te zien: de pneumatische cobot van Festo. Een ‘technische’ collega die medewerkers soepel ondersteunt bij het uitvoeren van vooral monotone werkzaamheden. De cobot werkt het liefst in samenwerking; cobot staat immers niet voor niets voor collaborative robot. Ten opzichte van de elektrisch aangedreven cobots is deze pneumatische variant goedkoper, eenvoudiger in bedrijf te stellen en door het gebruik van perslucht intrinsiek veilig. Nu zijn cobots niet nieuw, maar het feit dat deze op perslucht werkt in plaats van elektriciteit is dat wel. Het levert diverse voordelen op. Cto Frank Melzer van Festo zette ze op een rijtje tijdens de Festo TechTalk medio mei. ‘Door gebruik te maken van perslucht is de cobot ten eerste veiliger in gebruik. Lucht is immers samendrukbaar dus wanneer een medewerker tegen de robotarm aankomt, zal dit niet leiden tot een starre ‘botsing’, maar tot een meeverende arm die de impact duidelijk verlaagt. Deze eigenschap wordt verder versterkt door de toegepaste lichtgewicht materialen en het feit dat er geen zware elektrische aandrijvingen en overbrengingen nodig zijn.’ Ook in gebruik levert een pneumatische cobot duidelijk voordelen op.

Zo is de volledige besturing in de voet van de cobot geïntegreerd waardoor deze eenvoudig is op te pakken en mee te nemen naar de locatie waar hij nodig is. De cobot weegt maar 17 kilo en heeft uitsluitend een persluchtaansluiting en een 24 Volt voeding nodig. Hij is te configureren met de Links Frank Melzer en rechts Christian Tarragona. Foto: Festo bijbehorende programma toe te voegen. Via stansoftware. Wanneer het om een eendaard interfaces is de cobot tevens te voudige beweging gaat, is de cobot koppelen met controllers van een in een half uur operationeel. Het hogere orde. begin- en eindpunt zijn in te stellen De diverse eigenschappen maken de door de robotarm handmatig naar cobot geschikt voor onder meer pick deze punten te bewegen en deze ver& place-toepassingen en het labelen volgens te bevestigen. Ook de af te en etiketteren van producten, ook leggen weg is op deze manier in te wanneer het zachte en kwetsbare programmeren, zelfs als het om materialen betreft. Verder kan de complexe bewegingen (bijvoorbeeld cobot producten plaatsen in (bewervoor het coaten van producten) kings)machines en weer uitnemen. gaat. Andere functies – zoals het Door de hoge nauwkeurigheid openen en sluiten van een grijper – (herhalingsnauwkeurigheid 0,3 mm) zijn met behulp van functieblokken is ook het beladen en ontladen van en het drag&drop-principe aan het

FESTO EN TRUMPF WERKEN AAN GROOTSCHALIGE BIOMASSA-PRODUCTIE Op de Hannover Messe demonstreerde Festo ook een systeem waarin de eigen automatiseringstechnologie wordt gecombineerd met kwantumtechnologie van Q.ANT. Q.ANT is een volle dochter van Trumpf. De twee bedrijven zijn een strategisch partnerschap aangegaan om met technologie te komen waarmee op industriële schaal biomassa gekweekt kan worden. Dit systeem is het eerste, concrete resultaat daarvan. Die biomassa kan bestaan uit algen. Algen zijn kleine bestrijders van klimaatverandering. Ze binden tien keer meer kooldioxide dan landplanten. Wanneer algen worden

gekweekt in bioreactoren die zijn uitgerust met de juiste sensoren, regeltechnologie en automatisering kan deze efficiëntie worden verhoogd tot het 100-voudige van die van landplanten. De stoffen die bij dit proces ontstaan, kunnen worden gebruikt als grondstof voor geneesmiddelen, verpakkingen en cosmetica en uiteindelijk worden gerecycled op een manier die een klimaatneutraal systeem tot stand brengt. Een van de grootste uitdagingen ligt in het nauwkeurig bepalen van de hoeveelheid biomassa. Hiervoor vertrouwt Festo op kwantumsensortechnologie van Q.ANT die nauwkeurige, real-time informatie over

de groei van de organismen levert. Om deze informatie te verkrijgen, worden de algen automatisch en continu naar de sensor getransporteerd via speciale microfluïdische componenten van Festo, zoals pompen die uiterst kleine hoeveelheden vloeistoffen met een uitstekende precisie kunnen verwerken. ‘Onze automatiseringstechnologie en expertise in regeltechniek maken ons de perfecte partner voor grootschalige biomassateelt’, aldus Volker Nestle, hoofd life tech product development bij Festo. www.qant.de

testmachines voor printplaten mogelijk. Feitelijk is alles mogelijk wanneer de belasting de 300 N niet overschrijdt en de reikwijdte binnen een armlengte van 76 cm blijft. Christian Tarragona, hoofd van de afdeling Robotics bij Festo geeft aan: ‘Deze pneumatische cobot is goedkoper dan de elektrische variant. In combinatie met het lage gewicht, de compacte afmetingen en de eenvoudige configuratie maakt dit de cobot ook geschikt voor mkb’ers die vaak minder financiële middelen tot hun beschikking hebben evenals kennis en ervaring om robots te programmeren. In de testen die nu lopen wordt de cobot zelfs al snel ervaren als ‘collega’. Efficiënt, altijd vriendelijk en zo flexibel als een gummibeertje.’ De cobot is ontwikkeld binnen het Festo-programma. Zo is hij te combineren met een veelvoud aan grijpers uit dat programma waarmee ook kwetsbare producten of producten met wisselende vormen – bijvoorbeeld fruit – zijn op te pakken. Daarnaast is er bij Festo alle kennis beschikbaar om het persluchtverbruik te minimaliseren en een optimale persluchtkwaliteit te genereren. Er zijn ook mogelijkheden om de cobot in te zetten in omgevingen waar hygiëne van belang is. De officiële marktintroductie van de pneumatische cobot staat gepland in 2023. www.festo.com

juni 2022

91


ADVERTORIAL

INZICHT IN HET PRODUCTIEPROCES: WAAR ZITTEN DE KNELPUNTEN? Productiebedrijven hebben het niet makkelijk. Er zit veel onzekerheid en dynamiek in de keten en bij de afnemers. De interne druk op de kosten neemt toe, onder meer door de wereldwijde concurrentie. Het zorgt ervoor dat bedrijven hun productiestrategie steeds verder afstemmen op de vraag van de consument. Maar omdat die vraag snel verandert, moet de productie daar heel snel op kunnen inspelen. Door de grotere behoefte aan productvariatie moeten bedrijven immers de introductietijd voor een nieuwe variant drastisch reduceren.

HELDER INZICHT De trends die wij hier beschrijven, brengen voor de productiebedrijven een grote uitdaging met zich mee. In de praktijk stellen wij vast dat het daarbij telkens weer om een gebrek aan inzicht draait: inzicht in hoe de bestaande lijnen en lay-outs werken en hoe die flexibel in te zetten of aan te passen zijn, bijvoorbeeld om te kunnen inspelen op de vraag naar een nieuwe productvariant. In dit hele verhaal zien wij hoe productiebedrijven – ondanks alle complexiteit – zich flexibel op moeten stellen, willen ze hun plaats in de markt behouden. Ze moeten zo snel en goedkoop mogelijk aan de vraag van de klant kunnen voldoen. Maar daarbij blijkt dat duidelijk inzicht en overzicht niet langer goed in te vullen zijn met klassieke tools als Excel of Visio. Daar zijn de productieprocessen inmiddels te complex voor en spelen er te veel variabelen mee. Deze klassieke tools hebben namelijk een groot nadeel: door technische beperkingen zijn ze gebouwd op basisaannames. Spreadsheets kunnen dynamische voorwaarden zoals machinestilstand en beschikbaarheid van operators niet meenemen zonder een hoge kennis van programmeertalen. Dit terwijl het management nu meer dan ooit hoog gedetailleerde informatie nodig heeft over de throughput van het nieuwe systeem. VIRTUELE VALIDATIE Waarin schuilt het antwoord dan wel? In ons vorige artikel beschreven wij het belang van de vlotte uitwisseling van data tussen engineering en productie. Dat idee krijgt hier een vervolg. Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven in steeds meer delen van het proces digitale tools moeten inzetten, willen ze efficiënt om kunnen gaan met de vraag naar meer productvariaties. Met die digitale tools kun je de productie eerst virtueel visualiseren en valideren, voordat je in productie de wijzigingen daadwerkelijk doorvoert.

Wij zien daarnaast dat bedrijven niet precies weten waar de problemen in hun huidige proces zich bevinden. Daarom brengen wij met behulp van een stappenplan eerst de huidige situatie goed in kaart. Daardoor kunnen we snel identificeren waar er in de bestaande lijnen mogelijke verbeteringen zitten. Ook voor nieuwe investeringen in bijvoorbeeld een AGV’s, een extra machine of een nieuwe lijn, denken wij het liefst zo vroeg mogelijk in het proces mee. Want dan kunnen we niet alleen een bijdrage leveren aan een zo optimaal en efficiënt mogelijke productie, maar wij voorkomen ook dat er verkeerde investeringen worden gedaan.

LATEN WIJ SPARREN? Benieuwd hoe wij in jouw organisatie het stroomlijnen van je productieproces zouden aanpakken? Wij plannen graag een kennismakingsgesprek!


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

3D-PRINTING

OVERNAMES

Ultimaker en MakerBot fuseren

GLASPRODUCTIE

Anders Invest participeert in Royal Leerdam Glasfabriek Royal Leerdam is na een halve eeuw weer in Nederlandse handen, nu Anders Invest onlangs heeft getekend voor de overname van 100 procent van de aandelen. Royal Leerdam draaide in het afgelopen jaar een omzet van 120 miljoen euro, telt ruim 600 medewerkers en produceert tafelglas in Leerdam en Portugal. Het bedrijf is bijna 150 jaar oud. Zo’n vijftig jaar geleden kwam het in handen van BSN – het latere

Danone – waarna Royal Leerdam in 1995 werd verkocht aan private equity partij CVC. Een kleine tien jaar later werd het Amerikaanse Libbey Glass LCC de nieuwe eigenaar. Omdat diezelfde partij zich meer op de Amerikaanse markt wil richten, ging Royal Leerdam in de verkoop. En krijgt daarmee weer een Nederlandse eigenaar. www.royalleerdamcrystal.nl www.andersinvest.nl

GROOTHANDEL

Mparts gaat op in de Bibus-organisatie Groothandels Bibus Romicon en Mparts gaan vanaf begin komend jaar verder onder de naam Bibus. Dit als resultaat van de recente aanen verkooptransactie door Mpartsdirecteur Stefan van der Beek. Die heeft een deel van zijn Mpartsaandelen verkocht aan het Zwitserse Bibus Holding AG, en daarnaast een deel van de aandelen in Bibus Romicon gekocht. Met de dubbele transactie gaat Van der Beek voor

consolidatie, waarbij het samenvoegen van meerdere kleine bedrijven moet leiden tot meer slagkracht. Bibus Romicon is nu nog gevestigd in Wapenveld. Die vestiging gaat dicht, waarna het bedrijf verhuist naar Lisse, waar Mparts al is gevestigd. Tegelijkertijd wordt met de opstart van Bibus een verkoopkantoor in Apeldoorn geopend. www.mparts.nl www.bibusromicon.nl

Het Nederlandse Ultimaker gaat samen verder met het Amerikaanse MakerBot. Beide 3D-printfabrikanten bestaan ruim tien jaar, waarmee ze aan het begin stonden van de opkomst van 3D-printers. Jürgen von Hollen, ceo van Ultimaker, gaat het commerciële deel van het nieuwe bedrijf aansturen. Ook MakerBot-ceo Nadav Goshen blijft behouden voor de nieuwe organi-

satie, waar hij verantwoordelijk wordt voor operations. Naast de bekendmaking van de fusie meldden de twee bedrijven dat ze 62 miljoen dollar aan investeringen hebben opgehaald, bedoeld voor r&d en het aanboren van nieuwe markten. www.ultimaker.com www.makerbot.com

MACHINEBOUW

Tuinte gaat bouwen voor Axxor Het Zwolse Axxor, producent van papieren honingraat, heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met machinebouwer Tuinte uit Hengevelde. Die omvat een afspraak voor de komende vijf jaar, waarin Tuinte een nieuwe generatie modulaire expandeermachines gaat ontwikkelen en bouwen voor Axxor. Dat expanderen vindt plaats bij Axxors afnemers, die met de

machines de in samengedrukte vorm aangeleverde honingraat uit elkaar kunnen trekken tot de gewenste omvang. Is dat eenmaal gebeurd, dan kan de raat worden toegepast als kernmateriaal in onder andere meubels, deuren, auto-onderdelen en bouwproducten. www.tuinte.com www.axxor.com

METAAL

Acero Group breidt uit met TMP Groep Met de overname van het Waalwijkse TMP Groep versterkt de Brabantse ondernemersfamilie Van Sprundel de eigen metaalgroep Acero Group. Dit als onderdeel van de buy-and-buildplannen van Van Sprundel Investment Partners, waarmee de familie een full-service metaalgroep met een groepsomzet van ruim vijftig miljoen euro beoogt. Adviseur Marktlink bege-

leidde de overname, die past binnen het bedrijfsprofiel: de familie Van Sprundel zoekt bedrijven met tien tot vijftig medewerkers en een omzet tussen de 3 en 15 miljoen euro. TMP Groep omvat zo’n veertig medewerkers, verdeeld over de drie onafhankelijke bedrijven TMP Metaalprodukten, TMP Constructies en TMP Coatings. www.tmpgroep.nl

ALLIANTIES CIRCULARITEIT

HCH en GSES slaan de handen ineen Stichting Holland Circular Hotspot (HCH) en platform Global Sustainable Enterprise System (GSES) hebben recent een samenwerkingsovereenkomst getekend. Die moet ertoe leiden dat beide organisaties de Nederlandse inbreng voor een circulaire economie internationaal verder uitdragen. Meer specifiek

gaat het om oplossingen die duurzame en circulaire prestaties van de gebouwde omgeving meetbaar maken. Hiervoor schrijven en delen beide partners (online) publicaties en leveren ze bijdragen aan bijeenkomsten in binnen- en buitenland. www.hollandcircularhotspot.nl www.gses-system.com

juni 2022

93


UIT DE MARKT PETER VAN HARTEN DAAGT MET LAAGDREMPELIG BOEK DUITSE MKB’ER UIT TE DIGITALISEREN Peter van Harten is ere-ambassadeur van Smart Industry in Duitsland en heeft voor Isah Business Software al jaren het DACH-gebied als werkterrein. Zo heeft hij er een goed beeld kunnen opbouwen van de mate van digitalisering van het industriële mkb. Daar is het in Duitsland, zo vertelde hij eind mei op de Hannover Messe, niet goed mee gesteld. ‘De sense of ugency is alom wel aanwezig, maar veel kleinere ondernemingen weten niet goed hoe te beginnen.’ Het is om die reden dat hij in 2018, tijdens het bezoek van het Koninklijk paar aan Kaiserslautern, op het idee kwam een boek te schrijven, juist om die Duitse mkbondernemer te helpen zijn eerste digitaliseringsschreden te zetten. Dit voorjaar kwam dat boek gereed, met de tot de verbeelding sprekende titel ‘Dein Unternehmen braucht ein Datenstecker’. In het Holland Paviljoen op de beurs in Hannover legde hij uit dat digitalisering nodig is om concurre-

rend te blijven. Immers, het mkb maakt altijd deel uit van een toeleverketen en heeft een hoop klanten. Met al die partijen moet gecommuniceerd kunnen worden, om goed te kunnen samenwerken. Dat delen van data in die netwerken wordt echter bemoeilijkt doordat bedrijven er niet in slagen goede dataconnecties te maken. Dat vergt organisatorische ingrepen, het op orde brengen van de data-huishouding en een ‘Datenstecker’ waarmee probleemloos digitale verbindingen gelegd kunnen worden met ketenpartners en klanten. Zo ontstaat een goed geïntegreerd netwerk van ondernemingen die veel concurrerender zijn. ‘Data kunnen dan correct, automatisch en goed beveiligd worden uitgewisseld. Dat is veel meer dan een EDI-verbinding tussen twee ondernemingen. Vandaar de titel’, aldus Van Harten in het voorwoord van zijn boek dat vol staat met tips uit de praktijk om te digitaliseren.

Vanaf het podium ging hij ook in op de subtitel: ‘Digitalisiere dein Business erfolgreich mit der 12% Challenge’. ‘Kies als ondernemer elk maand één procesprobleem – bijvoorbeeld gebrekkige productieplanning, lage Peter van Harten. Foto: Com-magz productiviteit of slechte leverpergepubliceerd en nog niet in het formance – en probeer in die maand Nederlands. Daarmee wil Van Har1 procent te verbeteren. Als je daarten niet zeggen dat de Nederlandse mee eenmaal aan de gang bent, industrie geen digitalisering- en intewordt dat vanzelf een paar procent gratiestappen meer te zetten heeft. meer. Na 12 maanden zal je bedrijf ‘Als dit boek een succes wordt, kom dan veel concurrerender zijn.’ ik eerst met een Engelstalige versie, Het boek is op ‘ouderwets’ papier daarna met een Nederlandse.’ Daaruitgebracht, maar benadrukte Van op vooruitlopend gaat de Smart Harten: ‘Mijn emailadres staat erin. Industry-organisatie binnenkort met Lees het en stuur me je feedback. Na een groep van Nederlandse ondereen maand kan er dan al een geüpnemers de ‘12% Challenge’ aan. datete digitale versie gepubliceerd www.datenstecker.com worden.’ Het boek is nu in het Duits

Ziet u door de bomen nog het bos van de “klimaatregelen”? In 2050 willen we in Europa netto geen broeikasgassen meer uitstoten. Om dat te bereiken zijn onder andere de Green deal, de Energy Efficiency Directive en de Energy Performance of Buildings Directive opgezet. Het overgrote deel van alle groene investeringen zal de komende 25 jaar gedaan worden in panden die al bestaan. Daarom is de renovatie van gebouwen in de Europese Green Deal als belangrijkste initiatief aangemerkt.

Begin met verlichting! Natuurlijk bent u ook bezig met duurzame initiatieven. Heeft u daarbij al eens aan de verlichting in uw pand gedacht? In de wirwar van maatregelen wijst itsme, Dutch Industrial Supplier of the Year, u de weg! Onze specialisten van itsme Lighting Technology ondersteunen u bij duurzame investeringen conform de laatste richtlijnen. Zo creëert u een optimale werkomgeving met een korte terugverdientijd en zonder verrassingen!

94

juni 2022

Praktisch en concreet! Met de FactoryScan van itsme Lighting Technology maken wij op locatie een inventarisatie van uw huidige situatie. Zo krijgt u snel en eenvoudig inzicht in duurzame oplossingen en brengen we in kaart waar bestaande lichtbronnen vervangen kunnen worden door efficiënte LED-verlichting. Met beperkte voorraden, grote behoefte en de huidige marktomstandigheden kunnen lange wachttijden ontstaan. Wacht dus niet te lang maak een afspraak via www.itsmenederland.nl/duurzaamlicht of scan de QR-code! itsme | Making You Succeed! www.itsmenederland.nl


SPIE PAST ZICH AAN DE CAPACITEIT VAN HGG AAN Voor het toeleveren van complete besturingskasten zet HGG onder andere SPIE Machinebouw in. Meestal worden volledige elektronische schema’s aangeleverd en ligt het accent van het werk op het zodanig aanpassen van het ontwerp dat dat eenvoudiger uitgevoerd kan worden. ‘We hebben hier in Weert’, schetst Robert Bakker, ‘de meest moderne apparatuur staan om die panelen mee te produceren, als CNC-machines, gotenknippers en draadconfectiemachines. Onze mensen kunnen aan de hand van de schema’s, in nauwe samenspraak met de mensen van HGG, de productie ervan optimaliseren’, aldus de operational manager. ‘Maar het komt ook wel voor dat we alleen aan de hand van functionele specificaties van HGG aan de slag gaan en de complete elektrische engineering voor onze rekening nemen. Dat is vaak afhankelijk van de capaciteit die HGG zelf beschikbaar heeft.’ Een actuele uitdaging daarbij is te zorgen dat alle benodigde componenten – op tijd – beschikbaar zijn, schetst projectcoördinator Roland Ramakers: ‘Een speciale robot controller bijvoorbeeld levert HGG

altijd zelf wel toe. In normale tijden leveren klanten als HGG veel zelf aan, maar nu dikwijls minder vanwege de sourcingsproblemen. Daarin proberen we hen zo goed mogelijk te ontzorgen.’ ‘Daarbij is het een voordeel’, vult Bakker aan, ‘dat SPIE een grote, multinationale organisatie is. Als bepaalde componenten wel beschikbaar zijn in Frankrijk kunnen we ze eenvoudig daarvandaan halen. En we kopen natuurlijk voor heel veel bedrijven in. We heb-

ben daarvoor specialisten die bij hun zoekwerk heel goed die vraag voor de panelen voor HGG mee kunnen nemen. Desgewenst kunnen we ook alle sourcing regelen. We zijn daar flexibel in.’ Voorts kan SPIE de klant ondersteunen bij de fabricage en installatie van de machines en besturingen op de eigen locatie en die van hun klant. ‘Wij kunnen elektrotechnische en mechanische machinebouw monteurs op projectbasis inzetten als de

productiebehoefte daarom vraagt. Daarbij kunnen we ook ondersteunen bij het installeren van grote projecten in binnen- en buitenland. Zo gaan binnenkort onze Franse specialisten het HGG-team helpen bij het installeren een 3D-profileringslijn. Dat versnelt het proces en voorkomt taalproblemen.’ Meer over de wijze van engineeren bij HGG in het artikel op pagina 20. www.spie-nl.com/oplossingen/ machinebouw, www.hgg-group.com

LOVENDE REACTIES OP MASTERCLASS SMART CUSTOMIZATION ‘Dit geeft een goed overzicht van de in en outs.’ ‘De sprekers zijn enthousiast en hebben veel kennis van en ervaring met het onderwerp.’ ‘Ik ga met veel ideeën en concrete handvatten naar huis.’ Link Magazine organiseert samen met Post en Dekker, Yellax en IPL Advies de masterclass Smart Customization en de reacties zijn lovend. In de zaal zitten deelnemers van bedrijven uit uiteenlopende industriële sectoren, groot en klein. Ze geven aan dat de masterclass een goede mix van theo-

rie en praktische tips is. De masterclass is bedoeld voor bedrijven die de mogelijkheden van smart customization uitgebreid willen verkennen. Wellicht zijn ze voor hun klanten steeds hetzelfde aan het maken, maar dan toch elke keer weer net even anders. Het kan zijn dat het aantal uren engineering per miljoen euro omzet stijgt door steeds meer klantspecifieke engineering. Misschien is er sprake van steeds meer verstoringen en kwaliteitsproblemen.

Smart customization is het eenvoudig, efficiënt en foutloos vertalen van een klantwens naar een gestandaardiseerde oplossing. Tijdens de masterclass komen onderwerpen als visie, modularisatie, standaardisatie, product-marktcombinatie, organisatie, leiderschap en veranderprocessen aan bod. De eerstvolgende masterclass is donderdag 13 oktober 2022 (in restaurant De Duikenburg in Echteld). Meer informatie en aanmelden: www.linkmagazine.nl

Nieuwe website LM Systems en LinMo on live! Op onze nieuwe website vindt u: het complete assor mentsoverzicht van LM Systems en LinMo on; downloads en 3D files met uitgebreide technische specifica es; data voor alle aankomende beursdeelnames;

lmsystems.nl

linmo on.nl

actualiteiten op het gebied van productontwikkeling en innova es.

De nieuwe website bevat een zeer compleet overzicht van ons assor ment. Met als extra service uitgebreide techische specifica es en 3D files die te downloaden zijn!

juni 2022

95



SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

GELEVERD METAAL

Nieuw skillslab biedt de lasindustrie een boost Kennis van de nieuwste technologie inzetten voor de lasindustrie. Zodat diezelfde kennis behouden blijft en de studenten hun knowhow meenemen naar hun toekomstige werkgever. Zie daar de achterliggende gedachte van het Skillslab Smart Welding, dat onlangs werd gelanceerd. Onderwijs, Koninklijke Metaalunie en bedrijven werken erin samen, waarbij mboRijnland als eerste ROC start met het Smart Welding Factory Skillslab voor Zuid-Holland. Dit in samenwerking

met het LAC, dat bedrijven helpt innoveren met robotisering en het lesmateriaal voor het lab heeft ontwikkeld. Docenten van mboRijnland en medewerkers van meerdere metaalbedrijven volgden eerder de cursus tot lasrobotprogrammeur. Nu ze die hebben afgerond, zijn zij gekwalificeerd om zelf trainingen te verzorgen voor medewerkers van bedrijven en studenten uit het reguliere onderwijs. www.mborijnland.nl, www.metaalunie.nl, www.lac.nl

ELEKTRIFICATIE

VDL voorziet GVB-vloot van 84 nieuwe e-bussen GVB, het openbaarvervoerbedrijf van Amsterdam, breidt de eigen vloot aan elektrische bussen uit met 84 nieuwe exemplaren van VDL Bus & Coach. Meer specifiek gaat het daarbij om de generatie VDL Citea’s, die vanaf 2023 worden ingezet en gebaseerd zijn op VDL’s nieuwe elektrische aandrijflijn. Naast het leveren van de 84 bussen – verdeeld over 54 VDL LF-122 exemplaren en

30 LF-181-uitvoeringen – staat in het raamcontract een optie voor nog eens 130 VDL Citea’s. Ook is afgesproken dat VDL Bus & Coach voor de implementatie van de laadinfrastructuur zorgt. De 84 Citea’s zijn niet de eerste e-bussen voor GVB: het bedrijf rijdt er sinds eind 2019 mee. www.vdlbuscoach.com www.gvb.nl

GEÏNVESTEERD ENERGIETRANSITIE

eLstar Dynamics start fabriek smart glas in Eindhoven Voldoende inkt voor 300.000 tot 400.000 vierkante meter adaptief smart glas. Zie daar de capaciteit van de nieuwe inktproductiefaciliteit die in Eindhoven wordt geopend

bij de inkten in de ruiten een solar control-functie hebben. Eerder berekende TNO al dat zogenoemde thermochrome ramen in Nederland een kostenbesparing van 638 euro per woning kunnen opleveren. Dat komt op jaarbasis neer op een potentiële besparing van 4,5 miljoen ton CO2. www.elstar-dynamics.com

Dankzij de technologie kunnen gebruikers de hoeveelheid zonneenergie die een gebouw of voertuig binnenkomt controleren. Ook stelt het glas ze in staat om de weerspiegeling van glas en de directe blootstelling aan warmte te reguleren. De mate waarin licht wordt doorgelaten varieert van 0,2 tot 70 procent, waar-

METAAL

Schouten & Visschers haalt primeur BLM in huis buislaser toe naar een hogere efficiency, minder tussenvoorraad en meer nauwkeurigheid. ‘BLM Group kon dat met deze BLM Adige buislaser realiseren’, aldus technical manager Geert Jan Jongstra in een persbericht. ‘De integratie van lasersnij-, boor- en tapbewerkingen op één machine levert ons een forse besparing in doorlooptijd op.’ www.senv.nl www.blmgroup.com

Bij metaalwarenfabriek Schouten & Visschers in Epe draait sinds kort een Adige LT8.20 buislasersnijmachine van fabrikant BLM. De versie van deze machine blijkt een bijzondere, aangezien die als eerste in de Benelux is uitgerust met een boor- en tapunit ineen. Daardoor kan Schouten & Visschers meerdere bewerkingen uitvoeren die eerder separaat ergens anders in de fabriek plaatsvonden. Het bedrijf (85 medewerkers) wil met de nieuwe

ENERGIETRANSITIE

Bosch zet grootschalig in op groene waterstof ‘We kunnen het ons niet veroorloven klimaatacties langer uit te stellen’, zo liet Stefan Hartung, bestuursvoorzitter bij Bosch, optekenen bij de presentatie van de jaarcijfers van het bedrijf. ‘We willen daarom Bosch-technologie gebruiken voor het ondersteunen van de snelle uitbreiding van waterstofproductie in Europa.’ www.bosch.com

Bosch gelooft in groene waterstof als één van de drijvers voor de energietransitie. Dat blijkt ook weer uit de investeringen tot 500 miljoen dollar in de ontwikkeling van componenten voor elektrolysers. Die zetten water om in waterstof en zuurstof, wat energie vraagt. Is er sprake van duurzame energie, dan biedt een elektrolyser de mogelijkheid tot het opwekken van groene waterstof.

door smart-glasproducent eLstar Dynamics. Is dat glas eenmaal geproduceerd, dan zorgt het voor energiebesparende dimbare ruiten in bijvoorbeeld woningen en auto’s.

Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E kolen@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

Coppens Groep kiest voor SCSN voor digitale communicatie met klanten en leveranciers. Wil je weten waarom? Kijk op de achterpagina

Maak het met Isah.

2

juni 2022 30-05-2022 97 14:43


UIT DE MARKT WEINIG VROUWEN IN DE TECHNIEK, VANWEGE WEINIG VROUWEN IN DE TECHNIEK Voor het overgrote deel van de bedrijven is het tekort aan technici het afgelopen jaar toegenomen of gelijk gebleven. De verwachting voor de komende vijf jaar is niet anders. Dat leidt volgens werkgevers tot drukte en stress op de werkvloer. Op maatschappelijk niveau remt het met name de innovatie. Aldus de TechBarometer 2022 die dit voorjaar is gepubliceerd. Dit rapport inventariseert de actuele industriëlearbeidsmarkttrends, -ontwikkelingen en -knelpunten en is gebaseerd op de input van 1.000 technisch werkgevers, 2.500 technici en 1.000 potentiële zij-instromers. De voornaamste oorzaak van het tekort is volgens werkgevers dat jongeren minder vaak kiezen voor een technische opleiding. Opvallend genoeg richten de meeste initiatieven van het bedrijfsleven zich niet op deze groep. Bedrijven zetten vooral in op het breder opleiden van personeel en het aantrekkelijk promoten van het bedrijf onder technici. Daarnaast vinden werkgevers dat de overheid onvoldoende doet om het technici-tekort terug te dringen. Er moet vooral geïnvesteerd worden in het promoten van de sector, het bieden van omscholing met baangarantie en de samenwerking met brancheorganisaties. Zowel de energietransitie als smart industry biedt kansen en uitdagingen voor de technische sector en het terugdringen van het personeelstekort. Werkgevers, technici en potentiële zij-instromers vinden allemaal dat beide ontwikkelingen positieve effecten hebben. Maar werkgevers en technici verschillen duidelijk van mening als het gaat om het aantal technische banen dat gecreëerd kan worden door de energietransitie en smart industry. Daar waar werkgevers dit meer aanduiden als een kans, zien de technici dit eerder als een bedreiging. De arbeidsmarkt wordt momenteel gekenmerkt door veel concurrentie. Een meerderheid van de technici is het afgelopen jaar benaderd door een andere werkgever of recruiter voor een nieuwe baan. Evenwel zijn technici over het algemeen loyaal aan hun werkgever. Redenen om wel van baan te wisselen, hebben allemaal te maken met groei- en ontwikkelmogelijkheden. Wie personeel

98

juni 2022

wil behouden, moet de ontwikkeling van zijn mensen dus stimuleren. In de praktijk is dit echter nog best lastig: waar werkgevers vooral willen dat technici zich ontwikkelen op het gebied van ICT, netwerken en data, ligt de behoefte van technici elders. Voor het vinden van een nieuwe baan of het aantrekken van medewerkers raadplegen zowel werkgevers als technici vooral LinkedIn en hun eigen netwerk. Een meerderheid van de werkgevers is van mening dat tijdens sollicitaties meer gelet moet worden op motivatie dan op het voldoen aan alle technische kwalificaties. Toch ergert bijna een derde zich aan onbekwame mensen die op technische vacatures afkomen (31%). Motivatie alleen is dus blijkbaar niet genoeg. Zij-instromers kunnen een grote oplossing zijn voor het tekort, maar slechts een kleine groep overweegt daadwerkelijk om zich te laten omscholen naar de techniek. Een reden daarvoor is dat de meerderheid van de potentiële zij-instromers niet weet waar ze moeten

De jaarlijkse Monitor Techniekpact van 2022 laat zien dat zo’n 84,4 procent van de technische functies ingevuld wordt door mannen. Slechts 15,6 procent van de techneuten is dus vrouw. Bron: Techniekpact

beginnen. Potentiële vrouwelijke zijinstromers staan overwegend positief tegenover de technische branche. Maar daadwerkelijk de overstap maken, is een ander verhaal. Een meerderheid van de vrouwen vindt het technische vak niet bij zichzelf passen en overweegt omscholing dan ook niet serieus. Gesprekken met vrouwelijke omscholers laten zien dat vrouwen de techniek echt als

mannenwereld beschouwen. Daarmee is het tekort aan vrouwen in de sector mogelijk een vicieuze cirkel: zonder vrouwen blijft het een mannenwereld, wat vrouwen mogelijk afschrikt. De branche moet dus kritisch kijken hoe het technische vak interessant en aantrekkelijk is te maken voor vrouwen, aldus de TechBarometer 2022. www.rovc.nl

WILA ZET EERSTE STAP NAAR MANAGEMENT BUY-OUT Hans Willemsen, eigenaar en algemeen directeur van WILA in Lochem, draagt – in fases – de leiding en het eigendom over aan de huidige directie. De eerste stap is gezet: sinds begin dit jaar zijn Frank Rouweler (director of manufacturing & r&d), Michiel Wensing (director of sales & marketing) en Bart Kempers (director of finance) medeaandeelhouder in WILA en haar dochterondernemingen. WILA positioneert zich als een strategische partner, gericht op langlopende relaties en samenwerking. Een positie die op kennis, stabiliteit, transparantie en vertrouwen is gebaseerd. ‘Juist daarom’, aldus persinformatie, ‘is het voor alle stakeholders geruststellend dat er over de toekomst is nagedacht en dat de continuïteit van de onderneming en de samenwerking met relaties voorop gesteld wordt.’ Daarom ook de stapsgewijze overdracht van leiding en eigendom aan het directieteam. ‘Een team dat vanwege jarenlange intensieve samenwerking de onderneming ademt en anderzijds jong en fris genoeg is om de

invloed te doen gelden.’ Als meerderheidsaandeelhouder en algemeen directeur zal Willemsen ‘zijn rol de komende jaren blijven spelen en met volle inzet meewerken aan het voltooien van een gefaseerde overdracht’. Onder zijn vleugels (vanaf 1987) veranderde WILA van algemene machinefabriek en handelsorganisatie in een fabrikant van Hans Willemsen. Foto: WILA klemmingen, belangrijke speler. De onderneming bomberingen en toolsystemen voor kantpersen, met als doel de kantpers- beschikt over circa 350 medewerkers, twee fabrieken in Nederland en productiviteit van de klant te verdochtervestigingen in de Verenigde hogen. WILA is in de sector van de Staten en China. gereedschapssystemen voor de www.wila.nl plaatbewerking uitgegroeid tot een


‘VOEG ETHISCHE BLIK TOE AAN HET ONTWIKKELINGSPROCES VAN TECHNOLOGIE’ Drang naar innovatie zorgt ervoor dat technologie zich snel ontwikkelt. Dat brengt ons veel, maar als de technologie eenmaal is gemaakt: wat zijn de consequenties ervan? Wat zijn de mogelijke bijeffecten? Denk bijvoorbeeld aan hoe social media in negatieve zin impact kunnen hebben op iemands privéleven. Of aan algoritmes met een bias in zich, en aan surveillance gedreven door artificial intelligence. Kunnen we zulke gevolgen niet voorkomen, door ethiek beter te integreren bij de vormgeving van technologie? Het is die vraag waarmee docent-onderzoeker Jo-An Kamp van Fontys Hogeschool ICT zich bezighoudt. En waarover ze samen met mede-docenten Huub Prüst en Wouter Lancee het boek ‘Technofilosofie in de praktijk’ schreef. Bij het denken over technologie is er een afstand tussen ethiek en praktijk

ontstaan, zo vertelt Kamp. ‘We zien wat technologie doet met de maatschappij, maar hebben er zelf niet direct invloed op. Meestal wordt er eerst wat gemaakt, daarna vinden we er pas iets van. Technofilosofie in de praktijk brengen betekent dat je een kritische, ethische blik toevoegt aan het ontwikkelingsproces van technologie. Dus niet (alleen) achteraf, maar juist ook vooraf en tijdens het innovatieproces. Op deze manier kun je namelijk nog iets veranderen als dat nodig blijkt.’ Kamp baseert zich daarbij op de zogenoemde Mediation Theory van Peter-Paul Verbeek, techniekfilosoof van Universiteit Twente. Verbeek stelt dat ethiek wordt bepaald door de innige relatie tussen mens en technologie, en niet alleen door één van beide. Kamp: ‘De insteek is niet om een oordeel te vellen, maar om meer

Het boek is gratis te downloaden via de site van Fontys en behandelt onder andere de publiek toegankelijke Technology Impact Cycle Tool (TICT). Die is ontwikkeld door een team van onderzoekers, docenten en studenten van Fontys, en biedt een framework voor het bevragen van technologie. ‘Je kunt niet elk effect van een innovatie voorzien’, stelt Kamp, ‘maar als het gaat om bias, privacy of security kun je er wel alert op zijn. De tool helpt om vanuit verschillende invalshoeken een technologie breed te evalueren. Er zit niet echt een moreel oordeel in de tool. In plaats daarvan is die vooral gemaakt om je te helpen de juiste ethische afwegingen te maken.’ www.fontys.nl www.tict.io

bewustzijn in het hele proces te brengen. Welke effecten kan een technologie hebben in verschillende contexten, wat kan er gebeuren in de toekomst, hoe wenselijk zijn die effecten, wat accepteren we en wat kunnen we anders vormgeven?’

Hoe blijf je succesvol in een wereld van disruptie, onzekerheid en globalisering? Een organisatie die zich beweegt in de dynamische wereld van vandaag heeft geen andere keus dan wendbaar te zijn. Dat vraagt om ketensamenwerking; dé manier om klantwensen optimaal te vervullen, kosten te beheersen, je snel aan te passen aan veranderende omstandigheden en bedrijfsdoelstellingen waar te maken. BLMC helpt organisaties wendbaar te zijn door het bedenken en realiseren van praktisch haalbare ketenoplossingen. We laten je niet achter met goedbedoelde analyses en adviezen, maar helpen je daadwerkelijk bij het realiseren van de verbetering.

Consultancy, Project- & Interim Management

Transform for success juni 2022

99


UIT DE MARKT SNEL, SCHOON, MAAR ZONDER MOTORGEBRUL

MATHWORKS LANCEERT NIEUWE SUITES VOOR TECH-STARTUPS

Links naast de bestuurderstoel is een fikse cilindervormige tank geïnstalleerd. Bovenop de motor achterin is een tweede tank geplaatst. Daarin is waterstof opgeslagen, onder een druk van 700 bar. Voldoende energie om langdurige races in de Supercar Challenge te rijden, zonder om de De snelle brandstofauto van de Delftse studenten. Foto: Com-magz haverklap bij te hoeven tanken. Op de beursvloer van de het hoofd te bieden. Zonder uitstoot Hannover Messe stond een net wat van broeikasgassen, met als enige ouder model, goed voor ruim 200 ‘nadeel’ dat de hydrogen-electric km/u en 300 pk onder de motorkap. race car geen motorgebrul produMomenteel wordt de laatste hand ceert. ‘Deze maakt toch een hoop gelegd aan een versie – de Forze IX – herrie’, verzekert de standbemandie een snelheid van 300 kilometer ning, ‘maar het klinkt meer als een per uur kan halen, met een vermostraalvliegtuig.’ De Forze is een gen van ruim 800 pk. Een opwaarproject van Forze Hydrogen Racing, dering die onder andere gehaald een TU Delft-studententeam. De wordt door de toepassing van een studenten worden met technologie nieuwe brandstofcel die meer eleken advies gesponsord door onder trisch vermogen genereert uit waterandere Aalberts, Shell, Delta stof. Power genoeg om de competiElektronika en Airborne. tie tussen de snelste brandstofauto’s www.forze-delft.nl

MathWorks heeft zijn softwareaanbod uitgebreid voor de volgende generatie ondernemers die hun technische ideeën willen omzetten in realiteit. Het bedrijf biedt tech start-ups nu toegang tot een paar standaard suites met MATLAB®, Simulink®, en meer dan 100 branchespecifieke toolboxen tegen een start-up-vriendelijke prijs. De Suites voor Start-ups bieden een volledige stack van ontwikkeltools voor ontwerp en simulatie, testen en codegeneratie. Naast licenties voor MATLAB, Simulink en aanverwante add-on producten, omvatten de suites ook trainingsopties in lokale talen, evenals technische ondersteuning van MathWorks-experts die klaar staan om gebruikers te begeleiden van idee tot implementatie. Gebruikers kunnen ook gebruikmaken van het MathWorks-startpromotieprogramma om hun product en diensten onder de aandacht te brengen. ‘We hebben met duizenden start-ups gewerkt en weten dat het gebruik van de beste tools bedrijven helpt sneller en met minder risico succes-

vol te zijn’, zegt David Rich, directeur van MATLAB Product Marketing. ‘De nieuwe start-up suites zorgen ervoor dat ingenieurs toegang hebben tot commercieel ondersteunde ontwerptools die het volledige scala omvatten van wat MathWorks biedt – van AI, besturingsontwerp, fysieke modellering, codegeneratie, cloudimplementatie en meer.’ MathWorks zet zich, aldus Rich, in om het tempo van engineering en wetenschap te versnellen, en teams te ondersteunen die oplossingen zoeken voor hedendaagse problemen. Onder de 7.000 start-ups in medische technologie, robotica en andere industrieën die MATLAB al gebruiken, bevinden zich Metawave, AEye, en Owl Autonomous Imaging, die allemaal werken aan technologieën voor voertuigperceptie. Lightyear, dat ’s werelds eerste auto op zonne-energie ontwikkelt, heeft ook toegang gekregen tot producten en ondersteuning via het MathWorks Start-up Program. www.mathworks.com

IN Your Future The world is rapidly changing: New production, new mobility, new energy, new normal. We at Panasonic Industry develop the technological building blocks to create the future with you.

100

juni 2022


PERSONALIA

Mark van der Wolf is de nieuwe direc-

teur van Cremer Speciaalmachines. Hij was directeur service & customer care bij Moba Group. Van der Wolf volgt Robert van Dorst op, die nu managing director van Canline Holding is. 247TailorSteel heeft met William Goossens cfo. Goossens werkte onder Bosch Rexroth heeft een nieuwe 2-koppige directie: Arjan Coppens (rechts) is de algemeen directeur en Sergej Bender de financieel directeur. Coppens was al jaren verantwoordelijk voor de verkoop op de Nederlandse markt. Bender was sinds vorig jaar financieel verantwoordelijke voor Rexroth in Nederland.

andere bij Van Mourik Group, ATAG Verwarming en Amefa. Met Goossens erbij wil 247TailorSteel verder werk maken van de eigen groeiambities. Het van oorsprong Zweedse Sandvik Coromant, dat wereldwijd gereedschappen levert aan de metaalverwerkende industrie, heeft Camilla Nevstad Bruzelius aangetrokken als het hoofd van duurzame bedrijfsinitiatieven.

Tom Eussen is begin juni gestart als

voorzitter van belangenorganisatie Metaal Nederland. Hij volgt Hans van den Berg op. Eussen is lid van de raad van bestuur van Tata Steel Nederland en managing director bij Tata Steel Downstream Europe.

ROBOTICS

Bij Quantum Delta NL is de Franse wetenschapper Philippe Bouyer (rechts) begin juni gestart als coördinator van het programma Quantum Sensing Applications. Daarin werken Nederlandse universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven samen aan de verdere ontwikkeling van quantum sensing. Bouyer is ook adjunct-directeur van het Institut d’Optique in Frankrijk.

Met Eveliene Langedijk als voorzitter is de jury voor de TechniShow Innovation Awards 2022 compleet. Langedijk is mede-eigenaar van TAP Group, dat zich richt op smart sensoren voor predictive maintenance binnen de machinebouw. Ook is ze programmamanager Smart Industry bij FME en directeur van branchevereniging GMV.

Experts in Man and Machine Today, our robots work both for, and with, people They have to be fast and precise, collaborative and agile, user-friendly and highly mobile. In all kinds of industries, they redefine performance. Even in the most sensitive environments, they make production smarter. Providing smart data, in an easily connected world, where we share our expertise. A world of solutions.

Antonio Cambio, student aan de

Rotterdam School of Management (RSM), is winnaar van de zestiende editie van de jaarlijkse KPMG-duurzaamheidsprijs. Cambio kreeg de prijs voor zijn afstudeerscriptie, die ingaat op het risicobeheer bij de toelevering van grondstoffen in de voedselketen.

People drive change, robots accelerate the pace. www.staubli.com

Stäubli Benelux N.V. Tel. +32 56 36 40 04, robot.be@staubli.com

juni 2022

101


ADVERTORIAL

EXPERIMENTEN MET ROBOTS

DE NIEUWE MEDEWERKER Batenburg Beenen en studenten van Windesheim zijn druk aan de slag om fabrieken slimmer, sneller en veiliger te laten produceren. In samenwerking met onze partner Omron, ontwerpen wij een tooltop voor AMR (Autonomous Mobile Robot).

DE ZELFRIJDENDE ROBOT Een AMR is een robot die zichzelf kan navigeren door een fabriekshal met behulp van camera’s en slimme sensoren. Als de AMR een opdracht krijgt kan hij zelf de optimale route bepalen terwijl hij alle obstakels vermijdt. Batenburg Beenen heeft een tooltop ontworpen voor de AMR die flexibel is in hoogte en daarmee goederen van verschillende hoogtes kan oppakken en leveren. De tooltop is voorzien van alle benodigde veiligheidsfuncties en zo ontworpen om gestandaardiseerde kratten op te pakken. Deze AMR is in staat om via ons BMS (Batenburg Beenen Manufacturing Suite) zelfstandig door het warenhuis en/of fabriekshal te rijden. Het BMS verkrijgt automatisch informatie en data vanuit de fabriek en kan vervolgens opdrachten genereren voor de AMR.

VAN ROBOT NAAR AMR In de afgelopen jaren hebben robots belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. In het begin hadden robots een vaste plek en verrichtten vanaf die locatie hun werkzaamheden. Voorbeelden zijn lasrobots of assemblage robots. Daarna volgden robots die zich ook door de ruimte konden bewegen en voor een deel de (gevaarlijke) heftrucks konden vervangen. Deze ‘Automated Guided Vehicles’ vinden hun weg via bakens die in de vloer of wand zijn aangebracht. De AGV’s rijden over vaste routes en waren voor die tijd een goede vervanging van de heftrucks. Het systeem was niet heel variabel en had beperkingen. De werking van een AMR berust deels op de toepassing van zogeheten lidarsensoren. Deze sensoren kunnen afstanden meten en de ruimte in beeld brengen. Deze nieuwe sensortechnologie zit tegenwoordig ook op de iPhone 12. Door heel veel van deze metingen uit te voeren en de resultaten op te slaan, ‘leert’ deze robot hoe een bepaalde omgeving eruit ziet. Wanneer hij voldoende is ingeleerd, kan hij opdrachten uitvoeren, zoals het transporteren van een krat van bijvoorbeeld een transportband naar het magazijn. Wanneer de AMR een obstakel tegenkomt zoekt hij automatisch een andere route.

AMR IN DE FABRIEK De AMR kan met behulp van verschillende tooltops voor meerdere doeleinden worden ingezet. Deze tooltop is ontworpen om kratten te verplaatsen, maar AMR’s kunnen nog veel meer! Denk aan het oppakken van pallets, het vervoeren van goederen tussen productielijnen en er kan zelfs een cobot op gezet worden om de operators in de fabriek te assisteren. De voordelen voor het inzetten van AMR’s zijn talrijk! Ze krijgen automatisch opdrachten binnen, verminderen het risico op ongevallen in de fabriek en zijn veelzijdig door de verschillende tooltops die erop gezet kunnen worden.

Voor extra informatie over de AMR’s of het automatiseren van fabrieksprocessen verwijzen wij u graag door naar onze website: www.batenburg.nl/beenen

beenen


UIT DE MARKT BOEK OVER SAMENSPEL: ‘JUIST DOOR REGELMATIG STIL TE STAAN KOM JE SNELLER VOORUIT’ ‘Waarom samenspel? Is dat niet gewoon een ander woord voor samenwerken?’ Met die vraag begint Nathalie de Man haar nieuwe boek ‘Samenspel – hoe je meer bereikt als je vol overgave op elkaar vertrouwt’. Om die meteen te voorzien van een eerste antwoord: ‘Nee. Samenspel gaat over het naar een hoger niveau tillen van samenwerking, een niveau waar niet alleen gebeurt wat van tevoren als resultaat is gedefinieerd, maar waar nog meer waarde en betekenis worden toegevoegd dan van tevoren kon worden bedacht. Samenspel gaat over mensen die elkaar op zo’n manier ontmoeten dat ze boven zichzelf uitstijgen. Door samenspel kunnen we dingen realiseren die vooraf ons voorstellingsvermogen te boven gingen’, schrijft ze. ‘Samenwerken’, licht de organisatieadviseur en partner bij Kern Konsult telefonisch toe, ‘vergt een goede, heldere taakverdeling. Samenspel vergt dat je daar open over praat met elkaar. Ik heb eens een leidinggevende gehad’, illustreert ze, ‘die voorafgaand aan een overleg over de taakverdeling eerst bilateraaltjes had met teamleden over de onderlinge spanningen die hij zag. Maar het werkt natuurlijk veel beter als die spanningen gewoon open en bloot gedeeld worden tijdens dat overleg. Als die teamleden dán vertellen dat ze vinden dat collega’s zich op hun terrein begeven.’ ‘Samenwerken vergt ook een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden. Maar het wordt pas samenspel als medewerkers zich eigenaar van die verantwoordelijkheden voelen. Dat zij bepaalde activiteiten uitvoeren omdat ze als een

ondernemer met die verantwoordelijkheden omgaan en zelf de initiatieven nemen.’ Voor samenspel is ook speelsheid nodig, vervolgt De Man. ‘Heldere afspraken en regels zijn dan niet voldoende. Teamleden moeten ook ervaren de ruimte te hebben om te experimenteren en daarbij over die lijntjes te kleuren. Dat vergt dat ze voelen dat fouten maken mag. Want alleen dan kun je komen tot die toevallige ontmoeting van denkbeelden, die uitwisseling van ideeën. En dan blijkt vaak dat medewerkers meer toegevoegde waarde kunnen bieden, ook op terreinen die je vooraf niet had kunnen bedenken.’ Voor samenwerken is bovendien vertrouwen nodig, samenspel vraagt om overgave. ‘Zoals die trapezeacrobaat laat zien die durft los te laten omdat hij volledig vertrouwt dat zijn partner hem opvangt.’ Samenwerken verloopt vaak moeizaam en tot samenspel komt het al helemaal niet, constateert De Man in de praktijk: ‘Omdat bij de teamleden het vertrouwen ontbreekt zich aan elkaar te kunnen overgeven. Jammer, want kunnen ze dat wel, dan komt hun volle potentie vrij. Dan geven ze prijs wat ze met hun hoofd, hart en buik te bieden hebben. Dan delen ze niet alleen vrijuit hun kennis, maar durven ze zich ook kwetsbaar op te stellen en hun twijfels te delen. En met hun buik zetten ze ook hun intuïtie in. Met hun hoofd, rationeel, zien mensen maar een beperkt aantal verbanden tussen oorzaak en gevolg. Gevoelsmatig zien ze er veel meer, maar onbewust. Daardoor kunnen ze die niet duidelijk onder woorden bren-

gen. Zonder vertrouwen en overgave geven ze die niet prijs. Maar daardoor missen teams heel veel kansen.’ Om als leidinggevende met je team tot samenspel te komen, aldus De Man, moet hij zijn mensen het ver-

trouwen geven dat ze zich kunnen overgeven, dat ze behalve hun hoofd ook hun hart en buik kunnen gebruiken. ‘En dat vergt dat die leidinggevende vertrouwen heeft in zichzelf. Want alleen dan kan hij ook vertrouwen in zijn mensen.’ Daarnaast vraagt samenspel tijd: ‘Tijd om te reflecteren. We worden met zijn allen steeds drukker en nemen nauwelijks meer de tijd problemen in hun context te zien en zo verbanden te legen. Maar juist door regelmatig stil te staan kun je sneller vooruitkomen. En juist tijd winnen. Een leidinggevende die zijn team de tijd voor reflectie geeft komt sneller tot innovaties.’ Het boek ‘Samenspel’ is onder meer verkrijgbaar via Managementboek. www.managementboek.nl

VAN HALTEREN TECHNOLOGIES BOXTEL OFFICIEEL VAN START Per 1 juni zijn officieel de Large Projects activiteiten van Bosch Rexroth in Boxtel (voormalig Hydraudyne), overgenomen door Van Halteren Technologies, gevestigd in Bunschoten. De nieuwe naam is Van Halteren Technologies Boxtel. De activiteiten blijven onveranderd; het ontwikkelen en produceren van grote cilinders en het uitvoeren van complexe projecten in de Marine & Offshore, Civiele Techniek, Motion & Research Technology en Renewable Energy. De onderneming levert ook de bijbehorende service. Van Halteren Technologies heeft alle circa 250 werknemers van het projectenbedrijf in Boxtel overgenomen.

'De afgelopen maanden hebben we met alle collega’s samen hard gewerkt aan het inregelen van deze complexe overname. In de tussentijd bereiden we Large Projects voor op een autonoom bestaan buiten Bosch Rexroth. Dit betekent het ontwikkelen van een eigen marketing- en salesafdeling, een eigen website en het ontwikkelen van een nieuw wereldwijd salesnetwerk om de unieke producten van ons bedrijf aan de man te brengen. En dit alles vanaf nu onder de naam Van Halteren Technologies’, aldus Durk-Jan Nederlof, Managing Director. www.vanhalteren.com

HOOGNAUWKEURIGE MEETTASTERS Complete integratie in machineontwerpen, besturing met bijv. Siemens PLC. Ontworpen voor toepassing in de meest uitdagende omstandigheden. De hoogste precisie voor motion control, inline metingen en detectie. Meer weten? Neem contact op met onze experts voor een afspraak of demo. www.mitutoyo.nl

juni 2022

103


isah.com

DIGITALE COMMUNICATIE VIA SCSN? COPPENS GROEP MAAKT HET MET ISAH

Recent is Coppens Groep als eerste Isah-klant live gegaan met communicatie via het SCSN netwerk.

Familiebedrijf met 44 jaar ervaring in metaalbewerking. Bijzonder gedreven om processen te automatiseren en digitaliseren. Focus op nieuwe technologieën, efficiëntie en optimalisatie.

Directeur Bas Coppens over de keuze voor SCSN en zijn visie op digitale communicatie in de keten: “Ik zie SCSN echt als dé stap naar de toekomst. Het is makkelijk schaalbaar waardoor je eenvoudig met al je klanten en leveranciers via SCSN kunt communiceren. De meerwaarde zit in het feit dat je dezelfde taal spreekt. Met hoe meer partijen je via SCSN communiceert, hoe groter de efficiencyvoordelen. In onze ogen kún je simpelweg niet achterblijven in deze digitaliseringsslag.”

Lees het verhaal van Coppens Groep op blog.isah.com/coppens

Maak het met Isah.

Bas Coppens Directeur


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.