Herdenkingsboekje 2012 Nationaal Indië-monument 1945-1962

Page 1


Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962

HERDENKING 2012

jubileumbijeenkomst theaterhotel de oranjerie roermond

Toespraak uitgesproken door de voorzitter van de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, de heer Pascal Limpens

Ridders Militaire Willemsorde, Excellenties, dames en heren ik heet u allen hartelijke welkom bij deze bijzondere jubileumherdenking. Vandaag herdenken wij voor de 25e maal, hier in Roermond de gevallenen in het voormalig Nederlands Indië en Nederlands NieuwGuinea in de periode 1945–1962. Dit jaar is het tevens 50 jaar geleden dat het Koninkrijk der Nederlanden de soevereiniteit over Nederlands Nieuw-Guinea overdroeg aan Indonesië.

De Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962 is steeds meer doordrongen van de functie die het monument heeft voor veteranen.

Het is een forum waar nabestaanden en sobats, hun gevallen familieleden en kameraden kunnen herdenken waarvan de lichamen in Indië zijn gebleven. Daarnaast is het ook een unieke plaats waar alle krijgsmachtdelen gezamenlijk de gevallen militairen herdenken. Deze gezamenlijkheid reflecteert ook in het gecombineerde, of in militair operationele termen joint, optreden tijdens operaties.

Op de plaquettes bij het Nationaal Indië-monument staan deze eenheden gebroederlijk naast elkaar opgetekend, waaronder het Korps Mariniers, Landmachteenheden van de 1e Divisie 7 December, Korps Militaire Politie Koninklijke Marechaussee, Marine Luchtvaartdienst en de Koninklijke Luchtmacht.

Daarnaast kunt u op het monument voor Vredesoperaties van het Ministerie van Defensie, ook gesitueerd in het Nationaal Herdenkingspark Roermond, de namen van de militairen terugvinden die zijn gevallen sinds Korea. Ook hier weerspiegelen de gevallenen de samenwerking tussen de krijgsmachtdelen. Dit is de reden waarom wij vandaag, met een krans, ook de gesneuvelden eren tijdens vredesoperaties vanaf het moment dat de Nederlandse regering besloot om deel te nemen aan de VNoperatie in Korea. Wellicht zullen deze veteranen in de toekomst de gevallenen in Nederlands- Indië en Nederlands Nieuw-Guinea blijven eren.

Helaas wordt in onze tijd wederom aangetoond dat vrede, vrijheid en democratie waarden zijn die verdedigd dienen te worden. Ook nu worden mannen en vrouwen ingezet met alle risico’s die daar aan zijn verbonden. Vandaag gedenken wij allen, nabestaanden, Sobats en dierbaren, dat zoveel dappere mannen en vrouwen in dienst van het vaderland, in dienst van de democratie, hun leven gaven.

Ik wens u allen een stemmige jubileumviering.

jubileumbijeenkomst theaterhotel de oranjerie roermond

Toespraak uitgesproken door de Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp

Ridders Militaire Willemsorde, excellenties, geachte veteranen, familie, vrienden en collega’s, dames en heren,

Dank voor de uitnodiging om hier vandaag samen met u deze bijzondere dag te mogen beleven.

Vandaag gedenken wij de gevallenen in Indië- en Nieuw-Guinea. Zij keerden niet terug naar hun familie en vrienden in Nederland of Nederlands-Indië.

Hun ruim twee-en-zestighonderd namen staan voor altijd gekerfd in de zuilen van het Nationaal Indië-monument te Roermond.

Wij eren vandaag de Indië-strijders voor hun inzet in een land ver hier vandaan.

Een hele generatie jonge mannen, vaak dienstplichtig, en nog nauwelijks bekomen van de Tweede Wereldoorlog, stapte op de boot naar Indië en later ook Nieuw-Guinea.

Het werd u gezegd.

U deed het.

Het was geen tijd van vragen stellen, laat staan eisen stellen.

‘Je moest’.

‘Je ging.’

‘Voor volk en vaderland’.

En zo kwam u, met tienduizenden andere mannen, aan in een land waar alles anders was.

Geen koeien en weilanden, maar sawa’s en waterbuffels.

Geen Hollandse smartlap maar gamalanmuziek.

Geen brood met kaas maar rijst met scherpe kruiden.

Een van die vele Indië-gangers is de opa van Dominique Blom.

Dominique Blom is nu 28 jaar oud, hij werkt als controller en woont in Sittard.

Hij is dol op zijn opa.

Toen Dominique nog een klein ventje was, bezocht hij elke woensdagmiddag zijn opa.

En als Dominique dan even alleen was met opa, dan kwamen de verhalen uit Indië.

Over die keer dat opa, korporaal en chauffeur bij het 402de infanteriebataljon op een mijn reed en heel veel geluk had.

Over die keer dat, één dag voor het staakt-het-vuren in 1949, zijn kameraad van de vrachtwagen werd geschoten en niet meer opstond.

Dominique vond die verhalen toen vooral spannend.

Vooral dat verhaal dat er een kogel door de wang van een van opa’s kameraden ging…

… en er aan de andere kant weer uitkwam…

Zoiets hoorde je niet op school…

Maar naarmate Dominique ouder werd, werden zijn vragen aan zijn opa anders.

“Waarom ging je eigenlijk opa, je kende dat land toch helemaal niet?

Hoe ging het dan met oma die alleen moest achterblijven?

En hoe is het eigenlijk, als er op je geschoten wordt?’’

Met de jaren groeide het begrip en het besef bij Dominique wat zijn opa eigenlijk allemaal had meegemaakt.

Dat opa moest vechten, op een leeftijd dat hijzelf en zijn vrienden nog in de schoolbanken zaten.

Dat opa’s leven voor hem werd bepaald, terwijl veel jongeren nu zullen zeggen: bekijk het maar, ik stap niet op die boot.

Toch duurde het nog tot 2010 voordat Dominique écht zag, hoe diep Indië in de ziel van zijn opa is geëtst.

Twee jaar geleden ging hij met zijn opa voor het eerst naar Roermond, naar de herdenking bij het nationale Indië-monument.

Zijn opa kwam daar onverwacht twee kameraden tegen. Zij waren erbij geweest toen zijn maat die vreselijke dag van de vrachtwagen werd geschoten.

‘Weet je nog, toen’ was alles wat ze tegen elkaar zeiden.

Dominique zag bij zijn opa de tranen in de ogen lopen.

Dat is Indië.

De opa van Dominique kon vertellen over zijn ervaringen.

Maar velen konden dat niet.

Zij zeiden niets.

En hen werd niets gevraagd.

Maar ervaringen en gebeurtenissen zoeken altijd een weg naar boven.

Zo is het met Indië ook gegaan.

Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk hebt u uw stem laten horen.

Mede dankzij u, veteranen uit Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea, heeft Defensie nu een volwaardig veteranenbeleid.

Met goede nazorg, een draaginsigne gewonden, een inspecteur der veteranen en vanaf dit jaar zelfs een veteranenwet.

U hebt gestreden voor publieke erkenning, waardering en respect voor militairen.

Wij hebben die publieke erkenning enorm zien groeien.

De veteranen van nu zijn u daar dankbaar voor.

De ervaringen en gebeurtenissen hebben zich ook een weg naar boven gezocht in het publieke debat.

De afgelopen weken en maanden is uit de vele nieuwsberichten in de kranten en op internet en tv opnieuw gebleken hoe levend die geschiedenis is.

Een geschiedenis die zich afspeelde… …vijfenzestig jaar geleden.

Het was net na de Tweede Wereldoorlog.

Nederlands-Indië was, net als Nederland, op brute wijze bezet geweest.

Aan de na-oorlogse regering de taak om Nederland na de chaos van de oorlog te leiden richting orde, rust en wederopbouw.

Ook het deel van ons Koninkrijk dat Nederlands-Indië heette.

Met die opdracht werd u, de Indië-veteranen, uitgestuurd.

Relatief onvoorbereid op wat u aan zou treffen, stapte u van de boot.

U kwam terecht in een situatie van chaos.

Chaos veroorzaakt door een regelrechte revolutie, die uitmondde in een bittere onafhankelijkheidsstrijd.

U vocht een nieuw soort strijd.

Een strijd tegen schimmen in de jungle.

Waarbij het verschil tussen goed en kwaad niet altijd even duidelijk was. Zonder geallieerde partners waarop u kon terugvallen.

En zonder de kaders, regels en opleiding rondom het gebruik van geweld die wij nu allemaal zo normaal vinden.

In de huidige tijd werken we met een toetsingskader.

We werken met Rules of Engagement.

Deze strenge regels rond het gebruik van geweld vinden we nu heel normaal.

Omgaan met ethische dilemma’s is nu een cruciaal onderdeel van de opleiding tot militair.

U, onze Indië-veteranen, hebt het zonder al die moderne kaders , opleidingen en inzichten moeten doen.

U stond er helemaal alleen voor.

Dat gold ook bij terugkeer in Nederland.

U hebt ervaren hoe lastig het is om aan de thuisblijvers uit te leggen wat er nu precies gebeurd was, duizenden kilometers verderop.

U hebt ervaren hoe lastig het kan zijn om de brug te slaan tussen die twee zo verschillende werelden.

Uw missie was uniek.

Toch zijn veel van uw ervaringen van toen, heel herkenbaar voor militairen van nu.

Militairen werden, en worden, ingezet in gebieden waar chaos en onrecht heersen.

En net als u merken ook de huidige veteranen hoe lastig het kan zijn om over te brengen hoe het écht gaat in zo’n missie…

Maar bovenal, militairen werden - en worden – op missie gestuurd in opdracht van de Nederlandse regering, de Nederlandse politiek. Wij gaan.

Hoe lastig of gevaarlijk die opdracht ook is.

Dat gold voor Nederlands-Indië.

Dat gold voor Nieuw-Guinea.

En dat geldt ook voor de missies van nu.

De voorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw Gerdi Verbeet, beschreef dit treffend in haar herdenkingslezing in Roermond in 2010.

Zij zei in die lezing over het werk van de Nederlandse militairen in het algemeen en de Indië-veteranen in het bijzonder: “Het zijn de militairen die strijden, maar het zijn de politici die de beslissingen nemen.’’

De Kamervoorzitter concludeerde: ”Wie een democratisch genomen besluit uitvoert, verdient per definitie de steun van ons allemaal.’’

“En’’, zo vervolgde ze: “Het gaat niet aan…

…om…

…met kennis van achteraf…

…de mensen te veroordelen die alleen maar deden wat wij - de regering en volksvertegenwoordigers van dit land - ... …hen hebben opgedragen.’’

Dames en heren,

Mevrouw Verbeet slaat hier – om het maar in rond Nederlands te zeggen - de spijker op zijn kop.

Haar politieke steun is niet alleen hartverwarmend, ze is ook essentieel voor het vertrouwen van politiek en krijgsmacht in elkaar.

Steun vanuit de samenleving zelf is evenzeer van belang.

Immers, de krijgsmacht dient met haar missies het belang van die samenleving.

Militairen zijn zelfs bereid voor dat hogere belang te sneuvelen.

U, in Roermond, biedt die steun.

U hebt zich verdiept in het verhaal van de Indië-veteranen.

U hebt hen een plek geboden waar zij zich welkom en begrepen voelen.

U hebt dat gedaan, niet vanuit een militaire achtergrond.

Maar gewoon, als burgers van Roermond en omstreken.

U als gemeenschap vond het niet meer dan normaal om dat te doen. Al vijfentwintig jaar - een fantastisch jubileum - bouwt u met zorg en betrokkenheid aan het herdenkingspark.

Het is in die jaren uitgegroeid van een nationale gedenkplaats voor militairen die sneuvelden in Nederlands-Indië en Nieuw Guinea… …tot een gedenkplaats voor alle veteranen die sneuvelden in vredesoperaties.

Hoe waardevol dat kan zijn, blijkt wel uit een prachtige column van de stadsdichter van Roermond, enkele jaren geleden in dagblad De Limburger.

De stadsdichter had op een ochtend een jongeman slapend aangetroffen tussen de plaquettes met namen bij het Nationaal Monument voor Vredesoperaties.

De stadsdichter vroeg de jongeman of alles wel goed ging.

De jongeman gaf als antwoord dat hij geen hulp nodig had.

Hij had daar de nacht doorgebracht om in het reine te komen met zichzelf en zijn aandeel in een recente vredesoperatie.

Hij had één nacht willen doorbrengen tussen de namen van hen die…

…in tegenstelling tot hemzelf… …nooit waren teruggekeerd.

Het had hem geholpen.

Die sfeer van respect en ruimte voor de Nederlandse veteraan is wat Roermond voor Defensie heel bijzonder maakt.

Daarom sta ik hier niet alleen uit volle overtuiging maar ook in oprechte dankbaarheid.

Dames en heren,

U beleeft vandaag een feestelijk 25-jarig jubileum en ik feliciteer u met dit kroonjaar.

Met recht een kroonjaar…

Want vanmiddag is bij de 25ste herdenking ook de kroonprins aanwezig.

De Prins van Oranje legt namens het Koningshuis een krans voor de gesneuvelden.

U hebt de afgelopen vijfentwintig jaar heel wat opgebouwd, hier in Roermond.

U, als stichting en als veteranen, familie, nabestaanden en betrokken vrijwilligers, hebt daar… …dag na dag… en jaar na jaar… veel tijd en energie in gestoken.

Het gaat om vele, vele vrijwilligers die vanuit een overtuiging uit het niets zijn begonnen… …en onvermoeibaar deze herdenking… …maar ook het monument… …hebben uitgebouwd tot wat het nu is.

En zij zullen, daar vertrouw ik op, de herdenking ook voor de toekomst waarborgen.

In dat licht noem ik Dominique Blom, de kleinzoon van opa Eugène Blom die als jong ventje zo ademloos naar de verhalen van zijn opa luisterde.

Dominique is ook vandaag met zijn opa naar Roermond gekomen.

Ze zijn beiden hier in de Oranjerie en wij hebben elkaar vanochtend gesproken.

Kunt u beiden even gaan staan?

Geachte Indië-veteraan Blom,

Fijn om u vanochtend te mogen ontmoeten en om uw verhaal te mogen horen over uw inzet op Java.

Goed dat u er vandaag bij kunt zijn.

U hebt een heel bijzondere kleinzoon.

En als u het goed vindt, wil ik graag iets tegen Dominique zeggen.

Dominique,

Je bent zelf geen militair en wil dat ook niet worden, vertelde je vanochtend.

Het militaire, dat is niet echt iets voor jou.

Maar je stelt je wel open op, je wilt er meer van weten.

Je luistert naar de verhalen van je opa, je brengt je opa naar deze herdenking.

Je vertelt je vrienden erover.

Je houdt daarmee het besef levend dat oorlog een ernstige zaak is, waarover we nooit licht mogen oordelen.

Daarmee neem jij het stokje van de Indië-veteranen over.

Zodat we de inzet van jouw opa, zijn kameraden en alle militairen die sneuvelden, niet vergeten.

Ik wil je daarvoor graag bedanken.

Dames en heren,

Ik wens u allen vandaag een waardige herdenking toe.

jubileumbijeenkomst theaterhotel de oranjerie roermond

Declamatie geschreven en voorgedragen door mevrouw

Voor hen, die achterblijven

Sttt, wees stil. Luister. Sluit je ogen voel de vrede van lang geleden toen de mensheid nog nergens om had gestreden

toen de dag nog niet was geboren de tijd nog geborgen in de palm van Gods hand het gezang van vogels was nog niet te horen nog niet bestond het zoete land

geen bomen waren er met zware vruchten geen water dat verkoeling bood geen zon aan hemelsblauwe luchten geen morgen- en geen avondrood

geen stormen die de wolken dreven geen harde oorlog en geen pijn geen strijd om hier te overleven geen dromen zonder samenzijn

de liefde was nog niet verloren de bloemen geurden niet in mei er was nog niets om te verstoren was vrede ooit nog dichterbij…?

niemand kan ooit beter weten wat met vrede wordt bedoeld dan zij

die hier vandaag samen zijn ooit gevangen in een onwaarschijnlijk verhaal nauwelijks te bevatten in de woorden van een menselijke taal nog steeds brandt dezelfde zon nog steeds waaien dezelfde winden maar hoe wreed is het leven als het welhaast onmogelijk blijkt de vrede in je zelf terug te vinden onherkenbaar verandert de kleur van de dag in zacht zilver warmt hun verwonde harten en laat hun stille tranen verstommen in het lichte roze van de dageraad die echter nooit de wrede beelden van toen verdwijnen laat velen gingen heen onwetend, angstig en alleen ongedeeld verdriet ongedeelde pijn strijd in eenzaamheid van het niet samen zijn met hen die ze zo liefhadden

ik ben vrouw ik ben moeder

en denk aan de moeders van deze destijds veelal jonge mensen denk aan hun stille leed

daarom verwoord ik vandaag op deze plek hun hulpeloze machteloosheid hun ongehoorde liefdeskreet

ik hoor hun stemmen ik voel hun wanhoop en ik droom hun hoop op een veilige terugkeer in hun hunkerende armen

velen

kregen hun kind levend terug veranderd hun ziel verankerd in de onmenselijke tragedie die oorlog heet

velen bleven altijd wachten op een droom koud en wreed

want de dood rust koud in de handen van hen die achterbleven hun leven nog draadloos verweven met de zielen die ooit belichaamden wat liefde was

en toen

zo breekbaar bleken te zijn als glas terwijl ze vochten

tegen onrecht en geweld in een wereld waarin respect voor een leven plots niet meer telt

deze wereld is mij vreemd dit verdriet mij onbekend dit gemis mij ongekend maar mijn hart huilt als ik denk aan jou je handen die teder de haren strelen van je kind niet wetend of je ooit zijn hoofd nog rustend in jouw armen vindt

ver weg bij jou vandaan huilt een andere moeder om hetzelfde verdriet zwijgend haar traan de laatste kus gloeit nog na op haar wang moeder zijn in oorlogstijd seconden duren urenlang

je rilt

door angsten overmand denkend aan de koude blikken van die onbekende die vreemde

de vijand zonder woorden, zonder gezicht verborgen onder een hemel van vernietigend licht door vechtlust verblind tegenover jouw liefde, jouw kind

Je vreest het moment waarop je verloren door verdriet zult wenen om dit lichaam onder koude stenen ooit een lijfje zo klein dat je liefdevol bescherming bood in de veilige holte van je moederschoot

De dood brengt stilte zielenrust maar het vuur is nog immer niet geblust blijft beklijft onheilspellend branden wellicht zullen onze zielen ooit samen op dezelfde plek belanden tot dan houden zij die achterblijven de dood koud in hun handen en huilen….

Ingrid Schouten-Minten ©2012 ingridschouten-minten@planet.nl

Toespraak uitgesproken door de voorzitter van de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, de heer Pascal Limpens

Ik heet u allen van harte welkom op deze herdenking hier in Roermond. Vandaag herdenken wij voor de 25e maal, de gevallenen in het voormalig Nederlands Indië en Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1945-1962. Dit jaar is het tevens 50 jaar geleden dat het Koninkrijk der Nederlanden de soevereiniteit over Nederlands NieuwGuinea overdroeg aan Indonesië.

Met gepaste trots heet ik in het bijzonder welkom Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje. Koninklijke Hoogheid het is ook 66 jaar geleden dat Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden, uw grootvader de Nederlandse troepen uitzwaaide uit het KL verzamelen trainingscentrum Wolverhampton in Engeland, tevens was het uw grootvader die in 1988 het Nationaal Indië-monument 1945-1962 onthulde. Uw aanwezigheid hier vandaag vervult de innige wens van de hier aanwezige veteranen. Hiermee onderstreept het Koninklijk Huis wederom zijn betrokkenheid en band met de Nederlandse veteranen in het algemeen en de Indië en Nieuw-Guinea veteranen in het bijzonder. Koninklijke Hoogheid ik wil u hartelijk danken voor uw aanwezigheid tijdens deze bijzondere herdenking.

Daarnaast heet ik welkom, de Ridders Militaire Willemsorde, de heer Van den Hoek en de heer Houben. Een aantal weken geleden bereikte ons het treurige bericht dat de Ridder Militaire Willemsorde, Kapitein-vlieger b.d. Den Ouden ons is ontvallen, zijn afwezigheid bij onze jaarlijkse herdenking doet ons beseffen hoe intens dierbaar zijn aanwezigheid voor ons allen is geweest. De heer Hakkenberg is helaas vanwege ziekte verhinderd, wij wensen hem beterschap.

Daarnaast heet ik welkom namens de Staten Generaal, de Voorzitter van de Eerste Kamer de heer De Graaf en de Eerste Ondervoorzitter van de Tweede Kamer de heer Van Beek, de Demissionair Minister van Defensie, Zijne excellentie Hillen, de gevolmachtigde Minister van Aruba, Zijne Excellentie Abath, de gevolmachtigde Minister van Sint Maarten Zijne Excellentie Voges, namens de Strijdkrachten de Commandant der Strijdkrachten Zijne Excellentie Generaal Middendorp, de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht en tevens Inspecteur der Veteranen, Zijne Excellentie Luitenant-Generaal Oostendorp, de Gouverneur van de provincie Limburg, de heer Bovens, de Burgemeester van Roermond de heer Van Beers en namens de vereniging Nederlandse Gemeenten, welke veteranen een bijzonder warm hart toedragen, de Burgemeester van EchtSusteren de heer Hessels.

Daarnaast heet ik welkom de dragers militaire dapperheidsonderscheidingen, de vertegenwoordigers van de kerkelijke autoriteiten, de diverse krijgsmachtdelen, de vertegenwoordigers van nationale, provinciale, en gemeentelijke overheden en de vele vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

Ik ben mijn welkomstwoord begonnen met de woorden gepaste trots omdat de jaarlijks terugkerende aanwezigheid van onze zeer geëerde gasten aantoont hoeveel waardering er bestaat voor de offers die zijn gebracht in de voormalige overzeese rijksdelen.

Tijdens mijn bezoek aan Normandië, een aantal jaren geleden las ik de volgende woorden op een gedenksteen. Het is een deel van een gedicht van Robert Laurence Binyon, naar mijn eigen vrije vertaling:

Voor de gevallenen

Vol trots zegt een moeder dank voor haar kinderen, Een land treurt om haar doden over zee.

Om hen die vlees van haar vlees waren en geest van haar geest waren, Gevallen opdat anderen vrij kunnen zijn.

Zij zullen niet ouder worden, zoals wij die nog over zijn ouder zijn geworden, De tijd zal hen niet tekenen, noch zullen de jaren hen veroordelen.

Maar bij het ondergaan van de zon, en in de ochtend, Zullen wij hen gedenken.

Ik wens u allen een waardige herdenking.

Dank u wel.

Toespraak uitgesproken door de Demissionair Minister van Defensie, de heer Hans Hillen

Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem-Alexander, Ridders Militaire Willemsorde, Excellenties, veteranen en nabestaanden van de omgekomen militairen, dames en heren, jongens en meisjes,

Vierenzestig jaar geleden, op maandag 26 oktober, schreef de dienstplichtige militair Barend van Houwelingen het volgende in zijn dagboek:

Vandaag is het twee jaar geleden dat we voet aan land hebben gezet in Indonesië. De algemene gedachte was dat we omstreeks deze tijd op de boot terug naar huis, of al wel thuis zouden zijn.

Het is dus hard tegengevallen. We hadden zo gehoopt op anderhalf jaar en dan terug naar huis. Nu is het twee jaar en er is nog geen kijk op wanneer we naar huis zullen gaan.

Hitte, modder, zweet en tranen. Beschoten worden, doden en gewonden om je heen. Slecht en te weinig eten. Soms ook geen schoeisel of kleding.

Te weinig materieel en wat we hebben is in slechte staat.

Als je ergens om vraagt, dan is het stopwoord: ‘is er niet!’.

Vorig jaar publiceerde Van Houwelingen zijn dagboek. Dit is zijn verhaal.

Net als u allen een verhaal heeft.

Het zijn verhalen over de acties in Nederlands-Indië en NieuwGuinea. Het zijn herinneringen aan de gevallenen die daar op de erevelden achterbleven. Op deze dag, geven wij uw verhalen en herinneringen door. Opdat Nederland de offers die u heeft gebracht, niet vergeet…

…opdat zij, die het hoogste offer brachten, blijvend herinnerd worden.

Ik denk aan het verhaal van veteraan Hans van Dijk, nu negentig jaar en vandaag hier aanwezig. Veteraan van Dijk,

U vertrok in 1945 naar Nederlands-Indië als kwartiermaker voor het Eerste Gezagsbataljon.

Daar aangekomen liep u vele patrouilles op Semarang.

Iedere keer weer sneuvelden collega’s.

Iedere keer weer vielen er gewonden.

Tijdens het afslaan van een grote aanval werd het u teveel. Op slechts een paar meter afstand, sneuvelden vier kameraden.

U liep een zware shock op, en zonk ineen.

Nu, zoveel jaar later, droomt u er nog steeds over.

Steeds vaker.

Dan bent u weer op patrouille.

U raakt in gevecht, en denkt aan de dood.

Tot het moment dat uw vrouw u liefdevol wakker schudt.

Nu doet zij dat niet meer, want vorig jaar is zij van u heengegaan.

Nu moet u, zoals u het zelf zei, uzelf wakker vechten uit de nachtmerries.

Veteraan van Dijk, ik wens u sterkte en ik dank u voor uw inzet voor Nederland.

Onder ons is ook de 70-jarige marinier en Nieuw-Guinea veteraan Wim Elgers. Ook hij staat hier met zijn eigen verhaal.

Veteraan Elgers,

Op 19-jarige leeftijd vertrok u vrijwillig naar Nieuw-Guinea om daar deel uit te maken van het Verkenningen- en inlichtingenpeloton.

Wekenlang liepen u en uw kameraden door de dichtbegroeide jungle, op zoek naar Indonesische infiltranten. Wekenlang leverde u achter elkaar strijd op leven en dood.

Op een dag kwam er weer een melding binnen over infiltranten.

U en uw peloton stuitten op een hinderlaag van 15 Indonesische commando’s.

Peter Mannie, uw maatje, liep voorop, en werd geraakt.

Hij sneuvelde.

Het was de dag vóór het ondertekenen van het vredesakkoord…

Terug in Nederland bleek hoezeer de periode van uitzending en de gevechtsacties u hadden getekend voor het leven.

U kreeg last van nachtmerries.

Slapen ging niet meer.

Zeven jaar geleden werd u getroffen door een beroerte.

De oorzaak: een verlate chronische posttraumatische stresstoornis.

Veteraan Elgers, ik wens u sterkte en ik dank u voor uw inzet voor Nederland.

Dit zijn twee verhalen, gekozen uit duizenden andere verhalen. Het zijn verhalen over lijden, sterven en zinloze wreedheden.

Maar ook verhalen over moed, unieke kameraadschappen, prachtige ongerepte eilanden en hechte banden met de lokale bevolking.

Veteranen,

U ging in de context van uw tijd.

Een tijd waarin Nederland en Nederlands-Indië na eeuwenlange verbondenheid uit elkaar gingen.

Dat was pijnlijk.

Heel pijnlijk.

Op de strijd om onafhankelijkheid meteen na de Japanse bezetting was Nederland in geen enkel opzicht voorbereid.

Noch maatschappelijk, noch politiek, noch bestuurlijk, noch militair.

Heel veel vertrouwen is in die tijd geschokt, bij alle betrokkenen.

Heel veel verdriet is er geleden.

Het geweld maakte het scheiden extra pijnlijk. Bersiap is voor de meeste Nederlanders een onbekend woord.

Voor zij die daar waren is het een gruwelijke herinnering.

Het was de gesel van de guerrilla en de terreur, die niets ontziend over het land trok en vriend en vijand bloedig trof.

De Nederlandse inspanningen om het gezag te herstellen faalden, omdat de bladzijde van de koloniale geschiedenis inmiddels was omgeslagen.

Nederland en Indonesië scheidden van elkaar in een sfeer van verwijt en onbegrip.

Wij dragen tot op vandaag die herinnering bij ons.

We weten er moeilijk raad mee.

Spijt en zelfverwijt zijn daarbij veel getoonde emoties.

Nederland zocht en zoekt met zichzelf in het reine te komen, door extra kritisch naar zijn eigen rol te kijken.

De vraag is of dat helpt.

Voor u weegt die herinnering nog zwaarder, omdat u amper erkenning kreeg voor de vele en moedige inspanningen die u en uw gesneuvelde kameraden hebben verricht.

De opgestoken duim die u verdiende werd zo vaak een neergetrokken mondhoek.

Ook anderen worstelen nog steeds met de gebeurtenissen in die jaren.

Ik noem de vele Zuid Molukkers die erop hadden vertrouwd dat ze met steun van Nederland een eigen republiek zouden hebben.

De geschiedenis besliste anders.

Er zou nog een tweede hoofdstuk komen van de scheiding, Nieuw Guinea.

Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat Nederland het gezag over Nederlands Nieuw Guinea overdroeg.

Het waren tijden van geweld.

Ook toen sneuvelden Nederlandse militairen.

Ook toen was er de kater.

Het gevoel de Papoea’s in de steek te hebben gelaten.

De lauwe reacties bij thuiskomst.

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

Concluderend zou ik over dit alles het volgende willen zeggen:

Ten eerste dank ik alle Nederlandse militairen van toen en hun gezinnen, voor de grote en moedige inspanningen die zijn geleverd.

U bent gegaan op bevel van de regering en u heeft gedaan wat u werd opgedragen.

Nederland kan trots zijn op zijn militairen, toen en nu, die gaan als zij worden gezonden en die bereid zijn met al hun inzet de belangen te dienen van ons Koninkrijk.

Of het nou in Indië was, of Nieuw Guinea…

…Korea, Libanon of Cambodja…

…Irak of de Balkan…

…Afghanistan of Afrika.

Ik wil ook nog iets zeggen over de verhouding met Indonesië.

Inmiddels liggen al die gebeurtenissen ver achter ons.

In de relatie tussen Nederland en Indonesië begint weer warmte te komen.

Indonesië heeft zich ontwikkeld tot een belangrijke democratie…

…in een sterk opkomend deel van de wereld.

Het neemt verantwoordelijkheid in een spannende regio, waar grote belangen op het spel staan.

De Nederlandse regering is onder de indruk van de prestaties van Indonesië.

In onze eeuwenlange gemeenschappelijke geschiedenis zijn heel veel goede dingen gebeurd.

Misschien dat deze mee kunnen bouwen aan een fundament van hernieuwde vriendschap tussen twee landen die op de wereldbol ver van elkaar liggen, maar die door de geschiedenis onlosmakelijk verbonden zijn en veel voor elkaar kunnen betekenen.

Nieuwe vriendschap begint niet met nog eens te onderzoeken wat er allemaal mis kan zijn gegaan.

Onze relatie is gebaat bij wederzijdse waardering, bij het zoeken naar wat bindt.

Idealen van vrede, welzijn en veiligheid kunnen wij gemeenschappelijk hebben.

Geen verwijten over en weer. Niet elkaar de maat nemen, maar samen een agenda voeren waar onze bevolkingen en de wereld om ons heen mee zijn gebaat.

Vandaag herdenken wij toen. Vandaag kijken we ook naar morgen.

Laat het een gemeenschappelijk morgen zijn.

Aanwezige veteranen, U heeft toen enorme inzet getoond, maar ook daarna.

Mede dankzij uw strijd voor erkenning en waardering zijn de fundamenten gelegd voor het huidige veteranenbeleid.

De Nederlandse zorg voor veteranen in en buiten dienst behoort nu tot de beste ter wereld.

Daar is ook de nieuwe generatie u dankbaar voor.

Dankzij uw strijd voor erkenning en waardering is deze bijzondere gedenkplaats tot stand gekomen.

Het Indië Monument, hier in Roermond.

Uw initiatief krijgt vandaag een bijzondere bekroning.

Want vandaag, op de 25e verjaardag van dit kostbare monument, zal Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje hier een krans leggen.

Koninklijke Hoogheid. Met uw aanwezigheid op deze dag, in het park van de duizenden namen, steekt u onze veteranen een hart onder de riem.

Uw komst onderstreept de grote erkenning en waardering voor onze veteranen.

Ik dank u daarvoor.

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

Vandaag staan we nadrukkelijk stil bij de verhalen van onze veteranen en van hen die ginds achterbleven.

Zij hebben naar eer en geweten het vaderland gediend...

…en politieke besluiten uitgevoerd…

…zij verdienen onze steun en respect.

Daarom salueer ik voor u, veteranen.

Dienstplichtig en beroeps.

Vol overgave en plichtsbetrachting heeft u maximale inzet getoond...

...binnen een amper uitgewerkte en onderbouwde opdracht. Ik salueer ook voor hen die blijvend gewond daar vandaan kwamen...

...en natuurlijk voor hen...

...die de inzet voor het Koninkrijk der Nederlanden…

…hebben betaald met hun leven.

Ik dank u.

Declamatie geschreven en voorgedragen door schrijver/dichter, de heer Hans van Bergen

Met witte handschoenen keerde je terug. Niet het op de knieën gebrachte wit als in de vlag van overgave, maar het trotse, hoofdgeheven wit dat strak om jouw handen gespannen zat als een veelzeggend teken van woordloos verzet.

Van woordloos verzet tegen de fluisterstemmen in de straat die onwetend en onbekend met wat jij daarachter ècht zag en doormaakte, met gissen en halve waarheden jouw handen besmeurden met bloed. Dezelfde stemmen die een paar jaar eerder jou luidkeels hadden toegejuicht toen je als jonge held naar De Oost vertrok.

De held die terugkeerde als schavuit omdat thuis, in het land in wiens naam en eer jij vocht, het beeld van jouw strijd in de paar jaren dat het duurde omsloeg van democratisch gedragen appél naar verguizende afkeer. Boegbeeld werd je eerst en schandpaal daarna van de verwarring en onmacht thuis, van al die vergadertafels vol met besluiteloze verdragen.

En daarna was er voor jou alleen nog het zwarte gat van zwijgen en niet begrepen worden. Een leven lang.

De dood, de dood die liet jij achter bij al die namen die in dit park als herinnering pijnlijk in staal en brons zijn neergelegd. Jij ontsnapte aan zijn greep, maar zijn zware schaduw liet jou nooit meer los, zwerft nog steeds door jouw eenzame nachten en sloot je op in jouw verzonken kooi van emoties. En sinds rust op jouw verstarde lippen een treurzang waarvan iedereen gevoelsmatig de woorden kent, maar die nog nooit door iemand in zijn geheel werd gehoord.

In weerwil van het algemene zwijgen sleepte jij jezelf voort door de jaren van post-Indië, tegen de stroom van versplinterde en vernederende berichten in, verspreid door anderen die zelf nooit de koperen ploert op hun huid voelden branden. En al die tijd wachtte je op die ene uitgestoken hand die uit naam van jouw land zou tonen dat het gezien en gewaardeerd is wat je hebt gedaan. Die uitgestoken verzoenende hand, die lang niet kwam. Tot vandaag.

Vandaag is er die ene hand die wordt aangereikt over de kloof van generaties. Die overbruggend wordt uitgestoken over de afstand die helend ligt tussen het tijdperk van ‘met eigen ogen gezien” en dat ‘van horen zeggen’.

Die ene hand die na zoveel jaar het bijtend felle licht van die verre koperen ploert, dat nog altijd tranend brandt in jouw ogen, kan afschermen en kan temperen en kan ombuigen naar het warme rode licht van jouw avondzon waarin nu eindelijk jouw innerlijke rust neer mag dalen. © Hans van Bergen, Roermond 2012 schrijver / www.hansvanbergen.nl

Dit boekje bevat de toespraken die op zaterdag 1 september 2012 werden uitgesproken tijdens de Herdenkingsbijeenkomst in TheaterHotel

De Oranjerie in Roermond en tijdens de Dodenherdenking bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in het Nationaal Herdenkingspark Roermond.

De foto’s in dit boekje werden welwillend ter beschikking gesteld door: Zips Fotografie, PhotoCord en Hans Ursem

U kunt het werk van de stichting steunen door donateur te worden van de stichting ‘Vrienden van het monument’, voor Euro 15,00 per jaar. Voor aanmelding of meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de stichting: Postbus 1302, 6040 KH ROERMOND, telefoon: (06) 55 32 83 06. Uitgebreide informatie kunt u vinden op de officiële website van het Nationaal Indië-monument 1945-1962: www.nim-roermond.nl of op Facebook: www.facebook.com/nimroermond

© 2012

Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962

Stichting Vrienden van het monument.

Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962

Postbus 102

6040 KH ROERMOND

Telefoon: (06) 55 2  06

E-mail: secretariaat@nim-roermond.nl

Website: www.nim-roermond.nl

Facebook: www.facebook.com/nimroermond

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.