Herdenkingsboekje 2011 Nationaal Indië-monument 1945-1962

Page 1


Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962

HERDENKING 2011

Toespraak uitgesproken door de voorzitter van de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, de heer Pascal Limpens

Welkom

Veteranen, nabestaanden, dames en heren het is mij een voorrecht u allen vandaag welkom te mogen heten bij de 24e herdenking bij het Nationaal Indië-monument hier in Roermond. U begrijpt 2012 wordt een bijzonder jaar. Vandaag herdenken wij de gevallenen in het voormalig Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1945–1962.

Bijzonder welkom

Met gepaste trots heet ik welkom de vertegenwoordiging van Hare Majesteit de Koningin, Generaal-majoor Morsink, de Ridders Militaire Willemsorde de Heer Hakkenberg, de heer van den Hoek, de heer Houben, de heer den Ouden en de Kapitein Kroon. Namens de Staten Generaal, de Voorzitter van de Tweede Kamer Mevrouw Verbeet, de Minister van Defensie, Zijne excellentie Hillen, de gevolmachtigde Minister van Aruba Zijne Excellentie Abath, namens de Strijdkrachten de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht en tevens Inspecteur der Veteranen, Zijne Excellentie Luitenant-Generaal Oostendorp, de Gouverneur van de provincie Limburg, de heer Frissen, de Burgemeester van Roermond de heer van Beers en de Burgemeester van Maastricht de heer Hoes. Daarnaast heet ik welkom de dragers militaire dapperheidsonderscheidingen, de vertegenwoordigers van de kerkelijke autoriteiten, de diverse Krijgsmachtonderdelen, de vertegenwoordigers van Nationale, Provinciale, en Gemeentelijke Overheden en de vele vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

Ik ben mijn welkomstwoord begonnen met de woorden ‘gepaste trots’ omdat onze geëerde gasten aantonen hoeveel waardering er bestaat voor de offers die zijn gebracht in de voormalige overzeese rijksdelen.

Doelstelling

Het Nationaal Indië-monument heeft een bewogen jaar achter de rug, de plaquettes met de onderdelen en de namen van de gevallenen, welke in december 2010 zijn ontvreemd, zijn nog maar net teruggeplaatst, camerabewaking is geïnstalleerd, de toekomstvisie gepresenteerd en deze jaarlijkse herdenking georganiseerd. Het behoeft geen betoog dat dit alles niet mogelijk zou zijn geweest zonder mijn medebestuursleden, de vrijwilligers van vele veteranenen vrijwilligersorganisaties, de Koninklijke vereniging van leden van Nederlandse ridderorden, de sponsoren van de Stichting Vrienden van het Monument, het ministerie van Defensie, de Provincie Limburg, de gemeente Roermond, de 7 December Divisie, maatschappelijke organisaties waaronder de Lions Club Roermond Regio, die het monument hebben geadopteerd, Reünie Vereniging 5-9 RI, de Stichting Heerenzitting Roermond, het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg, de Roermondse Stichting 1880, Stichting Karel Doormanfonds, Rabobank Roermond-Echt, het Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg, het Veteraneninstituut, Red Security en honderden verenigingen en individuen die met hun bijdragen het herstel van het monument en een succesvolle organisatie van de herdenking mogelijk hebben gemaakt. Ik zie ook hierin een bewijs van de omvang van de maatschappelijke waardering.

Het afgelopen jaar is het bestuur van de Stichting Nationaal Indiëmonument druk doende geweest zijn toekomstvisie uit te dragen. Onze doelstelling, een brug te slaan tussen de generaties Veteranen en gezamenlijk onze militaire gesneuvelden te eren en te herdenken, is breeduit onder de aandacht gebracht van de verenigde veteranenorganisaties, in het bijzonder de Indië en Nieuw-Guinea Veteranen.

Ik wil de Kapitein Kroon, Ridder Militaire Willemsorde bijzonder bedanken voor zijn bereidheid een krans te leggen bij het Monument voor Vredesoperaties, uw bereidheid symboliseert de verbintenis tussen alle generaties Veteranen.

Waardige herdenking

Vandaag herdenken wij de meer dan 6200 gevallenen, tijdens de operaties in het voormalig Nederlands-Indië en Nederlands NieuwGuinea. Hun namen vindt u hier opgeschreven in de zuilen van het Nationaal Indië-monument, de graven van de gevallenen bevinden zich in Indonesië. Wij zijn ons bewust van het feit dat het monument een plaats van gedenken van uw gevallen familieleden en kameraden is. De Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962 al deze plaats voor u bewaren en voor de toekomst veilig stellen.

Van de Heer van Agthoven mocht ik de persoonlijke, militaire bezittingen van zijn gesneuvelde zoon ontvangen. Guus van Agthoven raakte zwaargewond tijdens een vuurgevecht op 11 februari 1942 en overleed twee weken later in het Militair Hospitaal in Tjimahi. Hij werd begraven op het ereveld ‘Pandoe’, in het bijzijn van zijn kameraden.

Vandaag herdenken wij Guus van Agthoven en de gevallen militairen in Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Laten wij vandaag hun verhalen vertellen en hun namen noemen.

Ik wens u allen een waardige herdenking.

Openingsgebed uitgesproken door Aalmoezenier Mark Lieshout

In de glinstering van de namenzuil

Zie ik je gezicht

Ik was ook liever teruggekomen

Anders dan als slecht bericht

Ik wil je vragen

Nu ik je zo zie staan

Denk niet alleen aan leegte

Wil met mij verder gaan

Laat mij jouw hart bewonen

Waarin ik zoveel liefde vond

Laat mij van verre komen

En zet mij terug op jouw grond

Haal het verdriet tussen ons weg

Als waren we verscheurd

Ik ben nog steeds wie ik ooit was Ondanks al wat is gebeurd

In de glinstering van de namenzuil

Zie ik je tranen van verdriet

Die wil ik drogen met dezelfde handen

Waarmee ik zwaaiend je verliet

De dood staat tussen ons in ’t staat op je gezicht geschreven

Wij samen kunnen toch wel door

Met samen verder leven?

Ik ben niet weg, al voelt het zo

Ik kan je zo weer raken

Sterven is maar eventjes

Verzetten van een baken

We streden zij aan zij

’t leek of was een hel misschien

Maar God stond aan de poort

’t is hemel geworden sindsdien

Hij vroeg me wel, hoe ik in hemelsnaam

Tegen Zijn wil in zonden deed

Maar wist ook toen het antwoord al

Dat het mij zozeer speet

’t Was voor God en vaderland Werd ook wel eens beweerd

Maar soms bleek er toch een onderscheid

En zag men het verkeerd

God houdt ons vast

Mij hier, jou daar

Opdat wij nimmer vallen

Dan voor elkaar

Zo staan we hier, God, vol respect als buddy’s voor het leven en weten ons gedragen, God, uw vrede ons gegeven

U danken wij voor al uw zorg

Tot in de eeuwigheid

En geef ons uit barmhartigheid

Nog hier wat van uw tijd

De zorg van defensie, al kan het altijd beter. De zorg, die wij vandaag besteden aan onze doden. Wij staan hier toch maar met duizenden om hen te herdenken en naam te geven. We doen het voor hen!!

Het Mysterie van zorg, van het goede, net zo onverklaarbaar als het mysterie van het kwade.

Het Mysterie van zorg het mooist te kennen in een ervaring van Floris Bakels, tijdens zijn gevangenschap in de tweede wereldoorlog in Natzweiler; een Nacht und Nebelgevangene.

In zijn boek hierover beschrijft hij hoe hij er totaal doorheen zat, lag op een brits en wachtte op de dood. Toen kwam er een medegevangene bij hem zitten en die streelde zwijgend een kwartier lang zijn hoofd.

ULTIEME ZORG.

Heer onze God, nabije God, verre God,

Doe u kennen in de zorg, die ons gegeven wordt, in de liefde, die ons betoond wordt. Maak ons vrij van getob en nachtmerries.

Toon ons Uw vriendschap.

Laat onze ervaringen van zorg en vriendschap in onze batterij, ons peleton, op ons schip, ons squadron, op deze dag voor de doden oplichten en ons sterken.

Doe U, oh God, daarin kennen.

Geleid ons in de laatste jaren van ons leven naar het eeuwig leven. Moge de zegen van de Heer op ons rusten en op het eeuwig geluk van onze doden.

In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest Amen.

Toespraak uitgesproken door de minister van Defensie, de heer Hans Hillen

Excellenties, veteranen en hun familie en nabestaanden.

Onder ons vandaag is veteraan Jan Geraedts, 72 jaar.

De jonge Geraedts had zijn dienstplicht er in 1959 bijna opzitten toen hij op de kazerne in Nijmegen het volgende te horen kreeg.

- “Geraedts, je moet naar Nieuw-Guinea”. “Maar ik zwaai over drie maanden af’’.

- ”Nou, dat is dan toch mooi. Heb je de laatste maanden nog een mooie vakantie.’’

En zo ging de dienstplichtig wachtmeester luchtdoelartillerie richting de Oost.

Niet voor een vakantie.

Maar om te vechten.

Niet voor drie maanden.

Maar voor drie jaar.

De strijd in Nieuw-Guinea zou zijn leven voor goed veranderen.

Geraedts zag op Biak het ongeluk gebeuren met de Dakota 079, waarbij het vliegtuig in zee stortte en alle vijf bemanningsleden om het leven kwamen.

Het raakte de luchtdoelartillerist diep.

Maar zijn uitzending had ook mooie kanten. Hij maakte kennis met een heel andere wereld. Hij zag exotische dieren en ontmoette Papoea’s die nog nooit in contact waren geweest met de buitenwereld.

Hij leerde de Papoea-bevolking kennen als vriendelijke, gastvrije mensen die met hun moed en kennis van het gebied onmisbaar waren voor de Nederlandse militairen.

Geraerdts trouwde zelfs met een Papoea-vrouw en haalde daarmee het Polygoon-journaal.

Zelf zegt hij over zijn jaren in Nieuw-Guinea: “Mijn dienstplicht daar heeft mijn hele verdere leven gevormd.’’

Ook hier aanwezig is Ad Tromp, dienstplichtig grenadier. Tromp is 86 jaar en wie hem in de ogen kijkt, ziet een onverzettelijk man die zijn land heeft gediend in de ware betekenis van het woord. Na ontberingen in de Tweede Wereldoorlog, waarin hij onder meer een Duits werkkamp overleefde, werd hij opgeroepen voor de dienst. Met de Klipfontein voer hij naar Nederlands-Indië. “We gaan Indië bevrijden’’, dat was de stemming aan boord.

De armoedige omstandigheden van de bevolking, maar ook de verslagen Japanners die tot diep in het stof voor hem bogen, het maakte diepe indruk op hem.

En dan het vele vechten. “Het zijn harde knallen hoor, als ze op je schieten,’’ is zijn nuchtere commentaar.

Ook voor Tromp was zijn tijd in Nederlands-Indië richtinggevend voor zijn verdere leven. Tromp was gegrepen door het avontuur van het militaire bestaan en tekende bij voor de Korea-oorlog. Hij is zijn hele leven beroepsmilitair gebleven.

Ik wil u nog één verhaal vertellen, het verhaal van Ridder Militaire Willems Orde Albert Hoeben, 93 jaar oud.

Ook Albert Hoeben, de trots van Limburg, is hier vandaag aanwezig.

Tijdelijk korporaal der Mariniers Oorlogsvrijwilliger Hoeben vertrok op zijn 18de, pal na de Tweede Wereldoorlog met de boot naar NederlandsIndië, 1 stel ondergoed, een tandenborstel en twee gulden vijftig op zak.

Eerst moest hij in Maleisië trainen op de extreme omstandigheden. Slapen op kale planken in de tropische hitte, tussen de slangen en insecten, met 1 liter water voor de hele dag.

Eenmaal in Indië kreeg hij het meteen voor zijn kiezen: Friendly fire doodde een van zijn mannen uit zijn peloton.

Dan de patrouilles. Die waren verraderlijk. In de woorden van Hoeben: “De ene week groette iedereen in de kampong je vriendelijk. De volgende week werd je vanuit diezelfde kampong op leven en dood aangevallen.’’

Op een dag liep zijn patrouille in een hinderlaag. Hoebens kogels raakten op en hij greep naar zijn bajonet in een man-tegen-man gevecht. “Die bajonet was een onding, en wat had ik in de oefeningen een hekel aan dat urenlang bajonetsteken op die pop. Maar toen was ik er wat blij mee’’.

Hoeben vocht zich naar voren en overmeesterde acht man in een mitrailleursnest.

Een paar weken later moest hij bij de generaal komen.

Nu was Hoeben natuurlijk ook niet altijd een lieverdje….

Hij had dus wel wat dingen om zich zorgen over te maken, bij zo’n order…

“Het zweet brak me uit.’’

Maar in plaats van een oekaze over een of ander, kreeg Hoeben iets heel anders van de generaal te horen: “Hoeben, het heeft Hare Majesteit behaagd…’’

De korporaal kreeg de hoogste militaire onderscheiding voor zijn daden van moed, beleid en trouw.

Hoeben was vereerd en diep geraakt.

Maar het man-tegen-man-gevecht liet hem niet los. Hij zocht de aalmoezenier op om erover te praten.

Pas toen die tegen hem zei: “Je hebt het goede gedaan. Het was hij of jij’’, kon hij zijn Willemsorde écht accepteren.

Albert Hoeben

Dames en heren,

Jan Geraedts, Ad Tromp en Albert Hoeben zijn drie veteranen met ieder hun eigen verhaal.

Net als die andere 6200 veteranen die ver weg van hun vaderland hebben gedaan wat hun regering hen vroeg.

Zij staan vandaag hier, bij dit Nationaal Indië-monument in Roermond om hun kameraden te eren die sneuvelden in de strijd.

Zij vergeten hen niet.

Ook Nederland vergeet hen niet.

Dat bewijst bijvoorbeeld de prachtige biografie die onlangs is geschreven over de in het harnas gestorven Generaal Spoor.

Het boek over de ‘triomf en tragiek van een legercommandant’ kan rekenen op veel belangstelling en is zelfs genomineerd voor een belangrijke prijs.

Vandaag staan de veteranen hier ook om hun oude kameraden te zien.

Om hen op de schouder te slaan en een borrel mee te drinken.

Zij delen iets, dat niemand anders met hen deelt.

Zij hebben samen tot hun knieën in de sawa’s gestaan, de spanning van het gevecht gevoeld, hun vrienden zien sterven en de ontberingen overleefd.

Zij hebben kameraadschap ontdekt en vrienden voor het leven gemaakt.

Die unieke kameraadschap delen zij hier vandaag.

De Indië-veteranen zijn hier aanwezig om hun verhaal te vertellen.

Aan hun kinderen, hun kleinkinderen, aan andere belangstellenden, aan Nederland.

Er is oorlog geweest in Nederlands-Indië.

Er is oorlog geweest in Nieuw-Guinea.

Die oorlogen zijn vormend geweest voor het leven van de veteranen, maar ook voor Nederland als geheel.

Nederland is anders gaan denken over het kolonialisme.

Nederland verlegde zijn koers.

Dat was voor de terugkerende veteraan verwarrend en ook kwetsend.

Uitgestuurd door de regering, in de veronderstelling het goede te doen, hadden zij hun leven gewaagd.

Bij terugkeer wachtte geen nationale waardering maar een zwijgen, en soms erger.

Veel van de Nederlands-Indië-veteranen kozen er daarom voor na terugkomst hun mond te houden.

Ze hadden genoeg oorlog gehad.

Ze wilden rust en werkten aan hun eigen Wederopbouw.

Maar uiteindelijk hebt u aan de bel getrokken.

Terecht.

En met succes.

De veteranen van nu zijn u daar dankbaar voor.

Deze oorlogen zijn daarmee ook vormend geweest voor het Nederlandse Veteranenbeleid.

De Nederlandse overheid heeft uiteindelijk naar u geluisterd. En hoe.

De Nederlandse zorg voor militairen en veteranen behoort inmiddels tot een van de beste ter wereld.

Met expliciete aandacht voor alle gevolgen van een missie in oorlogsgebied.

Voor, tijdens en na de uitzending.

Dames en heren,

Er zijn altijd mensen die zeggen: “Moet dat nu, al die herdenkingen van die oorlogen van zo lang geleden.”

Tegen al die mensen zeg ik: Er loopt een rechtstreekse lijn van Indië/ Nieuw-Guinea naar onze recentere missies in Libanon, Bosnië, Irak en Afghanistan.

De wapens zijn nu high tech maar de spanning en ernst van het gevecht blijft.

Of, zoals de jonge Bosnië-, en Irakveteraan Pascal Limpens het zegt: “Op een gegeven moment merk je dat ze echt op JOU schieten. Dat is gek hoor. Dan wordt het persoonlijk. Dat doet wat met je.’’

Ook de manier van optreden vertoont - ondanks de grote technologische vooruitgang - overeenkomsten.

In Indië en Nieuw-Guinea lag de sleutel tot succes bij de steun van de lokale bevolking.

Die ervaring hebben wij ook in Afghanistan.

Er wordt door onze militairen nog steeds geleerd van ervaringen uit die koloniale tijd.

Die bijzondere band tussen militairen en lokale bevolking was er toen en is er nu nog steeds.

Nederlandse veteranen zijn nog altijd betrokken bij ‘hun’ missie en de bevolking van dat land. Of dat nu is in Nieuw-Guinea, Bosnië of Zuid-Soedan.

De waardering voor de militair is hedentendage groot.

De Nederlandse militair wordt alom gerespecteerd om zijn professionele inzet.

De brede discussie over de inzet van de Nederlandse krijgsmacht is gebleven.

Dat hoort bij een democratie.

Maar dat maakt het er - ook in de 21ste eeuw - voor uitgezonden militairen en veteranen die hun leven waagden, niet altijd gemakkelijker op.

Achteraf kritisch bezien of je het goede hebt gedaan, is te prijzen.

Maar in het heden een bestraffende vinger heffen over gebeurtenissen van tóen, - en met de kennis van nu, mensen van toen veroordelen, dat is mij te gemakkelijk.

Wie een afgewogen oordeel wil geven over Jan Pieterszoon Coen, Michiel de Ruyter en Generaal Spoor, dient hun daden te bezien in de context van hun tijd.

Hetzelfde geldt voor de inzet van onze militairen, toen en nu.

Zij zijn gegaan in de context van hun tijd.

In díe context hebben zij gedaan wat hen het juiste leek.

Wie hier om zich heen kijkt, ziet dat de Stichting Nationaal Indiëmonument aan die inzet op gepaste wijze recht doet.

We zien de namen van de omgekomen militairen, ook ná Indië.

We zien het borstbeeld van Generaal Spoor.

We zien ook het Monument voor Vredesoperaties met de eeuwig brandende toorts.

Ik heb begrepen dat de organisatie op de lange termijn de latere Nederlandse militaire operaties meer wil betrekken bij deze herdenking.

Een goede zaak om de herdenking actueel en levend te houden.

Dames en heren,

Wij eren vandaag de Indië-veteranen voor hun inspanningen namens Nederland.

Wij eren ook hun kameraden die vielen in de strijd.

Dank u wel.

Declamatie geschreven en voorgedragen door schrijver/dichter, de heer Hans van Bergen

Toen de donkere Oostnacht ontwaakte, na jaren, in het licht van vrijheid en weer terug naar huis, keerde wel jijzelf terug maar bleef je wil tot vertellen achter.

De bittere tijdgeest die jouw rol binnen een verre strijd in de paar jaar dat het duurde omkeerde van het lovend heldendom toen je inscheepte en vertrok, naar het volkomen onbegrip van toen je weerkeerde, van het beeld van vrijheidsstrijder naar dat van een schavuit, die bittere wending van de tijdgeest doofde diep in jou de woorden waarmee je thuis helend had kunnen vertellen wat je echt hebt gezien en hebt doorgemaakt in die verwarrende schaduwnachten Van Nieuw Guinea, van Indonesië.

En sinds is er niet veel nodig om de woorden van jouw verhaal keer op keer te laten sterven op de lippen van jouw mond.

Meer is daarvoor niet nodig dan het onbegrip van anderen over elke nacht weer die schreeuw in je hoofd van de maten die je achterliet.

Niet meer is daarvoor nodig dan het levenslang dat je kreeg tussen de donkere wanden van jouw herinneringen waar gezichten en stemmen van al wie achterbleef elke nacht weer aan je voorbijglijden als de bladen in albums met foto’s van bevroren verledens.

Veel is er niet nodig om de woorden van alles wat jij daar zag keer op keer te laten stranden op de lippen van je mond. Meer niet dan die oneindige monoloog die nacht na nacht na nacht... bonkend resoneert in de holtes van jouw hoofd

over het hoe, het waarom en had ik maar‚

Alleen jij kent het gewicht van elk woord dat nooit werd uitgesproken, van elke angst die niet met anderen werd gedeeld en van elk ingehouden en vertwijfeld ‘Mea Culpa’ dat zich in momenten van eenzaamheid en twijfel aan jou probeert te ontworstelen voor het feit dat je ook daarachter en toen, maar mens was en jong, en daarom in je kracht of zwakheid soms slaagde maar ook soms faalde.

Verstilde woorden dragen verlossing in hun ziel maar worden pas ontsloten als ze worden gehoord.

Geef woord aan wat je meedraagt, geef woord aan de snijdende stilte van jouw angst, geeft woord aan wat nooit door anderen werd gehoord, geef woord aan onzekerheid.

Leg je woorden neer in het gehoor van wie er niet bij was waar ze voeding kunnen vinden om uit te groeien tot zinnen die het verlossende verhaal zullen vertellen dat jij onverdiend alleen, meedraagt in jezelf.

© Hans van Bergen, schrijver/dichter september 2011 vbergen@home.nl

Dit boekje bevat ook de toespraken die op zaterdag 3 september 2011 werden uitgesproken tijdens de Dodenherdenking bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in het Nationaal Herdenkingspark Roermond.

Hans Ursem stelde welwillend de foto’s in deze uitgave ter beschikking.

U kunt het werk van de stichting steunen door donateur te worden van de stichting ‘Vrienden van het monument’, voor Euro 15,00 per jaar. Voor aanmelding of meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat van de stichting: Postbus 1302, 6040 KH ROERMOND, telefoon: (06) 55 32 83 06. Uitgebreide informatie kunt u eveneens vinden op de officiële website van het Nationaal Indië-monument 1945-1962: www.nim-roermond.nl

© 2011 Stichting Nationaal Indië-monument / Stichting Vrienden van het monument.

Stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962

Postbus 102

6040 KH ROERMOND

Telefoon: (06) 55 2  06

E-mail: secretariaat@nim-roermond.nl

Website: www.nim-roermond.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Herdenkingsboekje 2011 Nationaal Indië-monument 1945-1962 by Hans Ursem - Issuu