Structuurvisie Laarbeek 2010-2020, groei in balans

Page 13

2

2 | beleidsinventarisatie 2.1 | Lagenbenadering Bij locatiekeuzes in de ruimtelijke ordening wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van de zogenaamde lagenbenadering. Deze lagen fungeren als een zeef om de potentiële ontwikkellocaties te kunnen genereren. De benadering hanteert de volgende drie lagen: • De ondergrond: water, bodem en het zich daarin bevindende leven, ook wel de ruimtelijke drager genoemd. Dit is het laagdynamische niveau, omdat veranderingen zich langzaam voltrekken; verandertijd >100 jaar. • De netwerken: alle vormen van zichtbare en onzichtbare infrastructuur, aangeduid als de ruimtelijke structuur. Deze vormen het middeldynamische niveau; verandertijd 20-80 jaar. • De occupatie: ruimtelijke patronen ten gevolge van menselijk gebruik, ofwel de ruimtelijke inrichting. Dit is het hoogdynamische niveau; verandertijd 10-40 jaar. Afbeelding: Lagenbenadering Behalve de drie dimensies van ruimte (lengte, breedte en hoogte) is ook de tijd een belangrijk element in de lagenbenadering. Alle lagen veranderen in de tijd, maar niet alle drie even snel. Kenmerkend voor de lagenbenadering is dat er eerst naar de mogelijkheden en beperkingen van de onderliggende lagen wordt gekeken. Dit heeft invloed op wat er in de hogere laag (de occupatielaag) kan worden gedaan. Hoe lager de dynamiek, des te minder mogelijkheden er zijn om op dit niveau in te grijpen. De grootste potentie voor het verminderen van de milieudruk ligt op het hoogdynamische niveau. Door de tijdhorizon van de processen in de ondergrond mee te nemen in de ruimtelijke planning en beheer, kunnen nadelige consequenties van de planning van het ‘platte vlak’ (occupatie) op korte termijn worden voorkomen. Dit zijn bijvoorbeeld hoge beheerkosten, wateroverlast, verlies aan landschappelijke identiteit, verzakkende straten en woningen, bodemvervuilingen, lekkende bouwputten en bedreiging van de archeologische waarden. Ook kunnen de kansen die de ondergrond biedt voor maatschappelijke thema’s als duurzame energieproductie (geothermie en koude warmte opslag), voedselproductie landbouw, waterbeheer en klimaatverandering optimaal in de afweging van ruimtelijke keuzes worden betrokken.

Lagenbenadering

2.2 | Toepassing lagenbenadering op Laarbeek In de StructuurvisiePlus van de gemeente Laarbeek (vastgesteld door de raad in maart 2003) is de lagenbenadering toegepast. Aangezien het bij de ondergrond om laagdynamische systemen gaat met een verandertijd van meer dan 100 jaar, is er geen reden om de lagenbenadering voor deze structuurvisie - zes jaar na dato - wederom uit te werken. Respect voor deze laagdynamische structuren vergt bovendien beleidscontinuïteit. De in 2003 uitgevoerde lagenbenadering is dan ook integraal overgenomen (zie bijlage: ‘lagenbenadering’). Aan de hand van de lagenbenadering is voor de gemeente Laarbeek een duurzaam structuurbeeld opgesteld, een ‘tijdloze’ waardering van basiskwaliteiten. Per deelgebied is aangegeven wat de duurzame kwaliteiten zijn en wat de gebiedsstrategie is uitgaande van deze kwaliteiten en de gebiedsopgaven. Afhankelijk van de kwaliteiten ligt de nadruk op conserveren, revitaliseren of ontwikkelen. Het betreft keuzes op hoofdlijnen. De essentiële keuze welke delen van het buitengebied duurzaam zijn (geen 13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.