Geen Kappershoofd

Page 1

GEEN KAPPERS HOOFD



GEEN KAPPERS HOOFD


Mijn droom was een boek over Haagsche Kopjes te maken. Niet alleen om te laten zien hoe mooi het kappersvak is. Het moest ook een boek worden over al die bijzondere mensen die in de zaak langskomen en over al die speciale dingen die in twintig jaar Haagsche Kopjes zijn gebeurd. Met behulp van zoveel inspirerende mensen die hier elke dag in- en uitlopen. Een kapperszaak aan de rand van het centrum in Den Haag trekt een divers publiek. Iedereen met zijn eigen verhaal. Al hun verhalen vertellen, ging me zelf niet lukken. Dus is dit boek is geschreven door klanten, collega’s, vrienden en familie. Verhalen die een beeld scheppen van wat mijn werk zo interessant maakt. Kapster zijn is een mooi beroep. Een beroep dat onderschat wordt. Daarover vertel ik zelf in dit boek. Wat het kappersvak voor mij zo mooi maakt, is de combinatie van sociaal ondernemerschap met kunst en cultuur. Door de jaren heen zijn de juiste mensen op mijn pad gekomen om die combinatie steeds verder te ontwikkelen. Dat is een rijkdom. Haagsche Kopjes is een plek waar mensen samen komen. Gesprekken met iemand die je niet kent of met vaste klanten, in de stoel of wachtend aan de bar (vroeger op ons bankje), veroorzaken altijd wel dat er het een en ander gebeurt. De klanten die hier komen staan open voor andere mensen. Dat is fijn.

GEEN KAPPERSHOOFD Ellen Nuis-Beek

Hugo

DE VOS EN DE WOLF 5

BEGIN 9

Dini

Hester

CHRISTIAAN TIJD

TIJDSBEELDEN

HAAGSCHE KOPJES

Ad en Gonnie

Lisa 16

Thecla

Karen

Conny

Marieke 22

Brigitte

Greetje

'klant'

Millicent

30 Fotografie: Benno de Wilde, Bob in lagen

Linda

Marjo

Lisa

INRICHTING

Tosca Fred en Marcelle Sandra

Frank Larry Annemiek

46

COLLEGA’S

Jennemiek Esther

Wouter Nick 51


Een boek om te lezen, maar zeker ook veel om naar te kijken. Voor dit project ben ik twee keer voor een paar weken naar Spanje geweest. Wat een genot. De eerste keer met heel veel losse spullen. Zoals oude kaarten, foto’s, uitnodigingen, de laptop, scanner en veel in mijn hoofd. Met dat alles vertrok ik naar mijn geliefde plek: Los Canos de Meca. Huis gehuurd met uitzicht op de zee. Een dorp aan de Costa de la Luz, waar het buiten het zomerseizoen erg leeg is. Rust. Veel hippies en een goede kroeg. Ik was daar alleen, maar heb me zeker nooit alleen gevoeld. De tweede keer ging ik samen met mijn vriend Herman naar de provincie Huelva. Drie weken een huisje gehuurd bij het dorpje Alajar. Ook rustig en heel toevallig weer een berg vol met hippies en een goede kroeg. Midden in het natuurpark Sierra de Aracena. Prachtig en voor mij een geheel nieuwe provincie. Iedere dag netjes alle verhalen geordend, mijn verhalen geschreven en natuurlijk de juiste plaatjes erbij gezocht. Ondertussen flink genoten van de prachtige en rustgevende omgeving. Nu ben ik toe aan mijn laatste avond en het is nog niet af. Bij terugkomst gaat eerst Joke aan de slag om alles door te lezen en kritiek te spuien en dan natuurlijk Dionne en Teun om het er als een echt boek te laten uitzien. Lieve iedereen, bedankt voor 20 jaar Haagsche Kopjes en veel plezier met dit boek. Mik

Dionne

ONDERNEMEN

KUNST

Bas

Sonja/Branko Bont

Parels voor de Zwijnen

Marco Eschler

Wesley

Ferenc Molnar

Dansen op het vondelplein

Knippen en Scheren

Martijn/ditisdenhaag.nl

Ellen en Barbercity

Campagnekunst

Dionne

Hans Spinnler

Muziek/jazz

Casper

Jos Christiaan

Leander

Pascale

Judith

Urmila Janneke

Rachael Juntha

Sabine Mariola

Martina Luuk

Mandy Pieter

LOSSE VERHALEN

75

Bas Dico

Joy Gonnie en Linda

Anke en Irma Jaqueline

IK BEN ER GEWEEST: BIJ DE KAPPER

94

Xander

129

Marion

Willeke

Cyndia

Luc

Sabina

Karel

81

141

“Bedankt voor 20 jaar Haagsche Kopjes en veel plezier met dit boek”

Haagsche Meiden

HAAR



7


8


9


“Hoe wij omgingen met lang haar, de schoonheid van het haar laten zien� 10


HUGO

BEGIN

Schoolboeken en huiswerk vond ik niet interessant, buiten lokte het leven en ik bleef zitten van 2 naar 3 mulo. Dat was in 1963. Het werd een bedrijfschool want met 15 jaar ben je nog leerplichtig maar het echte leren gebeurde pas op de Vrije Academie, toen Psichopolis genaamd. Op die academie, hier in den haag en naar het schijnt tamelijk uniek in de wereld, deed je geen toelatingsexamen maar je overtuigde de adjunct of directeur van je motivatie. Er was geen leerprogramma maar er waren units om uit te kiezen, beeldhouwen of schilderen of grafisch ontwerp bijvoorbeeld. Ik koos mode en tekenen (houtskoolschetsen). Na afloop was er ook geen diploma. Tijdens de werkuren, let op ik zeg hier niet lesuren, was er een ervaren kunstenaar om mij te begeleiden. Er kwam iets tot stand wat van mij was, iets of iemand die ik ben en niet het voldoen aan een norm (denk aan de cito toets) Ik leg hier zo’n nadruk op omdat dit alles te maken heeft met mijn visie op haarknippen, Christiaan en Barbera haar tijd bij Christiaan.

Voorbereiding voor een fotoshoot

11


Pas in 1977 opende Christiaan in Den Haag zijn deuren. Eerst had ik 12 ambachten en 13 ongelukken doorlopen voordat ik als assistent bij Elisabeth Arden kon beginnen. Het bleek een doorbraak. Alles kwam in een stroomversnelling en ik ging naar een opleiding bij Vidal Sassoon in Londen. Nou moet je eerst weten dat Vidal Sassoon in 1963 Mary Quant haar haar knipte in een vorm en op een manier die een revolutie betekende in de wereld van de coiffure. Waar dames bijna per definitie wrden gepermanent, gewatergolfd, getoupeerd en afgelakt was er nu allen knippen en drogen. Christiaan, een Hollandse kapper die in New York succes had, was een medestrijder en tijdgenoot. In die provo-hippie jaren van de

60ties en 70ties ging van alles op de schop. Christiaan ging verder waar Vidal Sassoon bleef vasthouden aan scherp gerand. Christiaan introduceerde rommelig haar, de straight out of bed look en opgestoken lang haar op een manier alsof je het zelf gedaan hebt maar dit alles mooi en sexy. Hij en ik startten nadat ik eerst een tijdje in Amsterdam voor hem had gewerkt de Haagse vestiging. En daar was ik ineens werkgever, iets waarvoor ik niet in de wieg gelegd ben.

“En daar was ik ineens werkgever, iets waarvoor ik niet in de wieg gelegd ben” Ervaring met kappers had ik nauwelijks, voordat ik zelf het kappersvak in ging. Mijn moeder had namelijk zelf het talent om te knippen. Mijn vader was, zolang ik me hem kan herinneren, bijna kaal. Hij zei wel tegen mij: “Juist als je weinig haar hebt, moet je zorg dragen voor wat je nog hebt”. Ik was nooit verder gekomen dan twee mislukte bezoeken aan een kapperszaak.

Hugo van der Molen, mijn enige werkgever

12


uitgebreide intro is nodig omdat het beslissend was denk ik voor het verdere verloop van Barbera haar loopbaan. Ze kwam dus vragen of ze stagiaire mocht worden en de andere dagen naar school. Ik herinner me nog goed dat ik dacht: Dit is een kanjer, die moet ik hebben. Je voelt zoiets aan nietwaar? Ik legde uit, of moet ik zeggen overtuigde haar, hoe wij werkten en dat dat beter was dan de kappersschool. Daarna ging ze naar huis om moeder te vertellen: ik ben aangenomen maar ga niet naar die school. De volgende morgen kwam het telefoontje en het ging nog bijna mis. Iemand nam de telefoon op en zei mij: Barbera komt niet. Als een haas nam ik de telefoon over want moet je weten ik had haar telefoonnummer niet dus ik riep gauw: “Ben je daar nog?” of zoiets. Moeder had namelijk geëist dat die school wel doorging, dus ik haalde meteen bakzijl en liet haar komen. Zoals verwacht ging Barbera als een speer. De school heeft het niet lang gemaakt, ik kan er niks aan doen, dat was haar eigen besluit, stoppen met die hap. Ze werd al snel door veel klanten gevraagd en kreeg een grote klantenkring.

Mijn manier van doen was al gauw als die van een docent van de Vrije. Iedereen maakte ik verantwoordelijk voor zijn doen en laten en ‘s avonds waren er training sessies om mijn kennis over te dragen. Overdag moesten de kappers het maar zien te redden met als gevolg dat ze allemaal hun eigen stijl ontwikkelden, elkaar inspireerden en het zo naar hun zin hadden dat ze de zaak niet meer uit te slaan waren. Een van hun bleef

Hugo en Barbera, 1995

17 jaar een ander 20. Op een dag kwam Barbera solliciteren. Ik weet niet meer of dit op een advertentie was of spontaan. Het systeem bij beginnende kappers is namelijk dat je naar de kappersschool gaat en daar te horen krijgt dat je een stageplaats moet zoeken. De leerling werkt dan 3 dagen in het bedrijf en gaat 2 dagen naar school. Nou moet je weten dat ik ook op de kappersschool ben geweest in een speciale stoomcursus van 1 jaar alleen op maandagen, en ik me echt door de zure appel heb heengebeten. Wat een verschrikkelijke club randdebielen is dat zeg, sorry hoor, maar het was zo. Ondanks de revolutionaire veranderingen die de haarmode doormaakte was het idee nog altijd dat de ‘basis’ is: Permanenten en watergolven. Nu denk ik dat basis betekend dat dit de onderbouw is, het fundament waar je alles opstapelt. Maar wat moet je met permanenten als de dagelijkse praktijk betekent knippen en drogen evtueel met kleuren? Watergolf wordt ook nergens meer gedaan. Toch houdt de kappers opleiding tot op heden, ik schrijf 2012, hier nog aan vast. Deze

Dat leverde een vreselijke coupe soleil op, speciaal voor de trouwdag van mijn oudste zus en een te brede en te korte opspringende pony (koste maar 2 gulden), geknipt door een kapper in ons dorp Loosduinen. Dat was het dan. Mijn conclusie was destijds duidelijk: Mijn moeder was de beste met de beste smaak. Wat wilde ik? Wat moest het worden? Sportacademie, de etaleurschool of kapper? Ik wilde erg graag zelfstandig zijn en bij de kappersschool kon je werken en leren tegelijkertijd. Dus, de mogelijkheid om tijdens een studie zelfstandig te gaan wonen. Dat wilde ik graag en de keuze viel op de kappersschool. Dan moest ik eerst nog een kapper vinden die mij aan wou nemen. Na er heel veel bezocht te hebben op mijn fiets, door heel Den Haag, kwam ik ergens terecht in Den Haag Zuid-West. De zaak hing vol met droogkappen. De eigenaar had het over creativiteit bij de kapper en hoe belangrijk dat was. Hij vroeg me om een tekening te maken terwijl hij naast me zat. “Bijvoorbeeld een poppetje”, sprak hij. Het was vreselijk. Maar hij was tevreden en de plek was voor mij.

Barbera, 1983

13


DINI

Lieve dochter, van harte gefeliciteerd met het 20-jarig bestaan van de Haagsche Kopjes. Ja dat heb je ‘m geflikt. Ik en je hele familie en vrienden zijn trots op je. Hard gewerkt en in moeilijke tijden stand gehouden. Was soms niet makkelijk, maar door hard te werken en de mensen om je heen, die je allemaal een warm hart toe dragen, ben je zover gekomen. Je hebt een mooie zaak. Eigentijds, met alles er in, waarvan jij houdt, waar je voor staat. De mensen voelen zich bij jou op hun gemak. Ze worden verwend met een lekker bakkie koffie of in de namiddag soms een glaasje, zeker als er iets te vieren is! Maar waar je bovenal voor staat is goed werk leveren en dat vraag je ook van je personeel, die op hun beurt weer een goede baas aan jou hebben. Je hebt je personeel zover, dat ze eigenlijk niet voor jou onderdoen, als drijvende kracht inspireer je ze. Je brengt op ze over, dat de klant tevreden moet zijn. Je bent zelf ook nog steeds verbaasd met wat je allemaal onderneemt en je bent nog lang niet klaar. In de binnenstad van Den Haag is jouw zaak, de Haagsche Kopjes, een begrip geworden. Ik probeer enkele dingen op een rijtje zetten. Wat zo bij me opkomt zijn de modeshows, je organiseert jaarlijks mee om vrouwen die op straat leven een heerlijke dag te geven, ze worden dan verwend. Ja, elk jaar wordt dit een groter spektakel. Ook de exposities bij jou in de zaak, die je om de zoveel maanden vernieuwd. Zo ben je constant bezig met van alles, met vernieuwingen van producten, zoals kleuringen en verzorging van het haar. Ook ga je jaarlijks voor bijscholing met je personeel naar shows in het buitenland. En zo onderneem je nog een heleboel dingen.

Je hebt in je leven goede keuzes gemaakt. Toen je nog op de kappersschool zat, wist je al dat je iets anders wilde gaan doen. Geen permanentjes en dat hele gedoe daarbij. Je solliciteerde daarom bij Hugo, die in die tijd bekend stond als een vernieuwende kapper, met vooruitstrevende ideeën. Hij zag het met jou wel zitten en ondertussen liet ie mij weten, dat je niet meer naar de kappersschool hoefde, want hij zou dat wel doen, jou opleiden. Nou daar was ik het totaal niet mee eens. Ik vond dat je examen moest doen, want je was er bijna. Ik twijfelde nog, vooral toen ik een keer thuis kwam en je jongste zus huilend aantrof. Ze had een prachtige bos haar en die zou jij wel even fatsoeneren, maar halverwege zag jij het niet meer zitten. Jullie tweetjes huilend op de trap. Kan je je voorstellen dat ik mijn bedenkingen had? Achteraf ben ik het eens geworden met ‘m. Maar ja. Hoeveel jaar was je toen? Ik moest toen toch nog voor je zorgen. Nou, vanaf toen kon ik dat wel nalaten, dat kon je zelf heel goed. Na een paar jaar bij Hugo, waar je heel veel geleerd hebt en

Dini en Ge, 1976

14


niet alleen op kappersgebied, maar ook de juiste instelling en houding in het leven, kreeg je een aanbieding om voor jezelf te gaan werken ‘met een eigen stoel’, wat toen een nieuw concept was. De zaak waar je ging werken was in Zoetermeer, in een nieuwbouwwijk. Daar leerde je Mabel kennen, ook ‘met een eigen stoel’. Jullie konden het goed vinden met elkaar. Jullie overlegden en kwamen tot overeenstemming om samen iets te beginnen. Na veel zoeken kwamen jullie terecht in de Bilderdijkstraat, een klein zaakje in Den Haag, maar oh zo gezellig. Jaren hebben jullie samengewerkt tot ieder haars weegs ging. Jij ging verder met de Haagsche Kopjes, Mabel ging iets heel anders doen. En vanaf die tijd werd het echt jouw toko. Met iets heel eigens. Van twee stoelen, naar een grote zaak, want je verhuisde naar de Vondelstraat. En zie hier. Wat een pracht zaak. Je hebt echt iets moois opgebouwd. Ik ben ontzettend trots op je. Lieve dochter, ik wens jou met de Haagsche Kopjes nog vele jaren.

Hester, 1984

HESTER

Mijn grote zus heet Barbera Sterk. Ik ben altijd al zo trots op haar werk. Kennen doe ik haar inmiddels al 41 jaar. En al bijna 30 jaar doet ze mijn haar. De eerste keer was mama niet blij. De laagjes waren niet goed gelukt bij mij. Ach een permanentje erin en alles komt goed. En anders draag je toch voorlopig een hoed. Gelukkig maakte het mij niet zoveel uit. Ik was per slot nog een jonge spruit. Regelmatig was ik ook haar model. Ja, bij haar in de buurt zijn wilde ik altijd wel. Tegenwoordig hoef ik geen lange lokken meer. En laat ik het door haar kort knippen, keer op keer. Bar, wat heb je het toch goed voor elkaar. Er zijn er maar weinig die dit bereiken, al 20 jaar! De meeste kapperszaken redden het niet. En zijn binnen de kortste keren failliet. Zij heeft ook echt met elke klant. Een heel bijzondere band. Creatief, sociaal, knap, slim en lief. Ja Bar, je bent echt een hartendief. Heel veel liefs van je zusje Hester

15


Hugo: “We waren met Renz Kupers, de interieur stylist, op zoek naar een monumentaal pand het liefst zo dicht mogelijk bij het centrum. Toen Renz riep: “Kijk daar”, schrok ik me dood, want dit was een leegstaand kantoorpand. Toen we binnen gingen kijken, zagen we de bijzondere architectuur en het uitzicht. We konden kiezen uit alle etage’s en kozen voor de 3e. We hebben er 23 jaar gezeten. Tijdens het knippen keken we via de spiegels over de Prinsegracht.”

16


Toch ging ik verder kijken, want het was nou niet precies de kapperszaak die ik leuk vond. Tijdens die verder gaande zoektocht kwam ik bij Christiaan, op de 3e etage van een mooi gebouw aan de Grote Markt. Het architectonische juweel De Volharding was een geweldige mooie plek, vanuit hier keek je helemaal over de Prinsegracht. De inrichting leek wel op een atelier. Mooie kasten met spiegels en theaterverlichting rondom. Zo gemaakt dat je apart zat en je klant ook van de zijkant kon zien. De zithoek met mooie bladen was een droom. Bladen die ik nog nooit gezien had. Daar kreeg ik een gesprek met de baas, Hugo. Eigenlijk was het geen gesprek maar een monoloog van zijn kant. Hij vertelde me hoe hij het kappersvak zag. Volgens Hugo kon je beter naar de kunstacademie gaan dan naar de kappersschool. Het was allemaal heel anders dan anders en diep onder de indruk ging ik terug naar huis. Hugo bood me aan dat hij zelf me helemaal op zou leiden. Maar de leerplicht riep en mijn moeder niet minder (of wou mijn moeder dat ik naar Schroevers ging en dan werken bij een ministerie… haha) Uiteindelijk ben ik natuurlijk toch lekker eigenwijs geweest en in 1983 gaan werken en leren bij Hugo van Christiaan. De kapperschool trouwens, was en is nog steeds echt vreselijk. Daar leer je heel veel wat je ook weer heel snel moet afleren, daar heb ik dus ook maar heel kort op gezeten, totdat ik niet meer leerplichtig was.

“Volgens Hugo kon je beter naar de kunstacademie gaan dan naar de kapperschool”

Het uitzicht

17


Dan sta je daar als 16-jarige opeens bij het fameuze, hippe Christiaan te werken. Als iemand die niet met mode bezig is en zichzelf alles behalve knap, hip, en slim te vindt. Iedereen die daar werkte was dat in mijn ogen wel. Hugo nam mij onder zijn hoede. Hij regelde zelfs kleding voor me. Vond dat ik wat “creatiever” moest dansen en dan vooral naar hippe uitgaansgelegenheden diende te gaan. Hoe dans je eigenlijk creatief? Ik voelde mezelf erg ongemakkelijk. Vaak kwam ik thuis met de tranen in mijn ogen omdat ik echt dacht dat niemand mij interessant vond. Toch liet ik mij daar niet door weerhouden. Ik vond het kappersvak interessant en zeker hoe het hier ging. De adviezen van Hugo volgde ik op en ik ging beelden maken, volgde schilderworkshops, wierp me op de visagie cursus en deed de grime opleiding. Misschien danste ik langzamerhand zelfs al ‘creatief’. Ondanks mijn onzekerheid kwam ik overal. Fotoshoots met professionele modellen. Gewerkt met geweldige fotografen zoals Gerard Wessel, Pieter Lemmens, Roy Beusker, Patricia Steur. Werken voor tijdschriften, theater en achter de schermen bij mode-

CHRISTIAAN TIJD De KNOT, hulpmiddel en versiering, model: Simone

18


shows. Ja, Christiaan was hip en ik werkte daar. Toch hield ik al die tijd moeite met de modewereld. Het werd me steeds duidelijker dat ik die gewoon niet leuk vond. Modellen die liever door de ‘meester’ zelf werden gedaan. Fotografen die iets in hun hoofd hadden, terwijl ik toen nog niet de houding had om te zeggen wat ik er zelf van vond. Je moest echt zelfverzekerd zijn om in dit wereldje wat te kunnen bereiken. Later merkte ik hoe het echt werkt: hoe professioneler zulke professionals zijn, hoe minder kapsones ze hebben. Dan wordt het ook gelijk leuker en creatiever. Zo af en toe kwam CHRISTIAAN zelf langs. De beroemdheid over wie in de boeken stond: This internationally known editorial hair stylist has been in the business for 40+ years. He has worked with some of the most famous celebrities, including Deborah Harry of Blondie, model and actress Grace Jones and, more recently, David and Victoria Beckham. He is known for creating the cutting technique known as ‘the undercut’, his edginess, independence and creativity. Christiaan Houtenbos is een kapper die vanuit Amsterdam met Hugo een zaak is begonnen in Den Haag. Dat was op franchise basis en liep net af in de tijd dat ik daar kwam werken. In de jaren 70/80 is hij beroemd geworden mede doordat hij vernieuwende ideeën had over het kappersvak. Haren laten gaan zoals het gaat. Je haar aan de lucht laten drogen. Niet meer met shampoo wassen. Zelf je haren knippen.

THECLA

Ik was 19 jaar toen ik voor het eerst bij Christiaan terecht kwam. Want als je hip en stijl had moest je daar voor je ‘haar’ zijn. Je ging dansen bij Aozora, kocht je kleding bij Salty Dog, Mac and Maggie, laarzen bij Tabara Boots. En je liet je haar knippen bij Hugo. Het was wel heel cool als Hugo uren met zijn handen door je haren aan het wroeten was. Ik had toen nog heel lang haar en Hugo wilde het kort knippen. Ik heb toen model gezeten bij hem. Thuis in de avond heeft hij mijn lange bos afgeknipt en wauw, wat stond dat gaaf. In die tijd woonde ik nog thuis en mijn moeder durfde niet te kijken. Met haar hoofd onder de dekens riep ze: “O, nee hè, je hebt het afgeknipt!” Hugo: “Thecla, prachtig dik haar waar je alles mee kan.” 1983

Ik ken Barbera vanaf het moment dat ze bij Hugo kwam werken. Ik zie haar nog zo zitten (niks veranderd), alleen had ze toen in mijn herinnering een prachtige bos rood krullend haar en was ze heel verlegen. Je zag haar meteen als je binnen kwam achter het deskje op een draaistoel, ontving zij alle klanten en bij haar maakte je ook je afspraken en waste ze ook je haren en volgens mij heeft ze mijn haren ook wel eens geverfd in die tijd. Later kwam ik haar ook regelmatig tegen in Aozora of op feesten van Jenmin. Tegen mijn vrienden zei ik dat ik haar kende, want ook dat was heel cool, mensen te kennen die bij Hugo werkte (haha, moet er even om lachen).

19


Eigenlijk zijn dit dingen die voor mij heel gewoon zijn. Ik weet niet beter en snap een andere visie ook niet. Er werden trainingsavonden gegeven. Hoe cool. Echt ontdekken wat haar doet als je bijvoorbeeld alles strak achterover kamt en dan dwars van oor tot oor op het hoofd je schaar er in zetten. Plukjes haren ronddraaien en dan inknippen. Geen schaar gebruiken, maar alleen de tondeuse, ook met lang haar. Opsteek technieken met de KNOT, een hulpmiddel/ versiering in je haar bedacht door Christiaan. Zo af en toe kwam Christiaan of een assistent van hem langs voor die trainingsavonden, dat was natuurlijk helemaal spectaculair. De modellen kwamen vooral van de Kunstacademie, dus die waren wel in voor wat experimentele kapsels. Meestal werden deze avonden gefilmd en naderhand bekeken en besproken. Moe, maar super voldaan kwam ik dan weer thuis. Hoe inspirerend. Steeds meer kreeg ik door hoe je kon kijken naar mensen. De mooie kanten en de minder mooie kanten. Mijn meest wijze les van Hugo is toch wel dat je door “haar” iemand mooier kan maken. Het is vreselijk als mensen lelijker gemaakt worden door hun haar. Het is daarom ook zo belangrijk om goed te kijken. De kunst van het kijken. The Buzz, door Christiaan, later is het de Undercut gaan heten.

Etalage van Christiaan aan de Grote Marktstraat. Hugo: “Behalve foto’s gebruikte ik ook tekst om aan het publiek te laten weten wat ik ervan vond. De linker etalage zei: “Mode is afgelopen, ieder draagt wat hij wilt” en de rechter etalage zei: “Maar haar is belangrijker dan ooit.”

Etalage’s van Christiaan aan de Grote Marktstraat werden heel vaak veranderd. Etalageontwerp: Ron Simon, kapsel: The Buzz

20


“Mijn hemel, een kappershoofd” Nooit meer shampoo volutionaire visie op het omgaan met haar. Het moest natuurlijk vallen, een permanent was uit den boze, maar het moest wel goed geknipt zijn zonder dat te zien was dat je net van de kapper kwam. Helemaal mijn idee, en zo kwam ik bij Christiaan. Het klikte meteen toen ik er binnenstapte. Ik keek mijn ogen uit, diep onder de indruk van de inrichting, de kunst aan de muren, de snelle jonge moderne kappers en kapsters, de klanten, de muziek en de videocamera’s. Dit was hip, de hottest hairdresser in town! Ik kreeg het advies om mijn haar voortaan alleen met water te spoelen en, ondanks de voor de kapper gemiste inkomsten aan bijartikelen, geen shampoo meer te gebruiken. Dat ging overigens wel met een, weliswaar tijdelijke, bijwerking gepaard: de eerstvolgende drie maanden liep ik met onooglijk viezige slierten rond, die ik angstvallig onder een hoofddoek verborg tot er een biologisch evenwicht in de haardos rond mijn verbijsterde brein ontstond. Het resultaat was een wervelend soepel kapsel en tot op de dag van vandaag heb ik nooit meer shampoo gekocht. Vanaf dat moment was het periodieke bezoek aan kapper Christiaan steeds een feest. En het was bij deze bezoekjes dat de aardige, altijd geïnteresseerde krullenbol Barbera zich regelmatig over mijn haren ontfermde.

KAREN

Het is even diep nadenken, maar ik zal zo’n jaar of drie geweest zijn, toen ik voor het eerst merkte dat er iets aan mijn haar veranderde: mijn moeder maakte er kwikkies in, met strikjes. Echt geknipt werd mijn haar toen niet, we lieten het lang groeien, mijn moeder en ik. De kwikkies ontwikkelden zich tot vlechtjes en die werden op den duur steeds vaker een paardenstaart, simpelweg omdat het makkelijker was. In mijn tienertijd, zo eind 1960 begin 1970, nam ik de regie over mijn haar – en een massa andere zaken - van mijn moeder over en liet het groeien, zo lang mogelijk, zodat het los tot ver op mijn rug hing en het liefst ook voor mijn ogen. Soms met een vrolijk accentje erin, een lintje of een vlechtje. De kapper bij wie ik per ongeluk een paar keer terechtkwam om de punten te laten knippen, modelleerde het ongevraagd en zette het stevig in de lak. Mijn Hemel een kappershoofd. Thuis gekomen stond ik in een mum van tijd scheldend in de badkamer met mijn hoofd onder de kraan om de gelikte coupe er uit te spoelen. Mijn haren wassen was iets wat ik sowieso vaak deed. Maar met een hopeloos resultaat: hoe vaker ik met de shampoofles onder de douche stond, hoe sneller dat onwillige haar weer vet was. Nee, kappers waren niet te vertrouwen. Ze bestonden vooral voor oudere dames die ze met fraai geblauwde en gekrulde coiffures vertroetelden. In 1980, toen punk en new wave de modewereld beïnvloedden, werd ik getipt over een kapper met een voor die tijd re-

21


CONNY

Ik was ongeveer 18 toen ik bij Christiaan kwam. Daarvoor heb ik bij wijze van spreken bijna stad en land afgereisd om een beetje kapper te vinden. Ik kwam met grote regelmaat bij een kledingzaak, waar een verkoopster stond, die zei: “Mijn zus gaat naar Hugo bij Christiaan in Den Haag, die kan heel goed korte koppies knippen.“ Ik dus naar Den Haag. Het was een andere sfeer dan dat ik gewend was. Het sprak mij wel aan. Ik denk dat dat mij ook mede gevormd heeft. Het was ook ongelooflijk. Toen ik thuis kwam, zeiden mijn ouders tegen mij: goh, je lijkt wel Doris Day, wat een leuk koppie. Mensen kwamen, als ik in de bus zat, naar mij toe om te vragen waar ik naar de kapper ging en ook overal waar ik kwam, hielden ze me aan om te vragen waar ik naar toe ging om mijn haar te laten knippen. Kortom, ik had mijn kapper gevonden. Ik ben daar met enkele tussenpozen ca. 32 jaar trouw naar toe blijven gaan. Eerst op

Fotografie: Benno de Wilde

de Grote Marktstraat, daarna in de Torenstraat en kort daarna ook weer bij Rene in de zaak, waar hij, om een beetje af te bouwen, een stoel had gehuurd. Maar altijd bij Hugo. Hij was een beetje apart en niet altijd even makkelijk en ook wel een tikje eigenwijs, maar hij kon knippen als de beste en het was eigenlijk gewoon een aardige vent. Hij zei ook alijd: knippen kan iedereen leren, maar het is eigenijk belangrijk dat je naar de kunstacademie bent geweest, want daar leer je naar iemand te kijken en iets te creëren wat bij diegene past. Dat was een heel andere benadering. Hij zei: er zijn genoeg goede kappers, ook bij mij in de zaak, maar als ik jou was, ga dan naar Leander bij Haagsche Kopjes. Dat heb ik gedaan, en dat was voor mij gelukkig weer een beetje thuiskomen. Het is zo’n beetje dezelfde artistieke sfeer, waar ik aan was gaan wennen bij Hugo. Nu heeft Leander ook besloten naar de kunstacademie te gaan, dus dat betekent dat ze alleen maar nog beter kan worden. Ik heb mijn plekje dus weer gevonden bij Haagsche Kopjes.

Christiaan noemde dit de Slash, dwars over de kruin op de hoofdhuid doormidden geknipt. Door het op verschillende manieren te borstelen, krijg je verschillende looks.

22


“Mijn zus gaat naar Hugo bij Christiaan in Den Haag, die kan heel goed korte koppies knippen�

Fotografie: Benno de Wilde, kapsel: The Slash van Hugo

23


TIJDSBEELDEN

24


Van thuis knippen en bloempotjes naar Haagsche Kopjes

MARIEKE

Opgroeien in de jaren 60 betekende op kappersgebied, qua locatie: thuis knippen, qua coupe: model bloempot, met een pony die na meerdere correctiepogingen gemillimeterd en nog steeds scheef was. In de jaren 70 was de locatie: geen en het model: lang stijl haar. Een probleem wanneer je van nature een flinke slag (bijna krul) in je haar hebt. In de jaren 80 kwamen meer trendy kappers op en waren de coupes en kleuren experimenteel. Tenminste dat was het voor veel anderen, maar opnieuw een probleem voor hen die krullend haar hadden. Krullend dik haar werd weliswaar door kappers bewonderd, maar inspireerde niet tot het knippen van vlotte en moderne coupes. Tot Barbera in beeld kwam. Mijn reddende engel in bange kapperstijden. Barbera was een vriendin van mijn jongste zusje Paula en knipte (jawel) thuis. Met vriend Perry voor de buis en de gordijnen dicht tegen de inkijk van de buren. Model: eigentijds. Eindelijk een kapster die zich liet leiden door de persoon en het haartype en die zich hierdoor liet inspireren. Voor het eerst was ik blij na een knipbeurt!!! Sindsdien ben en blijf ik trouw aan Barbera. Van Christiaan in Den Haag, naar Zoetermeer en uiteindelijk de Haagsche Kopjes. Nog steeds blij met deze creatieve, extraverte en dynamische kapster. Niet meer thuis, maar wel in een huiselijke sfeer. Geen gesloten gordijnen meer, maar een open en lichte ruimte met kunst aan de muur, muziekoptredens en niet te vergeten de sociale bijdrage van Barbera en haar Haagsche Kopjes in de vorm van verwendagen voor vrouwen in achterstandsposities. Mijn ‘kappersverzoek’ bestaat inmiddels uit: bijknippen. Tja, je wordt ouder. Onlangs hebben we voor het eerst, in bijna 30 jaar, samen gegeten en niet te vergeten gedronken. Toen bleek Barbera half Den Haag te kennen (en te knippen). We ontdekten dat ze mij waarschijnlijk slechts 60x heeft geknipt. (dat krijg je als je maar 2x per jaar naar de kapper gaat). Maar haar enthousiasme, ondernemingslust, gezelligheid en het creatieve en sociale gebruik van de ruimte maakt een bezoekje aan de Haagsche kopjes altijd tot een belevenis. En dus blijf ik trouw aan mijn favoriete kapster. En blijf blij bij Barbera.

Hugo is naast kapper ook een goede fotograaf. Ik deed meestal de haren en make up en Hugo fotografeerde. De modellen zo mooi mogelijk op de foto uit laten komen, zodat ze opdrachten kregen via het modellen bureau waar ze ingeschreven stonden. Hierdoor hebben we met topmodellen kunnen werken. Zoals dit meisje.

25


Kapper van alle tijden Tijdsbeeld met gevoel voor wat er leeft

BRIGITTE

Christiaan, de trendy kapper van de jaren 80 in Den Haag. De tijd van afkeer van grote ketens, eigenheid staat voorop, uniek, selfsupporting, vooral dingen anders doen. Tijd van punk, new wave, Nastasta, Aozora, Paard en Toys. Christiaan past in dat beeld. Alleen al de locatie in een gebouw van de Stijl, strakke lijnen, eenvoud en Mondriaan waren in. Ja, en ook nog op een 3e etage, dat had ook iets aparts. Of je tot een select gezelschap hoorde die het wist te vinden. Uiteraard, geen permanentje, maar zo natuurlijk mogelijk. Onderste boven hangen als ze gingen föhnen, dat gaf meer volume. Er kwamen alleen hippe types en de kleur van de kleding was vooral zwart. De prijs was ook niet mis, maar je had het rood staan er graag voor over. Dat je als 16 jarig meisje daar als leerling werd aangenomen, moet wel heel geweldig zijn geweest. Bij Barbera voelde je je gelijk heel prettig, in tegenstelling tot sommige andere collega’s, die arrogant waren van hipheid. Dat maakte dat je ook graag bij haar bleef komen en je dus ook overstapte naar haar latere eigen zaak. Die nieuwe zaak opende in een ander tijdperk, na de zwarte en met rauwe tonen omklede jaren 80, was er weer werk, werd het zwart langzaam afgeschud, werd het motto gezelligheid, beleef veel plezier, doe je eigen ding. Tijd van de grand cafés en dance, Zwarte ruiter, Boterwaag, Greve, sushi en de mobiele telefoon. Barbera zocht dus ook haar eigen plek. Bar d’r eigen zaak kwam met Mabel. Het leken op een afstand twee tegenpolen, maar er was toch die klik. Samen de start van de Haagsche kopjes. Helemaal ingericht volgens de tijd. Je nadert als klant zelf al

Hugo: “Een van de velen metamorfoses van de inrichting van Christiaan, Grote Markt. Parket en houten balie altijd hetzelfde gebleven, maar ieder jaar mocht een andere kunstenaar zich uitleven op de muren. Bijv. Dorien de Vos en Koos Flinterman.” Fotografie: Gerard Wessel

26


Interieur Haagsche Kopjes, 1993

“De tijdsgeest van je ruimte delen, ruimte geven aan nieuwe ontwikkelingen” de 40. Maar als klant van deze zaak hoorde je er toch nog bij. Leuk, met trendy kapsels en later aangevuld met kunstopeningen incl. dj’ s. Samen, gezellig en met een eigen karakter. Huiselijk maar niet truttig. De stoeltjes dicht bij elkaar, waardoor alle klanten elkaars verhalen horen en met elkaar meeleven. Liefdes, huwelijken, kinderen, scheidingen, operaties, geen werk, nieuwe banen iedereen leeft met elkaar mee. De meesten hebben een zelfde cyclus om de kapper te bezoeken dus je zit vaak weer naast elkaar. We leven allemaal mee met de ontwikkelingen in de levens met Bar, Mabel en de andere kapsters (+ hele enkele kapper). Bij sommige jonge kapsters elke knipbeurt een nieuwe liefde of op zaterdagochtend nog niet helemaal knipvast. Maar de tijden stonden niet stil. Barbera ging de zaak alleen runnen. Voor haar wel een uitdaging, maar wij hadden er alle vertrouwen in. De zaak kreeg nog meer het stempel van Bar en verhuisde om de hoek naar een grotere locatie. Weer met de tijd mee, ‘eigentijdse’ retrolook en permanente tentoonstellingen van kunstenaars. De tijdsgeest van je ruimte delen, ruimte geven aan nieuwe ontwikkelingen, social media, crowdfunding en ipad. De stoelen komen ook verder uit elkaar, de maatschappij individualiseert verder er is meer privacy voor het gesprek. (Hoewel de hele klantenkring nu op Facebook zit, dus meeleven kan nog steeds.)

27


“Of zij m mocht kn Liever ni Maar ja, assertief ik pas lat En achte gelukkig

Maar daarnaast is er ook een nieuwe stroming in de maatschappij, meer aandacht voor je maatschappelijke rol als bedrijf. Barbera voelt mensen enorm goed aan en haar betrokkenheid is groot. De maatschappelijke rol past haar daarom goed, knippen voor goede doelen, jaarlijks meewerken aan een verwendag voor daklozen en meer. Maar ook worden er veel jonge collega’s door Barbera opgeleid in het vak of minstens een nieuwe impuls meegegeven voor een nieuwe richting. De laatste keer dat ik in de zaak was zag ik de oude meester Hugo Christiaan bij Bar in de zaak helpen, met veel plezier volgens mij. De cirkel is voorlopig rond. Komt Bar later helpen in een zaak van Dionne, de tijd zal het zeggen… Zolang Bar knipt zullen wij er komen, na al die jaren een warme vriendin. Ff mee naar buiten een sigaretje roken (ook al rookt ze alweer nog niet meer), bakkie koffie, bijkletsen… En thuis hebben we ook ‘kapperskunst’ aan de muur. Het Haagsche kopjes gevoel gaat dus nooit meer weg, het is van alle tijden.

Hugo en Dionne, 2012

28


GREETJE

mij ook nippen? iet.

Sinds 1979 woon ik in Den Haag. Als geboren en getogen Westlander heb ik vaak gehoord: “Wat heb je daar nu te zoeken?” Simpel: woonruimte en werk. De stad, daar had ik niet veel mee. Ik ging naar het strand, maar dat deed ik altijd al. Parkpop lag letterlijk voor de deur, dat was super. De Paap en het Paard werden met regelmaat aangedaan, maar dat was het dan wel. Uitgaan en shoppen gebeurde vaker in Delft dan in Den Haag. Op aanraden van mijn zus was ik wel bij een Haagse kapper terechtgekomen, Christiaan op de Grote Markt. Meestal knipte Hugo, soms Martin en na verloop van tijd kwam er een jong meisje. Of zij mij ook mocht knippen? Liever niet. Maar ja, assertief werd ik pas later. En achteraf gelukkig maar. Langzamerhand veranderde de stad. Onder invloed van bewogen Hagenaars werden verwaarloosde panden gered van de slopershamer en tot juweeltjes gerestaureerd. De Boterwaag, het Koorenhuis, de Greve garage, soms werden zelfs halve straten opgeknapt. Florencia kwam in beeld na het verdwijnen van de benzinepomp aan de Torenstraat. De Zwarte Ruiter, tot dan een stamkroeg waar je alleen kwam als er echt niets meer open was, veranderde in een populaire tent en het vervuilde plein met kiosken die erbij stonden als gore krotten, werd een geweldig terras. Wonen in de binnenstad werd gestimuleerd en als onderdeel daarvan werd het voormalig kantongerecht voor woningbouw geschikt gemaakt. Ik stond vooraan in de rij en kreeg het zo gewenste huis. Mede dankzij Adri Duyvestein kwam er een nieuw stadhuis en dat gaf een enorme boost aan de stad, er werd volop geïnvesteerd. Nieuwe panden, herinrichting, tunnels, en autovrije gebieden. Een nieuwe bestrating gaf sfeer en zorgde ervoor dat het centrum meer een eenheid werd. Er kwamen nieuwe winkels, restaurants, cafés en er werden fraaie terrassen aangelegd. Kortom in de 30 jaar dat ik in Den Haag woonde heb ik de binnenstad enorm tot bloei zien komen en tot een heerlijk gebied zien uitgroeien. Er zijn zelfs Westlanders, al zeggen ze het niet graag hardop, die Den Haag wel best vinden. Ik woon nu 3 jaar in Nootdorp. Ik woon er naar mijn zin, maar mis mijn stad. Daarom geniet ik nu extra van mijn regelmatige bezoekjes aan mijn kapper. Ze is niet meer zo piep, ik ook niet, maar ik ben al ruim 25 jaar een tevreden klant.

f werd ter. eraf g maar.” 29


Kom maar terug als het weer moet. Zie maar. Tot ziens!

KLANT

Mijn eerste ervaringen met ‘de kapper’ dateren van de laatste jaren vijftig. Ik laat de herinneringen aan kappers uit mijn kindertijd buiten beschouwing. Dat was altijd een ramp en dat is waarschijnlijk voor ieder kind zo. Soms zie ik kleintjes van harte genieten van de imitatieauto’s die sommige kappers in huis hebben.Dat maakt de entree wat makkelijker, maar het verplicht geknipt worden op die leeftijd wordt er geenszins door verzacht. In de tijd dat ik een groot mens begon te worden waren de Haagsche kapsalons deftige instituten waar de eigenaar zelf de grote artist was, die omringd werd door een wolkje geschminkte jonge vrouwen in roze jassen. Naast ‘de artist’ waren er soms nog jonge mannen die ook wel konden knippen, talentvolle afgestudeerden van de kappersschool en soms leerlingen die wikkels mochten aangeven. Vaak ontving de echtgenote van de artist de clienten, soms hartelijk, soms met een vleugje dedain, afhankelijk van de loyaliteit van de client en/of haar sociale status. Na deze begroeting riep zij de (meestal Franse of Russische) naam van een van de jonge vrouwen in roze jas of gewoon ‘garderobe’, en dan werd de client ontmanteld en door een andere vrouw naar de wasplaats geleid. Daar werd dan stevig gewassen, ‘massage’. Ik had in die tijd nog heel veel haar dus maakte ik mij nog geen zorgen, maar op deze leeftijd zou ik luid protesteren. Na het wassen voor de spiegel geplaatst, gekamd en dan wachten tot ‘de artist’ kwam kijken. De artist kwam dan met zijn eigen kam en vroeg dan wat de wensen waren en afhankelijk van wat je dan wilde, kort, nekhaar, bovenop kort/lang, krullen, of advies van de expert werd je al dan niet door ‘de artist’ zelf of door een tweede man geknipt. Daarna kwam er een meisje in roze jas dat op advies van de knipper rollen op het hoofd zette, daarna werd je onder de kap geplaatst met gelukkig wel een warmteregelaar en een mooi glossy tijdschrift ‘Vogue’ of zelfs ‘l’Officiel de la mode’. Als de tijdklok ‘ping’ deed werden de rollers er uit gehaald door een roze meisje en kwam de knipper de zaak uitkammen/borstelen. “Lak Mevrouw?” (Ik was zestien!). Het was duur. Dat vond mijn moeder, die het moest betalen, ook. Maar zo was het leven. Na een paar keer –want ik vond die kapper wel erg deftig– ging ik op zoek naar een even gerenommeerd adres (want de oudere tiener is ook een snob) en kwam terecht bij een buitenlandse kapper op het Korte Voorhout. Ook een keurig adres, maar op de een of andere manier wat minder ‘Haagsch’, hoewel ook veel Haagse dames zich daar lieten knippen. Ik trof daar de dochter van de eigenaar, die niet veel ouder was dan ik. Een buitengewoon aardige vrouw (Willy) die vond dat je dat haar wel zelf met je handen moest kunnen ‘goed

doen’. Het was een vrolijk ontspannen mens dat uitstekend kon knippen (buitenlandse stage) en zij heeft mij jarenlang geknipt, ook nadat zij getrouwd was met de ‘tweede man’ in het bedrijf van haar vader. Haar echtgenoot heeft toen uiteindelijk drie kapsalons in Den Haag gevestigd. Die bestaan nu ook al niet meer. Willly had inmiddels ook wel tabak van het kappersvak. Intussen zijn we in deze story wel bijna 20 jaar verder.Mijn moeder had een extravagante, oudere stiefzuster die met haar schoondochter naar een befaamde kapper in Amsterdam ging. Na veel aandringen is mijn moeder toen toch maar een keer mee gegaan. Zij kwam er van er van terug met het beste kapsel dat zij ooit heeft gehad! Het beviel haar zelf niet. Ze was “al “in de zestig en kon niet aan een ander gezicht van zichzelf wennen. Het kapsel was absoluut perfect! Zeer natuurlijk, goed geknipt, niks rollers, prachtig bij de vorm van haar gezicht. Welke kapper? Christiaan! Het was in mijn leven een fase waarin ik veel problemen had en kappers hoorden daar niet bij. Ik geloof dat ik op afspraak van tijd tot tijd nog bij Willy terecht kon, maar die werkte zeer incidenteel. Op een dag, een goede dag mag ik we zeggen, vroeg een kantoorgenote aan mij of wij samen naar een nieuwe kapper zouden gaan. In Den Haag, Grote Markt. Het leek mij niet het juiste adres, maar ik vond het wel heel leuk om samen iets nieuws te proberen. Het adres heette Christiaan, de kapper bleek gewoon Hugo te heten. We kwamen met de lift op de 3e etage in een kale ruimte, houten vloeren, spiegels met lampjes rondom. Beetje kaal, geen kitsch, austere. Ook dit is inmiddels zo lang geleden dat ik de details niet meer weet, alleen de impressie. (de mijne, het kan ook (een beetje)anders geweest zijn) Een sober ge30


Fris koppie Ik woon in Utrecht en ben bijna 16 jaar oud. Tot die tijd nooit naar een kapper geweest. Ik draag een bril en heb vlechten. Na flink sparen heb ik genoeg geld voor contactlenzen en nu ook een nieuw kapsel: de vlechten er af. Het haar wordt wel kort maar na elke knipbeurt kom ik in tranen thuis en zie er niet uit. Mijn moeder is wel tevreden: “het is toch een fris koppie…” Ik weet niet hoeveel en welke kappers ik in Utrecht heb gehad, dat heb ik verdrongen. Ik ben 19 en ga, na de middelbare school, studeren in Den Haag. Ook hier ben ik bij diverse kappers geweest maar weet de juiste steeds niet te vinden. Het haar bij tijd en wijle in de henna van kort, tot zeer kort en veel plukjes. Zeker wel twee kappers waar ik wel tevreden over ben, waarvan een in Noordwijk. Dat is toch wel een rot eind weg maar ach, hij knipte wel goed. Altijd op zoek naar DE kapper. Ik ben 48 jaar en een vriendin wijst mij op de Haagsche Kopjes; een smalle kapperszaak met felle kleuren en eigenlijk een hoop lawaai. De gesprekken zijn niet 1 op 1 met degene die je knipt maar met zijn allen tegelijk. MAAR wat wordt er goed geknipt en wat een fijne sfeer. Ik ben nu 58 jaar. De contactlenzen zijn weer ingeruild voor een bril. Het haar is inmiddels grijs maar de plukjes zitten er nog steeds in. Met Barbera ben ik mee verhuisd naar het plein. Verhalen over Lisa, vrienden, vakanties en straatvrouwen… en ondertussen genieten van steeds andere kunst aan de muren. Ik doe mijn bril af en laat mij vol vertrouwen knippen. Plukjes hier en daar. Er is geen moeder meer die kan zeggen: “fris koppie”, maar er zijn ook nooit meer tranen geweest.

MILICENT

klede jonge man (bijna eigen leeftijd) was de kapper. Eerst kwam mijn vriendin aan de beurt. Ze was tien jaar jonger dan ik (net afgestudeerd) en had een dichte bos krullend prachtig blond haar. “Ja”, zei de kapper “wat moet ik daar nu mee?” En hij keek in de zijspiegels en hij keek naar haar gezicht en nog eens in de zijspiegels en zei toen “wat wil jij eigenlijk”. “Nou, geknipt” zei zij, een beetje geïrriteerd. Waarvoor denk jij dat ik hier zit?” En zij werd geknipt, maar het resultaat is mij gehele ontgaan. Ik dacht dat het wel in orde was, leek mij van wel. Kweet het niet meer. Toen werd ik geknipt, stijl, plat onhandelbaar haar, Veel minder haar dan voorheen, maar wel veel meer dan nu. Het werd helemaal te gek goed! Een “beurt”, een prijs. En wat een kwaliteit! Kom maar terug als het weer moet. Zie maar. Tot ziens! Mijn kantoorgenote is er niet terug geweest. Toch een heel aardige en intelligente vrouw. Maar ze had van dat haar dat altijd wel in orde is. Eigelijk geen probleem. En ze had niet begrepen dat die kapper dat haar mooi vond en zijn bewondering (nou het is ook niet iemand die dat duidelijk kan maken, laten we eerlijk zijn) liet blijken. Ze zei, een kapper die zegt “wat moet ik daarmee”, daar heb ik niks aan. Ik ben vanaf die dag altijd (een half jaar niet vanwege ruzie, maar dat was de enige keer) terug geweest, ook mee naar de Vondelstraat en ook mee naar de Weimarstraat totdat het ècht over was. Helaas, jammer!!! Gelukkig hebben we Barbera nog. En dan hopen dat zij nog tijd vindt om iets aan opleiding te doen. Want zij heeft wel erg veel anders te doen! Maar dat is voorlopig niet mijn probleem. Ik denk dat het mijn tijd wel uit duurt. Maar hoe zit het dan met mijn dochter, en haar dochters…?

31


HAAGSCHE KOPJES

Fotografie: Hugo van der Molen

32


Na deze 9 jaren training door Hugo, had ik behoefte om het zelfstandig te gaan proberen. Eerst een jaar als vennoot in een kapperszaak in Zoetermeer. Stoelen verhuur was een nieuw concept. Ik denk dat dit ook een goed concept is, jammer dat het hier wel zo was dat de oprichter in verhouding toch wel heel veel geld verdiende en de vennoten stukken minder verdienden. Het voelde niet goed. Te commercieel en in een nieuwbouwwijk waar iedereen zijn tuin nog mooier probeerde te maken dan de tuin van zijn buurman. Het was niks voor mij. Toch heb ik daar Mabel ontmoet en met haar is het idee ontstaan om de Haagsche Kopjes te beginnen. We moesten aardig wat verbouwen voor we van dit pandje een kapperszaak konden maken, maar het was gelukt. En dan de opening op 1 april 1993. De avond voor de opening nog wat folders in de buurt strooien. De avond voor de opening alles op het raam laten plakken. Moest je eigenlijk een vergunning voor hebben, omdat het aan de buitenkant zat. De weken erna leken we wel een bloemenzaak. Bloemstukken die vreselijk genoeg echt een maand hebben gestaan. Het was een spannende tijd. Dagen dat het rustig was. 1 of 2 klanten per dag. Mabel die helemaal nieuw in de stad was en die toch echt wel moest wennen aan de stadse mensen, maar het zaakje ging lukken. We kregen echt een goede naam in de stad.

Barbera en Mabel, 1993

Opening Haagsche Kopjes, 1993

“Maar het zaakje ging lukken�

Opening Haagsche Kopjes, 1993

33


De Bilderdijkstraat De eerste Haagsche Kopjes zat tussen Meneer Jansen en Slagerij Sjaak Beijk in. Wat een genot. Een heerlijke lieve slager die altijd zei dat ik zijn ‘knappe buurmeisje’ was. Hij had ook altijd goed bedoelde adviezen over het leven. Bijvoorbeeld waar ik heen moest gaan op vakantie. Hele verhalen kregen zijn klanten daarover te horen en ik dus ook. Toch probeerde ik voorzichtig te zeggen dat ik liever andere vakanties deed. Bijvoorbeeld een beetje rustigere plekken opzoeken, waar wat minder toeristen kwamen dan in de oorden die de slager opzocht. Daar begreep Sjaak in zijn smetteloos witte jas niks van. “Jij bent nog jong, jij moet feesten en waarom rust? Ga toch all/inclusive, kan je onbeperkt lekkere cocktails drinken.” Ik moest daar altijd om lachen, maar toen mijn dochter iets ouder werd, bedacht ik wel om iets toeristischer te gaan zitten, hopend op een beetje vermaak. Dus een vakantie aan de Costa geboekt. Op een dag, het was een vreselijke vakantie, liep ik een beetje verdrietig over de boulevard en hoorde opeens iemand mijn naam roepen. En wie zaten er in die Hollandse tent in Spanje? Sjaak en Annet, de slager en zijn vrouw. Wat was ik blij ze te zien en natuurlijk heb ik gelijk lekker een broodje kroket zitten eten, met een Bacardi cola erbij en mijn dag was helemaal goed. Daar aan de Costa del Sol, met de liefste slager uit Den Haag.

AD EN GONNIE

Hierbij mijn herinnering aan de Haagsche Kopjes als buur van het T-huisje ‘Meneer Jansen’ beiden gelegen aan de Bilderdijkstraat te Den Haag. Ik herinner me nog goed dat er 2 meisjes het pandje naast hotel ‘de Viking’ huurde (rendez-vous hotel gerund door neonazi’s). Er zat voorheen een vioolbouwer in, een plek waar muziek in zit dus dat is later wel gebleken. De meisjes stelden zich voor als Barbera en Mabel ik liet natuurlijk wel of niet op afspraak mijn haar eigenlijk wat er nog van over was knippen, “geef maar een tientje” voor dat hoofd, er ontstond een gezellig burencontact, ik liep er natuurlijk velen malen langs o.a. om een broodje bij Sjaak Beijk te halen de slagerij op de hoek van de Veenkade een pracht kerel helaas te vroeg overleden in 2012. Zij huurden het pandje van Gerard de Borst, door ons de lampendanser genoemd, ook geen onaardige vent. Hij haalde overal bij de meisjes waar hij kamers aan verhuurde zelf de huur op. Voetnote van mijn vrouw Gonnie, Geen gezeik doe wat je wilt, goeie sfeer met een goed Haags Kopje (haha zo niet mijn ding) weer naar buiten. Inmiddels is de kapperszaak uitgegroeid tot culturele broedplaats en taleninstituut waar ook nog wel eens een glaasje wijn wordt genuttigd. Top, wie had dat gedacht van ‘t kleine winkeltje aan de Bilderdijkstraat!

Slager Sjaak

34


LINDA

1978 moet het zijn geweest, misschien 1979, ik weet niet meer precies. Wat ik nog wel goed weet is dat ik precies 3 maanden had gespaard (van mijn zakgeld en bijbaantje, ik zat nog op de middelbare school) om dan toch eindelijk een afspraak te kunnen maken bij dé kapper van Den Haag, Christiaan. Met knikkende knieën beklom ik op de Grote Markt de trappen, op naar het allerhoogste… Ik vertrok met een lege portemonnee, maar met een überhip asymetrisch kapsel en maakte dat weekend de blits in de Marathon! Na dat eerste bezoek was het een bekeken zaak, ik ging niet meer naar ‘de kapper’, ik ging ‘naar Bar’, waar Bar ook was: Christiaan, de Weimarstraat, en (JOEHOE) natuurlijk de Haagsche Kopjes.

eigen toedoen nog wel. In dat jaar besloten wij dat wij –geboren en getogen Hagenezen– genoeg hadden van de drukke Randstad. Wij pakten onze goedgekapte kinderen onder de arm en vertrokken richting de Achterhoek. “Wat een heerlijkheid”, dachten wij in eerste instantie. Een boerderij op het platteland, overal speelruimte voor de kinderen, een fijne school met kleine klassen, hoe anders dan in die grote vieze drukke stad. Na 8 weken slopen, opbouwen, schilderen en gordijnen naaien keek ik ‘s ochtends in de spiegel en besefte ik dat het gedaan was met ons idyllisch bestaan… Ik moest nodig naar Bar, maar ja, Bar zat in de Vondelstraat, in die grote vieze drukke stad, 2 uur rijden van ons Achterhoekse optrekje vandaan, en had geen enkele ambitie om naast haar Haagsche Kopjes een filiaal in ons dorp te openen. Er zat niets anders op, de zoektocht naar een nieuwe Bar begon. 2013 is het inmiddels. Al 8 jaar lang wonen wij hier in het land van høken, van noaberschap en Zwarte Cross. En al 8 jaar duurt mijn zoektocht. Deze voerde mij van kapsalon Artistique, via kapper Ziezogeknipt, langs Hair Design Belli Capelli, tot… ja, eigenlijk tot niks. Tot zelf voor de badkamerspiegel de puntjes knippen. Tot op een zondagmiddag, op familiebezoek in Den Haag, langs de nieuwe Haagsche Kopjes rijden, door de ruiten naar binnen gluren en balen dat het niet gewoon dinsdag is… En net toen ik dacht: “Ok, this is it, zo gaat het niet langer, we verhuizen weer terug” diende zich dé oplossing aan. Dochterlief weet het zeker denkt ze. De aanmelding is gedaan, in september begint ze, zo rond de zomervakantie 2016 zal ik weer geknipt kunnen worden door net zo’n lieve, gezellige, en hopelijk –met de tijd natuurlijk– ook net zo’n vakkundige kapper als Bar!

Linda Boussard, de aller eerste klant van de Haagsche Kopjes.

Thuis in Den Haag haalden we elke dag broodjes bij hem. Broodje kalfskroket met mosterd, bruin hard broodje met cranberry paté, zacht wit broodje rosbief, broodje kipfilet met chilisaus, broodje kaas zonder boter. Oh ja, het broodje ‘warrum’ vlees met saus. Heerlijk. Op het laatst gingen Sjaak en Annet vaak naar Amerika, Las Vegas. Ook daar kreeg ik alle verhalen over te horen en ook daar moest ik echt naartoe, bezwoer hij me. Sjaak heeft zijn zaak overgedaan aan een leuk jong stel om lekker te gaan genieten met Annet van zijn welverdiende vrije tijd. Hij heeft jammer genoeg nog geen jaar van zijn pensioen kunnen genieten. Terwijl hij in ‘zijn’ oude slagerij zat en er nog grapjes zat te maken met klanten begaf zijn hart het. Ik mis hem in onze buurt. Misschien ga ik toch nog wel eens naar Las Vegas. En dan natuurlijk onze buurman Ad, van Meneer Jansen, de coffeeshop. Door hem ben ik meer in het ondernemersleven in Den Haag terecht gekomen. Hij kende daar veel mensen en vond het leuk om mij af en toe te introduceren. Met hem en Sjaak als buurmannen voelde ik me erg sterk. Deze twee mannen hebben zich altijd achter me geschaard. De heerlijke geuren van Meneer Jansen roken wij soms ook in onze zaak en dat vonden wij helemaal niet erg. Na werktijd rookten wij soms ook een blowtje, gekocht bij Meneer Jansen. Samen met Annemiek. Tijdens het blowen mekaars haren doen. En iemands haren doen terwijl je stoned bent is wel erg grappig. Het werd steeds wilder en wilder.

De jaren verstreken, de haren werden gekruld, gestraight, gekleurd, geknipt, gesneden en wat al niet. Ik vond mijn grote liefde en er werden drie prachtige kinderen geboren. Uiteraard kregen ook zij Haagsche Kopjes: visgraatvlechten, Pippi Langkous staartjes, glittergel, het leven was een feest! Aan al dit moois kwam in 2005 een abrupt einde, door mijn

35


Inspirerende inburgering kleine haartjes op je gezicht vakkundig verwijderen. Dus vroeg ik me af hoe dit voor hem zou zijn: hij was meteen verkocht, moest zijn beetje Nederlands beter oefenen en kreeg bijles, en leerde de Haagse geest kennen. Zelf maakte ik mee hoe, inmiddels verkast naar de huidige plek, de koffie voor de trouwe in de stad rondzwervende thuisloze werd neergezet als onderdeel van zijn vaste ritueel. Hoe welkom hij was, hij had zich wel te houden aan de afspraak dat hij niet al te veel moest ouwehoeren met de klanten of het personeel: dan kon hij vertrekken. En het viel niet mee hem daaraan te houden! In alle gekte en bijzonderheid namelijk, gelden er ook duidelijke regels, en afspraak is afspraak. Al maak ik er bij het weggaan wel meteen een voor de volgende keer, want anders kom ik niet meer aan de beurt op het moment dat het nodig is… Maar die combinatie van duidelijke afspraken, verantwoordelijkheid met iets van een ‘verdwaalde’ vrijheidsgeest van de sixties, maakt dit tot zo’n bijzondere plek. Nietzsche ‘s pleidooi voor het leven als een kunstwerk, vatten ze hier toch wel heel letterlijk op! Heel eigentijds, met veel initiatief voor nieuwe activiteiten en ook van een bijna ouderwetse solidariteit, en maatschappelijk engagementd, welke politieke partij komt hier eens kijken??? Ik vind het inmiddels zo bijzonder en inspirerend dat ik maar eens ga voorstellen aan het Haags gemeentebestuur dat niet alleen mensen als Mayas, maar ook alle nog binnenkomende migranten nu eens een echte en zeker ook warme inburgering moeten krijgen bij… Haagsche Kopjes! En Barbera en haar kompanen weten dan vast wel iets te verzinnen voor een heel mooi ritueel. Ik ben er nu al benieuwd naar.

MARJO

Het moet 1996 of 1997 geweest zijn dat ik door de ruit stond te kijken. De ruit van de toenmalige Haagsche Kopjes in de Torenstraat. Ik was vanuit Rijswijk in het Bezuidenhout komen te wonen en had de eerste periode daar een kapper in de buurt bezocht. Ik had geen zin meer om naar Rijswijk te gaan, zo goed was die kapper nu ook weer niet. Die in het Bezuidenhout viel onder dezelfde categorie als sommige nog steeds onduidelijke buurtcafes, onooglijk om te zien maar toch geregeld voorzien van clientele die zich laafde aan simpel ambachtswerk. Ik ben toch na enige tijd, zij het op mijn manier op zoek naar een andere kapper, want mij is dat enkele ambachtswerk toch niet genoeg. En dat zoeken is dus een zoeken zoals altijd in mijn leven, associatief, soms via kronkelwegen maar altijd wel erg op zijn plaats. Ik sta dus voor die ruit, waar ik toevallig ben beland, langsfietsend en ineens denkend “he, wat zie ik daar?” En dus afgestapt. Ik zie een creatieve, ongewone etalage die niet zoveel met het kappersvak te maken heeft. Wat het was, weet ik niet meer, het beeld zelf is vervaagd, maar de indruk die het beeld achterliet, is sterk aanwezig. “Als je zo’n creatieve etalage maakt, zal de rest ook wel creatief zijn”, denk ik nog. Ik stap naar binnen en tref dan Barbera en toen ook nog Mabel, en met de prettige gekte van die vrouwen heb ik al snel een afspraak gemaakt. Ik blijf er komen, want ja hoe leuk en gek een kapper ook is, voorwaarde is toch vooral dat er goed geknipt wordt met dat steile koppie haar van mij. En dat wordt er, zodanig zelfs dat onlangs een beveiligsmedewerkster op het werk me vroeg, “Marjo, waar ga je toch naar de kapper? Elke keer dat je voorbijkomt, valt me op hoe mooi die lijn is, zo goed.” Ik vertel over Barbera en de Haagsche Kopjes en dan blijkt de dame zelf kapster te zijn geweest en zeer onder de indruk te zijn. Ik vertel haar een beetje hoe bijna elke keer mijn kappersbezoek een tijd blijft hangen. Het begon met Mayas, mijn toenmalige partner uit Jordanie die, nog maar net aangekomen in Nederland, meewilde naar Barbera: hij kende alleen de traditionele kapsalon waar mannen en vrouwen gescheiden worden gecoiffeerd, met mooie aandacht voor snormodellen of touwtjes die de

Sowieso keken we nogal bijzonder aan tegen roken in de zaak. We vonden het vreselijk als mensen niet rookten. Roken hoorde gewoon bij de Haagsche Kopjes. Erg hè! Toen het niet meer mocht, hebben we van de gang een soort rookhok gemaakt, waar ook alle jassen van de klanten hingen en waar de doorgang naar de buurmeisjes, plus het toilet. Plastic stoeltjes en een tafeltje van de Ikea, een luchtzuiverings apparaat neergezet en af en toe een leuk schilderij opgehangen. In dat vreemde halletje moeten trouwens de eerste exposities zijn ontstaan. Ons buurmeisje Juut ‘loves live’, eigenaresse van Cafe De Oude Mol. Bijna iedere dag maakte zij voor ons lekkere vruchten shakes. Op een gezellig dienblaadje en d’r haren in een mooie kleur, zoals roze, met blonde strepen, vuurrood, paars, blond met af een toe een pluk zwart, kwam ze de heerlijke shakes naar beneden brengen. Vaak hadden we de vitamines boost ook erg nodig door het feestje van de vorige avond. Lekker gezond en op ons bankje buiten even bijkletsen. Leuke vriendinnen feesten hebben we vaak gehad in de Bilderdijkstraat. Mooie gesprekken in onze keuken. Vriendinnen die huilend binnenkwamen en gelijk doorstoomde naar de koelkast om een wijntje te pakken. Hele intieme gesprekken in de keuken, waar we dus ook de verf stonden te mengen voor de klanten. Het gaf het gevoel van een soort woonkamer.

LISA

Het super kleine gezellige knusse zaakje in de Bilderdijkstraat werd in geruild voor een heeeeeeele gave strakke moderne en nog steeds super gezellige zaak op het Vondelpleintje waar ik ook wat leuke herinneringen van heb.. Ik weet nog dat ik het jammer vond dat je niet meer je leuke etalages kon maken en daar je creativiteit in kon steken. Want ze waren echt altijd heel gaaf om te zien en in die tijd stond je daarom ook bekend.

36


“Ik zie een creatieve, ongewone etalage die niet zoveel met het kappersvak te maken heeft� 37


“Sorry mam dat tot op d van vandaa steeds vind mijn haar k knippen... Dat kun je u hoofd zette

LISA

Fotografie: Gerard Wessel, deze foto werd als geboortekaartje gestuurd naar de klanten van Christiaan, 1991

Al ruim 21 jaar is de Haagsche Kopjes een groot deel van mijn leven, ik ben er mee opgegroeid. Als ik aan de Haagsche Kopjes denk denk ik natuurlijk aan de goeie naam die mijn vader verzonnen heeft. Het was een inspiratie op de Haagsche Hopjes! Ik herinner mij niet veel van de eerste 10 jaar maar ik weet nog wel een aantal dingen. Zo herinner ik me dat ik op zaterdags soms meeging met mijn moeder naar de zaak i.p.v. thuis de hele dag te spelen. Ik vond het als kind zo gezellig als ik mee mocht, lekker de hele dag spelen en bij m’n moeder zijn, met haar leuke collega’s. Ook herinner ik mij dat toen ik iets ouder was (9/10 jaar) mijn moeder er op stond dat ik mijn haar kort zou knippen. Ik had toen lang haar (tot over mijn schouder) en ik liet me overhalen… Huilen dat ik deed achteraf! Zo vreselijk vond ik het! Sorry mam ik weet dat tot op de dag van vandaag je nog steeds vindt dat ik mijn haar kort moet knippen… Dat kan je uit je hoofd zetten! Daarnaast kwam je regelmatig thuis met pleisters om je vingers waaronder lelijke sneeën zaten. Maar ja dat hoort bij het vak. Net als wanneer ik een truitje leende van je en die helemaal onder de haren zat en ik helemaal jeukende armen had… Dat zijn allemaal van die kleine herinneringen. Wanneer wij tijd vrij hebben gaan we bijna altijd gezellig lunchen, laat ik als voorbeeld de Grote Markt nemen. Super

gezellig natuurlijk de Grote Markt en als wij er zitten durf ik met zekerheid te zeggen dat jij tientallen mensen tegenkomt die klant zijn bij de zaak haha. En dan tel ik de medewerkers achter de bar niet mee… Soms vraag ik me af, word je daar niet gek van? Ook word ik wel eens herkend op straat als de dochter van Barbera van de Haagsche Kopjes… Maar ach dat hoort erbij en gelukkig kunnen we er hard om lachen. Ook het personeel is een super groot pluspunt. Jij wilt niet zomaar een kapster, nee hij/zij moet ook echt in het plaatje passen en ook wel een passie hebben voor kunst en cultuur. 38


m ik weet de dag ag je nog dt dat ik kort moet

uit je en!” Lisa, 2007

Waarschijnlijk heb jij hierdoor nu ook zo’n leuk team. De zaak trekt ook ‘gewoon’ leuke mensen aan, klaar. Wanneer ik vertel dat mijn moeder een eigen kapperszaak heeft wordt er meteen naar mijn haar gekeken. Terwijl ik niet vaak naar de kapper ga en mijn haar er meestal op dat soort moment er niet goed uitziet. Ik ben dus eigenlijk geen goed visite kaartje wat betreft mijn haar… Ik ben trots op wat je doet en wat voor mooie dingen je allemaal hebt gedaan. Lisa, 1993

39


Schilderij Petra Roest

40


Haagsche Kopjes en het Fenomeen ‘de Kapper’ de constructie van identiteit; klasse, gender-rollen, nationaliteit, enzovoort. Zo was in Frankrijk het kappersvak aan het eind van de negentiende eeuw een erg slecht betaald beroep aan de rand van de economie en waren kappers voornamelijk mannen, hun klanten eveneens (Lalonde 2002). Overigens was het ‘opvallend’ kleden van het haar van vrouwen wel populair, maar vond in eerste instantie binnenshuis plaats en was enkel besteed aan de Franse elite. Pas aan het begin van de twintigste eeuw zou de kapsalon een bekend fenomeen worden in Frankrijk, hoewel nog steeds gericht op de elite. In het Brits-Canada van rond de eerste wereldoorlog begonnen steeds meer vrouwen zich in de publieke dienstverlening te vestigen, zo ook als kapsters (Lalonde 2002). De toenemende populariteit van vrouwelijke kapsters ging hand in hand met de emancipatie van vrouwen. De trend voor vrouwen was om het haar kort te knippen en blond, bijna wit, te verfen, wat ‘vrijheid’ moest symboliseren ten opzichte van de bestaande gender rollen van vorige generaties. Omdat mannelijke kappers uit die tijd vaak weigerde aan deze ‘femenisering’ mee te werken, nam het aantal vrouwelijke kapsters toe. Een recente studie gedaan in Ghana wees op de rol van de kapsalon in de conceptualizering van het cultureel erfgoed van Ghanezen (Essah 2009). Voorheen was het kleden van het haar in Ghaneze cultuur vooral een traditie voor vrouwen, wat een tijd en plaats bood om kennis over gender rollen door te geven aan volgende generaties. Tegenwoordig is het kleden van het haar vooral een manier tot aanduiding van culturele identificering en stedelijk nationalisme. Vanaf de jaren zestig werd het kappersvak een steeds belangrijkere roeping binnen de opkomst van de ‘African Pride’ beweging. Ook blijkt dat waar Westerse vrouwen over het algemeen meer op lichaamsgewicht zijn gefocust wat betrefd hun lichaamsideaal en presentatie van de zelf naar de buitenwereld, Afrikaanse vrouwen vaak meer op hun haar zijn gericht. Zo ziet u maar dat over de hele wereld en door de tijd heen, ‘de kapper’ een fenomeen is wat een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt en waarvan de betekenis enorm veelzijdig kan zijn alswel veel overeenkomsten kent. Misschien dat u bij uw volgende bezoek aan Haagsche Kopjes ook eens die antropologische bril zult opzetten. Wat valt u dan op?

TOSCA

Ik moet een jaar of tien zijn geweest toen ik voor het eerst naar ‘Haagsche Kopjes’ kwam, toen nog op de Bilderdijkstraat. Gefascineerd was ik, door de Klimt achtig geschilderde vrouwen tussen de spiegels, eveneens als door de vaak even exentrieke personeels leden die kwamen en gingen door de tijd heen. Inmiddels ben ik tweeëntwintig, bezig met het afronden van mijn studie culturele antropologie aan de universiteit van Utrecht en nog steeds kom ik graag bij Haagsche Kopjes. Toen ik gevraagd werd om een stukje te schrijven voor dit boek, was ik allereerst vereerd, maar wist in eerste instantie niet goed waar ik iets over zou kunnen schrijven. Toen ben ik mij gaan afvragen hoe ik als antropoloog naar Haagsche Kopjes en het fenomeen ‘de kapper’ zou kijken.

Tosca, 2001

Culturele antropologie bestudeert de verscheidenheid aan menselijke samenlevingen en culturen. Denk daarbij aan de mens en zijn omgeving, gebruiken, gewoonten, waarden, normen, opvattingen, symbolen en religies. Als antropoloog zou ik vragen kunnen stellen als: Waarom gaan mensen naar de kapper en wat is de betekenis daarvan, ook voor mensen elders op de wereld en in andere tijden? In de antropologische literatuur zijn er verschillende bronnen te vinden over de studie van ‘haar’ en de rituelen rondom het kleden ofwel aanpassen van het menselijk haar. Verschillende studies focusten zich op het haar als universeel symbool, zowel van sexualiteit als opoffering (Leach 1958). Het ritueel afknippen van haar werd bijvoorbeeld ook wel gezien als substituut voor menselijke opoffering, doordat het hoofd als de stoel van de ziel werd gezien. Latere studies, die zich meer op ‘de kapper’ als fenomeen gingen richten, keken vooral naar de historisch-economische achtergrond van het ontstaan van dit vak in relatie tot de rol van het lichaam in

Bronnen: Leach, E. R. 1958. Magical hair. The Journal of the Royal Anthropological Institute of Great Britain and Ireland 88 (2): 147-164. Lalonde, A. M. G. 2002. The power of a ‘hot’ haircut: Hair, sexuality, and self at the salon. Master thesis, University of Victoria. Essah, D. S. 2009. Fashioning the nation: Hairdressing, professionalism, and the performance of gender in Ghana, 1900-2006. Ann Arbor: ProQuest LLC.

41


De kunst van het saté maken Door Frank. (49 jaar, getrouwd met Heleen en heb 3 kinderen; Naomi (17), Aaron (14) en Levi (11). In onze 30 jaar vriendschap ben ik welgeteld 1 keer door iemand anders geknipt: Sabine. Ik denk dat je me hiermee een van haar meest trouwe klanten kan noemen. Als je bedenkt dat ik gemiddeld eens in de 4 a 5 weken kom, kan je wel berekenen hoeveel keren ik inmiddels bij Bar op de stoel heb gezeten. Ik ben een 2e generatie Indische jongen. Mijn ouders zijn in de zestiger jaren na de politionele acties van Indonesië, via Nieuw Guinia naar Nederland gekomen. Wij woonden in Den Haag en met mijn oma bijons in. Oude mensen dien je te respecteren, daar dien je voor te zorgen. Familie is belangrijk, familie zorgt voor elkaar.

FRANK

Neen, dit zijn niet gewoon stukjes vlees aan een stokje, maar hier gaat een heel ritueel aan vooraf. Het is een ware kunst op zich. Op dag 1 moet het vlees gesneden worden. De stukjes moeten niet te groot, maar ook weer niet te klein zijn. Dan volgt het maken van de marinade. Iedere familie heeft zo zijn eigen recept, met wat er wel in moet en wat er zeker niet in moet. Mijn ‘geheim’ is dat ik van de zoete variant houd. Meer ga ik hier niet prijsgeven van mijn ingrediënten. Na een nacht rusten van het vlees in de ijskast is het een genot om de volgende dag de ijskast te openen. De heerlijke geur komt je tegemoet, maar ook meteen het besef dat je wel 2 a 3 uur bezig bent dit vlees te rijgen. Dit gebeurt dus op dag 2: het rijgen van het vlees. Niet zomaar de stukjes op een stokje doen, maar ook hierbij moet een bepaald patroon worden gevolgd. De (houten) stokjes moeten eerst weken in water, zodat ze niet meteen verbranden op de barbecue. Vervolgens moeten de stukjes vlees weer gesorteerd worden op grootte. Doe een mooi klein stukje aan de uiteinden, en rijg vervolgens 4 stukjes op een stokje. Hierbij mag het stokje aan de vleeskant niet meer zichtbaar zijn. Uiteindelijk moeten de satés worden geroosterd. Ik doe dit (weer of geen weer, onafhankelijk van het jaargetijde) altijd op houtskool. Hierbij worden alle satés eerst door mij voor geroosterd, zodat op het moment supréme zoveel mogelijk satés nog even worden afgemaakt en zo snel mogelijk de weg naar onze gasten vinden. En daarna heerlijk genieten van het zien smullen van je gasten. Heb ik dit nu op de een of andere manier aan mijn kinderen overgebracht? Ik denk het wel. Zo helpt Levi al bij het maken van de pangsit. Trots zit hij op de stopwatch te kijken, en roept: “Pa, ik draai een pangsit in 5 seconden”. Naomi is bezig aan haar laatste jaar op het VWO en als onderwerp heeft ze de tocht van mijn ouders naar Nederland als onderwerp gekozen. Aaron vroeg mij recentelijk of hij de volgende keer mocht meehelpen bij het maken van de saté. Nu niet alleen het rijgen, maar ook bij alle voorbereidingen daarvoor. Ik kan jullie niet vertellen hoe blij en trots mijn kinderen mij hiermee maken. Het enige wat mij nu nog rest over te brengen aan de kinderen is loyaliteit en trouw aan een kapper. Mijn zoons gaan al geregeld mee naar de Haagsche Kopjes, nu alleen mijn dochter nog wat vaker.

Frank en Heleen bij mijn moeder thuis. Haren knippen aan de keukentafel

In mijn herinnering gingen we elk weekend naar familie om weer de verjaardag van een neef, nicht, oom of tante te vieren. En bij deze feesten komt een ander belangrijk Indisch cultuurgoed aan de orde: eten. Van kleine Indische hapjes, tot meer uitgebreide rijsttafels. Liever te veel dan te weinig. Altijd meer maken dan nodig, het kan zijn dat er mensen langs komen die ook trek hebben. Gastvrijheid, je huis altijd openstellen voor iedereen die langs wil komen. Eens per jaar (ja nu niet meer elk weekend) komen we met de hele familie bij elkaar, gewoon voor de gezelligheid. We doen dit (apart) met de familie van mijn moederskant en van mijn vaderskant. Natuurlijk hebben we ook nog de ‘normale’ familiebijeenkomsten, het vieren van de verjaardagen. En je raadt het al, een belangrijk onderdeel bij zo’n feestje is: het eten. En nog belangrijker, het zelf klaarmaken van deze hapjes. Ik schep er groot genoegen in voor iedereen pangsit te maken. Dit zijn kleine Indische snacks, heerlijk met een zoet zure chili saus. Een andere specialiteit is mijn saté babi (varkensvlees). 42


JENNEMIEK

De Haagsche Kopjes groeide uit tot een begrip. Zo hadden we het op een dag in de klas (toen gaf ik les aan groep 5 op de basisschool) over de Haagsche Kopjes. In de klas vertelden een heleboel kinderen dat ze daar vaak met broers, zusjes of moeders heen gingen. Er ontstond een gezellig gesprek over de zaak. Het klonk zo leuk om naar de Haagsche Kopjes te gaan dat op een gegeven moment een kind haar vinger op stak en vroeg: “Juf, wat is De Haagsche Kopjes en kan ik daar ook heen?�

43


44


WOUTER

Een anekdote van Wouter. Ik denk dat hij nog geen 4 jaar oud was. Op een stoelverhoger kon hij zichzelf goed zien in de spiegel. Via die spiegel volgde hij geconcentreerd en zonder een woord te zeggen alle handelingen die Barbera (of was het Mabel?) en haar schaar met zijn haar uithaalden. Totdat hij opeens vroeg: “Jij bent toch personeel?” “Wat zeg je?” “Jij bent toch personeel?” “Eh, ja”, “Dan moet jij toch doen wat ik wil?” Overigens wilde hij dit blijkbaar alleen maar duidelijk hebben. Op zijn kapsel had hij niets aan te merken

45


Tien jaar heb ik er samen gewerkt met Mabel. Daarna heb ik haar kunnen uitkopen en is zij met haar moeder een winkel in tweedehands kinderkleding begonnen. Dat is haar ook goed gelukt. Op ons tienjarig bestaan heb ik dus tevens afscheid genomen van haar. Het was spannend, maar goed. Ik werd de trotse en enige eigenaar van een winkel waar ik heel hard voor gewerkt had. Al mijn vrije tijd, ideeën, passie, creativiteit stopte ik in dit pandje. In de inrichting die bonter en bonter werd. Een gezellig kleurrijk zaakje, maar het werd tijd voor een ruimere plek, waar ik weer meer met de combinatie kappersvak en kunst bezig zou kunnen zijn. Er stond heel toevallig om de hoek een pand te koop, aan het ‘Vondelpleintje’, de tweede Haagsche Kopjes.

Fotografie: Phil Nijhuis, 10 jarig bestaan, feest in de Greve, 2003

Fotografie: Phil Nijhuis, 10 jarig bestaan, Claire als spirituele kapster, 2003

46


Fotografie: Phil Nijhuis, 10 jarig bestaan, Ben van der Dungen en Jarmo Hoogendijk, 2003

Fotografie: Phil Nijhuis, 10 jarig bestaan, de tekenaar Frans van der Beemt, 2003

47


En toen was er het besluit om dat pandje om de hoek te gaan kopen, Haagsche Kopjes 2. De omzetcijfers lagen al bij de ING bank omdat ik net een appartement had gekocht. Wie weet trapte ze er in ( zo dacht ik echt). Vol goede ideeĂŤn en met mooie verhalen heb ik ze uitgelegd hoe ik dacht aan een hogere omzet te komen. Nog voordat ze ja tegen me gezegd hadden, zag ik mooie, oranje, ronde lampen. Zeven stuks en in redelijke goede staat. Ze kwamen uit een Haagse boksschool. Gewoon gekocht met het idee: Als het niet door gaat, krijgen 7 mensen een oranje, mooie, ronde lamp voor hun verjaardag.Gelukkig had ik een lieve zwager die veel verstand had van hypotheken en leningen en hij heeft me de hele tijd geholpen. De ING heeft inderdaad uit allerlei potjes geld geleend aan me en het werd werkelijkheid. Op het moment dat ik het kocht was er al een verbouwing gaande in het pand. Het zou eigenlijk een wijnproeverij worden. Wij gingen dus verder met deze verbouwing, maar nu richting kapperszaak. Door de oranje lampen kregen we het idee de hele inrichting zulk soort ronde vormen te geven. In die tijd was ik ook vaak aan het schilderen en alles wat ik toen deed was

INRICHTING Wasbakken ontworpen en gemaakt door Peter van der Zijden

48


in ronde vormen. Het is een super, mooie, inspirerende en drukke tijd geweest. Tot diep in de nacht met de beste timmerman, Fred Link en zijn vrouw Marcelle en vriend, Leon van der Zijden voerden we overleg. De bar, vloer, muren en kast zaten er in, voor de wijn. Zonde om dat er weer uit te breken, dus ideeën gespuid om het zo te maken dat Fred het kon afronden ( hij was ondertussen erg bekwaam geworden in het ronde timmerwerk). De bar afgerond, de kast een ronde vorm gegeven, ronde deuren gemaakt voor de chemie hoek, ronde muren met wasmachine deurtjes erin verwerkt, voor het personeelshok dat nu ondertussen voor Velvet Skin is. De bank had wel wat geld geleend, maar eigenlijk iets te weinig om zo’n grote zaak in te richten. Ik heb moeten bezuinigen op de verlichting, maar het lukte. Klaar voor verhuizing, na 13 jaar in de Bilderdijkstraat. Van heel klein, naar zeker drie keer zo groot. De avond voor de opening ging alles even mis. Een heel leuk verkregen, tweedehands, oranje lampje veroorzaakte een kortsluiting waarbij de hoofdzekering eruit sloeg. En dan dat laatste kleine klusje aan de wasbakken met een mooie, nieuwe ronde zaag. Opeens zat die dwars door de waterleiding. Het was elf uur in de avond en de stress nam toe. Gelukkig is de loodgieter een van mijn beste vrienden en de elektriciën was ook erg begaan met de Haagsche Kopjes. En oh ja, de spiegels paste niet. Kortom.. het was een beetje een moeizame eerste dag, maar uiteindelijk wel geslaagd. Agnes Kamstra van RTV West heeft alles gevolgd en gefilmd. DE NIEUW START.

FRED EN MARCELLE

Verbouwing Haagsche Kopjes

Na lang getwijfel, zal ik of zal ik niet mijn eigen winkel kopen, toch de knoop doorgehakt en het pand op het Vondelplein gekocht!! Spannende tijden braken aan, want nu moest het ook echt gaan gebeuren. Heel veel overleg en ideeen uitgewisseld samen met Fred en Leon. Toch was al snel duidelijk dat Bar heel goed wist hoe ze het allemaal wilde, ronde vormen!!! Fred en Roman gingen aan de slag met ronde muren, ronde bar, ronde spiegels, ronde kast. Bar op zoek naar stoelen, lampen,washoek. Vanuit het kleine zaakje om de hoek, was dit opeens een giga ruimte en Bar was dan ook bang dat het misschien toch te groot zou zijn. De twijfel sloeg weer toe. Krijg ik mijn zaak wel vol? Straks sta ik in m’n eentje in die grote zaak!! De opening was een groot succes en iedereen was enthousiast over de inrichting, met de duidelijke handtekening van Bar zelf. Over klandizie niets te klagen, vanaf het begin ging het goed. In dat eerste jaar hebben we ook op tweede kerstdag in de zaak en kerstdiner gegeven, voor onze familie en vrienden. We waren met 52 man en alles liep als een trein. Dat zijn van die leuke dingen in het leven die je niet gaat vergeten.

Fred Link, de timmerman

49



at Barbera’s place there are places and places you know? and some are the ones that you turn to even at a distance. when I had a lot of thick red hair I went to barbers white in chrome and scented towel-steam mirrored talk I didn’t understand. I was a kid. a lot of mystery in the mirrors, sure, but always the nagging “hope they don’t talk to me” behind my eyes in the mirror and the mirror and the mirror. a lot of hair. when Phil Whalen was in the hospital, and blind, and I went to see him someone said “Larry Kearney’s here” and Philip said “all that orange hair.” really. it was there. now I take myself to Barbera in the Hague and there’s only wispy white stuff to cut. barely hits the floor. in her place the voices are okay and the girls who do the cutting walk comfortably from back to front with little cups of espresso and salads to eat. and they do a good job. but mostly it’s the place isn’t it? and when I think about it. the welcoming door on the little square, the big oval mirrors and the gray and chrome the art here and there, I’d just as soon be there as not be there though sadly I don’t need this hair cut often as I once did. see, it’s like Barbera has fingers that know what they’re doing and that by itself is for me a profound sensuality and an entrance into a purely human morality of competence. and she has these eyes. so I sit there and watch and when I’m not there I think “maybe I need a haircut” “huh?” sad I guess. used to think my hair was my mind growing in all directions. that’s in Barbera’s eyes too. knowing that. for all of us. Larry Kearney 51


52

Wat mistte ik het oude kleine, gezellige, slordige zaakje. De nieuwe was strak, mooi, duur en om elk vlekje of ieder klein dingetje dat fout ging werd ik enorm boos. Vond het ook niet gezellig. Te weinig mensen voor zo’n grote zaak. Zou dit echt wel goed komen? Zo irritant ik de permanente ‘gezelligheid’ vond in het kleine oude zaakje, zo miste ik het nu om de hoek. Het werd er pas weer wat levendiger met een paar leuke, drukke feesten en toen er een gezellig buurtfeest werd georganiseerd. Het werd ook drukker met klanten en dus ook meer personeel. De klanten konden de nieuwe Haagsche Kopjes vinden. Mooie bladen op de bar (zoals ooit geleerd bij Christiaan) wel gecombineerd met de roddelbladen. Die mag ik echt niet weg doen van sommige klanten. De muziek werd steeds belangrijker, de koffie steeds beter. Lekkere espresso en cappuccino. Natuurlijk op bepaalde tijden een wijntje of een biertje. Goede openingen van exposities,waardoor de naam Haagsche Kopjes steeds bekender werd in Den Haag. Ik werd steeds blijer en bleef zin houden het spannender, uitgebreider, veelzijdiger te maken. Etentjes, dans, theater, live muziek, privé feestjes, Spaanse lessen, dj’s, het kan allemaal in de Vondelstraat. Een grote ruimte waarin alles te verschuiven is en waar alle muren altijd beschikbaar zijn om te exposeren. “Wees welkom”, zeggen die muren.


53

Er hebben heel wat mensen gewerkt bij de Haagsche Kopjes. Danielle, Esther, Annemiek, Rode Sabine, Blonde Sabine, Rachael, Frank, Michael, Nick, Mikhel, Misha, Dionne, Leander, Pascale, Xander, Judith, Renate, Godfried, Martina, Leander, Hicham en ik vergeet er vast nog wel een aantal. Allerlei stagiaires zijn er geweest. Natuurlijk de kapper stagiaires, die namen weet ik echt niet meer allemaal. Het waren meisjes van de kappersschool met moeilijke namen. Gelukkig hadden ze vaak zo’n gouden ketting om met hun eigen naam er op. Dus, was ik die vergeten, kon ik gewoon even naar de gouden ketting kijken en dan wist ik het weer. Daarnaast kwamen er taal-stagiaires. Wij waren een stage plek die te maken had met de inburgering in Nederland. Afrikanen, Irakezen, Afghanen, Tsjechen, Zuid- Amerikanen. Uit allerlei landen met hun verschillende culturen kwamen stagiaires bij de Haagsche Kopjes. Heel veel die in hun thuisland ook in het kappersvak zaten. Mensen die enorm hun best deden, anderen die soms het liefst niks deden (die bleven dan ook maar heel kort).

COLLEGA’S


1e werkneemster van de Haagsche Kopjes Hoe begon het allemaal? Hoe groot was de rol eigenlijk die de Haagsche Kopjes in mijn leven had? En wat voor een invloed heeft dat gehad op mijn leven? Het begon volgens mij allemaal ergens in 1992 ik was 14 jaar en werkte bij een kapperszaak in Zoetermeer op zaterdag en vrijdagavond. De eigenaar van die zaak ging een tweede zaak in Zoetermeer openen met een heel nieuw concept, want de kapsters en kappers zouden niet in dienst komen. Het was een maatschap. Er werd aan mij gevraagd of ik zaterdaghulp wilde zijn in die nieuwe zaak.

SANDRA

Na nog geen jaar bij die zaak te hebben gewerkt besloten Barbera en Mabel een eigen zaak te beginnen in Den Haag en op 1 april 1993 was Haagsche Kopjes een feit! Ik was dolgelukkig omdat ze aan mij hadden gevraagd of ik op de donderdagavond en zaterdag hun was- en verfhulpje wilde zijn. Ik was toen nog net 15 jaar een maand later werd ik 16. Met veel plezier ging ik elke zaterdag naar mijn baantje sowieso ging er een wereld voor mij open, ik liep rond in de ‘grote stad’. Ik voelde me er al snel helemaal thuis, zowel in Den Haag als bij de Haagsche Kopjes met die grote diversiteit aan klanten. En sommige bezorgde mij rode oren, (ik noem verder geen namen) ik was nog zo groen als gras en sommige verhalen waren nog to much voor een burgertrutje, maar dat heeft ook een paar lachwekkende momenten opgebracht. Toen ik naar de kappersschool ging moest ik daarnaast minimaal 3 dagen bij een kapperszaak werken en dat kon toen niet bij de Haagsche Kopjes. Ze waren immers nog maar net gestart, dus moest ik op zoek naar een andere werkgever. Helaas wilde ik in die tijd alleen kapster worden als ik het vak bij de Haagsche Kopjes kon leren, daarom is mijn kapperscarrière verder nooit van de grond gekomen. Uiteindelijk ben ik op Schiphol gaan werken, waardoor ik de mogelijkheid heb gekregen om nog meer te reizen en dat was wat ik toen graag wilde. De conclusie dat de Haagsche Kopjes als een rode draad door mijn jeugd en jong volwassen leven loopt. De Haagsche Kopjes was mijn basis om een mooi leven op verder te bouwen.

Wie het meest indruk heeft gemaakt was Faysal. Een man uit Irak, uit een oorlogsgebied. Hij was kapper, maar niet gewend te werken in een zaak waar mannen en vrouwen tegelijk kwamen. Soms stond hij met het zweet parelend op zijn voorhoofd het haar van onze vrouwelijke klanten te wassen. Pas later bedacht ik me dat dat raar en moeilijk moet zijn geweest voor hem. Hij probeerde zich heel goed aan te passen bij onze zaak. Soms vroeg ik wel eens naar zijn verleden en wat hij allemaal had meegemaakt in Irak. Dan vertelde hij over de oorlog, hoe zijn vader en broertje waren vermoord en dat hij dat ook gezien had. Even later gingen we toch weer vrolijk verder met de klanten. Eigenlijk was het zo erg dat je niet goed wist hoe je er mee om moest gaan en wat je kon zeggen. Ik betrok hem ook in mijn privé leven, hij kwam bij mijn gezin thuis. Hij heeft ooit Pasen gevierd bij mij. Een Irakees die Pasen viert. Hoe bijzonder. Toch is het jammer genoeg, mis gegaan tussen ons. Hij ging mij te veel opeisen en ‘beschermen’. Soms, in geval van nood, vragen we aan onze zussen, nichten of vriendinnen of ze ons een dag kunnen komen helpen. Haren wassen, koffie rondbrengen, soms verven, telefoon aannemen, dat soort dingen. De ene heeft talent, de andere niet. Sommige bleven hangen en zijn er nog steeds. Over het algemeen heb ik altijd leuke mensen in dienst gehad. Niet echt de ‘standaard’ kappers. Het leuke is dat iedereen die hier werkt andere interesses heeft naast het kappersvak. Jonge mensen die onzeker zijn,

Sandra, 1983

54


55

staan niet echt prettig je haar te knippen. Dus ik probeer ze altijd op hun gemak te stellen en vaak zie je het zelfvertrouwen dan bij ze groeien. Dat is fijn, maar soms schiet het door. Dan slaat het ‘zelfvertrouwen’ om in kapsones en lijken ze zich beter te gaan voelen dan de collega’s. En dan wordt het tijd om te vertrekken, volgens mij. Dit blijft voor mij het moeilijkste van het ondernemerschap. Het lijkt altijd erg leuk om bij ons te werken. Vrijheid krijgt iedereen, maar dat maakt het des te moeilijker. Geen strakke regels, wel snappen wat er verlangd wordt en moet gebeuren. Soms denk ik wel eens, “moet ik nou toch een reglement gaan opstellen en dat iedereen laten tekenen?” Verzorgd er uitzien, op tijd komen, collegiaal, schoonmaken, op tijd werken, geen fouten maken met boekingen, zorg voor de klant. Regels die je kan vastleggen en waar iedereen zich vervolgens aan moet houden. Alles is dan duidelijk en iedereen heeft dat te volgen. Gelukkig gebeurt er dan weer iets of krijg ik weer een compliment van klanten waardoor ik zeker weet dat we op een goede manier bezig zijn. Er komt bij de Haagsche Kopjes geen reglement. Nu niet en ook niet in de toekomst. Ik hou er niet van om aan mensen precies te vertellen hoe ze zich moeten gedragen. Ik wil niet te veel regeltjes. Ontdek het zelf. En het belangrijkste voor mij is om vertrouwen te hebben en te geven. Anders kan je je niet goed ontwikkelen.

“Er komt bij de Haagsche Kopjes geen reglement. Nu niet en ook niet in de toekomst.”


ESTHER

ANNEMIEK

Fotogrfafie: Maarten Fleskens, haar Esther, genomineerd Coiffure Award

Als ik denk aan de hilarisch ongemakkelijke tijd tussen pubertijd en volwassenheid kom ik altijd automatisch bij Haagsche Kopjes terecht. Als boze puber heeft Barbera bijna alle kapsels bij me geknipt die je je maar kunt voorstellen. Niets was mij gek genoeg, en Barbera kon het allemaal. Van kinds af aan kwam ik bij Haagsche Kopjes, en ik ben dan ook heel blij dat het die plek is waar ik mijn eerste bijbaantje kreeg. Haren opvegen, wasjes draaien, broodjes smeren en sigaretten halen. Dat kon ik als jochie van achttien nog wel aan. Maar Barbera heeft het talent om mensen uit hun comfortzone te trekken, dus binnen no time stond ik ook haren te wassen en later zelfs te verven. Dat ging als klungelige tiener natuurlijk niet altijd even soepel, maar gelukkig waren zowel Barbera als de klantenkring van Haagsche Kopjes het toonbeeld van geduld. Schoot ik eens uit met de douchekop recht in het decolletĂŠ van een nietsvermoedende klant? Er werd gewoon om gelachen, terwijl ik met het schaamrood op mijn kaken stond te stamelen. Was ik iets te lang bezig met het wassen van

MIK

NICK

Fotogrfafie: Pieter Lemmens, haar Annemiek

Tekening door Nick van Leemt

56


de haren van een knap meisje? Dan kon ik een plagerige opmerking verwachten. Als ik op mijn vingers getikt werd, gebeurde het altijd met een grapje. Nu ik met iets te rappe schreden de dertig begin te naderen ben ik begonnen met mezelf voorzichtig een man te noemen. En als ik terug denk aan het jongetje dat bij Haagsche Kopjes werkte zie ik, naast een heleboel geweldige herinneringen, ook ontzettend veel dingen die ik daar geleerd heb. Simpele maar toch heel erg belangrijke dingen als ‘met klanten over koetjes en kalfjes ouwehoeren’, maar ook zelfstandigheid; het ontwikkelen van een blik op wat er nog moet gebeuren in plaats van wachten tot er gezegd wordt wat er nog gedaan moet worden. Het mocht dan een simpel bijbaantje geweest zijn, ik zal er altijd met veel plezier en nostalgie aan terugdenken. Het was een van de beste opstapjes die iemand zich maar kan wensen. Haagsche Kopjes als zaak en Barbera als persoon is/zijn niet alleen een fenomeen in Den Haag, maar absoluut ook in mijn persoonlijke geschiedenis.

“Schoot ik uit met de douchekop recht in het decolleté van een nietsvermoedende klant” Mik aan het werk

57


DIONNE Dionne aan het werk

Alle foto’s door Phil Nijhuis, haar: Dionne

58


59


Express een hoop espresso Overal hangen tubes, stiekem voel ik me hier wel thuis achter deze ronde deuren. Hier kan ik even rustig nadenken over hoe ik eigenlijk totaal iets anders ga doen met een kleur. En geef m’n hoofd even rustig de tijd om de informatie van de kleurenkaart, die zo vroeg eigenlijk voor mij niet te begrijpen is, te bevatten. Het hoge gehalte aan cijfers, leestekens en een soort rare wiskundige formules die mijn hoofd doen duizelen, maakt dat ik echt iets bijzonders brouw die eerste kleur. Ik bedenk me ineens dat er een kopje koffie op me wacht!! Dat is echt mijn redding denk ik bij mezelf en loop weer richting de bar. En daar staat het, even slaat mijn hart stil over en voel ik het even als een koude rilling over me rug lopen. Een leeg kopje, ik kijk verward om me heen en plots weet ik wat er is gebeurt. Er is hier iemand die net zo houd van espresso als ik, en iedereen kent haar wel dus noem haar maar een keertje niet. Ze lacht er om omdat ze ziet dat ik het door heb, en eigenlijk lig ik ook al in een deuk. Het is net half 9 in de ochtend geweest en we stelen kopjes espresso van elkaar. Drink gauw me nieuwe kopje op en bedenk me bij de laatste slok dat ik dan wel op werk ben, maar ook zeker thuis.

XANDER

Het is 8 uur, zaterdagochtend spring m’n bed uit want ik heb me weer eens verslapen als altijd. Snel een douche en KUT geen tijd voor koffie, glibber de deur uit want er ligt nog overal ijs. Met voor de verandering m’n schaar in mijn tas omdat ik Dario aan het einde van de middag knip, snel ik de hoek om voorbij de slager en loop door de deur van de Kopjes heen. Binnen zitten de klanten al aan de bar met de heerlijke geur van koffie in de ochtend. Nog voor ik m’n jas uit heb sta ik voor het koffieapparaat met een klein kopje, speciaal voor de espresso in m’n hand. Zet het kopje neer en druk op het meest linker knopje. Eindelijk trek ik m’n jas uit en hang hem over de kruk die als kapstok stond achter de bar. Plots heb ik eindelijk

Samen met Xander de muren aan het beschilderen onder het genot van 'lekkere' muziek.

ook door dat ik op mijn werk ben en niet ergens rustig een kopje koffie ga drinken. Ik kijk rond de bar en schat aan het aantal grijzen haren wie mijn eerste klant zal zijn, daar is ze al. Met het kleine beetje algemeen beschaaft Nederlands dat ik uit kan brengen voor m’n eerste koffie begeleid ik haar naar de stoel, bespreek de kleur en schiet snel het hok in. 60


Fotografie: Phil Nijhuis, haar: Xander

61


voor een tijdje bij mijn opa en oma, en besloot om werk te zoeken. Ik werkte voor een tijdje bij de groenteboer, 4 uur in de ochtend om de salades te maken. Elke ochtend stond ik om half zes op. Ik vond dit veel te vroeg, dus ik besloot om een ander baantje te zoeken. Ik zag een advertentie staan voor het Escher museum. Wat gaaf! Ik wilde daar werken! Het was dan wel in de horeca, maar wel een hele gave locatie. Er waren ongeveer 50 sollicitanten, waarvan ik werd uitgekozen. Mijn baas had ook net in Antwerpen gewoond. Tijdens het sollicitatiegesprek vond hij het erg leuk om met mij te praten over Antwerpen, waardoor hij besloot om mij aan te nemen. Na een tijdje werken in het Escher museum begon het me te vervelen om mensen te bedienen. Ik had een aardige baas en werkte op een leuke locatie, maar het gaf mij geen voldoening. Ik miste creativiteit, dus besloot om een kappersopleiding te doen. Ik vertelde mijn baas dat ik weer naar school ging, 5 dagen per week, 2 jaar lang, en ik besloot om alleen nog maar in het weekend te werken. Hij vond het onwijs leuk voor me dat ik iets ging doen wat ik echt leuk vond! In het begin op de kappersacademie viel het onwijs tegen. Ik was al wat ouder dan de meeste leerlingen, en met een hoop levenservaring. De school was erg streng, iedere dag moesten we oefenen op een kop. Ik dacht dat een kappersopleiding makkelijk was,

Dit is mijn levenservaring als kapster

LEANDER

Ik ben Leander, en ik werk al bijna 4 jaar in de Haagsche Kopjes. Voordat ik begon met het kappersvak wist ik nog niet wat voor soort beroep ik wilde gaan doen. Ik was 15 jaar oud en ik begon naast mijn school een baantje in de horeca, vond het erg leuk vond om met mensen te werken. Toen ik 19 was verhuisde ik naar Antwerpen. Dit was een leuke stad, met veel winkels met de nieuwste mode en een bruisend uitgaansleven. In de hipste straat van Antwerpen, (de straat waarin ik woonde) de Kammenstraat, was een heel groot straatfeest. Voor een winkel aan het einde van de straat stond de kinkikapper. Ik werd er erg blij van dus ik liep er op af. En vroeg of ze een leuk kapsel bij me konden knippen. Ik had geen idee wat er gebeurde, totdat het klaar was keek ik in de spiegel. Jeetje wat was ik verrast! Wat gaaf!! Ik hoefde niks te betalen, maar gaf hem een tientje fooi uit blijdschap en ik ging meteen verder met feesten. Mijn dag was weer goed! Ik werd 21 jaar oud, mijn buurmeisje Cathy kwam langs. Zij was kapster en ik had al een keer tegen haar gezegd dat ik heel erg graag blauw haar zou willen hebben. Dus ze zei: “Ik heb een leuk cadeautje voor je, binnenkort knip ik je haar kort en verf ik je haar blauw.� Ik was super blij! Wat een mooi cadeau! Ik was regelmatig model voor de baas van Cathy, en liep in Antwerpen altijd met gaaf haar. Wat een mooie ervaring. Voordat ik naar Antwerpen verhuisde was ik punk, ik had twee jaar in Rotterdam gewoond als punker. Vond het ontzettend gaaf al die hanenkammen, erg indrukwekkend. Het waren soms twee hanenkammen naast elkaar in spikes van een meter. Ik keek altijd al naar haar, al op jonge leeftijd. Toen ik op 22 jarige leeftijd terug kwam in Den Haag, wist ik niet wat ik moest doen. Ik viel letterlijk in een gat. Ik woonde

Leander aan het werk

62

Fotografie: Phil Nijhuis, haar: Leander


leuk elkaars haar doen, maar nee, het was iedere dag keihard werken! Het begin was vreselijk, ik overwoog om ermee te stoppen. We begonnen met ongeveer 24 leerlingen, de meeste waren 16 a 17 jaar en ik was 22 jaar. Wat een leeftijdsverschil, het waren echt nog kinderen. Maar na een jaar viel de helft af en begon het leuker te worden, er bleven er nog 12 over en besloot om door te zetten! Ik heb de basis van het kappersvak leren kennen. Permanenten, mannen en vrouwen leren knippen, watergolven, opsteken, slagleggen, kleuren, de omgang met klanten enz. Na omzwervingen bij allerlei kapperszaken wilde ik weer wat meer rust, toen ben ik bij de Haagsche Kopjes terecht gekomen. Het voelde fijn toen ik binnenkwam. Het voelde net als thuis. Vond het meteen fijn om mijn eigen plekje te hebben achter de spiegel, i.p.v. naast elkaar dat had ik in al die jaren nog niet meegemaakt. Zelf merk ik dat klanten dat ook fijn vinden. Wat ik ook ontzettend leuk vind aan de Haagsche Kopjes is dat het anders is dan andere kapsalons in Den Haag. Dat er exposities zijn en dat Barbera ook kunst maakt en dat ze een stichting is begonnen ‘Geknipt voor Kunst’. Zelf ben ik ook bezig met kunst, en wie weet ga ik ook een expositie houden in de Haagsche Kopjes. Het is leuk om creatief bezig te zijn. Ik zou het eigenlijk nog meer moeten doen. Knippen is ook een kunst, maar voor mij is het doen een kunst, de ervaring in het doen. De ervaringen die je meeneemt uit het verleden. Vooral niet stilzitten, maar doorgaan, dat is al een kunst op zichzelf.

63


PASCALE

Mijn eerste contact met de kapperswereld was bij mijn vader in de zaak. Hij was directeur van een kappersgroothandel. Als kind speelde ik daar veel en nam vriendinnen mee. We werden vaak aan het werk gezet. Dan mochten we potjes met gel vullen van het huismerk in de productie ruimte en met een winkelwagen door de showroom heen crossen om producten aan te vullen… Mijn vader zag mij als enige van zijn drie kinderen naar de kappersschool gaan. Hairpoint kappers academie was een zakenrelatie van mijn vader. Na die opleiding heb ik er niet veel mee gedaan. Ondertussen een dochter op de wereld gezet en toen wat visagie en grime opleidingen in Amsterdam om te gaan werken voor theater tv enz. Uiteindelijk terug naar Den Haag verhuisd en ben me met catering food bezig gaan houden. Samen met mijn zus een bedrijfje opgestart ‘la Cuisine Orange’ maar helaas hield dat niet lang stand. Na een lang ziektebed overleed mijn vader en toen bedacht ik me geen moment. Van wat geld dat hij me heeft achtergelaten heb ik een korte opleiding voor hairstyliste gevolgd in Rotterdam. Later zag ik op hyves een advertentie staan, Haagsche Kopjes was op zoek naar een kapster. Ik had 1½ jaar in het theater gewerkt dus viel daarom met mijn belletje in de smaak. Ik mocht langskomen voor een kort gesprek. Voordat ik het wist was ik aan het werk als kapster in de Haagsche Kopjes. Er ging een nieuwe wereld voor mij open. Zoveel leuke mensen leren kennen. Zo een inspirerende creatieve leuke zaak. Vrijwilligers en kunst projecten, openings feestjes, spaanse les noem maar op. Onze reis naar Spanje! Nu zit ik in mijn midlifecrises en wil wat anders in mijn leven. Dus stap er even tussen uit om wat anders te doen en om het een en ander om mij heen los te laten. De Haagsche Kopjes loslaten doet wel pijn… AUW!!! ik hou van ‘heel’ de Haagsche Kopjes, de mensen die er komen en werken.

Fotografie: Phil Nijhuis, haar: Pascale

Pascale aan het werk

64


Fotografie: Phil Nijhuis, haar: Pascale

65


Kopjes

JUDITH

Als elfjarig meisje kwam ik al bij de ‘Kopjes’, zoals de echte incrowd deze zaak noemt. Ik heb in de afgelopen jaren heel wat kapsters voorbij zien komen. En nu ben ik zelf al vijf jaar lid van deze clan. Naar deze bijzondere kapperszaak gaan was voor mij een belangrijk stuk van mijn eigen creatieve vorming. Wat keek ik altijd vol bewondering naar de steeds weer veranderende etalage, als ik in de tram of op mijn fietsje langs sjeesde om naar mijn werk te gaan in de grote stad. Vrolijk en vooral lekker eigenwijs! Binnen in het super kleine zaakje waren de twee (Barbera en Mabel), mijn soort aangenomen tantes, altijd lekker bezig. Vrolijk, druk en vooral lekker gezellig. Barbera was de échte creabea. Haar creativiteit was onder andere terug te vinden in de door haar zelf beklede stoelen, en de mozaïek van kapot gegooide kopjes aan de muur. Het begon bij de spiegels en al snel gingen ook de muren mee. Ik moest steeds weer lachen om het oortje van een kopje dat uit de muur stak! Toen ik groter werd, ging mijn aandacht keer op keer naar de schilderijen tussen de spiegels. Het leek heel erg op het Judith aan het werk werk van Gustav Klimt. Nu herinner ik me ineens, dat Barbera en Mabel zelf ook in creavorm zijn vastgelegd. Een kunstenares schilderde de dames op een houten bouwplaatsomheining, in polonaise en al vrolijk zwaaiend tussen allerlei bekende Haagse koppen. Het bleef altijd een leuk avontuur om in mijn eentje naar de kapper te gaan. Zelfs die ene keer dat ik op m’n kop kreeg ik, omdat ik veel te laat was door mijn eigen getreuzel op de dag

dat ik mijn schoolgala had! Ik zie nog voor me hoe Barbera me op stond te wachten. Boos, maar vooral heel erg bezorgd. Toen al wist ik dat make-up en kleur mijn ding waren. Eenmaal thuis gekomen deed ik stiekem mijn make-up zelf opnieuw. Ik groeide op tot een crea-nieuwsgierig meisje en al snel kwam ik ook in aanraking met de projecten die Barbera er naast het knippen bij deed. De meeste indruk heeft het ballet op straat, van Joan van der Mast, op me gemaakt. Dit 66


tijd in de Kopjes gevoeld heb, mee te kunnen nemen in mijn eigen vak. Want inmiddels ben ik allang geen elfjarig meisje meer, maar een volwassen vrouw met een carrièredroom: grimeuse voor film en televisie. De passie die ik voor mijn vak voel, is denk ik dezelfde passie die ik altijd bij Barbera heb gezien. En als ik iets van haar geleerd heb in al die jaren, dan is het wel dat je alles doet met passie en plezier!

URMILA

was ook de periode dat ik Barbera vertelde over mijn ambities. Zo ontstond er een extra klik en was mijn werkplekje bij de kopjes geboren. Salonassistente. Want Barbera ondernam een poging mij te leren knippen en ik bakte er… niets van. Wat heb ik geleerd? “Eraf is eraf! Je kan het er niet meer aanplakken Jud!” Help! Dus daar eindigde mijn knipavontuur. Knippen is weggelegd voor mensen met een juiste haarvisie, zoals Barbera en Hugo. En dat is volgens deze dame het volgende: Normaal doen… Haar gewoon haar laten zijn. Als je haar maar goed zit… Sexy haar! Nu specialiseer ik me in het kleuren van het haar, heerlijke kopjes koffie zetten en gezellige telefoongesprekken voeren met klanten. En ondertussen vind ik het nog steeds super dat er, naast knippen, zoveel rondom en in de zaak gebeurt. Mooie en herkenbare exposities, heerlijke muziek, leuke, creatieve en interessante klanten. Ik hoop mijn kennis, ervaring en de positieve kracht die ik al-

Urmila aan het werk

67


I remember the first time I met Barbera. I had already been into the Haagsche Kopjes once before to hand in my resume in preparation for my big move from England to Holland, aged just 18, and the next time I came in it was as if she had been waiting for me. For me it was a case of the right time, the right place and a pinch of luck. In Barbera’s case, a leap of faith. Barbera gave me a chance and asked me to return to the Haagsche Kopjes with a model, to show her my hairdressing skills. Looking back, I can see how young and naive I was. As I rode on a bike for the first time in 10 years, my cycling skills were as nervous as my heartbeat for the whole ride to the Haagsche Kopjes. Walking into that colourful, quirky, yet tiny little shop, with the faint smell of cigarettes from Barbera and co sitting in the little cubby smoking Peter Styvesant cigarettes, I remember as clear as day my model telling me, “whatever you do, don’t make me look like a Beatle”. I wasn’t exactly sure what she meant, but I went through the motions of what I thought I was quite confident in doing, spending a good 20 minutes blow-drying my model’s hair to sleek, poker straight perfection. Quite happy with my efforts, I was shocked and upset by my model’s cries of “I look like a Beatle! I asked you not to make me look like a Beatle” and Barbera

RACHAEL

only was this the start of my journey with Haagsche kopjes, but for me the time I spent with Barbera and the Haagsche Kopjes became the most pivotal moment in my life, where I learned more about hairdressing, myself, life and people than I had ever or will ever learn again. My time at the Haagsche Kopjes and in the company of Barbera opened my eyes to the world and myself, and all of this invaluable time made me blossom and grow into the person that I am today. I immediately felt at home at the Haagsche Kopjes; I was accepted into their family unit. With Barbera at the head of the family, I noticed how this special woman had created a very special environment; she had endless time for every single one of her ‘family’, was open and honest, and wanted us all to flourish. I remember, only a few weeks after me arriving, Barbera telling me about how the shop would be moving into a bigger and better place. I remember being confused as to why she would tell me this, thinking it was none of my business, I felt like I had been let in on a secret, but I soon realized that Barbera was making me a part of her family, and that she cared about my opinions. I suppose that this seemingly small gesture was a big thing to me as it was the first time I had ever really felt part of a family. But Barbera’s family unit didn’t end with her staff, it extended to all of her clients, with whom she had the most amazing relationship; it really did seem like one big family to me! I can remember wondering why all of Barbera’s clients at the shop were so incredibly nice; they were all so welcoming, warm, and interested in me! I now know the secret that the people who surround you are usually a great reflection of yourself, you usually attract the same type of energy that you put out into the world, which is why Barbera was always surrounded with good, positive people, which added to this very special atmosphere at the Haagsche Kopjes. Looking back now, I can remember how I never once saw Barbera count her money or her earnings for the day. We all had access to the till and she would let whoever was free at the time help her with her bookwork (because she was always so bad at keeping on top of it!) and this was because she trusted us all implicitly. It’s something I never noticed at the time, but something I came to notice in the years after leaving the shop because the open, honest and trusting environment that Barbera has created at her shop is one so unique that I’ve never had the chance to experience anything similar again. Meeting Barbera and being a part of the Haagsche Kopjes family makes me an incredibly lucky person. My time at the shop gave me so much confidence, made me feel so loved, and gave me the skills to be a fantastic hairdresser (which I chose not to do), but above all I have found Barbera such an awe inspiring person that it has made me want to be a better person.

Rachael aan het werk

chipping in with comments about how I hadn’t done a hairstyle that suited my model’s face, and that my hairdressing skills were ‘too English’. Such blunt honesty was something I had never experienced before, and I left the Haagsche Kopjes feeling hurt and embarrassed. Over time, I began to understand and appreciate that this blunt honesty is one of the many charms of not only Barbera, but Dutch people as a whole. On that day, I couldn’t say why, but Barbera took a leap of faith in me and my potential ability to contribute something to her business, and it was here that my journey started. Not 68


Fotografie: Maarten Fleskens, haar: Rachael

69


SABINE

When I look back on the last 5 or 6 years I can clearly see that I have changed so much and a great deal of this is down to Barbera. Barbera is someone that I will always look back on and still feel so much love for, and I still get tearful about how much she has helped me and touched my life. I can only hope that one day, at some point, I can make an impact so great on somebody’s life. And I can only hope that that leap of faith which Barbera took in me those years ago was worthwhile and to hope that I have given her half of what she has given me. But I am going to mention one last story, and that is the story of when Barbera took us all to Rome. We had a fantastic time, but on the way home our flight was delayed. We ended up sitting in the airport ALL night with no clue to when or whether our flight would be leaving. As it entered the middle of the night, each hour that ticked by we realized was an hour closer to us having to GET to work. It was a Tuesday night (I think) and we all had to work on Wednesday morning and the airport was still a great drive from home. As the hours wore on we all got tired and restless. For some unknown reason, Sabine and I became delirious and started acting very immaturely, which we thought was absolutely the best thing to do at a very stressful time when everyone was irritable and angry. We found the most fun in the song ‘That Don’t Impress Me Much’ by Shania Twain and decided to sing the line “So you’re Brad Pitt?? That don’t impress me much!!” over, and over, and over again… for hours, but each time changing the lyrics to something different that would make us laugh even more. (I’m actually laughing really hard writing this now). I think it went something like this: “So your aero plane didn’t show up?? That don’t impress me much!!” or “So you’re going to be late for work?? THAT DON’T IMPRESS ME MUCH!!!!” each time getting more and more hysterical, much to the annoyance of everyone else. I think our final and most annoying that we came up with was “So you’re Barbera Sterk?? That don’t impress me much!!” which we thought was absolutely hilarious, but needless to say: it didn’t impress Barbera much.

Daar stond ik dan, voor de deur van de Haagsche Kopjes. Het is nu of nooit. Volgens mijn lerares was dit echt de plek waar ik stage moet lopen. Niet meer alleen maar haren wassen en schoonmaken, gecommandeerd worden door mijn collega, met enorme lange nepnagels en hooggeblondeerd haar, terwijl ze zelf in haar boeketromannetje aan het lezen was. Hier zou ik beter op mijn plaats zijn, meer ruimte voor mijn eigen ontwikkeling en bovenal, meer ruimte voor creativiteit! Oke, een diepe zucht en ik stap vol zelfvertrouwen (ik deed alsof) naar binnen. Binnen in een kapsalon, die eruit zag of ik in me eigen kamertje thuis bij mijn ouders stond. Gemozaïkte muren, schilderijen tegen het kitscherige aan van half naakte vrouwen en paarse stoelen, geweldig! Aan het werk waren ze met z’n drieeën, wat later mijn collega’s Esther, Annemiek en natuurlijk Barbera werden. Ik mocht even plaats nemen op het bank en de ‘sollicitatie’ ging gelijk van start. Wat ik me daarvan kan herinneren is dat de meiden vol enthousiastme aan het kletsen en knippen waren en allerlei vragen door elkaar me afvuurde. Het enige wat ik dacht was, blijven lachen, niet laten zien hoe zenuwachtig je bent, gewoon rustig antwoorden, niks aan de hand. Oke, dat ging goed, Barbera wilde het graag proberen en in januari 2005 begon ik met mijn stage bij de Haagsche Kopjes. Klinkt als een goed begin toch? Nou… zo makkelijk is het me niet af gegaan. Waar ik bij mijn sollicitatie nog aardig de schijn

“So you’re Barbera Ste That don’t impress me much!” Fotografie: Phil Nijhuis, haar: Sabine

70


kon ophouden, viel ik bij het echte werken al gauw door de mand. Sabine, roodharig meisje met de paardenstaart, heel erg verlegen, onzeker, onhandig, wil kapster worden en loopt stage bij de Haagsche Kopjes. Wat me nog is bijgebleven, is een telefoongesprek van Barbera met een onbekend persoon, wat ik per ongeluk opving. Helemaal letterlijk weet ik het niet meer, maar het kwam ongeveer op het volgende neer: “Nou ik weet het niet hoor, heb me behoorlijk vergist. Het leek me echt een leuke meid, maar ze is zo verlegen daar kunnen we helemaal niks mee, denk dat ik weer iemand anders moet aannemen als stagiaire.” Auw… En kijk nu eens, het is 2013 de Haagsche Kopjes bestaat dit jaar 20 jaar. En ik kan trots zeggen dat ik daar al 8 jaar een onderdeel van ben! 8 jaar waarin ik enorm veel te danken heb aan deze zaak. Ik zou een totaal eigen boek kunnen schrijven over mijn ervaringen de afgelopen 8 jaar. Als hoofdstukken, leren knippen, creativiteit, sociale vaardigheden, Esther die mij de eerste zet gaf, Annemiek die altijd vertrouwen in mij heeft gehad, Barbera die mij heeft gemaakt tot de kapster die ik nu ben, Rachael die mij een wereld buiten mijn eigen veilige wereld heeft laten zien, om er maar een paar te noemen. Wat mijn verder plannen in de toekomst zijn, Joost mag het weten. Het enige wat ik weet is dat ik altijd een meisje van de Haagsche Kopjes zal blijven!

Sabine aan het werk

erk?

e Fotografie: Maarten Fleskens, haar: Sabine

71


Waar moet ik beginnen? Zo gemakkelijk vind ik dat niet! Na heel wat groene thee, (Ik drink geen koffie zoals de rest van de kopjes. Wel ben ik regelmatig met de meiden na werktijd te vinden in de Bieb met warme chocomel met een koekje of een lekker wijntje MET kaasstengels… Ik dwaal af… roze koeken en m&m’s komt er dan toch het een en ander op papier te staan. Laat ik maar bij mijn begin bij de Haagsche kopjes beginnen. Ik zocht een bijbaan. Naast mijn studie Muziektheater wilde ik in een leuke kapperszaak werken. Hoppa met mijn c.v. onder mijn arm stap ik de Haagsche kopjes binnen. Ik ontmoet de charmante en lieve Judith. Ik vraag haar of ze een kapper nodig hebben. Helaas, geen plaats. Na een gezellig gesprek met Barbera en Judith zijn zij in het bezit van mijn gegevens en verlaat ik met een goed gevoel de zaak. Bar heeft me nog bij haar vriendin Judith van de Oude Mol geïntroduceerd voor

MARTINA

houd van mooie kostuums. Van elegant tot theatraal. Zoeken op internet, markten afstruinen, winkels in en uit, horen daar bij. Bij elk feestje of optreden probeer ik passende styling te creëren. Op het moment ben ik bezig met een projectje in jaren 40/50 stijl. Ik hou van die tijd. De kleding en muziek van toen vind ik super tof. Verder hoop ik nog veel mooie reisjes te maken. Daar word ik blij van. Het liefste met veeeel zon. En ik hoop ook nog wat jaren te werken in de gezelligste kapperszaak MET de liefste meiden van Den Haag!

Martina aan het werk

een job met: “Ze is echt super leuk maar ik heb geen plek voor haar!” Een half jaar later en ik een bijbaantje verder, belt Bar op. “Ik heb plaats voor je, zou je nog willen komen werken??” Uuuhh jaaaaa, natuurlijk wil ik dat! En dat is alweer meer dan twee jaar geleden. Ik wilde in november 2011 aan mijn repetoire werken en ik vroeg of ik een optreden in de zaak mocht doen. Bar beaamde dit volmondig: “Jaaa cool kan ik je eindelijk een keer horen zingen!” Dus daar stond ik dan. In anderhalve maand tijd een band bij elkaar gesprokkeld in een volle zaak. Mijn ingestudeerde liedjes te zingen. Ben ik niet aan het knippen, dan dans ik, zing ik, lees ik, zoek ik, creëer ik en deel ik. Als ik dans, vergeet ik alles om me heen en ben ik helemaal happy. Ik dans al sinds ik een klein meisje was. Van de eerste ‘stap-tiks’ als muisje op de balletschool tot ‘dubbele spins’ op de wedstrijdvloer. Daar kwamen mooie jurken bij kijken. Ik

Haar: Martina

72


Fotografie: Phil Nijhuis, haar Martina

73


MANDY

Het begon allemaal dat ik druk op zoek was naar een nieuwe stage plek en mijn leraar, Marcel Alberti, die bij de Haagsche Kopjes had gewerkt, zei dat ik het eens daar moest proberen. Ik had een mailtje gestuurd, en kreeg na een tijdje een belletje, ik mocht een proefdag lopen. Die dag was voor mij heel erg wennen. Ik was zo gedrild met hoe ik overal moest zijn, dat ik me eigenlijk geen houding wist te geven. Toen de dag afgelopen was, besloot Barbera dat ik nog een proefdag moest lopen. De 2e dag ging voor mijn gevoel al fijner. Ik kreeg meer de sfeer van de salon te pakken en vond een beetje mijn plekje. Aan het einde van de dag, vertelde ze me toen helaas het slechte nieuws dat ze me eigenlijk niet kwijt kon, omdat er nog een hoop geschuif was met personeel, maar dat we zeker contact moesten houden, voor als er wel ruimte was. We zouden elkaar op de hoogte houden hoe het verder ging met mijn zoektocht naar een stageplek. De week erna belde ze me of ik kon komen werken, er was iemand ziek, maar ik had een proefdag bij een andere kapper. Daar is het niet goed gegaan en dezelfde middag zat ik toch bij de Haagsche Kopjes. Ik vertelde dat ik bij mijn oude salon eruit gegooid was en dat de proefdag slecht verlopen was, waarop Barbera zei, het komt wel goed meis, we vinden wel een manier, maar je komt maar gezellig hier werken en gaf me een dikke zoen. Hoe we het allemaal gingen doen, wisten we nog niet i.v.m. de dagen, maar we gingen ervoor. Ondertussen is mijn contract verlengd voor nog een half jaar.

Mandy geeft ondertussen les aan Tyrza, 2013

74


Ieder jaar proberen we mee te doen met de Coiffure Award. Een wedstrijd voor alle kappers uit Nederland. De bedoeling is dan dat je minimaal drie foto’s opstuurt van verschillend werk. Het totaalbeeld telt. Dus fotografie, model, make-up, styling en natuurlijk het haar. We proberen het zo creatief mogelijk te doen. Dit keer waren we naar mijn atelier gegaan in een oud schoolgebouw en had iedereen de kans om ook de achtergrond zelf te maken. Eerst een plek uitzoeken in het schoolgebouw, dan de muren schilderen, plakken of spuiten. Op de dagen zelf de haren en make-up doen, kleding regelen en met de geduldigste fotograaf Phil Nijhuis, de visagisten Judith en Urmila en alle modellen samenwerken. Voor de expositie hebben we de muren van de zaak weer onder geschilderd, geplakt of gespoten. Het was weer echt een geweldig leuke tijd. Ik weet niet waarom, maar genomineerd worden we nooit, we volgen ook niet echt het reglement. Dus doen we tegenwoordig maar onze eigen Haagsche Kopjes Awards. Werk van Xander

75


76

De expositie ‘Kale Kopjes’. Iedereen die bij de Haagsche Kopjes werkte ging kaal op de foto. Haren weg, geen make-up op en dan een goede close-up foto laten maken. Die foto werd uitvergroot en op een groot stuk wit karton geplakt en iedereen mocht zichzelf ‘aankleden. Hoe leuk was die tijd. Knutselavondjes thuis, eten op de zaak en dan ook weer gezamenlijk werken. En wat ik bijzonder vond, was dat iedereen elkaar serieus in zijn werk nam, ook al viel het kunstwerk regelmatig uit mekaar of werd er weer wat nieuws bedacht. Elkaar helpen, maar ook kritiek geven. Echt elkaars werk mooi vinden, bij alle verschillen. Dan een echte opening. Mooie rode doeken ervoor en Agnes deed de opening. Iedereen liet heel trots zijn werk zien. Lekkere cocktails, goede dj, dus zeker voor herhaling vatbaar


ONDERNEMEN

Wat is nou ondernemen? brachte koffie. Zoals hij zelf zei: “wij kunnen tijdens een zware vergadering van de directie van Philips een zonweringssysteem monteren zonder dat iemand het doorheeft. Ze merken het pas als de vergaderzaal ineens donkerder wordt. Wij zijn dan al weg…” Alleen met dat kunstje kon hij dus veel meer verdienen dan zijn concurrenten. Nadat je zoiets voor het eerst hoort, gaan de luiken van je beschermde wereldje open en zie je ineens veel. Zo stond er jaren naast het Rotterdamse WTC een mobiele viskraam, genaamd ‘World Fish Center’. Boven zijn onoogelijke, maar prima vispaleis hing een bord met daarop “service is meer doen dan de klant verwacht”. Open deur, maar o zo waar. Ik mocht willen dat iedere ondernemer zich daaraan zou houden. Helaas is dat in de praktijk niet het geval. Oog hebben voor wat je klant wil is helaas niet iedere ‘ondernemer’ gegeven. Ga eens bij jezelf na wanneer je voor het laatst dacht “hier kom ik nooit meer” en denk eens terug met hoeveel mensen je je slechte ervaring deelde. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Een open deur maar toch. Een buitengewoon mens die dat allemaal wel heeft begrepen is Barbera Sterk van HaagscheKopjes. Naast meer bieden dan de klant verwacht (goeie koffie, altijd op tijd, goed kletsje) is ze ook nog eens maatschappelijk betrokken en is –zo vanuit de shampoostoel beschouwd– goed voor haar mensen. Zonder klef te zijn. Rechtvaardig, soms gewoon duidelijk –ook naar klanten– en altijd Haags recht-door-zee. Ik heb nog nooit van mensen in mijn vrij uitgebreide vriendenkring gehoord dat ze rottig werden behandeld. Geen slechte ervaringen dus. Maar wat we als klanten nou nooit doen, is een goeie ondernemer hardop belonen met dat goede ondernemerschap. We blijven keurig klant en delen onze goede ervaringen weliswaar met anderen, maar dat zeggen we als rechtgeaarde Calvinisten natuurlijk nooit tegen de ondernemer zelf. Laat dit een wijze les zijn! Ik begin alvast hardop met Bar. Nou, hou je maar vast, want hier komt-ie: “Lieve Bar, wat doe jij dat hartstikke goed. Ik ben blij dat ik me maandelijks door jou mag laten knippen!”.

BAS

Wel, in een ver verleden, toen ik nog netjes jurist was, deed ik zaken voor uitvinders. Van groot tot klein. Onder een noemer te vangen, want allemaal bezig met een vondst, ontsproten uit hun eigen gedachte. Allemaal overtuigd van het feit dat zij die ene perfecte oplossing hadden voor dat door hen gesignaleerde probleem. Stuk voor stuk ook doorzetters, die hun droom najoegen. Beschermd moesten ze worden tegen de boze buitenwereld, vol van mensen die hun ticket naar het miljonairschap wilden inpikken. Onder die bonte verzameling van luchtfietsers, prijzenswaardige gekken, helderzienden en kansarme freubelaars, zat soms een briljante ondernemer, met een eenvoudig plan of product, dat hem zeker geld zou opleveren. Zo kwam er op ons uitvindersspreekuur een vlotte, gebronsde vent binnen. Jaar of 40 schatte ik. Deed in zonweringen en had een op zich best idee, dat echter geheel in de octrooiliteratuur terug te vinden was. Al snel kwamen we terecht op ons beider interessegebied: auto’s! Hij reed een hele snelle Italiaan, waar ik voorlopig als keurig Leids juristje van kon dromen. Had nog nooit een Universiteit bezocht, behoudens voor het plaatsen van zonweringen. En dat kon hij. Hij had een Team van vakbekwame mannen in witte overall’s, met glimmende bedrijfsauto’s die dagelijks werden gewassen. Geen tattoo’s, geen ghettoblasters, en voorzien van zelf meege-

77


De Haagsche Kopjes een kapperszaak met een bijzonder doel De samenwerking was nog niet voorbij, maar pas begonnen. Ieder jaar organiseert het Straat Consulaat samen met de werkgroep vrouwen van De Achterban (een platform die de doelgroepvertegenwoordigd) een vrouwenverwendag. Een dag waar dakloze vrouwen zich laten verwennen door een tal van vrijwilligers. Alleen dat tal van vrijwilligers, dat kon nog wel eens tegenvallen. Nu heb ik een heel groot netwerk, maar mensen die een dag vrij nemen om vrijwillig ergens anders een dag te werken kende ik niet zo veel. Voor de verwendag zochten we nog een kapper, ik dacht probeer het eens bij de Haagsche Kopjes. Nodigde Barbera uit voor de maaltijd in de Kloosterkerk, waar we na afloop een rondleiding van broeder Frans kregen om te kijken of de ruimte geschikt was voor de verwendag. Barbera hobbelde vrolijk achter de vrouwen van de werkgroep en broeder Frans aan en sloot aan het eind van de rondleiding enthousiast af met: “o, ik kan ook nog wel met wat kappers komen”. Zoals u waarschijnlijk wel weet heeft Barbera een mooi netwerk van klanten en medewerkers om zich heen verzameld. Zo wilde Judith die bij haar werkt en Barbera haar schoonzus Joke wel schoonheid specialiste zijn, 4 kappers die bij haar werkte wel een dag vrijwillig knippen, Jeanette en Jeanette wel pedicuren, de dochter van Jeanette wel helpen bij de catering en deed er ook nog wel 10 flessen champagne bij. Ze wist ook nog wel een klant die wil manicuren.

Sociaal verantwoord ondernemen. Nou, dat heb ik dubbel en dwars geleerd van Joy Falkena. Alhoewel zij geen zelfstandig onderneemster is, werkt ze wel als zodanig. Altijd bezig met haar werk en vol passie. Zelfs als je privé met haar over straat loopt of ergens op een terrasje zit, is ze nog met haar werk bezig. Ze werkt met de dak- en thuisloze mensen in Den Haag, bij de Achterban. Er zijn jammer genoeg heel Hagenaars zonder een dak boven hun hoofd. Joy heeft me betrokken bij deze groep. En dat werken met Joy is een feestje. Tegenwoordig ben ik zelfs bij de vergaderingen met de vrouwenwerkgroep over de vrouwenverwendag. Allemaal vrijwilligers. Het is geweldig. Joy is de ‘leading Lady’. We luisteren naar haar, ze maakt de planning, geeft iedereen een taak, laat iedereen aan het woord, luistert naar andere ideeën en laat ons samenwerken.

JOY

Ik ben Joy Falkena en nu bijna 4 jaar werkzaam voor het Straat Consulaat in Den Haag. Het Straat consulaat is een belangenorganisatie voor dakloze. In welke situatie je ook zit, je hebt altijd het recht om mee te praten en je stem te laten horen. Ik kwam regelmatig in de Haagsche Kopjes om een expositie te bekijken of een kop koffie te drinken en twee keer per jaar liet ik er ook mijn haar knippen. Voor mijn werk was ik bezig met het organiseren van de expositie ‘de toekomst ligt op straat’. Een expositie gemaakt door jongeren van de werkgroep, die allemaal ervaring hadden met het leven op straat of in de nachtopvang. Zij zijn met wegwerpcamera’s de straat op gegaan om foto’s te maken van hun eigen slaap, hang en gebruikplekken. De jongeren hebben de foto’s geplakt op borden van bijna twee meter hoog en een meter breed. Barbera was zo enthousiast dat ze de borden wel wilde exposeren bij haar in de zaak. Was dat even schrikken toen we met 15 van die borden de zaak in liepen. Het was allemaal geen probleem, ze organiseerde er nog wel een opening bij, kende nog wel iemand voor de catering en iemand voor de drank en ze wist ook nog wel wat mensen die het willen bekijken. Met als resultaat: een geslaagde Inzameling opening met meer dan 75 bezoekers, die genoeg te eten en te drinken hadden. Wat kan ik zeggen, daarna konden mensen er niet meer omheen. Het is een groep die wel degelijk bestaat en een podium kreeg bij de Haagsche Kopjes.

78


Ik maakte een mailtje waarin ik vroeg of iedereen een rondje door de badkamer wil maken om te kijken of ze nog iets hadden wat we ze niet meer nodig hadden. “Barbera kun jij dat ook verspreiden onder je klanten kring?” Zoals ik al zei een mooie zaak met een mooie klantenkring. Dingen als parfum, deo, shampoo, conditioner, luchtjes, zeepjes, douchegel, maandverband, scheermesjes, sieraden, tandpasta en tandenborstels bleven binnen komen. De zoete geuren van de Haagsche Kopjes waren in de Oude Mol nog te ruiken. Zo als het meestal bij mij gaat had ik 35 vrouwen uitgenodigd voor de verwendag en er kwamen er 60. Gelukkig konden we

moesten zeggen: “eerst de vrijwilligers die vorige jaar geholpen hebben en als we nog vrijwilligers nodig hebben dan bent u de eerste.” Het aantal spullen dat binnen kwam was ongekend, het was bijna tot aan het plafond gevuld met toiletartikelen. De zaak was ontploft! Mensen die niet wisten waar de Haagsche Kopjes was konden afgaan op de geur. We hebben 250 vrouwen kunnen voorzien van een verwenpakket en meer dan 85 vrouwen kunnen voorzien van een onvergetelijke verwendag. Als je dit kan doen, zoveel mooie mensen om je heen kan verzamelen en het vertrouwen kan winnen van mensen van wie het vertrouwen al enigszins is beschadigd, dan ben je een groot ondernemer! Haagsche Kopjes, Je kan er ook heel goed je haar laten knippen!

Aan het werk voor de expositie

8 maart, internationale vrouwendag. Na deze dag mogen de vrouwen hun kunstwerken exposeren en verkopen bij de Haagsche Kopjes. Afgelopen jaar hadden we nog wat schildersdoeken over en had ik een aantal vrouwen gevraagd op een rustige dag in de zaak ook deze doeken nog te beschilderen voor de verkoop. Dat namen ze erg serieus. Mijn hele bar zat vol en er waren zelfs vrouwen die een plaatje mee genomen hadden om het na te schilderen. Je kon er namelijk geld mee verdienen hadden ze gehoord. Op die dag was de directeur van de Koninklijke Kunstacademie er als klant. Ik vroeg aan hem of ik een grapje mocht maken en introduceerde hem als hoog bezoek van de academie. De dames draaide zich wel even om, maar het bezoek uit hogere kunstkringen kon ze niet echt boeien. Ze hadden het te druk. Ze waren nu eenmaal bezig met KUNST AAN HET MAKEN, voor geld.

makkelijk 60 verwenpakketten maken van alle spullen die binnen waren gekomen. Het was een prachtige dag waar de vrouwen zich de hele dag volledig in de watten hebben laten leggen en een beetje teut van de champagne vertrokken met een goed gevuld verwenpakket. De vrouwen van de Achterban waren dolblij met het resultaat wat ze mede door de Haagsche Kopjes hadden behaald. Het hele jaar had Barbera de tijd gehad om aan haar klanten te vertellen hoe leuk het was, met als gevolg dat we het jaar daarop

79


Lieve Sjoerd, die ziek is. Die de ziekte van Duchenne heeft. Ongeneeslijke en slopende spier ziekte.Wat een vreselijk bericht. De meiden van de Haagsche Kopjes wilden graag iets doen. Het idee ontstond om een vintage kleding beurs te houden, en de opbrengst was voor het onderzoek naar deze ziekte. Wat een enorm succes wat het. Dagenlang tussen de kleding staan knippen. Op de zaterdag als afsluiting ook nog twee dj’s. Uiteindelijk iets van 1700 euro naar de stichting die onderzoek doet kunnen overmaken. Er is jammer genoeg nog steeds geen geneesmiddel, wel zijn ze bezig met een onderzoek waar ook Sjoerd aan mee doet, om het te kunnen rekken. En om de spieren toch weer wat sterker te maken. Of het werkt, is nog niet bekent. Voorlopig maken ze van elk kappersbezoekje een feestje. Jolanda, Halbe, Anne Roos en Sjoerd nemen iedere keer lekkere taart mee, soms zelfgemaakte. Super gezellig, maar ook altijd weer een beetje triest.

“Voorlopig maken ze van elk kappersbezoekje een feestje”

Sjoerd en Anne-Roos

80


en, muurschilderingen, een lieve lust om om je heen te kijken en je te verwonderen over al die creativiteit. Het bruist bij Haagsche kopjes. Een kleinschalige onderneming, maar met een brede warme uitstraling, een ambiance waar iedereen zich prettig voelt. Den Haag kan trots zijn op Haagsche Kopjes.

Buurtfeestjes, beter een goed buur dan een verre vriend. Het ‘Vondelpleintje’. Voordat de Haagsche Kopjes hierheen verhuisde had ik niet echt veel contact met dit pleintje. Behalve dat er in mijn pand een dansschool en een sportschool hadden gezeten wist ik er eigenlijk niks van. Terwijl ik toch al 13 jaar om de hoek zat. Wel had ik het er met een vriend over gehad om ooit een soort van Frans feestje te geven op dit fraaie plein. Leuke kraampjes, lekkere wijn en natuurlijk Franstalige muziek. In die tijd was er nog een jeu de boules baan, waar voornamelijk de honden op uitgelaten werden. Toch moest er ook een jeu de boules toernooi komen, vonden we. Dat Franse feest is er jammer genoeg nog steeds niet van gekomen, maar je weet nooit. Het pleintje is een prachtige plek met panden die allemaal beschermd stadsgezicht zijn. De buren zijn vriendelijk en zelfs erg gezellig. Een mooie galerie naast ons, schuin tegenover ons een prachtige decoratie/inrichting zaak en natuurlijk de straatvegers van Den Haag, die altijd extra goed zorgen voor de bankjes op het pleintje. We proberen hoe dan ook ieder jaar een buurtfeestje te houden. In goede tijden en in slechte tijden.

ANKE EN IRMA

Haagsche Kopjes, Haagsche Harry, Haagsche Hakken, Haagsche Hopjes, Haagsche Kopjes, de Haagsche Tieten, je kunt het zo gek niet bedenken, maar in Den Haag tref je het allemaal aan. Den Haag met zijn vele gezichten, stad van Couperus, zetel van het parlement, de deftige koninklijke schouwburg, de schilderswijk, protesten op het Malieveld, het internationale gerechtshof enz enz. Haagsche Kopjes past uistekend binnen deze diversiteit. Bij Haagsche Kopjes voor de spiegel zie je allereerst jezelf vóór en ná de knipbeurt. Zoals velen met mij ben ik niet bepaald gelukkig met mijn haardos, maar als ze er de schaar in hebben gezet word ik daar altijd heel vrolijk van. Maar er is veel meer te zien in die ‘spiegel’ bij Haagsche Kopjes. De mogelijkheid die jonge mensen wordt geboden om het vak goed onder de knie te krijgen. Er wordt ze geleerd om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Niet alleen vakkennis maar ook sociale vaardigheden worden hen bijgebracht. Het mantra is ‘je maakt deel uit van de maatschappij en dat brengt verplichtingen met zich mee’. Werk is belangrijk, maar er is meer in de wereld om je heen. Zoals iets belangeloos voor een ander doen, Barbera geeft daar zelf het goede voorbeeld van, o.a. door jaarlijks een verwendag te organiseren voor mensen aan de rand van de samenleving. Die kunnen dan na zo’n dag met trots in de spiegel kijken en denken “Wouw, ben ik dat!!” Aandacht voor de kunsten, een podium geven aan jonge kunstenaars. De muren zijn nooit kaal er wordt altijd geëxposeerd. Foto’s, schilderij- Vondelplein in vroegere tijden

81


Met collega Danielle knippen in het kinderhuis aan het Sweelinckplein

Voor Stichting Mali-Waalsdorp hebben we een Haagsche-Malinese zondag gehouden.

Op de foto in Malinese kleding

82


KUNST

Van Haags koppie naar kunstig geknipt

BAS

Twintig jaar Herinneringen aan de eerste keer… Schichtig binnen stappen bij een nieuwe kapster Zo gehecht aan mijn laatste kapper Al van jongs af aan Daar ging je Haags koppie Dat koppie met lang sluik haar Die tijd was voorbij Tien jaar vreemd gegaan… Het kappers duo was uit elkaar gegaan De één was dichter bij Ik miste de eerste kunstzinnige uitingen van het kleine zaakje Geknipt woorden door je ex is toch lekker De inhammen worden dieper Het kapsel nog gelijk Een jaar De beurt is onregelmatig… De zelfde is het beste en je weet wat je krijgt De omgeving veranderd Iedere keer iets anders aan de muur of op de vloer Met drank en andere geknipten Kunst gaat de boventoon voeren Het knippen is zo gebeurd Nu Wie zal het zeggen… Ze heeft me voorzitter gemaakt van een stichting Meerder vrouwen doen mee Nu beslis ik mee met wat er gebeurt op de muren Het gaat niet meer om het knippen Ik kan niet meer schichtig binnen stappen Voor altijd kunstig geknipt

83


BRANKO BONT hoorde praktijken. Deze jongen durfde geen graffiti meer buiten te spuiten en is zijn kunst op doeken gaan maken. Bar zag de doeken en ook zijn talent. Op 16-jarige leeftijd is zijn eerste expositie gehouden in de zaak aan de Bilderdijkstraat. Het was een opsteker voor hem en Bar kon uitproberen of deze formule werkte. Dat deze formule werkt heeft Bar inmiddels dubbel en dwars bewezen. Zij heeft van haar nieuwe zaak aan het Vondelplein, een ware galarie-kapperszaak gemaakt. Heel veel jonge kunstenaars hebben hier hun start kunnen maken en sommige zijn zeer succesvol gebleken. Ook bekende kunstenaars willen nu in haar nieuwe zaak exposeren.

Kapper en kunst

SONJA

Bar wist al heel lang dat alleen een kapperszaak haar niet zou bevredigen. Kapperszaken waren er immers al genoeg. Haar zaak moest speciaal zijn. De winkel was eigenlijk heel klein, maar met Bar’s creativiteit werd deze omgetoverd tot galerie met live muziek De aanleiding was misschien wel een 14-jarige zoon van een klant, die door de politie op brute wijze werd opgepakt wegens graffiti spuiten. Hoewel er geen bewijs was tegen hem, ging de politie (via zijn agenda) alle adressen af die erin stonden. Ook Bar kwam in het lijstje voor. Politie kwam dus bij haar in de zaak vragen stellen. De jongen is uiteindelijk vrijgesproken, maar had hier een behoorlijke klap van gekregen. Alles bij elkaar heeft hij op zo’n jonge leeftijd bijna twee weken vast gezeten en werd bijna de gehele dag verhoord. Onge84


WESLEY

MARCO ESCHLER

FERENC MOLNAR

85


HAAGSE MEIDEN

Gezamelijke expositie van Agnes, Lynn, Laurence, Yosha, Tamar. Fotografie: Maarten Fleskens

86


87


DANSEN OP HET VONDELPLEIN

KNIPPEN EN SCHEREN

Dans door Joan van der Mast van exnunc. Voor deze dansvoorstelling het hele plein ingepakt met rode stof. Bij de Haagse Markt voor ‘weinig’ heel veel meters stof kunnen kopen en tijdens flinke wind en regen buien alles opgebouwd. Ging dus niet echt makkelijk. Gelukkig was het droog op het moment dat de voorstellingen begonnen.

Twee weken lang werd de Haagsche Kopjes omgebouwd tot klein theater. Na het werk werd er een kleine tribune neergezet en het licht werd aangepast. De inrichting werd gebruikt als decor. Het toneelstuk speelde ook af in een kapperszaak. Het was een prachtig stuk en het decor klopte helemaal.

88


MARTIJN ontving enkele weken na het overlijden van Carla postuum een verjaardagscadeau van Carla, 2 knipbeurten bij Barbera. Laten we geloven dat Carla vond dat ze het stokje aan iemand moest overdragen en Ron het meest geschikt achtte. Ze kreeg gelijk, inmiddels vertrouwt Ron zijn haar en gemoed al 3 jaar aan HaagscheKopjes toe. En via Ron ben ik in contact gekomen met Barbera. Niet met Barbera de kapster overigens, maar met Barbera de galeriehoudster.. Voorgaande vertelt niet alleen de wijze waarop ik met Barbera in contact ben gekomen, maar vooral wat voor geschiedenis er door de gemeenschap ‘Haagsche Kopjes’ geschreven wordt. ‘Haagsche Kopjes’ is, als je er langs zou lopen, zo op het eerste gezicht een doodgewone kapperszaak. Tot je er naar binnen stapt en wordt omarmd door eenvoudige grootsheid van het leven. Iets waarvan de schoonheid door velen lijkt te zijn vergeten. Alsof poppenkasterij de nieuwe standaard is. En juist dat is wat ik met mijn foto’s wil laten zien. Er schuilt zoveel moois in ogenschijnlijk niet bijzondere momenten. Stap de deur uit en kijk om je heen, er is zoveel te zien. Dat is dan ook de reden dat ik met mijn site www.ditisdenhaag.nl begonnen ben. Doormiddel van fotografie probeer ik de mooiigheid van eenvoudige momenten bloot te leggen. Momenten die door iedereen te vangen zijn, maar meestal links blijven liggen. Het moge duidelijk zijn dat ik me geen betere plek om te exposeren had kunnen wensen dan bij ‘Haagsche Kopjes’. Zeer regelmatig denk ik vol trots terug aan die ene zondag in augustus (2011) waarop onze nachtburgemeester, Rene Bom, de expo opende, waarna de klanten en vrienden van Haagsche Kopjes zich met die van mij mengden tot en kroes vol Haagse gezelligheid.

Haagse geschiedenis Op 29 april 2009 overleed Carla Burger. Carla was een van de eerste van wie het haar door Barbera onderhanden werd genomen. Ze werd al door Barbera geknipt toen deze nog in de leer was en heeft door de jaren heen een zeer speciale band met haar opgebouwd. Iets wat niemand zal verbazen, Barbera is immers behalve kapper ook biechtvrouw, orakel en vriendin. Een indrukwekkend CV. Carla is haar coiffeur dan ook trouw gebleven tot aan haar heengaan. Daarnaast was Carla ook de excentrieke huisvriendin van de familie Bruns bij wie ze in de straat woonde. Ron Bruns, een mijner beste vrienden,

www.ditisdenhaag.nl

89


ELLEN EN BARBERCITY den geactiveerd. En sinds gister is dat stemmetje een heel koor geworden. duzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz hop hop. Het idee de geschiedenis met verhalen van klanten te bundelen in een boek vind ik geweldig. Deze bijzondere kapperszaak, met geweldig personeel, muziek, dans, Spaanse les, exposities, eten, inzamelacties voor goede doelen voelt als een warm nest. Bovendien wordt mijn moeder altijd weer blij wanneer mijn haar weer een model heeft. Oké, de naam Haagsche Kopjes viel voor het eerst in de Barendzstraat. Mijn vriendin Rosalie woonde daar net op kamers en haar buurvrouw ging altijd naar de Haagsche Kopjes. Leuke naam dacht ik toen. Zelf ging ik nooit naar de kapper. Ik wilde lang haar en dan ga je nooit naar de kapper, das zonde. Jaren later, toen ik inmiddels wel weer naar de kapper ging (mijn haar bleek niet langer te worden alleen splijtiger) liep ik toevallig binnen bij de Haagsche Kopjes aan de Vondelstraat. Goeie sfeer, gezellige meiden en een mooi interieur. Barbera was mijn kapster. Ik kan me niet precies herinneren wat voor haar ik wilde, wel dat we enorm gelachen hebben. Ook kwam de kunst ter sprake, schilderijen met haar, toevallig had ik er één thuis staan, kon ik wel even halen. Half uurtje later was ik terug. Het is een tafereel van een jongen en een meisje onder een klok elkaar een kus geven. Het is 12 uur. Het meisje heeft een lange paardenstaart van echt haar. Spijkertje in de muur, hop doekkie erop en weer weg.

Haagsche Kopjes. Oké ik ga nu iets schrijven over de Haagsche Kopjes. Achter in mijn hoofd klinkt al maandenlang een stemmetje dat ik iets wil schrijven voor in het 20 jaar HaagscheKopjesboek, mijn Kopjes. Dat stemmetje heeft Barbera Sterk drie knipbeurten gele-

90


In al die jaren heb ik heel wat kunst gemaakt van allerlei materiaal. Vooral collages van papier zijn mijn favoriet. Ellen Endhoven en ik hadden het idee om een keer samen de zaak in zijn geheel te gebruiken voor een expositie. Dus niet alleen een spijker in de muur en dan een schilderij ophangen, maar we wilden van het plafond tot en met de vloer alles beschilderen en daarin onze kunst verwerken. Het is toch mijn eigen zaak, bedacht ik me en kan er mee doen wat ik wil. “Stadsgezichten” was onze inspiratie en dan vooral met zwart wit werken. Nu ging ik net alleen op vakantie en nam wat kranten mee uit Nederland. Kranten zijn toch voornamelijk zwart wit? Nog geen idee wat ik er mee ging doen. Hier ontstond het idee om uit die kranten collages over stadsgezichten te maken. Nog steeds doe ik dat. Het blijft me boeien. We hebben samen enorm veel lol gehad in het bedenken en maken van de expositie ‘BarberCity’. Het zag er echt goed uit. Van de zaak een City gemaakt. Ellen d’r kunst en dat van mij hebben we goed kunnen samen voegen. Ik was erg trots dat ik met haar een expositie, mijn eerste, heb kunnen doen. Met een grote kijkdoos zijn we ook begonnen met ‘BarberCity on tour’, dit krijgt zeker een vervolgd.

Doeiiiiiiiiii. Zo dat was echt een aparte ontmoeting dacht ik onderweg naar huis friemelend aan mijn nieuw haar. Happy new hair. Nu, jaren later kom ik nog steeds graag bij de Haagsche Kopjes. Personeel, de locatie zijn door de jaren heen veranderd. En tegelijkertijd helemaal niet. Gegroeid zijn ze zeker. Het schilderij dat ik ooit bij de kopjes ophing is vervangen door andere werken. De exposities waren altijd een feest. Tijdens het festival Stand Out To Sea ondersteunde Haagsche Kopjes waar mogelijk en voorafgaand een benefiet in de zaak. Er is een samenwerkingsverband met Barbera ontstaan. Na de gezamenlijke expositie ‘Barbercity’ vorig jaar werd eind 2012 de eerste ‘Barbercity on tour’ een feit. Geweldig leuk. En wordt zeker vervolgd.

Anyway, ik zou zeggen; Tip Tap Top, zet em op. Ei ij Ei, nog twintig jaar erbij.

91


DIONNE

CAMPAGNE KUNST

Als klant kwam ik al vanaf ongeveer mijn derde jaar bij Haagsche kopjes, nadat ik voor de eerste keer zelf mijn haar had geknipt. Op mijn 17e ging ik er werken. Het was toen niet mijn bedoeling om kapster te worden; het was een bijbaantje voor de zaterdag. Ik zette koffie, ruimde op en veegde de vloer. Na mijn eindexamen ging ik studeren aan de kunstacademie in Rotterdam, grafisch ontwerpen. Ik bleef de zaterdagen werken bij Haagsche Kopjes. Ik leerde veel, zowel op de academie als bij Barbera. Bij de Haagsche kopjes ging ik steeds meer doen; wassen, ‘simpele’ kleuringen (uitgroei, spoelingen), later de meer ingewikkelde kleuringen: Soms oefende ik met Bar om te knippen en knipte ik mijn vrienden (op gevoel). Ondertussen ging de tijd voorbij en studeerde ik af aan de academie. Na de academie begon ik een ontwerp studio, samen met Marieke Dekker (een vriendin van de academie). Ik wilde (als ontwerper) niet voor een baas werken maar als kapster wel voor Barbera. Maar kapster was ik nog niet. Als ik heel veel oefende en trainde en aan haar liet zien dat ik het kon, mocht ik van Bar als kapster aan de slag. Oke, dus dat ging ik doen… heel veel oefenen. En daarna werd ik voor de leeuwen gegooid: Ga maar knippen. Elke dag was het weer spannend: “Ik hoop dat er niet vandaag iemand komt, met iets wat ik niet kan knippen”, dacht ik. Een beetje bluffen dan maar, tondeuse? Prima, kort achter? Oke. Het allerbelangrijk-

Campagnekunst, een project van HP/De Tijd als reactie op de saaie posters die al jaren worden gebruikt, ontwierpen we alternatieve verkiezingsposters. In de zomer van 2012 stonden de posters van ons (Marieke en Dionne) in de HP/de tijd, samen met de posters van onze oud-klasgenoten. De posters zijn in de verkiezingstijd geëxposeerd in de Haagsche Kopjes

92


HANS SPINNLER ste is om heel goed te kijken en logisch na te denken: “als ik dit plukje afknip, wat gebeurt er dan?” Steeds meer ontwikkelde ik een eigen inzicht, mede dankzij mijn grafische achtergrond. Zo probeer/wil ik in elk kapsel een bepaalde vorm knippen. Naast Haagsche Kopjes werk ik nog steeds een paar dagen in de week met Marieke; als ontwerper voor ons eigen bureau YKSI TOISTA, afwisselend in Rotterdam en in Den Haag. Al een tijd hadden Barbera en ik het idee om een project, ‘iets’ samen te doen. Het liefst wilden we alle muren en het plafond van de kapsalon beschilderen. Echt alle muren en het hele plafond. De vraag was, wat hier de meest geschikte tijd voor zou zijn. Het antwoord kwam als vanzelf: lekkage. De schade moest hersteld en daarvoor zouden we een tijdje dicht moeten. Dus op zoek naar een tijdelijk onderdak om te knippen en daar ‘iets’ te doen. Wat heb je nodig om te kunnen knippen? Spiegels. En zo ontstond het idee voor de vormgeving van de tijdelijke locatie, in de Boekhorststraat. Heel veel spiegels en een heel andere sfeer. Super leuk en ook heel spannend, want zouden de spiegels blijven hangen? Met de hulp van veel verschillende mensen lukte het; onze tijdelijke locatie was op tijd klaar, de spiegels zijn al die tijd blijven hangen.

‘…Bluebird up in the sky Hello and bye bye Bluebird circling down from up there Makes me wondering’ where it goes Bleubird touches earth like a fallen leaf Pitter patter paws on the loft Bluebird touches my heart so soft.’ Het leven geeft cadeautjes. Soms kijk ik naar een schilderij van mij en ben verbaasd dat ik het gemaakt hebt. Het klinkt misschien overdreven maar een gewone dag is dan ineens niet meer zo gewoon. Zo voel ik dat dan. Wat triggered dat? Wat is er nog meer meegekomen toen ik de verf op het doek smeerde? Barbera kan dat ook. Van de dag een cadeau maken bedoel ik. Ik denk aan het schilderij dat ze zo mooi vind en nu bij haar thuis aan de muur hangt. ‘Bluebird’, heet het. ‘Wat kwam er nog meer mee toen ik de verf op het doek aanbracht?’, vroeg ik me een aantal regels eerder af. Geen idee. Ik doe iets en soms pakt dat goed uit. Ik wil mezelf geen veer in mijn reet steken, maar het zou mooi zijn als ‘t hetzelfde is waarmee Barbera dingen in het leven op een heel gewone manier bijzonder kan maken. Of moet ik zeggen ‘op een heel bijzondere manier gewoon kan maken?’ Terug naar ‘Bluebird’. Een man met zwarte hoed en 93


94

Cannonball Adderley Quintet, ‘Mercy, Mercy, Mercy’ op het album ‘Live at THe Club’.

‘Flamenco Sketches’ op het album ‘Kind Of blue’. Een prachtig album met Miles Davis, John Coltrane, Cannonball Adderley, Bill Evans, Wynton Kelly, Paul Chambers en Jimmy Cobb.

jas, rode sjaal en vier blauwzwarte vogels om zijn hoofd, die van de kijker weg vliegen. In het leven gaan veel dingen bij je weg. Deze tekst is na de rijmelarij waarmee het begon ook bij me weg aan het gaan. Ik krijg er geen vat op. Dat krijg je als je het over iets wil hebben waar je tot nu toe nooit woorden voor kon vinden. Misschien moet ik het niet proberen. Op de een of andere manier werken de dingen toch wel. IK heb het gevoel dat Barbera op een bepaalde onbewuste manier weet hoe de dingen werken. Het feit dat er zulke mensen zijn, stelt me gerust. Jammer dat ik geen haar meer op mijn hoofd heb. Zou ik het nog gehad hebben dan zou ze daar, net zoals zoveel andere dingen die door haar handen gaan, vast raad mee weten.

Miles Davis ‘So What’, van het album ‘So what ( live)’. Het gehele album is geweldig om na mekaar te luisteren. Sommige albums zijn zo goed dat de nummers nog beter uitkomen als je ze achter mekaar luistert.

Barbera’s muzieklijstje:

Mijn voorliefde voor jazz muziek is me met de paplepel ingegoten. Als klein meisje in bed luisteren naar de muziek van beneden. Vaak feestjes bij mijn ouders thuis. Roken, drinken en jazz. Ieder jaar, zodra ik kon, naar het North Sea Jazz op mijn fiets en ook naar het North Sea Jazz heats The Hague. Ondertussen knip ik ook wat muzikanten en praat graag met jonge mensen over de jazz van nu. Tips uitwisselen en zo krijg ik een mooie collectie op mijn laptop staan. Soms koop ik ook een album op vinyl. Ooit ga ik misschien wel eens wat “plaatjes draaien”voor andere mensen. Mooie jazz muziek raakt me.

PARELS VOOR DE ZWIJNEN

Leonie Falet maakte voor een paar tafels een heerlijk 5 gangen diner. De zaak veranderde in een restaurant tot en met de bediening aan toe. Heerlijk gegeten.


MUZIEK JAZZ

95

Billy Holiday ‘Lady sings the Blues’. Vaak is het zo dat de beste muzikanten een moeilijk leven hebben gehad met veel drugs en alcohol. En dat klinkt toch wel erg mooi.

Ben van den Dungen en Jarmo Hoogendijk ‘Lets Call it a Night’ van het album ‘Speak Up’. Een gevoelig nummer, prachtig. En natuurlijk mooi dat ze ‘gewoon’ uit Den Haag komen.

Wynton Kelly trio with Joe Henderson. ‘Autumn Leaves’. Hoe mooi is het om iemand op de piano bezig te zien.

Jimmy Smith ‘Back at the Chicken Shack’. Ben gek op een hammond orgel en gek op Jimmy Smith, vooral als je de filmpjes opzoekt op You Tube, wat een genot om te kijken naar die man.

Thelonimous Monk ‘Round Midnight’, en nog wel veel meer nummers.

Coleman Hawkins encounters Ben Webster. En dan het number ‘It never Entered My Mind’.

John Coltrane ‘Naima’ op het album ‘Giants Steps’ . Echt een prachtig nummer.

CASPER

1. Take Five door Dave Brubeck 2. Round Midnight door Miles Davis 3. The Sermon door Jimmy Smith 4. So What door Miles Davis 5. Cantaloupe Island door Herbie Hancock 6. Senor Blues door Horace Silver 7. Midnight Blue door Kenny Burrell 8. All Blues door Miles Davis 9. Watermelon Man door Herbie Hancock 10. Blue in Green door Miles Davis

Benjamin Herman ‘Main Title’ van het album ‘Campert’. Dit is een cd ( ik heb hem ook op vinyl) die in zijn geheel goed is. Mijn beste cd/plaat

JOS

Voor mij is dan weer zo leuk, dat we samen ook nog heel goed kunnen praten en herinneringen ophalen aan een heel ander tijdperk van de Haagse geschiedenis. Niet de sixties, maar toch wel de tachtiger jaren, toen er nog zoveel talent in Den Haag opdook op velerlei gebied. Wat me opvalt? Haar grote voorliefde voor goede muziek en vooral ook jazz op de grote en ook de kleinere festivals, Kunst en vooral oorspronkelijke kunst en allerlei sociale en het liefst kleinschalige projecten. Ja, die Haagsche Kopjes met het hele team is echt een fenomeen in Den Haag daar aan de Vondelstraat. Je komt daar ook plotseling oude bekenden tegen. Die daar dan ook al jaren komen het hoort allemaal tot dezelfde bloedgroep. Vrij, respectvol en toegewijd. En persoonlijk kan ik er altijd moeilijk wegkomen door de goede muziek die dan opstaat waar ze weer alles van weet. En zo niet dan kijkt ze het even na.


HAAR

“Trim your rim”, Christiaan Houtenbos

“Life goes on, just like hair, elke dag anders”

96


CHRISTIAAN

Door de jaren heen en uit alle hoeken van de wereld word ik aangeschreven door collega’s of ze me kunnen helpen. Ik kan daar moeilijk altijd positief op reageren want zoveel hulp heb ik niet nodig. Maar soms staan de sterren allemaal in de goeie plaats. En zo moet dat er voor hebben gestaan toen twee jaar geleden Barbera me zo’n verzoek stuurde. Ik was net bezig wat extra handen bij elkaar te rapen voor een Lanvin mannen show in Parijs en daar kwam ze dus aan met dochter. Goeie ‘sterke’ meiden. Wist echt niet meer met wie ik te maken had precies maar dat ze ooit in de Christiaan club had gezeten via Hugo telde natuurlijk. In dergelijke show situaties zeg ik nooit veel, laat zien waar het heen moet en laat het los. En van haar zag ik het snel, die snapt het, laat zij haar gang maar gaan. En zoals duidelijk is, haar gang gaan doet ze. Een stichting, een kunstenaar en nu een boek. Nog eerder dan mijn boek waar ik al twee jaar mee bezig ben. Gefeliciteerd en hou de moed er in. Life goes on, just like hair, elke dag anders.

97


98

Ieder jaar probeer ik naar het buitenland te gaan met de mensen die bij de Haagsche Kopjes werken. Vooral Londen is erg motiverend voor mij. De creativiteit merk je daar overal op straat. Het loopt daar vrij rond, maar je moet het wel zien. Mensen die zichzelf zijn en niet de mode achterna lopen zijn voor mij het meest inspirerend.

Inspiratie is overal vandaan te halen. Uit bladen over fotografie, architectuur, mode of kunst. Uit het kijken naar mensen. Zorgen dat je het leuk blijf vinden om te kijken naar mooie dingen. Het is belangrijk om het knippen van haar echt te snappen. De techniek is niet zo moeilijk, dat kan bijna iedereen wel leren. Wat het moeilijk maakt, en dus ook interessanter, is iemand mooier te maken door HAAR. Kijken naar iemand en dan bedenken wat mooi zou staan en wat kan met het haar dat iemand heeft. Dat is een uitdaging. Ik geloof echt dat ieders haar uit zichzelf, mits natuurlijk goed geknipt, goed kan zitten. Jammer is dat de meeste mensen niet echt blij zijn met het haar dat ze hebben en er dus ook alles aan doen om het anders te laten zitten. Haar moet je laten gaan. Het liefst ook niet proberen om het het zelfde te laten zitten als de dag ervoor. Je hebt goede en slechte dagen. Ook van je haar. Ik ben zelf niet bezig met wat ‘in de mode is’.Iets doen omdat het IN is. Daar geloof ik niet in. Iets doen omdat het klopt, daar geloof ik wel in. Fotografie: Hugo van der Molen


Drie jaar geleden had ik even een dip in het vak. Was ik nog wel goed bezig? Via Hugo heb ik Christiaan uit New York een mail gestuurd met de vraag of ik door hem geïnspireerd kon worden. Ik zag mezelf in mijn eentje naar New York gaan en daar ergens Christiaan te zien werken. Het liep wat anders. Hij reageerde gelukkig wel positief op mijn mail en nodigde mij uit om naar Parijs te komen. (Ach, New York of Parijs‌ het scheelt maar een beetje) Ik zou hem misschien kunnen assisteren bij een show van Lanvin. Dus met de trein naar Parijs en onderweg contact gehouden met Christiaan. Waar zou ik hem ontmoeten en hoe laat? Vond het spannend. Op een terras, tegenover het hotel waar hij logeerde, afgesproken. Er kwam ook nog een andere kapper uit Amsterdam, Rutger van der Heide. Hij had hetzelfde gedaan. Ook Christiaan benaderd omdat hij hem bewonderde. Ik vond het een rare ervaring. Barbera, de leerling van Christiaan, zat op een terras in Parijs met deze twee mannen. Christiaan liet ons via wat schetsen zien wat de vorm van de haren moest worden bij de modellen. Voelde me onzeker worden zoals vroeger, maar wel heel leuk en spannend. De volgende ochtend moest ik me melden ergens in een buitenwijk van Parijs. Met een taxi gelukkig op tijd aangekomen. Spullen klaarzetten voor de show van Lanvin. Ik had zelf niks bij me, behalve een schaar. Dit had ik namelijk niet echt verwacht. Christiaan zelf had trouwens ook niet echt veel Fotografie: Hugo van der Molen

99


100

bij zich. O.a. Kiehl’s Silk groome (mijn favoriete spul), Elnett haarlak, Mason en Pierson borstel en een heel kleine reisfohn. Ook een paar van de Knott’s. Hij zei dat ik de hele show naast hem moest blijven en ik heb uiteindelijk al zijn modellen voorbereid. Hij deed de laatste handelingen aan het haar. Het was geweldig en bovenal had ik door dat wat Christiaan aan het doen was, tijdloos was. In al die jaren was er niks veranderd in zijn benadering van het haar. Je handen zijn het belangrijkste instrument van de kapper. En wat ik ook zag, was dat hij de modellen op zijn gemak kon stellen. Hij was vriendelijk en verzorgend voor ze. Hier heb ik ook zeker ontdekt dat als je bij de top aan het werk bent, iedereen ‘gewoon’ zijn werk doet en mekaar vertrouwt. De modellen lieten mij ook helemaal mijn gang gaan en keken zelfs niet in de spiegel. Ze vertrouwde me. Dat gaf een goed gevoel. Na afloopt besefte ik wat ik had meegemaakt. Ik, Barbera Sterk uit Den Haag, heb met Christiaan uit New York samen gewerkt. Voor de Fashion week in Parijs.

“Je handen zijn het belangrijkste instrument van de kapper”


Fotografie: Hugo van der Molen

101


102


Fotografie: Hugo van der Molen


Fotografie: Pieter Lemmens

104


105


106


107


Fotografie: Erik van der Geest

108


Fotografie: Erik van der Geest

109


Model: Nina

110


111


112


Fotografie: Hugo van der Molen


Fotografie:Hugo van der Molen

114


115


Fotografie: Maarten Fleskens

116


117


Fotografie: Phil Nijhuis,

118


Fotografie: Phil Nijhuis

119


Fotografie: Phil Nijhuis

120


121


Fotografie: Hugo van der Molen

122



Fotografie: Phil Nijhuis, decor: Barbera

124


Volgende pagina's fotografie: Phil Nijhuis

125




Fotografie: Phil Nijhuis

128


129


Ik vind het moeilijk om tussen de kappers te zitten die anders denken over het vak. Ik probeer het wel, maar raak al snel geïrriteerd over hun ideeën over het vak. Vooral hoe ze praten over de klanten. Vaak denken kappers dat ze de klanten moeten her opvoeden .Zij willen bepalen wat de mensen moeten doen met hun haar, omdat ze denken dat ze het beter weten en wat nou zo jammer is, dat weten ze echt niet altijd. Dat is vreselijk. Kappers zijn ook overtuigd van het feit dat je met allerlei middelen je haar weer kan laten leven, maar haar is echt dood. Of ze geloven en proberen dus ook de klanten er van te overtuigen dat er ‘natuurlijke’ permanenten bestaan. Sowieso moet je volgens vele kappers iedere dag je haar wassen, maar dan wel gelijk veel troep zoals mousse, gels enz. er in stoppen, zodat je alles de volgende dag er weer uit moet wassen en dan begin je weer opnieuw. Ook dit klopt volgens mij niet. Ik moet altijd denken aan een stukje van van Kooten en de Bie, “Nee meneer, shampoo voor gewoon haar hebben we niet”.

Ik ben erg blij dat ik nooit het ‘gewone pad’ heb bewandeld, maar in de leer ben geweest bij Hugo Christiaan. Het leren kijken naar mooie dingen. Smaak ontwikkelen. Reageren op de mensen die bij je in de stoel zitten. Het haar proberen te begrijpen ( wat het doet en hoe het valt). Soms ‘gewoon’ logisch nadenken. Durven te miskleunen. Fotografie: Hugo van der Molen

130


131

LOSSE VERHALEN


Knipangst

JANNEKE

Twintig jaar geleden. Mijn zusje stond na het badderen voor de spiegel met de grootste rode handdoek om haar hoofd. Die drapeerde ze over haar schouder, de rand kwam tot aan haar knietjes. Daarna bleef ze net zolang naar zichzelf kijken tot ik haar als vervelende oudere zus schaamteloos uit de droom hielp: “je HEBT geen lang haar, dat is een HANDDOEK.” “Nouhou Jan-ne-ke, wel waar, ik lijk precies op Ariel.” Dat zei ik omdat ik jaloers was, want met een beetje fantasie leek ze inderdaad wel op de kleine zeemeermin en eigenlijk was ik degene met een lang-haar droom. Mijn moeder had, toen ik zo oud was als zusje, mijn schattige blonde krullenbol veranderd in een kort jongenskoppie. “Lekker vlot, lekker makkelijk, hartstikke stoer” volgens haar. Een praktisch kapsel. In mijn herinnering verliep de eerstvolgende schooldag in slowmotion, met lood in mijn sandaaltjes

liep ik de klas in en niemand durfde hardop te zeggen dat mijn haar kort was, zelfs de juf niet. Sindsdien begon ik al te hyperventileren bij aanblik van de keukenschaar en liet ik het groeien. Twaalf jaar geleden. Eindelijk had moeder mij toch kunnen overtuigen om de dode puntjes te laten knippen door een echte kapper. Dat deed ze door me wijs te maken dat je haar dan sneller gaat groeien, waar ik graag de logica van in wilde zien. Ik moest naar Barbera van de Haagsche Kopjes. Niet naar iemand anders, want mijn moeder ging zelf ook elke maand naar Barbera en dat was altijd helemaal top gewoon. Barbera is zo leuk en die kan echt knippen. Maak maar een afspraak, niet vergeten te melden dat je bij Barbera wilt en zeg ook maar erbij dat je een dochter bent van Marian, dat weet ze wel hoor! En dan de groetjes. Van Marian aan Barbera. Ja mam. Zal ik laagjes in je haar knippen? Nu is het een beetje duf, dat stijle haar zo langs je gezicht, krijg je een lang hoofd van.

“Koperauberginebrandweerwagenrood, met asymmetrische plukken ofzo” Barbera en Janneke, fotografie: Menno de Boer

132


Gewoon ongewoon “Goedemiddag ik ben Charley en ik wil geknipt worden.” Ze zei er nog net niet bij: “Voor de eerste keer”. Nadat mijn dochter 21 jaar door mij was geknipt, zei ze vorige week “Ik wil naar een echte kapper”. Ik was er blij om. Lang, krullend pluizig haar zie daar maar iets moois van te maken. Zeker als je enige kappersopleiding een wintercursus haarknippen in het buurthuis is. Naar de buurtkapper? Zou ze zich op haar gemak voelen bij de vakantiepraatjes over Alanya all inclusive? Zou ze uberhaupt weten wat all inclusive is? Haar vakanties bestaan tot nu toe uit huizenruil. Zou ze zich op haar gemak voelen bij kapsters die er uit zien als modellen die zo de catwalk op willen, maar in de reservebank moeten wachten. Zou ze zich op haar gemak voelen bij kapsters die allen identiek gekleed gaan in het zwart ongeacht of zwart wel of niet hun kleur is volgens de kleurenanalyse. We gaan op de fiets naar mijn kapper, Haagsche Kopjes. Geen traditionele kapper, wel een leuke. Voor mij een feest om te ontdekken of het ongewone dat ik aantref kunst is of gewoon ongewoon. De plastic gevulde boodschaptassen leken mij kunst, maar dat waren tassen gevuld met toiletartikelen voor dakloze vrouwen die ze op vrouwendag 8 maart uitgereikt kregen De muren beschilderd als een stad met gebouwen leek mij de nieuwe muurschildering, maar tot mijn verbazing waren ze bij een volgend bezoek overgeschilderd. Bij mijn laatste bezoek werd de zaak klaargemaakt voor de expositie van schilderijen van Hans Spinnler. Ik kreeg meteen een uitnodiging voor de opening in mijn handen gedrukt. Charley werd onder handen genomen door Dionne en ik door Pascale. Geheel in beslag genomen door de verhalen over het aanstaande vertrek van Pascale naar Ibiza, vergat ik Charley tot ik klaar was en haar ging zoeken. Het was zoeken. Een perfecte krullenkop, in lagen, geheel gestyld, zo mooi dat Dionne haar emailadres vroeg om een keer model te zijn.

JUNTHA

Goed? Doen we. Ga maar zitten. Koffie? Suiker? In de 2 minuten tijd dat de koffie werd gehaald vond er een explosie aan gedachten plaats onder mijn masker van haar. Laagjes? Wat voor laagjes? Lang hoofd? Koffie? Duf? Echt?! Paniek. De wereld tussen een lekker vlot kort koppie en een lang duf hoofd was voor mij tot dusver onbekend terrein en doodeng. Gelukkig ben ik altijd beter geweest in ja dan nee zeggen en tot mijn opluchting bleek dat deze keer onverwacht goed uit te pakken. Barbera’s haar zat ook tof, dat schiep wel vertrouwen. Toen ik eenmaal over die eerste angst heen was gingen de remmen los. Ik begon als bassiste in een commerciële poppunkband met vier andere jonge vrouwen, de manager investeerde ook in onze looks en stuurde me naar een progressieve Hilversumse sterrenkapper. Die was van mening dat koperrood beter bij mij paste dan mijn natuurlijke haarkleur. Wat aubergine en brandweerwagen-rode plukken erdoor, de helft eraf, natuurlijk weer laagjes en een a-symmetrische pony. Doen? Dan ga ik de verf mengen. Koffie? Help. HELP. Naast mij zat bandlid Chantal, zij vertelde doodnormaal dat ze werd opgeschoren aan beide zijkanten en iets met groen ging doen. En jij? Nou… Koper-aubergine-brandweerwagenrood. Met asymmetrische plukken ofzo. Chantal riep: Wow wat cool Jans! En we hoeven het niet eens te betalen, fucking chill toch? Ik vond zelf eigenlijk dat ik best geld had mogen verdienen aan het crazy experiment dat op mijn hoofd ging plaatsvinden. Maar, dacht ik dapper, vorige keer bij Barbera viel het ook mee. En jezus, het is ook maar haar. Bosje dode cellen op je hoofd Inmiddels ben ik de ergste experimenten voorbij. Korter dan een bob tot iets onder mijn oorlel is het niet meer geworden, wel een paar weken rood-roze uit vrije wil. Na een postpuberale dwaaltocht van een jaar of 8 ben ik weer thuisgekomen bij de kapsters die weten hoe rood (Judith) en hoe kort (Barbera) mijn pony moet. En dan doe ik niet meer spastisch en drink ik koffie zonder suiker en praten we over saaie mannen. Inmiddels verwijs ik ook mijn vrienden door naar de Haagsche Kopjes. En dat ze niet moeten vergeten de groeten te doen, van Janneke aan Barbera.

133


Mariola is mijn naam.

“Mijn moeder had een eigen kapsalon en werd verguisd in ons dorp omdat ze een ongetrouwde was”

MARIOLA

Mijn moeder was ook kapster in Zuid Spanje. Ik heb tot mijn 9e jaar in haar geboortedorp La Linea gewoond. Het leven was daar sober simpel en tastbaar. Wij werden opgevoed door mijn tantes en iedereen die in onze patio woonde. Het water stroomde niet door leidingen maar werd uit onze put getrokken. En een paar keer per week kwam de melkboer met paard en wagen waar grote zinken bussen op stonden. De vrouwen kwamen met hun pannen de straat opgesneld om de melk te tappen die vervolgens gekookt moest worden. Op de gekoelde melk vormde zich een romig vel die mijn tante Isabel verwerkte in een rijstevlaai met kaneel, het lievelingsgerecht van mijn oma en mij. De smaak van eten heb ik van mijn tante bij wie ik altijd op het aanrecht zat om klusjes te doen en pannen uit te likken. Mijn moeder had een eigen kapsalon en werd verguisd in ons dorp omdat ze een ongetrouwde was. Maar omdat mijn moeder zo mooi was had ze veel klanten die er ook zo uit wilde zien. Verder hoefde de mensen niets hoog te houden bij haar en was er ook altijd eten en drinken op de zaak, ook voor de zwerver die z’n drankje wel buiten moest opdrinken… Tussen de middag kwam ik het eten brengen dat mijn tante gemaakt had. Mijn moeder kapte mijn haar, vaak strak naar achteren gevlochten, net als keizerin Sissi zei ze dan. Ik heb mijn moeder bezocht in Spanje 2 jaar geleden. We zijn lekker samen het hele dorp door gewandeld, gegeten, gedronken en uiteindelijk in een casino belandt en lekker aangeschoten naar huis!! 82 lentes telde mijn moeder toen maar ging niet voor minder dan 6 cm hooggehakte schoen de deur

uit! Barbera is drie dagen later gekomen en heeft mijn moeder ontmoet. Moeder in het logeerbed en Bar en ik in haar twijfelaar waar je alleen lepeltje lepeltje kan liggen in een soort kuil. Mind you… Het was zeker 30 graden in dat kamertje!!! We kregen allebei een nachtkus en s’ochtends koffie uit een Máxima en prins Willem Alexander mok. Beetje Nederland in La Linea.

134


Crossing borders

PIETER

Via het Crossing Border festival ben ik in aanraking gekomen met Omar Bin Musa. Een energieke dichter en musicus uit Australië. Musa droeg het gedicht ‘My Generation’ voor. Gedreven, goed neergezet. Een gedicht over een zoekende generatie. ‘My generation; waiting for the tide to bring something in’. Ik moet denken aan de kinderen van mijn vrienden, de stagiaires en werkstudenten waar ik mee ik werk of die ik in mijn leefwereld tegenkom. Op zoek naar de juiste verhoudingen in het leven. In vriendschap, liefde, werk, veiligheid en geborgenheid. Best ingewikkeld. Totdat je opeens als stagiaire op Crossing borders plek terecht komt waar je leert om naar je zelf te kijken, je te ontplooien aan de hand van sterke eigenschappen en waar de ruimte is om jezelf te bewijzen. Een plek die moeiteloos de realiteit van ‘brood op de plank’ verbindt met kunst en cultuur. Een plek die laat zien dat waar een wil is zich ook een weg toont. In al die jaren bij de Haagsche Kopjes heb ik jaar in jaar uit nieuwe jonge mensen leren kennen en zich zien ontwikkelen. Om uiteindelijk te vertrekken met ‘sense of direction’. In het gedicht van Omar Musa is de Haagsche Kopjes het ‘something’. What a gift the tide brought in!!

Haagsche Kopjes kapt knapper

LUUK

Lange tijd hebben kappers maar een beperkte betekenis gehad in mijn leven. Mijn eerste kapper, zo’n dertig jaar geleden, was kapper Plomp. De zaak zag er net zo no nonsense uit als de naam: twee stoelen met spiegels, een tafeltje met een stoel en een verlopen leesmap. Meestal zei ik: “doe maar iets”, hetgeen dan ook gebeurde. De jaren daarop kwam er iemand bij ons thuis knippen. Dat zal semilegaal zijn geweest, het was in ieder geval een stuk gezelliger. In de bijkeuken werd mijn steeds langer wordende haar bijgepunt. Daarna gebeurde er niet veel meer tot de dag vóór het eerste sollicitatiegesprek voor mijn droombaan. Na lang wikken en wegen ging het haar eraf, en liep ik voor het eerst rond met een kapsel waar gel in moest en in model moest worden gebracht. Ik zat voor de drie daarop volgende gesprekken dan ook elke week bij de kapper. Ik had nog wat te leren. In Den Haag kwam ik via via bij Haagsche Kopjes terecht. Eerst nog in het knusse en behoorlijk volle pandje aan het begin van de Vondelstraat. Daar werd ik geknipt door Esther, de stuiterbal van Haagsche Kopjes. Altijd in voor een geanimeerd gesprek over zo’n beetje alles waar het leven over kan gaan.Het was een grappige inrichting, anders dan de gemiddelde kapper waar ik voorheen kwam. Het straaldeW uit dat je niet alleen voor een knipbeurt naar de kapper ging. Inmiddels ben ik weer een levensfase verder, en heb ik, of eigenlijk mijn zoontje van drie, de speelgoedmand ontdekt. Met pojietieoto en dienoosaujus. Die ravotten een potje, terwijl Sabine mijn haar weer tot behoorlijke proporties terug weet te brengen. Samengevat: het gaat wat ver om een bezoek aan Haagsche Kopjes te beschouwen als een dagje uit. Maar de sfeer nodigt uit om er te blijven hangen, met name door de relaxte sfeer en de omgeving. Niks meer aan doen dus. Behalve, want er moet naar goed Haags gebruik wel wat te mekkeren blijven, die spreadsheet met alle telefoonnummers van de klanten. De volgende keer geef ik het nummer op van een collegakapper uit de buurt… 135


WILLEKE

Ik kom nu al ruim 12 jaar bij Haagsche Kopjes. Eerst nog in het pand aan de Bilderdijkstraat, met de mozaikwand en Portishead op de achtergrond, waar ik als vaste kapster Mabel had. Barbera had haar vaste klantenkring en het leek erg lastig in de ‘inner circle’ te komen… Na het vertrek van Mabel ging Barbera mij knippen. Een waar feestje. Wat is het toch heerlijk als een kapper precies ziet hoe jouw haar valt, door wie het de vorige keer geknipt is, welke kleur het meest met je doet. Je stapt na afloop altijd mooier naar buiten, om zo door te kunnen naar een feestje! Ik ga al lang niet meer ‘naar de kapper’, tegenwoordig heb ik ‘afgesproken met Barbera’.

CYNDIA

MARION

Ik werk tegenwoordig veel in Zuid-Amerika en moet af en toe echt geknipt. Steeds nieuwe kappers, een drama. De onvermijdelijke vraag, wat gaan we doen, ja, ik weet het wel, maar komt het wel over. Als ik daarna bij Barbera ben, zegt ze eerst niets, knipt en knipt en als ik er om vraag, zegt ze: “nee, dat was niet goed, maar het is weer hersteld hoor.” Of ja, één keer zei ze: “maar het was echt heel goed geknipt, Marion.” Nee, dat was niet bij de mooie mannen parade in Santiago, oeps, wat een stukken, Ignacio, Mario, Juan, je komt ogen te kort, maar knippen kunnen ze niet. Ook niet bij de snelle jongen in Buenos Aires, die zegt: “ja hoor, een beetje meer volume” en knipt vervolgens al het haar boven op mijn hoofd tot krap 2 centimeter af. Ook niet bij die transsexueel in Quito, prachtige meid, maar ze verraad haar verleden door veel te hard te fluiten en nee, niet mijn haar naar buiten föhnen. Nee, het was bij een dame in Cuzcco die je oma zou kunnen noemen in een salon met droogkappen. Ze luisterde, keek, knikte en knipte. En ik was tevreden.

Toen ik een tijdje naar Frankrijk verhuisde, moest ik op zoek naar een andere kapper. In het franse dorp waar ik woonde zat een dames/heren kapper, ik dacht ik neem een voorbeeld mee uit een kappersblad, om haar te laten zien hoe ik mijn haar ongeveer wilde hebben. De franse kapster reageerde, dat dat wel goed was. Maar, ja dat zei ze tegen iedereen die binnenkwam. Ze kon èèn coupe knippen en dat verklaarde waarom bijna iedereen in het dorp hetzelfde eruit zag en ik hoorde er vanaf dat moment ook bij. Heb er wel om moeten lachen, maar dacht dan aan Barbera en miste haar. Inmiddels ben ik weer terug in Nederland en bezoek ik de Haagsche Kopjes regelmatig, ga er altijd met veel plezier naar toe en hoop dan ook dat ze nog heel lang blijven bestaan.

136


LUC

Het leven begint bij 40, zeggen ze. Voor mij klopt dit aardig. Ik was vier decennia oud voordat de vonk oversloeg tussen mij en een doktersassistente in het ziekenhuis. We draaiden al enige maanden om elkaar heen, beiden veel te verlegen om direct op de ander af te stappen. Op het moment dat onze collega’s zich ermee gingen bemoeien, vonden we de moed om ze voor te blijven en sprongen we samen op de spreekwoordelijke roze wolk. Ze was anders dan ik, luisterde naar Mozart en Grieg, ik naar Dylan en Neil Young. Ze danste op Tsjaikovski en Vivaldi, ik zweefde van het geluid van een Ferrari V12. Zij zat een uur in trein en tram om perfect geknipt en gekleurd te worden in de binnenstad van Den Haag, ik liet mijn haar meestal pas knippen als het de verkeersveiligheid in gevaar bracht‌ De tweede keer in onze relatie dat ze naar de kapper ging, zette ik haar af voor de deur bij Haagsche Kopjes en pikte haar anderhalf uur later weer op. En bij haar derde kapbeurt vielen ook mijn haren ten prooi aan de kam en schaar van Barbera. Nauwelijks een jaar later zijn we vanuit Haagsche Kopjes getrouwd! Op donderdag 28 februari 2008 had Barbera de zaak gesloten en mijn prinses omgetoverd tot miss Universe. Het was de perfecte voorbereiding en blijft een fantastische herinnering aan de mooiste dag van ons leven!

Catherina op onze trouwdag

137


DICO

Kapperstrauma Het begon in 1994 toen ons beider badmintonclubs fuseerden en ik Barbera leerde kennen. Die kennismaking staat mij nog redelijk vers op het netvlies. Het eerste gesprek dat ik met Bar voerde ging over bacteriën en schimmels en de toon was gezet voor de toen komende, bijna 20 jaar. Hieronder mijn eerste ervaring met Barbera als kapster. Als ik aan de Haagsche kopjes denk, dan denk ik vnl. aan de winkel aan de Bilderdijkstraat waar ‘het’ voor mij allemaal begon. Via de eerder genoemde badminton heb ik mij op de een of andere manier laten overhalen om een keer naar de Haagsche kopjes te komen om mij door Bar te laten knippen. Dat was voor mij een hele stap, want ik kan me nog uit die tijd herinneren dat ik een soort van hekel had aan naar de kapper gaan. Ik zal dat proberen uit te leggen. Ik ben brildragend, in die mate, dat ik zonder bril slechts wat contouren zie. Zo ook bij de kapper. Als ik in de kappersstoel plaatsneem manifesteert zich het eerste probleem: het uitleggen hoe ik mijn haar geknipt wil hebben. Daarna komt het tweede probleem: het afdoen van mijn bril. Nu is het zo dat het afdoen van een bril vrijwel geen moeite kost, maar door het slechte zicht ben ik volkomen overgelaten aan de grillen van de kapper, dan wel kapster. Dit maakte mij altijd een beetje bang voor het eindresultaat omdat ik de tussenstand nooit echt scherp kon zien. Zo ook bij Bar in de Haagsche Kopjes. Mijn voorgaande kapper was er eentje van een strakke indeling, glanzende spiegels en wasbakken, een soort van Italiaans accent waarvan je dacht dat dat het bewijs was dat hij wist hoe hij knippen moest. In de Bilderdijkstraat was dat anders. Een klein, rommelig zaakje, een paar stoelen, een zij ingang voor de bovenburen en een wasbak. Toen ik daar binnenkwam had ik direct spijt, maar er was geen weg meer terug. Na een wasbeurt mocht ik in de kappersstoel plaatsnemen en het vreemde was dat ik niet eens hoefde te zeggen hoe ik mijn haar geknipt wilde hebben. Dat probleem was opgelost. Bar kletste en knip-

te er vrolijk op los, een geintje tussen door en ik zat al gauw op mijn gemak. Maar wel zonder bril! Het was, zoals altijd voor mij een vaag gebeuren wat er allemaal op en aan mijn hoofd gebeurde. Er kwam een kam aan te pas, een scherpe schaar, een tondeuse, een kleine tondeuse, een groffe schaar, een scheermes, een föhn, nou ja noem alle attributen maar op. Ik merkte dat Bar erg haar best deed om mij van mijn kappersneurose af te helpen. Ik moet zeggen, ik voelde me steeds meer op mijn gemak in deze kappershanden. Nu was het zo dat ik zo’n 20 jaar geleden nog wel wat ijdel was. Mijn look bestond vaak uit een wat korter geknipt kapsel met op het voorhoofd een wat langer lokje dat voor wat afwisseling zorgde en mij bij de tijd liet zijn. Nog steeds op mijn gemak merkte ik dat de schaar zich steeds meer van de achterkant naar de voorkant verplaatste totdat deze op een gegeven moment in de buurt van het o zo belangrijke lokje kwam. Voorzichtig zei ik tegen Bar: “Let je wel op dat lokje, die wil ik graag zo houden.” Tja en toen bleef het ineens angstig stil achter mij. Mijn hart begon te bonzen in mijn keel en na een kort moment van stilte hoorde ik Bar op een laconieke wijze zeggen: “Welk lokje.” Ja hoor, na het opzetten van mijn bril zag ik dat het lokje was verdwenen.

“Let je wel op dat lokje, die wil ik graag zo houden” 138


De noodzaak van kappers in mijn leven.

JAQUELINE

Rond mijn 12e jaar werd ik me bewust van mijn uiterlijk en met name van mijn haar. Dat van mijn haar kwam omdat ik twee zussen had met prachtig dik, mooi en lang haar tot ver over de billen. In die tijd ( rond 1962) was het een must om lang haar te hebben. Mijn twee broers hadden ook haar dat ver over hun schouders hing. Het was heel belangrijk om je te onderscheiden van het burgerlijk milieu. Waarschijnlijk hebben wij in die tijd de kapper zelden bezocht, het moest gewoon lang en lekker voor je ogen hangen. En dat lukten bij mijn broers en zussen prima, maar ik had helaas niet zo’n prachtige bos haar als zij. Oren die er doorheen piepten, dun en vet haar en daardoor nooit echt lang kunnen krijgen. Als ik mijn haar in een knotje droeg, moest er een hulpstuk in en dan leek het nog wat. Een goede vriendin van mijn zus werd godzijdank kapster. Ik heb toen echt alle soorten kapsels uitgeprobeerd. Heel kort (is goed voor je haar), Vickie Leandros haar, voorzichtige punk, permanten, boblijn, asymmetrisch, rood, ingevlochten nepstaarten, pony en nog alles wat ik al vergeten ben. Altijd bezig met dat haar. Je kunt het een klein trauma noemen. Een kapper was voor mij geen noodzaak maar een HOOFDZAAK. Uiteindelijk bij de Haagsche Kopjes terecht gekomen. En tot op de dag van vandaag ben ik daar nog erg blij mee. Verstand van mijn haren en tussen Barbera en mij is er een mooie vriendschap ontstaan. Beide zijn we geïnteresseerd in kunst, houden van een wijntje, van mensen (met name mannen). Sinds kort zijn we, Barbera, Thecla, Bas en ondergetekende, een stichting begonnen. Stichting Geknipt voor Kunst. Met deze stichting gaan we door waar Barbera ooit mee is begonnen.

Geknipt…

GONNIE EN LINDA

Wat betekent Haagsche Kopjes voor ons? Iedere zes weken maken we er een speciale dag van. We zijn ontzettend blij elkaar weer te zien en nemen de tijd om van alles en nog wat met elkaar te bespreken. Leuke en lieve dingen, verdrietige en moeilijke dingen. Doordat echt alles bespreekbaar is, krijgen we een dieper inzicht in onszelf en hoe wij op dat moment in ons leven staan. Het verrijkt ons leven en het is geweldig om zoveel met elkaar te kunnen delen. Daarnaast lachen we veel, maken we mooie wandelingen en bezoeken af en toe een museum. Ons ‘dagje Haagsche Kopjes’ wordt altijd afgesloten met een heerlijk etentje. Kortom: Letterlijk en figuurlijk een opgeruimde kop! Wie zijn wij eigenlijk behalve trouwe klanten van de Haagsche Kopjes? Linda in vogelvlucht: Ik ben 58 jaar, woon samen met mijn partner in Amsterdam. Ben oma van vier kleinkinderen waar ik helemaal verliefd op ben. Gelukkig heb ik 2 lieve schoondochters die mij de kleintjes toevertrouwen. Zo kan ik vaak oppassen wat ik helemaal geweldig vind. Oppassen is echt een vakantiedag voor mij. Gonny in vogelvlucht: Ik ben 66 jaar, woon in Zoetermeer, inmiddels 30 jaar getrouwd en moeder van een geweldige dochter. Sinds een paar jaar werk ik niet meer en ik vind het heel belangrijk om ‘bij’ te blijven, mij verder te ontwikkelen en dingen te doen die ik zinvol en leuk vind en waar ik energie van krijg. 139


SABINA

Praktijk voor Psychotherapie Kapper Wij vrouwen weten allemaal dat een goede kapper niet alleen een esthetische, maar ook een therapeutische functie in ons leven heeft. De ‘Haagsche Kopjes’ zijn vaklui op beide gebieden. Ik kom er al bijna 20 jaar en dan heb je recht van spreken. Het begint ermee dat je een kopje thee krijgt en dat je je ongestraft in de Privé mag verdiepen. Al die ellende van onze BNers. Wat gaat het toch eigenlijk goed met mij! Vooral met het vooruitzicht op persoonlijke aandacht voor mijn uiterlijk, een goed gesprek en een prachtig kapsel. Als ik een coach of therapeute was zou ik het wel weten. Na een bezoek aan de juiste kapper kan je met je patiënt alle kanten op. Door een prachtig kapsel wordt namelijk ieder probleem een uitdaging, je krijgt tonnen aan positieve energie en je kan van alles loslaten. In 2000 werd bij mij borstkanker ontdekt. Linker borst, relatief kleine tumor, borstsparende operatie. Geen reden voor grote paniek. Maar, ik ben een hypochonder. Een hoestje wijst bij mij op een longontsteking en koorts is een teken voor een gevaarlijke onbekende infectieziekte. De diagnose borstkanker heeft bij mij, zo gunstig de prognose ook was, wél tot paniek geleid. Ik was letterlijk doodsbang en de voorstelling het de rest van mijn leven (wat was dat?) met anderhalve borst te moeten doen was deprimerend. Het liefst was ik in mijn bed gekropen, om me voor het leven en de gevolgen daarvan te verstoppen. Dat is echter niet zo eenvoudig, omdat je visite krijgt. Familieleden en vrienden laten je niet met rust. Ik zat er de eerste dagen behoorlijk depressief en uitgewoond in mijn badjasje bij en ging me steeds rotter te voelen. Dan maar over een andere boeg: zo verzorgt en mooi mogelijk ten strijde te trekken! Dus, op naar de kapper. Bij de ‘Haagsche Kopjes’ kreeg ik thee, vond in de Privé nog veel grotere ellende dan de mijne en kon uitvoerig medisch verslag uitbrengen. Highlights, beetje bijknippen, wassen en föhnen. Vervolgens heb ik voor de komende maanden wekelijks een afspraak gemaakt, iets wat ik onder normale omstandigheden een volstrekt ongepaste luxe zou vinden. Nu was het de beste therapie die ik had kunnen bedenken. Twee dagen voor de operatie (“Mevrouw, het valt best mee, uw borst verliest hooguit het volumen van een tennisbal”) naar de ‘Haagsche Kopjes’, om moed te verzamelen. Wassen en vooral mooi föhnen, met veel versteviger. Als je kapsel goed in model zit, lig je straks toch heel anders in de verkoeverkamer. Volgende week, als het achter de rug is, is er weer een afspraak en ook dán leef je nog! Het is mij een raadsel, hoe ze het hebben opgebracht om iedere week weer geduldig naar mijn relaas te luisteren. Min-

stens even raadselachtig is dat niemand ooit iets heeft gezegd, waardoor mijn angst had kunnen groeien. Dat mag in mijn geval een godswonder heten, want ik was toen erg goed in het horen en opblazen van beangstigend commentaar. De beste kapper heeft klaarblijkelijk ook de beste sociale en therapeutische vaardigheden. Uitstapjes vanuit het Westeinde Ziekenhuis naar de ‘Haagsche Kopjes’ waren vooral van belang als er bijzondere medische zaken op de agenda stonden. Belangrijke uitslagen van onderzoeken. Mijn eerste bestraling. De chemotherapie, die gelukkig zo licht was dat ik nauwelijks haar heb verloren. Of het moment dat ik na de operatie voor het eerst naar mijn borst ging kijken. Ik kreeg een spiegel, ogen dicht. Het verband werd verwijderd, ogen open. En inderdaad, een tennisbal minder, maar het was nog steeds een borst. En in zijn geheel –met een opgeluchte glimlach en mijn leuke, hippe kapsel– viel er echt wel mee te leven! Zo is het wekenlang gegaan. Soms highlights en bijknippen, altijd wassen en mooi föhnen. Kopje thee, zielige BNers, lekker bijkletsen. En altijd met een goed gevoel de deur uit: Hier is het hartstikke veilig, hier ben ik geen kankerpatiënt, hier ben ik gewoon ik. En volgende week ben ik hier weer. Zelfs op de dag dat ik het ziekenhuis mocht verlaten heeft de taxi mij en mijn koffertje eerst naar de ‘Haagsche Kopjes’ gebracht. Even verslag uitbrengen en je wilt tenslotte toch ook een beetje netjes thuiskomen. Deze periode is voor mij al lang verleden tijd. Tegenwoordig ga ik weer gewoon om de twee maanden naar Barbera, stel me op de hoogte van het wel en wee van beroemd Nederland en geniet van mijn thee en mijn anderhalf uur die het knippen-verwen-wassen-föhnen gelukkig duurt. Nog steeds kom ik thuis met positieve energie en met eye-openers over werk, relaties, opvoeding, kunst, etc.

140


KAREL

Ooooh! Een boek over de Haagsche Kopjes! Zeker weten dat ik dat met veel plezier lezen ga. De Kopjes is voor veel mensen een ‘gewone’ kapper. Wassen, knippen, föhnen, misschien een beetje kleur. Maar ik weet zeker dat de Kopjes voor nog veel meer mensen, meer is dan een kapper. Zo ook voor mij. Nee ik denk niet aan mijn kapsel als ik aan de Kopjes denk. Mijn kapsel is door de jaren heen eigenlijk wel hetzelfde gebleven. Soms wat korter, nu wat langer, zeker wat grijzer. Bij 20 jaar Kopjes schieten er herinneringen door mijn hoofd…

Karel aan het werk

In het oude pand had de Kopjes last van muizen. Meestal onzichtbaar maar op een mooie dag sprong er één vanuit de garderobekast, via mijn gezicht, op de vloer. Een uur lang bezig geweest met Esther om deze kleine durfal te vangen, en keurig buiten te zetten. Benieuwd waar deze muis ’s-nachts ging eten… een kopje koffie drinken om de tijd te doden tijdens mijn werkloosheid. Bar zei al snel: “Kun jij effe een afspraak maken voor deze 141

mevrouw, een half uurtje extra voor kleuren, met een kwartiertje ertussen zodat ik de klant ervoor effe kan föhnen en high-lights zetten. Maar alleen op een tijdstip dat haar zoon bij een ander om 9 uur geknipt kan worden”. Euh, ok Bar… geloof dat het goed gekomen is. Mooi jaar waarin ik heel wat kopjes koffie geschonken heb, handdoeken gevouwen, afspraken gemaakt. Begreep toen pas echt een beetje wat het ondernemers kappersvirus is. Want ja, dat is waar Barbera wel aan lijdt. Leuk om te zien dat het virus besmettelijk is voor de andere Kopjes. De jaarlijkse coiffure award, kunsttentoonstellingen, inzamelacties, de Kopjes doen meer dan knippen alleen. Hoogtepunt vond ik toch wel de dansvoorstelling op het pleintje. Of toch het toneelstuk in de Kopjes zelf, met een heuse tribune en functionele billen? Ik kan niet kiezen… Door de jaren heen ben ik altijd trouw geweest, voor mij geen wisselende kapster contacten. Mijn grote liefde is natuurlijk Barbera, maar zij knipt mij al jaren niet meer. Al snel werd haar plaats ingenomen door Esther “past dit kastje in jouw auto”. Engels praten met Rachael “broodje kroket van de slager. Are you ever coming back?”. Nu al weer een tijd steady met Leander “altijd lol!”. Lang geleden ook wel ’s vreemdgegaan met Annemiek “haar ook voor hem”… en nu vergeet ik vast nog een Kopje… sorry! oh ja, en passant heb ik bij de Kopjes ook een lieve liefde leren kennen. Al weer een tijd geleden en wat liefdes verder maar ook dat is de Kopjes voor mij. De Kopjes heeft een mooie historie, en ik weet zeker dat er nog meer moois komen gaat! Het virus van Bar is nog lang niet de kop ingedrukt. Meer exposities, uitbreiding met extra’s zoals een hapje en een drankje, een Spaanse nevenvestiging? Ik zie het allemaal gebeuren. Eerst maar ’s genieten van het 20-jarig jubileum en dit boek. Hoop dat de komende 20 jaar voor Barbera en haar Kopjes net zo inspirerend en succesvol mogen zijn!



IK BEN ER GEWEEST: BIJ DE KAPPER John Kuipers

Ik heb een repeterende droom, dat ik dus helaas naar de kapper moet. Helaas, want terwijl ik in slaap val, waarschuwt mijn instinct elke keer dat er iets niet in de haak is, dat er geen weg terug is en naarmate de droom vordert, wordt dat gevoel indringender. In een droom beseffen dat je droomt maar niet kunnen ophouden. Wat betekent dat nou weer? Maar ja, de gebeurtenissen blijken onafwendbaar. In de sluimerwereld hangen mijn haren telkens piekerig over de boord van mijn overhemd, een vreselijk gezicht, dus ik moet wel. Ik reis per trein naar mijn vaste kapperszaak, in een andere stad. De kapper is een zij en ze kan het goed. Een mens bouwt ook met zijn kapster een relatie op want ik blijf haar bezoeken nadat ik ben verhuisd naar de volgende stad. De droom is gedetailleerd. De treinreis naar kapperstad bijvoorbeeld. Ik zie details van elk huis dat aan me voorbijtrekt, de vorm van elke wolk aan de hemel, de kleuren van hekken om een weiland en ik ken het aantal koeien dat er staat te grazen, elf. Vanaf het station is het een flinke wandeling naar de kapperstraat. Ik begin te zweten onderweg, want er staat 143

iets te gebeuren, evenals de vorige keer en de keer daarvoor. De vorige dromen hebben echter niet meer dan een spoor van indringende onzekerheid achtergelaten. Ik heb last van die onrustgevoelens waarbij je ingewanden zich traag in je buik lijken om te draaien. Ik klop beleefd aan. Binnen, roept de kapster alert. Niemand in de zaak, het gaat er op afspraak. Oh god, geen getuigen, denk ik paniekerig, niemand die me te hulp kan schieten als dat nodig is. En ik weet haast zeker dat dat nodig zal zijn. Waarom ook alweer? Ellendig haperend geheugen. We geven elkaar een hand en ze kijkt open en vriendelijk. Zo gaat het elke keer, de ontvangst verloopt gladjes, professionele glimlach erbij en de vraag hoe het met me is. Goed, zeg ik, doe er ook vlug een glimlachje bij en hang mijn regenjas aan de kapstok. Ofschoon het droog is, dreigt het de hele droom door te gaan regenen en een dreiging is erger dan een uitvoering, zoals een ieder weet. Binnen neem ik gedwee plaats in de stoel waar ze mij met een beslist armgebaar naar verwijst. Die stoel, ja, daar zal het allemaal gebeuren: knip knip. Hij wordt elektrisch aangedreven en produceert alvast


een zacht en tevreden gebrom. Of ik koffie wil. Eh ja, lekker, zwart. De kapster gaat een hoekje om waarvandaan even later geruis en gesis klinken. Ik schuif ondertussen onhandig heen en weer in de stoel met de lederen zitting. Ik zie met angst en beven uit naar het moment dat de kapster achter me staand hard op een onzichtbare toets drukt zodat ik met een ruk weerloos achterover kom te liggen. Waarom ren ik niet weg, desnoods met van die slappe droombenen die niet vooruit lijken te kunnen komen? Te laat, stappen schuin achter me, ah, de koffie. Alsjeblieft. – Dank je wel. Met dezelfde machtige beweging als waarmee de torero in de arena met zijn rozerode muleta naar de stier zwaait, gooit de kapster achteloos een kille kleurloze synthetische lap om mijn bovenlijf. Zo ben ik beschermd en gevangen tegelijk. Via de spiegel bekijk ik de kapster. Ja, ze is prachtig, zo’n donker type met een verleidelijke, omfloerste oogopslag. Even stiekem haar borsten bekijken die immers uiterst dringend tegen haar truitje aandrukken. Dan sleept ze een kruk op wieltjes aan en een hoge kar, ook op wieltjes, met allemaal grijze plastic bakken erin gehangen. Al die bakken zijn tot de rand gevuld met lekkernijen zoals spelden, kammen, klemmen, flesjes, föhns, tubes, shampoos, gels, spiegeltjes, tondeuses, borstels en al het andere waarmee je kapsel wordt verfraaid. Ik wil dan graag een slok koffie nemen, maar het is al te laat, ik word meedogenloos achterover in de juiste willoze knipvorm gedrukt. De kapster doet de stoel zoevend rijzen zodat ik beter binnen haar handbereik raak. Ik word me bewust van een prangende vraag: wat, ja wát gaat de kapster precies met me doen? Knippen? Had ik nu maar niet naar haar borsten gegluurd, dat zit mij al niet lekker, laat staan haar. Ik heb het gevoel dat ze mijn ogen op haar lijf heeft bemerkt. Dan overkomt me het onvermijdelijke. Ik zit geheel onverwacht vastgeketend aan mijn stoel. Om mijn polsen en enkels hebben zich steels stalen beugels gevouwen. Ik kan niet meer voor- of achteruit. Klink-klonk-klik-klak en ik zit volledig verankerd. Ik ruk tevergeefs met al mijn ledematen. Vlak voor mijn ogen, middenin mijn blikveld, verenigen zich direct daarna losse stukken staal, teflon, chroom, punten, een blinkende schroef en ellipsvormige insteken tot een passend geheel van twee lange dunne benen. Het ene moment zijn het allerlei onderdelen die in slow motion voor mijn ogen zweven, het volgende hergroeperen ze zich pal voor mijn neus en zonder enig menselijk ingrijpen verenigen ze zich tot zo’n vlijmscherpe lange kappersschaar. De kapster tikt me bemoedigend op een schouder en tegelijk omvat haar rechterhand voor mijn neus de zwevende schaar. Wat zojuist een toepasselijke zilverkleurige schaar leek waarmee je kapsel aangenaam wordt gemodelleerd, is binnen een fractie omgevormd tot een formidabel aanvalswapen. Ik gil en hard ook. Want inmiddels herinner ik me met een flits waar dit alles

op zal uitdraaien. Te laat! Ik schreeuw nog eens, tegen de spiegel eigenlijk. Maar mijn spiegelbeeld staart onbewogen terug. Is het omdat ik naar je borsten heb gekeken?vraag ik de kapster wanhopig worstelend. Haar reflectie in de spiegel antwoordt honend met gekromde mondhoeken: Kijk jij maar naar mijn borsten hoor. Denk je werkelijk dat dát ertoe doet? Ik heb helaas geen idee. Zal ik het nog gauw ontkennen? Nee, belachelijk, dat zou het alleen maar erger maken. Ik laat ontmoedigd mijn hoofd hangen. Ik weet het, het is met me gedaan terwijl ik au fond helemaal geen kwaaie kerel ben. Al mijn spierkracht blijkt niet opgewassen tegen de stalen ketenen die me omklemmen. De kapster heeft me volledig in haar macht. Ze zal me misschien aan stukken knippen en alle druipende delen met behulp van een verzengende reuzenföhn laten verdampen, zodat er geen spoor van me overblijft. Ze zal mijn naakte lijf geheel in dikke klodders gel (extra-extra strong) wentelen, zodat ik zal verstikken. Ze zal me weken aaneen kammen en zo beetje bij beetje, laag na laag van mij verwijderen. Vanaf het verdwijnen van mijn hoofdhuid zal de pijn ondraaglijk zijn. Ze zal alle shampoos van haar zaak in een tobbe werpen en al roerend het giftigste mengsel ter wereld maken. Het vlees van mijn geketende lijf zal ondergedompeld in die brei binnen tien minuten geheel van mijn beenderen afrotten. Ik roep mijn gebiedster smekend aan. Waarom, waarom? Laat me niet in onwetendheid sterven! Vertel me wat mijn misdaad was! IJdelheid? Hebzucht? Alstublieft, spreek! Mijn kapster lacht haar groengele tanden bloot om zo veel naïviteit. Snap je dan helemaal niets? Je zou letterlijk in onwetendheid behoren te sterven, de juiste straf. Maar ik ben de kwaadste niet. Kijk. Ze wijst naar een bord dat naast de spiegel hangt en waarop te lezen staat: Niet dromen moet ge Uw leven, doch beleven wat gij droomt. Huh? roep ik hulpeloos. De kapster lacht sardonisch. Je leeft in een droomwereld, dát is je misdaad. Stommeling, sist ze. Je had tijdig behoren te ontwaken en verder leven zoals het behoort: intrigerend en intensief. Leven, je weet wel. Je hebt je kans gehad, naïeve sukkel! Nu moet ik je droomwereld voor je beëindigen. Geen leuke klus, maar het zij zo. Je tijd is om. Oh, is dat het. Maar wat gaat dat verdomme een kapster aan? Het is immers míjn leven en mijn droomwereld. En trouwens, wat als ik het lekker vind om onwetend en op een plek op de achtergrond door het leven te gaan? Wat als ik geen zin heb in een intensief leven? Net als ik die kritische vraag wil stellen, grijpt ze me met één hand bij mijn hoofd. Ze pakt een bos van mijn haar en niet om het in model te knippen. Zo trekt ze mijn hoofd naar voren en maak ik een onvrijwillige buiging voor mijn spiegelbeeld. Voila, mijn nek ligt daar weerloos, open en bloot, aan haar genade overgeleverd. Maar mo144


“De kapster tikt me bemoedigend op een schouder en tegelijk omvat haar rechterhand voor mijn neus de zwevende schaar” raalkapsters schenken geen vergiffenis. De misdaad van het dromen, dag en nacht, is een ernstige in het leven, begrijp ik. Een mens moet dóen. Zoals zij nu. Héél langzaam, zó smerig geleidelijk en met een uiterste aan precisie duwt ze de lange, vlijmscherp geslepen en samengesmolten benen van de schaar van zuiver Solingenstaal mijn nek in. Ik voel nattigheid voordat ik pijn voel: mijn bloed kruipt tevoorschijn uit de wond die ontstaat en baant zich een griezelig en gestaag pad naar beneden, langs mijn ruggengraat. Pas dan ontspringt aan het gat in mijn nek een schreeuwende pijn en spoelt er ook bloed door mijn keel dat ik niet krijg weggeslikt. Ik besef: ik ben er geweest. Bij de kapper. 145


Na 30 jaar kapSTER te zijn, heb ik het nog steeds naar mijn zin. Ik maak iedere dag iets moois en nieuws. Met genoeg ideeën ga ik voorlopig nog verder met ondernemen. Mooie projecten doen met stichting Geknipt voor Kunst, zelf nog meer kunst maken, hopelijk nog meer mensen begeleiden in het kappersvak, verder genieten van mooie muziek, nog veel meer knippen en vooral mensen ontmoeten en bij elkaar brengen. Hierbij wil ik een aantal mensen bedanken: Hugo van der Molen, omdat hij me alles geleerd heeft over het vak. Dionne Lausberg natuurlijk voor haar creatieve gedachten hoe je het beste een boek in mekaar kan zetten. Teun Lagas voor het lezen van de verhalen en kritiek te uiten. Adviseur Jeroen Stam. Cafe de BieB voor het ‘heerlijk zitten’ aan de grote tafel bij het raam. De drukkerij, Albani. Mijn vriend Herman voor zijn geduld en interesse. En als laatste al mijn klanten, vrienden, familie en collega’s die een stukje hebben geschreven voor dit boek.

Colofon: Auteur: Barbera Sterk Redacteur: Teun Lagas Uitgever: Haagsche Kopjes Ontwerp: Dionne Lausberg, YKSI TOISTA De drukker: Albani Lettertypen: PT Sans en PT serif ISBN: 978-90-9027477-5 146




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.